WILLI LEMKE: 'HOE SPORT DE WERELD KAN VERANDEREN' Speciale Adviseur Verenigde Naties voor Sport, Ontwikkeling & Vrede De butler monstert me en heeft er geen goed oog in: ik heb weer eens mijn das verkeerd geknoopt. Ik ijsbeer nerveus door de prachtige hal van het negentiende eeuwse Park Hotel in Bremen. Daar heb ik een afspraak met een belangrijke mens. Willi Lemke is sinds 2008 een man met een missie. Gaat u er even bij zitten: Special Advisor to the United Nations Secretary-General on Sport for Development and Peace. Vanuit die functie gaf hij in 2010 a message of support bij de tiende editie van The Global Peace Games for Children and Youth onder het motto Sport for Development and Peace. Die is deze maand aan haar elfde aflevering toe. Duizenden kinderen en jongeren uit 42 landen - in voornamelijk Azië en Afrika maar ook in Australië, de Verenigde Staten, Ierland en Rusland – hebben zich ingeschreven voor deze Spelen. Volgens het principe van het UNESCO Manifesto for Peace. Dat werd opgesteld door winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede: 'Each participant at the Games had the opportunity to sign the Manifesto that pledges them to respect all life, reject all violence, share with others, listen to understand, preserve the planet, and contribute to the development of the community.' Vooral hebben deze kinderen op die dag het recht op sport en spel. In een vorig leven, van 1981 tot 1999, was Willi Lemke de succesvolle manager van Werder Bremen. Onder zijn beleid namen de groenwitten de grote vlucht voorwaarts: landskampioen in 1988 en 1993, bekerwinnaar in 1991, 1994 en 1999 en Europacup II in 1992. Ik ontmoet hem voor een gesprek over zijn werk en over zijn boek 'Ein Bolzplatz für Bouaké. Wie der Sport die Welt verändert und warum ich mich stark mache für die Schwachen.' (DVA Verlag 2010). Voor ik naar de afspraak kwam, verkende ik even de stad.
Wandelen in het stadscentrum van Bremen. Achter het stadhuis: de vier Bremer Stadsmuzikanten, zijnde de verstoten dieren haan, kat, hond en ezel uit het sprookje van de gebroeders Grimm. Vrolijke gestoordheid want ze hoopten als muzikant aan de slag te kunnen, terwijl ze niet konden zingen. Ze vonden toch een warm welkom in de voormalige vrije stadstaat onder de vleugels van de Bremische Bürgerschaft en oefenden er probleemloos hun 'beroep' uit. Het 'gejengel' was niet om aan te horen maar niemand die er zich aan stoorde. Wandelen van het stadscentrum naar het stadion Men vertoeft in de straatjes met de namen van Salvador Allende, Imre Nagy en JF Kennedy. Democratisch verkozen president van Chili, vermoord (1973) door fascistische militairen. Hervormingsgezinde premier van Hongarije, geëxecuteerd (1958) door stalinistische geheime dienst. Bewoner van het Amerikaanse Witte Huis, neergekogeld (1963) door een gevaarlijke gek. Ze deelden het geloof in de rechten van de mens. Bremen eert zijn wereldwijde inspiratiebronnen. Wandelen rond het stadion van Werder Men kijkt naar de romantische rivierbocht van de Weser. Naar Café Sand aan de overkant, de kroeg van de zomerliefdes. En naar de burgershuizen in Art Deco. Werder werd gesticht in 1899 en de naam verwijst naar 'weerd': een vlakland in een waterlopengebied. Zo ziet de omgeving er nog steeds uit. De waardering voor de outcast, de inspiratie bij de mensenrechtenactivist, de liefde voor de bal: ziedaar Bremen. Ziedaar ook zijn inwoner met een belangrijk mandaat bij de Verenigde Naties: Willi Lemke. Hij raakte in de jaren zeventig in de ban van bondskanselier Willy Brandt, de verlichte sociaaldemocraat (SPD) met pleidooien voor ontspanning tussen Oost en West en herverdeling van Noord naar Zuid. Lemke overtuigde Brandt op zijn beurt, via diens derde vrouw Brigitta, tot sympathie voor Werder, vertelt hij in monoloogvorm.
