Wijzer! Geschiedenis Groep 5
Kopieerbladen Auteurs Marja Baeten Bo Buijs Marian van Gog Celeste Snoek Gerda Végh Hoofdauteur Marian van Gog Vakinhoudelijk advies Tom van der Geugten
Noordhoff Uitgevers
255595_Folio.indb 1
13/04/15 2:41 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 1
Naam
Theorie en lastige woorden les 1 Doel: Om te lezen
Op de binnenplaats De ridder van de koning klimt van zijn paard. Hij loopt naar een boer en zegt: ‘We komen van ver. We hebben een lange reis gemaakt en we zijn moe. Is er genoeg eten voor de komende weken?’ De boer buigt beleefd. ‘Jawel heer. We hebben groente, varkens en kippen naar het paleis gebracht. In de keuken wordt hard gewerkt. De bakker bakt broden van het graan en in de stal ligt hooi voor de paarden. Mag ik nu weer naar huis?’ De ridder knikt. Alles lijkt in orde voor het bezoek van Karel de Grote en hij begrijpt dat de boer thuis wil zijn voordat het donker wordt.
de god Iemand die boven de mensen staat en waar mensen met een geloof in geloven.
het geloof Vertrouwen dat er een god bestaat.
het rijk Groot land waarover iemand de baas is.
het vee Dieren die een boer houdt voor bijvoorbeeld melk, vlees of wol.
de kerk Gebouw waarin christenen bij elkaar komen.
verbouwen Planten laten groeien om van te eten.
© Noordhoff Uitgevers bv
de christen Iemand die gelooft in God en Jezus Christus.
255595_Folio.indb 21
13/04/15 2:41 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 2
Naam
Theorie en lastige woorden les 2 – blad 1 Doel: Om te lezen
Op reis met koning Karel
Een oud beeld van Karel de Grote.
Koning Karel had een groot rijk. Daarom werd hij Karel de Grote genoemd. Hij liet overal paleizen bouwen. Ook in Nederland stond een paleis, bij de plaats Nijmegen. Koning Karel reisde door zijn hele rijk. Hij trok van paleis naar paleis om leiding te geven en te kijken of alles overal goed ging. Zo bestuurde hij zijn grote rijk. Er reisden veel mensen met
besturen Leiding geven.
Karel de Grote mee. Ridders zorgden voor de veiligheid onderweg en knechten verzorgden de mensen en de dieren. In elk paleis bleef de groep een tijdje wonen. Als Karel wist dat alles goed ging in en om het paleis, trok de groep verder. Meestal was het eten dan ook op.
de veiligheid Veilig zijn, beschermd zijn tegen gevaar.
de ridder Soldaat met een paard (een ruiter).
Als koning Karel in een paleis logeerde, kon hij niet op de rest van zijn rijk letten. Daarom verdeelde hij zijn rijk in stukken. Hij vroeg belangrijke mannen om zo’n stuk voor hem te besturen. Deze belangrijke mannen heetten edelen. Als een edelman een stuk land bestuurde, was hij daar de baas. Ridders hielpen hem om het land veilig te houden. Iedereen gehoorzaamde de edelen, die daardoor steeds meer macht kregen. Edelen woonden in versterkte huizen met een muur eromheen: een kasteel. De eerste kastelen waren van hout. Later waren ze van steen.
de edelman (mv de edelen) Belangrijke man (mv mannen). de macht Je hebt macht als mensen doen wat jij zegt.
255595_Folio.indb 22
Een edelman met zijn vrouw en twee soldaten.
het kasteel Groot en stevig huis dat wordt beschermd door een muur.
© Noordhoff Uitgevers bv
Edelen en kastelen
13/04/15 2:41 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 2
Naam
Theorie en lastige woorden les 2 – blad 2 Doel: Om te lezen
Op het land
Boeren werken op het land.
Boeren zorgden voor het eten. Ze verbouwden groente en hielden vee. Mannen en vrouwen deden het werk samen. Ze brachten een groot deel van het eten naar het kasteel van de edelman: de kasteelheer. Als het lange tijd droog was of juist veel regende, mislukte de oogst en had iedereen honger. Er was geen eten over van de vorige oogst,
de kasteelheer Edelman die in een kasteel woont.
want eten kon je niet lang bewaren in die tijd. Boeren woonden in een boerderij van hout en klei. Het dak was van stro. Soms waren er ramen, maar daar zat geen glas in. De schoorsteen was een gat in het dak. In de winter stond het vee in huis. Mensen en dieren sliepen dan bij elkaar en hielden elkaar warm.
het stro Droge graanstengels.
de oogst Alles wat een boer verbouwt en van het land haalt.
