Wij, Amsterdam Noord: Groener en Socialer
Inleiding Welkom bij het verkiezingsprogramma van GroenLinks in Amsterdam Noord voor de komende jaren, 2010-2014. Aangezien verkiezingen ook een terugblik zijn op wat politieke partijen in de afgelopen jaren hebben gedaan, bereikt en waar ze zich sterk voor hebben gemaakt, zullen we dit programma beginnen met zo’n verantwoording. GroenLinks heeft zich de afgelopen jaren hard ingezet om Noord groener, socialer en prettiger voor iedereen te maken en te houden. Met als rode draad “Noord kan anders” en “Noord voor iedereen” is GroenLinks er in geslaagd de focus van het stadsdeelbeleid te verleggen van grootscheepse vernieuwingen en al te doldrieste utopieën naar meer aandacht voor het bestaande Noord en haar inwoners. De verbinding tussen het bestaande en nieuwe Noord. En we kunnen trots zijn op het resultaat, dankzij de GroenLinkse fractie, onze GroenLinkse portefeuillehouder in het DB, maar vooral ook dankzij al de inwoners van Noord die met ons de ommekeer hebben mogelijk gemaakt. Veel plannen van het stadsdeel hebben een duidelijk GroenLinks stempel gekregen, waarin groen en sociaal steeds centraal staan. Daarnaast is GroenLinks dé partij die regelmatig aandacht heeft, vraagt en geeft voor fietsers en voetgangers (veelal kinderen en ouderen) bij bijvoorbeeld de bereikbaarheid van scholen en winkels, de ontwikkeling van een nieuw zwembad en in het Klimaatplan. En het is GroenLinks geweest die de armoedebestrijding in Amsterdam Noord steeds heeft bepleit en concrete maatregelen daarvoor heeft aangedragen. En uiteraard hebben we als GroenLinks ook heel wat mooie resultaten geboekt:
Groene stad • • • • • • • • • • • • • • • •
Meer aandacht voor de kwaliteit en hoeveelheid groen, in de buurten maar ook in bijvoorbeeld het Noorderpark; Er is speciale aandacht voor dierenwelzijn; De ponten over het IJ varen vaker en vertrekken vanaf steeds meer plekken; Fietsers en voetgangers bij scholen krijgen voorrang boven auto's; Daar waar nodig, is parkeren betaald geworden zoals bij het Buikslotermeerplein; De bestemming van de NoorderIJplas verandert van ‘industriegebied’ naar ‘natuur en recreatie’; In plannen veel ruimte voor groen en met hart voor de bewoners van Noord (de Banne, Centrum Amsterdam Noord en Nieuwendam); Meer bewonersparticipatie en -invloed bij vernieuwing, zoals op het Mosveld; Grote ondersteuning voor burgerinitiatief Windenergie (Mijn CO2 spoor); Meer aandacht voor duurzaam bouwen (speerpunt klimaatplan), energie neutrale woningen en voor fairtrade; De Buiksloterham wordt een duurzame stadswijk met 0-energiewoningen; Uitbreiding en onderhoud van een goed fietsnetwerk, bijvoorbeeld in de Bongerd; Behoud van voldoende sociale en betaalbare woningen (Kadoelerbreek, Nieuwendam Noord) en dit ook voortdurend in de gaten blijven houden; Milieuvriendelijke stadswarmte voor 10.000 nieuwe huizen in Noord; Het stadsdeel Noord organiseert elk jaar een Milieuweek (schone luchtdag, acties, voorbeeldprojecten en debat); De aanleg van een speelbos in Noord.
Sociale stad • • • • • • • • • •
Veel aandacht voor en ontwikkeling van vrouwenparticipatie zoals het VrouwenOndernemersAtelier, de Vrouwenbazaar, het P-team, het Centrum voor individuele begeleiding, educatie en werk; Een activerend armoedebeleid; Veel geld en ondersteuning voor (nieuwe) bewonersinitiatieven; De Loketten Zorg en Samenleven in vier buurten in Noord; Een forse daling van huisuitzettingen door de "vroeg-er-op-af" methode voor bewoners met huurschulden; De woonservicewijken krijgen gestalte, zoals het Nieuwe Schouw en de nieuwbouw Kadoelerbreek; De aanstelling van stadsmariniers; Een ouderenvoorziening voor de van der Pekbuurt; Amsterdam Noord wordt een millenniumgemeente; De opzet van een Digitaal Bewonerspanel.
N.b. daar waar de resultaten niet uitsluitend door GroenLinks zijn behaald, is dat gebeurd in nauwe samenwerking met andere partijen. Met deze behaalde resultaten in het achterhoofd nodigen wij u nu graag uit verder te lezen en kennis te nemen van de GroenLinkse standpunten en actiepunten voor de komende jaren. Zin in de toekomst! Met vriendelijke groet, Kees Diepeveen, Lijsttrekker GroenLinks Amsterdam Noord
Inhoud: Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk
1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: 10: 11:
Groen en Water Milieu Openbare Ruimte Bouwen en Wonen Verkeer Onderwijs Leven en Welzijn Werk en Inkomen Sociale Veiligheid Kunst en Cultuur Bestuur en Burger
De belangrijkste punten van GroenLinks in vogelvlucht: • • • • • • • • • • •
Een gevarieerd en goed toegankelijk groen en blauw; Duurzaam wonen en werken voor iedereen; Een mooie, groene en veilige omgeving; Een duurzaam en afwisselend woningaanbod; Ruim baan voor lopen, fietsen en openbaar vervoer; Kansen voor ieder kind in een goed gemengde brede school; Meedoen met aandacht voor elkaar; Bestuur en bewoners luisteren naar elkaar en werken samen; Veilig wonen met iedereen; Noord ontmoet elkaar in een bruisend stadsdeel; Groen werkt, zeker in Noord!
pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina
4 7 8 9 11 12 14 16 18 20 22
Hoofdstuk 1:
Groen en Water
Gevarieerd en toegankelijk groen en blauw Een groener stadsdeel is een gezonder stadsdeel. GroenLinks wil meer aandacht geven aan het behouden en versterken van de groene ruimte van Noord. Niet alleen omdat het stadsdeel daardoor mooier wordt, maar ook omdat groen belangrijk is voor onze dagelijkse ontspanning. We hebben groene ruimte nodig om te kunnen spelen, luieren, wandelen, sporten. Juist de komende jaren is inzetten voor het groen in Noord belangrijk. Immers, Noord wordt stedelijker en drukker. Daar is op zich niets mis mee. Maar dat kan alleen op een goede manier als tegelijk het bestaande groen meer kwaliteit krijgt en beter gebruikt kan worden door zoveel mogelijk mensen, zoals bijvoorbeeld het Vliegenbos. Het groen in Noord moet zoveel mogelijk worden behouden en zeker ook goed onderhouden. Dit betekent dat we de kenmerkende groene en stedenbouwkundige structuur van Noord, waarbij woonwijken en buurten van elkaar gescheiden zijn door parken, singels en groenstroken, behouden moet blijven. En versterken, denk bijvoorbeeld aan de verbinding tussen het Noorderpark en het Vliegenbos en tussen het Vliegenbos en het Rietland. Ook moet Landelijk Noord zijn unieke karakter behouden, evenals andere stukken boerenland in Noord. Daarnaast willen we de groene ruimte waar mogelijk uitbreiden. Zo moet het stadsdeel activiteiten stimuleren, door advisering door de stadsdeelecoloog, en zonodig subsidiëren, die de groene ruimte ten goede komen. Zoals het aanleggen van daktuinen, postzegelparken, geveltuinen, boomcirkels, binnentuinen, bloembakken en groene schuttingen. Daarnaast moet ook in nieuwe projecten meer rekening worden gehouden met behoud van bestaand en aanleg van nieuw groen. Waar de kap van bomen toch onvermijdelijk is, moeten op een andere plek bomen teruggeplant worden; de zogenaamde groencompensatie. De groene ruimte in ons stadsdeel is meer dan alleen ruimte voor onze dagelijkse ontspanning. Behoud, en waar mogelijk uitbreiding, van de groene ruimte is ook belangrijk voor de biodiversiteit. Het stadsdeel kent een grote verscheidenheid aan planten en dieren. Ook dieren hebben recht op een lekker leven. Het stadsdeel kan zijn steentje bijdragen door met de groene ruimte ook de leefomgeving van de dieren zoveel mogelijk in stand te houden en uit te breiden. Kortom, de groenstructuur van het stadsdeel moet beter worden beschermd. Het groener maken van het stadsdeel is beter te realiseren, wanneer daarbij met bewoners wordt samengewerkt. Zo zijn bewoners veelal beter in staat aan te geven waar de groene ruimte in hun omgeving kan worden uitgebreid en hoe deze moet worden ingericht. GroenLinks vindt dat bewoners hier een belangrijke stem in moeten krijgen.
