WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, K O N IJN EN B U RG C O RPIT LC , D en H aag . Breda . U trecht . M aastricht
BESTEMMINGSPLAN
WIJKPARK bestemmingsplan voor het woningbouwplan Wijkpark in de kern Wateringen
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, K O N IJN EN B U RG C O RPIT LC , D en H aag . Breda . U trecht . M aastricht
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, K O N IJN EN B U RG C O RPIT LC , D en H aag . Breda . U trecht . M aastricht
BESTEMMINGSPLAN
Opdrachtgever
:
gemeente W estland, afdeling Ruimte, Bouwen en Milieu
Projectnummer Projectcode Projectmanager Versie Datum
: : : : :
170 west-EXE.RO [WIJKP] ing. N.J. Brouwers ontwerp-bestemmingsplan [VASTST] 26 augustus 2009
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U RG C O RPIT LC , D en H aag . B reda . U trecht . M aastricht
BESTEMMINGSPLAN
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U RG C O RPIT LC , D en H aag . B reda . U trecht . M aastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
Deel A
TOELICHTING
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U RG C O RPIT LC , D en H aag . B reda . U trecht . M aastricht
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U RG C O RPIT LC , D en H aag . B reda . U trecht . M aastricht
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Inhoud van de toelichting
Formele planbeschrijving
HOOFDSTUK I
5
1.1
Doel van het bestemmingsplan
5
1.2
Bepaling van de plangrenzen en planregime
7
Onderzoek
HOOFDSTUK II
9
A.
FUNCTIONEEL ONDERZOEK
2.1
Algemene beschrijving van het plangebied
9
2.2
Beschrijving van de soorten functies in het plangebied
14
B.
TECHNISCH ONDERZOEK
2.3
Gebiedsgericht onderzoek
21
2.4
Locatiegericht onderzoek
28
Ruimtelijke randvoorwaarden
HOOFDSTUK III
30
A.
RANDVOORWAARDEN ALGEMEEN
3.1
Ruimtelijk beleid van de gemeente
30
3.2
Ruimtelijk beleid van de regio
34
3.3
Ruimtelijk beleid van de provincie
35
3.4
Ruimtelijk beleid van het waterschap
41
3.5
Ruimtelijk beleid van het rijk
44
B.
RANDVOORWAARDEN UIT SECTORAAL BELEID
3.6
Milieu
3.7
Verkeer
3.8
Waterstaat
46 47 48
Pagina 1
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
HOOFDSTUK IV
Materiële planbeschrijving
50
A.
RUIMTELIJK BELEID
4.1
Algemeen ruimtelijk beleid
50
4.2
Planontwikkeling
51
4.3
Toekomstige planontwikkeling
54
B.
WAARDERING VAN FUNCTIES
4.4
Waardering van de bestaande functies
55
4.5
Bestemmen van gebiedsgerichte waarden
58
4.6
Waardering van de planontwikkeling
59
4.7
Waardering met oog op toekomstige planontwikkeling
60
4.8
Waardering van strijdige functies
62
HOOFDSTUK V
Overleg, inspraak en zienswijzen
64
5.1
Bestuurlijk overleg
64
5.2
Vooraankondiging
65
5.3
Inspraak
65
5.4
Zienswijzen van burgers en bedrijven
65
5.5
Zienswijzen van provincie of rijk
HOOFDSTUK VI
66
Uitvoerbaarheid
65
A.
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
6.1
Economische uitvoerbaarheid voor de overheid
65
6.2
Sociaal-economische uitvoerbaarheid
67
B.
TECHNISCHE UITVOERBAARHEID
6.3
Milieutechnische uitvoerbaarheid
67
6.4
Verkeerstechnische uitvoerbaarheid
71
6.5
Ecologische uitvoerbaarheid
72
6.6
Waterstaatkundige uitvoerbaarheid
72
C.
JURIDISCHE UITVOERBAARHEID
Pagina 2
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
6.7
Grondbeleid van de gemeente
73
6.8
Publiekprivate samenwerking
74
HOOFDSTUK VII
Bestemmingen en planregels
75
A.
PLANSYSTEMATIEK
7.1
Systematiek van de planregels
75
7.2
Systematiek van de planverbeelding
81
B.
HANDHAVINGSTRATEGIE
7.4
Beleidsmatige prioriteiten in handhaving
7.5
Strategische samenwerking in handhaving
83
Bijlagen van de toelichting BIJLAGE 1
Themakaarten en detailkaarten
BIJLAGE 2
Onderzoek
BIJLAGE 3
Planologische besluiten
BIJLAGE 4
Overleg, inspraak en zienswijzen
Pagina 3
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
84
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Pagina 4
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
HOOFDSTUK I
Formele planbeschrijving
Als eerste stap in de planvorming zullen in dit hoofdstuk het doel van het bestemmingsplan en de bepaling van de plangrenzen worden bepaald. Daarbij wordt uiteengezet welk planregime van kracht was voordat dit bestemmingsplan in werking trad. Deze zogenaamde formele planbeschrijving geeft het uitgangspunt aan vanwaar uit de materiële planvorming kan beginnen.
1.1
Doel van het bestemmingsplan
1.1.1
Beleidsmatig doel
Het beleidsmatige doel van de herziening van het geldende planregime is het neerleggen van het inrichtingsplan Wijkpark in een nieuw bestemmingsplan. Deze doelstelling is overeenkomstig het integrale beleid van de gemeente voor de actualisering van haar bestemmingsplannen. Het ontwerp, als ontwikkelingslocatie behandeld in Hoofdstuk IV van deze toelichting, behelst in hoofdzaak een park ter grootte van 3 hectare, temidden van nieuwe
woningbouw.
Deze
nieuwbouw
omvat
26
patiowoningen
en
een
appartementencomplex met 28 woningen. Het project voorziet tevens in 11 vrije bouwkavels. Het ontwerp geeft zowel invulling aan het Regionaal Structuurplan Haaglanden, in de zin van nieuw recreatiegebied en groen, als het Streekplan Zuid-Holland West, in de
zin
van
stads-
en
dorpsgebied
dat
is
opgenomen
binnen
bebouwingscontour.
Pagina 5
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
de
rode
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
De planologische doelstelling van het bestemmingsplan is in beginsel ontwikkelend van aard. Doordat belangrijke onderdelen van het inrichtingsplan, te weten de patiowoningen en het appartementencomplex, worden gerealiseerd met toepassing van vrijstellingsbesluiten op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, moet de doelstelling als consoliderend worden aangemerkt. Gelet op het hiervoor genoemde ontwikkelingsplan kunnen de volgende soorten worden onderscheiden: wonen, groen en verkeer. Deze soorten van functies vormen het meest doelmatige gebruik van de gronden en moeten daarom in beginsel als zodanig gehandhaafd blijven, een en ander conform de analoge uitleg van artikel 3.1 van de W et ruimtelijke ordening.
1.1.2
Juridisch doel
1.1.2.1 Actualisering
Herziening is tevens geboden op grond van de wettelijke herzieningsplicht van tien jaar, als voorgeschreven in artikel 3.1, lid 2, van de Wet ruimtelijke ordening. De voorheen geldende bestemmingsplannen waren voor 1998 in werking getreden en waren dus ouder dan tien jaar.
1.1.2.2 Inpassing projectbesluit
Herziening is niet geboden op grond van de wettelijke inpassingsplicht voor inpassing van een projectbesluit in een bestemmingsplan, als voorgeschreven in artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening.
Pagina 6
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
1.2
Bepaling van plangrenzen en planregime
1.2.1
Plangrenzen
1.2.1.1 W ijze van begrenzing
Het gebied van het bestemmingsplan (hierna vervolgens: plangebied) wordt begrensd door: -
in het noorden: de grens met de gemeente Den Haag, ter hoogte van de VINEX-locatie Wateringseveld;
-
in het oosten: de Bovendijk;
-
in het zuiden: De Colman;
-
in het westen: het Oosteinde.
1.2.1.2 Keuze van de plangrenzen
De keuze van deze plangrenzen is primair ingegeven door de begrenzing van het ruimtelijke plan Wijkpark.
Bij de bepaling van de plangrenzen zijn delen van het omliggende stedelijke gebied buiten het plangebied gehouden.
1.2.2
Planregime
1.2.2.1 Het voorheen geldende planregime
Binnen het plangebied waren de voorheen geldende planregimes van kracht. Het bestemmingsplan “Plan in Hoofdzaak”, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 22 mei 1959 en gedeeltelijk goedgekeurd door
Pagina 7
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland (hierna: GS) op 11 april 1960, betrof, voor zover betrekking hebbende op de herziening, het gehele plangebied. Het bestemmingsplan “Plan in Hoofdzaak” is met de volgende besluiten partieel herzien: -
besluit van GS van 4 december 1963, en goedgekeurd bij KB van 5 maart 1965;
-
besluit van GS van 3 maart 1965, en goedgekeurd bij KB van 17 januari 1966.
Het bestemmingsplan ‘Wateringen Dorp’, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Wateringen op 21 september 1971 en gedeeltelijk goedgekeurd door GS op 17 november 1971, betrof, de bedrijfshal achter de woning aan de Herenstraat 87. Het bestemmingsplan ‘Wateringen Dorp’, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente W ateringen op 26 oktober 1999 en gedeeltelijk goedgekeurd door GS op 27 januari 2000, betrof, de woningen aan de Herenstraat 87, 89 en 91. 1.2.2.2 Keuze van het planregime
De keuze van het planregime is ingegeven door de specifieke ontwikkeling van een woningbouwlocatie. Er is dus gekozen voor de rechtsfiguur van bestemmingsplan met de nodige planflexibiliteiten. 1.2.2.3 Inpassingsplan
Voor het plangebied of een deel daarvan is geen inpassingsplan van provincie of rijk in voorbereiding of vastgesteld.
Pagina 8
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
HOOFDSTUK II
Onderzoek
Voor de wettelijke voorgeschreven waardering van de functies in het plangebied is inventarisatie van die functies noodzakelijk. Daarnaast is technisch onderzoek in het plangebied nodig alsook voor de ontwikkelingslocaties binnen het plangebied. Hiermee wordt direct gevolg gegeven aan het zorgvuldigheidsbeginsel van artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht en aan de eis in artikel 3.1.6, eerste lid, onder b. en d., van het Besluit ruimtelijke ordening. Het technisch onderzoek betreft alleen het onderzoek dat noodzakelijke voorwaarde vormt voor een goede ruimtelijke ordening, en betreft ander onderzoek of anders gericht onderzoek dan het onderzoek dat is verricht met het oog op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan, voor welk onderzoek wordt verwezen naar Hoofdstuk VI van deze toelichting.
A.
FUNCTIONEEL ONDERZOEK
In het plangebied is verkennend en inventariserend onderzoek verricht naar de bestaande functies in dat gebied (de zogenaamde nulmeting). De resultaten van het onderzoek zijn in dit hoofdstuk samengevat. De waardering van die resultaten en de matching met het voorgestane ruimtelijke beleid van de gemeente, vinden plaats in Hoofdstuk IV van deze toelichting.
2.1
Algemene beschrijving van het plangebied
De algemene beschrijving van het plangebied, zoals in het voorgaande hoofdstuk is gedefinieerd, omvat de algemene kenmerken van het gebied zodat de aard van dat gebied kan worden gekend. Deze beschrijving dient als achtergrond voor de beschrijving van de soorten functies in de volgende paragraaf.
Pagina 9
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
De beschrijving bestaat uit de weergave van de kenmerkende gebiedsdelen, de historische gelaagdheid van het plangebied, van de eigenschappen van dat gebied en van de dynamische relatie met de omgeving rondom het plangebied.
2.1.1
Kenmerkende gebiedsdelen
Het plangebied heeft twee kenmerkende delen die van elkaar zijn te onderscheiden, namelijk de oude lintbebouwing langs het Oosteinde en het glastuinbouwgebied achter die lintbebouwing. In het inrichtingsplan W ijkpark wordt het kassengebied volledig benut voor woningbouw, verkeer, groenvoorzieningen en water. Slechts enkele delen van de oude lintbebouwing worden vervangen met het inrichtingsplan.
2.1.2
Historische gelaagdheid
Rond 1100 bestond het grondgebied van de huidige gemeente Westland uit de volgende drie milieutypes: de Geestambachten van de strandwalzone, de verspreide veenpioniers langs het Lierstelsel en de gestructureerde veenontginningen in Maasland. De maatschappelijke context van waaruit het landschappelijk geheel in ontwikkeling werd gebracht was die van de geboortetijd van het graafschap Holland. Een aantal flinke overstromingen teisterde het grondgebied in 1132 en 1164. De zee brak door “het spongat” van de Booma, tussen Naaldwijk en M onster. De daarmee gepaarde waterstroom koos grotendeels het stroombed van een vroegere waterloop: de Gantel. Direct na de eerste overstromingen werd het land opnieuw bedijkt en opnieuw voor ontginning geschikt gemaakt. Voor het waterbeheer in het nieuwe landschap kwam een samenwerking tot stand in de
vorm
van
het
Hoogheemraadschap
dat
sinds
1319
functioneert
als
samenwerkingsverband van 12 uitwaterende ambachten. In 1464 stelde Philips van Bourgondië de Staten-Generaal in waarin Hollanders, Vlamingen en Brabanders gezamenlijk positie bepaalden ten opzichte van de Duitse
Pagina 10
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Hanze en de Engelsen. Het kader voor internationale handel dat zo ontstond bood het Westland gelegenheid om landbouw- en nijverheidsproducten af te zetten. Solide boerenbedrijven ontwikkelden zich en er tekende zich een taakverdeling af tussen de dorpen. Daarmee bepaalde deze periode voor een groot deel de identiteit van het Westland voor de eeuwen daarna. Het landschappelijk beeld werd vanaf de 15 e eeuw aangevuld met talrijke windmolens die nodig waren om het dalende veenlandschap voldoende voor landbouw geschikt te houden. Vanaf het begin van de 17 e eeuw maakte het Westland volop deel uit van de ontwikkelingen van de Republiek der Verenigde Nederlanden. De agrarische productie in het Westland bestreek toen een breed palet. Rond 1750 was het landschap verder verlevendigd met meer dan 30 buitenplaatsen. In 1795 vielen de Franse legers Nederland binnen. De Franse idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap betekenden het einde van de buitenplaatscultuur. Ook de agrarische ontwikkelingen toonden een verschraling. De landbouwcrisis rond 1880 was voor veel agrariërs in het Westland het sein om ook over te gaan op tuinbouw. Het fijnmazige stelsel van vaarsloten deed dienst als infrastructuur voor het vervoer van de tuinbouwproducten en als gietwater. Het Westlandse wegennet bleek volstrekt ongeschikt voor de in de jaren 20 onmiskenbare inzet van de vrachtauto. De Westlandse gemeenten droegen daarom de wegen die in aanmerking kwamen voor opwaardering over aan de provincie. De smalle straatwegen werden, voor die tijd, riante asfaltlopers. Na 1950 werden de veranderingen in grondgebruik vooral veroorzaakt door een sterke groei van de woonkernen en een verdere uitbreiding van het glasareaal. Niet alleen het oppervlak van het glasgebied nam toe, maar ook de schaal van de bedrijven. Het plangebied bevindt zich temidden van de stedelijke ontwikkelingen die plaatsvinden in de kern W ateringen. Met de realisering van het ruimtelijke plan Wijkpark ontwikkelt het plangebied zich van landbouwgrond, in de vorm van een
Pagina 11
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
enclave temidden van stedelijk gebied, tot een integraal onderdeel van de woonkern Wateringen.
2.1.3
Eigenschappen van het plangebied
2.1.3.1 Geomorfologie
De geomorfologie beschrijft de reliëfvormen en de processen die daaraan ten grondslag hebben gelegen. De omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door de agglomeratievorming (verstedelijking) van Den Haag, ten noorden van het plangebied. Deze is gelegen op een vlakte met enig reliëf en plaatselijk zonder reliëf. Ten zuiden bevindt zich een plaatselijk overstroomde veenvlakte die aan verstedelijking onderhevig is. Dit veenlandschap wordt gekenmerkt door vlakten met plaatselijk enkele lage heuvels, ruggen en welvingen. Anno 2008 is aan de oppervlakte echter weinig van dit landschap herkenbaar. 2.1.3.2 Demografie
De kern Wateringen heeft op het moment van het functionele onderzoek circa 17.000 inwoners. De grootste bevolkingsgroep is die in de leeftijd van boven de 50 jaar. De trend van vergrijzing is in W ateringen duidelijk zichtbaar. Het aantal ouderen zal in de komende tijd snel stijgen. Het aandeel jongeren is betrekkelijk laag. Deze trekken voornamelijk naar de aangrenzende gemeenten. Van de bevolkingsopbouw van de nieuwbouwlocatie Wijkpark zijn op voorhand geen concrete cijfers voorhanden. Wel kan er een schatting worden gemaakt.
Pagina 12
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Het aantal woningen in de wijk bedraagt 65, waarvan 28 appartementen. Met dit gegeven wordt verwacht dat er binnen de wijk circa 150 mensen komen te wonen. De patiowoningen zullen vooral in trek zijn bij het jongerensegment, de vrije kavels bij de segmenten van middelbare leeftijd. De toekomstige bewoners zullen voornamelijk, dan wel geheel afkomstig zijn uit de gemeente Westland.
2.1.3.3 Economie
In het plangebied is slechts een bedrijf aanwezig. Het Oosteinde dat door het plangebied loopt vormt wel een economisch belangrijke verkeersverbinding tussen
Wateringen en Den Haag met haar randgemeenten.
2.1.4
Dynamische relatie met de omgeving
Het plangebied is een op zichzelf staand plan. Het gebied heeft noodzakelijk een woonfunctie. Het centraal gelegen park voorziet in de behoefte van de omliggende wijk. Het Wijkpark verbindt enkele fietsroutes die lopen tussen W ateringen en ’s- Gravenhage.
Pagina 13
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
2.2
Beschrijving van de soorten functies in het plangebied
Binnen het plangebied vallen de volgende (groepen van) functies te onderkennen. 2.2.1
Bedrijven
Er is binnen het plangebied één bedrijfspand aanwezig, namelijk: -
autobedrijf Ruiter, gelegen aan het Oosteinde 21.
Het garagebedrijf bestaat uit een showroom, een stallingsruimte op het erf en een werkplaats. Het gebouw bestaat uit één bouwlaag met gedeeltelijk een kap. Dit betreft een inrichting in categorie 2 volgens de bedrijvenlijst van ‘Bedrijven en milieuzonering’ van de VNG. Hiermee vormt de inrichting geen belemmering voor omliggende woningen.
Het gebouw van de “Technische Handelsonderneming Meeuisse” aan de Herenstraat is gesloopt en maakt plaats voor nieuw te ontwikkelen woningbouw. 2.2.2
W oningen
Langs de randen van het plangebied bevinden zich een aantal woningen. In het westelijk deel van het plangebied, naast het zorgcentrum “De Ark”, zijn de volgende woningen aanwezig: -
een rij huizen van zeven woningen, gelegen aan de Herenstraat 87 tot en met 99;
De woningen met de nummers 91 tot en met 99 zijn gesloopt om plaats te maken voor de inrit ten behoeve van de te realiseren appartementen. Het pand met de nummers 87 en 89 is een monumentaal pand. Dit gebouw bestaat uit een souterrain, twee bouwlagen met een kap. In de achtertuin zijn meerdere bijgebouwen aanwezig, waaronder een tweetal kleinere bouwwerken. Tevens is het pand voorzien van een tweelaagse aanbouw met kap.
Pagina 14
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
-
een twee-onder-een-kap woning, gelegen aan het Oosteinde 1 en 3;
Het pand bestaat uit twee bouwlagen. De tweede laag is aan de zijkant voorzien van een schuin aflopende gedeelte met pannen, het dak zelf is plat. Aan de zij- en achterkant bevindt zich een drietal garages en een L-vormige uitbouw met een oppervlakte van ongeveer 45 vierkante meter.
-
een vrijstaande woning, gelegen aan het Oosteinde 5;
De woning bezit twee bouwlagen met een ruime kap. Aan de achterzijde is op een uitbouw een balkon gerealiseerd. Het bijgebouw met een garagedeur bestaat uit één bouwlaag met een kap.
-
een twee-onder-een-kap woning, gelegen aan het Oosteinde 9 en 11;
De woning aan het Oosteinde 9 heeft twee bouwlagen met een kap. Aan de voorzijde is een erker gerealiseerd. De erker heeft een boeiboordhoogte van meer dan 3 meter. Oosteinde 11 bestaat uit één bouwlaag met kap. Het pand vormt een eenheid, ondanks de verschillende maatvoering van de twee woningen. In de tuin van Oosteinde 11 is een grote kas aanwezig van circa 85 vierkante meter. De goothoogte van de kas bedraagt circa 1,5 meter en de nokhoogte bedraagt circa 3,5 meter.
De gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen en aanbouwen per perceel bedraagt over het algemeen niet meer dan 50 vierkante meter. Op het perceel Oosteinde 11 staat een kas van ongeveer 85 vierkante meter.
-
een twee-onder-een-kap woning, gelegen aan Oosteinde 13 en 15;
Het gebouw bestaat uit één bouwlaag met een kap. De woning aan het Oosteinde 13 heeft een erker aan de voorzijde met daarop een balkon. Aan de achterzijde zijn twee bijgebouwen gerealiseerd, waarvan één tegen de woning is aangebouwd. Het totale oppervlak aan bijgebouwen bedraagt circa 45 m².
-
een nieuwe woning, gelegen aan het Oosteinde 17;
Pagina 15
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Op het perceel is een geheel nieuw huis gerealiseerd. De woning bestaat uit twee bouwlagen met een kap. Op een recente luchtfoto is een kleine kas van 12 m² te zien, verder zijn er momenteel geen aan- en bijgebouwen aanwezig.
-
een woning, gelegen aan het Oosteinde 19.
Deze woning van geringe afmeting bezit een uitbouw aan de achterzijde. Het pand bestaat uit één bouwlaag met een kap. De oppervlakte van de uitbouw is groter dan de woning en bedraagt circa 60 m². Aan de achterzijde is tevens een bijgebouw gerealiseerd van circa 12 m². Het totale oppervlakte aan bijgebouwen op dit perceel bedraagt 72 m².
In het zuidelijk deel van het plangebied bevindt zich: -
een woning, gelegen aan De Colman 29A.
Achter de bebouwing aan de Herenstraat ligt een woning bestaande uit één bouwlaag met een kap. Rondom de woning staan twee bijgebouwen van respectievelijk 11 m² en 25 m,² en een grote kas. De kas bestaat uit één bouwlaag met een kap, en heeft een oppervlakte van ruim 100 m². Het totale oppervlak aan bijgebouwen en aanbouwen op dit perceel bedraagt circa 136 m².
In het oostelijk deel van het plangebied bevinden zich: -
woningen gelegen aan de Bovendijk 110, 114 en 116.
Deze drie woningen liggen geheel aan de oostzijde van het plangebied. De woning aan de Bovendijk 110 betreft een gebouw van 2 bouwlagen met een kap. Aan de achterzijde is een uitbouw gerealiseerd van 12 m². Aan de achterzijde staat een kas van ongeveer 35 m², met een nokhoogte van 3 meter. Het totale oppervlak aan bijgebouwen en aanbouwen op dit perceel bedraagt circa 47 m² .