De boer en de heer
© Noordhoff Uitgevers bv
Boeren werkten op het land. Dat land was niet van hen, maar hoorde meestal bij een kasteel. Om er te mogen wonen en werken, moesten de boeren betalen. Dat deden ze met eten. Soms liet een heer de boeren ook ander werk doen. Dan moesten ze bijvoorbeeld helpen met het bouwen van een brug of het maken van een weg. In ruil voor het eten en het werk, zorgde de heer voor bescherming. Bij oorlog of ander gevaar mochten de boeren met hun gezin schuilen binnen de stevige muren van het kasteel.
Boeren werken voor hun heer.
de bescherming Veilig zijn bij gevaar.
255595_Folio.indb 23
13/04/15 2:41 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 3
Naam
Theorie en lastige woorden les 3 – blad 1 Doel: Om te lezen
Karel en de kerk
De paus kroont Karel. Koning Karel wordt keizer Karel.
de paus De belangrijkste priester en baas van de kerk. de vijand Iemand tegen wie je vecht.
In de tijd van Karel de Grote waren veel mensen christen. De christenen werden geleid door de paus in Rome. Toen Rome werd aangevallen door vijandige edelen, vroeg de paus hulp aan koning Karel. Karel kwam met zijn leger en verjoeg de vijanden. De paus bedankte Karel op een bijzondere manier. Toen Karel in de kerk in Rome was, zette hij een kroon op zijn hoofd. Daarmee kroonde hij hem tot keizer. Zo liet hij weten dat hij Karel net zo belangrijk vond als de vroegere Romeinse keizers en dat Karels rijk net zo belangrijk was als het vroegere Romeinse rijk.
kronen Iemand een kroon opzetten, waardoor hij koning of keizer wordt.
Vóór de tijd van Karel de Grote geloofden de mensen in Nederland in de Germaanse goden. De natuur was heel belangrijk bij dat geloof, want daar kwam het eten vandaan. Maar de mensen begrepen niet alles uit de natuur. Kwam er onweer? Dan dachten ze dat de god Donar zijn hamer langs de hemel gooide. Om de goden te vriend te houden, brachten ze offers. Een offer is een geschenk aan een god. De mensen legden hun offer op een plaats waar ze voor hun geloof bij elkaar kwamen. Vaak was dat bij een oude eik, want de eik was heel speciaal in het Germaanse geloof.
het offer Geschenk dat aan een god wordt gegeven.
255595_Folio.indb 24
De mensen brachten offers aan hun goden, bijvoorbeeld bij een oude eik.
© Noordhoff Uitgevers bv
Wat de Germanen geloofden
13/04/15 2:41 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 3
Naam
Theorie en lastige woorden les 3 – blad 2 Doel: Om te lezen
Willibrord
Priester Willibrord vertelt over het christelijke geloof.
de priester Belangrijke man bij een geloof.
De paus stuurde priesters naar Nederland. Priesters zijn belangrijke christenen. Zij vertelden over hun geloof en probeerden de Germanen over te halen om christen te worden. Dat heet bekeren. De priesters gingen hiervoor naar plaatsen waar de Nederlanders offers aan hun goden brachten. Ze vertelden dat de God van de christenen nooit boos werd, zoals de Germaanse goden, maar dat hij mensen beloonde als ze goed leefden. Willibrord was zo’n priester. Hij bouwde een kerk in Utrecht. Op die plaats staat nu een grote kerk.
(iemand) bekeren Ervoor zorgen dat iemand jouw geloof aanneemt.
Oude gewoontes
© Noordhoff Uitgevers bv
De Nederlanders werden niet zo maar christen. Het hielp als ze dingen uit hun eigen geloof konden blijven doen. Daarom namen de priesters sommige Germaanse gebruiken over en gaven ze een plek in het christelijke geloof. Midden in de winter versierden de mensen een boom om te vieren dat het overdag weer langer licht werd. De priesters vertelden dat zij dan ook een feest vierden: Kerstmis, het feest van de geboorte van Jezus. Nog steeds versieren veel mensen met Kerstmis een boom. Christenen bouwen een kerk.
het gebruik De manier waarop je iets doet, de gewoonte.
255595_Folio.indb 25
13/04/15 2:41 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 4
Naam
Theorie en lastige woorden les 4 – blad 1 Doel: Om te lezen
In de kerk
Tijdens de kerkdienst las de priester voor uit de Bijbel.
de kerkdienst Bij elkaar komen in een kerk (meestal op zondag) om naar de priester te luisteren.
Zondag was een rustdag. Dan mochten de mensen van de priesters niet werken, maar moesten ze naar de kerk gaan. Tijdens de kerkdienst las de priester voor uit de Bijbel, een dik boek met verhalen over God en Jezus. De mensen konden de Bijbel zelf niet lezen, want bijna niemand kon lezen in die tijd. Bovendien was de Bijbel in een moeilijke en vreemde taal geschreven: het latijn. In de Bijbel stond wat de mensen moesten geloven en hoe ze moesten leven. Iedereen ging volgens die regels leven.
het Latijn Taal van de oude Romeinen.
de Bijbel Belangrijk boek van christenen.
