TAKEL I.
362. 3. VERSLAG. 2de Afdoeling.
Wijzigingen over 1925 in de lijsten der instellingen van weldadigheid. Rangschikking onder art. 2 A. W. en in kolom van de ljjst.
Naam der instelling.
Noordbrabant. Bergen
op
Zoom.
Bijgekomen: Conferentie van den H . Paulus, ingelijfd bij de Vereeniging van den H . Vineentius a Paulo.
H e t ondersteunen van behoeftige lieke lieden in Bergen op Zoom.
Eoomsch-Katho-
Breda. Bijgekomen : R.-K. Parochiaal Armbestuur van de H . Teresia .
Voorziening in den nood der in de parochie aanwezige armen en hulpbehoevenden. (De parochie strekt zich ook uit over een gedeelte van net grondgebied der gemeente Princenhage.)
Helmond. Bijgekomen: Conferentie van den H . Jozef van de Vereeniging van den H . Vineentius van Paulo.
H e t aan huis bezoeken van behoeftige gezinnen, tot verleenen van onderstand en door deze beide middelen de stoffelijke en moreele belangen van die armen t e gemoet te komen.
's Hertogenbosoh. Bijgekomen: St. Elisabethsvereeniging, afdeeling parochie van den H . Antonius van P a d u a .
Bedeeling in geld en in natura der tot de parochie
behoorende armen.
Piiicphcn. B ij gekomen: Burgerlijk armbestuur t e St. Willebrord.
Ondersteuning van armen, zonder onderscheid gezindte.
van
Vierlingsbeek. Bijgekomen: Vereeniging van de H . Elisabeth.
Lithoijen. Afgevoerd: Vereeniging van den I I . Vineentius a Paulo.
Verleenen van onderstand in geld of natura aan armen der Poomsch-Katholieke bevolking parochie Vierlingsbeek.
27
Rangschikking onder art. '2 A. W. en in kolom van de lyst.
Naam der instelling.
Gelderland. Apeldoorn. Bijgekomen: Aid. Apeldoorn van de Stichting ,,het Nederlandsch Leger des H e i l s " .
Hei verrichten van voortdurenden maatschappelijke!) arbeid en armenverzorging in den ruimsten zin.
Arnhem. Bijgekomen: 1.
Oud-Katholiek Armbestuur.
Zorg voor de stoffelijke belangen van de armen der Oud-Katholieke Gemeente.
2.
Dekencomité.
H e t in bruikleen of in eigendom afstaan van wollen dekens aan behoeftige gezinnen.
3. Gereformeerde both".
Reho-
H e t verplegen van zieken en kraamvrouwen, uitgaande van en steunende op het beginsel van Christefijke barmhartigheid.
4. Stichting „ H u l p aan minvermogende ooglijders" (H.A.M.O.).
H e t verleenen van financieele hulp aan ooglijders, die niet over voldoende gelden beschikken om verpleeggeh den, kostbare brillen of medicamenten te betalen.
5.
Vereeniging
„Zusterhuis
Vereeniging „Verjaardag'
Onvermogende en niet financieel krachtige personen, voor wier herstel van gezondheid een verblijf elders noodzakelijk wordt geacht, hiertoe in de gelegenheid te stellen of gedeeltelijk in de onkosten te gemoet te komen.
6. Vereeniging voor 11.-K. Maatschappelijk huiswerk.
Zieken-
R.-K. patiënten, alsmede niet-R.-K.patiënten, in en buiten de ziekenhuizen, te dienen met voorlichting, raad en hulp. f
Nijmegen. Bijgekomen: 1.
Conferentie van den H . Stephanus
b
3
2.
i»
i
het H . H a r t .
b
3
3.
j ,
i
den H . Antonius van P a d u a .
b
3
4.
>)
i
,,
H . Augustinus.
b
3
5.
!)
»
„
H . Vincentius a Paulo.
b
3
6.
) »
t
„
H . Franciscus.
7.
)»
»
„
H . Maria Geboorte.
8.
1 J
)
9.
> 1
>
10.
) ,
1
Het bezoeken en ondersteunen van behoeftige R.-K. gezinnen.
b
3
b
3
de H . H . Laurentius en Ignatus.
b
3
„
H . Anna.
b
3
den H . Dominicus,
b
3
b
7
b
3
alle Ah' eelingen v m de Vereeniging van den H . Vincentius a Paulo, te Nijmegen. 11. Liefdewerk Spijsuitdecling" den H . Vincentius a Paulo.
van de Ver.
van
12. Liefdewerk Consultatie Bureau voor Alcoholisten „ P e t r u s Canisius" van de Ver. van den H . Vincentius a Paulo. 13. H e t K.-K. Parochiaal Armbestuur van de ,,Leurdeskerk". 14. Liefdewerk tot verbetering van de huisvesting, afd. van de Ver. van den H . Vincentius a Paulo.
Spijsuitdeeling aan Roomsch-Katholieke
armen.
Het verstrekken — ook van stoffel ijken bijstand — aan al dan niet geregeld van alcoholhoudende dranken misbruik makende personen bij hun pogingen tot zelfverbe tering. Ondersteuning van R.-K.
behoeftigen.
Het verleenen van financieelen steun aan behoeftige R.-K. gezinnen, als verbetering van h u n huisvesting, welke om redenen van zedelijken of hygiënischen aard noodzakelijk is.
b b
28
Rangschikking Naam der Instelling,
L5. Sint Dominicusstiohting, zich noemende nicanessen van hel Allerheiligste Sacrament. Vereeniging
l(').
Christelijke
17.
Eteclasseeringsbureau „Frédéric O z a n a m " .
18. Protestantseh Emergo".
l)omi-
,,Diaconessenarbeid".
Eteclasseeringsbureau
,,Luctor
Beoefening der werken van liefdadigheid onder de armen, zooals: zuigelingenz.org, kinderverzorging, ziekenverpleging, enz.
c
4
c
4
c
4
c
4
c
4
C
4
e
4
Spijsuitdeeling.
c
8
Bedceling.
b
3
Algemeene armenverzorging van leden van h u n kerkgenootschap.
b
3
Bezoek: en ondersteuning van arme huisgezinnen behoorende tot de kerkelijke gemeente van Zevenaar.
b
3
H e t bevorderen, van de practische toepassing der gezondheidsleer en de verbreiding van kennis dienaangaande; het verbeteren van de ziekenverpleging in het algemeen en van de huiselijke ziekenverpleging in het bijzonder; de bestrijding van de tuberculose als volksziekte.
c
4
H e t gedurende de wintermaanden verstrekken van versterkende middelen aan zieken en herstellenden uit den behoeftigen stand, zonder onderscheid des geloofs.
c
8
H e t verplegen van onvermogende kranken. Verpleging en ondersteuning van personen, wier zedelijke verheffing en herstel in de maatschappij het doel van het bureau is. et
Idem. H e t verleenen van onderdak aan en het verplegen van toeziclitbehoevende behoeftige mannelijke personen.
li). Vereeniging tot verschaffing van voedsel aan behoeftige zieken en zwakken van den Protestantschen Godsdienst. 20. Afdeeling der 11.K. Vereeniging tot bestrijding der tuberculose „ H e r w o n n e n L e v e n s k r a c h t " . 21. Vereeniging Nijmegen,
onder art. 2 A.W. en in kolom van do lyst.
Doel.
tot
bestrijding
der tuberculose
te
, Verschaffing van voedsel aan behoeftige zieken en zwakken van den Protestantschen godsdienst. Verpleging van behoeftige tuberculoselijders. Idem. •
22. Afdeeling „Soepuitdeeling" van de Vereeniging voor Evangelisatie.
Ulieden. Bijgekomen: De diaconie der Gereformeerde Steeg.
Kerk te
Iiheden-de
Wehl. Bijgekomen: Armbestuur van de R. K. Parochie van Onze Lieve Vrouw van Alt ij ddurenden Bijstand, te Achterwehl (gemeente Wehl).
Zevenaar. Bijgekomen: Afdeeling der Vereeniging van den H . Vincentius a Paulo, te Zevenaar.
Zuidholland.
Delft, Bijgekomen : 1. De Afdeeling Delf! der Zuidhollandschc Vereeniging „ H e l Groene Kruis".
2.
De Vereeniging „ Z i e k e n h u l p " .
Bijlage E. 3 6 2 . 3
Verslag over do verrichtingen aangaande het armbestuur over 1025.
Naam der instelling.
Bijgekomen: Vereeniging tot betere verzorging van minvermogende kraamvrouwen en pasgeborenen.
1.
Gravenhage. Bijgekomen: Pape-Fonds.
2. Diaconie der Gereformeerde hage Oost.
Rangschikking onder art. 2 A. W. en in kolom van 1Ie lust.
Doel.
Dordrecht De n a a m : Armbestuur van de Roomseh-Katholieke Gemeente van de Oud-Bisschoppelijke Cleresy, is gewijzigd in: Armbestuur van de Oud-Katholieke Gemeente.
',s
Tweede Kamer. 29
tf. H e t geven van raad bij de behartiging van de godsdienstige en zedelijke belangen der armen door den pustoor. h. De zorg voor de stoffelijke belangen van de armen der gemeente.
b
3
Vorming van goed onderlegde bakers; uitroeiing van wanbegrippen omtrent de verzorging van kraamvrouw en kind; het krachtig in de hand werken van goede verzorging der behoeftige kraamvrouwen. .
c
12
Verleenen van financieelen steun, waar zulks, naar het oordeel van het bestuur, doelmatig zal zijn.
c
4
b
3
Kerk t e
's Graven-
3. Diaconie der Gereformeerde Kerk te hage West.
's Graven-
Idem.
b
3
4. Commissie voor H u l p in Nood der Remonstrantsch Gereformeerde Gemeente te 's Gravenhage.
Idem.
b
3
5. Commissie voor Hulpbetoon van de Doopsgezinde Gemeente te 's Gravenhage.
Idem.
b
3
b
8
c c
8 16
b
3
Idem.
b
3
Idem.
b
3
Tegemoetkoming in huishuur, voeding, kleeding en het betalen in tegemoetkoming van verpleeggelden, wanneer opneming in een ziekeninrichting of elders noodzakelijk is.
a
2
H e t bedoelen van R.-K. armen in de parochie van de H . Liduina.
b
3
De vereeniging stelt zich ten doel in haar toevlucht op te n e m e n vrouwen, meisjes, ongehuwde moeders, zuigelingen en kinderen, die oogenblikkelijk hulp en onderdak noodig hebben.
c
12
Armenverzorging van huiszittende armen, rende tot nevenstaand kerkgenootschap.
b
8
6. Roomseh-Katholiek Parochiaal den H . Gerardus Majella. 7. Philantropische Metropool.
Spijskokerij
en
Armbestuur Volkstehuis
van De
Verzorging van de armen der gemeente.
Verzorging van de armen der parochie. Verstrekking van voeding en onderdak aan behoeftigen van alle gezindten en alle nationaliteiten.