De woning aan de Bovendijk 114 bestaat uit één bouwlaag met een kap. Aan de achterzijde bevindt zich een kas met een lage goothoogte van omstreeks één meter, een nokhoogte van bijna 4 meter en een oppervlakte van ruim 80 m². Daarbij is aan de zijkant van de woning een overkapping gemaakt van 12 m². Het totale oppervlak aan bijgebouwen en aanbouwen op dit perceel bedraagt circa 92 m².
Pagina 16
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
De woning aan de Bovendijk 116 bestaat eveneens uit één laag met een kap. Aan de achterzijde van de woning bevindt zich een kas met een oppervlakte van ruim 120 m², en een nokhoogte van ongeveer 3 meter. Naast de kas is een transformatorhuisje aanwezig van 9 m². Het totale oppervlak aan bijgebouwen en aanbouwen op dit perceel bedraagt circa 129 m².
Deze drie woningen worden ontsloten via de Bovendijk die enkel bereikbaar is voor bestemmingsverkeer.
2.2.3
Groenvoorzieningen
Het plangebied bestaat primair uit glastuinbouwgebied. In de tuinen van de woningen aan de Bovendijk en het Oosteinde zijn enkele grote bomen aanwezig in de vorm van respectievelijk solitairen en laanbeplanting.
2.2.4
Waterlopen en waterbergingen
In het plangebied bevinden zich de volgende watergangen die zowel bovengronds, in de vorm van oppervlaktewater, als ondergronds, in de vorm van duikers, zijn gesitueerd: -
de boezemwatergang langs het Oosteinde en de Herenstraat, in de vorm van een duiker onder de weg;
2.2.5
-
de bovengrondse polderwatergang, langs de Bovendijk;
-
de bovengrondse polderwatergang langs De Colman.
Waterkeringen
In het plangebied zijn een aantal waterkeringen aanwezig waarop de Keur van het Hoogheemraadschap van Delfland van toepassing is, namelijk:
Pagina 17
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
-
de boezemkade, gelegen langs het Oosteinde en de Herenstraat, aan de noordwestzijde van het plangebied;
-
de polderkade aan de Bovendijk, grenzend aan de zuidoostzijde van het plangebied;
2.2.6
Verkeersverbindingen en parkeerplaatsen
2.2.6.1 Verkeersverbindingen algemeen
In het plangebied bevinden zich alleen verbindingen voor wegverkeer. Verbindingen voor waterverkeer en luchtverkeer behoeven geen beschrijving, omdat dit verkeer geen invloed heeft op de ruimtelijke ordening binnen het plangebied. Het plangebied is momenteel niet ontsloten. Langs de randen van het plangebied zijn een viertal wegen waarop ontsluitingen worden gemaakt voor de nieuwe wijk. 2.2.6.2 Ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer
Langs het plangebied loopt de Herenstraat, die ter hoogte van zorgcentrum “De Ark”, overgaat in het Oosteinde. Op deze autoweg geldt, binnen de bebouwde kom, een maximale snelheid van 50 kilometer per uur. Het Oosteinde functioneert als gebiedsontsluiting.
Het
plangebied
zal
voorts
worden
ontsloten
door
een
erfontsluitingsweg die zal aantakken op het Oosteinde. Voorts wordt er ter hoogte van het te plaatsen appartementengebouw een in- en uitrit gerealiseerd. Voor de Waterlandsingel, waarop tevens de erfontsluitingsweg naar de wijk, zal aantakken, geldt een maximale snelheid van 30 kilometer per uur, evenals De Colman. De weg voor de vrije kavelwoningen wordt doorgetrokken tot de Bovendijk, waardoor er tussen de woningen aan de Bovendijk 110 en 114 bruggen komen. De weg kan dienen als ontsluiting van de Bovendijk 110, 114 en 116. Voor auto’s betreft dit een doodlopende weg. 2.2.6.3 Ontsluiting voor langzaam verkeer
Pagina 18
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Het langzaamverkeer heeft momenteel geen directe ontsluiting en begeeft zich langs de randen over de eerder genoemde wegen. Er bevindt zich een fietspad, deze ligt langs beide zijden van de Herenstraat en het Oosteinde, en een dubbel fietspad op de Bovendijk. De wijk wordt voor langzaam verkeer op dezelfde wijze ontsloten als voor het autoverkeer. Tevens zijn er aparte fietspaden tussen het Waterpark en het Oosteinde, het Waterpark en De Colman en de Waterman enerzijds en de Waterlandsingel en de Bovendijk anderzijds. In het park zijn fiets- en voetpaden aanwezig. 2.2.6.4 Ontsluiting middels openbaar vervoer
Het plangebied is met het openbaar vervoer bereikbaar door middel van de busverbinding
van
Naaldwijk
naar Den
Haag, en
door
middel van
een
tramverbinding van de wijk Statenkwartier (Den Haag) naar de wijk Wateringseveld (Den Haag). Op de Laan van Wateringseveld is een bushalte aanwezig. De tramhalte bevindt zich op het Lage Veld in Den Haag. 2.2.6.5 Verkeersintensiteit
De gemeten verkeersintensiteit in het plangebied is de volgende:
Straatnaam :
A antal verkeersbew egingen per etm aal:
Oosteinde van W ateringen naar Rijswijk
6500
Oosteinde van Rijswijk naar W ateringen
6300
Bron: gem eente W estland 2007
2.2.6.6 Parkeren
De woningen langs de randen van het plangebied hebben parkeergelegenheid op eigen terrein. In het aangrenzende stedelijke gebied van Den Haag en De Colman hebben de bewoners te kampen met een gering tekort aan parkeerplaatsen. Aan de
Pagina 19
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Waterlandsingel zullen
extra parkeerplaatsen
worden
aangelegd
om
dit te
ondervangen. Voor het aantal parkeerplaatsen ten behoeve van de te realiseren woningen is de norm van toepassing, zoals deze is opgenomen in het verkeers- en vervoersplan van de gemeente Westland. Voor de patiowoningen geldt dat er in het totaal 54 parkeerplaatsen aanwezig dienen te zijn. In het bouwvoornemen zijn 58 parkeerplaatsen gesitueerd, waarmee wordt voldaan aan de gestelde parkeernorm. Voor het appartementencomplex geldt dat er in het totaal 53 parkeerplaatsen aanwezig moeten zijn. In het bouwvoornemen zijn 59 parkeerplaatsen geprojecteerd, waarvan 32 inpandig en 27 openbare parkeerplaatsen buiten, zodat hiermee wordt voldaan aan de gestelde parkeernorm.
Pagina 20
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
B.
TECHNISCH ONDERZOEK
Het technisch onderzoek wordt onderscheiden in gebiedsgericht onderzoek en locatiegericht onderzoek.
2.3
Gebiedsgericht onderzoek
Het gebiedsgerichte onderzoek betreft onderzoek dat van belang is voor het gehele plangebied of substantiële delen daarvan, en waarvan de resultaten een plaats hebben gevonden in de planregels (prevalerende bestemmingen). Het onderzoek is technisch van aard en betreft onderzoek dat een noodzakelijke voorwaarde vormt voor een goede ruimtelijke ordening. Met deze paragraaf wordt direct gevolg gegeven aan artikel 3.1.6, eerste lid, onder b. en d., van het Besluit ruimtelijke ordening.
2.3.1
Water in het plangebied
2.3.1.1 W aterkeringen
Aan de noordwestzijde grenst het plangebied aan de boezemkade Oosteinde/ Herenstraat. Bij deze boezemkade hoort een keurzonering van 28 meter, bestaande uit een kernzone van 13 meter, gerekend vanuit het midden van de weg (asweg), en daarbuiten een beschermingszone van 15 meter. Delen van het plangebied vallen binnen deze keurzonering. Daarnaast grenst het plangebied aan de zuidoostzijde aan de polderkade Bovendijk. Bij deze polderkade hoort
eveneens
een
keurzonering,
bestaande
uit
een
kernzone
en
een
beschermingszone. Ook aan deze zijde van het plangebied vallen onderdelen binnen de keurzonering van de polderkade Bovendijk. Voor alle werken binnen deze keurzones is als gevolg van de Algemene Keur van het Hoogheemraadschap van Delfland een vergunning nodig. De exacte begrenzing van de keurzones en de voorwaarden voor nadere uitwerking van planonderdelen die zijn gelegen binnen de keurzones, zijn in overleg met de afdeling Keurbeheer van het Hoogheemraadschap van Delfland vastgesteld. 2.3.1.2 W aterkwantiteit
Pagina 21
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Uitgaande van een waterbergingsnorm van 325 kubieke meter per hectare voor stedelijk gebied en het oppervlak van het plangebied van circa 5,16 hectare, dient binnen het plangebied ongeveer 1.680 kubieke meter waterberging beschikbaar te zijn. Daarnaast wordt rekening gehouden met een aanvullende bergingsopgave van circa 175 kubieke meter, ter compensatie van het bergingstekort binnen een deel van het centrum van Wateringen. De totaal benodigde waterbergingscapaciteit binnen het plangebied komt hiermee op ongeveer 1.855 kubieke meter. Voor de ontwikkeling van het plan Wijkpark wordt geen bestaand oppervlaktewater gedempt. Samengevat dient dus, uitgaande van een maximaal toelaatbare peilstijging van 35 centimeter, een oppervlakte van circa 5.300 vierkante meter te worden bestemd als open water. Dit betekent een benodigd percentage aan open water van circa 10 procent. In het plan W ijkpark wordt voorzien in een areaal open water van ongeveer 9.750 vierkante meter. Uitgaande van de benodigde hoeveelheid oppervlaktewater van circa 5.300 vierkante meter en een geprojecteerde oppervlakte van circa 9.750 vierkante meter, wordt binnen het plan dus een overschot aan open water aangebracht van ongeveer 4.450 vierkante meter. Als gevolg van de aansluiting van het watersysteem van het plan W ijkpark op het systeem van (een deel van) het centrum van Wateringen, zal de totale waterberging in het peilvak worden vergroot, waardoor de kans op wateroverlast zal afnemen. 2.3.1.3 W aterkwaliteit en ecologie
Gegevens met betrekking tot de oppervlaktewater- en bodemkwaliteit zijn afkomstig uit de studie ABC Polders voor de Oud en Nieuw Wateringseveldsche Polder. Hierin wordt
het
volgende
algemene
beleid
geschetst
van
de
fysisch-chemische
waterkwaliteit: -
het stikstofgehalte ligt in de buurt van de streefwaarde behorende bij het ambitieniveau dat aan het water is toegekend (“water dat siert”);
-
het totale fosfaatgehalte is zeer hoog en duidt op zeer voedselrijk, hypertroof water;
Pagina 22
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
-
het zuurstofgehalte ligt beneden met minimum van 5 mg/l; vooral in de zomer treden periodiek zeer lage zuurstofgehaltes op.
De biologische waterkwaliteit is overwegend matig, gemeten naar de STOWAbeoordelingsmethodiek. Van de waterbodemkwaliteit binnen het plangebied zijn geen gegevens beschikbaar. 2.3.1.4 Riolering en afvalwater
In de bestaande wijk langs De Colman, ten zuidwesten van het plangebied, bevindt zich een gescheiden rioolstelsel. Het gebied langs de Oosteinde, aan de noordzijde van het plangebied, is gemengd gerioleerd. In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen riooloverstorten. Als onderdeel van het realiseren van een duurzaam watersysteem voor wijkpark wordt gestreefd naar beperking van de afvoer van schoon hemelwater naar de Rioolwater Zuiveringsinstallatie (RWZI), en scheiding van schone en vuile waterstromen. Hiertoe worden de verharde oppervlakken binnen het plangebied afgekoppeld van de riolering. Dit betekent dat in het plan Wijkpark een gescheiden rioolstelsel zal worden aangelegd. Het vuile water zal via een vrij vervalsysteem en een drukriool lozen op de bestaande (gemengde) riolering van de Herenstraat. Het schone hemelwater, afkomstig van de daken van de woningen, wegen en trottoirs binnen het plangebied, zal via regenwaterafvoerleidingen worden afgevoerd naar het oppervlaktewatersysteem.
2.3.2
Natuurlijke en landschappelijke waarden in het plangebied
Binnen het gebied van het bouwvoornemen bevinden zich een aantal beschermde diersoorten. Voor de uitvoering van het project Wijkpark, waar de bouw van de patiowoningen en de appartementen onderdeel van vormen, is op 8 juli 2004 door de minister van LNV een ontheffing verleend van de verbodsbepaling, zoals genoemd in
Pagina 23
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
artikel 11 van de Flora- en faunawet. Deze ontheffing is geldig tot en met 31 december 2007. Voornoemde ontheffing is opgenomen in de bijlagen van deze toelichting.
2.3.3
Archeologische waarden in het plangebied
In de cultuurhistorische hoofdstructuur van de provincie Zuid-Holland is het plangebied aangewezen als gebied waarin de verwachting aanwezig is dat er archeologische waarden aanwezig zijn. Archeologisch onderzoek is hierdoor noodzakelijk. In juli 2006 is door het bureau RAAP een verkennend archeologisch onderzoek verricht binnen een deel van het plangebied. Uit het onderzoeksrapport wordt geconcludeerd dat er in het plangebied twee kansrijke zones aanwezig zijn voor het aantreffen van archeologische resten. Deze zones bevinden zich gedeeltelijk onder de te bouwen patiowoningen en appartementen. Ten behoeve van deze kansrijke zones is, tevens in juli 2006, een karterend onderzoek verricht waaruit kan worden geconcludeerd dat, ten aanzien van de top van de Oude Duin- en Strandzanden, de kans op het aantreffen van intacte vindplaatsen uit het Midden Neolithicum zeer klein is. De resultaten van dit onderzoek geven onvoldoende inzicht in de aard, datering en kwaliteit van de archeologische vindplaats. Voor het vaststellen van deze eventueel aard datering en kwaliteit is op 8 december 2006 een proefsleuvenonderzoek verricht. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek in het zuidelijke deel van het plangebied is vastgesteld dat in de ondergrond van het plangebied een duin aanwezig is waarop een strooiing houtskool is aangetroffen. In de sleuf die is aangelegd in de op basis van het vooronderzoek meest kansrijke zone (daar de strandwalzanden het hoogste liggen) is slecht één grondspoor aangetroffen. Deze kuil is het enige spoor dat toe te schrijven is aan menselijke activiteit ter plaatse. Van een concentratie
Pagina 24
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
archeologische artefacten is geen sprake. Er is slechts een strooiing houtskool aangetroffen. Het ontbreken van duidelijke archeologische sporen kan verklaard worden door het feit dat latere bioturbatie en vergravingen eventuele sporen hebben verstroord. Daarnaast moet rekening gehouden worden met het feit dat op de vindplaats slechts summiere menselijke activiteit heeft plaatsgebonden met als resultaat één kuil en strooiing houtskool. De eindconclusie is dat er te weinig archeologische resten zijn aangetroffen om de vindplaats als behoudenswaardig aan te kunnen merken. Desalniettemin resteert de vraag welke activiteiten/processen de oorzaak zijn voor de summiere resten die zijn aangetroffen. Daarom wordt aanbevolen de verdere ontwikkeling van het plangebied een archeologische begeleiding te laten uitvoeren in het zuidelijke deel dat grenst aan de Bovendijk en ligt lussen de percelen Bovendijk 110 en Bovendijk 114. Archeologische begeleiding houdt in dat een archeologisch medewerker tijdens of direct voorafgaand aan de grondwerkzaamheden archeologische waarnemingen worden gedaan. Eventuele archeologische sporen en vondstmateriaal worden gedocumenteerd en verzameld. Uitgangspunt hierbij is dat de grondwerkzaamheden geen vertraging mogen oplopen. Voornoemde onderzoeken zijn opgenomen in de bijlagen van deze toelichting.
2.3.4
Andere cultuurhistorische waarden in het plangebied
Binnen het plangebied is één rijksmonument aanwezig namelijk “‘t Hooge Huijs” aan Herenstraat 89. Het herenhuis is gebouwd op een rechthoekige plattegrond met een schilddak. Het pand is karakteristiek voor de tweede helft van de 19 e eeuw, waarin het gebouwd is. De ligging aan de rand van het dorp is markant.
Pagina 25
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
2.3.5
Geluidskwaliteit in het plangebied
Ten behoeve van de geluidskwaliteit in het plangebied is onderzoek verricht. Voor dit onderzoek wordt verwezen naar paragraaf 6.3.1 in Hoofdstuk VI van deze toelichting.
2.3.6
Luchtkwaliteit in het plangebied
Ten behoeve van de luchtkwaliteit in het plangebied is onderzoek verricht. Voor dit onderzoek wordt verwezen naar paragraaf 6.3.2 in Hoofdstuk VI van deze toelichting.
2.3.7
Externe veiligheid in het plangebied
Op 27 oktober 2004 is het Besluit Externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van kracht geworden. Het Bevi legt veiligheidsnormen en zoneringen op aan bedrijven en/of activiteiten die een risico vormen voor personen. Op grond van bovengenoemde regelgeving dient bij ruimtelijke ontwikkelingen verplichte afstandsnormen tussen gevaarlijke inrichtingen of activiteiten als chemische fabrieken,
LPG-tankstations,
het
vervoer
van
gevaarlijke
stoffen
(inclusief
transportleidingen) en (beperkt) kwetsbare objecten in acht te worden genomen. Op het gebied van externe veiligheid is op provinciaal niveau de nota ‘Risico in Balans’ vastgesteld. Daarnaast heeft het Stadsgewest Haaglanden, waartoe ook de gemeente Westland behoord, de beleidsnota ‘Samen W erken aan Externe Veiligheid’ opgesteld. In beide nota’s zijn vijf kernpunten opgenomen: 1.
Het ontstaan van nieuwe knelpunten tegengaan;
2.
Het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van inrichtingen;
3.
Bestaande knelpunten saneren;
4.
Zorgvuldige risicocommunicatie;
5.
Hulpverlening: het bevorderen va de samenwerking en de kwaliteit van de uitvoering en het richting geven aan de organisatorische versterking.
Pagina 26
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Externe veiligheid betreft de risico’s die ontstaan door gevaarlijke stoffen: tijdens de productie, de opslag, het gebruik en het transport kunnen zich calamiteiten voordoen waardoor de veiligheid van de omgeving in het geding is. Deze risico’s worden uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico, waarbij in de normering onderscheid wordt gemaakt in bestaande en toekomstige situaties. Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s van gevaarlijke stoffen. Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans dat iemand komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen, Hierbij wordt verondersteld dat een (fictieve) persoon zich gedurende 24 uur per dag een heel jaar lang, onbeschermd op een plaats bevindt. Het plaatsgebonden risico kan worden weergegeven door een lijn op een kaart die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt ( de zogeheten risicocontour). Voor kwetsbare objecten geldt een maximaal toelaatbare overlijdenskans van 1 op één miljoen (10-6 risicocontour). Dit betekent dat bij nieuwe situaties de grenswaarde wordt overschreden als zich woningen of andere kwetsbare objecten tussen de 10-6 risicocontour en de inrichting, transportroute of buisleiding bevinden. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6 contour als richtlijn. Dit betekent dat bij voorkeur geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten binnen deze contour opgericht worden. Een gemeente kan hier gemotiveerd van afwijken en besluiten om toch aan de realisatie van nieuwe beperkt kwetsbare objecten binnen deze contour mee te werken.
Pagina 27
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Groepsrisico Het groepsrisico (GR) is een maat voor de kans dat meerdere personen gelijktijdig overlijden als het direct gevolg van één ongeval, het effect van het ongeval en het aantal aanwezige personen binnen het invloedsgebied (de afstand tot waar nog dodelijke slachtoffers vallen). Het groepsrisico is niet ruimtelijk weer te geven met contouren, maar wordt uitgedrukt in een grafiek waarin de groepsgrootte van aantallen slachtoffers wordt uitgezet tegen de cumulatieve kans dat een dergelijke groep slachtoffer wordt van een ongeval: de Fn-curve. Inventarisatie relevante risicobronnen voor het plangebied In het plangebied en in de directe omgeving van het plangebied zijn geen inrichtingen aanwezig, als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Tevens bevinden zich in het plangebied geen hoofdtransportleidingen en is er geen route voor gevaarlijke stoffen in de omgeving van het plangebied aanwezig.
2.3.8
Bodemkwaliteit in het plangebied
Ten behoeve van de bodemkwaliteit in het plangebied is onderzoek verricht. Voor dit onderzoek wordt verwezen naar paragraaf 6.3.4 in Hoofdstuk VI van deze toelichting.
2.4
Locatiegericht onderzoek
Het locatiegerichte onderzoek betreft onderzoek dat van belang is voor een specifieke locatie, hetzij een ontwikkelingslocatie hetzij een locatie waarop toekomstige ontwikkelingen zijn te verwachten en waarmee rekening is gehouden in de flexibiliteit van de planregels. Het onderzoek is technisch van aard en betreft onderzoek dat noodzakelijke voorwaarde vormt voor een goede ruimtelijke ordening.
Pagina 28
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
2.4.1
Planontwikkeling
Voor het (verdere) onderzoek ten behoeve van de planontwikkeling wordt verwezen naar Hoofdstuk VI van de toelichting.
2.4.2
Toekomstige planontwikkeling
Voor toekomstige planontwikkeling is geen onderzoek verricht omdat zulke toekomstplannen ten tijde van de eindredactie van het bestemmingsplan onbekend waren.
Pagina 29
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
HOOFDSTUK III
Ruimtelijke randvoorwaarden
Voor de wettelijke voorgeschreven waardering van de functies in het plangebied, waarvan de inventarisatie is weergegeven in Hoofdstuk II van deze toelichting, is de bepaling van het randvoorwaardenscheppend
kader
waarbinnen
die
waardering
moet
plaatsvinden,
noodzakelijk. Het kader wordt gevormd door de ruimtelijke randvoorwaarden die de andere overheden dan de gemeente hebben gesteld. De randvoorwaarden worden onderscheiden in die welke zijn gesteld in de beleid voor ruimtelijke ordening zelf, en die welke in andere sectoren van overheidsbeleid zijn gesteld.
A.
RANDVOORWAARDEN ALGEMEEN
Met de volgende randvoorwaarden vanuit het ruimtelijke beleid van de overheid, is bij het opstellen van het bestemmingsplan rekening gehouden.
3.1
Ruimtelijk beleid van de gemeente
3.1.1
Structuurvisie(s) van de gemeente
De gemeente heeft nog geen structuurvisie vastgesteld als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Volgens het overgangsrecht van deze wet wordt een structuurplan als bedoeld in artikel 7 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gelijkgesteld met een structuurvisie zoals bedoeld in artikel 2.1 van de nieuwe wet. De gemeente heeft zelf echter geen structuurplan van kracht omdat zo een plan op regionaal niveau is vastgesteld.