Sommige christenen vonden het geloof zo belangrijk, dat zij alleen voor God wilden leven. Zij gingen in een klooster wonen. Kloosters zijn grote gebouwen waarin gelovige mensen bij elkaar wonen. De hele dag bidden, werken en leren ze samen. Mannen die in een klooster wonen, noem je monniken. Monniken droegen speciale kleren: pijen. Kloosters leken een beetje op de kastelen van de edelen. Om het klooster stond vaak een muur. Bij veel kloosters hoorde land. De boeren op dat land moesten voor het klooster werken.
het klooster Gebouw waarin monniken wonen. de monnik Priester die in een klooster woont.
255595_Folio.indb 26
Monniken en boeren in een klooster.
de pij Lang kleed dat monniken dragen.
© Noordhoff Uitgevers bv
Kloosters
13/04/15 2:41 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 4
Naam
Theorie en lastige woorden les 4 – blad 2 Doel: Om te lezen
Monniken aan het werk
Een tekening van monniken in een grote letter.
de kennis Wat mensen weten.
Monniken werkten hard. Ze verbouwden groenten en kruiden, bakten hun eigen brood en maakten wijn en bier. Monniken konden lezen, schrijven en rekenen. Veel edelen konden dat niet. Zelfs Karel de Grote kon niet schrijven! Monniken hadden veel kennis. Het waren vaak geleerden: mensen die veel wisten en dingen ontdekten. Ze schreven alles op. De boeken bewaarden ze in een bibliotheek. Andere monniken schreven de boeken over, zodat de kennis werd bewaard.
de bibliotheek Gebouw met boeken.
de geleerde Iemand die veel kennis heeft.
© Noordhoff Uitgevers bv
Hugo Hugo gaat voor het eerst naar school. Zijn ouders zijn edelen en zij willen dat een van hun zonen priester wordt. Daarom gaat Hugo in het klooster wonen, waar hij les krijgt van de monniken. In het kleine klasje zitten alleen zonen van edelen. Zonen van boeren mogen niet naar school. Meisjes ook niet. Hugo’s zussen zullen later op het kasteel voor het huishouden zorgen. Ze leren thuis hoe dat moet. Hugo vindt het spannend dat hij leert lezen en schrijven. Stel je voor! Dan kan hij zijn vader later helpen bij het besturen van zijn land!
255595_Folio.indb 27
De kloosterschool.
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 0
Naam
Samenvatting hoofdstuk 3 Doel: Om te leren
Les 1
Karel de Grote komt aan
Als koning Karel aankwam op een paleis, hadden boeren voor genoeg eten gezorgd. Ridders en knechten reisden met Karel mee. Als het eten op was, trok de groep verder.
Les 2
Heren en boeren
Karel de Grote was koning van een groot rijk. Edelen hielpen hem om het land te besturen. Een edelman was een belangrijke heer met veel macht. Hij woonde in een kasteel en kreeg hulp van ridders. De meeste mensen waren boer. Boeren waren vaak arm. Een groot deel van de oogst ging naar de kasteelheer.
Les 3
Christenen in Nederland
De paus in Rome was de belangrijkste priester van de christenen. Omdat Karel vijanden voor hem verjoeg, kroonde de paus Karel tot keizer. De Nederlanders hadden een Germaans geloof en brachten offers aan hun goden. De paus wilde dat iedereen christen werd en stuurde priesters naar Nederland om de mensen te bekeren. De Nederlanders werden christen, maar hielden ook oude Germaanse gebruiken.
Kerken en kloosters
Bij een kerkdienst lazen priesters voor uit de Bijbel. Ze vertelden wat mensen moesten geloven en hoe ze moesten leven. Monniken leefden in kloosters en droegen pijen. Vaak waren het geleerden. Ze schreven boeken over en bewaarden zo hun kennis in de bibliotheek. Zonen van belangrijke edelen kregen les in het klooster en werden priester.