Afgevoerd: 1. Diaconie der Gereformeerde hage.
Kerk t e
's Graven-
Verzorging van d e armen der gemeente.
2. Kerkeraad der Remonstrantsch Gereformeerde Gemeente. 3.
Kerkeraad der Doopsgezinde Gemeente. Hcllcvoctsluis.
Afgevoerd: H e t Algemeen Armbestuur.
Hillegcrshcrg. Bijgekomen: R.-K. Parochiaal Armbestuur der H . Liduina, te Hillegersberg. Leiden. Bijgekomen : Vereeniging voor Christelijke jeugdhulp, uitgaande van. de afdeeling Leiden van den Ned. Vrouwenbond tot verhooging van het Zedelijk Bewustzijn. Nieuwkoop. De n a a m : ,,De Kerkelijke Kas der Gereformeerde Gemeente van Nieuwkoop" is gewijzigd i n : „Diaconie der Gereformeerde Kerk te Nieuwkoop".
Handelingen
der Staten-Generaal.
Bijlagen.
1928—1929.
behoo-
80 Rangschikking onder art. 2 A. W. en in kolom van de lijst.
Naam der instelling,
Rotterdam.
Bijgekomen: 1, Oranjevereeniging „De Oranjevaan omhoog".
O.a. uit evcntueele baten
zieke en zwakke kinderen
c
4
van inwoners van de binnenstad uitzenden naar een her-
stellingsoord of vacantiekolonie en verstrekken van gaven in natura aan arme inwoners van de binnenstad. '2. Christelijke Vereeniging voor het uitzenden en doen verplegen van t.b.o.•lijden en ernstige zieken, uitgaande van de Diaeonie der Ncd.-Herv. Gemeente van Delfsh.iven.
Uitzenden of doen uitzenden van on- en minvermogende t.b.c.«patiënten en andere ernstige zieken naar Christelijke sanatoria of gestichten. Als regel geldt, dat slechts die personen worden uitgezonden, die in de Ned.Herv. Gemeente van Delfshaven belijdenis des geloofs hebben afgelegd, of van elders gekomen, de attestatie hebben overgelegd.
c
4
3. Af deeling Rotterdam van de Vereeniging voor Christelijke Gezondhcids- en Vacantie-kolonies in Nederland.
Kinderen in de gelegenheid stellen, onder beslist Christelijke leiding, een tijdlang in een gezonde streek te zijn.
c
4
Aan on- en minvermogenden, voor wier herstel van gezondheid een tijdelijk dagelijksch verblijf in de open lucht noodig is, de gelegenheid daartoe te verschaffen en daarin, onder deskundig toezicht, overdag te verblijven, hetzij kosteloos, hetzij tegen een door het bestuur t e bepalen vergoeding.
c
20
c
20
a. D u u r z a m e verzorging van verwaarloosde en misdadige minderjarige kinderen in of buiten gestichten, en b. hulpverleening bij het opvoeden van andere dan de onder a bedoelde kinderen, wier ouders niet in staat zijn de noodzakelijk geachte opvoeding volkomen te geven.
c
4
in behoeftige in-
c
8
b
3
Meisjes en weduwen, zoowel van den Nederlandschals i'ortugeesch-Israëlietischen godsdienst, in de gelegenheid te stellen voor herstel of versterking van gezondheid buiten Amsterdam rust te nemen.
c
4
Verschaffing van kleedingstukken Evangelisch Luthersche gezinnen.
behoeftige
c
4
Ontslagen zieken uit de Amsterdamsche gemeentelijke ziekenhuizen door verblijf in een landelijke omgeving een zoo volkomen mogelijke genezing deelacbtig te doen worden.
c
4
Ondersteuning van in of door den dienst invalide geworden militairen, zoowel van het Nederlandsche als van bet Indische leger.
c
4
c
4
4.
Stichting , .Parkherstellingsoordcn".
5.
Vereeniging „ H e t Zonnehuis".
Behoeftige zieken te verplegen.
Schiedam. Bijgekomen: Oud-Katholieke Vereeniging voor Kinderbescherming.
Afgevoerd: Commissie uit de Protestanten, belast met de uitdeeling van warme spijzen in den winter.
H e t uitdeelen van warme spijzen Bezetenen in den winter.
Voorburg. Bij gekomen: R.-K. Armbestuur van O. L. Vrouw Hemelvaart.
Verzorging van R.-K. armen.
Noordholland. Amsterdam. B ij gekomen: ,,Zadok Rosa Bonniststichting".
2.
van :;.
Kvangelisch-Luthersche Bora".
Vereeniging
„Katharina
Vereeniging „ P r i m a V e r a " .
Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den Gew ra uden dienst in de Nederlanden. Vereeniging dera
„ H u l p voor minvermogende
ooglij-
aan
Doen verplegen van minvermogende ooglijders.
;;i
Rangschikking onder art. 2 A . W . en in kolom van de l(jst.
Naam der instelling.
6, Vaderlandsoh Fonds ter aanmoediging van 's Landt Zeedienst.
7.
R.-K. Hofje „Geloof, Hoop en Liefde".
8. Gesticht „De Star". 9. Hofje meente.
de
Kemonstrantsche
Gereformeerde
Ge-
10. Vereeniging voor het uitzenden van kinderen n a a r herstellings- en vacantiekolonies „Amsterdam I " .
11.
„Deutsche Ferienkolonie".
12. Vereeniging tot uitzending en verpleging ziekzwakke en prae-tuberculeuse lcinderen. 13.
van
Vereeniging „Voor jong Nederland'
Ondersteuning van behoeftige zeelieden, die in 's Lands zeedienst, in een actie te water, verminkt zijn, en van de betrekkingen van hen, die daarbij gesneuveld zijn. Huisvesting van R.-K. oude lieden.
b
15
Huisvesting van R.-K, oude lieden.
b
15
Huisvesting van bejaarde vrouwen.
b
15
Bevordering van het lichamelijk en zedelijk welzijn van kinderen, door verblijf in een gezonde streel;.
c
20
Bevordering van het lichamelijk (en geestelijk) weizijn van kinderen van Duitsche afkomst, door uitzending naar een kinderhuis.
c
20
Uitzending van ziekzwakke en prae-tuberculeuse kinderen naar herstellingsoorden, onder de kenspreuk „Trein 8.28 H . U . S . M . " .
c
20
Kinderen, voor wie dit noodig of nuttig is, in de gelegenheid te stellen eenigen tijd in een gezonde streek door te brengen.
c
20
b
3
Bussum. Bijgekomen: Vereeniging „Maatschappelijk W e r k " der Gooische Loge N°. 28 der Independent Order of Odd Fellows (Onafhankelijke Orde van Vrije Broederen).
H e t verheffen, in maatschappelijk opzicht, van hen, die in moeilijkheden zijn geraakt en van wie verwacht kan worden, dat van de hulp der vereeniging een blijvende verbetering het gevolg zal zijn.
Haarlem. Bijgekomen: 1.
De Conferentie van het H . H a r t .
2.
Liefdewerk „Stille A r m e n " .
Idem.
b
3
3.
De vereeniging „ H e t B r o k k e n h u i s " .
Idem.
c c c c
4
4. Afd. Haarlem en Omstreken van de Vereeniging tot verbetering van het lot der Blinden in Nederland en zijne Koloniën.
Bedeeling.
Bedeeling en werkverschaffing.
Hilversum. Bijgekomen: 1. Vereeniging R.-K. Liefdewerk ten bate van bewoners van woonschepen en woonwagens te Hilversum. 2.
Vereeniging
„Onderlinge
8.
H e t „Leger des H e i l s " .
Vrouwenbescherming".
4. De afdeeling Hilversum der Koninklijke Nationale Vereeniging tot steun aan miliciens.
H e t bevorderen van geestelijke en maatschappelijke belangen van bewoners van woonschepen en woonwagens overeenkomstig de Katholieke beginselen. H e t vcrleenen van steun aan ongehuwde moeders. H e t bevorderen en doen genieten van godsdienstig, broederlijk verkeer; het brengen onder de prediking en de zegeningen des Evangelies, van zoodanige personen, als gewoonlijk niet onder den invloed van godsdienstige leering zijn, dan wel door ondeugd of ongeluk in groote armoede verkeeren; het verleenen van hulp aan de armen ter gelegenheid van het Kerstfeest en zooveel mogelijk ook bij andere gelegenheden. H e t verleenen van hulp aan personen, die ten gevolge van de vervulling hunner militieplichten hun broodwinning verloren en na h u n verblijf onder de wapenen dientengevolge in behoeftige omstandigheden vcrkeeren.
4 8 28
82 Rangschikking onder art. 2 A. W. en in kolom van de lyst.
Doel.
Naam der Instelling.
„Dorcas".
H e t ondersteunen van arme, zieke en zwakke geloofsgenooten hier te lande, welke in behoeftige omstandigheden verkeeren.
c
4
('). Da Vereeniging „ Z u s t e r h u l p " , uitgaande van de Diaconie der Nederlandsche Hervormde gemeente te Hilversum.
H e t verleenen van hulp in gezinnen van allerlei aard.
b
3
1)
3
c
16
a
2
a
2
H e t opnemen en verplegen van ouden van dagen.
b
3
Verleenen van onderstand aan arme kraamvrouwen en arme zieken.
c
12
b
15
H u l p bieden aan blinden door hen te doen verzorgen in tehuizen of voor hen plaatsing te zoeken in Christelrjke gezinnen en voorts zooveel mogelijk in h u n belang te werken en bun lot te verzachten.
c
16
Verpleging van behoeftige zieken zonder onderscheid van gezindte.
c
20
Verzorging van schoolgaande kinderen uit behoeftige gezinnen, waarvan de moeder uit werken gaat, omdat h a a r verdiensten in het gezin niet kunnen gemist worden, of waarvan de moeder is overleden en de vader geen voldoende toezicht op hen kan houden, omdat hij den geheelen dag op het werk moet zijn.
c
4
6,
l>c Oud-Katholieke Dainesvereeniging
Schoten. Bijgekomen: H e t 15.-K. Parochiaal Armbestuur „ S t . L i d u i n a " .
De behartiging van de zedelijke en stoffelijke langen der armen en hulpbehoevenden.
be-
Texel. Bijgekomen: Familiehuisje aan den Hoorn op Texel.
Huisvesting aan arme familieleden van de oprichters en verdere bedeeling dier armen. »
Velsen. De n a a m : „ S c h o o l a r m b e s t u u r " is gewijzigd i n : „Algemeen Burgerlijke instelling van maatschappelijk Hulpbetoon". De naam : Roomsch-Katholiek burgerlijk A r m b e s t u u r " is gewijzigd in: „Roomsch-Katholieke Burgerlijke instelling van maatschappelijk H u l p b e t o o n " .
Verstrekking van geld, kleeding, levensmiddelen aan behoeftigen.
brandstoffen
en
Idem.