Pagina 30
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
3.1.2
Ander ruimtelijk beleid van de gemeente
In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende andere beleid van de gemeente tot uitdrukking gekomen. 3.1.2.1 Visie Greenport Westland 2020 (2005) (vastgesteld door de raad van de gemeente op 26 april 2005) De Visie Greenport W estland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten in woord en beeld. Daarmee geeft de visie ook andere partijen inzicht in de ruimtelijke ontwikkelingen van de gemeente W estland. De ruimtelijke component en hoe om te gaan met de glastuinbouwcluster (inclusief de niet ruimtelijke component) staan in de visie voorop. Naast een ruimtelijke vertaling op hoofdlijnen biedt het ook de onderlinge afstemming van de ambities van de gemeente op de gebieden water en groen, verkeer en vervoer, wonen, de glastuinbouwcluster, maatschappelijke en economische voorzieningen. De visie bevat tevens richtinggevende uitspraken over de rol van de gemeente ten aanzien van het glastuinbouwcomplex en de andere ruimtevragers.
Het plangebied wordt in de visie aangeduid als ‘uitleglocatie’. Het oprichten van de woningen is in overeenstemming met het in de visie verwoorde beleid. In het plangebied vinden verder geen grootschalige ontwikkelingen plaats die dienen te worden bezien in het licht van de Visie Greenport Westland 2020.
3.1.2.2 W estland, Glashart voor het milieu; milieubeleidsplan 2005 – 2010 (vastgesteld door de raad van de gemeente op 30 augustus 2005) Deze nota bevat het milieubeleid voor de Gemeente W estland voor een periode van vijf jaar. Deze nota is een gebiedsgericht beleidsplan, welke vooral gericht is op gebieden waar ontwikkelingen plaatsvinden. De overkoepelende doelstelling van het beleidsplan is: ‘Het verbeteren van de leefbaarheid op korte termijn en het leveren van een bijdrage aan de duurzaamheid van de gemeente op langer termijn, waarbij aansluiting bij actuele en toekomstige ontwikkelingen kansen biedt om eventueel bestaande knelpunten en toekomstige te voorkomen’.
Pagina 31
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
In
dit gebiedsgerichte
beleidsplan
wordt onderscheidt gemaakt tussen
verschillende
gebiedstyperingen namelijk: centrumgebied, bedrijventerrein, glastuinbouw, woongebied, villawijk, recreatief groen en natuurgebied. Voor deze gebiedstypen zijn in het beleidsplan per gebiedstype verschillende ambities en maatregelen opgenomen, welke het uitgangspunt vormen voor het op diversen terreinen nog te formuleren milieubeleid. Tevens worden deze ambities en maatregelen ingebracht in ruimtelijke planprocessen.
Het plangebied wordt in het milieubeleidsplan aangeduid als gebiedstype ‘woongebied’. Voor dit gebiedstype zijn ambities en maatregelen geformuleerd die ruimtelijk relevant zijn voor het plangebied, namelijk: -
minimaal 25 tot 30 procent van het plangebied dient onverhard te zijn;
-
de hoofdfuncties in het plangebied worden aangeduid als wonen, werken water(-berging) en groen;
-
waterpartijen moeten worden voorzien van natuurvriendelijke oevers;
-
het groenareaal moet worden vergroot en worden gekoppeld aan weg- en waterstructuren;
-
de aanwezige natuurwaarde binnen het plangebied moet worden verhoogd, waarbij
waardevolle
gebieden
moeten
worden
verbonden
met
het
buitengebied; -
het plangebied moet goed bereikbaar zijn voor openbaar vervoer, voetgangers en fietsers, die als vormen van mobiliteit prevaleren boven autoverkeer;
-
parkeren binnen het plangebied moet zoveel mogelijk geconcentreerd, dan wel op eigen terrein, plaatsvinden;
-
bedrijvigheid in het plangebied is toegestaan, waarbij de milieu-belastende activiteiten
ten
hoogste
tot
milieucategorie
2
van
de
Staat
van
bedrijfsactiviteiten mogen behoren. Bovengenoemde ambities en maatregelen zijn van toepassing op locaties waar nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, dan wel mogelijk worden gemaakt. 3.1.2.3 W aterplan gemeente Westland (vastgesteld door de raad van de gemeente op 22 april 2008)
Pagina 32
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Het W aterplan van de gemeente W estland heeft als ambitie een duurzaam en veerkrachtig watersysteem met belevingswaarde. Burgers en bedrijven moeten veilig en plezierig kunnen wonen, werken en recreëren met water in hun nabijheid. In het Nationaal Bestuursakkoord W ater (NBW ) is vastgelegd dat gemeenten met dreigende wateroverlast samen met waterschappen een waterplan moeten opstellen. Een belangrijke pijler van het kwantitatieve waterbeleid voor de 21 ste eeuw is het principe: vasthouden, bergen en afvoeren.
Het plangebied bevindt zich in de Oud- en Nieuw-Wateringveldsche Polder. De Ouden Nieuw-Wateringveldsche Polder ligt deels op Westland’s en deels op Haags grondgebied. Het W estlandse gedeelte heeft een omvang van 380 ha. In de gehele polder is een bergingstekort van 36.350 m 3. Om dit bergingstekort op te lossen zijn er verschillende oplossingsrichtingen aangedragen. Geen van deze oplossingen liggen in het plangebied.
3.1.2.4 Nota “Beleid Duurzaam Bouwen 2006-1010" (zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 31 januari 2006) De gemeente streeft naar duurzaam bouwen. De doelstelling van dit beleid is om door middel van duurzaam bouwen in de woningbouw, utiliteitsbouw en de grond- weg- en waterbouw, de milieubelasting terug te dringen. Dit betekend dat in een vroeg stadium de schade voor het milieu moet worden beperkt, dus al tijdens het ruimtelijk en stedenbouwkundig ontwerp in alle fases van de bouw.
De woningen binnen het plangebied worden gerealiseerd conform de normering die is opgenomen in het beleid voor duurzaam bouwen. 3.1.2.5 Nota beleidskader wonen (zoals deze is vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 28 juni 2005)
De nota beleidskader wonen moet gezien worden als een boodschap. In het rapport wordt aangegeven wat de gemeente op het gebied van wonen te wachten staat en hoe ze daarop kan inspelen. De nota is richtinggevend voor de herontwikkeling c.q. ingrepen in de bestaande voorraad, de realisatie van nieuwbouw en de vormgeving van woonmilieus in de gemeente. In het rapport wordt ervan uitgegaan om de mogelijkheden die bestaande woongebieden optimaal te kunnen benutten.
Pagina 33
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Het gemeentelijke besluit waarmee het programma van eisen voor het plan Wijkpark is vastgesteld, is van een eerdere datum dan de vaststelling van de Nota beleidskader wonen.
Het
betreffende
beleidsstuk
heeft
daarom
geen
invloed
op
het
bestemmingsplan Wijkpark. 3.1.3
Intergemeentelijk ruimtelijk beleid
De gemeente heeft op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen geen regeling gesloten.
3.2
Ruimtelijk beleid van de regio
De gemeente maakt deel uit van een plusregio als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen. In het bestemmingsplan is dan ook afstemming met het volgende regionale beleid tot uitdrukking gekomen. 3.2.1
Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (vastgesteld door het Stadsgewest Haaglanden)
Het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 heeft als ambitie dat de regio Haaglanden zich verder ontwikkelt als een regio van internationale allure, een regio die een duurzame kwaliteit van leven biedt door middel van een veilige, schone en aantrekkelijke woon- en leefomgeving en een sterke structuur. M et de verdere versterking van de kennisintensiteit van de economie van Haaglanden levert de regio een stevige bijdrage aan de realisatie van de in Europa afgesproken Lissabon-doelstelling ter versterking van de innovatiekracht van de Europese economie.
In de visie van het RSP slingert zich door de diverse landschappen van Haaglanden een sterke regionale groenblauwe structuur. De groengebieden moeten goed zijn onderhouden en aansluiten bij de wensen van de gebruikers. De ontwikkeling van de groengebieden en de randen daarvan moet zeer zorgvuldig ter hand worden genomen, zodat de kwaliteit van het groen wordt versterkt. Het groenblauwe netwerk is ook een robuuste basis onder de regionale ecologische structuur.
Pagina 34
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Het gehele plangebied is aangewezen als ‘nieuw recreatiegebied en groen’.
Deze
aanwijzing is gedefinieerd als een binnen de planperiode nieuw te ontwikkelen openluchtrecreatiegebied en, voor zover voorzien in bestaande en in voorbereiding zijnde plannen, mede gericht op natuur- en landschapsbouw. Het ruimtelijk plan Wijkpark is een nadere uitwerking van openluchtrecreatie in de vorm van een stadspark. 3.2.2
Regionale W oonvisie Haaglanden (zoals deze is vastgesteld door de Bestuurscommissie Westland van het stadsgewest Haaglanden op 26 november 2003)
De aanleiding voor de regionale woonvisie is dat het rijk een regionale vertaling va de nota ‘Mensen, wensen, wonen’ wenst. De woonvisie zal functioneren als referentiekader voor de provincie bij de beoordeling van ruimtelijke initatieven en als leidraad en inspiratiebron voor gemeenten bij het opstellen van lokale woonvisies en vernieuwingsplannen.
Het gemeentelijk besluit waarin het programma van eisen van het plan ‘Wijkpark’ is opgesteld was eerder vastgesteld dan de Woonvisie Zuid- Holland 2005- 2014. Het desbetreffende beleidsstuk heeft daarom geen invloed op het bestemmingsplan Wijkpark.
3.3
Ruimtelijk beleid van de provincie
In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende beleid van de provincie ZuidHolland tot uitdrukking gekomen.
3.3.1
Structuurvisie(s) van de provincie
De provincie heeft nog geen structuurvisie(s) vastgesteld als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening. Volgens het overgangsrecht van deze wet blijft het streekplan van kracht voor de duur zoals in het oude recht was voorgeschreven.
Pagina 35
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
3.3.1.1 Streekplan Zuid-Holland West (vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland op 19 februari 2003)
Op het gehele grondgebied van de gemeente is het Streekplan Zuid-Holland W est van toepassing. Het streekplan vormt, samen met het provinciaal Milieubeleidsplan en het provinciaal W aterhuishoudingsplan, het provinciale beleidskader voor de inrichting van de ruimte in de provincie.
Het plangebied valt binnen de in het streekplan opgenomen ‘rode contour’ en wordt aangeduid als stads- en dorpsgebied. Binnen de ‘rode contour’ wordt ruimte geboden voor
de
ontwikkeling
van
wonen
en
werken,
met bijbehorende
stedelijke
voorzieningen. In het streekplan wordt een relatie gelegd tussen het ruimtelijke ordeningsbeleid en het
stedelijke
vernieuwingsbeleid.
De
stedelijke
vernieuwingsopgave
in
het
streekplangebied is dermate belangrijk en omvangrijk dat voor een beperkt aantal locaties gewenste ontwikkelingsrichtingen worden aangegeven. Van de regio’s en de gemeenten wordt verwacht dat zij zich bij het uitwerken van de stedelijke vernieuwingsopgave vooral richten op woonmilieudifferentiatie en de uitbouw van unieke milieu’s, alsmede op het intensiveren van het ruimtegebruik. Het plangebied valt binnen de zone met een archeologische verwachting. Dit brengt de opgave met zich mee om cultuurhistorische ontwikkelingen en archeologische waarden richtinggevend te laten zijn voor de verdere ontwikkeling van het plangebied. Dit betekent echter geen bevriezing van de huidige situatie. Wel dienen oude waarden, samen met nieuwe ontwikkelingen, een functie en een plaats te worden geven.
3.3.1.2 Streekplan Zuid-Holland West; zevende partiële herziening (vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland op 30 januari 2008)
Het Streekplan als besproken in paragraaf 3.3.1.1 is met de zevende partiële herziening (Duivenvoordecorridor/W estland c.a.) aangepast in verband met verlegging (verruiming) van de zogenaamde rode contouren, het (weer) aanduiden van gebieden als glastuinbouwconcentratiegebied en verder anders aanduiden van gebieden gelet op de recentste planontwikkeling op het terrein van woningbouw, openluchtrecreatie of stedelijk groen.
Pagina 36
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
3.3.2
Verordening van de provincie
Op de dag van vaststelling van dit bestemmingsplan door de raad was door de provincie nog geen verordening vastgesteld als bedoeld in artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening.
3.3.3
Ander ruimtelijk beleid van de provincie
In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende andere beleid van de provincie tot uitdrukking gekomen.
3.3.3.1 Nota Regels voor Ruimte (vastgesteld door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 8 maart 2005)
De Nota Regels voor Ruimte vormt naast het streekplan van de provincie het beoordelingskader van de provincie Zuid-Holland voor gemeentelijke plannen. Deze nota anticipeerde op onder andere de nieuwe W et ruimtelijke ordening en de wijziging van de W et gemeenschappelijke regelingen in verband met de instelling van plusregio’s. Hiermee zal binnen de provinciale ruimtelijke ordening het accent verschuiven van toelatingsplanologie naar ontwikkelingsplanologie. Daarbij komt de nadruk te liggen op ontwikkelen van een duurzame omgevingskwaliteit en geeft de provincie op actieve wijze invulling aan economische, ecologische en sociaal-culturele duurzaamheid. De Nota Regels voor Ruimte bevat een toetsingskader voor de materiële planvorming van bestemmingsplannen, alsmede een aantal vormvereisten voor de formele planvorming. Met het oog op de materiële planvorming zijn de volgende beleidsterreinen verder uitgewerkt en geconcretiseerd: -
economie, mobiliteit en samenleving;
-
milieu;
-
landelijk gebied;
-
water;
-
cultureel erfgoed.
Pagina 37
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Een aantal criteria uit voornoemde beleidsterreinen is van toepassing op het plangebied en vormt daarmee een ruimtelijk kader voor het bestemmingsplan. Milieu Het bestemmingsplan moet inzicht geven in de aanwezige lucht-, geluid en bodemkwaliteit, externe veiligheid en milieuzonering in het plangebied. W ater Voor het bestemmingsplan geldt de watertoets, conform het gestelde in het Besluit op de ruimtelijke ordening. Initiatiefnemers van ruimtelijke plannen moeten in een vroegtijdig stadium van het planvormingsproces de waterbeheerder betrekken. De uitkomsten van dit overleg worden opgenomen in de waterparagraaf, als onderdeel van de toelichting op het bestemmingsplan. De waterparagraaf bevat tenminste de volgende elementen: -
een omschrijving van de te verwachten effecten van de ruimtelijke ingreep op de waterkeringszorg en de waterhuishouding;
-
een beschrijving van de wijze waarop de initiatiefnemer het wateradvies van de waterbeheerder heeft verwerkt;
-
een beschrijving van de wijze waarop het wateradvies wordt vertaald naar de planverbeelding en planregels.
Cultureel erfgoed Het bestemmingsplan moet rekening houden met de aanwezige cultuurhistorische waarden, met inbegrip van monumenten en archeologie. Dit houdt in dat, indien dergelijke waarden bekend zijn of verwacht worden, de toelichting op het bestemmingsplan een paragraaf over het gemeentelijke beleid ten aanzien van deze waarden dient te bevatten. 3.3.3.2 Kaartenserie Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland in 1999)
De Kaartenserie Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (CHS) geeft in hoofdlijnen een overzicht van het culturele erfgoed in de provincie. De kaartenset maakt inzichtelijk wat er, vanuit cultuurhistorisch oogpunt, in de provincie belangrijk is en waarom. Als uitvloeisel
Pagina 38
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
van het gekozen regionale schaalniveau gaat het daarbij vooral om structuren, patronen en terreinen, niet zozeer om individuele monumenten en andere projecten.
Het plangebied is binnen de cultuurhistorische hoofdstructuur aangeduid als een gebied met een zeer hoge kans op de aanwezigheid van archeologische sporen. Het gebied wordt getypeerd als polderlint en wordt gekenmerkt door, van oudsher, op enige afstand van elkaar gelegen boerderijen, gelegen aan de kop van de strookvormige kavels. 3.3.3.3 Provinciaal Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020 (vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland op 13 oktober 2004)
De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie Zuid-Holland 2020 geeft op provinciaal niveau de ruimtelijke ontwikkelingen aan tot 2020. In deze visie wordt een samenhangende ruimtelijke strategie geschetst welke correspondeert met bestaand rijksbeleid (zoals de Nota Ruimte en de Nota M obiliteit), alsmede bestaand provinciaal beleid wordt hierin geïntegreerd. Tot dat provinciaal beleid behoren onder ander: de streekplannen, het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan, het Beleidsplan Milieu en W ater, de Provinciale Economische Visie, de Deelstroomgebiedvisies, de Zuidvleugelvisie en de Kwaliteitzonering Groene Hart.
Het plangebied is in de PRSV aangewezen als ‘Stedelijk gebied’. Er bevinden zich echter geen grootschalige ontwikkelingen in en rond het plangebied welke een direct verband hebben met de Structuurvisie. 3.3.3.4 Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006-2010 (vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland op 28 juni 2006) In het Beleidsplan Groen, W ater en Milieu (BGW M) wordt het provinciaal beleid voor milieu en water, en ook voor natuur en landschap, geïntegreerd. Het plan is de wettelijke opvolger van het Beleidsplan Milieu en W ater 2000-2004 (BW M), dat zowel het Milieubeleidsplan als het W aterhuishoudingsplan is. Het beleidsplan geeft de kaders en doelstellingen voor de periode 2006-2010 en geeft een doorkijk tot 2020. Het beleidsplan gaat uit van de maatschappelijke vraagstukken die in de provincie Zuid-Holland aan de orde zijn, en geeft aan hoe we concrete resultaten kunnen boeken door efficiënt en effectief te besturen.
Pagina 39
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Groen De provincie Zuid- Holland wil inwoners ruimte bieden om te recreëren op korte afstand van waar zij wonen. Dit verhoogt de kwaliteit van de leefomgeving in ZuidHolland, draagt bij aan een beter vestigingsklimaat voor bedrijven, aan de gezondheid en het welbevinden van de inwoners en helpt ook nog de mobiliteit te verbeteren. W ater Het overstromingsrisico is niet ontoelaatbaar toegenomen. Bij plannen voor stedelijke vernieuwing is het voorkomen van afwentelen van waterproblemen op omliggende gebieden een uitgangspunt. Het stedelijk afvalwater en de riolering worden duurzaam beheerd, en de inrichting en het beheer van de bebouwde omgeving zijn daarop afgestemd. Milieu gemeenten voegen aan een bestemmingsplan een goede onderbouwing voor luchtkwaliteit toe waarbij de huidige situatie en de invloed van het plan in beeld wordt gebracht. 3.3.3.5 Grondwaterbeheersplan Zuid-Holland 2007-2013 (zoals vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland op 31 januari 2007)
Het grondwaterbeheersplan Zuid-Holland 2007-2013 vervangt het Grondwaterbeheersplan Zuid-Holland 2001-2005 en verwoordt het provinciale grondwaterbeleid. Ook geeft het plan het toetsingskader voor het verlenen van vergunningen en andere werkzaamheden in het kader van de Grondwaterwet. Het doel van het Grondwaterplan is tweeledig. Het hoofddoel op strategisch niveau omvat het vastleggen van de visie op duurzaam beheer van grondwater. Binnen deze strategische visie dienen de decentrale overheden voor grondwater inzake milieuvergunningverlenning/ ontheffingverlening te handelen. Het hoofddoel op operationeel niveau omvat het vastleggen van vergunningen in het kader van de Grondwaterwet en het Lozingenbesluit Bodembescherming voor zover Gedeputeerde Staten hiertoe het bevoegd gezag zijn. Het grondwaterbeheersplan staat ingrepen in het grondwatersysteem toe. Deze ingrepen in het grondwatersysteem mogen echter geen nadelige gevolgen hebben voor natuur en landschap.
Pagina 40
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
3.3.3.6 W oonvisie Zuid-Holland 2005-2014 (zoals vastgesteld door provinciale staten van de provincie Zuid-Holland in 2004)
De provinciale woonvisie is kader gevend. De provincie vraagt de regio’s altijd een regionale woonvisie op te stellen. De regio bepaald samen met de gemeenten. De regionale speerpunten. De provinciale woonvisie stelt kader op met betrekking tot de woningbouwopgave per tijdsperiode, de omvang van de sociale woningbouw, woningtype, vergroting van keuzemogelijkheden voor kanarmen en strategisch bouwen ten behoeve van de doorstroming. Het gemeentelijk besluit waarin het programma van eisen van het plan ‘Wijkpark’ is opgesteld was eerder vastgesteld dan de Woonvisie Zuid- Holland 2005- 2014. Het desbetreffende beleidsstuk heeft daarom geen invloed op het bestemmingsplan Wijkpark.
3.4
Ruimtelijk beleid van het waterschap
In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende beleid van het waterschap tot uitdrukking gekomen. In het bestemmingsplan is, na overleg met het hoogheemraadschap op 31 augustus 2005 afstemming met het volgende beleid van het Hoogheemraadschap van Delfland tot uitdrukking gekomen.
3.4.1
Waterbeheersplan 2006-2009 (vastgesteld door de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland op 30 juni 2005)
Het Hoogheemraadschap Delfland heeft haar beleid vastgelegd in het W aterbeheersplan 20052009. Het beleid is formeel vastgelegd in de Keur en de Legger.
Het plangebied beschikt over een aantal boezemkades waarop de Keur van het H oogheem raadschap
van
to epassin g
is,
nam elijk
de
boezem kade
Oosteinde/Herenstraat en de polderkade Bovendijk. De keurzone van deze kades
Pagina 41
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
bedraagt 28 meter vanaf het hart van de kade. De keurzone dient op de planverbeelding
te
worden
bestemd,
overeenkomstig
de
Legger
van
het
Hoogheemraadschap.
3.4.2
Handreiking Watertoets (vastgesteld door de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland op 1 april 2007)
Het Hoogheemraadschap van Delfland stelt voorwaarden aan de inhoud van de watertoets (waterparagraaf) als verplicht onderdeel van de onderbouwing van ruimtelijke plannen. De toelichting van bestemmingsplannen dient een beschrijving te bevatten van de volledige watersituatie binnen het plangebied, alsmede de te verwachten ontwikkelingen. Deze beschrijving dient in te gaan op de volgende aspecten: -
beleidskader omtrent water;
-
waterkeringen;
-
waterkwantiteit;
-
waterkwaliteit en ecologie;
-
afvalwater en riolering;
-
waterprojecten welke onderdeel zijn van ABCDelfland.
In het kader van het beleidsplan ABCDelfland is reeds ingegaan op het gelijknamige beleidskader en uitvoeringsprogramma. Elders in dit hoofdstuk wordt het beleidskader omtrent water verder uitgewerkt aan de hand van het beleid van de provincie ZuidHolland en het beleid van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. In Hoofdstuk II van deze toelichting wordt in het kader van het functionele onderzoek een beschrijving gegeven van de in het plangebied aanwezige ‘zeewering en andere waterkeringen’ en ‘waterlopen en waterbergingen’. In hetzelfde hoofdstuk wordt in het kader van technische onderzoek nogmaals ingegaan op het aspect ‘waterkeringen’, alsmede de aspecten ‘waterkwantiteit’, ‘waterkwaliteit en ecologie’ en ‘riolering en afvalwater’. In Hoofdstuk II van deze toelichting wordt in het kader van het functionele onderzoek een beschrijving gegeven van de in het plangebied aanwezige ‘waterkeringen' en 'waterlopen en waterbergingen'. In hetzelfde hoofdstuk wordt in het kader van
Pagina 42
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
technisch onderzoek nogmaals ingegaan op het aspect 'waterkeringen', alsmede op de aspecten 'waterkwantiteit', 'waterkwaliteit en ecologie' en 'riolering en afvalwater'.