© Keystone
1 'Unsere Herzen schlagen Grün und Weiss. Ik sloot mij aan bij de SPD in de vroege jaren zeventig. Dat had alles met het charmisma van Willy Brandt te maken, ten tijde van de Koude Oorlog. Hij was begeesterend. Omdat zijn vrouw Brigitta uit Bremen stamt, leerde ik hem beter kennen. Eén van de meest weemoedige momenten van mijn leven beleefde ik toen ik hem enkele weken voor zijn dood opzocht. We namen afscheid van elkaar met een glas champagne. Hij wist dat voetbal een boodschap kon hebben, omdat het dicht bij de mensen stond. Daarom open ik mijn boek met een quote van van hem: Es ist wichtiger, etwas im Kleinen zu tun, als im Grossen darüber zu reden. Zijn vrouw Brigitta, een fanatieke fan, bekeerde hem dus tot Werder. Even ernstig nu: Werder was één van de eerste profclubs in Duitsland die haar sociale verantwoordelijkheid heeft opgenomen. We ontwierpen het concept van Fanproject en tot vandaag behoort Soziales Engagement tot onze basisprincipes. De gemeenschap is belangrijk voor ons: zorg voor kinderen én ouderen; gehandicapten; mensen met buitenlandse achtergrond; samenwerking met scholen en buurten; internationale solidariteit. Het gebeurt àllemaal onder de groenwitte vlag van Werder. Dàt vormt onze identiteit. Ik had steeds een zwak voor de mensen op de staanplaatsen. Zij maken immers de sfeer door te dansen en te zingen. Ik wilde hen betaalbare prijzen aanbieden. Ik ben blij dat onze fans op dit ogenblik nog het initiatief nemen in dit debat. Uli Hoeness, de manager van concurrent Bayern München, verklaarde me destijds voor gek en schold me uit voor 'klassenstrijder'. Ik negeerde zijn schimpscheuten en polijstte 'de weg van Werder': modern management, behoud van de clubcultuur en herstel van het sociale weefsel. Intussen helpt Werder een nieuw voetbalverhaal schrijven in het Israëlische Bethlehem, in partnership met de Zwitserse NGO Scort: 'Football Clubs for Development and Peace'. Telkens 11 jonge vrouwen en mannen uit de Palestijnse gebieden volgen gedurende één jaar een opleiding met een apart karakter. De bewegingsvrijheid van Palestijnse kinderen in het dagelijkse leven is zeer beperkt. Via het concept educatie door voetbal trachten coaches en sociale medewerkers van Werder, in samenwerking met lokale instellingen, hier verandering in te brengen. 2 In 2007 kreeg ik een telefoon van ene...Ban Ki-Moon, de UNO-secretaris-generaal. Hij nodigde me uit en bood me iets compleets nieuws aan: UNO-vertegenwoordiger in het veld van sport, ontwikkelingssamenwerking & vrede. Ik was aanvankelijk enigszins ondersteboven maar tegelijk was het an offer you can't refuse. Ik begon aan het project met een foto voor het gebouw van de UNO in New-York. Symbolisch, aan het standbeeld van de 'verknoopte revolver', een kunstwerk van de Zweedse beeldhouwer Reuterswärd. Met als titel Non Violence. Afrika zou het zwaartepunt van mijn arbeid worden. In het kader van de Milleniumdoelstellingen van de Verenigde Naties. We zetten het even op een rijtje: bestrijding van de extreme armoede en honger; versterking van de rol van de vrouw; verbetering van de gezondheid van moeders; vermindering van kindersterfte; bekampen van AIDS, malaria en andere ziektebeelden ; behoud van het leefmilieu. Ik moest op zoek gaan om de sport zijn plaats te geven in dit verhaal. Ban Ki-Moon vertelde me letterlijk: “Neem de Milleniumdoelstellingen mee in je hart en je hoofd en werk ze vooral in Afrika uit, via de kracht van de sport.” Ik zou dus een soort advocaat worden om de gedachte van sport, ontwikkeling en vrede met elkaar te verbinden. Ik zou via internationale conventies de maatschappelijke waarde van de sport verkondigen en de moeilijke discussie omtrent mensenrechten niet uit de weg gaan.
