" 16
Coöperatieve
vereniging
JUH! 20B
tot collectief bezit van windmolens
Projectlelder Drenthe: Angela Wolbers Kloosterweg 30 7881 LG Emmer-Cornpascuum Tel. 0591-357209 06-22908954
[email protected]
'o.a. Bezoekadres: Herculesplein 5 Utrecht Postadres: Postbus 2183 2800 BH GOUDA Tel.: 0182 520443 www.windvogel.fil
College van Burgemeester en Wethouders van Emmen Cc Gemeenteraad van de gemeente Emmen Postbus 30001 7800 RA Emmen Onderwerp: Datum:
Zienswijze ontwerp-Structuurvisle Windenergie Ëmmen 17 juni 2013
Geacht college, Hierbij geef ik namens coöperatieve vereniging De Windvogel onze zienswijze weer over de ontwerpStructuurvisie Windenergie Emmen die tot 20 juni 2013 ter inzage ligt. De coöperatieve vereniging De Windvogel heeft een plan aan u voorgelegd voor een locatie. In de ontwerp-Structuurvisie blijkt dat deze locatie niet is onderzocht en dat er een andere locatie is gekozen. Toch menen wij dat wij de partij zijn die de doelstellingen van de gemeente ten aanzien van burgerbetrokkenheid en gebiedsontwikkeling in de volle breedte kan uitvoeren. Wij gaan immers uit van de organisatie van burgers en bedrijven in een coöperatief verband, waardoor alle voordelen van windenergie gegarandeerd via de eigendom in het gebied terechtkomen. Bij de aanpak van een groter project kan de Windvogel op de steun terugvallen van de gezamenlijke coöperaties in Nederland, verenigd in RescoopNL (partner van ODE, de Organisatie voor Duurzame Energie). Bij de verdere uitwerking en uitvoering van de plannen, ook in het "Rundeveen", worden wij graag betrokken. Ook stellen wij het op prijs om onze mogelijkheden en coöperatieve benadering, die ook op rijksniveau als voorkeursbenadering wordt gezien, aan u nader toe te lichten. Wij vertrouwen erop dat u onze bijgevoegde zienswijze zult meenemen in uw beoordeling. Met vriendelijke groet, Dick van Elk
Voorzitter
De Windvogel ING: 370158 Kamer van Koophandel: 29037015 Omzetbelasting: NL 8001.95.097.B.01
ZIENSWIJZE COÖPERATIEVE VERENIGING DE WINDVOGEL OP DE ONTWERP-STRUCTUURVISIE WINDENERGIE EMMEN 6 JUNI 2 0 1 3
PROCES V A N TOTSTANDKOMING VAN DE ONTWERP-STRUCTUURVISIE
1 . Doelstelling gemeente Wij hebben er veel waardering voor dat de gemeente Emmen zich inzet voor duurzaamheid en een positieve keuze maakt voor de ontwikkeling van windenergie. De gemeente heeft zich ten doel gesteld dat er windturbines met een gezamenlijk vermogen van 60 MW in de gemeente geplaatst worden. W e ondersteunen deze keuze omdat windenergie op dit moment de grootste bijdrage kan leveren aan het verduurzamen van de energieproductie.
2. Windteam, infoavonden Wij vinden het positief dat de gemeente de burgers, via vertegenwoordigers in het Windteam, nauw betrokken heeft bij de planvorming. Ook zijn er op dorpsniveau meerdere kleinschalige informatieavonden gehouden waarop de burgers ruim gelegenheid kregen om informatie te krijgen over de procedures en over windenergie in het algemeen.