3.4.3
ABC-Delfland (zoals vastgesteld door het bestuur van het Hoogheemraadschap van Delfland op [p.m.])
Het project ABCDelfland (ABC staat voor: afvoer- en bergingcapaciteit) is opgesteld naar aanleiding van de problemen die in het verleden zijn ontstaan bij robuuste neerslag. Het ABCDelfland bestaat uit een groot aantal projecten welke ervoor moeten zorgen dat bij een plotselinge toename van de waterhoeveelheid, zoals tijdens hevige regenbuien, deze toename beter en sneller verwerkt kan worden. Voorbeelden van deze projecten zijn het plaatsen van waterbergingen en het verbreden van waterlopen. In het kader van het project ABCDelfland zijn de landelijke eisen voor een veilig en robuust
watersysteem
doorvertaald
naar
normen
voor
watergangen
in
een
poldergebied. Deze normering varieert al naargelang de functie van de watergang. Voor het plangebied geldt bij nieuwe ontwikkelingen de waterbergingsnorm van 325 kubieke meter per hectare. Vereist wordt om het bergingstekort van de Oude en Nieuwe Wateringseveldschepolder van circa 175 kubieke meter te compenseren in het plangebied. Voorts is ervoor gekozen om een duurzaam watersysteem te realiseren, waarbij hemelwater en huishoudelijk water van elkaar gescheiden blijft.
Pagina 43
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
3.5
Ruimtelijk beleid van het rijk
In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende algemene ruimtelijk beleid van het rijk tot uitdrukking gekomen.
3.5.1
Structuurvisie(s) van het rijk
Het rijk heeft nog geen structuurvisie(s) vastgesteld als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet ruimtelijke ordening. Volgens het overgangsrecht van deze wet blijft de beleidsnota’s
die
zijn
vastgesteld
middels
de
procedure
van
planologische
kernbeslissing van kracht voor de duur zoals in het oude recht was voorgeschreven.
3.5.1.1
Nota Ruimte (Kamerstukken 29.435)
De Nota Ruimte verwoordt de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen voor de komende decennia. Het kabinet zet daarbij in op dynamisch, en op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijk en decentrale overheden. De Nota Ruimte bevat niet alleen de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor Nederland als geheel, maar ook voor een aantal specifieke gebieden. De nota fungeert tevens als het ruimtelijke kader voor alle ruimtelijke investeringen van het rijk en de andere overheden. In de Nota Ruimte zijn onderdelen van de tekst aangemerkt als planologische kernbeslissing (p.k.b.). Het rijk kan bepaalde onderdelen van een planologische kernbeslissing aanmerken als concrete beleidsbeslissing. Provincies en gemeenten dienen bij het opstellen van hun streekplannen en bestemmingsplannen die onderdelen van de p.k.b. in acht te nemen.
Het landelijk gebied ten zuiden van het plangebied is onderdeel van de in de Nota Ruimte aangewezen p.k.b. Greenport W estland. Het rijksbeleid is erop gericht de ruimtelijke ontwikkeling van deze greenport (intensieve glastuinbouw) zodanig te sturen, dat hun functie als greenport ook op lange termijn blijft behouden en/of wordt versterkt.
Pagina 44
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
3.5.1.2 Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (vastgesteld door de ministerraad in juni 2008; Kamerstukken 31.500)
De aanleiding voor dit document is de inwerkingtreding van de nieuwe W et ruimtelijke ordening. De nieuwe Wro verlangt niet alleen dat verantwoordelijkheden en belangen worden benoemd, maar dat daarnaast ook inzichtelijk is hoe deze belangen zullen worden verwezenlijkt. Het rijk heeft de nationale ruimtelijke belangen geïdentificeerd in deze Realisatieparagraaf nationaal ruimtelijk beleid. De Nederlandse tuinbouwsector is een speler van wereldformaat. Bij dit nationale ruimtelijke belang hecht het rijk eraan dat de tuinbouwfunctie in vijf zogenoemde greenports behouden blijft en versterkt wordt. De Nota Ruimte benoemt de mainports en greenports als onderdeel van de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur en legt het voortouw om het beleid op de greenports en herstructurering van bestaande terreinen beleidsmatig uit te werken en ruimtelijk te verankeren, bij de provincies. Een belangrijk instrument hierbij is de gemeenschappelijke agenda van overheden en bedrijfsleven in het Manifest Greenports Nederland en de uitwerking daarvan in de bestuurlijke uitvoeringsafspraken Greenport(s) Nederland uit 2007. De investeringen in de locaties voor glastuinbouw en overige tuinbouw zijn gericht op behoud en versterking van de economische functie van de tuinbouw en gelijktijdige versterking van andere gebiedsfuncties zoals water, wonen, recreatie, landschap en natuur.
In de vierde partiële herziening van het Tweede Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV II), p.k.b. Randstad-380kV-verbinding, zijn drie p.k.b.- passages opgenomen. Voor de ruimtelijke inpassing van de verbinding Beverwijk-Zoetermeer en Westerlee-Zoetermeer maakt het rijk gebruik van de rijksprojectenprocedure. Daarbij wordt uitgesloten dat in speciale beschermingszones meer dan verwaarloosbare effecten zullen optreden.
3.5.2
Amvb van het rijk
Op de dag van vaststelling van dit bestemmingsplan door de raad was door het rijk nog geen algemene maatregel van bestuur met ruimtelijke regels genomen als bedoeld in artikel 4.3 van de Wet ruimtelijke ordening. Vooruitlopend op deze amvb heeft de regering een realisatieparagraaf vastgesteld die ziet op de realisatie van ruimtelijke
Pagina 45
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
ordening op grond van alle gevoerde planologische kernbeslissingen (p.k.b.’s). Deze zogeheten Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid zelf krijgt de status van structuurvisie als bedoeld in artikel 2.3 van de W et ruimtelijke ordening (zie paragraaf 3.5.1.2 hiervoor).
B.
RANDVOORWAARDEN UIT SECTORAAL BELEID
Met de volgende randvoorwaarden vanuit het sectorale beleid van de rijksoverheid, is bij het opstellen van het bestemmingsplan rekening gehouden.
3.6
Milieu
Het beleid van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, voor zover niet reeds aan de orde gekomen in onderdeel A van dit hoofdstuk, betreft het beleid aangaande de milieubescherming. In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende rijksbeleid tot uitdrukking gekomen.
3.6.1
Derde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP 3) (Kamerstukken 25.887)
Vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP 4) (Kamerstukken 27.801)
Notitie “Vaste waarden, nieuwe vormen: Milieubeleid 2002-2006” (Kamerstukken 28.663) Het milieubeleid van het rijk is neergelegd in de drie bovenvermelde beleidsnota’s. Dat beleid moet een bijdrage leveren aan een gezond en veilig leven, in een aantrekkelijke leefomgeving, temidden van een vitale natuur, zonder de mondiale biodiversiteit aan te tasten of natuurlijke hulpbronnen uit te putten. Het Derde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP 3) beoogt de realisering van deze ambities mogelijk te maken. Het Vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NM P 4) is opgesteld om op langere termijn onopgeloste knelpunten uit het NMP 3 te verhelpen. De notitie “Vaste
Pagina 46
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
waarden, nieuwe vormen” bevat concrete acties die het kabinet tussen 2002 en 2006 gaat nemen om de langere termijn ambities uit het NMP 4 te realiseren.
De milieubeleidsplannen geven geen concrete aanwijzingen die betrekking hebben op het
plangebied.
Er
worden
echter
in
het
milieubeleidsplan
NMP4
enkele
milieuproblemen aangekaart welke van toepassing kunnen zijn op het plangebied namelijk: bedreigingen van externe veiligheden en bedreigingen van de gezondheid (luchtverontreiniging en geluidshinder).
3.7
Verkeer
Het beleid van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, voor zover van belang voor het
plangebied,
betreft
de
vervoerinfrastructuur
(verkeerswegen).
In
het
bestemmingsplan is afstemming met het volgende rijksbeleid tot uitdrukking gekomen.
3.7.1
Nota Mobiliteit (Kamerstukken 29.644)
De Nota Mobiliteit is de opvolger van het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer (SVV-2). De nota betreft een nadere uitwerking van de Nota Ruimte op allerlei aspecten met betrekking tot de Nederlandse verkeersproblematiek. In de nota staan een aantal aspecten centraal die voor de gemeente ruimtelijk planologisch relevant zijn, namelijk: -
het W estland moet als greenport goed bereikbaar zijn voor transport ten behoeve van de agro-logistiek. Ruimtereservering voor het verbreden van bestaande wegen of het aanleggen van nieuwe wegen is hierbij van belang;
-
bij het opstellen van ruimtelijk beleid moet rekening worden gehouden met vervoer van gevaarlijke stoffen en de daarbij horende normen;
-
bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moet bereikbaarheid middels openbaar vervoer worden gerealiseerd;
-
bij het aanleggen van wegen moet voldaan worden aan de gestelde normen voor luchtkwaliteit en geluid.
Pagina 47
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Binnen het plangebied van het bestemmingsplan is geen route aanwezig voor transport van gevaarlijke stoffen. Tevens is het gebied goed bereikbaar middels het openbaar vervoer. Er vinden binnen het plangebied geen nieuwe ontwikkelingen plaats die een negatieve invloed kunnen hebben luchtkwaliteit en/of geluidsoverlast.
3.8
Waterstaat
Het beleid van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, voor zover van belang voor het plangebied, betreft de waterhuishouding. In het bestemmingsplan is afstemming met het volgende rijksbeleid tot uitdrukking gekomen.
3.8.1
Vierde Nota Waterhuishouding (Kamerstukken 26.401)
De Vierde Nota W aterhuishouding streeft primair naar een veilig en bewoonbaar land en ziet toe op het instandhouden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. In de nota wordt ingegaan op watersystemen op verschillende schaalniveaus. Voor het plangebied zijn de volgende beschreven watersystemen van belang: 3.8.1.1 Het water in de stad
Het beheer en de inrichting van het stedelijke en landelijke gebied vereist samenhang. Afstemming dient plaats te vinden tussen ontwateringstaken, de versterking van ecologische relaties tussen stad en land, en de waterbuffering in zowel het stedelijk als het buitenstedelijk gebied. 3.8.1.2 Regionale wateren
Bij regionale wateren wordt in de nota de nadruk gelegd op gebieden die onttrokken worden voor woningbouw en industrie, ten behoeve van extra waterberging. Aspecten uit de vierde Nota Waterhuishouding zijn door het Hoogheemraadschap van Delfland nader uitgewerkt in de waterkansenkaart, de watertoets en het project ABCDelfland. De aspecten hebben hiermee tevens plaats gekregen in provinciaal en
Pagina 48
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
regionaal ruimtelijk beleid. De nota is met dit gegeven enkel indirect van toepassing op het plangebied.
Pagina 49
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
HOOFDSTUK IV
Materiële planbeschrijving
Na de formele beschrijving van het bestemmingsplan, het onderzoek naar de functies in het plangebied en het daarmee samenhangende technische onderzoek, alsmede de bepaling van de op het plangebied van toepassing zijnde ruimtelijke randvoorwaarden, vindt in dit hoofdstuk de verantwoording van de met dit bestemmingsplan gemaakte keuze van bestemmingen plaats. Hiermee wordt direct gevolg gegeven aan artikel 3.1.6, eerste lid, onder a., van het Besluit ruimtelijke ordening. Deze zogenaamde waardering van functies vindt plaats door de functies te confronteren met het ruimtelijke beleid dat de gemeente voor het plangebied voorstaat. Het kader van deze matching wordt gevormd door het technische onderzoek binnen het plangebied en de hiervoor genoemde ruimtelijke randvoorwaarden.
A.
RUIMTELIJK BELEID
In deze paragraaf wordt het ruimtelijke beleid beschreven dat de gemeente voor het plangebied voorstaat (de zogenaamde planvisie). Tot het beleid van de gemeente wordt tevens beleid van andere overheden gerekend dat door het gemeentebestuur als zodanig als gemeentelijk beleid is overgenomen.
4.1
Algemeen ruimtelijk beleid
Het ruimtelijke beleid van de gemeente voor het bestemmingsplan is het volgende beleid.
4.1.1
Consoliderend ruimtelijk beleid
Het beleid voor het plangebied is in beginsel ontwikkelend van aard. De ontwikkelingslocatie is juridisch mogelijk gemaakt op basis van besluiten op grond van
Pagina 50
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
artikel 19 van de voormalige Wet op de Ruimtelijke Ordening, die op dit bestemmingsplan vooruitliepen.
4.1.2
Nieuw ruimtelijk beleid
Het nieuwe ruimtelijke beleid voor het bestemmingsplan is neergelegd in het beleid in het kader van het inrichtingsplan “Wijkpark”. Hierop wordt in de volgende paragraaf ingegaan.
4.2
Planontwikkeling
Binnen het plangebied van het bestemmingsplan en gedurende de wettelijk voorgeschreven looptijd van het bestemmingsplan, zullen de volgende ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Hierbij leveren reeds ingediende bouwaanvragen of reeds verleende bouwvergunningen het concrete zicht op realisering van deze ontwikkelingen. Voor het technisch onderzoek dat in het kader van deze ontwikkelingen al heeft plaatsgevonden, wordt verwezen naar Hoofdstuk II (onderdeel Technisch onderzoek). Voor de inrichting van het plangebied is een definitief ontwerp opgesteld, welke door het college van burgemeester en wethouders op 19 december 2006 is vastgesteld.
4.2.1
Ontwerp algemeen
Het ontwerp van het ruimtelijke plan W ijkpark wordt gekenmerkt door een eenvoudige opzet: een centraal gelegen park, temidden van nieuwe woningbouw. Het ontstaan van zogenaamde ‘achterkanten’ aan het park is daarbij vermeden. Aan de noordzijde grenst het park aan de Waterlandsingel in Den Haag. De bestaande woningen zullen met de voorzijde georiënteerd zijn op het park, evenals de nieuwe woningen.
Pagina 51
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
4.2.2
Park
Het gebruik van de gronden die betrekking hebben op het centrale deel van het plangebied, grenzend aan de wijk Wateringseveld van de gemeente Den Haag, zal eveneens veranderen. Het gebied, dat nu voornamelijk een agrarische bestemming heeft, wordt (her)ingericht als park. Het park heeft een oppervlakte van circa 3 hectare en ligt centraal in het plangebied. Alle woningen die aan het park liggen, ook de woningen aan de Waterlandsingel in Den Haag, zullen met de voorzijde op het park zijn gericht. Het park zal als ontmoetingsplek fungeren en omwonenden de ruimte voor dagrecreatie bieden. De oriëntatie van de omliggende woningen op het park draagt bij aan een goede sociale controle.
4.2.3
Water
In het plan wordt voorzien in een areaal open water van ongeveer 9.750 m². Dit water is deels gesitueerd tussen de patiowoningen in de vorm van watergangen en deels in het park, in de vorm van een plas. De bestaande watergang langs de wijk De Colman wordt verbreed. In het midden van deze watergang zal een eiland in de vorm van een lange groenstrook met bomen worden aangelegd. Deze bomen dienen de privacy te waarborgen voor de bestaande woningen aan De Colman. De totale wateroppervlakte heeft tevens een compenserende waterbergingsfunctie voor het bergingstekort in de omliggende wijken. Aan de taludzijde van de watergangen, ter hoogte van de patiowoningen en de vrije kavels, is het mogelijk om waterterrassen te realiseren, mits deze het talud niet aantasten en niet breder zijn dan 40% van de breedte van het betreffende woonperceel.
4.2.4
Patiowoningen
Pagina 52
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Het gebruik van de gronden achter de bestaande woningen aan de Herenstraat en aan het Oosteinde, en achter de woningen aan de Bovendijk, zal veranderen. Het gebied, dat nu een agrarische bestemming heeft, wordt opnieuw ingericht voor woningbouw in de vorm van 26 patiowoningen. De bouw van de patiowoningen is mogelijk gemaakt door toepassing van artikel 19, lid 2, van de W et op de Ruimtelijke Ordening. De patiowoningen bevinden zich, aaneengeschakeld in 5 blokken, aan de randen van het plangebied. Het gezamenlijke grondoppervlak van deze woningen is 3.528 m². De goothoogte van de patio’s bedraagt circa 6 meter. Enkele blokken zijn direct gelegen aan de nieuw te graven watergangen. Vanwege de geringe oppervlakte van de erven van de patiowoningen is het, met uitzondering van één blok, alleen mogelijk om vergunningsvrij te bouwen. Bij het blok, gelegen aan de nieuw te realiseren verkeersingang die aansluit op het Oosteinde, zijn de erven groter. Hier is het mogelijk om aan- en bijgebouwen te realiseren met een totale oppervlakte van 50 m². De woningen worden ontsloten door een nieuw aan te leggen erf- ontsluitingsweg die uitkomt op de gebiedsontsluitingsweg Oosteinde. De patiowoningen hebben een parkeernorm van circa 2 parkeerplaatsen per woning. Deze parkeerplaatsen zullen in het openbare gebied worden gerealiseerd in de vorm van zowel langs-parkeren als haaks-parkeren.
4.2.5
Appartementen
Voor wat betreft het gebied tegenover het wooncomplex “De Ark” zal het gebruik van de grond veranderen. Het gebied, dat nu een bedrijfsbestemming heeft, wordt opnieuw ingericht voor woningbouw in de vorm van een appartementencomplex met
28
appartementen. De bouw van de appartementen is mogelijk gemaakt door toepassing van artikel 19, lid 2, van de W et op de Ruimtelijke Ordening.
Pagina 53
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Het appartementencomplex bestrijkt een grondoppervlak van 1.163 m² en omvat vier bouwlagen. De goothoogte van het complex bedraagt circa twaalf meter. Het woongebouw wordt ontsloten middels een in- en uitrit, die uitkomt op de gebiedsontsluitingsweg Oosteinde. Onder het appartementsgebouw worden, ten behoeve van de 28 appartementen, 32 parkeerplaatsen gerealiseerd. Naast het gebouw worden tevens 27 parkeerplaatsen op maaiveld gesitueerd. Deze parkeerplaatsen fungeren voor de opvang van bezoekers en hebben een positieve uitwerking op de parkeerdruk in de naastgelegen wijken. Verder wordt het gebied om het woongebouw voorzien van groenvoorziening.
4.2.6
Vrije kavels
Aan de zuidzijde van het plangebied zijn een elftal vrije kavels geprojecteerd, die eveneens met de voorzijde op het park worden georiënteerd. Aan de achterzijde wordt de bestaande watergang verbreed en wordt in het hart van de watergang een eiland aangelegd met onderbegroeiing en bomen. Op deze wijze worden de tuinen van de wijk De Colman afgeschermd. De vrije kavels zullen een afmeting hebben van circa 600 m². Aan de architectuur van de woningen en de afwerking van de kavel stelt de gemeente eisen, zoals neergelegd in stedenbouwkundige randvoorwaarden. De vrije kavels dienen te beschikken over twee parkeerplaatsen per woning. Langs de vrije kavels, tussen de bomen, wordt parkeerruimte aangelegd voor bezoekers. De bouw van de vrije kavel woningen is mogelijk gemaakt door toepassing van artikel 19, lid 2, van de W et op de Ruimtelijke Ordening.
4.3
Toekomstige planontwikkeling
Binnen het plangebied van het bestemmingsplan en gedurende de wettelijk voorgeschreven looptijd van het bestemmingsplan, zullen geen verdere ruimtelijke
Pagina 54
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
ontwikkelingen plaatsvinden.
B.
WAARDERING VAN FUNCTIES
Voor de bespreking van de waardering van de functies in het plangebied wordt voor de indeling van de bestaande functies die van het functionele onderzoek gevolgd en voor de indeling van de gebiedsgerichte waarden die van het technische onderzoek gevolgd, beide zoals gegeven in Hoofdstuk II van deze toelichting.
4.4
Waardering van de bestaande functies
In deze paragraaf worden de functies gewaardeerd die geïnventariseerd zijn in het plangebied en die als zodanig in het bestemmingsplan worden bestemd
(doorlopende positieve
bestemming). Het betreft ook de flexibiliteit die op die functies volgens het hiervoor geldende planregime van toepassing was. Nieuwe flexibiliteit voor die functies is in een apart onderdeel van deze paragraaf behandeld.
4.4.1
Bestemmen van bestaande functies
De bestaande functies in het plangebied die overeenkomstig het voorheen geldende bestemmingsplan in dit plan zijn bestemd, zijn de volgende. 4.4.1.1 Bedrijf
De volgende bedrijven zijn in het bestemmingsplan als volgt bestemd: -
autobedrijf “Auto Ruiter” aan Oosteinde 21:
als bestemming Bedrijf met functieaanduiding Garage. Het garagebedrijf bestaat uit een showroom, stallingsruimte op het erf en werkplaats. Het pand bestaat uit één laag met een kap op een gedeelte van het pand.
Pagina 55
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
4.4.1.2 W onen
De volgende woningen zijn in het bestemmingsplan als volgt bestemd: -
een rij huizen van zeven woningen aan Herenstraat 87 t/m 99;
De woningen met de nummers 91 tot en met 99 zijn gesloopt en maken plaats voor de inrit voor de te realiseren appartementen. Het pand met de nummers 87 en 89 is een monumentaal pand en blijft gehandhaafd. Het pand beschikt over een souterrain, en heeft twee bouwlagen met een kap.
als
-
een twee-onder-een-kap woning aan Oosteinde 1 en 3;
-
een vrijstaande woning aan Oosteinde 5;
-
een twee-onder-een-kap woning aan Oosteinde 9 en 11;
-
een twee-onder-een-kap woning aan Oosteinde 13 en 15;
-
een woning aan Oosteinde 17;
-
een kleine woning aan Oosteinde 19;
-
een woning aan De Colman 29A;
-
de woningen aan Bovendijk 110, 114 en 116:
bestemming
Wonen
en
als
bestemming
Tuin
voor
de
tuin
vóór
de
voorgevelrooilijn. De woningen die zijn aangemerkt als monument, hebben in het bestemmingsplan de functieaanduiding Cultuurhistorische waarde gekregen. 4.4.1.3 W aterlopen en waterbergingen
De volgende waterlopen en waterbergingen: -
de polderwatergang langs de Bovendijk;
-
de polderwatergang langs de Colman:
zijn in het bestemmingsplan bestemd als bestemming Water binnen welke bestemming als gebruiksvoorschrift het waterstaatkundig onderhoud en herstel van de waterlopen en waterbergingen mogelijk worden gemaakt.
Pagina 56
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
4.4.1.4 W aterkeringen
De volgende primaire waterkeringen waarop de Keur van het Hoogheemraadschap van Delfland van toepassing is: -
de boezemkade langs Oosteinde en Herenstraat aan de noordwestzijde van het plangebied;
-
de polderkade Bovendijk grenst aan de zuidoostzijde van het plangebied:
zijn in het bestemmingsplan bestemd als dubbelbestemming W aterstaat met specificatie Waterkering. 4.4.1.5 Verkeersverbindingen en parkeerplaatsen
De ontsluitingen voor autoverkeer aan: -
het Oosteinde;
-
de Waterlandsingel:
zijn in het bestemmingsplan bestemd als bestemming Verkeer. De W aterlandsingel vormt een ontsluiting voor calamiteiten.