Zaandam. Bijgekomen: Diaconaal Rusthuis Zaandam.
van
de Gereformeerde
Kerk te
Zeeland. Geen wijzigingen. Utrecht. Amersfoort. Bijgekomen: De Vereeniging H . Catherina van Siëna. Utrecht. Bijgekomen : 1. De Vereeniging van Diaconiën tot oprichting en instandhouding van een Weeshuis voor de Weezenverzorging der Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland. 2. De Vereeniging tot Christelijk Blinden.
1.
Afgevoerd: „ H e t Algemeen Ziekenhuis".
2.
„ H e t Utrechtsche K i n d e r h u i s " .
Hulpbetoon
aan
Duurzame verzorging van
minderjarigen.
Bijlage E. 3 6 2 . 3.
Verslag over de verrichtingen aangaande bei armbestuur over 1925.
Tweede Kamer.
33
Rangschikking onder art. '2 A . W . en in kolom van de lijst.
Naam der instelling.
Friesland. Achi
karspelen.
I)c naam: „Gereformeerde Diaconie te Gerke«kloo«ter" is gewijzigd in: „Gereformeerde Diaconie te Gerkesklooster-Stroobos".
Armenverzorging van behoeftige personen, behoorende tot de Gereformeerde Kerk te GerkeskloosterStroobos.
Het Bildt. Bijgekomen: De Diaconie der Gereformeerde parochie.
Kerk te St. Anna-
Bedoeling van armen. De ondersteuning wordt beperkt lot de armen der kerk.
b
3
Afgevoerd : 1. Diaconie der Gereformeerde Kerk A te St. Annaparochie.
Idem.
b
8
2. Diaconie der Gereformeerde Kerk B te St. Annaparoehie.
Idem.
b
3
Idem.
b
3
1.
Afgevoerd: Diaconie der Gereformeerde Kerk A te Bolsward.
Idem.
b
3
2.
Diaconie der Gereformeerde Kerk B te Bolsward.
Idem.
6
3
a
14
H e t oprichten van tehuizen voor dakloozen, zoowel ten plattelande als in de steden, h e t vestigen van industrieën, emigratie, maatschappelijke verheffing en reelasseering en verder alles wat dienstig kan zijn tot practische hulpverleening.
c
16
H e t verschaffen van werk aan behoeftigen in daartoe ingerichte werkplaatsen, o.a. door het oprichten van schrijfkamers en verder alles wat dienstig kan zijn tot practische werkverruiming.
c
24
a
14
c
20
Bolsward. Bijgekomen: Diaconie der Gereformeerde Kerk te Bolsward.
Kollumerland ca. De n a a m : „Armhuis te K o l l u m " is gewijzigd in: „Tehuis voor ouden van dagen te K o l l u m " . Leeuwarden. Bijgekomen: 1. De Nederlandsehe vereeniging voor Practische Werkverruiming en Hulpverleening. (Instelling tot het oprichten van tehuizen voor dakloozen, de maatschappelijke verheffing van zg. ontoelaatbare gezinnen en reclasseering.) 2. De Nederlandsehe vereeniging voor Practische Werkverruiming en Hulpverleening (voor zoover betreft het verschaffen van werk aan behoeftigen). De n a a m : , , S t a d s - a r m h u i s " is gewijzigd in: ,,Stadsverzorgineshuis'.'
Verpleging van oudere gezinsleden, eenloopende personen en kinderen, wier ouders overleden zijn.
[s een onderdeel van het burgerlijk armbestuur en dient tot opneming en verpleging van oude en gebrek* kige personen en verlaten kinderen, alleen voor zooverre zij van geen kerkelijke of bijzondere instellingen van armenverzorging voldoende ondersteuning kunnen be-
komen.
Schiermonnikoog. Bijgekomen: Verpleging van zeeluchtbehoevende
Roomsch-Katholiek Vacantiehuis ,,St. Egbert".
R.K.
kinderen.
Overijssel. Hengelo. Bijgekomen: 1. Conferentie „ S t . L a m b e r t u s " van de Vereeniging van den „ H . Vincentius van P a u l o " .
Huisbezoek en ondersteuning in natura of geld aan i arme gezinnen.
4
2. Roomseh-Katholiek Parochiaal parochie van den H . L a m b e r t u s .
Armbestuur
der
Ondersteuning parochie.
3
8. Roomsch-Katholiek Parochiaal parochie van den H . Ludgerus.
Armbestuur
der
Idem.
Afgevoerd: 1 >e Roomsch-Katholieke Diaconie. Handelingen
der
Staten-Generaal.
van
armen,
behoorende
tot
de
Ondersteuning van tot de Kerk behoorende armen. Bijlagen.
1928—192';'
3
84 Rangschikking Naam der instelling.
onder art. 2 A. W. en in kolom van de lijst.
Dool.
Losser.
* Afgevoerd: Burgerlijk Armbestuur.
Verstrekking van onderstand aan personen, die noch uit eigen middelen, noch met hulp van anderen zich het noodzakelijk levensonderhoud kunnen verschaffen.
a
2
H e t bedeelen van lidmaten en het ondersteunen van de armen der gemeente en van behoeftige gezinnen, waarin ziekte heerscht.
b
3
H e t ondersteunen der behoeftige armen dier Kerk.
/;
3
Armenbedeeling.
b
3
b
3
H e t verleenen van hulp aan onvermogende kraamvrouwen en aanstaande moeders, gehuwd zoowel als ongehuwd.
b
11
Armenbedeeling, wagenbewoners.
c
4
c
4
b
3
c
4
c
4
Idem.
ö
3
Idem.
b
3
Groningen. Slouhteren.
Bijgekomen < 1. Diaconie der Nederlandsen Hervormde Gemeente t e 0verschild. 2.
Diaconie der Gereformeerde Kerk te Harkstede.
Drenthe. Geen wijzigingen.
Limburg. Brunssum. Bijgekomen: Conferentie „de Onbevlekte Ontvangenis der H . Maagd M a r i a " van de Vereeniging v. d. H . Vincentius h Paulo. Heerlen. Bijgekomen^ 1. De Diaconie der E v . L u t h . Gemeente te Heerlen, Neerenbroekerweg (fil. der E v . L u t h . Gemeente t e Vaals. 2.
R.-K. Ver. ,,Moederschapszorg".
3. R.-K. Heerlen.
Ver.
„Het
Woonwagenliefdewerk",
te
Idem.
vooral
voor
kermisreizigers
en
Maastricht. R.-K. trieht.
Bijgekomen: Ver. „ H e t Woonwagenliefdewerk",
te Maas-
Idem.
Schacsberg. Bijgekomen: Conferentie „ d e H . Jozef" van de Ver. v. d. H . Vineentius a Paulo. Sittard. Bijgekomen: 1. R.-K. Ver. „ H e t Woonwagenliefdewerk", te Sittard. 2. Commissie voor Liefdewerken, afd. van de R.-K. Werklieden vereeniging. Sust eren. Bijgekomen: R.-K. Armbestuur van het rectoraat Mariaveld.
Armenbedeeling.
Armenbedeeling, wagenbewoners. Armenbedeeling.
vooral
aan
kermisreizigers
en
Venlo. Bijgekomen: Ver. v. d. H . Elisabeth in de parochie van 0 . Vrouw onbevlekt ontvangen.
L.
RECAPITULATIE. Bedeelendo instellingen
voor huiszittende armen. -! unwy'siiuj tot. welke der bij art. 2 van de wet bedoelde categörieê'n iedere itistellhiy
1
Noordbrabant
Genootschappen tot het verleenen van onderstand aan behoeftige kraam* vrouwen.
1 Ziekenhuizen of gestichten voor krankzinnigen ofidioten.
Instellingen. tot werk' verschaffing aan behoeffclgen in daartoe ingerichte werkplaatsen.
instellingen tot werkverschaffing aan behoeftigen, op andere wijze dan in daartoe ingerichte werkplaatsen.
«
b
c
d
a
b
i;
d
a
b
c
d
a
b
c
d
a
b
e
d
a
b
c
d
a
b
c
d
o
8
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
4
— — 5
3
4 24
6
1
8
— — — 11 —
2
3
2
9
1
—
— 6 — — 1 10 —
22 76 89 10
7
3 23
—
2
— 10 — — 1 11 —
— — 1 19 — 35 108 90 12
6
6 23
— — 2
2
2
4
1
2 21 38
1
. . .
182 434 45
2
Gelderland
. . . .
73 516 120
7
Zuidholland
. . . .
148 621 199
4
. . .
130 574 223
5
Noordholland
bijzonderen aard. • ' . ! ' •
ii Commiaaiön of j vereenigingen, die gedurende den winter uitdeelingen doen van levensmiddelen en brandstoffen.
Besturen
i tïlfj
van algomeenen aard. |
—— 1
1
— 6 40 2 — 2 20 2
25
— — 1
9
— — —
——
2
—
1
— 11 50 i 27 6
1
19 27 24
-
7
—
1
— 5 —
— 1
Zeeland
93 248 27
Utrecht
19 189 73
Friesland
66 509 32
— ——
4
— — — 9 — 34 20 22
1
— 2 —
3
Overijssel
21 237 53
— —
8
— — 1
3
— 2 —
1
— 2 — —— 1 —
8
— ~ — 1 —
8
— 7
1
"
1
1
— 15 13
— 3 —
2 10
— — — 8 — — 3
2
— •r
Groningen
. . . .
51 320 35
Drenthe
12 101 j 23
Limburg
124 175 j 35
— 2
7
— ——
1
1
1
1
— 16 18 19 3
— — 2 — 29 74
— — —
—— ——
8
3
1
—
1 28
—
Totaal
. . .
919 Ï924 i386 21
2 12 108 3 1
— 12 77
—
1
3
7
1
4 15 16
1
1
3
— 2
— 5 — 1 |
-
1 | 3
li
1
1 188* 150 336 36 1 31 39 80
3
14
2 36
1
11
5 37
—
TABEL II.
Verslag over de verrichtingen aangaande het armbestuur
Bijlage E. 3 6 2 . 3. BEDRAG DER SOMMEN VOOR SUBSIDIËN UIT GEMEENTE
Aan instellingen van weldadigheid, vermeld
A.
f
Noordbrabant
711403
Gelderland
1 637 039
Zuidholland
14 176 763
Noordholland
B.
f
7 082 809
Zeeland
291 505
Utrecht
818 357
1 406 283
Friesland
Overijssel.
787 615
651 066
Groningen
321 254
Drenthe
259 388
Limburg
Totaal
f 28 143 482 f
1).
3 859
2 236
4 433
25 423
610
f
8 000
f
750
16 128
500
150
1550
—
456 144
1050
1510
80
1 346
360
2 958
40 907 f 1 353 704 f
39 800
4 738
f
3 000
14 612 918 14 661 487
6 636
463 081
6 963 578
27132
7 532 914
292 615
662 790
325 558
31 000
f
D.
24 767
796 276
6 350
744 042
298 498
1 756 643
307 275
1273
924 401
1386 667
564 489
637 943
305 018
285 120
f 29577893 f 28 536 663 f
460 665
f
i
500 f
10100
500
423 647
1050
3 688
80
773
3 160
J
VCatVMkf
a
Uitgetrokken op de goedgekeurde gemeentebegrooting voor 1926.