3. Rol van initiatiefnemers, locatiekeuze en economische uitvoerbaarheid Wij ervaren het echter als een gebrek, en gemiste kans dat de 'initiatiefnemers', dat zijn bedrijven die molens willen plaatsen, maar ook De Windvogel als coöperatieve vereniging van burgers, en bewoners die windmolens op hun eigen grond willen bouwen, niet bij het proces van de locatiekeuze zijn betrokken. Wij als initiatiefnemers zijn nu niet in de gelegenheid gesteld om eventuele verkeerde vooroordelen weg te nemen die een rol kunnen hebben gespeeld bij de locatiekeuze. Ook ontbeert de ontwerp-structuurvisie een heldere argumentatie en berekening over de mogelijke duurzame energieopbrengst per zoekgebied, en daarmee feitelijk een afweging op basis van de business-case. In volgende opmerkingen gaan we nog meer in detail hierop in. Hier volstaan we te constateren, dat een mogelijk rendabele exploitatie van de windturbines onder druk komt te staan doordat: - De windopbrengst hoger is geschat dan werkelijk voorkomt - De exploitatie belast wordt met een forse belasting (20 7o van de omzet) 0
Windenergie is onder die economische uitgangspunten niet te verwerkelijken, daarmee lijkt de Structuurvisie niet uitvoerbaar te worden. De economische uitvoerbaarheid van de structuurvisie staat kortom ter discussie. In het ontwerp van uw structuurvisie ontbreekt de paragraaf over economische uitvoerbaarheid. Ook ontbreekt een financiële paragraaf, waardoor onduidelijk is hoe het complexe proces dat de gemeente zich voorstelt, gefinancierd wordt. Dit is vooral van belang omdat er bij de projectbesluiten sprake zal zijn van kostenverhaal. 3.1. Wat is de economische uitvoerbaarheid 3.2. Hoe ziet de financiële onderbouwing
van de
structuurvisie?
van de structuurvisie
er uit?
3.3. Hoe kunnen de kosten van de ontwikkeling verhaald worden zonder de rendabele van windenergie onmogelijk te maken?
exploitatie
OPMERKINGEN E N VRAGEN TEN AANZIEN V A N DE GEBIEDSSELECTIE
4. De subtitel "samen de w i n d eronder" De subtitel "samen de wind eronder" betekent d a t j e de baas bent over anderen en ook ontzag bij hen afdwingt; ze doen w a t j e zegt en zijn waarschijnlijk zelfs bang voor je. Deze titel staat haaks op het
ZIENSWIJZE COÖPERATIEVE VERENIGING DE WINDVOGEL OP DE ONTWERP-STRUCTUURVISIE WINDENERGIE EMMEN 6 JUNI 2 0 1 3
uitgangspunt dat de buurt en het gebied positief betrokken worden bij de ontwikkeling van windenergie. Een proces dat gebaseerd is op vertrouwen in elkaar, en niet op angst voor elkaar. Wij stellen u voor bijvoorbeeld "samen gedragen door de wind" als subtitel te hanteren.
5. C)nduidelijkheden Verder constateren wij dat een hele reeks verwijzingen in de tekst en naar figuren niet kloppen, en kennelijk nog uit eerdere conceptversies stammen.
6. De status van de ontwerp-sttuctuurvisie, meer dan een ruimtelijk plan ??? Dit ontwerp-structuurvisie is een specifiek beleidsstuk zoals geregeld in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. In een structuurvisie legt de gemeente haar ruimtelijke toekomstvisie vast. Een structuurvisie is van belang als afwegingskader voor concrete ruimtelijke beslissingen, zoals een bestemmingsplan of een projectbesluit. Een structuurvisie is niet juridisch bindend, het bindt slechts de opsteller. De gemeenteraad is hier bij de vaststelling van een bestemmingsplan of een projectbesluit aan gebonden. Wij constateren dat de gemeente in de ontwerp-structuurvisie ook zaken die in onze ogen ruimtelijk niet relevant zijn, wil regelen en deze zelfs gebruikt als afwegingskader voor ruimtelijke windenergieplannen. Wij doelen hiermee op zaken als: de instelling van een gebiedsfonds, de afdracht aan dit gebiedsfonds, de gebiedsontwikkeling en het proces van gebiedsontwikkeling De basis voor de visie op gebiedsontwikkeling wordt gevormd door de economischmaatschappeliike prioriteiten uit het gebied, zoals deze door bewoners en bedrijven worden aangegeven (pag 43). De definitie zoals deze in paragraaf 8.2.1 gegeven wordt, duidt eerder op een gewenste sociaal-maatschappelijke ontwikkeling in een gebied dan op gebiedsontwikkeling in ruimtelijke termen. LCA, Life cycle assessment als selectiecriterium voor de turbinekeuze. 6.1. Graag vernemen wij van u op basis van welke bevoegdheden u deze zaken en criteria in de ruimtelijke structuurvisie denkt te kunnen opnemen, en op basis waarvan u deze zaken tot een afwegingscriterium kunt maken bij de selectie en afwijzing/honorering van initiatieven en projectplannen.