NoorderIJplas: GroenLinks wil verborgen natuurschat behouden én versterken
De NoorderIJplas, in het uiterste westen van Amsterdam Noord, behoudt zijn kwaliteit als bijzonder natuurgebied. Dankzij GroenLinks wordt de bestemming van de NoorderIJplas gewijzigd van ‘industrie’ naar ‘groen en recreatie’. Dat is goed nieuws voor natuurliefhebbers en recreanten. Door ecologische maatregelen en door een betere inrichting zal de plas nu blijvend een groengebied zijn.
Naast groen speelt ook water meer dan voorheen een belangrijke rol bij de ruimtelijke plannen en het wijkbeheer. Bestaande waterlopen moeten zoveel mogelijk worden behouden. Waar mogelijk moeten
oude waterverbindingen hersteld en nieuwe gemaakt worden, want dat is goed voor de watersystemen zelf en voor de recreatievaart. Ook is het van belang dat water wordt benut voor versterking van de natte natuurwaarden. Voldoende water van goede kwaliteit is voor het behouden en uitbreiden van de groene ruimte essentieel. Zo moet verontreiniging door lozing worden voorkomen en moeten het regenwater en het afvalwater zoveel mogelijk van elkaar worden gescheiden. Noord moet samen met andere partijen, zoals waterschap, provincie, Rijkswaterstaat en Waternet streven naar een gezond watersysteem, gebaseerd op integraal waterbeheer. Uitgangspunt hierbij is het advies van het Nationaal Bestuursakkoord Water. Dit bestuursakkoord is door het Rijk met het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gesloten en heeft tot doel in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland op orde te krijgen en te houden. Juist voor een laaggelegen en waterrijk stadsdeel als Noord is het belangrijk ervoor te zorgen dat voldoende water van goede kwaliteit wordt vastgehouden. Het is van het grootste belang dat we droge voeten houden, maar verdroging moet ook worden tegengegaan. Zo moet de opslagcapaciteit van de bodem voor (regen)water groter worden gemaakt. Dit kan door de bestrating meer waterdoorlatend te maken. Het waterpeil in landelijk Noord staat primair ten dienste van extensieve landbouw en natuur.
Actiepunten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
Het stadsdeel investeert in de periode 2010-2014 meer in groen; Bestaand groen blijft groen, zoals de Wilmkebreekpolder; Er wordt niet gebouwd in Landelijk Noord. Het gebied behoudt zijn karakter en de huidige functies blijven in stand; Het veenweidelandschap wordt in stand gehouden en versterkt, o.a. door boeren de gelegenheid te geven rendabele nevenactiviteiten te ontplooien op voorwaarde dat zij landschap niet aantasten; Het opnemen in het bestemmingsplan van zonering ten behoeve van natte natuurontwikkeling en van mogelijkheden verbrede landbouw; Het stadsdeel maakt zich sterk voor ecologische kwaliteitssprong IJmeer-Markermeer en tegen de buitendijkse stedelijke ontwikkeling van Almere; Het instellen van een norm voor buurtgroen. Elke woning heeft op maximaal 300 meter afstand een stuk groen; De groen- en waterstructuur en ecologische verbindingen van Noord krijgen extra bescherming door deze vast te leggen in de stedelijke Structuurvisie. Daarin worden ook de wenselijke nieuwe verbindingen opgenomen zoals de Groene Oever langs het IJ en de bestemming van de NoorderIJplas voor groen en recreatie; Het bestaande groen moet met elkaar worden verbonden tot ecologische verbindingen. Dat is goed voor plant en dier; Een jaarlijkse rapportage van natuur in Noord; De recreatieve waarde van al het groen, ook dat van volkstuinen en sportcomplexen, wordt versterkt; Als er moet worden gekapt, komt er voor elke gekapte boom een volwassen boom terug op zo kort mogelijke afstand en in ieder geval binnen het stadsdeel (Stadsdeelbomenbalans); Ondersteuning (subsidie, zelfbeheercontract) van buurtbewoners die hun straat of buurt willen vergroenen. Bevorderen van groene in plaats van bestrate tuinen; Elke school heeft een groene plek op het schoolplein om natuur te ontdekken; Meer promotie voor groen in Noord, via het aanwijzen van tien bijzondere groene plekken; Blijvende aandacht voor dierenwelzijn en hiervoor ook voldoende middelen, onder andere via opvang zwerfdieren, aandacht welzijn huisdieren, late maaidata voor weidevogels; Aandacht voor dieren in bouwprojecten; Gebouwen van het stadsdeel zelf hebben een daktuin en voldoende groen op het terrein; De waterkwaliteit wordt verbeterd. Daar waar dit een verbetering oplevert worden er verbindingen gerealiseerd om te zorgen voor meer doorstromend water; Waterpartijen worden diverser, oevers worden diervriendelijker; Het stadsdeel zet zich in voor het realiseren van een gescheiden rioolstelsel (schoon regenwater wordt buiten het riool gehouden en direct naar het oppervlaktewater afgevoerd), zeker in nieuwbouwprojecten; Bestrating en verharding van de openbare ruimte dient beperkt te worden. Een zachte ondergrond neemt meer water op; Bij bestrating wordt zoveel mogelijk gekozen voor het meest waterdoorlatende materiaal. In de omliggende ruimten wordt de bestrating bovendien zoveel mogelijk gecompenseerd; Verontreiniging van water en groen wordt voorkomen;
25. 26.
De recreatiefunctie van singels en waterlopen wordt versterkt; Er wordt een waterparagraaf opgenomen in bestemmingsplannen en er komt een watertoets voor alle bestemmingsplannen.
Waterland, rijkdom dicht bij de stad Noord heeft een uitgestrekt landelijk gebied. In oppervlakte is ‘landelijk Noord’ zelfs net zo groot als ‘stedelijk Noord’. En die rijkdom die buiten de ring A10 ligt kondigt zich al aan binnen het stedelijk gebied: de groene scheg van Kadoelen en de Wilmkebreek, de blauwgroene route langs het Noord-Hollands Kanaal en de scheg via Vliegenbos en Rietland naar Schellingwoude zijn als het ware ook een voorproefje van het veenweidelandschap van Waterland. De groenblauwe scheggen en Waterland, ze horen bij elkaar. Waterland, water en land in een eindeloze aaneenschakeling van Aeen, Dieen en poldersloten met weilanden en dijken. Het is het land van boeren, van weidevogels, maar ook van dorpsbewoners en recreanten. Van de eerste twee zijn er steeds minder, van de laatste komen er steeds meer. Landbouwbeleid voert het stadsdeel niet, maar ruimtelijk beleid wel. In het bestemmingsplan is ruimte nodig voor verbrede landbouw (landbouw met zorg, landbouw met recreatie, verkoop van streekproducten) zodat boeren beter kunnen blijven boeren, en de stedeling ook aan zijn trekken komt. Zo kan het platteland profiteren van de nabijheid van de stad – en omgekeerd. Daarom hoeven juist hier de belangen van natuur en landschap en die van de boeren niet met elkaar te strijden. Als we tenminste accepteren dat Waterland niet het meest geschikte gebied is voor intensieve melkveehouderij. Als we het waterpeil blijven verlagen verdwijnt op den duur het veenweidelandschap. Landelijk Noord leent zich goed voor een zonering waarin naast gebieden voor op de stedelijke consument gerichte melkveehouderij andere gebieden worden aangewezen als zone voor natte natuurontwikkeling. Zo wordt Waterland nog rijker aan variatie. Kansen op buitendijkse natuurontwikkeling liggen er ook bij de komende dijkversterking van de Waterlandse Zeedijk langs het IJmeer-Markermeer. Door waar mogelijk te kiezen voor oplossingen met vooroevers kan de ecologische kwaliteit van het IJmeer-Markermeer sterker worden.