Verschil met 1924.
Verschil met het in 1925 uitbetaalde.
in art. 2 der wet op het armbestuur, onder litt.:
B.
720
1407 408
7 151
7 750
719012 f
1 274 501
75
5 294
f
1 655 403
431 572
423 132
Te /amen.
a a
FONDSEN AAN INSTELLINGEN VAN WELDADIGHEID.
over 1925.
Provinciën
T i i i
10 750
11455
5 236
7 550
2 960
17 965
31500
49 250 f 1 424 026
f
Te zamen.
Meer.
752 280 f
Minder.
33 268
A.
f
806132
B.
f
I>.
4 650 f
3 000
Te zamen.
f
Meer.
Minder.
813 782 ! f 61 502
1 782 130
126 727
1 615 306
1370
28 556
1 645 232
15 131 204
518 286
12 299 866
1 765
298 180
12 599 811
2 531 393
6 291 001
20 600
477 985
6 800 286
661 189
777
500
303 298
750
467 393
1 373 579
25 531
1 430 407
31940
7 461 475
f
71439
309 048
16 433
302 021
1 348 048
73 547
906 186
1 398 467
8 941
1 418 607
1050
10 750
579 632
216 644
483 620
3 200
14 855
650 809
11981
670 716
308 751
16 807
318 736
81e
3100
301 206
510
7 825
337 745
39 247
49 650 f 30 059 589
f 807 508
f 325 812 f25 413 397 f
*
Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1928—1929.
80 i
f
6120
34 817 f 1 318 264 f
10 700
501 675 I
7 850
30 500
f
—
684 766
33 957
322 651
13 900
340 041
2 296
136 898
77 957
49 050 f 26 815 528 f 169 126 f 3 413 187
88
TABEL HL
GEHOUDEN EN GESTUITE COLLECTEN. Aantal gehouden collecten voor instellingen in de gemeente. Noordbrabant Gelderland . Zuidholland Noordholland Zeeland . . Utrecht . . Friesland . Overijssel . Groningen . , Drenthe . . . Limburg. . .
8 . o c Cd
CD
Si CD
H
CD
w
5 4 267 75 16 6 2 3
Totaal.
Noordbrabant Gelderland . Zuidholland Noordholland Zeeland . . Utrecht . . Friesland . Overijssel . Groningen . Drenthe . . Limburg. .
o ! O
CD
Totaal
Noordbrabant Gelderland . Zuidholland Noordholland Zeeland .
CD
O
.
~ s FH CD
SS
utrecht . Friesland
5o s o
Overijssel Groningen Drenthe . Limburg.
I
} CD
£ CD
9 16 46 69 86 86 9 10 5
Totaal. elders.
14 20 213 144 102 92 11 13
24
29(3
342
638
117 32 126 124 18 8 1 21 2 4 56
22 39 126 120 52 85 6 39 34 22 6
139 71 252 244 70 93 7 60 36 26 62
509
551
1060
146 188 77 240 34 3 60 12 15 62 73
35 114 145 104 21 56 67 53 60 26 14
181 302 222 344 55 59 127 65 75 88 87
910
695
1605
BS
Totaal
in de gemeente.
elders.
18 Totaal
Aantal gestuite collecten voor instellingen
10
7 2 3 1 9
7 3 3 1 9
29
30
2 5 5 3 1 4 1
2 5 5 9 3 2 4 1
21
31
89
Aantal gehouden collecten voor instellingen
Aantal gestuite collecten voor instellingen Totaal.
Totaal. in de gemeente
in de gemeente.
elders.
elders. i
8 8 8 10 8 14 54
Apeldoorn Breda Bussum Delft Deventer
.
. 8 3
16 —
Ede Eindhoven
ielen.
2
Gouda
o o o o
Haarlem
'
eer d
S
Helder
a g a remee
a
Leiden
o
Tilburg Utrecht
— 52 31 51 1 40 — 12 7 6 4 20 3 20 22 3 18 1 30 1 13 141 —
2 7 6 1 7
17
7 8 1 9 8 4 13 — 5 10
61 8 9 12 18 4 15 — 57 41 51 1 48 3 19 7 11 9 26 11 24 27 3
— 8 3 7 5 5 6 8 4 5 3 — — 10 5 — —
8
20
4 7 9
18 11 35 1 18 141 4 8 9 1 4 13 29
4
8 6
O
1
6 1
9 11 18
8
—
Zwolle
10 10
—
8
8 — — —
— — — 1
— —
— — — o
1 —
— 4 1 2
4 1 2
: — — — — —
— — — —
z
—
— — — —
— — — —
— — — — — — — — —
— 1 5
1 4
1 — — —
—
—
—
— 1
1 —
— —
— — .— — — — —
— — — — —
— — — — — 5
5 —
— 2
2
— — —
6
6 — — —
—
Totaal
.
634
188
822
2
35
Algemeen totaal
.
2349
1776
4125
13
91
— — —
37 |
104
in
BIJLAGE I.
ld December 102A. N°. 27.
Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsehe Zaken en Landbouw van 15 December 1925, n°. 1922, afdeeling Armwezen; Hebben goedgevonden en verstaan:
I . a a n het college van regenten der Vereenigde Gods- en Gasthuizen, te Utrecht, toestemming te verleenen om, onder goedkeuring van Gedeputeerde S t a t e n van Utrecht, over t e gaan NEDERLANDEN, P R I N S E S VAN ORANJE-NASSAU, E N Z . , E N Z . , E N Z . tot regeling van h e t gebruik der bezittingen en inkomsten v a n de onder beheer van genoemd regentencollege staande fondsen Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche van de broederschap v a n Leeuwenburg (ook wel g e n a a m d : h e t ü Zaken en Landbouw van (> November 1925, n . 1546, afdeeling Leeuwenburgs-gasthuis) en van h e t St. Catharyne-gasthuis (ook Armwezen; wel g e n a a m d : h e t convent v a n St. Catharyne), overeenkomstig het door regenten ontworpen en door hen aan de goedkeuring Gezien de door h e t college van regenten der Vereenigde Gods- van Gedeputeerde Staten voornoemd onderworpen plan; ('ii Gasthuizen te Utrecht ontworpen en aan de goedkeuring der Gedeputeerde S t a t e n van Utrecht onderworpen nieuwe regeI I . h e t onder I genoemd regentencollege te machtigen, de ling van de bestemming der bezittingen en inkomsten van de, fondsen der in art. 1 van h e t Koninklijk besluit v a n 27 M a a r t met enkele andere stichtingen, bij Koninklijk besluit v a n 1817 opgesomde gasthuizen, m e t onderling overeenkomstig 27 Maart 1817 onder het gemeenschappelijk beheer van genoemd doel, t e w e t e n : regentencollege gebrachte fondsen van de broederschap van 1. h e t Barbarae-, Laurenti- of Kranen-gasthuis (ook wel Agnes van Leeuwenberch en van h e t S t . Catharyne gasthuis; genaamd : h e t Barbara- en Laurentie-gasthuis); 2. h e t Bartholomei-gasthuis ( m e t de bijbehoorende Si-onsOverwegende, d a t sinds het aangehaalde Koninklijke besluit kameren); niet alleen allerlei feiten zijn voorgevallen, welke a a n de letterlijke uitvoering v a n de bepalingen van d a t besluit in den weg 3. h e t S t . Sebastiaans-, S t . Adriaans- en S t . Juliaans- of zijn getreden, m a a r ook voor h e t beheer van en h e t toezicht op Kruisgasthuis (ook wel g e n a a m d : h e t St. Sebastiaans-, S t . instellingen van weldadigheid, bij de Armenwet en de artt. 147 Adriaans- en St. Juliaans of het Cruis gasthuis buiten de Witteen 148 der Gemeentewet, algemeene regelen zijn tot stand gevrouwenpoort der S t a d ) ; komen, waarmede in h e t bijzonder art. 6 van voormeld Konink4. h e t Martini-gasthuis (ook wel geschreven: h e t Martiny lijk besluit in strijd i s ; Gasthuis); 5. h e t Jobs-gasthuis (ook wel g e n a a m d : h e t St. Hiobs gastOverwegende, d a t , afgezien van de vraag, of m e t de wet strijdige bepalingen van voormeld Koninklijk besluit, niet ge- h u i s ) ; acht moeten worden sinds lang v a n rechtswege vervallen en 6. h e t St. Antonie-gasthuis (ook wel g e n a a m d : h e t S t . door de wettelijke regeling vervangen te zijn, h e t gewenscht is, Anthony Gasthuis buiten de Waardpoort der Stad), en de verouderde en afwijkende voorschriften voor alle door h e t 7. h e t Apostool-gasthuis (ook wel geschreven: h e t Apostel voornoemd regentencolege beheerde stichtingen m e t de huidige Gasthuis), feitelijke omstandigheden en behoeften en m e t de bestaande wettelijke regelen in overeenstemming t e brengen; definitief te doen samensmelten, door opheffing van de t h a n s nog, overeenkomstig h e t slot v a n d a t artikel, gehouden afzonderiijke rekeningen, doch m e t handhaving van de tot dusver Overwegende, d a t wegens de sinds lang voltrokken feitelijke aangehouden afzonderlijke rekeningen der in den aanhef gesamensmelting van de fondsen der in a r t . 1 van voormeld Koninklijk besluit opgesomde gasthuizen, verdere handhaving noemde stichtingen „ h e t fonds genaamd Den Armen N o o d h u l p " en „ d e fundatie van Dirk van Z u y l e n " ; van de aan h e t slot van flat artikel bedoelde rekeningen geen zin meer heeft; I I I . in verband m e t de onder I bedoelde nieuwe regeling, Overwegende intusschen, d a t ook in de toekomst van de in te trekken de artt. 3, tweede lid, 5 en 7 v a n voormeld Koninklijk besluit van 27 Maart 1817; eigenlijke gasthuisfondsen moeten afgescheiden blijven de mede onder het beheer van h e t voornoemd regentencollege staande I V . onder verdere intrekking van art. 6 van d a t besluit, h e t stichtingen m e t bijzonder doel, te weten „ h e t fonds genaamd aantal leden v a n h e t onder I bedoelde regentencollege, t e b e den Armen N o o d h u l p " en ,,de fundatie v a n Dirk van Zuylen", palen op t e n minste 8 en t e n hoogste 10, ter beoordeeling v a n bij welke laatste fundatie door Ons besluit van 10 December het college zelf, en voorts te verklaren, d a t de onder I genoemde 1900 n". 4 nog gevoegd is ,,de fundatie van S n e e c k " (ook wel Gods- en Gasthuizen voor het overige beheerscht worden door de g e n a a m d : ,,de fundatie van Francois van S n e e c k " ) ; regeling, vervat in de artt. 147 en 148 der Gemeentewet. WIJ
WILHELMINA,
BIJ DE GRATIE
GODS,
KONINGIN DER
Overwegende, dat de vorenbedoelde Gods- en Gasthuizen op de lijst, bedoeld bij art. 3 der Armenwet, alle zijn gerangschikt onder de bijzondere instellingen, omschreven in a r t . 2 , onder c, dier wet, en dat zij uit de gemeentekas geenerlei onderstand genieten ; (ii led <>]> art. 8, tweedi' lid, in verband m e t a r t . 8, eerste lid, c, dei' Armenwet en op de artt. 147 en 148 der Gemeentewet; Den Raad van State gehoord (advies v a n 8 December 1925, n". 11);
Onze Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is belast m e t de uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State. H e t Loo, 19 December 1925. (get.) De Minister van Binnenlandsche Zalen en (get.)