7. Selectie van zoekgebieden en gebiedsontwikkeling Wij delen de visie om ontwikkeling van windenergie te zien als onderdeel van ontwikkeling van het gebied, als katalysator om economische en sociaal-maatschappelijk meerwaarde te creëren. In de coöperatieve benadering van De Windvogel is dat een uitgangspunt. 7.1. Is echter de gebiedsontwikkeling zoals in de ontwerp-structuurvisie wordt voorgesteld, daar niet misplaatst en misleidend voor de burgers? Op basis waarvan kunnen de wensen en voorstellen uit het ontwikkelingsproces van het gebied door de gemeente in dit ruimtelijk kader tot stand worden gebracht? Gebiedsontwikkeling betekent d a t j e verschillende projecten (bijvoorbeeld aanleg van een weg, een industrieterrein, een woonwijk enz.) combineert. Jammer genoeg moeten wij constateren, dat de gebiedsontwikkeling niet concreet is gemaakt en dat een ruimtelijke uitwerking van de gebiedsontwikkeling nog geheel ontbreekt.
ZIENSWIJZE COÖPERATIEVE VERENIGING DE WINDVOGEL OP DE ONTWERP-STRUCTUURVISIE WINDENERGIE EMMEN 6 JUNI 2 0 1 3
Bij de selectie van de zoekgebieden is er gekeken naar "kansen voor gebiedsontwikkeling" per zoekgebied. De consequentie is dat er maar in één gebied gebiedsontwikkeling plaats zal vinden. Daarmee wordt de gebiedsontwikkeling onnodig beperkt. 7.2. Waarom kunnen revenuen uit het windproject/de windprojecten niet aan het hele grondgebied van de gemeente of in ieder geval een groter grondgebied dan het ruimtelijke zoekgebied ten goede komen? Gebiedsontwikkeling is in onze ervaring een proces op basis van vertrouwen en een gedeeld ontwikkelingsconcept waarin partijen met uiteenlopende belangen samenwerken aan de ontwikkeling van een gebied. In wezen is het een privaatrechtelijk geregeld proces. Gebiedsontwikkeling is meer dan alleen een ruimtelijk proces en kan daarom ook niet alleen in één publiekrechtelijk document als de structuurvisie worden vastgelegd. Gangbaar is om bij gebiedsontwikkeling te werken met een overleg/organisatie van alle betrokkenen - initiatiefnemers, grondeigenaren, burgers en bedrijven. Die organisatie ontbreekt nog in het onderhavige gebied, Wij zijn overigens graag bereid mee te werken aan een dergelijke organisatie. 7.3. Wij verzoeken u daarom "de potentie van gebiedsontwikkeling" als selectiecriterium tussen de zoekgebieden te laten vervallen. Daarmee valt een belangrijk, overigens ruimtelijk niet relevant, criterium weg bij de selectie van zoekgebieden. Voorts verzoeken wij u nog eens de ruimtelijke selectiecriteria goed op hun consequenties te bezien.