Het groen wat we in Noord hebben moeten we behouden en mooier maken: gras, maar ook struiken, mooie oevers of stukken ‘wild laten’. Zo zorgen we ervoor dat we nog meer van het groen en blauw kunnen genieten.
Hoofdstuk 2:
Milieu
Duurzaam wonen en werken voor iedereen De aarde warmt op; ook in Amsterdam-Noord zijn de effecten hiervan merkbaar. Het hoge verbruik van energie is een belangrijke oorzaak van deze opwarming. Voor een deel kan dit worden opgelost door eenvoudige energiebesparende maatregelen. Denk aan het geven van voorlichting aan burgers, of beperking van de vele lichten die ’s nachts branden. Er zijn echter ook investeringen nodig om het hoge energieverbruik in bestaande woningen en bedrijfsgebouwen te verminderen. We moeten woningen, bedrijven en kantoren beter isoleren en moeten we meer duurzame energie opwekken. Bijvoorbeeld via zonnepanelen en windmolens. Voor zowel overheid als woningcorporaties, nutsbedrijven, bedrijfsleven en burgers geldt dat hier veel winst is te behalen. Het stadsdeel maakt de komende jaren hierover concrete afspraken met deze partijen. De realisatie van windturbines in Noord, waarbij inwoners in staat worden gesteld te participeren in groene stroomopwekking, wordt een belangrijk speerpunt voor de komende vier jaar. De stadsdeelorganisatie zelf is klimaatneutraal in 2015 als voorbeeldfunctie. Met de vele nieuwbouwprojecten in Noord liggen er uitstekende mogelijkheden voor (voorbeeld)projecten op het gebied van duurzaam bouwen. In de nieuw te ontwikkelen gebieden wordt klimaatneutraal bouwen en het benutten van mogelijkheden voor decentrale duurzame energieopwekking het uitgangspunt. De grootste bron van luchtvervuiling en daarmee de grootste bedreiging voor de luchtkwaliteit vormt nog steeds het autoverkeer. Als gevolg van verstedelijking en toename van het autoverkeer dreigt achteruitgang van de luchtkwaliteit. Daarom moet de verdere ontwikkeling van Noord gepaard gaan met een consequent beleid ter bevordering van het openbaar vervoer- en fietsgebruik. Dat is noodzakelijk om ook te kunnen voldoen aan de Europese normen voor de uitstoot van verontreinigde stoffen. Een milieubewust stadsdeel is ook een schoon stadsdeel. Rondslingerend huisvuil en andere rotzooi op straat is voor veel mensen een doorn in het oog. GroenLinks wil dat het stadsdeel erop toeziet dat de buurten worden schoon gehouden. Ook voor de bewoners ligt hier een taak. De afvalstroom neemt jaarlijks nog steeds toe. De grootste afvalstroom is het niet gescheiden restafval. Door een betere scheiding kan afval worden hergebruikt tot grondstof en daardoor hoeft de afvalstoffenheffing niet onnodig te stijgen. Minder afval produceren en afval scheiden loont! GroenLinks wil het de bewoners van het stadsdeel zo gemakkelijk mogelijk maken om hun afval te scheiden. Het is hoog tijd voor nieuwe initiatieven op het vlak van afvalscheiding en communicatie gericht op bewustwording, mogelijk gecombineerd met financiële prikkels. De vervuiler betaalt of omgekeerd: de niet-vervuiler wordt beloond.
Actiepunten 1.
LED-verlichting of andere energiebesparende verlichting wordt standaard als straatverlichting gebruikt; 2. Bewoners krijgen voorlichting over duurzaam water- en energiegebruik; 3. Het stadsdeel maakt goede afspraken met woningcorporaties over duurzame energieopwekking en energiebesparende maatregelen in woningen; 4. Bestaande woningen worden energiezuiniger door middel van isolatie, warmtepomp, groene stroom, CO2-reductie e.d., in overleg met corporaties en huurders; 5. Nieuwe bouwprojecten zijn energieneutraal van opzet. Het stadsdeel zal hierbij het goede voorbeeld geven; 6. Het stadsdeel wordt klimaatneutraal en heeft ook aandacht voor fairtrade in het kader van de Millenniumgemeente; 7. Reductie van uitlaatgassen en geluidoverlast van gemotoriseerd verkeer; 8. Meer toezicht op de naleving van milieuvergunningen; 9. Afval wordt zoveel mogelijk gescheiden: betere inzameling van chemisch afval en textiel, een opzet voor inzameling van plastic en kunststof en luierinzameling. Er moeten meer gescheiden inzamelpunten in het stadsdeel te komen en meer voorlichting over de mogelijkheid om o.a. groenafval gescheiden in te leveren. Twee keer per jaar wordt groenafval opgehaald in het stadsdeel; 10. Afgedankte, maar nog goede spullen worden gerecycled samen met kringloopbedrijven/winkels; 11. De afvalstoffenheffing snoept teveel geld af van het stadsdeelbudget. Maatregelen zijn nodig om kosten te verlagen, bijvoorbeeld door intensievere afvalscheiding; 12. Het openbaar vervoer in Noord wordt milieuvriendelijker door groene stroom en met meer elektrisch vervoer.
Hoofdstuk 3:
Openbare Ruimte
Een mooie, groene en veilige omgeving Straten en pleinen hebben een belangrijke sociale functie in ons stadsdeel. Bewoners maken vooral daar contact met elkaar. De openbare ruimte als ontmoetingsplek: kinderen spelen daar met elkaar en oudere bewoners maken er een praatje. GroenLinks vindt dat daarom aan de inrichting van de openbare ruimte veel aandacht moet worden besteed. Bomen, zitbanken, autovrije gebieden en speelplekken voor kinderen dragen er toe bij dat de straat niet alleen de plaats is voor elkaar passerende verkeersdeelnemers, maar ook een ontmoetingsplek. De straat is van ons allemaal en ideaal gesproken zou je het kunnen zien als een soort gezamenlijke huiskamer. Langs wegen, straten en pleinen moet voldoende groen aanwezig zijn. Parken en plantsoenen moeten zoveel mogelijk schoon en veilig worden gehouden. Speelplaatsen zijn goed onderhouden en moeten voor kinderen eenvoudig en veilig te bereiken zijn, en dienen te worden ingericht met duurzame en veilige speeltoestellen. Verder moet er ruimte zijn voor sport en ontspanning. Te denken valt aan het realiseren van mooie fiets-, skate-, wandel- en hardlooproutes. GroenLinks kiest, ook als het om de openbare ruimte gaat, voor een schoon en gezond milieu. Dit betekent niet alleen duurzame zitbanken en speeltoestellen, maar bijvoorbeeld ook LED- of andere duurzame straatverlichting. Bovendien speelt hier het onderhoud een belangrijke rol. Het stadsdeel kan nog een stuk schoner. Met zijn allen moeten we ervoor zorgen dat het vuil daadwerkelijk in de daarvoor bestemde containers verdwijnt en niet rond de containers wordt gezet of op straat wordt gegooid. Bewoners kunnen daar een belangrijke rol is spelen via bijvoorbeeld ‘Adopteer een bak’.
Het stadsdeel Noord is het groenste stadsdeel en dat moeten wij zo houden. Bij de uitbreiding van Noord moet er ook genoeg ruimte zijn voor groen en hebben fietsers en voetgangers voorrang.
Actiepunten 1.
Mooie fiets-, skate-, wandel- en hardlooproutes binnen het stadsdeel, ook om het gezond bewegen in het stadsdeel te bevorderen; 2. In overleg met buurtbewoners worden voor kinderen nieuwe/vernieuwde speelplaatsen gecreëerd, zoals op het Polluxplein al is gebeurd; 3. Meer geld voor aanleg en onderhoud van speelplekken met groene en duurzame speeltoestellen; 4. Het Speeltuinwerk wordt beter ondersteund; 5. Er komt een binnenspeeltuin, liefst op het Buikslotermeerplein; 6. De openbare ruimte is ook goed bereikbaar en begaanbaar voor kinderwagens en mensen met een handicap; 7. Goed onderhoud van straatmeubilair, zoals prullenbakken, zitbankjes; 8. Storende graffiti wordt snel weggehaald d.m.v. een graffitischouw. Op bepaalde plaatsen, zoals tunnels, worden muurschilderingen aangemoedigd; 9. Minder hondenpoep door actiever beleid; 10. Het stadsdeel belooft en zorgt dat zwerfafval binnen twee werkdagen wordt opgeruimd. Daartoe wordt, waar nodig, intensiever geveegd en worden extra afvalbakken geplaatst en geleegd; 11. Het stadsdeel gaat meedoen aan de jaarlijkse Landelijke Opschoondag. Samen met bewoners, scholen en organisaties houden we een opruimactie in de eigen buurt; 12. Het Noorderpark is voor iedereen en bij uitstek de groene ontmoetingsplek voor alle bewoners. Daarom komt er een maximale overkapping van de Nieuwe Leeuwarderweg en gebouwde voorzieningen voor horeca en repetitieruimtes voor popbands.