DE GEER.
Landbouw,
WILHELMINA.
Bijlage E. 3 6 2 . 3.
Verslag over de verrichtingen aangaande h e t armbestuur over 1925.
Tweede Kamer.
41
B I J L A G E II.
7 Juli 1925. N». 13.
welke niet de armenpraktijk betreffen; d a t derhalve die bezwaren niet aangemerkt kunnen worden als te zijn gegrond op art. 35 der Armenwet, en d a t h u n college niet bevoegd is daarover ingevolge d a t wetsartikel een beslissing t e n e m e n ;
dat de geneeskundig inspecteur v a n d e Volksgezondheid, t e 's Gravenhage, bij Ons in beroep is gekomen, zich daarbij beNEDERLANDEN, P R I N S E S VAN ORANJE-NASSAU, E N Z . , E N Z . , E N Z . roepende op den inhoud van Ons besluit van 14 Maart 1913, m e t welk besluit blijkbaar wordt gedoeld op Ons besluit van dien Beschikkende op b e t beroep, ingesteld door den geneeskundig dag n°. 2 2 ; inspecteur v a n de Volksgezondheid, t e 's Gravenhage, tegen Overwegende, d a t de inspecteur van h e t Staatstoezicht op de h e t besluit v a n Gedeputeerde Staten v a n Zuidholland v a n Volksgezondheid, krachtens a r t . 35 der Armenwet, onder 2 Februari 1925, n°. 140, voor zoover daarbij de inspecteur nietanderen bezwaren kan inbrengen tegen de in a r t . 34 dier wet ontvankelijk is verklaard in de bezwaren, door h e m ingebracht genoemde instructie voor den geneeskundige of vroedvrouw, tegen de instructie voor de gemeentevroedvrouw t e Alblasserbelast m e t de armenpraktijk in een gemeente, daaronder bedam; grepen de regeling van de bezoldiging en van de schorsing en het ontslag; Den Kaad v a n State, afdeeling voor de Geschillen van Bestuur, gehoord, advies van 27 Mei 1925, n°. 12; dat blijkens haar inhoud d e instructie voor de gemeentevroedvrouw t e Alblasserdam mede steunt op art. 34 der Armenwet, Op de voordracht v a n Onzen Minister v a n Binnenlandsche en de omstandigheid, d a t d e instructie ook bepalingen bevat, Zaken e n Landbouw v a n 1 Juli 1925, n". 828, afd. Armwezen; welke niet de armenverzorging raken, den inspecteur zijn a a n art. 35 der Armenwet ontleend recht van beroep niet k a n ontOverwegende, d a t de raad van Alblasserdam in zijn vergadenemen; ring v a n 18 November 1924 een instructie voor de gemeentevroedvrouw te Alblasserdam heeft vastgesteld, waarvan de dat Gedeputeerde Staten derhalve t e n onrechte den inspecartikelen 6 en 8 luiden als volgt: teur niet-ontvankelijk hebben verklaard in zijn bezwaren tegen de artt. 6 e n 8 der instructie voor de gemeente vroedvrouw t e Art. 6. V a n vrouwen uit den arbeidenden stand, welke niet direct geacht worden t o t de onvermogenden t e behooren, zal zij Alblasserdam, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 November 1924, welke artikelen niet, althans niet geheel, de armewpraktijk niet meer d a n f 10 voor een verlossing mogen vorderen. betreffen; , I n geval van verschil over de al of niet onvermogendheid, zal zij zich a a n de uitspraak van h e t burgerlijk armbestuur moeten Overwegende, w a t de hoofdzaak betreft, d a t de vroedvrouw onderwerpen. vrij behoort te blijven in h e t bepalen van haar honorarium voor Hangende deze uitspraak zal zij intusschen de verloskundige diensten buiten de armenpraktijk bewezen en h e t niet aangaat hulp verleenen. haar m e t betrekking daartoe in h a a r instructie een band a a n t e Art. 8. D e vroedvrouw, in een verlossing geroepen wordende, leggen; is verplicht daaraan onmiddellijk gevolg t e geven. Zij zal, op verbeurte van 3 maanden traktement, d e gevraagde hulp niet dat o m dezelfde reden de verplichting, in art. 8 aan de vroedmogen weigeren, omdat m e n haar niet vooruit betaalt.; vrouw opgelegd, om haar algemeenheid niet in de instructie k a n worden geduld, daar die verplichting ook zou gelden m e t bedat, nadat de geneeskundig inspecteur der Volksgezondheid, trekking tot h e n , die niet direct geacht worden t o t de onverte 's Gravenhage, onder anderen tegen deze beide artikelen bij mogenden te behooren, en de vroedvrouw ook hier vrij behoort Gedeputeerde Staten van Zuidholland bezwaren had ingebracht, te blijven in de beoordeeling, of zij haar hulp aan hen, die op grond, d a t a r t . 6 in strijd zou zijn m e t Ons besluit v a n buiten de armenverzorging vallen, in elk geval afzonderlijk, al 14 Maart 1913, waarin bepaald is, d a t de vroedvrouw, w a t be- dan niet zal verleenen; treft de bepaling v a n haar honorarium bij verloskundige hulp aan anderen dan dezulke, die tot de armen behooren, daarin Gezien de Armenwet; vrij dient te blijven, terwijl in art. 8 eischen zijn gesteld, die in een instructie, de geneeskundige <mwen.verzorging betreffend, H e b b e n goedgevonden en v e r s t a a n : niet thuisbehooren, Gedeputeerde Staten, voor w a t deze bezwaren betreft, d e n inspecteur bij besluit v a n 2 Februari 1925 m e t vernietiging van h e t besluit v a n Gedeputeerde S t a t e n niet-ontvankelijk hebben verklaard, daarbij overwegende, dat, van Zuidholland van 2 Februari 1925, n*. 140, voor zoover al heeft uiteraard art. 34 der Armenwet een regeling van de daarbij d e geneeskundig inspecteur v a n de Volksgezondheid, t e verloskundige urmenpraldijk in een gemeente op h e t oog, zulks 's Gravenhage, niet-ontvankelijk is verklaard in zijn bezwaren, niet belet, d a t de gemeenteraad, krachtens a r t . 135 der Ge- ingebracht tegen de artt. 6 e n 8 v a n de instructie voor de gemeentewet, bevoegd is tot h e t in h e t leven roepen v a n de be- meentevroedvrouw t e Alblasserdam, vastgesteld door den raad trekking van gemeentevroedvrouw in meer ruimen zin, m e t de dier gemeente bij besluit van 18 November 1924, deze bezwaren bedoeling, d a t voor iedere ingezetene in de gemeente de ge- alsnog gegrond t e verklaren. legenheid openstaat o m bij het inroepen van verloskundige hulp gebruik t e maken van de diensten van een vroedvrouw; d a t aan Onze Minister v a n Binnenlandsche Zaken en Landbouw is zulk een betrekking ambtsinstructies e n voorwaarden verbonden, belast m e t de uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal kunnen worden, welke alzoo kunnen inhouden bepalingen, die worden gezonden a a n den Raad van State, afdeeling voor de niet of niet speciaal de armenpraktijk betreffen en in zooverre Geschillen van Bestuur. buiten d e toepassing van de Armenwet vallen; d a t de in de aangevallen instructie geregelde betrekking, blijkens den conside's Gravenhage, 7 Juli 1925. rana, den titel en den inhoud dier plaatselijke verordening, (get.) W I L H E L M I N A . inderdaad niet is een instructie voor de vroedvrouw, belast m'et .ie gemeentelijke armenpraktijk zonder meer, m a a r een instrucDe'Minister van tie voor de gemeentevroedvrouw te Alblasserdam in den bovenBinnenlandsche Zaken en Landbouw, bedoelden ruimen z i n ; dat de bezwaren van den inspecteur klaarblijkelijk gericht zijn tegen bepalingen der verordening, (get.) C u . R D Y S DE BEEREXUROUCK. Handelingen d e r Staten-Generaal. Bijlagen. 1928—1929. 11 WIJ
WILHELMINA,
nu
DE GUATIE
GODS,
KONINGIN DER
42 BIJLAGE III.
October 1925. N°. 2 1 .
voorzien door de aanwezigheid v a n artsen, hoe groot h u n ijver en bekwaamheid ook moge zijn; 5". dat h e t salaris van de vroedvrouw niet moet worden beschouwd als belooning voor bewezen kostelooze diensten, doch ook en vooral als vestigingspremie, en
WIJ
WILHELMINA,
NEDERLANDEN,
BIJ DE GRATIE
GODS,
P R I N S E S VAN ORANJE-NASSAU,
KONINGIN DER
ENZ., ENZ., ENZ.