3 Beginpunt van mijn reis: Khayelitsa, een township in Zuid-Afrika. Basketball, volleyball, tafeltennis, zwemmen & voetbal. Learning by doing. Ik wil plaatselijke jongeren zo opleiden dat ze in de mogelijkheid zijn om het zelf te organiseren. Dat oogt hoe dan ook beter, dan wanneer alles zou geleid worden door buitenlandse NGO's. In de buurt van Durban tracht men via sport de aidsproblematiek bespreekbaar te maken. In Zuid-Afrika, het land waar meer dan 20% van de bevolking tussen de 15 en 49 jaar geïnfecteerd is met HIV, zijn nieuwe wegen nodig om mensen te benaderen. Voetbalwedstrijden dienen als middel. Jongens en meisjes spelen er samen, dat is geen zeldzaamheid in Afrika. Na de match volgen dertig minuten onderricht over seksualiteit in het algemeen en in het bijzonder over aids en hoe dat te vermijden. Alle spelers zaten te luisteren op het veld en volgden de uitleg goed op. Dat had ook een 'sportieve' verklaring. Bij het volgende toernooi telden niet enkel de doelpunten. Tijdens de pauze en na de match werd er een 'wedstrijdje vragen over AIDS beantwoorden' georganiseerd. Men kon dus met 3-0 de rust ingaan en er met 3-3 terug uitkomen. Met behulp van het voetbal verspreidt men dus inzichten over seksualiteit. Tegen meisjesteams wordt uitdrukkelijk gezegd dat ze condooms moeten meenemen voor hun vrienden. Ik zag in sportcentra jongens en meisjes leren hoe ze een condoom moesten aantrekken over nagemaakte penismodellen. De meeste jongeren spraken zeer open over seksualiteit. Meisjes nemen zonder problemen deel en getuigen: “In de meeste voetbalprogramma's worden meisjes over het hoofd gezien. Hier mogen we meedoen. Ik kan mezelf coachen en wanneer ik op het veld kom voel ik me vrij. Ik voel dat ik hier persoonlijke groei kan beleven.” Dan hebben we toch al een eerste stap gezet.
© UN Photo-Sophia Paris
4 In het Internationaal Centrum van Bethlehem trof ik Honey Thaljieh, de aanvoerder van het Palestijnse nationale vrouwenteam. Ze vertelde mij welke problemen de Palestijnse vrouwen elke dag moesten overmeesteren. Ze heeft een christelijke achtergrond en werkt in het centrum ook als sociaal assistent. Ze houdt zich bezig met kinderen en jongeren en tracht meisjes het voetbal aan te leren. Daarvoor moet ze via vele gesprekken trachten angsten te overwinnen. Die angsten hebben ze van hun broers en vaders aangeleerd. In bepaalde delen van de islamitische wereld heersen vele vooroordelen tegen de emancipatiewensen van vrouwen en meisjes. Honey Thaljieh vertelde mij dat ze de vlag van haar land wil hooghouden om te bewijzen dat 'ze iemand is'. In de Palestijnse gebieden zijn er weinig voetbalplaatsen en die worden niet zelden voorbehouden voor mannen. Thaljieh eiste dezelfde sportieve rechten op als haar mannelijke tegenhangers.Trainingen opzetten voor vrouwen in Gaza blijkt niet mogelijk te zijn. Bovendien hebben de Hamas-autoriteiten er een verbod op vrouwenvoetbal uitgesproken. We streven een sterkere participatie na van de vrouwensport in de islamitische wereld. Ik wilde om die reden het vrouwencentrum in Bethlehem veilig stellen. Ook het zwembad, dat voor moslimmeisjes dezelfde rechten geeft om te zwemmen als voor jongens. Voor mij was het volledig onacceptabel dat voor deze sporttak het vrouwelijk geslacht zo benadeeld werd, terwijl jongens gewoon hun zin konden doen. Ik zocht andere bondgenoten en vond het befaamde 'Peres Center for Peace' – van Simon Peres, de voormalige premier van Israël - in