De ontsluitingen voor langzaam verkeer zijn in het bestemmingsplan eveneens bestemd als Verkeer.
4.4.1.6 Groenvoorzieningen
De groenvoorzieningen; -
het centrale park;
-
de strook ten oosten van de appartementen:
Pagina 57
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
zijn in het bestemmingsplan bestemd als bestemming Groen.
4.4.2
Nieuwe flexibiliteit voor bestaande functies
Aan de bestaande en opnieuw als zodanig bestemde functies zal geen nieuwe flexibiliteit worden toegevoegd.
4.5
Bestemmen van gebiedsgerichte waarden
De gebiedsgerichte waarden in het plangebied zijn als volgt bestemd. Met deze paragraaf wordt direct gevolg gegeven aan artikel 3.1.6, aanhef en onder b., c., d. en e., van het Besluit ruimtelijke ordening.
4.5.1
Water in het plangebied
Deze gebiedsgerichte waarde is behandeld in paragrafen 4.4.1.3 en 4.4.1.4.
4.5.2
Natuurlijke en landschappelijke waarden in het plangebied
In het plangebied bevinden zich geen natuurlijke en landschappelijke waarden.
4.5.3
Archeologische waarden in het plangebied
De gronden gelegen tussen de Bovendijk 110 en Bovendijk 114 zijn mede bestemd als dubbelbestemming Waarde- Archeologie.
Pagina 58
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
4.5.4
Andere cultuurhistorische waarden in het plangebied
In het plangebied bevindt zich een rijksmonument gevormd door het herenhuis “‘t Hooge Huijs” aan de Herenstraat 89. In het bestemmingsplan heeft deze cultuurhistorische waarde de functieaanduiding Culturele waarden onder de bestemming Wonen gekregen.
4.5.5
Geluidskwaliteit in het plangebied
In het plangebied is waardering op grond van geluidskwaliteit niet nodig.
4.5.6
Luchtkwaliteit in het plangebied
In het plangebied is waardering op grond van luchtkwaliteit niet nodig.
4.5.7
Externe veiligheid in het plangebied
In het plangebied is waardering op grond van externe veiligheid niet nodig.
4.5.8
Bodemkwaliteit in het plangebied
In het plangebied is waardering op grond van bodemkwaliteit niet nodig.
4.6
Waardering van de planontwikkeling
De ontwikkelingslocaties, zoals behandeld in onderdeel 4.2 van dit Hoofdstuk, zijn als volgt in het bestemmingsplan bestemd. Er wordt in dit kader een juiste juridische vorm gekozen voor
Pagina 59
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
zowel deze planontwikkeling als voor de functies die in het voorheen geldende planregime positief waren bestemd en waarvoor in het huidige planregime geen plaats is.
4.6.1
Bestemmen van de planontwikkeling
De volgende functies die volgens de locatie-ontwikkeling zijn ontstaan, zijn als volgt in het bestemmingsplan bestemd: 4.6.1.1 Park en andere groenvoorzieningen
Het park en de andere groenvoorzieningen in het inrichtingsplan zijn in het bestemmingsplan bestemd als bestemming Groen. 4.6.1.2 W ater
De volgende waterlopen en waterbergingen zijn in het bestemmingsplan als volgt bestemd: -
het water als onderdeel van het inrichtingsplan Wijkpark, bestaande uit watergangen tussen de patiowoningen en uit een plas in het park:
als bestemming Water. 4.6.1.3 W onen
De volgende woningen zijn in het bestemmingsplan als volgt bestemd: -
de patiowoningen:
als bestemming W onen en als bestemming Tuin voor de tuin achter de woning; -
de woningen op vrije kavels:
als bestemming Wonen met bouwaanduiding Vrijstaand, en als bestemming Tuin voor de tuin vóór de voorgevelrooilijn;
Pagina 60
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
-
het appartementsgebouw aan het Oosteinde tegenover wooncomplex “De Ark” (28 appartementen):
als bestemming Wonen met bouwaanduiding Gestapeld. 4.6.1.4 Verkeer
De ontsluitingswegen in het inrichtingsplan zijn in het bestemmingsplan bestemd als bestemming Verkeer. De ontsluitingen voor langzaam verkeer zijn in het bestemmingsplan bestemd als Verkeer of, waar deze de fiets- en wandelpaden door groenvoorzieningen betreffen, de bestemmingen Groen en Water. De parkeervoorzieningen voor: -
de patiowoningen en het appartementsgebouw in het inrichtingsplan Wijkpark:
zijn in het bestemmingsplan bestemd als Verkeer.
4.6.2
Flexibiliteit voor de planontwikkeling
Voor de planontwikkeling is geen flexibiliteit in de planregels nodig.
Pagina 61
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Waardering met oog op toekomstige planontwikkeling
4.7
De toekomstige ontwikkelingen, zoals behandeld in onderdeel 4.3 van dit Hoofdstuk, zijn in het
bestemmingsplan
mogelijk
gemaakt
door
middel
van
de
daarvoor
geëigende
planflexibiliteit. Er wordt in dit kader een juiste juridische vorm gekozen voor zowel deze toekomstige planontwikkeling als voor de functies die in het voorheen geldende planregime positief waren bestemd en waarvoor in het huidige planregime, bij benutting van de planflexibiliteit, geen plaats meer zal zijn.
Van de bij wet geboden planflexibiliteit met het oog op toekomstige planontwikkeling tijdens de duur van het van kracht zijn van het bestemmingsplan, is geen gebruik gemaakt omdat die planontwikkeling niet is voorzien.
4.8
Waardering van strijdige functies
De functies in het plangebied, zoals genoemd in Hoofdstuk II van deze toelichting, die niet in strijd waren met het voorheen geldende planregime maar die in dit bestemmingsplan niet meer als voorheen worden bestemd, worden onder het overgangsrecht van het bestemmingsplan gebracht. De functies in het plangebied die reeds in strijd waren met het voorheen geldende planregime moeten een juiste juridische status krijgen naar gelang van de aard van de illegaliteit, een en ander zoals geboden met vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze functies zijn ofwel positief bestemd, ofwel onder het overgangsrecht gebracht ofwel niet bestemd en met het oog op handhaving gewraakt.
4.8.1
Overgangsrecht voor de voorheen bestemde functies
In het plangebied is voor de voorheen bestemde functies geen overgangsrecht van toepassing omdat die functies met de ontwikkeling van de locatie zijn weggenomen.
4.8.2
Bestemmen van de illegale functies
Pagina 62
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
In het plangebied zijn geen functies waargenomen die strijdig waren met het voorheen geldende bestemmingsplan en die op grond van vaste jurisprudentie als zodanig in het bestemmingsplan moeten worden bestemd.
4.8.3
Overgangsrecht voor de illegale functies
In het plangebied zijn functies waargenomen die strijdig waren met het voorheen geldende bestemmingsplan en die op grond van vaste jurisprudentie onder het overgangsrecht van het bestemmingsplan moeten worden geplaatst. De strijdigheid betreft een surplus aan bijgebouwen bij de woningen aan de Bovendijk.
4.8.4
Niet bestemmen en wraken van de illegale functies
In het plangebied zijn geen functies waargenomen die strijdig waren met het voorheen geldende bestemmingsplan en die niet meer als zodanig in het bestemmingsplan zijn opgenomen. In het kader van handhaving van het bestemmingsplan behoeft dan ook niet te worden gewraakt.
Pagina 63
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
HOOFDSTUK V
Overleg, inspraak en zienswijzen
Voordat het bestemmingsplan was vastgesteld door de raad van de gemeente, als voorgeschreven in artikel 3.8 van de W et ruimtelijke ordening, is het concept daarvan voorgelegd aan de mede betrokken overheden en aan de burgers en de maatschappelijke organisaties met het oog op het maatschappelijke draagvlak. M et dit hoofdstuk wordt direct gevolg gegeven aan artikel 3.1.6, eerste lid, onder c. en e., van het Besluit ruimtelijke ordening.
5.1
Bestuurlijk overleg
In april 2008 heeft over het voorontwerp van dit bestemmingsplan bestuurlijk overleg plaatsgehad als geboden in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Hierbij hebben de volgende instanties gereageerd: 1.
provincie Zuid-Holland;
2.
Inspectie VROM;
3.
Hoogheemraadschap van Delfland;
4.
gemeente Rotterdam;
5.
gemeente Midden-Delfland;
6.
gemeente Delft;
7.
gemeente Rijswijk;
8.
deelgemeente Hoek van Holland;
9.
Pipeline Control;
10.
Westland Energy Solutions;
11.
Tennet;
12.
De Nederlandse Aardolie Maatschappij;
13.
ministerie van Defensie.
Pagina 64
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
De onder 4 tot en met 13 vermelde instanties hebben aangegeven geen op- of aanmerkingen te hebben over het voorontwerp van het bestemmingsplan. De onder 1 tot en met 3 vermelde instanties hebben aangegeven op- of aanmerkingen te hebben over het voorontwerp- bestemmingsplan. De reacties zijn kort samengevat en van commentaar voorzien. Een volledig overzicht van de overlegreacties is terug te vinden in Bijlage 5 van deze toelichting.
5.2
Vooraankondiging
Vóór 1 juli 2008, de datum waarop de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is werking is getreden,
was
reeds
publiekelijk
kennis
gegeven
van
het
voornemen
het
bestemmingsplan voor te bereiden. Er hoefde dan ook niet gevolg gegeven te worden aan de vooraankondiging als voorgeschreven in artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.
5.3
Inspraak
In het kader van de Inspraakverordening W estland 2004 heeft het voorontwerp van dit bestemmingsplan van 11 april tot 23 mei 2008 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn ingezetenen en andere belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om (mondeling of schriftelijk) zijn of haar reactie aan het college van burgemeester en wethouders bekend te maken. Tijdens deze termijn zijn 2 schriftelijke reacties ingediend. Een beschrijving van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken, als bedoeld in artikel 3.1.6, eerste lid, onder e., van het Besluit ruimtelijke ordening, is opgenomen in Bijlage 5 van deze toelichting.
Pagina 65
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
5.4
Zienswijzen van burgers en bedrijven
Van 6 maart 2009 tot en met 16 april 2009 heeft het ontwerp van dit bestemmingsplan ter visie gelegen voor het indienen van zienswijzen, als bedoeld in artikel 3.8, lid 1, van de W et ruimtelijke ordening in verbintenis met Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Tijdens deze termijn zijn 8 schriftelijke zienswijzen ingediend. De ontvangen zienswijzen zijn als volgt beoordeeld. Voor een volledig overzicht van de zienswijzen wordt verwezen naar Bijlage 5 van deze toelichting.
5.5
Zienswijzen van provincie of rijk
Gedurende de periode van tervisielegging als genoemd in 5.3 heeft Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland een zienswijze ingediend. De zienswijze van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland heeft geleid tot een aanpassing van het bestemmingsplan. Gedurende die periode heeft de Inspectie VROM geen zienswijzen ingediend.
Pagina 66
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Pagina 67
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
HOOFDSTUK VI
Uitvoerbaarheid
M et de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan wordt bedoeld de economische, de technische en de juridische uitvoerbaarheid van de bestemde ontwikkelingen in het plangebied zoals die zich hebben voorgedaan na het van kracht worden van het voorheen geldende planregime en voorzover in dat planregime niet reeds de uitvoerbaarheid van die ontwikkelingen voldoende was aangetoond. Voorts is bedoeld de uitvoerbaarheid van nog niet hebben voorgedaan maar die wel reeds zijn voorzien in dit bestemmingsplan. M et dit Hoofdstuk wordt uitvoering gegeven aan artikel 3.1.6, eerste lid, onder f., van het Besluit ruimtelijke ordening.
A.
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
Op grond van vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dient de toelichting van een bestemmingsplan vergezeld te gaan van een beoordeling van de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan, in het bijzonder die van nieuwe ontwikkelingen ten opzichte van het voorheen geldende planregime.
6.1
Economische uitvoerbaarheid voor de overheid
In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële en sociaal-economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan voor, in eerste instantie, de gemeente. Voorts wordt, indien nodig, ingegaan op de uitvoerbaarheid voor andere overheden dan de gemeente.
6.1.1
Exploitatie openbare voorzieningen
In het plangebied zijn nieuwe openbare voorzieningen opgenomen waarvan de uitvoerbaarheid inzichtelijk moet worden gemaakt. Het kostenverhaal is geregeld in een (anterieur) exploitatieovereenkomst.
Pagina 68
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
De gemeente W estland voert actieve grondpolitiek. De gronden van Wijkpark zijn aangekocht, worden bouwrijp gemaakt en doorverkocht aan ontwikkelaars. De grondexploitatie die hiervoor is opgesteld is kostendekkend, waardoor het plan financieel haalbaar is. In grote lijnen bevat de grondexploitatie de volgende onderdelen:
U IT G A V EN
IN KO M STEN
verwervingskosten
uitgifte van bouwrijpe grond
sloop- en milieukosten
subsidiebijdrage(n)
planontwikkelingskosten kosten bouw- en woonrijp maken advies-, notaris- en makelaarskosten
6.1.2
Exploitatieplan
Voor de ontwikkelingslocaties in het plangebied is geen exploitatieplan, als bedoeld in artikel 6.12 van de W et ruimtelijke ordening, opgesteld omdat het kostenverhaal anderszins is verzekerd (zie paragraaf 6.1.1).
6.1.3
Planschadevergoeding
Voor de nieuwe ontwikkelingslocaties in het plangebied zijn geen analyses van planschaderisico verricht, een en ander met het oog op de planschadevergoedingplicht op grond van artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening.
6.2
Sociaal-economische uitvoerbaarheid
Pagina 69
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
In deze paragraaf wordt ingegaan op de sociaal-economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1.2, lid 1 en lid 2, van het Besluit ruimtelijke ordening.
In de regels van het bestemmingsplan zijn geen eisen opgenomen met betrekking tot sociale huurwoningen of sociale koopwoningen, particulier opdrachtgeverschap of branches van detailhandel zodat hier niet verder hoeft te worden ingegaan op de uitvoerbaarheid van die eisen.
B.
TECHNISCHE UITVOERBAARHEID
Op grond van vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dient de toelichting van een bestemmingsplan vergezeld te gaan van een beoordeling van de milieutechnische en ander technische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan, in het bijzonder die van nieuwe ontwikkelingen ten opzichte van het voorheen geldende planregime.
Milieutechnische uitvoerbaarheid
6.3
In
deze
paragraaf
wordt
ingegaan
op
de
milieutechnische
uitvoerbaarheid
van
de
ontwikkelingslocaties in het bestemmingsplan. In Hoofdstuk II van deze toelichting is op de milieuaspecten van het plangebied ingegaan voorzover die relevant zijn voor een goede ruimtelijke ordening.
6.3.1
Geluidskwaliteit
Ten behoeve van de geluidskwaliteit in het plangebied is op 13 maart 2006 door het bureau dGmR onderzoek gedaan naar het aanwezige verkeers- en industrielawaai.
6.3.1.1 Verkeerslawaai
In voornoemd onderzoek is de geluidsbelasting berekend van het verkeer op de zoneplichtige weg Herenstraat/Oosteinde en de niet-zoneplichtige wegen De Colman en de Waterlandsingel. Uit de rekenresultaten wordt geconcludeerd dat, ten gevolge
Pagina 70
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
het verkeerslawaai van de Herenstraat/Oosteinde, de geluidsbelasting van de eerstelijnsbebouwing van het plangebied hoger is dan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). De maximale ontheffingswaarde van 65 dB(A) wordt echter niet overschreden. Voor voornoemde woningen is door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 5 september 2006 een ontheffing voor hogere grenswaarde verleend. 6.3.1.2 Industrielawaai
Uit berekeningen blijkt dat het bedrijf “Auto Ruiter” de normstelling, zoals gegeven met
het
Besluit
inrichtingen
voor
motorvoertuigen
milieubeheer,
nabij
de
nieuwbouwplannen niet overschrijdt.
6.3.2
Luchtkwaliteit
In artikel 5.16 van de Wet milieubeheer is gesteld dat in gevallen waarin uitoefening of toepassing is gemaakt dat een uitoefening of toepassing niet in betekende mate bijdraagt aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor een grenswaarde is opgenomen. Bij de regeling kunnen categorieën van gevallen worden aangewezen, waarin de uitoefening van een of meer bevoegdheden of toepassing van een of meer wettelijke voorschriften in ieder geval niet in betekenende mate bijdraagt. Onder de uitoefening en toepassing vallen woningbouwlocaties zoals genoemd in artikel 4 van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen. In de Regeling niet in betekenende mate bijdragen worden voor woningbouwlocaties aangewezen, locaties in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 500 nieuwe woningen, dan wel in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijk matige verkeersverdeling netto niet meer dan 1000 woningen. Voor dit project zal dus geen luchtkwaliteitonderzoek nodig zijn.
6.3.3
Externe veiligheid
In het plangebied en in de directe omgeving van het plangebied zijn geen inrichtingen aanwezig, als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Tevens bevinden
Pagina 71
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
zich in het plangebied geen hoofdtransportleidingen en is er geen route voor gevaarlijke stoffen in, en in de omgeving van, het plangebied aanwezig.
6.3.4
Bodemkwaliteit
In mei 2006 is ten behoeve van de bodemkwaliteit van het plangebied een verkennende (historische) bodemtoets verricht. Uit deze bodemtoets kan worden geconcludeerd dat er onvoldoende zekerheid is over de kwaliteit van de bodem ter plaatse. Alvorens de exacte bodemkwaliteit na het bouwrijp maken te kunnen vastgestellen, dienen de resultaten van nader verkennend onderzoek te worden overlegd. Het overleggen van de resultaten zal als voorwaarde worden opgenomen in de betreffende bouwvergunningen. In opdracht van de gemeente Westland is door ingenieursbureau Mol een tweetal bodemonderzoeken uitgevoerd, waarvan de resultaten zijn weergegeven in de rapporten 07536B “Naverkennend bodemonderzoek Wijkpark W ateringen” van 26 juni 2007 en 07536B “Rapportage nader bodemonderzoek Wijkpark te Wateringen” van 23 juli 2007. Het voorstaande onderzoek is opgesteld naar aanleiding van de resultaten van het
genoemde
naverkennend
bodemonderzoek.
Het
naverkennend
en
nader
bodemonderzoek zijn uitgevoerd vanwege de geplande eigendomsoverdracht door de gemeente. Voor de deellocaties III t/m VII zijn in de boven- en ondergrond voor de onderzochte parameters geen concentratie’s boven de T-waarde gemeenten. Op basis van de circulaire Saneringsregeling W et bodembescherming is formeel een nader onderzoek voor de parameter Nikkel in het grondwater noodzakelijk. Conform de Nota Gezamenlijke Bodemsaneringsbeleid, opgesteld door de provincie Zuid-Holland, kan nader onderzoek achterwege blijven indien de parameter Nikkel de streefwaarde niet overschrijdt in de vaste fase van de bodem ter plaatse van het grondwater. Na bestudering van de onderzochte mengmonsters blijkt dat de vaste fase van de bodem ter plaatse van het grondwater chemisch geanalyseerd is waardoor een nader onderzoek niet noodzakelijk is.
Pagina 72
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
In deellocatie I is voor de parameter Minerale olie een overschrijdt van de T-waarde aangetroffen. Na nader onderzoek blijkt dat na verificatie van de kern en horizontale uitkartering dat de parameter Minerale olie niet boven de T-waarde is aangetroffen waardoor op basis van de Saneringsregeling W et bodembescherming nader onderzoek dan wel sanering ter plaatse niet noodzakelijk is. Ter plaatse van deellocatie II is voor de parameter Zink een overschrijding van de Twaarde aangetroffen. Na aanvullend bodemonderzoek blijkt dat na verificatie van de kern en horizontale uitkartering dat de parameter Zink boven de T- en I-waarde wordt aangetroffen (23, 24 en 26 (0,00 - 0,50 m-mv)) waardoor op basis van de circulaire Saneringsregeling Wet bodembescherming een nader onderzoek noodzakelijk is om de geconstateerde zinkverontreiniging horizontaal en verticaal volledig uit te karteren. Het uit te voeren nader onderzoek dient te voldoen aan het protocol nader onderzoek deel 1 naar de aard en concentratie van verontreinigde stoffen en de omvang van bodemverontreiniging. Gezien de contour van de aangetroffen zinkverontreiniging is mogelijk deellocatie III tevens met de parameter Zink verontreinigd. De mogelijk bij de bouwactiviteiten vrijkomende grond is voor hergebruik elder onderhevig aan de wettelijke bepalingen. Welke Wettelijk bepalingen aan de orde is, is afhankelijk van de voorgenomen of uiteindelijke eindbestemming van de grond. Geadviseerd wordt om in dergelijke gevallen contact op te nemen met de productgroep bodem van het team milieu. De bodemsanering is uitgevoerd in de periode van 30 januari tot en met 4 februari 2008 en bestond uit het ontgraven van de sterk met zware metalen verontreinigde grond. In totaal is 98,56 ton (= ca. 62 m 3 ) grond afgevoerd. Aangezien de locatie is ingericht als oppervlaktewater, is de ontgraving niet aangevuld. Bij het slopen en bouwrijp maken van de locatie dient men alert te zijn op aanwijzingen welke alsnog op een eventuele bodemverontreiniging wijzen. Indien duidelijkheid is verkregen voor wat betreft de omvang van de aanwezige zinkverontreiniging
(nader
onderzoek),
saneringsonderzoek
(BUS-melding),
de
mogelijke sanering ter plaatse onder bevoegd gezag van de provincie Zuid- Holland en evaluatie van de vorenstaande sanering zijn er op zich geen milieuhygiënische belemmeringen om de eigendomsoverdracht van deellocatie II en III te lat Pagina 73
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
plaatsvinden. Voor wat betreft de overige deellocaties zijn er geen milieuhygiënische belemmeringen om eigendomsoverdracht te laten plaats vinden.
6.3.5
Milieueffectrapportage
Voor de ontwikkeling van het plangebied is geen milieueffectrapportage verplicht gesteld.
Verkeerstechnische uitvoerbaarheid
6.4
In deze paragraaf wordt ingegaan op de verkeerstechnische uitvoerbaarheid van de ontwikkelingslocaties in het bestemmingsplan. In Hoofdstuk II van deze toelichting is bij het functionele onderzoek reeds ingegaan op de verkeersinfrastructuur en de verkeersintensiteit in het plangebied.
6.4.1
Verkeersbesluiten
Voor de ontwikkelingslocatie in het plangebied, als genoemd in Hoofdstuk II van deze toelichting, zijn geen verkeersbesluiten genomen.
Ecologische uitvoerbaarheid
6.5
In
deze
paragraaf
wordt
ingegaan
op
de
ecologische
uitvoerbaarheid
van
de
ontwikkelingslocaties in het bestemmingsplan. In Hoofdstuk II van deze toelichting is bij het functionele onderzoek reeds ingegaan op de natuurlijke en landschappelijke eigenschappen van het plangebied.
6.5.1
Procedure artikel 9j van de Natuurbeschermingswet
Pagina 74
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
In het plangebied of in de directe nabijheid van het plangebied bevindt zich geen natuurbeschermingsgebied als bedoeld in de Natuurbeschermingswet, zodat met het effect van de uitvoering van het bestemmingsplan op zo een gebied geen rekening hoeft te worden gehouden.