Beschikkende op h e t beroep, ingesteld door den raad der gemeente J u t p h a n s , tegen h e t besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10 Maart 1925, waarbij gegrond zijn verklaard de door den geneeskundigen inspecteur v a n de Volksgezondheid te Hilversum ingebrachte bezwaren tegen het besluit van voornoemden raad v a n 22 December 1924, houdende wijziging v a n de instructie der gemeentevroedvrouw; Den Baad v a n State, afdeeling voor de Geschillen v a n bestuur, gehoord, advies v a n 2 September 1925, n°. 792; Op de voordracht van Onzen Minister v a n Binnenlandsche Zaken en Landbouw v a n 1 October 1925, n°. 1326, afdeeling Armwezen; Overwegende, d a t de raad der gemeente J u t p h a a s in zijn vergadering v a n 22 December 1924 heeft besloten a r t . 1, laatste alinea, v a n de instructie voor den geneeskundige en de vroedvrouw der gemeente J u t p h a a s t e lezen als volgt: ,,De verloskundige behandeling is bovendien opgedragen a a n eene vroedvrouw, die eene jaarwedde v a n f 500 g e n i e t . " ; dat de geneeskundig inspecteur v a n de Volksgezondheid t e Hilversum tegen d i t besluit bij Gedeputeerde Staten v a n Utrecht bezwaar heeft ingebracht, waarop dit college, bij besluit van 10 Maart 1925, dit bezwaar gegrond heeft verklaard, daarbij overwegende, d a t de inspecteur bezwaar heeft ingebracht tegen voormeld raadsbesluit op een zestal hierna vermelde gronden: 1°. d a t er geen redelijk motief is aangevoerd o m h e t besluit van 14 Eebruari 1924, waarbij h e t salaris op f 1000 werd gesteld, te herroepen; 2°. dat h e t onbillijk is om de gemeentevroedvrouw, die op behoorlijke wijze haar plicht heeft gedaan, op deze grove wijze h a a r bestaansmogelijkheid te o n t n e m e n ; 3°. d a t bij goedkeuring van h e t raadsbesluit en van de wijziging der instructie de kans bestaat, d a t deze functionaresse de gemeente verlaat en zich in haar plaats geen nieuwe vroedvrouw laat vinden op deze voorwaarden h a a r plaats in te n e m e n ; en 4°. d a t daardoor een verslechtering v a n de verloskundige verzorging der bevolking zal optreden, waarin niet kan worden
0°. d a t t e n slotte een vestigingspremie van f 1000 in een gemeente a l s ' J u t p h a a s niet als abnormaal hoog is t e beschouwen; d a t dit bezwaar, ingebracht binnen den bij art. 35, lid 1, der Armenwet voorgeschreven termijn, op de daarvoor aangevoerde motieven gegrond is te achten, nog daargelaten de vraag, of de billijkheid toelaat, d a t verlaging van jaarwedde als bezuinigingsmaatregel in h e t belang der gemeentefinanciën m a g worden beperkt t o t een enkel lid v a n h e t personeel der gemeente; dat d e raad der gemeente J u t p h a a s in beroep aanvoert, d a t een voldoende genees- en verloskundige hulp in de gemeente ook voor armen is gewaarborgd; d a t in verband m e t de werkzaamheden van de gemeentevroedvrouw haar jaarwedde te hoog is t e achten en d a t een jaarwedde van f 500 voor de gemeentevroedvrouw moet beschouwd worden als een billijke belooning; Overwegende, d a t op de door Gedeputeerde Staten aangevoerde gronden moet worden aangenomen, d a t de voorgenomen verlaging van h e t salaris van de gemeentevroedvrouw niet kan worden gedoogd; d a t voorts is gebleken, d a t haar werkzaamheden sedert h a a r aanstelling niet merkbaar zijn verminderd en dus ook in den omvang harer werkzaamheden geen argument t o t een zoo groote salarisverlaging h a n zijn gelegen als de raad wenschelijk a c h t ; Gezien de Armenwet; Hebben goedgevonden en verstaan : het beroep ongegrond t e verklaren. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is belast m e t de uitvoering v a n dit besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden a a n den B a a d van State, afdeeling voor de Geschillen van Bestuur. H e t Loo, 6 October 1925. (get.)
De Minister van Binnenlandsche Zaken en (get.)
DE G E E R .
handbouw,
WILHELMINA.
48 BIJLAGE IV.
slissing van Gedeputeerde Staten, welke blijkens de ingewonnen ambtsberichten uiterlijk 29 April 1925 door h e n is ontvangen;
6 Oetober 1925. N°. 22.
dat dus de termijn van 30 dagen, in a r t . 35, 3de lid, der Armenwet, voor h e t komen in beroep gegund, niet is in acht genomen; Gezien de genoemde w e t ; WIJ
WILHELMINA,
NEDERLANDEN,
BIJ DE GRATIE
GODS,
P R I N S E S VAN ORANJE-NASSAU,
KONINGIN DER
E N Z . , ENZ#., E N Z .
Beschikkende op h e t beroep, ingesteld door burgemeester en wethouders v a n Groesbeek, tegen h e t besluit van Gedeputeerde Staten v a n Gelderland v a n 21 April 1925, n°. 179, waurbij gegrond is verklaard een bezwaar van den inspecteur van de Volksgezondheid d r . B . Piekema, t e Velp, tegen de door den raad der gemeente Groesbeek vastgestelde instructie voor de gemeentevroedvrouw belast m e t de armenpraktijk aldaar;
Hebben goedgevonden en v e r s t a a n : de appellanten niet-ontvankelijk te verklaren in h u n beroep. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is belast m e t de uitvoering v a n dit besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Baad v a n State, afdeeling voor de Geschillen van Bestuur. H e t Loo, 6 Oetober 1925.
Den B a a d van State, afdeeling voor de Geschillen van Bestuur, gehoord, advies v a n 9 September 1925, n°. 801; Op de voordracht v a n Onzen Minister v a n Binnenlandsche Zaken en Landbouw v a n 1 Oetober 1925, n°. 1347, afdeeling Armwezen; Overwegende, d a t burgemeester en wethouders van Groesbeek op 30 Mei 1925 bij Ons in beroep zijn gekomen van de be-
(get.)
De Minister van Binnenlandsche Zaken en (get.)
DE GEER.
Landbouw,
WILHELMINA.
14
BIJLAGE V.
11 Augustus 1925. N". 44.
WIJ
WILHELMINA,
NEDERLANDEN,
PRINSES
«lat zij, toen h e t gemeentebestuur van Steenwijkerwold de verplichting v a n zijn gemeente om de verzorging van de genoemde armlastige op zich t e nemen, ontkende, de zaak t e r kennis hebben gebracht van Gedeputeerde Staten v a n Friesland ; B I J DE GRATIE
GODS,
VAN ORANJE-NASSAU,
K O N I N G I N DER
ENZ., ENZ., ENZ.
Beslissende h e t geschil over do betaling v a n de kosten van ondersteuning v a n É r . v. d. S . ; D e n Raad van State, afdeeling voor de Geschillen v a n Bestuur, gehoord, advies van 22 Juli 1925, n°. 646; Op de voordracht van Onzen Minister v a n Binnenlandsche Zaken en Landbouw v a n 6 Augustus 1925, n°. 1042, afdeeling Armwezen; Overwegende, d a t E . v. d. S., ongeveer 10 jaar oud, na h e t overlijden van haar ouders te Leeuwarden, t e r verzorging werd opgenomen door h a a r oom G. v. d. S., t e Steenwijk;
dat Gedeputeerde Staten, v a n meening, d a t hier een geval van armafschuiving aanwezig is, de zaak a a n Ons t e r beslissing hebben voorgelegd; Overwegende, d a t wel is waar de door den burgemeester v a n Steenwijkerwold t o t P . B . gemaakte opmerking, d a t zijns inziens op steun der gemeente voor F . v. d. S. niet t e rekenen viel, voor P . B . aanleiding k a n zijn geweest, dit kind over t e brengen n a a r d e gemeente Weststellingwerf, waar h a a r voogd woonachtig was, doch d a t daarom nog niet gezegd k a n worden, dat t o t haar komst in de gemeente Weststellingwerf eenige invloed v a n of vanwege den burgemeester v a n Steenwijkerwold heeft medegewerkt, aangezien niet is gebleken v a n eenigen drang door of vanwege dien burgemeester uitgeoefend, t e n einde de bedoelde arme naar Weststellingwerf t e doen vertrekken; Gezien de A r m e n w e t ;
dat, nadat deze aldaar zonder woning geraakt was en een zwervend leven was gaan leiden, hij zijn pleegkind n u hier, d a n daar uitbesteedde, laatstelijk bij P . B . , t e Steenwijkerwold; dat toen G. v. d. S. evenwel in gebreke bleef de verpleegkosten voor h e t meisje te betalen, B . zich tot den burgemeester van Steenwijkerwold richtte m e t de vraag, wat hij m e t h e t kind beginnen moest, waarop hij t e n antwoord bekwam, d a t h e t zijn zaak was, maar d a t de gemeente zich er niets v a n aantrok; dat B . daarop 18 November h e t meisje heeft gebracht bij haar voogd B . v. d. S., t e Blesse, gemeente Weststellingwerf; dat, aangezien deze echter financieel onmachtig was de verzorging v a n zijn pupil op zich t e nemen, h e t burgerlijk a r m bestuur van Weststellingwerf, op zijn verzoek, zich h e t lot van het kind heeft aangetrokken en voor een behoorlijke verpleging gezorgd; dat burgemeester en wethouders van Weststellingwerf van meening zijn, dat de gemeente Steenwijkerwold wettelijk verplicht is de verpleegkosten van F . v. d. S. te betalen;
H e b b e n goedgevonden en v e r s t a a n : te verklaren, d a t een geval, als bedoeld in art. 40 der Armenwet, zich hier niet voordoet en dit artikel mitsdien m e t betrekking tot dit geschil geen toepassing k a n vinden. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is belast m e t de uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden a a n den Baad van State, afdeeling voor de Geschillen van Bestuur. H e t Loo, 11 Augustus 1925. (get.)
De Minister van Binnenlandsche Zaken en (get.)
DE G E E R .
Landbouw,
WILHELMINA.
Bijlage E. 3 6 2 . 3.
Verslag over de verrichtingen aangaande h e t armbestuur over 1925.
Tweede Kamer. 45
BIJLAGE VI.
laten, vrijwillig de gemeente Leeuwarden heeft verlaten en zich met haar kinderen te Hoogeveen heeft gevestigd;
24 Augustus 1925. N°. 2 5 .
dat zij wel in J a n u a r i 1925 haar kinderen naar Leeuwarden heeft teruggebracht, m a a r zij de kinderen aldaar niet bij den vader kon brengen, o m d a t hij niet te vinden w a s ; d a t zij ook W I J W I L H E L M I N A , BIJ DE GKATIB G O D S , K O N I N G I N DEE zelf de verzorging der kinderen niet op zich n a m , m a a r aanstonds NEDERLANDEN, P R I N S E S VAN ORANJE-NASSAU, E N Z . , E N Z . , E N Z . weder naar Hoogeveen vertrok; Beslissende h e t geschil over de betaling der kosten van ondersteuning van h e t gezin W . B . ;
dat d u s t e recht de kinderen van Leeuwarden weder naar Hoogeveen zijn teruggebracht, waar de moeder zich bevond;
D e n Raad van State, afdeeling voor de Geschillen van B e s t u u r , gehoord, advies v a n 4 Augustus 1925, n°. 657;
dat hierna echter de kinderen vanwege d e n burgemeester van Hoogeveen weder n a a r Leeuwarden zijn teruggebracht, niet» tegenstaande de kinderen bij de moeder t e Hoogeveen behoorden;
Op de voordracht v a n Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw van 19 Augustus 1925, n°. 1107, afdeeling Armwezen; Overwegende, d a t de vrouw van W . B . , doordat zij in August u s 1924 door h a a r m a n werd verlaten, t e Leeuwarden a r m lastig werd; d a t de logementhouder H . , t e Hoogeveen, hierop verklaarde, d a t hij voor de vrouw wilde zorgen; dat deze zich m e t h a a r kinderen op 10 September 1924 naar Hoogeveen begaf, waarvoor zij reisgeld kreeg v a n de stadsarmenkamer t e L e e u w a r d e n ; d a t de vrouw t e Hoogeveen niet armlastig w a s ; d a t de moeder, in de veronderstelling d a t W . B . te Leeuwarden verbleef, 30 December 1924 m e t h a a r kinderen te Leeuwarden k w a m en ondersteuning voor h a a r kinderen verzocht, o m d a t deze ondersteuning t e Hoogeveen was geweigerd; d a t zij echter zelf dadelijk weer n a a r Hoogeveen vertrok, haar kinderen t e Leeuwarden in een logement achterlatende; dat de kinderen daarop op 9 J a n u a r i 1925 door de zorgen van de stadsarmenk a m e r weder naar Hoogeveen zijn gebracht bij den burgemeester, die echter de kinderen, onder geleide van een veldwachter, weer naar Leeuwarden liet brengen, terwijl de moeder zich t e Ploogeveen bevond; d a t de moeder daarop zelf weer naar Leeuwarden is gekomen;
dat hier derhalve sprake is v a n zoodanigen invloed als is bedoeld in art. 40 der A r m e n w e t en er derhalve t e r m e n zijn om d e kosten van ondersteuning van h e t gezin W . B . voor d e n hierna te noemen termijn t e n laste van de gemeente Hoogeveen t e brengen; Gezien de Armenwet; Hebben goedgevonden en v e r s t a a n : te beslissen, d a t de kosten v a n ondersteuning van h e t armlastig gezin W . B . , voor den duur dier ondersteuning, doch ten hoogste voor één jaar, komen t e n laste v a n de gemeente Hoogeveen. Onze Minister v a n Binnenlandsche Zaken en Landbouw is belast m e t de uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden a a n den Baad van State, afdeeling voor de Geschillen van Bestuur. H e t Loo, 24 Augustus 1925. (gct.)