Hoofdstuk 4:
Bouwen en Wonen
Een duurzaam en afwisselend woningaanbod Veel bewoners en ondernemers willen graag in Amsterdam Noord wonen en werken. De compacte stad zorgt ervoor dat zij binnen het stadsdeel blijven wonen, en dat er niet verder gebouwd wordt in de groene gebieden, zoals Waterland. Maar er zijn ook nadelen: in het stadsdeel zelf verdwijnt er open ruimte en groen, sportvelden schuiven op naar de rand van de stad en er komen steeds meer hoge gebouwen. GroenLinks wil hierin een goede middenweg vinden: aan de ene kant voldoen aan de grote vraag naar woon- en bedrijfsruimte en anderzijds het behoud van groen, lucht en ruimte. Er moet gekozen worden voor hoogbouw op plaatsen waar dat kan. Meer groen in Noord kan ook worden bereikt via het verbeteren van de kwaliteit van het groen en door het inzetten op “verticaal” groen, met planten op balkons en daktuinen op huizen en kantoren. Daarnaast wordt de geluidsoverlast, luchtvervuiling en lichthinder beter aangepakt. Noord wordt steeds meer een gewilde plek om te wonen dus de huurprijzen en de huizenprijzen dreigen te stijgen. GroenLinks vindt dat er ook voor mensen met weinig geld genoeg betaalbare woningen in Noord moeten zijn en blijven. Er moet goed worden gekeken of het splitsen en verkopen van huurwoningen niet zorgt voor te weinig betaalbare woningen. Goedkope woningen mogen niet zomaar worden vervangen door dure woningen en bij nieuwbouw moet minstens 40% sociale woningbouw zijn. Er moet ook voldoende aandacht zijn voor ouderen en mindervaliden. Een oplossing voor de woningnood onder jongeren kan worden gevonden in het omzetten van leegstaande kantoren in goedkope woningen. De huidige containerwoningen zijn een goede, maar tijdelijke, oplossing. Duurzame stadsontwikkeling en duurzaam bouwen staan voor GroenLinks voorop. Dit houdt in dat bij nieuwbouwplannen het bestaande groen en water zoveel mogelijk als startpunt zal worden gebruikt. Er wordt gebouwd volgens het ‘ecodevice’-principe: zo min mogelijk vuile stromen het project binnen laten komen en, als zij er wel zijn, deze in het project zelf verwerken en dus niet weer uit het gebied laten gaan. Gestreefd zal worden naar zoveel mogelijk levensloopbestendige woningen: huizen waar je ook in kunt -blijven- wonen, wanneer je ouder wordt (bijv. door aanpassingen als een lift).
Actiepunten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Het compacte stadbeleid wordt voortgezet; De hoogte van nieuwe gebouwen moet in de bestaande bebouwing passen en hoogbouw wordt toegestaan waar het de grootstedelijke allure versterkt; Aandacht voor functieverandering, zoals het omzetten van kantoren in woningen en bedrijventerreinen in (gemengde) woonwijken; Inzetten op meer verticaal groen: daktuinen op huizen en kantoren, bloembakken aan kozijnen, geveltuinen en planten op balkons en terrassen; De goedkope woningvoorraad moet worden behouden; Grote terughoudendheid bij de verkoop van sociale huurwoningen; Nieuwe woonprojecten bestaan voor minstens 40% uit sociale woningbouw. Daarvan is 30% regulier en 10% voor speciale groepen, zoals ouderen, jongeren, grote gezinnen en stadsvernieuwingskandidaten uit Noord; Segregatie naar inkomen moet worden verminderd door in de rijkere buurten goedkopere woningen te bouwen en het verkopen van huurwoningen gericht te verbieden; Geen sloop van bestaande woningen, maar renovatie en onderhoud. Behoud van stedenbouwkundige eenheid van de buurten zoals de van der Pekbuurt; Uitbreiding van studentenhuisvesting; De zwakkeren op de woningmarkt moeten worden gesteund bij het vinden en betalen van een huur- of koopwoning, bijvoorbeeld via maatschappelijk gebonden eigendom; Meer woningen speciaal voor ouderen in woongroepen of via de ‘woonservicewijk’. De regeling “van groot naar beter” dient te worden uitgebreid; Duurzame stadsontwikkeling en duurzaam bouwen zijn leidend. Dit betekent nieuwbouwprojecten die uitgaan van het ‘ecodevice’- principe en levensloopbestendige woningen. Toezicht en handhaving vergunninguitgifte met milieu en duurzaamheid als speerpunten; Inzetten op het verduurzamen van bestaande woningen, waar mogelijk aangesloten op stadswarmte; Een leefbaarheidtoets voor alle nieuwbouw- en vernieuwingsprojecten, met aandacht voor groen, geluidsoverlast, luchtvervuiling, nabijheid openbaar vervoer/scholen/winkels en fietsparkeren;
16. 17. 18.
De parkeernorm bij nieuwbouwwoningen wordt 1.0. Nieuwe wijken worden autoluw en groen zoals de Thomas Prinslaan; Een daadkrachtige voortzetting van nieuwbouw op het Shell-terrein, de Bongerd, CAN, de Buiksloterham en de IJ-oever. Hierbij continu de toekomstige en omwonende bewoners blijven betrekken; Een transparant en consequent gronduitgiftebeleid.
Wonen voor iedereen Noord vormt een mooie lappendeken van buurtjes, wijken, dorpen en dijken. Elk met een eigen karakter en een eigen herkenbaar soort huizen. Bij elkaar levert dat een enorme variatie op. Door de toevoeging van nieuwe woonwijken als De Bongerd en Elzenhagen wordt die variatie deze jaren alleen nog maar groter. Ook binnen de wijken zelf komen er meer verschillende soorten woningen. Denk aan de toevoeging van eengezinswoningen in de Aakstraat in de Banne en aan Grootslag in Nieuwendam-Noord, waar tot nog toe de portiek- en galerijflats domineerden. De bedoeling van deze stadsvernieuwing is om door variatie in woningtypen en prijsklassen (naast sociale huur ook duurdere huur- en koopwoningen) een meer gevarieerde bevolkingssamenstelling te krijgen Toch is de stadsvernieuwing zeker niet alleen een succesverhaal. Er zijn zorgen over de omvang en de gevolgen. Ook in Noord. Zeker, we willen meer variatie in grote woonwijken die tot nog toe voor bijna 100% uit sociale huurwoningen bestonden. Maar we willen ook dat bewoners die dat willen in hun eigen wijk kunnen blijven wonen. De beste stadsvernieuwing is nog altijd “bouwen voor de buurt”, dus voor de buurtbewoners met binding aan school en buurt een nieuwe sociale huurwoning of (voor wie dat intussen kan betalen) een wat duurdere huurwoning of een koopwoning. Stadsvernieuwing die mensen opjaagt van de ene naar de andere herstructeringswijk schiet zijn doel voorbij. Bovendien zal in Noord behoefte blijven bestaan aan een fors percentage betaalbare sociale huurwoningen. De komende jaren zullen de vastgestelde vernieuwingsplannen worden uitgevoerd. Dat levert meer variatie op en ook een flink aantal nieuw gebouwde sociale huurwoningen. Maar er moeten geen nieuwe sloop- en nieuwbouwprojecten opgezet worden. Het is genoeg geweest. En omdat iedereen recht heeft op een goede woning zullen de woningcorporaties veel geld en energie moeten steken in onderhoud van bestaande woningen en complexen.
De grootste uitdaging ligt de komende tijd in het er voor zorg dragen dat ook in zwaardere economische tijden er voldoende sociale huurwoningen blijven, zodat alle inwoners van Noord in het mooiste stadsdeel van Amsterdam kunnen blijven wonen. Daarom zal GroenLinks strak toegezien op het behoud van sociale huurwoningen.