255595_Folio.indb 50
© Noordhoff Uitgevers bv
Les 4
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 1
Naam
Begrippen hoofdstuk 3 – blad 1 Doel: Om te leren
Les 1
Koning Karel komt aan
de god Iemand die boven de mensen staat en waar mensen met een geloof in geloven. het rijk Groot land waarover iemand de baas is. de kerk Gebouw waarin christenen bij elkaar komen. de christen Iemand die gelooft in God en Jezus Christus. het geloof Vertrouwen dat er een god bestaat. het vee Dieren die een boer houdt voor bijvoorbeeld melk, vlees of wol. verbouwen Planten laten groeien om van te eten. Les 2
Heren en boeren
© Noordhoff Uitgevers bv
besturen Leiding geven.
het kasteel Groot en stevig huis dat wordt beschermd door een muur. de kasteelheer Edelman die in een kasteel woont. de oogst Alles wat een boer verbouwt en van het land haalt. Les 3
Christenen in Nederland
de paus De belangrijkste priester en baas van de kerk. de vijand Iemand tegen wie je vecht. kronen Iemand een kroon opzetten, waardoor hij koning of keizer wordt. het offer Geschenk dat aan een god wordt gegeven. de priester Belangrijke man bij een geloof.
de ridder Soldaat met een paard (een ruiter).
(iemand) bekeren Ervoor zorgen dat iemand jouw geloof aanneemt.
de edelman (mv de edelen) Belangrijke man (mv mannen).
het gebruik De manier waarop je iets doet, de gewoonte.
de macht Je hebt macht als mensen doen wat jij zegt.
255595_Folio.indb 51
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 1
Naam
Begrippen hoofdstuk 3 – blad 2 Doel: Om te leren
Les 4
Kerken en kloosters
de kerkdienst Bij elkaar komen in een kerk (meestal op zondag) om naar de priester te luisteren. de Bijbel Belangrijk boek van christenen. het klooster Gebouw waarin monniken wonen.
de monnik Priester die in een klooster woont. de pij Lang kleed dat monniken dragen. de kennis Wat mensen weten. de geleerde Iemand die veel kennis heeft.
© Noordhoff Uitgevers bv
de bibliotheek Gebouw met boeken.
255595_Folio.indb 52
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5
0 1
Stappenplan
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Terugkijken Hoe ging het werken aan je taak? Hoe beter het ging, hoe meer rondjes je kleurt. Het maken van een plan Het zoeken naar informatie of voorbeelden Het werken aan de taak Het presenteren of afronden van de taak Ik heb met plezier aan de taak gewerkt
© Noordhoff Uitgevers bv
Heb je samengewerkt? Vul dan ook dit in:
255595_Folio.indb 59
Het verdelen van het werk Elkaar helpen en elkaars werk controleren Het samen werken aan de taak
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5
Kwartet
© Noordhoff Uitgevers bv
0 2
255595_Folio.indb 60
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5
Memory
© Noordhoff Uitgevers bv
0 3
255595_Folio.indb 61
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5
Ganzenbord – blad 1
© Noordhoff Uitgevers bv
0 4
255595_Folio.indb 62
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5
Ganzenbord – blad 2
© Noordhoff Uitgevers bv
0 4
255595_Folio.indb 63
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 1
Naam
Kies je taak
1 Bouw het!
Bouw een kasteel
© Noordhoff Uitgevers bv
Wat ga je doen? Je gaat een maquette maken van een kasteel. Doel Je laat zien dat je weet hoe een kasteel in de tijd van monniken en ridders eruitzag. Voorbereiding Verzamel materiaal om het kasteel mee te bouwen zoals lege doosjes, closet- en keukenrollen, lapjes, dun karton, touw, ijsstokjes enzovoort. Zorg voor schaar, lijm, kwasten en verf. Neem een groot vel papier of karton voor de ondergrond. Gebruik het stappenplan uit je leerwerkboek op bladzijde 65.
Stap 1
Hoe ziet een kasteel eruit? Zoek naar plaatjes van de kastelen en bekijk die goed. In je leerwerkboek staat een plaatje op bladzijde 59. Welke onderdelen hebben alle kastelen? Schrijf drie onderdelen op in je leerwerkboek bij stap 1.
Stap 2
Neem een groot vel papier of karton en teken de omtrek van het kasteel. Teken waar de torens komen en de muur. Teken waar de poort komt en de put op de binnenplaats. De tekening wordt de ondergrond van het kasteel. Schrijf in je leerwerkboek bij stap 2 of het kasteel rechthoekig of vierkant wordt. Schrijf ook op hoeveel torens je kasteel krijgt. Komt er een gracht omheen met een ophaalbrug? Schrijf dit ook op bij stap 2.
Stap 3
Maak de onderdelen. Werk je met een groepje? Verdeel de taken en spreek af wie wat maakt. Weet je niet hoe je een muur stevig maakt of hoe je een ophaalbrug maakt die open kan? Help elkaar. Zorg dat alles even groot is en bij elkaar past. Zet de onderdelen op de ondergrond en plak ze aan elkaar. Is het kasteel naar je zin? Schrijf bij stap 3 in je leerwerkboek wat beter kan.
Stap 4
Verbeter je kasteel. Verf je kasteel en de omgeving (gracht, land om het kasteel) in de juiste kleuren en maak alles af. Beschrijf je kasteel kort bij stap 4 in je leerwerkboek.