8. Selectie van zoekgebieden en plaatsingscapaciteit Bij de selectie van zoekgebieden is kennelijk het ruimtelijke uitgangspunt dat er één windpark dient te ontstaan van 60 MW. Bij een keuze voor nu gangbare 3 MW-turbines houdt dat een opstelling met ten minste 20 turbines in. Wil men het parkeffect (dat de opbrengst van de molens verlaagt) zoveel mogelijk beperken, dam leidt dit tot een opstelling van 20 km lengte. Bij een afstand van 500 m tussen de turbines is er een behoorlijk parkeffect te verwachten. Op basis van de analyse en de kaartbeelden is te verwachten dat op deze lengte van 20 km niet één lijn tot stand is te brengen, ook niet in de gekozen locatie Rundeveen. De voorkeurslocatie voldoet daarmee niet aan de ruimtelijke selectiecriteria, en daarmee ontvalt een belangrijk argument aan de gevolgde afweging. 1
8.1. Wanneer nu reeds is te voorzien dat de windturbineopstelling niet in één regelmatige lijn is te realiseren, ontvalt dan niet een belangrijk selectiecriterium tussen de locaties ? 8.2. Kan de gemeente in haar structuurvisie niet beter op deze -lastig- te realiseren ruimtelijke opgave anticiperen door in een ruimtelijk concept van een 'lijn van clusters" te denken en meer zoekgebieden in één lijn mee te nemen? 8.3. De selectie van één zoekgebied in de veronderstelling één windpark te kunnen realiseren is ten aanzien van de doelstelling van 60 MWals niet erg 'robuust' te classificeren. 8.4. In hoeverre wil de gemeente in de structuurvisie, om niet met een tekort aan plaatsingsmogelijkheden geconfronteerd te worden, rekening houden met uitval van locaties
1
Op bladzijde 18 is gebied 4, aangevuld met een stukje van gebied 3, het gebied waarin nu het Rundeveen is benoemd. De gele
stukjes hierin zijn de plaatsen waar ruimte is voor de molens. Het meest zuidelijke gebied valt volgens ons af omdat het vlakbij het Bargerveen ligt (Natura 2000). De afstand vanaf de bovenste rand van het Rundeveen tot aan de A37 is slechts 7,7 km. En dan zullen er ook nog gaten in die lijn vallen vanwege aanwezige bebouwing. Het is dus onmogelijk om in het Rundeveen 20 molens in een lijnopstelling te plaatsen.
ZIENSWIJZE COÖPERATIEVE VERENIGING DE WINDVOGEL OP DE ONTWERP-STRUCTUURVISIE WINDENERGIE EMMEN 6 JUNI 2 0 1 3
binnen het gekozen zoekgebied (op projectniveau), en daartoe dan uitwijking mogelijk maken in andere zoekgebieden, zoals bijvoorbeeld het grensgebied aan de noordkant van EmmerCompascuum? 8.5. Is de gemeente bereid om het principe met "minder palen meer energie" toe te passen en in het ruimtelijk concept uit te gaan van plaatsing van de modernste landmachines met hoge masten grote rotoren en een vermogen van 5 tot 7,5 MW?
9. Andere zoekgebieden De Windvogel had het college ingelicht over haar plan voor het plaatsen van 1 tot 5 windturbines (3-15 MW) in een gebied langs de Duitse grens aan de noordkant van Emmer-Compascuum. De afstand tot de grens voldoet aan het Traktaat van Meppen, dus het is uitvoerbaar zonder met de Duitse overheden in conflict te komen. De gemeente heeft deze locatie echter niet meegenomen bij de onderzoeken voor de locatiekeuze. Ons zijn geen redenen bekend voor het niet meenemen van dit gebied als zoeklocatie. Immers de ruimtelijke criteria die zijn toegepast op de wel beoordeelde zoekgebieden passen ook op deze locatie. Wij begrijpen dat een uitgangspunt voor de selectie van zoekgebieden is: het in één opstelling kunnen realiseren van 60 MW. 9.1. Wat is de ruimtelijke onderbouwing gebied?
van dit criterium (één lijn van 60 MW) in relatie tot het
9.2. Waarom zijn er wel andere locaties onderzocht die ook niet aan dat criterium
voldoen?
9.3. Is het niet alsnog mogelijk om in de robuuste versie van de structuurvisie deze locatie mee te nemen? 9.4. Wanneer dat niet mogelijk is, wat is dan de onderbouwing
van dat besluit?