Hoofdstuk 5:
Verkeer
Ruim baan voor lopen, fietsen en openbaar vervoer Een auto is soms makkelijk, maar ze hebben ook een heleboel nadelen: ze vervuilen de lucht, geven geluidsoverlast, nemen veel ruimte in en kunnen onveilig rijden. GroenLinks wil daarom minder auto's en ruim baan voor lopen, fietsen en openbaar vervoer. Natuurlijk, er zullen altijd auto's blijven, maar voor het overige geldt: liever spierkrachtverkeer (lopen en fietsen) dan gemotoriseerd verkeer. In Noord is er al veel ruimte voor fietsers en voetgangers, maar er moet veel meer onderhoud gepleegd worden aan fiets- en voetpaden. En op een aantal plekken moet de aansluiting op elkaar verbeterd worden. Door fietsen en lopen aantrekkelijker te maken (bijvoorbeeld door langer groen licht bij oversteekplaatsen en goede fietsbruggen), wordt Noord nog veiliger en beter bereikbaar. Fietsendiefstal moet worden teruggedrongen. GroenLinks wil ook veel meer inzetten op het openbaar vervoer. De bus zou vaker (minimaal elke 20 minuten) en tot later in de nacht moeten rijden, en reizen met het openbaar vervoer moet goedkoper worden. Ook willen we dat de ponten vaker varen, met veilige en mooie aanlandingsplaatsen. Bussen moeten tot aan de ponten gaan rijden, ook bij de NDSM werf, en op plaatsen in Noord, die nu nog moeilijk te bereiken zijn komen extra bussen. Ook de Noord/Zuidlijn, die in Noord al bijna klaar is, gaat zo snel mogelijk rijden van Noord naar het centrum van Amsterdam. De verkeersveiligheid wordt aangepakt: Voor kinderen moet er van en naar school een veilige fiets- en looproute bestaan (kindlint). Onveilige punten worden aangepakt en op zoveel mogelijk kruispunten komen fietsverkeerslichten met een secondeteller . Het autogebruik moet worden ontmoedigd, met name het rijden in vervuilende auto’s. Elektrisch vervoer heeft de toekomst. Er worden geen nieuwe parkeerplekken gecreëerd. Parkeren gebeurt zoveel mogelijk uit het zicht en dus in parkeergarages. Zodat er voldoende ruimte is voor speelplekken, groen of fietsparkeerplaatsen. Het resultaat is dan een schoner, veiliger, beter bereikbaar en gezonder stadsdeel. Het gebruik van de fiets en de benenwagen is immers goed te doen in Noord, maar ook gezonder, en draagt bij aan een lekker leven!
Actiepunten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Er worden meer en veiliger fietsroutes aangelegd en de bestaande routes worden goed onderhouden; Fietsers moeten zich veilig voelen, dus goede verlichting en tunnelvrije routes na zonsondergang; Bushaltes zijn overdekt en goed toegankelijk voor iedereen (ook voor kinderwagens en mindervaliden); Directe opstap met bussen bij de ponten (NDSM), meer bussen in Noord zelf, die vaker gaan rijden; De metro van de Noord/Zuidlijn gaat al eerder rijden in Noord; De ringlijn wordt doorgetrokken in Noord en er komt een vrije busbaan op de Klaprozenweg/Cornelis Douwesweg en de IJdoornlaan; De ponten gaan nog regelmatiger varen en hebben prettige, veilige en mooie pontaanlandingen; Geen grote autosnelwegen in het stadsdeel! Het stadsdeel zet zich in om de snelheid op de A10 terug te brengen tot 80 km/u, en de Nieuwe Leeuwarderweg en Cornelis Douwesweg naar 50 km/u. De Klaprozenweg blijft een 50 kilometerweg en wordt niet uitgebreid; Drie loop- en fietsbruggen over het IJ; de veerverbindingen blijven daarnaast behouden; Meer plaatsen voor fietsenstallingen; Goede, veilige Oost-West verbindingen voor fietsers en voetgangers; Het stadsdeel maakt samen met elke school en de ouders een verkeersveiligheidsplan; Er komen autovrije zones bij scholen; Veiligere wegen door drempels en oversteekplaatsen, meer autoluwe delen; Wie vervuilt, betaalt! Vervuilende auto’s worden zo veel mogelijk uit het stadsdeel geweerd en er worden geen nieuwe parkeerplaatsen gecreëerd; Grotere winkelcentra zoals het Waterlandplein, het Buikslotermeerplein, het Mosplein en de Molenwijk worden autoluw en beter toegankelijk voor langzaam verkeer; Een krachtige, goed werkende parkeerregulering op plekken waar dat nodig is; Het Autodelen zal verder worden bevorderd; Parkeren gebeurt zoveel mogelijk uit het zicht in gebouwde voorzieningen en liefst ondergronds; Ponten, auto's, bussen en ander snelverkeer worden elektrisch. Er komen oplaadpunten voor elektrisch vervoer op groene stroom en fossielvrij geproduceerde elektriciteit moet worden gestimuleerd. De stadsdeelorganisatie geeft het goede voorbeeld.
Hoofdstuk 6:
Onderwijs
Kansen voor ieder kind in een goed gemengde brede school Goed onderwijs is belangrijk voor de toekomst van kinderen. Alle Kinderen moeten alle kansen krijgen om zich binnen het onderwijs in alle opzichten te ontplooien. Schooluitval moet worden voorkomen en de voor- en naschoolse opvang verbeterd. Goed onderwijs is belangrijk en biedt de kinderen kansen voor de toekomst. De Voorschool en de Brede school spelen daar een belangrijke rol in. Door al vroeg achterstanden tegen te gaan en leer- en gedragsproblemen tijdig te signaleren, kan latere schooluitval worden voorkomen. De Voorschool, een initiatief van GroenLinks, werpt daarbij haar vruchten af. Peuters en kleuters die thuis weinig of geen Nederlands spreken, krijgen extra begeleiding, zodat ze goed voorbereid naar de basisschool gaan. In Noord willen wij ons ervoor inzetten dat alle kinderen naar de Voorschool gaan. Voor zowel de basisschool als het voortgezet onderwijs geldt dat de school een plek moet zijn die helpt en stimuleert. Leraren zouden naast hun eigen lesprogramma ook genoeg ruimte moeten hebben voor het leren belangrijke sociale vaardigheden, zoals het oplossen van conflicten, hoe een baan te zoeken en aandacht en respect voor elkaar en voor alle groepen in de samenleving. De school kan dit doen in samenwerking met brede scholen. Deze brede school is dus behalve een leerplaats, ook een ontmoetingsplaats waar kinderen leren samenleven en waar zij hun talenten kunnen ontwikkelen in bijvoorbeeld sport, muziek of creativiteit. Als scholen samenwerken in brede-schoolcoalities met maatschappelijk werk en jeugdhulpverlening, zal de brede school uitgroeien tot een kindercentrum waar onderwijs, ondersteuning en vrije tijd samenkomen. Ouders spelen een belangrijke rol in de brede scholen. Om de combinatie werk en zorg te vergemakkelijken komen er gelijke schooltijden voor alle basisscholen en wordt de tussenschoolse opvang geprofessionaliseerd, bijvoorbeeld voor de verlengde schooldag. Ook worden ouders gestimuleerd om de kinderen met de fiets te brengen/te laten gaan om zo scholen veiliger te maken. GroenLinks wil geen witte en zwarte scholen, maar een goede mix van de buurt. Scholen moeten daartoe meer gaan samenwerken. Hiertoe zou Noord een gezamenlijk moment voor inschrijving (2,5 jaar) moeten bieden, geen wachtlijsten maar plaatsing op een andere school en gezamenlijke voorlichting geven. Kinderen gaan zoveel mogelijk in hun eigen buurt naar school.