Stap 5
Terugkijken Hoe ging het maken van het kasteel? Beantwoord de vragen bij stap 5 in je leerwerkboek.
255595_Folio.indb 79
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 2
Naam
Kies je taak
2 Kijk verder!
Op het land
Stap 1
Bekijk en lees bron 1 op kopieerblad 3.3. Bedenk met de informatie een ‘weetje’. Probeer het een beetje leuk op te schrijven. Bijvoorbeeld: ‘Geen tractor in de middeleeuwen. Veel boeren trokken zelf hun kar. Zij waren hun eigen paard of os!’ Schrijf je weetje bij stap 1 in het leerwerkboek. Schrijf het ook op een klein blaadje.
Stap 2
Lees bron 2 en 3. Uit elke bron haal je één of twee weetjes. Die schrijf je zo leuk mogelijk op. Wat is je leukste weetje? Schrijf het bij stap 2 in je leerwerkboek.
Stap 3
Lees de andere bronnen en maak zo veel mogelijk weetjes.
Stap 4
Plak de weetjes op je muurkrant. Schrijf erboven: ‘Wist je dat?’ Maak tekeningetjes bij je weetjes. Hang je muurkrant op. Wat wist je zelf nog niet over wonen, eten, slapen of ...? Schrijf bij stap 3 in je leerwerkboek waar dat weetje over gaat.
Stap 5
Terugkijken Hoe ging het maken van de muurkrant? Beantwoord de vragen bij stap 5 in je leerwerkboek.
Extra
255595_Folio.indb 80
Laat je muurkrant aan je leerkracht zien en vertel erover in de groep. Laat kinderen ook vragen stellen. Wil je meer weten over de tijd van monniken en ridders? Zoek met een zoekmachine en typ in: ‘boeren middeleeuwen’ en kijk wat je vindt. Kom je nog een leuk weetje tegen? Schrijf het op en plak het op je muurkrant.
© Noordhoff Uitgevers bv
Wat ga je doen? Je gaat een muurkrant maken met leuke ‘weetjes’ over het leven van boeren in de tijd van monniken en ridders. Doel Je laat zien dat je weet hoe boeren in de tijd van monniken en ridders leefden. Voorbereiding Neem kopieerblad 3.3 erbij en het stappenplan uit je leerwerkboek op bladzijde 65, zorg voor een groot vel papier voor de muurkrant en voor kleine blaadjes voor de weetjes en tekeningetjes.
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 3
Naam
Kies je taak
2 Kijk verder!
Op het land
Bron 1: Een oud schilderij.
Werken Het werk op het land was zwaar. Veel boeren gebruikten een paard of os om de ploeg of kar te trekken. Er waren ook boeren die geen dieren hadden. Zij trokken de ploeg en de kar zelf.
Bron 4: Van een website.
Eten Boeren aten wat van het land kwam: graan, erwten, bonen. Ze dronken melk en aten eieren. Alleen in de slachtmaand aten ze vlees. Het vlees dat overbleef werd gepekeld: het werd een tijdje in water met heel veel zout gelegd. Daardoor kreeg het vlees een lekkere smaak en het kon langer worden bewaard.
Bron 5: Van Wikipedia. Bron 2: Van een website.
Wonen Boeren leefden heel anders dan edelen. Hun huizen waren van hout en hadden meestal maar één ruimte. Daar gebeurde alles: eten, slapen, koken. Kinderen moesten al jong meewerken op de boerderij. In de winter stond ook het vee binnen. Dat was lekker warm, maar het rook vast niet lekker!
© Noordhoff Uitgevers bv
Bron 3: Van een website.
Slapen De boeren sliepen op een zak met stro. Die lag gewoon op de grond. Want alleen rijke mensen sliepen op echte bedden. Vaak sliep het hele gezin dan in één bed: vader, moeder en de kinderen.
255595_Folio.indb 81
Kleren Mannen droegen broeken, vrouwen droegen lange rokken. De meeste kleren waren van dikke wol. Handig om in te werken: sterk en lekker warm. Buiten droegen ze een kap (soort capuchon) op hun hoofd. Rijkere boeren hadden meer kleren dan arme boeren. En alleen rijke boeren hadden gespen op hun riemen en schoenen, en knopen op hun kap.
Bron 6: Van een website.
Trouwen De boerenzoon van de ene boerderij trouwde met de boerendochter van een andere boerderij. Soms moesten ze eerst aan hun heer vragen of ze mochten trouwen. Boeren en boerinnen die trouwden kenden elkaar. Dat was bij de edelen heel anders. Zonen en dochters van edelen zagen elkaar vaak pas op hun trouwdag. Hun ouders bepaalden namelijk vaak al bij hun geboorte met wie ze later zouden trouwen.