dat over de betaling der kosten v a n ondersteuning geschil is ontstaan tusschen de gemeente Leeuwarden en Hoogeveen; Overwegende, d a t uit de stukken blijkt, dat W . B . in h e t begin van J a n u a r i 1925 niet meer te Leeuwarden woonde of aldaar verblijf hield; d a t diens vrouw, na door h e m te zijn ver-
Handelingen
d e r Staten-Generaal.
Bijlagen.
1928—1929.
De Minister van Binnenlandsche Zaken en (get.)
WILHELMINA.
Landbouw,
DE G E E R .
IL'
46 BIJLAGE VII.
5 September 1925. N°. 30.
dat over de kosten der ondersteuning geschil is ontstaan tusschen de gemeenten E r m e l o en B h e n e n ;
Overwegende, d a t niet is gebleken, d a t P . H . v. O. niet op eigen initiatief naar de gemeente Ermelo is vertrokken, en d a n W I J W I L H E L M I N A , BIJ DE GRATIE G O D S , KONINGIN DEK ook de omstandigheid, d a t vanwege h e t gemeentebestuur van NEDERLANDEN, P R I N S E S VAN ORANJE-NASSAU, E N Z . , E N Z . , E N Z . Bhenen hiertoe medewerking is verleend, niet de gevolgtrekking wettigt, d a t tot de komst v a n P . H . v. O. e n J . B . m e t haar kind in de gemeente Ermelo, eenige invloed, als bedoeld in Beslissende h e t geschil over de betaling der kosten van onderart. 40 der Armenwet, heeft medegewerkt; ste.uning van P . H . v. O. en J . B . m e t haar kind; Den Baad van State, afdeeling voor de Geschillen van Bestuur, gehoord, advies v a n 19 Augustus 1925, n°. 744;
Gezien de genoemde w e t ; H e b b e n goedgevonden en v e r s t a a n :
Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw v a n 29 Augustus 1925, n°. 1148, afdeeling Armwezen; Overwegende, d a t P . H . v . O., geboren 17 April 1889 te Maurik, en J . B . , geboren 10 September 1899 te Kralingen, samen m e t een kind in de m a a n d September 1924 in de gem e e n t e Bhenen verbleven, waar zij in h u n woonwagen woonden; dat de m a n zijn brood aldaar verdiende m e t h e t m a k e n v a n pantoffels; d a t P . H . v. O., t e n gevolge v a n een val, zijn voet zoodanig bezeerde, d a t hij zijn werk niet kon doen e n hij aangewezen was op de gemeentelijke armenzorg te B h e n e n ; d a t a a n genoemde persoon in het tijdvak van 27 September—2 October een onderstand werd verleend van f 4 ; d a t P . H . v. O. met de vrouw en h e t kind op 1 October 1924 in zijn woonwagen naar Ermelo vertrok, waar hij 2 October 1924 aank w a m ; d a t de vrouw zich daarop dadelijk t e Ermelo om ondersteuning aanmeldde;
te verklaren, dat geen termen bestaan o m de kosten v a n ondersteuning van P . H . v. O. en J . B . m e t h a a r kind, in de gemeente Ermelo t e n laste t e brengen van de gemeente B h e n e n . Onze Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is belast m e t de uitvoering v a n dit besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden a a n d e n Baad van State, afdeeling voor de Geschillen van Bestuur. H e t Loo, 5 September 1925. fgct.) De Minister van Binnenlandsche Zaken en (get.)
DE GEER.
Landbouw,
WILHELMINA.
47 BIJLAGE VIII.
24 Oetober 1925. N». 2 1 .
gezien zij meenen, goede redenen te hebben om te vermoeden, dat t o t de komst van bedoeld kind in h u n gemeente eenige invloed van of vanwege burgemeester en wethouders v a n H a r e n heeft medegewerkt, burgemeester en wethouders van Anloo h u n vermoeden hebben medegedeeld a a n Gedeputeerde S t a t e n v a n D r e n t h e ; d a t zij daarbij opmerken, d a t na h e t overlijden van W . in Februari 1924, de veldwachter van H a r e n , v a n F . , zich ten huize van de weduwe vervoegde en haar te kennen gaf, d a t het kind uit de gemeente H a r e n moest worden verwijderd, W I J W I L H E L M I N A , BIJ DE GRATIE G O D S , KONINGIN DER wilde zij in het genot van onderstand vanwege de burgerlijke geNEDERLANDEN, P R I N S E S VAN ORANJE-NASSAU, E N Z . , E N Z . , E N Z . m e e n t e van H a r e n blijven;
Beslissende h e t geschil over de betaling v a n de kosten v a n ondersteuning van den armlastigen, minderjarigen H . S . ; D e n Raad van State, afdeeling voor d e Geschillen v a n B e s t u u r , gehoord, advies van 7 Oetober 1925, n°. 855; Op de voordracht van Onzen Minister v a n Binnenlandsche Zaken e n Landbouw van 19 Oetober 1925, n°. 1453, afdeeling Armwezen; Overwegende, dat W . S., ongehuwd, in 1922 te Harendermolen, gemeente H a r e n , werd opgenomen in h e t gezin v a n G. W . , die m e t haar bloedverwante A. S. gehuwd was; d a t W . S . op 6 Februari 1922 van een kind, H . genaamd, beviel; d a t kort daarop de ongehuwde moeder n a a r Groningen vertrok en haar kind bij h e t echtpaar W . achterliet; d a t W . in J a n u a r i 1924 ziek was en diens gezin in zeer armoedige omstandigheden verkeerde; d a t het gezin toen bedeeld werd door de diaconie t e H a r e n en door de burgerlijke gemeente aldaar;
Overwegende, d a t B . v. P . , gemeenteveldwachter te H a r e n (Groningen), op zijn ambtseed heeft verklaard, dat door h e m geen drang op vrouw W . is uitgeoefend o m bovenbedoeld kind van h a a r te verwijderen; dat de onjuistheid dezer verklaring niet is aannemelijk gemaakt; dat voorts, aangenomen, d a t B . v. P . in werkelijkheid eenigen aandrang op vrouw W . h a d uitgeoefend o m bedoeld kind uit de gemeente H a r e n te verwijderen, deze omstandigheid toch niet tot de komst v a n h e t kind in de gemeente Anloo zou hebben geleid, aangezien niet is beweerd, veel minder bewezen, d a t B . v. P . eenigen aandrang zou hebben uitgeoefend om h e t kind naar de gemeente Anloo t e doen overbrengen; Gezien art. 40 v a n de Armenwet; H e b b e n goedgevonden en v e r s t a a n :
dat A. S. in Februari 1924 a a n h a a r zwager J . B . te Grote verklaren, d a t een geval, als bedoeld in art. 40 der Armenningen schreef, dat h e t kind van haar vandaan moest, indien wet, zich hier niet voordoet, en d a t dit artikel mitsdien m e t zij in h e t genot van onderstand wilde blijven; d a t J . B . zich betrekking tot dit geschil geen toepassing kan vinden. nog dien zelfden avond om raad heeft vervoegd op h e t politiebureau t e Groningen, waar h e m t e k e n n e n werd gegeven, d a t Onze Minister v a n Binnenlandsche Zaken en Landbouw is overbrenging van h e t kind naar de grootmoeder — wonende t e belast m e t de uitvoering v a n dit besluit, waarvan afschrift zal Gasteren, gemeente Anloo — in de gegeven omstandigheden wel worden gezonden a a n den Raad van State, afdeeling voor de het beste zou zijn, aangezien de moeder van h e t kind nog minGeschillen van Bestuur. derjarig w a s ; d a t de ongehuwde moeder W . S. en haar oom W . S. zich den volgenden dag (27 Februari 1924) naar Haren* H e t Loo, 24 Oetober 1925. dermolen naar de woning v a n A. S., weduwe G. W . , hebben begeven en h e t kind H . S. vandaar hebben overgebracht n a a r (gei.) W I L H E L M I N A . Gasteren, naar de grootmoeder I . R., weduwe H . S., t h a n s geh u w d m e t H . G.; d a t bij de komst aldaar G., die in armoedige omstandigheden verkeert, weigerde h e t kind t o t zich t e n e m e n ; d a t W . S. zich toen m e t h e t kind op h e t gemeentehuis vervoegde; d a t toen van gemeentewege a a n de ongehuwde moeder m e t h e t kind onderdak is verschaft; d a t H . G. den volgenden De Minister van dag zich bereid verklaarde het kind t o t zich te nemen tegen een Binnenlandsche Zaken en Landbouw, vergoeding v a n f 2,50 per week; d a t burgemeester en wethouders van Anloo a a n G. d i t bedrag hebben toegezegd; dat, aan(get.) DE G E E R .
48 BIJLAGE IX.
19 November 1925. N°. 40.
WIJ
WILHELMINA,
NEDERLANDEN,
dat het burgerlijk armbestuur van Deventer de tussohenkomst van Gedeputeerde Staten van Overijssel heeft ingeroepen, t e n einde te verkrijgen, d a t d e kosten v a n ondersteuning, ingevolge art. 40 der Armenwet, t e n laste v a n de gemeente Zutphen worden gebracht, t o t betaling van welke kosten h e t gemeentebestuur van Zutphen niet bereid is gevonden; BIJ DE GRATIE
GODS,
P R I N S E S VAN ORANJE-NASSAU,
KONINGIN DER
ENZ., ENZ., ENZ.