Actiepunten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Iedere school (basis- en voorgezet onderwijs) wordt een brede school; Brede scholen werken samen met sport-, welzijn- en culturele instellingen en krijgen daarvoor extra gebouwde ruimte; Talentprogramma's zoals de Weekendschool worden uitgebreid; De Voor- en Naschoolse opvang en de Voorschool wordt geïntegreerd in de brede school. De kwaliteit ervan wordt verbeterd; Na- en voorschoolse opvang zit in eigen school: er hoeft niet te worden gereisd; De Voorschool wordt uitgebreid en wordt toegankelijk voor alle kinderen. Peuterspeelzaal en Voorschool worden geïntegreerd, en gaan samenwerken met kinderopvang; Er komt een gezamenlijk moment van inschrijving bij de scholen; Scholen worden niet te groot (maximaal 400 leerlingen). In nieuwe gebieden liever twee kleine scholen dan één grote school; Achterstallig onderhoud aan schoolgebouwen wordt weggewerkt, waarbij rekening wordt gehouden met het milieu; Er zijn voldoende onderwijsassistenten en conciërges; Schooltijden sluiten beter aan op bij behoefte van kind(eren) en ouders; Voldoende aandacht in scholen voor respect voor anderen, zoals andere religies en seksuele diversiteit; Voldoende aandacht voor gezonde voeding en gebruik van streekproducten; Het stadsdeel stimuleert de realisatie van meer stageplaatsen voor jongeren in het stadsdeel; Er komt een stopverbod bij scholen. Scholen maken met het stadsdeel een verkeersplan om naar en van school gaan veiliger te maken voor fietsende en lopende kinderen; Er komt een 'schoolfietsen project' waarin leerlingen van het basisonderwijs via de scholen kunnen beschikken over een leenfiets; Actief binnenhalen van instellingen voor beroepsgericht onderwijs (VMBO, MBO, HBO) op het gebied van creatieve bedrijvigheid; Het volwassenenonderwijs wordt toegankelijker voor kwetsbare groepen.
Groen Leren Amsterdam-Noord is een groen stadsdeel aan het water. Noorderlingen en bezoekers van het stadsdeel waarderen dat enorm. Groen is mooi, groen is gezond en groen geeft ruimte en ontspanning. En groen is misschien nog wel het allerbelangrijkst voor onze kinderen. Als zij van jongs af aan spelenderwijs in aanraking komen met de natuur heeft dat ook opvoedkundige waarde: jong geleerd is groen gedaan. Daarom wil GroenLinks meer en beter groen in het stadsdeel. Hoe groener het stadsdeel en haar straatbeeld, hoe aantrekkelijker Noord wordt om te wonen, te werken, te ontspannen en te leren. Bovendien hebben mensen die in een groene omgeving wonen gemiddeld minder gezondheidsklachten. Elke (basis)school in Noord zou een groene plek op het schoolplein of in de buurt van de school moeten hebben om spelenderwijs en op een veilige manier de natuur te ontdekken. Nogal wat kinderen spelen nauwelijks meer buiten. Dit gaat ten koste van hun gezondheid en ontwikkeling. Bovendien verliezen ze het contact met de bron waar ze vandaan komen en zullen dus ook minder bereid zijn om zorg te dragen voor hun natuurlijke omgeving. Een 'natuurspeel- en leerplek' (vlak)bij de school kan helpen deze ontwikkeling te keren. Maar ook voor de volwassen inwoners van Noord is er een groene wereld te winnen. Door het bestaande groen van parken aantrekkelijker in te richten (bijvoorbeeld ook met kleinschalige horeca) en beter te onderhouden. Het groen dat Noorderlingen kunnen en willen gebruiken kan groeien door ook volkstuinparken, sportcomplexen en begraafplaatsen betere in te richten en toegankelijker te maken. En daarbij moet er ook meer promotie en voorlichting (bijvoorbeeld natuurexcursies) plaatsvinden naar inwoners van Noord over de groene rijkdom die het stadsdeel bezit. En bewoners kunnen zelf aan de slag, uiteraard met ondersteuning van het stadsdeel. Met het zelf, bijvoorbeeld als buurgroep, adopteren, en onderhouden en schoonhouden van stukken groen in de buurt. Met het aanleggen van groene daken, groen tegen de muur en geveltuintjes. Een gerichte stimuleringssubsidie voor aanleg en onderhoud helpt Noord nog groener te worden en brengt ook buurtbewoners met elkaar in contact. Jong geleerd is samen groen gedaan.
Hoofdstuk 7:
Leven en welzijn
Meedoen met aandacht voor elkaar GroenLinks vindt het belangrijk dat iedereen kan meedoen in Noord. Of het nu gaat om goede sportvoorzieningen, een mooi jongerencentrum of een leuke bingozaal. Iedereen, dus ook ouderen, mensen met een handicap, chronisch zieken, maar ook vluchtelingen, dak- en thuislozen en asielzoekers moeten de kans krijgen om volwaardig mee te kunnen doen in Noord. Het is de taak van het stadsdeel hen daarmee te helpen. De WMO is hierbij een belangrijk hulpmiddel en ook het buurtgericht werken. Het is daarbij wel belangrijk dat de samenwerking en communicatie tussen de verschillende partijen goed verloopt en dat de taken goed worden uitgevoerd. De nadruk moet liggen op het resultaat; iedereen krijgt de juiste hulp. Hierbij staat de burger voorop, niet het aanbod. Er moet goed worden geluisterd naar de burgers in Noord. Burgers worden betrokken bij belangrijke beslissingen van het stadsdeel. Daarbij moet rekening worden gehouden met de diversiteit binnen het stadsdeel. In het maken en uitvoeren van plannen is het ook belangrijk dat alle culturen meedoen, ook in ouderencentra en verzorgingshuizen. Hierbij is er ook veel aandacht voor vrouwen. De vrouwenbazaar en het vrouwenondernemersatelier zijn goede voorbeelden van hoe vrouwen ook geholpen kunnen worden in het meedoen in Noord. Het stadsdeel is nog lang niet sportief genoeg. Sporten is niet alleen gezond, maar ook erg leuk. GroenLinks wil graag dat meer mensen gaan sporten. Er moet ook genoeg aandacht zijn voor de jeugd. Jongeren moeten voldoende vrijetijdsvoorzieningen hebben, ook op straat. Jongeren op straat worden te snel als hangjongeren en herrieschoppers gezien. “Hangen” doen we allemaal wel eens. Een balletje trappen op straat, op de stoep eten en drinken met de buren, picknicken in het park, het zijn allemaal manieren om sociale contacten te onderhouden. In het enkele geval dat dit gedrag gepaard gaat met (ernstige) overlast, is ingrijpen nodig. Jongeren worden ook actief betrokken bij de inrichting van nieuwe jongerencentra en openbare ruimte.
Actiepunten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Het Individueel Bewonersadvies Amsterdam-Noord (IBAN) wordt versterkt naar nieuwe inwoners Noord en vervolgtrajecten voor “oudkomers”; Het terugbrengen van het aantal huisuitzettingen en het creëren van een sociaal vangnet, o.a. door intensief contact met energiebedrijven en woningcorporaties; Waarderingssubsidies voor zelforganisaties blijven, daarnaast komt er een apart budget voor door organisaties ingediende projecten gericht op ontmoeting en samenwerking; Extra inspanning voor kwetsbare groepen met specifiek welzijnsbeleid, bijvoorbeeld voor uitgeprocedeerde asielzoekers; Aandacht en waardering voor de belangrijke rol van vrijwilligers als bindende kracht in Noord, hierbij ook speciale aandacht voor deelname van nieuwe Noorderlingen; Een permanente ‘oud voor nieuw’-operatie, niet als bezuiniging maar om in het welzijnsbeleid alert te reageren op nieuwe inzichten en veranderingen in Noord; Het verbeteren van de spreiding van voorzieningen over de buurten; Veel aandacht voor buurtgericht werken; Aandacht voor verbetering van de dienstverlening van het Werkplein Noord; Het verbeteren van de infrastructuur voor zorg op wijkniveau met een belangrijke rol voor de zorgloketten, met gebruik van bestaande buurthuizen en wijkposten; Het stadsdeel zet, samen met het Noordse steunpunt van de Vrijwilligerscentrale en de BSN Werkervaringsbedrijf een klusbedrijf op, dat kansen en opleiding biedt aan laaggeschoolde vrijwilligers en tegelijkertijd klussen doet voor met name ouderen en minder validen; Een samenhangend beleid bij ontwikkeling van de programma's wonen, welzijn en zorg op wijk- en buurtniveau, bijvoorbeeld door instelling van ‘woonzorgzones’; Vrouwen in Noord doen ook mee: zelforganisaties van emanciperende groepen krijgen ondersteuning en denken mee met plannen; Overal in het stadsdeel komen er toegankelijke zorgloketten, waar iedereen goede begeleiding krijgt bij een zorgvraag; Voor iedereen is er genoeg keuze in sport; Scholen bieden alle leerlingen sport als Naschoolse opvang en stimuleren leerlingen naar een sportvereniging te gaan, bijvoorbeeld door een kennismakingsprogramma; Er wordt door de Noordelingen meer gesport. Het stadsdeel stimuleert dit door de organisatie van bijvoorbeeld laagdrempelige straatvoetbaltoernooien te steunen. Hierbij is extra aandacht voor weinig sportende groepen zoals allochtone meisjes;
18. 19. 20. 21. 22. 23.