6.5.2
Ontheffing op grond van de Flora- en faunawet
Binnen het gebied van het project zijn een aantal beschermde diersoorten aanwezig. Voor de uitvoering van het bestemmingsplan Wijkpark is op 8 juli 2004 door de minister van LNV een ontheffing verleend van de verbodsbepaling, zoals genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet. Deze ontheffing was geldig tot en met 31 december 2007. Een verlenging van de ontheffing is niet vereist aangezien het project inmiddels is gerealiseerd.
6.6
Waterstaatkundige uitvoerbaarheid
In deze paragraaf wordt ingegaan op de waterstaatkundige uitvoerbaarheid van de ontwikkelingslocaties in het bestemmingsplan. In Hoofdstuk II van deze toelichting is bij het functionele onderzoek reeds ingegaan op de waterstaatkundige situatie in het plangebied (waterparagraaf).
6.6.1
Effect op het watersysteem
Het effect op het watersysteem is behandeld in Hoofdstuk II van deze toelichting.
6.6.2
Effect op de waterkering
De effecten op de waterkering zijn behandeld in Hoofdstuk II van deze toelichting
6.6.3
Ontheffing van de keurvoorschriften
Pagina 75
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
In de keurzone naast en rond een waterkering, zoals bepaald in artikel 59 van de Algemene
Keur
van
het
Hoogheemraadschap
van
Delfland,
zijn
voor
de
uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan keurvergunningen nodig. Ten behoeve van het dempen en graven van watergangen in het plangebied zijn de volgende keurvergunningen verleend: -
het graven van een watergang aan de oostzijde van het plangebied;
-
het dempen van een watergang nabij de straat bij De Colman.
De keurvergunningen zijn verleend door het Hoogheemraadschap van Delfland op 26 oktober 2006 onder nummer 607473/0680801.
C.
JURIDISCHE UITVOERBAARHEID
Op grond van vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dient de toelichting van een bestemmingsplan vergezeld te gaan van een beoordeling van de juridische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan, in het bijzonder die van nieuwe ontwikkelingen ten opzichte van het voorheen geldende planregime.
6.7
Grondbeleid van de gemeente
In deze paragraaf wordt ingegaan op de grondtransacties en andere juridische handelingen van de gemeente inzake de gronden voor de ontwikkelingslocaties in het bestemmingsplan. De nadruk van die handelingen ligt op plan- en locatie-ontwikkeling in het plangebied.
6.7.1
Voorkeursrecht
Voor de ontwikkelingslocaties, als genoemd in Hoofdstuk II van deze toelichting, heeft de gemeente geen gebruik hoeven te maken van het instrument van het voorkeursrecht voor gemeenten bij verwerving van onroerende zaken, als bedoeld in de Wet voorkeursrecht gemeenten.
Pagina 76
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
6.7.2
Verwerving in eigendom en onteigening
Voor de ontwikkelingslocaties, als genoemd in Hoofdstuk II van deze toelichting, behoefde de gemeente geen onroerende zaken in eigendom te verkrijgen. Evenmin hoefde de gemeente gebruik te maken van het instrument van onteigening van onroerende zaken, als bedoeld in de onteigeningswet.
6.8
Publiekprivate samenwerking
In deze paragraaf wordt ingegaan op de publiekprivate samenwerking van de gemeente met private partijen die bij de uitvoering van de ontwikkelingslocaties in het bestemmingsplan zijn betrokken. De nadruk van deze samenwerking ligt op plan- en locatie-ontwikkeling in het plangebied.
Voor de ontwikkelingslocaties, als genoemd in Hoofdstuk II van deze toelichting, behoefde de gemeente geen verbintenissen aan te gaan voor publiekprivate samenwerking.
Pagina 77
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
HOOFDSTUK VII
Bestemmingen en planregels
De waardering van de functies in het plangebied, die plaatsvond in Hoofdstuk IV van deze toelichting, heeft geresulteerd in de planverbeelding en de planregels van dit bestemmingsplan. In dat Hoofdstuk vond de juridisch-technische vertaling van de waardering van de functies naar planverbeelding en planregels plaats. In dit laatste Hoofdstuk van de toelichting worden de aldus gevormde planverbeelding en planregels toegelicht om het juridische normenkader van het bestemmingsplan op een juiste wijze te kunnen interpreteren. Daarnaast is in dit Hoofdstuk de wijze aangegeven waarop de gemeente het bestemmingsplan zal handhaven.
A.
PLANSYSTEMATIEK
In dit onderdeel wordt een toelichting gegeven op de planregels en de planverbeelding met legenda van het bestemmingsplan. De wijze van inrichting van het bestemmingsplan is overeenkomstig de ministeriële Regeling ruimtelijke documenten op papier, welke regeling tot 1 juli 2009 van kracht is.
7.1
Systematiek van de planregels
In deze paragraaf wordt ingegaan op de systematiek van de planregels in dit bestemmingsplan, te beginnen met de wijze van de beschrijving per bestemming van het doel of de doeleinden van de bestemming, als geboden in artikel 3.1.3 van het Besluit ruimtelijke ordening.
7.1.1
Standaardregels
De regels van dit bestemmingsplan zijn overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen als gepubliceerd door het ministerie van VROM (SVBP 2008).
Pagina 78
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Daarnaast zijn standaardregels opgenomen als geboden in artikel 3.2.1 en 3.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening. In een apart artikel zijn de bijzondere gebruiksverboden opgenomen voor alle bestemmingen, welke verboden aansluiten op het wettelijk verbod als neergelegd in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening. De planregels zijn voorts weergegeven in de specifieke opmaak die eigen is aan het adviesbureau dat het plan heeft vervaardigd.
7.1.2
Bestemmingen
7.1.2.1 Doeleindenbeschrijving
De doeleindenbeschrijving van de bestemmingen is in de planregels voor elke bestemming telkens vervat in het eerste lid van elk bestemmingsartikel. Voor elke bestemming of dubbelbestemming is onderscheid gemaakt tussen een algemene doeleindenbeschrijving voor de totale (soort) bestemming, gegeven in het eerste lid van elk bestemmingsartikel, en een beschrijving van het specifiek toegestane gebruik binnen de algemene doeleindenbeschrijving per subbestemming, gegeven in het tweede
lid
van
dat
artikel.
Strikt
gezien
worden
in
het
eerste
lid
de
gebruiksmogelijkheden binnen de hoofdbestemming sec gegeven, en in het tweede lid de gebruiksmogelijkheden - in het kader van de hoofdbestemming - volgens de s p e c ifie k e
g e b ru ik s d o e le in d e n
en
de
g e b ru ik sd o e le in d e n
v o lg e n s
de
functieaanduidingen (zie hierna). 7.1.2.2 Subbestemmingen
In de planregels en op de planverbeelding worden de onder de (hoofd-)bestemming liggende functies onderscheiden in: -
de specifieke gebruiksdoeleinden, voor de nadere specificatie van de bestemming, aangeduid met een letter of lettercombinatie middels verbindingsstreepje verbonden met de letter of lettercombinatie die de bestemming aangeeft;
-
de
gebruiksdoeleinden
volgens
functieaanduidingen
voor
de specifieke
gebruiksmogelijkheden binnen de bestemming, aangeduid met een letter of Pagina 79
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
lettercombinatie tussen ronde haakjes achter de bestemmingsaanduiding. Deze aanduidingen komen in de plaats van de subbestemmingen die gebruikelijk waren in de planregels.
7.1.3
Bouwen, aanleggen en slopen
7.1.3.1 Bouwen
De bouwregels voor de bestemmingen zijn in de planregels voor elke bestemming telkens vervat in het derde lid van het bestemmingsartikel. De gebruiksregels voor het bouwen sluiten aan bij de doeleindenbeschrijving in het eerste lid en de specificatie daarvan in het tweede lid (zie paragrafen 7.1.2.1 en 7.1.2.2). Binnen die gebruiksregels kan een verdere specificatie van de bouwmogelijkheden worden gegeven en wel in de vorm van gebruiksdoeleinden volgens bouwaanduidingen, aangeduid met een letter of lettercombinatie tussen vierkante haakjes achter de bestemmingsaanduiding. In de bouwregels is niet opnieuw een uitputtende opsomming van toegestane bouwwerken volgens de bestemming gegeven. Hiervoor wordt verwezen naar de beschrijving in paragraaf 7.1.2.2. De specifieke bouwmaten per bestemming moeten worden gelezen en geïnterpreteerd in samenhang met de algemene maatvoering voor het plan als gegeven in het tweede artikel, tweede lid, van elk bestemmingsplan. De specifieke bouwmaten gaan voor op de algemene bouwmaten. 7.1.3.2 Aanleggen
De aanlegregels zijn in de planregels voor elke bestemming of
dubbelbestemming
vervat in principe het vijfde lid van het bestemmingsartikel. In de aanlegregels is onderscheid gemaakt tussen: Pagina 80
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
-
het aanlegverbod zelf;
-
de voorwaarden waaronder een aanlegvergunning mag worden verleend en het inwinnen van deskundigenadvies;
-
de specifieke aanlegverboden met de daarop gegeven uitzonderingen.
7.1.3.3 Slopen
Het sloopverbod en de daarvoor gegeven mogelijkheid tot verlening van een sloopvergunning komen voor in de planregels voor de gewone bestemmingen en voor de prevalerende bestemmingen. De sloopregels voor de bestemmingen zijn in de planregels voor elke bestemming telkens vervat in principe het zesde lid van een bestemmingsartikel. De sloopregels voor de prevalerende bestemmingen zijn in de planregels voor elk van zo een bestemming telkens vervat in het derde lid. In de sloopregels is onderscheid gemaakt tussen: -
het sloopverbod zelf per bestemming;
-
de specifieke sloopverboden met de daarop gegeven uitzonderingen per bestemming;
-
de voorwaarden waaronder een sloopvergunning mag worden verleend, gegeven in een apart artikel als onderdeel van de afsluitende regels.
Pagina 81
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
7.1.4
Planflexibiliteit en planwijziging
7.1.4.1 Flexibiliteit per bestemming
De flexibiliteitsregels per bestemming zijn in de planregels voor elke bestemming of dubbelbestemming telkens vervat in het vierde lid van het bestemmingsartikel. In deze planregels wordt aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven het bestemmingsplan te wijzigen, ontheffing te verlenen van het bestemmingsplan dan wel nadere eisen aan de bestemming te stellen. 7.1.4.2 Planwijziging per bestemming
De planregels voor een wijzigingsbevoegdheid per bestemming zijn in de planregels voor elke bestemming telkens vervat in het artikellid dat volgt op het lid waarin de flexibiliteitsregels zijn neergelegd. 7.1.4.3 Flexibiliteit of planwijziging voor meerdere bestemmingen
In het artikel in de afsluitende regels direct volgende op het artikel met de bijzondere gebruiksverboden, worden algemene flexibiliteitsregels gegeven die gelden voor meerdere bestemmingen, dubbelbestemmingen of gebiedsaanduidingen. Bijvoorbeeld: een wijzigingsbevoegdheid die meerdere, te wijzigen bestemmingen omvat zal daarin een plaats krijgen en zal geen plaats krijgen in de afzonderlijke artikelen waarin de regels van die bestemmingen zijn opgenomen. De
specifieke
flexibiliteitsregels
per
bestemming
moeten
worden
gelezen
en
geïnterpreteerd in samenhang met de algemene flexibiliteitsregels. De specifieke flexibiliteitsregels gaan voor op de algemene flexibiliteitsregels.
Pagina 82
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
7.1.5
Indeling van de planregels
De planregels zijn in elk bestemmingsplan onderverdeeld in inleidende regels, bestemmingsregels en regels voor dubbelbestemmingen, en afsluitende regels. 7.1.5.1 Inleidende regels
De inleidende regels dienen begrepen te worden alvorens de bestemmingsregels en de planverbeelding te kunnen toepassen. Hierin komen aan de orde: -
de begripsdefinities, onderscheiden in algemene definities die het gehele plan betreffen en specifieke definities die gericht zijn op specifieke bestemmingen;
-
de meetregels en de maatregels: de planregels die regels geven voor het meten en de planregels voor de algemene maatvoering in het bestemmingsplan.
7.1.5.2 Bestemmingsregels
De bestemmingsregels vormen uiteraard het hart van de planregels van een bestemmingsplan. In dit bestemmingsplan wordt onderscheid gemaakt tussen: -
de gewone planregels voor elk van de bestemmingen;
-
de prevalerende bestemmingen (dubbelbestemmingen); en
-
de gebiedsaanduidingen, die eigenlijk
onder een
bestemming of een
dubbelbestemmingen behoren te worden geregeld maar apart zijn weergegeven in verband met het in ontwikkeling zijn van het SVBP. De dubbelbestemmingen vormen de beschermende bestemmingen die over de gewone bestemmingen kunnen worden gelegd. De gebruiksregels van de bestemmingen zijn hiermee
beperkt
door
de
gebruiksregels
van
de
dubbelbestemmingen.
De
laatstgenoemde bestemmingen prevaleren dus. Dit geldt ook voor de gebiedsaanduidingen; deze hebben eveneens een beperkende werking ten opzichte van de onderliggende bestemming. 7.1.5.3 Afsluitende regels
Pagina 83
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
De afsluitende regels vormen het voorwaardenscheppend kader van het totale bestemmingsplan. Hierin komen aan de orde: -
een verwijzing naar het algemene gebruiksverbod in artikel 7.10 van de W et ruimtelijke ordening, eventueel aangevuld met specifieke gebruiksverboden;
-
de
flexibiliteit
voor
het
gehele
plangebied,
waarin
de
algemene
ontheffingsbevoegdheid en alle wijzigingsbevoegdheden zijn gegeven; -
de strafbepalingen gerelateerd aan de Wet op de economische delicten;
-
de aanwijzing van planregels waarvan de raad meent dat deze bijzondere aandacht moeten krijgen bij de bestuursrechtelijke handhaving van het bestemmingsplan;
-
het overgangsrecht overeenkomstig de standaardbepalingen die zijn neergelegd in het Besluit ruimtelijke ordening; en
-
de slotbepalingen, waarin een overzicht van de bestemmingsplannen en andere planregimes die met dit bestemmingsplan zijn vervangen, en de citeertitel van het bestemmingsplan.
7.2
Systematiek van de planverbeelding
In deze paragraaf wordt ingegaan op de wijze waarop de planverbeelding is ingericht.
7.2.1 De
Standaardisering planverbeelding
is
reeds
overeenkomstig
de
Standaard
Vergelijkbare
Bestemmingsplannen als gepubliceerd door het ministerie van VROM (SVBP 2008). Dit geldt met name voor de analoge en digitale verbeelding van plangebied, hoofdgroepen
van
bestem m ingen,
gebiedsaanduidingen,
hoofdgroepen
functieaanduidingen,
van
bouwvlakken,
dubbelbestem m ingen, bouwaanduidingen,
maatvoering en figuren.
7.2.2
Planverbeelding
Pagina 84
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Het plangebied is gezien zijn omvang vervat in één kaartblad, namelijk: kaartblad 1: de verbeelding en legenda van het hele plangebied met een schaal van 1:1000. Het kaartblad is voorzien van een kaartnummer, een schaalaanduiding en een noordpijl. De planverbeelding is in kleur afgedrukt.
7.2.3
Legenda
De legenda is ingedeeld conform de artikelverdeling van de planregels van het in paragraaf 7.1 genoemde bestemmingsplan. De aanduidingen in de legenda worden tevens vermeld in de planregels; daarin zijn aan het begin van de regels voor elke groep bestemmingsregels
die
aanduidingen
als
volgt
onderverdeeld
“bestemming”, “functieaanduiding” en “bouwaanduiding”.
Pagina 85
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
weergegeven:
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
B.
HANDHAVINGSTRATEGIE
In dit onderdeel wordt een toelichting gegeven op de wijze waarop de gemeente het juridische normenkader van het bestemmingsplan, gegeven met planregels en planverbeelding, zal handhaven.
7.3
Beleidsmatige prioriteiten in handhaving
In deze paragraaf wordt ingegaan op het handhavingbeleid van de gemeente en in het bijzondere de beleidsmatige prioriteiten die het gemeentebestuur met dat beleid voor handhaving voorstaat.
7.3.1
Integraal handhavingsbeleid 2007-2010, “Samen handhaven, samen leven” (zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Westland op 26 juni 2007)
In de bovengenoemde nota worden een aantal kernpunten geformuleerd die het handhavingsbeleid de komende jaren mede richting en inhoud zullen geven. De volgende handhavingsthema’s komen daarbij aan de orde als specifiek aandachtspunt binnen de reguliere wettelijke verplichte handhavingstaken of krijgen extra aandacht binnen de reguliere wettelijk verplichte handhavingstaken of krijgen extra aandacht door een projectmatige aanpak: -
assimilatiebelichting;
-
evenementen;
-
horeca en uitgaan;
-
illegale huisvesting buitenlandse arbeidskrachten;
-
strijdig gebruik buitengebied;
De bovenstaande handhavingsthema’s hebben geen betrekking op het plangebied.
-
hokken;
Pagina 86
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEM M INGSPLAN
Onder hokken worden door jongeren ingerichte of tijdelijk in gebruik genomen schuren, keten, caravans of andere ruimten verstaan. Dergelijke als zodanig gebruikte opstellen ten tijde van het functionele onderzoek niet in het plangebied aangetroffen.
-
handhaving openbare ruimte/ instrument bestuurlijke boete;
Voor zover er bij de handhaving van de openbare ruimte sprake is van een gebiedsgerichte benadering richt deze zich met name op de woonkernen. De handhaving in de openbare ruimte richt zich op onder meer (kleine) overtredingen van de verkeerswetgeving, verstoring van de openbare orde, veiligheid en zwerfvuil.
-
gevolgen actualisatie bestemmingsplannen voor handhaving.
Van alle bovengenoemde beleidsmatige prioriteiten heeft alleen de laatstgenoemde concreet betrekking op het bestemmingsplan, in de zin dat prioriteit wordt gegeven aan de capaciteit die nodig is voor het handhaven van strijdige functies die in de nieuwe bestemmingsplannen niet worden bestemd, en met het oog op handhaving worden gewraakt. De hier bedoelde functies worden behandeld in paragraaf 4.7.3 van deze toelichting.
Pagina 87
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN E N B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U RG C O RPIT LC , D en H aag . B reda . U trecht . M aastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
Deel B
PLANREGELS
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U RG C O RPIT LC , D en H aag . B reda . U trecht . M aastricht
REGELS BESTEMMINGSPLAN
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U RG C O RPIT LC , D en H aag . B reda . U trecht . M aastricht
REGELS BESTEM M INGSPLAN
Inhoud van de planregels
HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE REGELS
Artikel 1
Begrippen
5
1.1
Algemene begrippen
5
1.2
Begrippen voor bijzonder gebruik
9
Artikel 2
W ijze van meten
11
2.1
Meetregels
11
2.2
Overschrijding bouwvlak
12
HOOFDSTUK 2: BESTEMMINGSREGELS
Artikel 3
Bedrijf
13
3.1
Bestemmingsomschrijving
13
3.2
Bouwregels
14
Artikel 4
Groen
15
4.1
Bestemmingsomschrijving
15
4.2
Bouwregels
15
4.3
Specifieke gebruiksregels
16
4.4
Ontheffing van de gebruiksregels
16
Artikel 5
Tuin
18
5.1
Bestemmingsomschrijving
18
5.2
Bouwregels
19
Pagina 1
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
Artikel 6
Verkeer
20
6.1
Bestemmingsomschrijving
20
6.2
Bouwregels
20
6.3
Nadere eisen
21
6.4
Ontheffing van de bouwregels
21
6.5
Specifieke gebruiksregels
22
Artikel 7
W ater
21
7.1
Bestemmingsomschrijving
23
7.2
Bouwregels
23
Artikel 8
W onen
25
8.1
Bestemmingsomschrijving
25
8.2
Bouwregels
26
8.3
Specifieke gebruiksregels
28
Artikel 9
W aarde - Archeologie
30
9.1
Bestemmingsomschrijving
30
9.2
Bouwregels
31
9.3
Ontheffing van de gebruiksregels
31
9.4
Aanlegvergunning
32
Artikel 10
W aterstaat - Waterkering
34
10.1
Bestemmingsomschrijving
34
10.2
Bouwregels
35
10.3
Aanlegvergunning
35
Pagina 2
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
HOOFDSTUK 3: ALGEMENE REGELS
Artikel 11
Anti-dubbeltelregel
38
11.1
Anti-dubbeltelregel
38
Artikel 12
Algemene bouwregels
39
12.1
Percentages op planverbeelding
39
12.2
Hoogteaanduidingen op planverbeelding
12.3
Overschrijding van hoogteaanduidingen op plan-
39
verbeelding
40
12.4
Algemene hoogtematen
40
12.5
Minimale afstand tot hoofdwatergang
41
Artikel 13
Algemene gebruiksregels
42
13.1
Verbod op gebruik van gronden
42
13.2
Verbod op gebruik van bouwwerken
43
Artikel 14
Algemene ontheffingsregels
43
14.1
Algemene ontheffingsregels
44
Artikel 15
Algemene procedureregels
46
15.1
Procedure ontheffing en nadere eisen
46
HOOFDSTUK 4: OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 16
Overgangsrecht
47
16.1
Overgangsrecht bouwen
16.2
Overgangsrecht gebruik
48
16.3
Ontheffing van overgangsrecht bouwen
48
47
Pagina 3
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
Artikel 17
Slotregels
49
17.1
Vervangen bestemmingsplannen
17.2
Citeertitel
49 49
Pagina 4
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 1:
IN LEID EN D E RE G ELS
ARTIKEL 1
Begrippen
1.1
Algemene begrippen
De begrippen die alle planregels van het bestemmingsplan betreffen, zijn de volgende:
1.1.1
bestemmingsplan: aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of bepaalde figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GM L -bestand
NL.IMRO.1783.xxxx.yyyy
met de bijbehorende regels en
bijlagen; plan: het bestemmingsplan “Wijkpark” van de gemeente W estland waarvoor deze planregels en de daarbij behorende planverbeelding met legenda, het juridische normenkader vormen; plangebied: het grondgebied van de gemeente waarop het bestemmingsplan betrekking heeft 1.1.2
ruimtegebruik algemeen: bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; boveninsteek sloot: de snijlijn van het maaiveld en het beloop van een watergang;
Pagina 5
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
hart van de weg: -
het midden van de rijbaan;
-
bij gescheiden rijbanen: het midden van de middenberm;
peil: -
voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdingang;
-
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.1.3
bouwen: bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of het veranderen, en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; bouwgrens: de grens van een bouwvlak; bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat wordt begrensd door vloeren of balklagen die op gelijke hoogte of bij benadering op gelijke hoogte liggen; bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel; bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; bouwvlakpercentage: het maximale percentage van de oppervlakte van een bouwvlak dat mag worden bebouwd, een en ander als bedoeld in Artikel 12 van deze planregels; bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond; bijgebouw: een gebouw dat - vrijstaand of aan het hoofdgebouw aangebouwd - behoort bij een hoofdgebouw en dat in functioneel en bouwkundig opzicht is te onderscheiden van dat hoofdgebouw;
Pagina 6
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
erfscheiding: de scheiding tussen twee onroerende zaken die niet aan dezelfde eigenaar behoren, niet door dezelfde gebruikers worden benut, dan wel louter kadastraal gescheiden zijn; gebouw: een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; gebouw, hoofd-: een gebouw dat op een bouwvlak door aard, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk is aan te merken; voorgevel: de naar de weg gekeerde zijde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel; voorgevelrooilijn: de lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de naar het openbare gebied gekeerde gevel(s) van de hoofdbebouwing. 1.1.4
aanleggen en slopen: werken,
geen
bouwwerken
zijnde,
of
werkzaamheden:
werk
of
werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.3, aanhef onder a., van de W et ruimtelijke ordening; slopen: het slopen als bedoeld in artikel 3.3, aanhef onder b., van de W et ruimtelijke ordening. 1.1.5
voorzieningen voor ruimtegebruik: groenvoorzieningen: groenschermen van opgaande beplanting, bermbeplantingen en andere beplantingen voor openbaar of particulier gebruik welke beplanting in planologisch opzicht een ruimte structurerend effect hebben; nutsvoorzieningen: voorzieningen, al dan niet als bouwwerk of meerdere bij elkaar behorende bouwwerken, ten behoeve van telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van
openbaar
nut,
waaronder
in
ieder
geval
worden
begrepen
transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten; straatmeubilair: bouwwerken voor het openbare gebruik van de ruimte zoals:
Pagina 7
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
-
verkeersgeleiders, bloembakken,
verkeersborden,
telefooncellen,
informatieborden,
abri’s,
kunstwerken,
zitbanken, bushaltes,
speeltoestellen, fietsenrekken en draagconstructies voor reclame; -
kleinschalige bouwwerken voor nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 50 m 3 en een hoogte van ten hoogste 3 meter, waaronder begrepen voorzieningen voor de telecommunicatie, energievoorzieningen, brandkranen en afval-inzamelsystemen.