Beslissende h e t geschil over de betaling v a n de kosten van ondersteuning van h e t gezin D . ; D e n l l a a d v a n State, afdeeling voor de Geschillen van Bestuur, gehoord, advies van 4 November 1925, n°. 964; Op de voordracht v a n Onzen Minister v a n Binnenlandsche Zaken en Landbouw van 16 November 1925, n°. 1685, afdeeling Armwezen; Overwegende, d a t P . C. D . t o t ongeveer 5 November 1924 in de gemeente Deventer woonde, waar hij als pakhuisknecht in dienst v a n de naamlooze vennootschap: Werninks Glashandel, werkzaam w a s ; dat hij op 5 November 1924 huwde m e t H . E . (of L ) , die m e t een kind bij h a a r vader te Zutphen inwoonde; dat P . C. D . , na zijn huwelijk, te Z u t p h e n in de woning trok, die zijn vrouw bewoonde, naar welke gemeente hij zich op 12 November heeft laten afschrijven; dat hij, op 27 December 1924 werkloos geworden, zich spoedig daarna om ondersteuning bij h e t burgerlijk armbestuur te Zutphen vervoegde; d a t , aangezien hij echter, n a a r de meening van h e t armbestuur, op ondersteuning geen aanspraak kon maken, daar hij niet te Zutphen, maar t e Deventer werkloos zou zijn geworden, hij door h e t armbestuur naar Deventer werd teruggewezen, waarheen hij op 11 Februari 1925 m e t zijn gezin is teruggekeerd, waar hij een kleine woning kon bekomen, terwijl hij t e Zutphen m e t uitzetting uit zijn woning werd bedreigd; dat hij zich op 18 Februari en 18 Maart 1925 bij h e t burgerlijk armbestuur t e Deventer om onderstand vervoegde, welke onderstand n a aanvankelijk t e zijn geweigerd, t e n slotte werd verleend, toen bleek, d a t in h e t gezin broodgebrek heerschte;
Overwegende, d a t P . C. D . , blijkens eigen verklaring, in Februari 1925 naar de gemeente Deventer is gekomen, omdat hij te Zutphen m e t uitzetting uit zijn woning bedreigd, te Deventer een woning kon bekomen; dat, al moge zijn onmacht om h u u r t e betalen, t e n gevolge waarvan h e m uitzetting u i t zijn woning t e Zutphen boven h e t hoofd hing, h e t gevolg zijn geweest v a n de weigering v a n h e t burgerlijk armbestuur aldaar o m h e m onderstand te verleenen, daarom nog niet gezegd k a n worden, d a t t o t de komst v a n h e t armlastige gezin D . in de gemeente Deventer, eenige invloed van of vanwege h e t burgerlijk a r m b e s t u u r t e Zutphen heeft medegewerkt; Gezien de Armenwet; H e b b e n goedgevonden en v e r s t a a n : te verklaren, d a t een geval, als bedoeld in art. 40 der Armenwet, zich hier niet voordoet, en dit artikel mitsdien m e t betrekking t o t dit geschil geen toepassing kan vinden. Onze Minister v a n Binnenlandsche Zaken en Landbouw is belast m e t de uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal * worden gezonden a a n den Raad v a n S t a t e , afdeeling voor de Geschillen van Bestuur. H e t Loo, 19 November 1929. (gei.)
De Minister van Binnenlandsche Zaken en (get.)
DE GEER.
Landbouw,
WILHELMINA.
Bijlage E. 3 6 2 . 3. Verslag
over d e verrichtingen aangaande hot armbestuur over 1925.
Tweede Kamer.
49
B I J L A G E X.
20 Juni 1926. N". 70.
WIJ
WILHELMINA,
dat iemand, die geschorst wordt, zich verantwoorden kan of, eenmaal geschorst zijnde, daartegen in beroep kan k o m e n ; ten aanzien v a n art. 8, dat h e t zijns inziens niet geoorloofd is, iemand, wie ook, die zelf de kosten dragen wil, te verbinderen zich de geneeskundige behandeling te verzekeren, dia hij wensoht; nu
DE GRATIE G o n s ,
NEDERLANDEN, PlUNSES VAN O U A N J E - N A S S A U ,
KONINGIN HER
ENZ., ENZ., ENZ.
Beschikkende op b e t beroep, ingesteld door den genceskundigen inspecteur van de Volksgezondheid, t e 's Gravenhage, tegen de beslissing v a n Gedeputeerde Staten v a n Zuidholland van 14 December 1925, genomen naar aanleiding v a n bezwaren door dien inspecteur bij Gedeputeerde Staten ingebracht, tegen de op 12 October 1925 door den raad van Barendrecht vastgestelde instructie voor de genees-, heel- en verloskundigen, belast m e t de armenpraktijk in de gemeente B a r e n d r e c h t ; Den Baad van State, afdeeling voor de Geschillen v a n Bestuur, gehoord, advies v a n 24 Maart 1926, n°. 189; Op do voordracht v a n Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw v a n 22 J u n i 1926, n°. 1424, afdeeling Armwezen ; Overwegende, d a t de raad der gemeente Barendrecht bij besluit van 12 October 1925 heeft vastgesteld een instructie voor de genees-, heel- en verloskundigen, belast m e t de armenpraktijk, kostelooze vaccinatie en doodschouw in die gemeente, waarvan de artt. 1, 2 en 8 luiden als volgt: Artikel 1. Door den gemeenteraad worden twee v a n de in de gemeente gevestigde geneeskundigen benoemd voor de armenpraktijk en één daarvan voor h e t verrichten v a n kostelooze vaccinatiën en het doen v a n lijkschouwingen. De geneeskundigen worden benoemd voor één jaar, van 1 Januari t/m 31 December. Voor de armenpraktijk wordt aan ieder v a n h e n een belooning toegekend van f 500. Zij zijn verplicht h u n taak m e t ijver en nauwgezetheid te vervullen. Art. 2. Zij worden door burgemeester en wethouders geschorst en door den gemeenteraad ontslagen. Schorsing kan voor niet langer d a n drie opeenvolgende m a a n d e n plaats vinden. De geschorste blijft gedurende de schorsing in h e t genot van zijn jaarwedde. Artikel 8. H e t is den geneeskundigen verboden, personen, die door het burgerlijk armbestuur worden bedeeld, als leden van h u n ziekenfonds te hebben of a a n t e n e m e n . ; dat tegen deze instructie de geneeskundige inspecteur van de Volksgezondheid bij Gedeputeerde Staten v a n Zuidholland bezwaren heeft ingebracht, waarbij hij ondermeer heeft aangevoerd: t e n aanzien van a r t . 1, d a t benoeming voor den tijd van 1 jaar niet in h e t belang van de geneeskundige armenverzorging is, aangezien over die benoeming d a n telkenjare oneenigheid zal bestaan; dat voor den betrokken arts, die steeds om de 5 jaren werd herbenoemd, een dergelijke achteruitzetting grievend zou zijn; dat de bedoeling van art. 37 der Armenwet door een benoeming van dezen ambtenaar voor deu tijd v a n één jaar, zal worden ontdoken; ten aanzien v a n a r t . 2, d a t de billijkheid meebrengt, Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen. 1928—1929.
dat Gedeputeerde Staten bij besluit van 14 December 1925, n". 151, onder meer de bovenvermelde bezwaren ongegrond hebben verklaard, daarbij onder meer overwegende, m e t betrek* king tot art. 1 : dat d e gemeente tegenover den tegenwoordigen functionaris m e t ingang v a n 1 J a n u a r i 1926 vrij komt te s t a a n ; dat de band, welke m e t dien d a t u m eindigt, zelfs op dit oogenblik nog niet weder is aangeknoopt; d a t moet worden aangenomen, d a t een herbenoeming v a n den tegenwoordigen arts m e t de wet in de hand niet zou kunnen worden afgedwongen; dat bij aanvankelijke onbekendheid, hoe de nieuwe organisatie in de praktijk zal werken, benoeming voor één jaar niet ongerechtvaardigd is te achten; m e t betrekking tot art. 2'- d a t do doeltreffendheid der schor* sing dikwijls zal afhangen van snelheid v a n handelen, waarbij h e t vooraf hooren van den betrokkene niet altijd mogelijk is; dat de aard der schorsing kan meebrengen, dat de verantwoording niet vóór, doch juist na do schorsing behoort t e geschieden, en d a t h e t veelal geen zin heeft tegen schorsing recht van beroep toe te k e n n e n ; m e t betrekking tot art. 8 : dat de strekking, van dit artikel kennelijk is te voorkomen, d a t de geneeskundigen in zekeren zin dubbele betaling ontvangen: 1". in den vorm van contributie voor h u n eigen ziekenfonds, en 2°. als bezoldiging uit de gemeentekas, waarvoor zij de bedeelden moeten helpen; dat de gedachte, waarvan dit artikel uitgaat, niet ongerijmd is; dat de inspecteur t e n onrechte een bedeelde beschouwt als iemand, die zelf de kosten draagt; dat van h e t besluit van Gedeputeerde Staten de inspecteur in beroep is gekomen, aanvoerende m e t betrekking tot art. 1 : dat art. 37 d e r Armenwet uitdrukkelijk bepaalt, dat het ontslag van een geneeskundige of een vroedvrouw, belast m e t de armenpraktijk, is onderworpen a a n de goedkeuring van Gedeputeerde S t a t e n ; dat, in geval van terugbrenging v a n den benoemingsduur tot één jaar, de geneesheer weet telkenjare afhankelijk te zijn v a n de luimen van de leden v a n d e n gemeenteraad; dat bij er dus niet a a n zal denken zich alle moeite t e getroosten om liet gezin grondig geneeskundig te leeren kennen; dat hij, appel* lant, er op aandringt, dat de gemeentegeneesheeren wederom voor vijf jaren worden benoemd; m e t betrekking tot art. 2 : d a t er geen reden is, waarom, zelfs in spoedeisehende gevallen, de geneesheer niet k a n worden uitgenoodigd om t e r vergadering van burgemeester en wethouders, alvorens over zijn schorsing wordt beslist, zich mondeling te verantwoorden; dat over de mogelijkheid, dat de geneesheer zich na de schorsing zou kunnen verantwoorden, in de instructie niets vermeld staat, evenmin als over het recht v a n beroep; dat een en ander tot de grootste willekeur aanleiding kan geven; m e t betrekking t o t art. 8 : d a t hij tegen de bedoeling, welke aan h e t artikel ten grondslag zoude liggen, geen bezwaar heeft, doch dat deze bedoeling niet duidelijk in het artikel uitkomt; dat dit artikel bij voorbeeld zou k u n n e n luiden: „ H e t is den geneeskundigen verboden personen in gezinnen, aan wie zij op grond van a r t . 7 geneeskundige hulp verleenen, in h u n zieken* fonds op te n e m e n " ; dat h e t artikel, zooals het nu geredigeerd is, ook d e n anderen geneesheer A verbiedt hulp te verleenen aan patiënt B , die, nadat zijn keuze van gemeentegeneesheer heeft plaats gehad, onder behandeling is v a n den geneesheer O; 13