Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen Hieronder een eerste en tweede reactie van de Rekenkamer. 1 Bijlage: Ambitiedocument Burgerparticipatie met bijbehorende Verordening te downloaden via deze link. Eerste reactie, Geachte mevrouw Schuijt en heer Pennings, Beste Léonie en Ton, Dank voor de mail. Dit geeft een goede blik in de keuken. Hieronder heb ik de kernpunten uit ons gesprek weergegeven. Mochten jullie daar nog opmerkingen of aanvullingen bij hebben dan hoor ik het graag. -Het is onduidelijk wat de gemeente ziet als rol voor een wijkraad -De indruk bestaat dat de gemeente de Wijkraad ziet als een belangengroep of klankbordgroep die op enig moment gehoord moet worden, maar niet als serieuze gesprekspartner. /Die indruk is ontstaan uit de door de gemeente gehanteerde
werkwijze bij een aantal recente inspraakavonden, maar ook uit het gesprek dat de Wijkraad Lent op 3 december 2015 op zijn initiatief heeft gevoerd met vertegenwoordigers van de fracties uit de gemeenteraad. De gemeente organiseert inspraak vooral op de laagste trede(n) van de participatieladder; en is daarbij lang niet altijd duidelijk over wat er van mensen verwacht wordt. Dit leidt tot teleurstelling bij bewoners, maar ook bij de Wijkraad. Verder is in het gesprek aangegeven dat inhoudelijk deskundigen die betrokken zijn bij de inspraakavonden of anderszins contact hebben met de Wijkraad zich regelmatig arrogant opstellen (planologen, verkeersdeskundigen); er wordt niet of nauwelijks rekening gehouden met het opleidingsniveau, de mondigheid en de kennis van de buurt van de wijkbewoners. De inbreng vanuit de wijk lijkt weinig serieus te worden genomen; er wordt naar de mening van de heer Pennings en mevrouw Schuijt veel voor de inwoners gedacht. Ook wordt naar hun oordeel niet actief gereageerd op initiatieven vanuit de Wijkraad. Wat wel goed gaat zijn de contacten over praktische zaken (bel & herstellijn)./ -De Wijkraad Lent ziet zichzelf vooral /niet/ als belangengroep, zij probeert juist inwoners bij elkaar te brengen, compromissen te vinden en een serieuze gesprekspartner voor de gemeente te zijn op alle treden van de participatieladder en steeds in een zo vroeg mogelijk stadium om escalatie van problemen te voorkomen. -Op basis van de contacten die de heer Pennings en mevrouw Schuijt hebben met vertegenwoordigers van andere wijkraden is
hun indruk dat de genoemde zaken ook daar spelen. -Verzoek van de heer Pennings en mevrouw Schuijt aan de Rekenkamer is om een onderzoek te doen naar het beleid rond wijkraden en de uitvoering daarvan en de wijze waarop de wijkraden dit zelf ervaren. -De voorzitter en secretaris van de Rekenkamer hebben aangegeven het gesprek te bespreken met de andere leden van de Rekenkamer (22 april) en daaruit terug te koppelen in de week van 25 april. Met vriendelijke groet, Jelly Smink Secretaris Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen *Stadhuis Nijmegen, kamer A0.11* Tweede reactie en afwijzing, Beste Ton en Leonie, Zoals eerder aangegeven zijn wij nagegaan wat het beleid van de gemeente Nijmegen is ten aanzien van wijkraden (of soortgelijke georganiseerde bewonersoverleggen). Ik heb daarvoor stukken bestudeerd en een gesprek gevoerd met het afdelingshoofd wijkmanagement. Hier blijkt geen specifiek beleid voor te zijn; afhankelijk van het vraagstuk / project
/ … wordt bepaald wie hierbij betrokken worden en op welke manier. In het zogenaamde Ambitiedocument (zie bijlage) wordt de kern van de aanpak goed samengevat in de volgende zin: ‘Wij zoeken situationeel (…) naar de groepen die mee willen denken, praten en doen’. In de Wijkaanpakplannen die momenteel voor alle wijken worden gemaakt, wordt het wijknetwerk in beeld gebracht. In het Ambitiedocument staat verder een overzicht van afwegingen en spelregels die gehanteerd worden bij burgerparticipatie. Deze zijn aan de orde bij de concrete cassussen die jullie noemden in het gesprek met ons. Bij het kiezen van een aanpak voor participatie en inspraak gelden de volgende afwegingen en spelregels: Afwegingen voor participatie In alle gevallen is er sprake van een participatietraject bij gemeentelijke plannen, projecten en voorstellen. Over de vorm en reikwijdte is een systematischer afweging van het participatieniveau per dossier noodzakelijk, inclusief maatschappelijke “kosten/baten- analyse”. De keuze voor een participatieniveau is afhankelijk van het bestuurlijk ambitieniveau en het draagvlak of verwachtingspatroon in de samenleving. De keuze voor de mate van participatie moet toegelicht worden in de startnotitie. We hanteren hiervoor drie begrippen[1]:
Raadplegen: de gemeente maakt een plan of een voorstel en
participanten mogen daarover hun meningen en opvattingen laten horen. Zo kunnen plannen nog worden aangepast. Adviseren: de gemeente maakt nog geen uitgewerkt plan, maar bedenkt wel aan welke eisen of voorwaarden een project moet voldoen. Binnen deze regels/eisen is er ruimte om oplossingen te bedenken of alternatieven aan te dragen, uitwerkingen mede vorm te geven. Dit gebeurt vaak in een participatiegroep die een aantal keer onder begeleiding aan een onderwerp werkt. Met inbreng van de participanten werken we projecten en voorstellen verder uit en komen daarna weer bij hen terug om het resultaat te bespreken. Coproduceren: in deze vorm proberen we gezamenlijk tot een plan of oplossing te komen. Soms nemen burgers zelfs (delen van) publieke taken over. Dat noemen we dan actief burgerschap. Gelijkwaardigheid is het sleutelwoord. Dit is de maximale vorm van participeren, meedoen in Nijmegen.