10. Hoe is participatie te realiseren? De gemeente hecht zeer aan betrokkenheid van het gebied bij de ontwikkeling van windenergie, zoals blijkt uit de instelling van een Windteam. Wij ondersteunen dat graag. In de verdere uitwerking van de plannen lijkt de gemeente echter de kennis en ervaring te missen om werkelijk participatie en betrokkenheid tot stand te brengen. Immers, over de uitvoering staat in hoofdstuk 3 van de ontwerp-Structuurvisie slechts dat 'initiatiefnemers in de gelegenheid worden gesteld om een aanvraag in te dienen voor de realisatie van één windmolenopstelling van 60 MW'. Het beoogde doel, dat de ontwikkeling van windenergie ten goede komt aan het gebied en door en voor het gebied ontwikkeld wordt, is niet met alleen een instrument van de Wet RO te verwerkelijken. Dat doel kan volgens onze ervaring door een strategische organisatie van de initiatiefnemer in samenwerking met de publieke partijen tot stand worden gebracht. Daarbij worden dan publiekrechtelijke instrumenten zoals de structuurvisie en privaatrechtelijke instrumenten zoals fondsen en grondeigendom etc. gecombineerd in één proces, gebaseerd op vertrouwen en samenwerking van alle relevante partijen. 2
2
Wíj informeren u graag over de integrale aanpak bij projecten in Flevoland en de Kop van Noord-Holland
ZIENSWIJZE COÖPERATIEVE VERENIGING DE WINDVOGEL OP DE ONTWERP-STRUCTUURVISIE WINDENERGIE EMMEN 6 JUNI 2 0 1 3
10.1. In hoeverre is de gemeente zich ervan bewust dat de meest relevante partijen
(grondeigenaren
en windturbine-exploitanten) in het proces ontbreken en daarmee de realisatie van één windpark van 60 MW op losse schroeven komt te staan? 10.2. Welke legale instrumenten
wil de gemeente inzetten om de verschillende
bewegen om tot één projectplan doelstelling worden
van participatie
te komen waarin de doelstellingen
initiatiefnemers
van 60 MWen
van de omgeving en de doelstelling van de
te
de
gebiedsontwikkeling
gerealiseerd?
De ontwikkeling van een realiseerbaar project is niet op basis van een (ontwerp)-Structuurvisie te realiseren. Dat kan alleen dan wanneer alle grondeigenaren en belanghebbenden in het gebied in één traject samenwerken, en daarbij de uitgangspunten accepteren. In dit proces in Emmen is echter volstrekt onduidelijk wie de 'initiatiefnemers' zijn en hoe zij geselecteerd worden, kortom wie uiteindelijk de molens gaan plaatsen. Bij een project van dergelijke omvang is de organisatie van de initiatiefnemer een even zware opgave als het tot stand brengen van een goed plan. De eenvoudigste wijze om participatie van omwonenden te realiseren en de exploitatie van windenergie ten goede te laten komen aan het gebied, is door de ontwikkeling, maar in ieder geval de eigendom en exploitatie, in een coöperatieve aanpak van de betrokken burgers en bedrijven in het gebied te organiseren. Ook op rijksniveau dringt dit inzicht door. Daarom wordt bij de uitvoering van de Structuurvisie Wind op land overwogen om voorkeur te geven aan een coöperatieve aanpak. De Windvogel is, samen met de andere windcoöperaties in Nederland, in staat om dat concept in het proces in Emmen verder uit te werken. 10.3. Is de gemeente bereid om bij de uitvoering van het windplan aan de coöperatieve
methode
voorkeur te geven en deze toe te passen?
1 1 . Gebiedsfonds w o r d t niet gevuld In de structuurvisie wordt een afdracht van "IS-20% van de omzet (voor belasting)" voorzien (paragraaf 8.2.6). De gemeente beperkt zich bij het economisch effect voor de regio tot deze afdracht. Het gebiedsfonds bestaat nog niet en heeft ook nog géén duidelijke doelstelling. Het zal, zoals omschreven staat in de structuurvisie, een invulling zijn van een wensenlijstje van bewoners en bedrijven. Selectiecriteria ontbreken verder. Daarmee is de afdracht misschien wel sociaal-economisch, maar zeker niet ruimtelijk relevant. Ook ontbreekt in de structuurvisie de legale titel op basis waarvan deze afdracht publiekrechtelijk kan worden ingesteld. Dergelijke vormen van participatie worden bij voorkeur privaatrechtelijk geregeld en vloeien dus voort uit een gezamenlijke ontwikkelingsorganisatie. De geëiste afdracht van 18-20 7o van de omzet is bizar hoog, door het ontbreken van ruimtelijke 0
relevantie is het onwaarschijnlijk dat de gemeente deze afdracht kan eisen. Immers, het is dan een vorm van belasting, vergelijkbaar met het opleggen van een broodheffing aan alle bakkers in het gebied die voor elk verkocht brood van 2 euro dan 40 cent aan de gemeente zouden moeten gaan afdragen. Waarop kan dit gebaseerd zijn? 11.1. Op basis van welke wet wil de gemeente dat de afdrachten aan het gebiedsfonds
geregeld
worden? 11.2. Wat is de ruimtelijke relevantie van de afdracht? 11.3. Welke invloed heeft een afdracht van 18-20 Á van de omzet (voorbelasting) 0
case?