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 4
Naam
Kies je taak
3 Teken het!
Maak een stripverhaal
Stap 1
Bekijk de plaatjes op kopieerblad 3.5 en knip ze los. Leg ze in de juiste volgorde. Je mag hiervoor terugkijken in je leerwerkboek bij les 3. Schrijf bij stap 1 in je leerwerkboek in welke volgorde jij de plaatjes hebt gelegd.
Stap 2
Kijk terug naar de tekstblokken en lees de tekst bij elk plaatje nog eens door. Bedenk wat iedereen denkt en zegt en schrijf het in de denk- en praatwolken. Schrijf bij stap 2 in je leerwerkboek wat Willibrord zegt.
Stap 3
Er ontbreekt een plaatje: het omhakken van de eik. Teken dat plaatje. Teken wie het doen en wie er bij staan te kijken. Teken bij twee personen praat- of denkwolken en vul die in. Heb je nog tijd? Teken dan ook de kerk die af is. Ook op dit plaatje teken je twee praat- of denkwolken. Schrijf bij stap 3 in je leerwerkboek wie de eik omhakt.
Stap 4
Vouw het lege vel papier in vieren. Knip het in het midden in de lengte door. Leg de twee helften in elkaar en niet ze in het midden vast. Je hebt nu een boekje van acht bladzijden. Plak de plaatjes in de goede volgorde in het boekje. Begin op bladzijde 2. Nummer de bladzijden. Bedenk een titel voor je boek. Schrijf de titel op de voorkant van je boekje. Schrijf bij stap 4 in je leerwerkboek de titel van jouw verhaal.
Stap 5
Terugkijken Hoe ging het maken van het stripverhaal? Beantwoord de vragen bij stap 5 in je leerwerkboek.
255595_Folio.indb 82
© Noordhoff Uitgevers bv
Wat ga je doen? Je gaat een stripverhaal maken over de priesters die probeerden om de Germanen te bekeren. Doel Je laat zien dat je weet hoe de priesters de Germanen bekeerden. Voorbereiding Neem kopieerblad 3.5 erbij en het stappenplan uit je leerwerkboek op bladzijde 65, en een vel papier (A4).
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 5
Naam
Kies je taak
3 Teken het!
© Noordhoff Uitgevers bv
Maak een stripverhaal
255595_Folio.indb 83
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 6
Naam
Kies je taak
et! 4 Onderzoek h
Leven in een klooster
Stap 1
Bekijk en lees de bronnen op kopieerblad 3.7. Onderstreep in bron 2 en 3 alle woorden die zeggen wat monniken deden. Wat doen de monniken in bron 1? Schrijf het bij stap 1 in je leerwerkboek.
Stap 2
Maak hoofdstukjes (bijvoorbeeld vier) over de woorden die je onderstreept hebt. Schrijf bij stap 2 in je leerwerkboek de titels van je hoofdstukken.
Stap 3
Schrijf de stukjes. Je kunt op zoek gaan naar meer informatie, in een boek of op internet. Zoek met een zoekmachine en typ in: ‘kloosters middeleeuwen’. Maak met de informatie nog een of twee hoofdstukjes. Welke hoofdstukken heb je nog meer bedacht? Schrijf de titels op bij stap 3 in je leerwerkboek.
Stap 4
Maak een korte inleiding bij je werkstuk. Daarin schrijf je wat de lezer kan verwachten. Maak ook een slot. Daarin schrijf je kort wat de lezer nu weet over het leven in het klooster. Zoek plaatjes of maak tekeningen bij je werkstuk. Kijk hiervoor in je leerwerkboek bij les 4. Je kunt die plaatjes ook kopiëren. Bedenk een leuke titel voor je werkstuk. Schrijf de titel bij stap 4 in je leerwerkboek en op het voorblad van je werkstuk.
Stap 5
Terugkijken Hoe ging het onderzoek naar het leven in een klooster en het maken van het werkstuk? Beantwoord de vragen bij stap 5 in je leerwerkboek.
Extra
255595_Folio.indb 84
Presenteer je werkstuk aan de groep. Je vertelt erover, laat de plaatjes zien en leest er een stukje uit voor. Ook beantwoord je vragen.
© Noordhoff Uitgevers bv
Wat ga je doen? Je gaat op onderzoek uit naar het leven in een klooster en je maakt er een werkstuk over. Doel Je laat zien dat je weet hoe het leven in een klooster ging en hoe je een werkstuk hierover kunt maken. Voorbereiding Neem kopieerblad 3.7 erbij en het stappenplan uit je leerwerkboek op bladzijde 65. Je maakt je werkstuk bij voorkeur op de computer. Op internet kun je naar meer informatie zoeken.