Het nieuwe zwembad heeft een buitenbad. De openingstijden en tarieven zorgen ervoor dat iedereen toegang kan krijgen; Geen wachttijden meer voor zwemlessen; Het stadsdeel betrekt jongeren actief bij het jongerenbeleid en bij het vaststellen van buitenschoolse programma’s; Er komt een jongerendenktank, waar jongeren van verschillende scholen en met verschillende achtergronden in zitten; Bestaande jongerencentra worden verbeterd en er worden nieuwe centra gebouwd, waaronder een talentencentrum op het NDSM terrein (NDSM Underseas); Inzet op talentontwikkeling van jeugd zoals Ster van Noord, Noordse rap.
Vrijwilligers gezocht (m/v) Vrijwilligers vormen het cement van onze Noordse samenleving. Zonder de inzet van vrijwilligers zou het een kille, kale boel worden. Maar gelukkig zetten velen zich in Noord in voor buurt en buren, voor club en school. Toch is er een probleem, omdat vraag en aanbod niet voldoende op elkaar aansluiten. Er is op dit moment een grote behoefte aan vrijwilligers die kunnen optreden als taalcoaches, als hulp bij schuldensanering, als maatje van een GGZ-cliënt en als bemiddelaar bij burenconflicten. Dit zijn taken die vaak vragen om goed gekwalificeerde vrijwilligers. Aan de andere kant zien we dat de mensen die zich aanbieden als vrijwilliger nogal eens laaggeschoold zijn, soms de taal slecht beheersen, soms al heel lang uit het arbeidsproces zijn en soms ook een psychiatrische problematiek hebben.
Vrijwilligers zijn het cement van onze Noordse samenleving
Ook in de discussie over armoedebeleid zie je deze tweedeling: enerzijds wordt er gekeken naar gekwalificeerde vrijwilligers als mogelijke coach voor mensen met armoedeproblematiek, anderzijds wordt (laagdrempelig) vrijwilligerswerk gezien als een stap in het komen tot maatschappelijke participatie. Wij zien bij het eerste een (te) klein aanbod van vrijwilligers en bij het tweede een (te) klein aanbod aan vacatures. Hier moet het stadsdeel iets aan doen. In ieder geval dienen vrijwilligersorganisaties aangesproken te worden op hun mogelijkheden om moeilijk plaatsbare vrijwilligers toch een plek te geven. Heel concreet missen we het aanbod van vrijwilligerswerk als het gaat om het verrichten van incidentele praktische hulp bij mensen thuis. Doras heeft een aantal projecten op dit gebied, maar de vraag is veel groter dan het aanbod. Hier liggen grote kansen voor nieuwe klussenprojecten. Daarnaast kan het stadsdeel zorgen dat in het kader van het participatiebeleid ook juist de hoger opgeleiden en beter gesitueerden worden aangesproken om een bijdrage te leveren. Die groep wordt in Noord gelukkig steeds groter. Als zij (meer) gaan meedoen (via direct en gericht vragen van mensen voor concrete taken) kunnen minder kansrijken daar echt wat aan hebben. Ook dat is een manier om het “oude” Noord te laten profiteren van de komst van “nieuwe” Noorderlingen.
Hoofdstuk 8:
Werk en inkomen
Groen werkt, zeker in Noord! De wereld verkeert anno 2009 en 2010 in een ecologische en economische crisis. Het is zeer moeilijk te voorzien hoe dat zich gaat ontwikkelen in de komende jaren. Wel is al duidelijk dat er steeds meer mensen op straat komen te staan, voornamelijk ook veel jongeren. Deze ontwikkeling moet gekeerd worden. In groen en verantwoord ondernemen en investeringen in energiebesparing en nieuwe energie ziet GroenLinks de oplossing. We moeten zorgvuldig omgaan met de algemene financiële middelen en dit ook inzichtelijk maken voor elke inwoner van Noord. Ons eigen stadsdeel kan helpen de financiële crisis te bestrijden door ondernemerschap en bedrijvigheid te stimuleren. Ondernemers moeten actief worden betrokken bij lokaal beleid en er moet betere dienstverlening komen. Ondernemers zullen hierdoor bijvoorbeeld sneller weten waar ze aan toe zijn. Het stadsdeel moet snel geschikte bedrijfsruimte aan kunnen bieden. Ook hierbij wordt er vooral ingezet op groen en duurzaam ondernemen via een informatiepunt voor startende ondernemers. Het is belangrijk dat het stadsdeel inzet op werkgelegenheid, door het aantrekken van bedrijven en meer ruimte voor zelfstandig of ambachtelijk ondernemerschap voor alle culturen. Daarnaast moeten mensen intensiever naar werk worden begeleid. Vraag en aanbod moeten sneller bij elkaar te komen. Daarbij verdienen vooral onze jongeren aandacht. Zij moeten extra voorbereid worden op het zoeken naar een baan, bijvoorbeeld via sollicitatietrainingen, werkervaring en stages. GroenLinks wil ook aandacht voor het inkomen van de bewoners. We willen niet dat mensen zoveel schulden krijgen dat zij uit huis worden gezet. Het stadsdeel kan mensen geen inkomenssteun geven maar kan wel geld reserveren voor de schuldhulpverlening en de sociaal raadslieden. Ook zal rekening worden gehouden met het inkomen van mensen. Een laag inkomen geeft recht op kwijtschelding van gemeentelijke lasten.
Actiepunten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
De zwakste schouders dragen de lichtste lasten. Bij het vaststellen van de lokale lasten houdt het stadsdeel rekening met de laagste inkomensgroepen; Een ketenaanpak voor armoedebeleid en convenantafspraken met bedrijven, instellingen en organisaties; Inzetten op een preventieve aanpak van schuldhulpverlening: vroege signalering, budgetadvies en thuisadministratie; Uitbreiding van de schuldhulpverlening door sociale contracten en activerende schuldhulpverlening (bijv. hulp in ruil voor actieve inzet al vrijwilliger/werkzoekende); Ondernemerschap is belangrijk voor Noord: Groen en duurzaam ondernemen worden extra gestimuleerd (via bijvoorbeeld Home New Energy Docks). Er komt een informatiepunt waar (startende) ondernemers terecht kunnen, met speciale aandacht voor groen en duurzaam ondernemen; GroenLinks wil meer bedrijven naar Noord halen, die zich bezighouden met duurzaamheid; Bestaande industrie wordt zoveel mogelijk verduurzaamd (IJ-oever); Meer subsidiemogelijkheden voor (kleine) ondernemers, via bijvoorbeeld kansenzones en microkredieten; Ondernemers worden actief betrokken bij het beleid, met speciale aandacht voor zelfstandige ondernemers (ZZP-ers); Bevorderen van vaste verkooppunten van lokale producten; Aandacht voor vrouwenondernemerschap; Voortgaande steun aan vrouwenparticipatie: Vrouwencentrum, Vrouwenzaak, P-team en Vrouwenbazaar; Uitbreiding vrouwenparticipatie via maatjesprojecten; Noord aantrekkelijk maken voor bedrijven om zich hier te vestigen; Behoud en waar nodig grondige renovatie van solitaire winkels en kleine winkelcentra, zoals het Purmerplein, het Zonneplein, de Waddenweg, de Hagendoornweg en de Van der Pekstraat; Winkels mogen op zondag open; Meer horeca en uitgaansmogelijkheden op verschillende locaties (Hotspots) in Noord; Werklozen worden intensief begeleid en vraag en aanbod worden op elkaar afgestemd. Jongeren krijgen daarbij extra aandacht, bijvoorbeeld via een sollicitatietraining; Werkgarantie voor jongeren via een Uitzendbureau voor Jongeren; Functiemenging (werken en wonen op dezelfde plek) moet in bouwprojecten bovenaan staan.