1.1.6
bevoegdheden van burgemeester en wethouders: bevoegdheid tot stellen van nadere eisen: de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan tot het stellen van nadere eisen ten opzichte van in het bestemmingsplan omschreven punten, als bedoeld in artikel 3.6, aanhef en onder d., van de W et ruimtelijke ordening; burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland; ontheffingsbevoegdheid: de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan tot het verlenen van ontheffing van de planregels van het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 3.6, aanhef en onder c., van de W et ruimtelijke ordening; wijzigingsbevoegdheid: de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan tot het wijzigen van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, aanhef en onder a., van de W et ruimtelijke ordening.
Pagina 8
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
1.2
Begrippen voor bijzonder gebruik
De begrippen die uitsluitend de bestemmingsregels betreffen, zijn de volgende:
1.2.1
bestemming Bedrijf: bedrijfsgebouw: een gebouw ten dienste van de bedrijfsvoering zoals ingevolge
de
bestemming
toegestaan,
hieronder
niet
begrepen
een
bedrijfswoning; bedrijfsvloeroppervlak: het totale vloeroppervlak van bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten; bedrijfswoning: een woning bij een bedrijf, die bestemd is voor bewoning door (het huishouden van) de ondernemer of door bij dat bedrijf werkzaam personeel, waarvan huisvesting ter plaatse, gelet op de bedrijfsvoering, noodzakelijk is; geluidshinderlijke inrichtingen: bedrijven in de zin van artikel 41 van de W et geluidhinder en artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer; risicovolle inrichtingen: inrichtingen als bedoeld in artikel 2, lid 1, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. 1.2.2
bestemming Wonen: aan-huis-gebonden beroep: een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch of therapeutisch gebied of op een daarmee gelijk te stellen gebied; achtererf: de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan; achtergevel, oorspronkelijke-: de achtergevel van de woning zoals deze in het verleden is opgeleverd, zonder uitbreidingen die eventueel hebben plaatsgevonden; woning: een complex van ruimten dat blijkens indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van een gezinshuishouden; woongebouw: een gebouw dat één of meer woningen bevat;
Pagina 9
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
zijerf: de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel. 1.2.3
dubbelbestemming Waarde: archeologisch onderzoek: het doen van opgravingen met als doel het opsporen of onderzoeken van archeologische monumenten, een en ander als bedoeld in artikel 1 van de Monumentenwet 1988; archeologische waarde: de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende archeologische monumenten, als bedoeld in artikel 1 van de Monumentenwet 1988.
Pagina 10
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 1:
IN LEID EN D E RE G ELS
ARTIKEL 2
Wijze van meten
2.1
Meetregels
2.1.1
Van een bouwwerk wordt de oppervlakte gemeten tussen de buitenwerkse
gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.1.2
Van een bouwwerk wordt de inhoud gemeten tussen de onderzijde van de
begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.1.3
Van een bouwwerk wordt de goothoogte gemeten vanaf het peil tot aan de
bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.1.4 hoogste
Van een bouwwerk wordt de bouwhoogte gemeten vanaf het peil tot aan het punt
van
het
bouwwerk,
met
uitzondering
van
ondergeschikte
bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.1.5
Van een windturbine wordt de bouwhoogte gemeten vanaf het peil tot aan
de (wieken)as van de windturbine. 2.1.6
Van een bouwwerk wordt de dakhelling gemeten langs het dakvlak ten
opzichte van het horizontale vlak.
Pagina 11
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
2.1.7
Bij het meten worden afstanden daar gemeten waar deze afstanden het
kleinst zijn.
2.1.8
De lengte van aanlegsteigers wordt gemeten tussen de afstand tussen de
boveninsteek van het water en het deel van de aanlegsteiger dat daar het verst vanaf is gelegen.
2.2
Overschrijding bouwvlak
2.2.1
De grenzen van het bouwvlak, zoals die zijn gegeven op de planverbeelding,
mogen uitsluitend worden overschreden door: -
tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden en funderingen;
-
bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en schoorstenen, indien en voorzover de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt;
-
gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, indien en voorzover de overschrijding niet meer dan 0,50 meter bedraagt;
-
erkers en serres, indien en voorzover de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt; een erker mag niet breder zijn dan 60 % van de gevel, moet 1,00 meter uit de erfscheiding blijven en mag niet hoger zijn dan de verdiepingsvloer;
-
rookkanalen, indien de overschrijding niet meer dan 0,75 meter bedraagt;
-
putten, leidingen, goten en inrichtingen voor de watervoorziening of de afvoer of verzameling van water-rioolstoffen;
-
hijsinrichtingen, indien en voorzover de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.
Pagina 12
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 2:
BEST EM M IN G SREG ELS
ARTIKEL 3
Bedrijf
A A N D U ID IN G EN O P PLA N V ER B EELD IN G :
Bestem m ing:
Functieaanduiding:
B
bedrijf
(ga)
3.1
Bestemmingsomschrijving
3.1.1
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
de uitoefening van een garagebedrijf;
-
de bedrijventerreinen voor de bedrijfsuitoefening;
-
de bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken die voor de bedrijfsuitoefening
garage
nodig zijn; -
de verkeersvoorzieningen die voor de bedrijfsuitoefening nodig zijn, zoals: -
wegen voor gemotoriseerd verkeer, inclusief in- en uitritten;
-
fietspaden en voetpaden;
-
parkeerplaatsen en fietsenstallingen;
-
andere verkeersvoorzieningen die nodig zijn voor de geleiding van het verkeer van en naar het bedrijfsgebouw;
-
groenvoorzieningen die voor de bedrijfsuitoefening nodig zijn;
-
water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.
3.1.2
Niet zijn toegestaan geluidshinderlijke inrichtingen, risicovolle inrichtingen
of detailhandel.
Pagina 13
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
3.1.3
Binnen de bestemming Bedrijf is voorts het volgende gebruik toegestaan:
-
onzelfstandige kantoren met een bruto-vloeroppervlak dat minder bedraagt dan 50% van het totale bruto-vloeroppervlak en minder is dan 3.000 m 2;
-
showrooms indien de uit te stallen goederen behoren tot de normale bedrijvigheid of bedrijfsvoering, met een maximaal bruto-vloeroppervlak van 10% van het totale bruto-vloeroppervlak van het bedrijf tot een maximum van 75 m 2.
3.1.4
Binnen de bestemming Bedrijf is voorts een zelfstandig kantoor met een
bruto-vloeroppervlak van ten hoogste 500 m 2 toegestaan op de locaties zoals opgenomen in Bijlage 2 van deze planregels.
3.2
Bouwregels
3.2.1
Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de
volgende bepalingen: -
gebouwen mogen uitsluitend op de bouwvlakken, als aangegeven op de planverbeelding, worden geplaatst;
-
het maximale bebouwingspercentage is aangegeven op de planverbeelding;
-
de minimale afstand van de bedrijfsgebouwen tot de perceelsgrens indien deze niet in de erfafscheiding zijn gebouwd, bedraagt 3,00 meter;
-
de maximale goothoogte of bouwhoogte van
gebouwen
en
andere
bouwwerken bedraagt: bouwwerk
bedrijfsgebouw
3.2.2
goothoogte
bouwhoogte
aanduiding op planverbeelding
goothoogte + 3,00 m
Voor de overige maten gelden de maten als gegeven in Artikel 12 van deze
planregels.
Pagina 14
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
Pagina 15
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 2:
BEST EM M IN G SREG ELS
ARTIKEL 4
Groen
A A N D U ID IN G EN O P PLA N V ER B EELD IN G :
Bestem m ing:
Functieaanduiding:
G
groen
(-)
4.1
Bestemmingsomschrijving
4.1.1
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
groenvoorzieningen;
-
speelvoorzieningen voor kinderen;
-
fietspaden en voetpaden.
4.2
Bouwregels
4.2.1
Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de
volgende bepaling voor de maximale bouwhoogte van de bouwwerken: bouwwerk
goothoogte
bouwhoogte
speelvoorzieningen
-
3,00 m
straatverlichting
-
7,00 m
Pagina 16
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
4.2.2
Voor de overige maten gelden de maten als gegeven in Artikel 12 van deze
planregels.
4.3
Specifieke gebruiksregels
4.3.1
Binnen het kader van de doeleindenomschrijving onder 4.1 is op de
bestemming aangegeven met letter G het volgende specifieke gebruik toegestaan: -
bomen, groenschermen van opgaande beplanting, beschoeiing, houtgewas en andere groenvoorzieningen;
-
speelvoorzieningen voor kinderen;
-
fietspaden en voetpaden door de groenvoorzieningen;
-
bouwwerken die geen gebouwen zijn en die voor het gebruik van de groenvoorzieningen
nodig
zijn,
zoals
bruggen,
dammen,
duikers
en
straatmeubilair; -
bouwwerken die geen gebouwen zijn en die voor het gebruik van de fietspaden en voetpaden nodig zijn, zoals verkeersborden en straatverlichting;
-
waterlopen en waterplassen.
4.4
Ontheffing van de gebruiksregels
Ontheffingsbevoegdheid voor verkeer in het groen 4.4.1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ontheffing te verlenen van het
hiervoor bepaalde in dit Artikel voor het aanleggen van een weg ter ontsluiting van de woonwijk, van parkeerplaatsen en van in- en uitritten of andere ondergeschikte verhardingen, mits: -
een aantoonbare behoefte is aan de verkeersvoorzieningen;
Pagina 17
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
-
de ontheffing niet ten koste gaat van de kwaliteit en de beleving van de groenvoorzieningen;
-
een verkeerskundig advies is gevraagd.
Procedure 4.4.2
Voor het toepassen van de bevoegdheden die in dit Lid zijn toegekend, is
Artikel 15 van deze planregels, van overeenkomstige toepassing.
Pagina 18
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 2:
BEST EM M IN G SREG ELS
ARTIKEL 5
Tuin
A A N D U ID IN G EN O P PLA N V ER B EELD IN G :
Bestem m ing:
Functieaanduiding:
T
tuin
(-)
5.1
Bestemmingsomschrijving
5.1.1
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het wonen;
-
de tuin bij het, op de aangrenzende gronden gelegen, woongebouw;
-
bouwwerken
die
geen
gebouwen
zijn
en
die
uitsluitend
bestemmingsvlak mogen zijn geplaatst; -
het parkeren van het motorvoertuig bij het woongebouw.
Pagina 19
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
op
het
REGELS BESTEM M INGSPLAN
5.2
Bouwregels
5.2.1
Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de
bepaling dat de goothoogte en bouwhoogte van de bouwwerken maximaal bedragen:
5.2.2
bouwwerk
goothoogte
bouwhoogte
bouwwerken die geen gebouwen zijn
-
1,00 m
Voor de overige maten gelden de maten als gegeven in Artikel 12 van deze
planregels.
Pagina 20
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 2:
BEST EM M IN G SREG ELS
ARTIKEL 6
Verkeer
A A N D U ID IN G EN O P PLA N V ER B EELD IN G :
Bestem m ing:
Functieaanduiding:
V
verkeer
(-)
6.1
Bestemmingsomschrijving
6.1.1
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het wegverkeer;
-
bouwwerken die geen gebouwen zijn en die voor de wegenstructuur en de geleiding van het wegverkeer nodig zijn.
6.2
Bouwregels
6.2.1
Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de
bepaling dat de bouwhoogte van de bouwwerken maximaal bedraagt:
bouwwerk
goothoogte
bouwhoogte
bouwwerken die geen gebouwen zijn
-
3,00 m
straatverlichting
-
7,00 m
Pagina 21
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
6.2.2
Voor de overige maten gelden de maten als gegeven in Artikel 12 van deze
planregels.
6.3
Nadere eisen
Bevoegdheid tot stellen van nadere eisen 6.3.1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen aan de
plaats en de afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en het straatbeeld. Procedure 6.3.2
Voor het toepassen van de bevoegdheden die onder 4.3.1 zijn toegekend, is
Artikel 15 van deze planregels, van overeenkomstige toepassing.
6.4
Ontheffing van de bouwregels
Ontheffingsbevoegdheid voor geluidswerende voorzieningen 6.4.1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ontheffing te verlenen van het
hiervoor
bepaalde
in
dit
Artikel
voor
de
realisering
van
geluidswerende
voorzieningen.
Pagina 22
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
Procedure 6.4.2
Voor het toepassen van de bevoegdheden die onder 4.4.1 zijn toegekend, is
Artikel 15 van deze planregels, van overeenkomstige toepassing.
6.5
Specifieke gebruiksregels
6.5.1
Binnen het kader van de doeleindenomschrijving onder 4.1 van dit Artikel is
op de bestemming aangegeven met letter V het volgende specifieke gebruik toegestaan: -
het autoverkeer, fietsverkeer en voetgangersverkeer;
-
verkeerswegen en parkeerplaatsen voor autoverkeer;
-
in- en uitritten;
-
fiets- en voetpaden;
-
ruiterpaden;
-
bouwwerken die geen gebouwen zijn en die voor de wegenstructuur en de geleiding van het wegverkeer nodig zijn, zoals bruggen, dammen, duikers, verkeersborden en straatverlichting;
-
groenvoorzieningen en watergangen voor de begrenzing en de waterafvoer van de wegen en de parkeerplaatsen, zoals bermen en taluds.
Pagina 23
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 2:
BEST EM M IN G SREG ELS
ARTIKEL 7
Water
A A N D U ID IN G EN O P PLA N V ER B EELD IN G :
Bestem m ing:
Functieaanduiding:
WA
water
(-)
7.1
Bestemmingsomschrijving
7.1.1
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
natuur in de vorm van water met inbegrip van de zich daarin bevindende flora en fauna;
-
groenvoorzieningen;
-
de waterhuishouding;
-
langzaam verkeer op het land en op het water.
7.2
Bouwregels
7.2.1
Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de
bepaling dat voor de bouwwerken de volgende maximale bouwhoogte geldt:
Pagina 24
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
7.2.2
bouwwerk
goothoogte
bouwhoogte
bouwwerken die geen gebouwen zijn, met uitzondering van bruggen
-
1,00 m
Voor de overige maten gelden de maten als gegeven in Artikel 12 van deze
planregels.
7.3
Specifieke gebruiksregels
7.3.1
Binnen het kader van de doeleindenomschrijving onder 5.1 van dit Artikel is
op de bestemming aangegeven met letter W A het volgende specifieke gebruik toegestaan: -
waterlopen en waterplassen, zowel als natuurlijk verschijnsel als wel als netwerk
voor
de
waterhuishouding
(waterberging,
wateraanvoer
en
waterafvoer); -
groenvoorzieningen rondom het water;
-
de bij waterlopen en waterplassen behorende bouwwerken waaronder keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen en aanlegsteigers met een maximale lengte van 1,00 meter;
-
fietspaden en voetpaden;
-
verkeer te water.
Pagina 25
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 2:
BEST EM M IN G SREG ELS
ARTIKEL 8
Wonen
A A N D U ID IN G EN O P PLA N V ER B EELD IN G :
Bestem m ing:
Functieaanduiding:
W
(cw)
wonen
cultuur-historische waarde
Bouwaanduiding:
[gs]
gestapeld
[-kap]
kap uitgesloten
[vrij]
vrijstaand
8.1
Bestemmingsomschrijving
8.1.1
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het wonen;
-
het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep in samenhang met het wonen;
-
een hoofdgebouw voor het wonen;
-
aan- en uitbouwen van het hoofdgebouw;
-
bijgebouwen en overkappingen bij het hoofdgebouw;
-
bouwwerken die geen gebouwen zijn en die uitsluitend voor het wonen zijn bestemd.
Pagina 26
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
8.2
Bouwregels
8.2.1
Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de
volgende bepalingen: -
gebouwen,
met
uitzondering
bijgebouwen,
aan-
of
uitbouwen
en
overkappingen, mogen uitsluitend op de bouwvlakken, als aangegeven op de planverbeelding, worden geplaatst; -
aanbouwen gelegen binnen het bouwvlak met de functie aanduiding [vrij] mogen voorzien worden van een balkon.
-
de bruto-inhoud van het hoofdgebouw voor het wonen bedraagt ten hoogste 600 m 3;
-
voor bestaande hoofdgebouwen voor het wonen die op het moment van vaststelling van deze planregels een bruto-inhoud hadden van meer dan 600 m 3, is die grotere bruto-inhoud toegestaan;
-
het gezamenlijk grondoppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 50% bedragen van het zij- en achtererf van het hoofdgebouw voor het wonen, met een maximum van 50 m 2; indien het zij- en achtererf een grotere oppervlakte heeft dan 100 m 2 mag bij de maximale oppervlakte van 50 m 2 een percentage van 10 van het meerdere van 100 m 2 van het zij- en achtererf worden opgeteld, tot een maximum van 75 m 2;
-
de diepte van een aanbouw of een uitbouw bedraagt, gemeten vanuit de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw voor het wonen, ten hoogste 3,00 m;
-
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op een afstand van ten minste 2,00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw voor het wonen, te zijn gebouwd;
-
de maximale goothoogte of bouwhoogte van
gebouwen
bouwwerken bedraagt:
Pagina 27
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
en
andere
REGELS BESTEM M INGSPLAN
bouwwerk
goothoogte
bouwhoogte
aanduiding op planverbeelding
-
0,25 m + vloer van 1e verdieping van hoofdgebouw, tot een maximum van 4,00 m boven peil
-
3,00 m
3,00 m
overkapping
-
3,00 m
bouwwerken die geen gebouwen zijn
-
3,00 m
hoofdgebouw voor het wonen
aan- of uitbouw
bijgebouw
8.2.2 Specifieke bouwregels Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de planverbeelding en de volgende bepalingen: -
gebouwen mogen uitsluitend op de bouwvlakken, als aangegeven op de planverbeelding, worden geplaatst;
-
de maximale oppervlakte bedraagt voor bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen gezamenlijk per woning op gronden met de bouwaanduiding [vrij] ten hoogste 50%; indien zij- en achtererf gezamenlijk een grotere oppervlakte heeft dan 100 m², dan mag bij de maximaal toegestane oppervlakte van 50 m² een percentage van 10 van het meerdere van 100 m² worden opgeteld, maar de maximaal toegestane oppervlakte mag dan 75 m² zijn.
Pagina 28
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
bouwwerk
woongebouw op gronden zonder bouwaanduiding
goothoogte
bouwhoogte
aanduidingen op
goothoogte
planverbeelding
+3,00 m
[vrij] en [-kap] woongebouw op gronden
6,00 m
12,00 m
met bouwaanduiding [vrij] 0,25 m + vloer van
-
1e verdieping van aan- en uitbouwen
hoofdgebouw, tot een maximum van 4,00 m boven peil
bijgebouwen
bouwwerken die geen
3,00 m
3,00 m
-
3,00 m
gebouwen zijn
8.2.3
Voor de overige maten gelden de maten als gegeven in Artikel 12 van deze
planregels.
8.3
Specifieke gebruiksregels
8.3.1
Binnen het kader van de doeleindenomschrijving onder 8.1 van dit Artikel is
op de bestemming aangegeven met letter W het gebruik van gedeelten van het hoofdgebouw voor het wonen, voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep toegestaan, mits: -
het wonen als primaire functie gehandhaafd blijft;
Pagina 29
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
-
het bruto-vloeroppervlak voor de uitoefening van het aan-huis-gebonden beroep niet groter is dan 25 % van het bruto-vloeroppervlak van het hoofdgebouw voor het wonen, tot een maximum van 50 m 2;
-
het
gebruik
niet
leidt
tot
een
onevenredige
aantasting
van
de
verkeersontsluiting en parkeersituatie ter plaatse; -
geen gebruik wordt gemaakt van gevelreclame;
-
het beroep alleen door de bewoner zelf wordt uitgeoefend;
-
er geen vergunningplichtige activiteiten plaatsvinden als bedoeld in de Wet milieubeheer; en
-
er geen horeca-activiteiten en geen detailhandel plaatsvinden.
8.3.2
Binnen het kader van de doeleindenomschrijving onder 8.1 van dit Artikel is
op de bestemming aangegeven met letter W en toevoeging van functieaanduiding (cw) het volgende specifieke gebruik toegestaan: -
het gebruik volgens 8.3.1 van dit Artikel voor een gebouw
met
cultuurhistorische waarde (monument) 8.3.4
Binnen het kader van de doeleindenomschrijving onder 8.1 van dit Artikel
is op de bestemming aangegeven met letter W en toevoeging van bouwaanduiding [gs] uitsluitend het volgende specifieke gebruik toegestaan: -
het gebruik volgens 8.3.1 van dit Artikel voor gestapelde woningbouw.
8.3.5
Binnen het kader van de doeleindenomschrijving onder 8.1 van dit Artikel
is op de bestemming aangegeven met letter W en toevoeging van bouwaanduiding [kap] het volgende specifieke gebruik toegestaan: -
het gebruik volgens 8.3.1 van dit Artikel voor woningbouw waarbij een kap op de woning is uitgesloten.
8.3.6 Binnen het kader van de doeleindenomschrijving onder 8.1 van dit Artikel is op de gronden bestemming aangegeven met letter W met toevoeging van bouwaanduiding [vrij] het volgende specifieke gebruik toegestaan: -
het gebruik volgens 8.3.1 van dit Artikel voor de bouw van vrijstaande woningen.