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5 – H3 Tijd van monniken en ridders
3 7
Naam
Kies je taak
et! 4 Onderzoek h
Leven in een klooster
Bron 1: Een klooster in de middeleeuwen.
© Noordhoff Uitgevers bv
Bron 2: Uit een website over kloosters.
Vijf tot zes keer per dag gingen de monniken naar de kerkzaal om samen te bidden, te zingen en te lezen uit de Bijbel. In sommige kloosters begon de eerste kerkdienst al om twee uur ‘s nachts! Door veel te bidden, kregen monniken het gevoel dicht bij God te zijn. Ze baden ook voor de mensen buiten het klooster. Naast bidden, deden de monniken nog veel andere dingen. De werkdagen in een klooster waren lang.
255595_Folio.indb 85
Bron 3: Uit een boek over kloosters.
De kloosters moesten voor zichzelf zorgen. Daarom moesten de monniken werken. Naast het overschrijven van boeken werd er in een klooster bijvoorbeeld bier gebrouwen, potten gebakken, kaarsen of meubels gemaakt. De meeste kloosters hadden een kruidentuin. De kruiden uit de tuin werden gebruikt bij het klaarmaken van het eten. Ook werden er zalfjes en andere medicijnen van gemaakt. Hiermee konden zieke mensen uit de omgeving worden geholpen. Arme mensen die aan de poort om eten kwamen vragen, werden door de monniken geholpen. Reizigers mochten altijd in een klooster overnachten. Ook nu nog kun je in veel kloosters een tijdje logeren.
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5
3 1
Wonen
SamenWijzer! In het onderdeel SamenWijzer! wordt een onderwerp vanuit verschillende vakgebieden en invalshoeken bekeken. U leest meer hierover in de Algemene Inleiding van de Handleiding. Specifieke informatie vindt u in de Lesbeschrijvingen van de Handleiding. Op dit kopieerblad leest u hoe u SamenWijzer! kunt uitbreiden met extra activiteiten tot een (schoolbreed) project. Thema Deze SamenWijzer! gaat over wonen. Hoofdvraag Hoe wonen mensen? Deelvragen Wijzer! Geschiedenis: hoe woonden mensen vroeger bij de Nederlandse kust? Wijzer! Natuur en techniek: Hoe werd een boerderij gebouwd? Wijzer! Aardrijkskunde: Hoe zagen terpen er vroeger uit en hoe zien ze er nu uit?
SamenWijzer! Eindpresentatie U kunt een eindpresentatie houden van de activiteiten in het kader van dit thema. Deze presentatie kan allerlei vormen hebben, waar u zelf met de kinderen een leuke naam voor kunt bedenken, zoals festival, manifestatie, beurs o.i.d. Tijdens de presentatie kunnen de kinderen alles laten zien wat zij gemaakt hebben. U kunt kinderen vragen om hun eigen huis te fotograferen en die foto’s ophangen aan een ‘woonmuur’: zo wonen wij nu! U kunt de middag uitbreiden met de activiteiten van andere groepen en (als u Wijzer! Aardrijkskunde en/of Wijzer! Natuur en Techniek gebruikt) andere zaakvakken. Ook zou u iemand van de gemeente of woningbouwvereniging uit kunnen nodigen om iets over wonen in uw gemeente te komen vertellen.
255595_Folio.indb 106
© Noordhoff Uitgevers bv
Tips Naast de pagina’s in het leerwerkboek en de taken op de kopieerbladen zijn er verschillende activiteiten waarmee u dit thema kunt uitbreiden. Bijvoorbeeld: • Laat de kinderen, op een los blad, antwoord geven op opdracht 1. Bij de tweede en de vijfde vraag kunnen ze een klein tekeningetje maken. • Kopieer het tekeningetje bij vraag 2 of laat kinderen het, bijvoorbeeld zes keer, natekenen. Op elk tekeningetje kleuren ze het water iets hoger in. Zo maken ze een stripverhaal over het stijgen van het water. Laat de tekeningetjes achter elkaar leggen en als een boekje aan elkaar nieten. Door snel te bladeren, ‘zie’ je het vloed worden. • De boerderij was groot en had één ruimte. ‘s Winters en bij hoog water stond ook het vee binnen. Hoe zal het leven van een gezin met dieren in één ruimte geweest zijn? Laat kinderen er een verhaal over schrijven. Bij het verhaal maken ze een tekening. • Hoe beschermen we ons nu tegen de zee? Kinderen gaan op onderzoek uit. Samen maken ze een presentatie (muurkrant, werkstuk, powerpoint) over hoe Nederland nu omgaat met water. Denk aan dammen, dijken, sluizen, duinen, polders, het Deltaplan en de Afsluitdijk. • Bij het Openluchtmuseum in Arnhem is het dossier ‘bouwen’ te krijgen, een lespakket over bouwen door de eeuwen heen. www.openluchtmuseum.nl → bezoek met groep → basisonderwijs → schoolprojecten → dossier bouwen.