op de business
ZIENSWIJZE COÖPERATIEVE VERENIGING DE WINDVOGEL OP DE ONTWERP-STRUCTUURVISIE WINDENERGIE EMMEN 6 JUNI 2 0 1 3
11.4. Hoe ziet de economische afdracht?
haalbaarheid van het windproject eruit met inachtneming
van de
11.5. Is de gemeente bereid om met (een deel van) de OZB het gebiedsfonds te vullen?
PROCES TOT REALISATIE WINDDOELSTELLING
12. Ontbrekende voorwaarde: burgers participatie in exploitatie bieden Ons uitgangspunt bij de realisatie van windenergie gaat veel verder dan burgerparticipatie. In het ontwikkelingsproces, bij de financiering, bouw en gedurende de exploitatie, zitten de leden van een windcoöperatie aan het stuur. Leden van De Windvogel zijn mede-eigenaar van de molens, beslissen mee over het verenigingsbeleid en zijn trots op de jaarlijks geproduceerde hoeveelheid duurzame elektriciteit. Leden kunnen de zelf geproduceerde stroom ook zelf gebruiken zodat ze zeker weten dat ze groene stroom uit Nederland gebruiken. In hoofdstuk 3 van de ontwerp-Structuurvisie worden geen nadere eisen gesteld aan de initiatiefnemers wat betreft het bieden van mogelijkheden voor burgerparticipatie. In dat hoofdstuk staat slechts dat 'initiatiefnemers in de gelegenheid worden gesteld om een aanvraag in te dienen voor de realisatie van een windmolenopstelling van 60 MW'. Het lijkt erop dat het niet uitmaakt wie de molens bouwt, commerciële projectontwikkelaar of vereniging met ideële doelstelling. De enige eis die hard gesteld wordt is de eis dat er IS-20% van de omzet wordt afgedragen aan het Gebiedsfonds. Mocht in een later stadium echter blijken dat die financiële eis niet realiseerbaar is, dan heeft de gemeente geen enkele andere voorwaarde gesteld om te waarborgen dat de burgers zullen delen in de opbrengsten van het windpark. Wij stellen daarom voor om aan initiatiefnemers de voorwaarde te stellen dat de burgers de mogelijkheid wordt geboden om te participeren in de exploitatie van de molens, onder andere door middel van het lidmaatschap van een windcoöperatie. 12.1. Is de gemeente bereid om in het ontwikkelingsproces en organisatie vormen (coöperatieve) op te nemen?
eisen ten aanzien van
burgerparticipatie
De Windvogel kan de burgers en bedrijven in Emmen een lokale afdeling bieden van de coöperatie, waarmee die burgers en bedrijven die de ontwikkeling van windenergie willen steunen actief en positief georganiseerd worden. Over de revenuen uit de exploitatie wordt dan door de burgers en bedrijven uit Emmen beslist.