Spelregels Met onze ambities en afwegingen als uitgangspunt, stellen we in dit ambitiedocument zeven spelregels vast[2]. Deze spelregels bepalen voor de komende jaren de verhouding tussen participatie en inspraak en de mate waarin participatie inhoud krijgt. Als volgt:
1. We maken voordat we beginnen heldere afspraken over het te volgen participatietraject. Deze afspraken leggen we vast
in een startnotitie. 2. We bepalen welk participatietraject wordt gevolgd en hoeveel speelruimte er mogelijk is. We organiseren geen participatieproces als er nauwelijks iets te beslissen valt. 3. Participatie betekent voor ons ook: een open en attente houding, serieus luisteren naar wat participanten te zeggen hebben en met hen zoeken naar mogelijkheden. 4. We praten en schrijven in begrijpelijke taal.
5. We zorgen dat participanten kunnen beschikken over alle relevante informatie en bieden deze op verschillende manieren aan. 6. Wanneer er tussentijds wijzigingen optreden, dan laten wij dat weten aan participanten. 7. We nodigen participanten tijdig (tenminste 2 weken van tevoren) uit voor bewonersavonden of deelname aan participatietrajecten/ -vormen en organiseren deze bij voorkeur bij hen in de wijk.
Op diverse manieren wordt er binnen de gemeente Nijmegen aan gewerkt om deze afwegingen en spelregels in de praktijk te brengen.
Ook doet de afdeling Onderzoek en Statistiek sinds 2014 onderzoek naar burgerparticipatie. Daarin wordt er onder andere op gewezen dat kaders, wederzijdse verwachtingen en de rol van de gemeente(medewerkers) meer duidelijkheid behoeven: In 2014 zijn (…) verschillende leerpunten benoemd. Vooral in relatie tot duidelijkheid over kaders, wederzijdse verwachtingen en de rol van de gemeente(medewerkers). De casuïstiek uit 2015 bevestigt en onderstreept deze algemene lessen nog eens. Ook zijn er enkele aanvullingen en nieuwe accenten. Al met al zijn er lessen te trekken rond:
1. de rollen van partijen en hun wederzijdse verwachtingen (helderheid en overeenstemming); 2. de opstelling van ambtenaren (open en constructief); 3. tempo en transparantie als voorwaarde voor een gelijkwaardige samenwerking (aandachtspunten samenwerking). (Bron: rapport 2015 afdeling Onderzoek en Statistiek).
Nu er geen specifiek beleid voor wijkraden is, knelpunten rond de toepassing van de afwegingen en spelregels bekend zijn en daarvoor gewerkt wordt aan oplossingen, heeft de Rekenkamer besloten geen onderzoek te doen. Dat zou te weinig toegevoegde waarde hebben. Wel gaat de Rekenkamer het signaal neerleggen bij de raad, namelijk in de klankbordgroep Onderzoeksplan Rekenkamer (7 juli). Met deze klankbordgroep
spreekt de Rekenkamer twee keer per jaar over de uitvoering van het Onderzoeksplan, tussentijdse verzoeken voor onderzoek en signalen rond burgerparticipatie. Ik ga ervan uit u hiermee voor dit moment voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, Jelly Smink Jelly Smink Secretaris Gemeentelijke Rekenkamer Nijmegen Stadhuis Nijmegen, kamer A0.11