Pagina 30
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 2:
BEST EM M IN G SREG ELS
ARTIKEL 9
Waarde
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: G ebiedsaanduiding:
WR-A
waarde - archeologie
9.1
Bestemmingsomschrijving
9.1.1
De voor W aarde met specificatie Archeologie aangewezen gronden zijn,
behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden. 9.1.2
De gronden waarop de dubbelbestemming rust mogen worden gebruikt
volgens de gebruiksregels van de onderliggende bestemming, mits: -
het gebruik van de onderliggende bestemming niet in strijd is met de hierna te gegeven gebruiksregels van de dubbelbestemming; en
-
het gebruik van de onderliggende bestemming niet zodanig is dat daarmee de verwezenlijking
van
de
dubbelbestemming
of
het
gebruik
van
die
dubbelbestemming in de toekomst onmogelijk wordt gemaakt, wordt bemoeilijkt of wordt beperkt.
Pagina 31
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
9.2
Bouwregels
Bouwen volgens de dubbelbestemming 9.2.1
Volgens de gebruiksregels, gegeven onder 9.1 van dit Artikel, mogen
uitsluitend bouwwerken worden gebouwd die geen gebouwen zijn en die nodig zijn voor het behoud van de archeologische waarden. 9.2.2
Voor het bouwen gelden de maten als gegeven in Artikel 12 van deze
planregels. Bouwen volgens de onderliggende bestemming 9.2.3
Op
de
gronden
mogen
bouwwerken
worden
gebouwd
volgens
de
gebruiksregels van de onderliggende bestemming die op die gronden rust, mits de archeologische waarde van de gronden daarmee niet wordt aangetast. Advies over bouwvergunning 9.2.4
Alvorens bouwvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders
advies in bij de archeologisch deskundige van de gemeente Westland of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige.
9.3
Ontheffing van de gebruiksregels
Ontheffingsbevoegdheid voor andere bestemming 9.3.1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ontheffing te verlenen van het
bepaalde onder 9.1 en 9.2 van dit Artikel voor de verwezenlijking van een andere bestemming op de gronden dan de daarop rustende dubbelbestemming, mits mede op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de betreffende archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Procedure 9.3.2
Voor het toepassen van de bevoegdheden onder 9.3.1 zijn toegekend, is
Artikel 15 van deze planregels, van overeenkomstige toepassing.
Pagina 32
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
9.4
Aanlegvergunning
Aanlegverbod 9.4.1
Het is verboden op of in de gronden met een hieronder genoemde
dubbelbestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke aanlegvergunning verleend door burgemeester en wethouders, de werken en werkzaamheden te verrichten die hierna onder 9.4.7 zijn genoemd, behoudens de daarbij vermelde uitzonderingen op het aanlegverbod. Verlening aanlegvergunning 9.4.2
Voor de verlening van aanlegvergunning moet in acht worden genomen het
hieronder bepaalde onder 9.4.3, 9.4.4, 9.4.5 en 9.4.6. 9.4.3
Aan de aanlegvergunning mogen voorwaarden worden verbonden mits
daarover vooraf schriftelijk advies is gevraagd aan de deskundige als bedoeld onder 9.4.5. Toelaatbaarheid van de werken of werkzaamheden 9.4.4
De werken of werkzaamheden die onder het aanlegverbod vallen, zijn slechts
toelaatbaar voorzover het belang dat met de dubbelbestemming wordt gediend, hierdoor niet onevenredig wordt benadeeld. Advies over aanlegvergunning 9.4.5
Voor de verlening van de aanlegvergunning vragen burgemeester en
wethouders schriftelijk advies aan de archeologisch deskundige van de gemeente Westland of een daarvoor in de plaats gestelde deskundige. 9.4.6
Het schriftelijk advies betreft in het bijzonder de vraag of door de
voorgenomen werken en werkzaamheden het belang van de dubbelbestemming niet onevenredig wordt geschaad, en over de eventueel te stellen voorwaarden aan de aanlegvergunning. Bijzonder aanlegverbod voor W aarde - Archeologie 9.4.7
De werken en werkzaamheden die op grond van het bepaalde onder 7.4.1
verboden zijn op de gronden met dubbelbestemming Waarde - Archeologie, zijn: -
grondwerken dieper dan 30 cm, waartoe worden gerekend het ophogen, afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het
Pagina 33
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
vergraven, wegruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage; -
het verlagen en verhogen van het waterpeil;
-
het aanleggen of rooien van bos of boomgaard, waarbij stobben worden verwijderd;
-
het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
-
het aanleggen en verwijderen van verhardingen ten behoeve van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;
met uitzondering van: -
werken en werkzaamheden indien daardoor de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, hetgeen mede op basis van archeologisch onderzoek dient te zijn aangetoond;
-
werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
-
werken en werkzaamheden, waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het van kracht worden van het plan;
-
werken en werkzaamheden die archeologisch onderzoek betreffen of daarop zijn gericht;
-
werken en werkzaamheden op en in gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
-
het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, voor zover daarvoor een bouwvergunning is vereist;
-
werken en werkzaamheden, die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning of ontgrondingvergunning.
Pagina 34
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 2:
BEST EM M IN G SREG ELS
ARTIKEL 10
Waterstaat
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING: G ebiedsaanduiding:
WS-WK
10.1
waterstaat - waterkering
Bestemmingsomschrijving
10.1.1 De voor Waterstaat met specificatie Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de inrichting en het onderhoud van waterstaatkundige werken, in het bijzonder een primaire waterkering. 10.1.2 De gronden waarop de dubbelbestemming rust mogen worden gebruikt volgens de gebruiksregels van de onderliggende bestemming, mits: -
het gebruik van de onderliggende bestemming niet in strijd is met de hierna te geven gebruiksregels van de dubbelbestemming; en
-
het gebruik van de onderliggende bestemming niet zodanig is dat daarmee de verwezenlijking
van
de
dubbelbestemming
of
het
gebruik
van
die
dubbelbestemming in de toekomst onmogelijk wordt gemaakt, wordt bemoeilijkt of wordt beperkt.
Pagina 35
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
10.2
Bouwregels
Bouwen volgens de dubbelbestemming 10.2.1 Volgens de gebruiksregels, gegeven onder 10.1 van dit Artikel, mogen bouwwerken worden gebouwd die geen gebouwen zijn en die voor het behoud en het onderhoud van de waterkering nodig zijn. 10.2.2 De bouwwerken die nodig zijn voor het behoud en het onderhoud van de waterkering mogen een bouwhoogte van ten hoogste 2,50 m hebben. 10.2.3 Voor het bouwen gelden verder de aanduidingen op de planverbeelding en de maten als gegeven in Artikel 12 van deze planregels. Bouwen volgens de onderliggende bestemming 10.2.4 Op
de
gronden
mogen
bouwwerken
worden
gebouwd
volgens
de
gebruiksregels van de onderliggende bestemming die op die gronden rust, mits: -
het bouwplan volgens de onderliggende bestemming betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van de bestaande bouwwerken; en
-
de oppervlakte van de bebouwing, voorzover gelegen op of onder het peil, niet wordt uitgebreid.
Advies over bouwvergunning 10.2.5 Alvorens bouwvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders advies in bij het Hoogheemraadschap van Delfland.
10.3
Aanlegvergunning
Aanlegverbod 10.3.1 Het is verboden op of in de gronden met een hieronder genoemde dubbelbestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke aanlegvergunning verleend door burgemeester en wethouders, de werken en werkzaamheden te verrichten die hierna onder 10.3.7 zijn genoemd, behoudens de daarbij vermelde uitzonderingen op het aanlegverbod.
Pagina 36
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
Verlening aanlegvergunning 10.3.2 Voor de verlening van aanlegvergunning moet in acht worden genomen het hieronder bepaalde onder 10.3.3, 10.3.4, 10.3.5 en 10.3.6. 10.3.3 Aan de aanlegvergunning mogen voorwaarden worden verbonden mits daarover vooraf schriftelijk advies is gevraagd aan de onderscheidene deskundigen als bedoeld onder 10.3.5. Toelaatbaarheid van de werken of werkzaamheden 10.3.4 De werken of werkzaamheden die onder het aanlegverbod vallen, zijn slechts toelaatbaar voorzover het belang dat met de dubbelbestemming wordt gediend, hierdoor niet onevenredig wordt benadeeld. Advies over aanlegvergunning 10.3.5 Voor de verlening van de aanlegvergunning vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies aan het Hoogheemraadschap van Delfland. 10.3.6 Het schriftelijk advies betreft in het bijzonder de vraag of door de voorgenomen werken en werkzaamheden het belang van de dubbelbestemming niet onevenredig wordt geschaad, en over de eventueel te stellen voorwaarden aan de aanlegvergunning. Bijzonder aanlegverbod voor Waterstaat - Waterkering 10.3.7 De werken en werkzaamheden die op grond van het bepaalde onder 10.3.1 verboden zijn op de gronden met dubbelbestemming Waterstaat - waterkering, zijn: -
het ontginnen, het bodem verlagen, het afgraven, het ophogen en/of het egaliseren;
-
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
-
het verwijderen of verstoren van de natuurlijke vegetatie en het scheuren of frezen van natuurlijke graslandvegetaties;
-
het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds
-
het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- of
bestaande waterlopen; telecommunicatieleidingen
en
de
daarmee
verband
houdende
constructies,
installaties of apparatuur; -
het vellen, rooien of beschadigen van houtgewassen;
-
het
verrichten
van
exploratieboringen
en
andere
onderzoekingen
naar
bodemschatten, alsmede het slaan van waterputten of -bronnen ten behoeve van de drinkwaterwinning;
Pagina 37
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
-
het bebossen of aanbrengen van kruidachtige of houtachtige gewassen op gronden die ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan niet met een dergelijke vegetatie waren begroeid;
-
het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen en kaden;
-
het bestrooien of bespuiten van gronden met chemische bestrijdingsmiddelen;
met uitzondering van: -
de normale onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk in verband met het beheer of de voltooiing van werken die bij het van kracht worden van dit plan reeds bestonden of in uitvoering waren genomen, alsmede werken en/of werkzaamheden die worden of mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende of nog te verlenen vergunning; hieronder worden mede verstaan: -
het normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming, alsm ede
werken
en
werkzaamheden
tot
herstel
van
voor
de
van
bestaande
waterkeringsfunctie ongewenste veranderingen; -
het
onderhoud
en
herstel
dan
wel
aanpassen
oeverbeschoeiingen, alsmede werken en werkzaamheden tot herstel van voor de waterkeringsfunctie ongewenste veranderingen; -
werken en/of werkzaamheden die strekken tot behoud of tot herstel van de landschappelijke, natuurlijke of cultuurhistorische waarden.
Pagina 38
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 3:
A LG EM EN E RE G ELS
ARTIKEL 11
Anti-dubbeltelregel
11.1
Anti-dubbeltelregel
11.1.1 Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de boordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Pagina 39
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 3:
A LG EM EN E RE G ELS
ARTIKEL 12
Algemene bouwregels
12.1
Percentages op planverbeelding
12.1.1 Het op de planverbeelding in een bouwvlak vermelde percentage geeft aan, hoeveel procent van het oppervlak van dat bouwvlak maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen. 12.1.2 De op de planverbeelding aangegeven bouwvlakken waarin geen percentages zijn geplaatst, mogen volledig worden bebouwd met gebouwen en overkappingen, tenzij in de bestemmingsregels anders is bepaald. 12.1.3 Het op de planverbeelding in een bouwvlak vermelde percentage heeft geen betrekking op bouwwerken die geen gebouwen of geen overkappingen zijn.
12.2
Hoogteaanduidingen op planverbeelding
Indien op de planverbeelding geen hoogteaanduiding is aangegeven, dan gelden voor de maximaal toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken die geen gebouwen zijn, de algemene hoogtematen als gegeven onder 10.4 van dit Artikel, tenzij in de bestemmingsregels anders is bepaald.
Pagina 40
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
12.3
Overschrijding van hoogteaanduidingen op planverbeelding
De op de planverbeelding aangegeven hoogteaanduidingen mogen worden overschreden door: -
antenne-installaties, mits de hoogte daarvan voldoet aan de algemene hoogtematen als gegeven onder 12.4 van dit Artikel;
-
schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen, dakkapellen, alarminstallaties en andere ondergeschikte bouwdelen;
tenzij in de bestemmingsregels anders is bepaald.
12.4
Algemene hoogtematen
Als maximaal toelaatbare bouwhoogte van bouwwerken die geen gebouwen zijn, gelden de volgende maten, tenzij in de bestemmingsregels anders is bepaald:
bouwwerk
bouwhoogte
erfafscheidingen: - tussen voorgevelrooilijn en openbare weg - erfafscheidingen elders
1,00 m 2,00 m
overkappingen
3,00 m
straatmeubilair
3,00 m
lichtmasten
20,00 m
antennes ten behoeve van telecommunicatie niet zijnde schotelantennes
5,00 m
overige bouwwerken
2,00 m
Pagina 41
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
12.5
Minimale afstand tot hoofdwatergang
12.5.1 Onverminderd het bepaalde in de bestemmingsregels, dient de afstand tussen gebouwen en andere bouwwerken enerzijds en de boveninsteek van de als overige aanduiding op de planverbeelding opgenomen hoofdwatergang ten minste 4,00 meter te bedragen. 12.5.2 Burgemeester
en
wethouders
zijn
bevoegd
om
ontheffing
van
het
bestemmingsplan te verlenen, in het bijzonder van het bepaalde onder 12.5.1 van dit Artikel, ten einde de voorgeschreven afstandsmaat tot de hoofdwatergang te verkleinen indien dit noodzakelijk is, mits: -
vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij het Hoogheemraadschap van Delfland; en
-
voor het overige de procedure is gevolgd als gegeven in Artikel 15 van deze planregels.
Pagina 42
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 3:
A LG EM EN E RE G ELS
ARTIKEL 13
Algemene gebruiksregels
13.1
Verbod op gebruik van gronden
13.1.1 Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt tenminste verstaan het gebruik van de gronden: -
als opslagplaats voor bagger- en grondspecie;
-
als opslagplaats voor materialen, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen
en
machines
of
onderdelen
daarvan,
oude
en
nieuwe
(bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen; -
als opslagplaats van gebruiksklare of onklare voer- en/of vaartuigen en/of onderdelen daarvan;
-
als opslagplaats voor bedrijfsgerelateerde goederen en/of materialen vóór de voorgevelrooilijn;
-
als opslagplaats voor bedrijfsgerelateerde goederen en/of materialen achter de voorgevelrooilijn, hoger dan 4,00 meter;
-
als
uitstalling-,
opslag-,
stand-
of
ligplaats
voor
kampeer-
en
verblijfsmiddelen; -
voor privé-gebruik van gronden met de bestemming glastuinbouw wanneer dit gebruik van gronden betreft die groter zijn dan 1.000 m 2, te meten aansluitend aan de bedrijfswoning en inclusief de (sier)tuin, het erf en de bijgebouwen;
-
voor opslag ten behoeve van privé-doeleinden anders dan op gronden met de bestemming Wonen of Woondoeleinden;
-
het niet-hobbymatig houden van paarden.
13.1.2 Dit verbod geldt niet voor: -
vormen van gebruik als bedoeld onder 13.1.1 van dit Artikel, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de doeleindenomschrijving en/of de overige planregels mag worden gebruikt;
Pagina 43
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
-
het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming;
-
het
uitoefenen
van
detailhandel,
voor
zover
dit
een
normaal
en
ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, het alleen de verkoop betreft van op het perceel geteelde producten en waarbij het aldus gegenereerde financiële resultaat niet meer dan 10% van het totale bedrijfsresultaat uitmaakt; -
het opwekken van energie voor derden, voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsvoering, waarbij het aldus gegenereerde financiële resultaat ondergeschikt is binnen het totale bedrijfsresultaat;
-
het hobbymatig houden van paarden;
-
het gebruik van niet-bebouwde grond voor evenementen waarvoor een vergunning is verleend op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Westland;
-
het gebruik van niet-bebouwde grond voor standaardplaatsen waarvoor een vergunning is verleend op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Westland.
13.2
Verbod op gebruik van bouwwerken
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt tenminste verstaan het gebruik van: -
woningen binnen het bestemmingsvlak van de bestemming W onen voor beroeps- of bedrijfsmatige werk en/of opslagruimte, met uitzondering van een aan-huis-gebonden beroep;
-
de bouwwerken voor/als seksinrichting.
Pagina 44
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 3:
A LG EM EN E RE G ELS
ARTIKEL 14
Algemene ontheffingsregels
14.1
Algemene ontheffingsregels
Ontheffing voor afmetingen en maten 14.1.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ontheffing te verlenen van de regels van het bestemmingsplan voor afwijkingen van voorgeschreven afmetingen en maten, waaronder percentages, met ten hoogste 10 %. Ontheffing voor kleine bouwwerken 14.1.2 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ontheffing te verlenen van de regels van het bestemmingsplan voor: -
het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwtjes met een goothoogte van het hoogste 3,00 meter ten behoeve van openbare nutsbedrijven of voor andere naar doelstelling daarmee vergelijkbare gebouwtjes, mits de inhoud van deze gebouwtjes niet groter is dan 60 m 3, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, gasdrukregelen meetstations, telefooncellen, toiletgebouwtjes en wachthuisjes voor verkeersdiensten;
-
het bouwen van straatmeubilair of andere bouwwerken die geen gebouwen zijn en die om waterstaatkundige of verkeerstechnische redenen noodzakelijk zijn, zoals duikers en keermuren met een bouwhoogte van ten hoogste 6,00 meter;
-
geringe veranderingen in de tracés van wegen en de aanpassing daaraan van de ligging en de vorm van bestemmingsvlakken indien bij de definitieve uitmeting blijkt, dat een weg als gevolg van de werkelijke toestand van het terrein slechts kan worden aangelegd als op ondergeschikte punten van het plan wordt afgeweken, met dien verstande dat de veranderingen ten hoogste 2,00 meter mogen bedragen;
Pagina 45
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
-
afwijkingen van het bestemmingsplan ten einde de uitvoering van een bouwplan mogelijk te maken, indien op grond van een definitieve uitmeting of in verband met de verkaveling of situering blijkt, dat aanpassing van het bestemmingsplan noodzakelijk zou zijn en de afwijking van zo ondergeschikte aard blijft, dat de structuur van het bestemmingsplan niet wordt aangetast;
-
overschrijding van bouwvlakgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch of esthetisch betere realisering van bestemmingen of van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke
toestand
van
het
terrein,
met
dien
verstande
dat
de
overschrijdingen niet meer mogen bedragen dan 3,00 meter; -
het afwijken van deze planregels ten behoeve van het bouwen van zonnecollectoren, beeldende kunstwerken (waaronder begrepen follies), riooloverstortkelders,
boven-
en
ondergrondse
containerruimten,
en
informatie- en reclameborden. 14.1.3 Ontheffing mag slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden, zoals bepaald in dit bestemmingsplan, van aangrenzende gronden en bouwwerken. Procedure 14.1.4
Voor het toepassen van de bevoegdheden die onder 14.1.1, 14.1.2 en 14.1.3
zijn toegekend, is Artikel 15 van deze planregels, overeenkomstig van toepassing.
Pagina 46
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 3:
A LG EM EN E RE G ELS
ARTIKEL 15
Algemene procedureregels
15.1
Procedureregels ontheffing en nadere eisen
15.1.1 Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid of een bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen, zoals deze onderdeel uitmaken van deze planregels, gelden de volgende procedureregels: -
burgemeester en wethouders maken het voornemen om ontheffing te verlenen en het ter inzage leggen van de aanvraag op het gemeentekantoor, tevoren in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze bekend;
-
het ontheffingsverzoek ligt gedurende een termijn van twee weken voor een ieder op het gemeentekantoor ter inzage;
-
de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid van een ieder om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk en mondeling een zienswijze in te dienen over het voornemen tot verlening van ontheffing;
-
indien over het voornemen tot verlening van ontheffing zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit met redenen omkleed;
-
burgemeester en wethouders stellen de indieners van de zienswijzen in kennis van hun besluit.
Pagina 47
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 4:
O V ER G A N G S- EN SLO TR EG ELS
ARTIKEL 16
Overgangsrecht
16.1
Overgangsrecht bouwen
Geoorloofd afwijkend bouwen 16.1.1 Een
bouwwerk
dat
op
het
tijdstip
van
inwerkingtreding
van
het
bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van dat plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, -
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
Reeds afwijkend bouwen volgens voorheen geldend bestemmingsplan 16.1.2 Onderdeel 16.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Pagina 48
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
16.2
Overgangsrecht gebruik
Geoorloofd afwijkend gebruik 16.2.1 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 16.2.2 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder 16.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. Onderbreking van afwijkend gebruik 16.2.3 Indien
het
gebruik,
bedoeld
onder
16.2.1,
na
het
tijdstip
van
inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. Reeds afwijkend gebruik volgens voorheen geldend bestemmingsplan 16.2.4 Onderdeel 16.2.1 van dit Artikel is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
16.3
Ontheffing van het overgangsrecht bouwen
Ontheffingsbevoegdheid voor vergroting van inhoud bouwwerken 16.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing te verlenen van het bepaalde onder 16.1 van dit Artikel voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in genoemde bepaling, met maximaal 10 %. Procedure 16.3.2
Voor het toepassen van de bevoegdheden die onder 16.3.1 zijn toegekend, is
Artikel 15 van deze planregels, overeenkomstig van toepassing.
Pagina 49
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
REGELS BESTEM M INGSPLAN
H O O FD STU K 4:
O V ER G A N G S- EN SLO TR EG ELS
ARTIKEL 17
Slotregels
17.1
Vervangen bestemmingsplannen
Dit bestemmingsplan vervangt de volgende (delen van) bestemmingsplannen op de dag dat het bestemmingsplan van kracht wordt als bedoeld in artikel 3.8, lid 5, van de Wet ruimtelijke ordening: -
het bestemmingsplan Plan in Hoofdzaak, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente W ateringen op 22 mei 1959 en gedeeltelijk goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 11 april 1960;
-
de herziening van bestemmingsplan Plan in Hoofdzaak bij besluit van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland van 4 december 1963 dat is goedgekeurd bij KB van 5 maart 1965;
-
de herziening van bestemmingsplan Plan in Hoofdzaak bij besluit van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland van 3 maart 1965 dat is goedgekeurd bij KB van 17 januari 1966;
-
het bestemmingsplan W ateringen Dorp, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente W ateringen op 21 september 1971 en gedeeltelijk goedgekeurd door de gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 17 november 1971;
-
het bestemmingsplan W ateringen Dorp, zoals vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente W ateringen op 26 oktober 1999 en gedeeltelijk goedgekeurd door de gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland op 27 januari 2000.
17.2
Citeertitel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Wijkpark”.
Pagina 50
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, KO N IJN EN B U R G CO R PIT LC, Den H aag . B reda . Utrech t . M aastrich t
PLANVERBEELDING BESTEM M ING SPLAN
Deel C
PLANVERBEELDING (ingevoegd)
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, K O N IJN EN B U RG C O RPIT LC , D en H aag . Breda . U trecht . M aastricht
PLANVERBEELDING BESTEM M ING SPLAN
WIJKPARK Gemeente Westland © 2009-2010, K O N IJN EN B U RG C O RPIT LC , D en H aag . Breda . U trecht . M aastricht