Jerusalem. Dat ondersteunt een project waarin Israëlische en Palestijnse meisjes samen basketbal spelen. De ene groep leert Arabisch praten, de andere Hebreeuws. Het was voor de Palestijnse meisjes moeilijk om er te geraken, het duurde anderhalf uur voor 10 kilometer – wegens grensperikelen - maar ze hebben doorgezet. Het maakte indruk om te zien hoe zij dat er voor over hadden. De dialoog was zeer boeiend want zo kon men bij de meisjes de vooroordelen aan beide zijden wegnemen. Dat was voor mij het bewijs dat sport een grote kracht bezat om dingen te overbruggen. 5 Op het Wereldkampioenschap Straatvoetbal in Berlijn 2006 leer ik de Keniaanse Doreen Nabwire kennen. Ze speelde voetbal via het project van Mathare Youths Sport Association MYSA. Ze is geboren in de slums van Mathare en vertelt hem hoe ze haar vriendinnen bleef organiseren om te voetballen, ook bij de momenten van oplaaiend geweld tijdens en na afloop van de presidentsverkiezingen in 2007. Ze studeert in Nairobi lessen Duits en zo kon ze enkele uren als sportlerares aan de slag bij de Duitse school in de Keniase hoofdstad. Daarnaast engageerde ze zich voor sportprojecten in de achterbuurten. Een beter voorbeeld kon men zich voor Kenia's jeugd niet inbeelden. Ik haalde haar naar Bremen, ze mocht trainingen volgen van het vrouwenteam van Werder, werkte tijdelijk voor het sociale departement van de club en zorgde voor een vorm van uitwisseling. In Kenia legde ik ook contact met Auma Obama, de halfzuster van Barack. Zij werkt voor de hulporganisatie CARE aan het aspect 'Sport for Social Change', ten voordele van sociaal benadeelde jeugd. Ze maakte me opmerkzaam op een belangrijk aspect: het betrekken van regeringen bij sociale sportactiviteiten. Auma omschrijft de NGO's, de geldverstrekkende buitenlandse regeringen en de UNO als een pacemaker. De volle vaart kan volgens haar pas bereikt worden als de plaatselijke overheid het project overneemt en ten volle ondersteunt. In Kenia heeft men intussen voetbalinitiatieven die het probleem van AIDS overstijgen. Ze richten zich op de volledige gelijkschakeling van de seksen. In vele Afrikaanse landen spelen meisjes en jongens tegenwoordig samen voetbal. In sommige matchen geldt als regel: het eerste doelpunt moet door een meisjes worden gescoord,
anders tellen de andere goals niet.' Ik ontdek er ook een bedrijfje waarbij ballen worden gemaakt en hersteld: 'Alive & Kicking'. Ik stelde voor om de distributie via de UNO te organiseren. En een economische basis te geven. Ik wil de productie van ballen voor kinderen en jongeren in Afrikaanse achterbuurten en vluchtelingenkampen helpen organiseren. Met behulp van UNOtransporten. Zo kan een kleinschalig netwerk ontstaan voor enkele honderden arbeiders en hun familie. 6 Na drie jaar en half trek ik een globaal besluitthema 'Sport, Ontwikkelingssamenwerking & Vrede'. Het is belangrijk dat sport en sociaal engagement zich met elkaar verbinden. Sport biedt de kans kleine stappen te nemen, dingen op gang te trekken op het gebied van het menselijke samenleven. Wie de dag met sport kan beginnen, voelt vreugde. Sport for a better world!' **** Als uitdaging kan het natuurlijk tellen. Wie wil de typisch Duitse ondertitel van dit boek ernstig nemen: 'Wie der Sport die Welt verändert und warum ich mich stark mache für die Schwachen'. Wie treedt in het voetspoor van Willi Lemke? Ik probeer mijn das in de juiste plooi te leggen. Ik zal het nooit leren. De butler lacht in zijn vuistje.
©