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5
3 2
Naam
Wonen – Taak 1
Leven met water
© Noordhoff Uitgevers bv
Wat ga je doen? Je stelt je voor dat je heel lang geleden bij de kust leefde, toen er nog geen dijken of duinen waren. Samen bedenk je een verhaal over het leven bij het water en daar maak je een beeldverhaal over. Doel Je laat zien dat je weet hoe het leven vroeger, onder bedreiging van het water, geweest moet zijn. Voorbereiding Zorg voor grote vellen papier, verf of tekengerei en eventueel takjes, zand, mos enzovoort, om delen van de tekening echter te laten lijken. Verder heb je een kookwekker nodig en kopieerblad 0.1 (leeg stappenplan).
Stap 1
Verdeel de kinderen die deze taak doen in minstens vier groepjes. Elk groepje bedenkt een deel van het verhaal. Wijs een volgorde aan waarin jullie het verhaal gaan bedenken. Schrijf bij stap 1 hoeveel groepjes er zijn en welk deel van het verhaal jullie gaan bedenken.
Stap 2
Het verhaal gaat over een gezin dat bij de kust woont. Gebruik de tekening op bladzijde 66 uit je leerwerkboek als begin van je verhaal. Stel je voor dat je daar als gezin woont. Bedenk hoe jullie heten en wie er bij het gezin horen. Op een dag is het slecht weer. Het stormt en regent en het water stroomt over het land. Staan alle beesten al binnen? Schrijf bij stap 2 de naam van het gezin. Schrijf ook op wie er allemaal bij dat gezin horen.
Stap 3
Zet de kookwekker op 3 minuten. Groepje 1 bedenkt het begin van het verhaal. Als de kookwekker afloopt, gaat groepje 2 verder. Elk groepje komt zo aan de beurt. Zorg ervoor dat het laatste groepje het verhaal kan afmaken. Schrijf bij stap 4 wat er in jullie deel gebeurt.
Stap 4
Elk groepje tekent op het grote vel papier zijn deel van het verhaal. Zorg dat goed op de tekening te zien is wat er gebeurt in jullie deel van het verhaal. Klaar? Hang jullie tekeningen in de goede volgorde naast elkaar. Probeer nu het verhaal na te vertellen aan de hand van de tekeningen. Lukt dat? Schrijf bij stap 4 het verhaal in het kort op.
Stap 5
Terugkijken Hoe ging het bedenken en tekenen van het verhaal? Beantwoord de vragen bij stap 5.
255595_Folio.indb 107
13/04/15 2:42 PM
Wijzer! Geschiedenis groep 5
3 3
Naam
Wonen – Taak 2
Wonen en water
Stap 1
Zoek in de boeken en zo mogelijk op internet naar informatie en plaatjes over wonen en water. Plaatjes kun je printen, kopiëren of natekenen. Verdeel de informatie naar drie manieren van wonen: wonen op het water, in de buurt van water of naast het water. Schrijf bij stap 1 hoeveel informatie je bij elke manier hebt gevonden.
Stap 2
Ga aan de slag met wat je gevonden hebt. Schrijf leuke weetjes, korte tekstjes, maak tekstjes bij de plaatjes, maak woordwebben rond woorden als eiland of woonboot. Schrijf bij stap 2 waar je leuke informatie gevonden hebt.
Stap 3
Plak alles op en maak zo een muurkrant. Houd je aan de indeling uit stap 1. Kijk of je van elke manier voldoende informatie hebt. Waar ontbreekt nog wat? Schrijf het op bij stap 3.
Stap 4
Kijk bij stap 3 waar nog wat bij moet en maak de muurkrant af. Bedenk dan een goede titel voor de muurkrant en schrijf die erboven. Schrijf bij stap 4 de titel van je muurkrant op.
Stap 5
Terugkijken Hoe ging het verzamelen van informatie en het maken van de muurkrant? Beantwoord de vragen bij stap 5.
Extra
255595_Folio.indb 108
© Noordhoff Uitgevers bv
Wat ga je doen? Je gaat onderzoeken hoe mensen in Nederland nu op of bij water wonen. Doel Je laat zien dat je weet hoe mensen in Nederland nu wonen op of bij water. Voorbereiding Verzamel boeken met informatie over woonboten, schipperskinderen, wonen bij zee, wonen op een eiland, waterwoningen, enzovoort. Zorg zo mogelijk voor een computer met internet. Gebruik kopieerblad 0.1 (leeg stappenplan).
Vertel over je muurkrant. Waar heb je al je informatie vandaan? Hang de muurkrant op een plaats waar ook kinderen van andere groepen hem kunnen zien.
13/04/15 2:42 PM