UITVOERING
13. Andere manier voor financiële en sociaal-maatschappelijke impuls Het doel van het instellen van een Gebiedsfonds is om een financiële en sociaal-maatschappelijke impuls te geven aan het gebied. Dit doel kan echter ook bereikt worden op de manier zoals De Windvogel dat doet. Er kan een nieuwe windcoöperatie opgezet worden voor dit gebied. De Windvogel kan hierbij initiëren. Een coöperatie is democratisch, transparant en toegankelijk voor iedereen. Bij De Windvogel kan iedereen lid worden voor een eenmalig bedrag van 50 euro (particulieren en bedrijven). De leden zijn de eigenaren van de molens. Zij beslissen over het reilen en zeilen van de vereniging en de molens en beslissen samen over het beleid. De leden nemen actieve vrijwilligerstaken op zich en scheppen daarmee een sociale samenhang. Het samen-duurzame-stroom-produceren geeft een positieve band in
ZIENSWIJZE COÖPERATIEVE VERENIGING DE WINDVOGEL OP DE ONTWERP-STRUCTUURVISIE WINDENERGIE EMMEN 6 JUNI 2 0 1 3
het gebied. Wie dat wil, kan investeren in de molens door middel van een lening, van grote en kleine bedragen. De lening levert jaarlijks een goede rente. De hoogte van de rente is afhankelijk van de opbrengst en wordt elk jaar bepaald door de ledenvergadering. En ten slotte kunnen de leden ook nog de zelfgeproduceerde stroom gebruiken, tegen een aantrekkelijk tarief. De Windvogel streeft ernaar dat over de eigen geproduceerde stroom geen energiebelasting en btw betaald hoeft te worden. Als dit lukt zal dit de financiële impuls voor de omgeving nog vergroten. Met de huidige coöperatieve mogelijkheden bereiken we dat het eigenaarschap van de windmolens bij de buurt komt te liggen. Een sterkere vorm van betrokkenheid is er niet. 13.1. Is de gemeente bereid om de ontwikkeling te pakken?
van het windproject in een coöperatieve
13.2. Is de gemeente bereid om in de uitvoeringsparagraaf voorkeursbenadering aan te duiden?
vorm aan
de coöperatieve benadering als
OVERIG
14. Station netinpassing Rundedal In paragraaf 6.4 staat dat er een 180-kV-onderstation is voor netinpassing. Dit getal is onjuist, het is een 110-kV-onderstation.
15. Ruimtelijke vertaling van de duurzame-energiedoelstellingen In de doelstellingen van de nota wordt gerefereerd aan 60 MW opwekkingsvermogen. Doordat de ruimtelijke uitwerking daarbij nog ontbreekt, leidt dit doel bij verschillende locaties tot een zeer verschillende duurzame-energieopbrengst. 15.1. Is het niet beter om de doelstelling te formuleren in een productie aan kWh per jaar? Immers, de opbrengst hangt NIET af van het vermogen van de turbine, maar van de hoogte ( windsnelheid) en het gebruikte rotoroppervlak.
s
Wij constateren, dat in de MER uitgegaan wordt van veel te optimistische opbrengstverwachtingen. In de MER staat dat Ecofys de gemiddelde windsnelheid op 100 meter hoogte in het zoekgebied heeft berekend met behulp van de meetgegevens van het KNMI in Eelde en Hoogeveen. Ecofys komt op 6,5 - 7,3 m/s (op 2 verschillende ashoogtes, nl. 94 en 117 m hoog). Deze snelheid is aanmerkelijk hoger dan de snelheden die net over de grens door Enercon zijn gemeten. In Haren (Did), dus dichtbij Emmen, wezen de metingen op 100 m hoogte, in de periode van 1 december 2005 t/m 1 mei 2012, een gemiddelde windsnelheid aan van 6,27 m/s op 100 m hoogte. De werkelijke windsnelheid is dus aanzienlijk lager dan wat is aangenomen voor het opstellen van de ontwerp-Structuurvisie. Dit is een zwaarwegende opmerking. Immers de elektriciteitsopbrengst is afhankelijk van de derde macht van de windsnelheid. Ergo gaat het hier om een verschil in opbrengst van meer dan 30 Zo. 0
De ontwerp-structuurvisie ontbeert een heldere argumentatie en berekening over de mogelijke duurzame-energieopbrengst per zoekgebied. Daarmee is ook de te maken business case per zoekgebied erg onzeker. Door de sterke overschatting van de windsnelheid is het de vraag of de economische uitvoerbaarheid van de structuurvisie wel onderbouwd is. 15.2. Hoe ziet de economische uitvoerbaarheid van de structuurvisie eruit en welke invloed grondprijs en gebiedsfondsafdracht op de economische uitvoerbaarheid ? „ + + + + .Į. + +
hebben