Activerend armoedebeleid: Niet alleen vis, maar vooral leren vissen Noord heeft verhoudingsgewijs veel arme huishoudens: een op de vijf huishoudens in Noord zit op of onder de armoedegrens (110% van het wettelijk minimum). Voor driekwart van hen geldt dat ze al minstens drie jaar in die situatie zitten. Het lukt hen jaar in, jaar uit niet om hier uit te komen. Het lukt het stadsdeel, de maatschappelijke dienstverlening, de welzijnsorganisaties, de werkgevers, kortom, het lukt ons als samenleving niet om deze huishoudens omhoog te trekken. Daarom is een brede maatschappelijke coalitie nodig van overheid en onderwijs, van welzijn en werkgevers, van sport en kerken en moskeeën. Voor een activerend armoedebeleid. En dat activerende zit hem nou net in het verschil tussen “ik geef je een vis en je hebt een dag te eten” en “ik leer je vissen en je hebt een leven lang te eten”. Tot nog toe is het armoedebeleid met alle goede bedoelingen vooral gericht op het uitdelen van vis: een scala aan inkomensondersteunde voorzieningen (bijzondere bijstand, stadspas, scholierenvergoeding, langdurigheidtoeslag en vele andere). Maar veel minder op het stelselmatig en consequent ondersteunen en stimuleren van minimumhuishoudens om zich door scholing, (vrijwilligers)werk, leerwerkplekken en allerlei vormen van activering omhoog te werken. Armoede is een veelkoppig monster. Het heeft te maken met opleiding, sociaal isolement, persoonlijke geschiedenis, gezondheid, en nog veel meer factoren die allemaal op elkaar ingrijpen. Daarom vraagt de bestrijding van armoede ook om een veelzijdige en persoons- of huishoudens- gerichte aanpak. Anders zal het ons niet lukken het monster te verslaan. En het vraagt om volgehouden aandacht, en om organisaties en instellingen die in een keten nauw met elkaar samenwerken. De voorstellen voor een activerend armoedebeleid van de werkgroep “Armoede werkende weg” liggen er. Aan de slag ermee!
Hoofdstuk 9:
Sociale Veiligheid
Veilig wonen met iedereen Veiligheid in de buurt is van groot belang. Dat kan het stadsdeel echter niet alleen bieden. Hiervoor heeft zij de medewerking en de inbreng van de bewoners hard nodig. Ook voor veiligheid geldt; voorkomen is beter dan genezen. Veiligheidsbeleid kan daarom niet zonder effectief buurtwerk en professionele begeleiding. GroenLinks denk dat een preventief veiligheidsbeleid het beste werkt als het kleinschalig is en in overleg met de buurt wordt uitgevoerd. Voorkomen is meestal voldoende, soms moet handhaven als middel worden ingezet. GroenLinks wil daarbij een dadergerichte aanpak. Hierbij wordt voor de individuele dader gericht maatregelen getroffen en middelen ingezet, die voor deze persoon het beste werken. Privacy is ook in veiligheidsbeleid belangrijk. GroenLinks denkt dat de inzet van mensen veel effectiever is dan middelen als een samenscholingsverbod, cameratoezicht, preventief fouilleren, mosquito’s en gebiedsontzeggingen. Veiligheidsproblemen moeten op een integrale manier worden opgelost waarbij er goed wordt gekeken naar de toegevoegde waarde van de ingezette middelen. Ook Amsterdam Noord heeft dak- en thuislozen. GroenLinks vindt dat wij een verantwoordelijkheid hebben om voor hen goede opvang te regelen. De verantwoordelijkheid voor deze opvang willen we niet afschuiven op Amsterdam of de andere stadsdelen. GroenLinks wil een actief antidiscriminatiebeleid op stadsdeelniveau. Sociale uitsluiting moet voorkomen worden. Tegen discriminatie dient streng te worden opgetreden. Het stadsdeel dient de divers maar ongedeelde bevolking te omarmen. De diversiteit van de bevolking moet terugkomen in de stadsdeelorganisatie.
Actiepunten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
10. 11. 12. 13.
Voor elke wijk wordt een wijkactieplan opgesteld. Hierin wordt in overleg met bewoners en instanties beschreven hoe (het gevoel van) veiligheid in de buurt vergroot kan worden; De buurtregisseur (wijkagent) behoudt zijn belangrijke functie. Hij kent de buurt en de bewoners, zodat hij kan zorgen dat de criminaliteit wordt aangepakt én zoveel mogelijk voorkomen; Voldoende voorzieningen in de buurt dragen sterk bij aan de veiligheid; Mensen zijn effectiever dan camera's. Waar extra toezicht nodig is zien we liever buurtbeheer en andere toezichthouders dan technische middelen; Rondhangen is geen criminaliteit. Overlast moet worden aangepakt, maar dat betekent niet dat alle jongeren van straat moeten verdwijnen; De alcoholverboden in de openbare ruimte worden opgeheven; Problemen met overlast gevende jongeren worden opgelost via gesprekken tussen jongeren en de buurt; Er wordt goede opvang geregeld voor de dak- en thuislozen in Noord; Er komt meer aandacht voor huiselijk geweld. Om hier beter tegen op te treden werkt de politie zoveel mogelijk samen met verschillende instanties. Voor gevallen waar er sprake is van acute dreiging met geweld komt er meer crisisopvang. Het huisverbod voor daders wordt indien nodig vaker ingezet; Vrouwen die in een procedure zitten voor een zelfstandige verblijfstitel krijgen via het stadsdeel woonruimte aangeboden; Het stadsdeel stelt een Diversiteitplan op. Hierin wordt omschreven hoe het stadsdeel ervoor gaat zorgen dat de eigen organisatie (meer) een afspiegeling van de samenleving wordt; Er komt voorlichting over het belang van diversiteit op alle scholen binnen het stadsdeel. Hierbij wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de positie van homoseksuelen en lesbiennes; Discriminatie gaat ten koste van de leefbaarheid en veiligheid in het stadsdeel. Discriminatie wordt dus altijd hard aangepakt.
GroenLinks en jongeren Jongeren hebben de toekomst. Nu de kredietcrisis ook in Noord toeslaat, is het belangrijk om de jongeren niet te vergeten. Zij zijn het kwetsbaarst voor de crisis. Zij hebben niet altijd de juiste opleiding of ervaring om in deze tijd een goede baan te vinden. GroenLinks vindt het belangrijk om jongeren hierin goede kansen te bieden. Naast voldoende woningen, moeten jongeren genoeg ruimte en mogelijkheden hebben voor hun eigen ideeën en wensen en er moet genoeg te doen zijn in Noord.
Er moeten dus leuke uitgaansplekken bij en er moeten meer aandacht komen voor de creatieve broedplaatsen. Ook bestaande jongerencentra moeten leuker en mooier worden. Op het NDSM terrein komt een nieuw jongerencentrum, i.c. wordt de ontwikkeling van Underseas mogelijk gemaakt.
Hoofdstuk 10:
Kunst en cultuur
Noord ontmoet elkaar in een bruisend stadsdeel Amsterdam Noord heeft een eigen karakter en maakt tegelijk ook deel uit van Amsterdam als culturele hoofdstad van Nederland. GroenLinks wil dat graag zo houden en daarom is voldoende aandacht voor kunst en cultuur belangrijk. Veel Amsterdammers hebben de monumenten en musea in Amsterdam Noord nog nooit bezocht, evenals de podia zoals het M-lab de Tolhuistuin en de NDSM-werf. Dat is jammer. Het stadsdeel zou theaters en musea meer onder de aandacht van de bewoners kunnen brengen, via bijvoorbeeld de huis-aan-huiskranten. Monumenten en andere gebouwen moeten natuurlijk ook goed onderhouden blijven. Ook het cultuur historisch erfgoed in het stadsdeel verdient bescherming, Hierbij denkt GroenLinks onder andere aan de Krijtmolen en de Waterlandse zeedijk, maar ook aan de tuindorpen. GroenLinks vindt dat het kunst- en cultuuraanbod een afspiegeling moet zijn van de diversiteit van de stad. Dit zorgt ook voor veel mogelijkheden om elkaar en organisaties te ontmoeten. Het is wel belangrijk om te weten wat de bewoners van Noord ook zelf willen op het gebied van kunst en cultuur, zodat zij het aanbod (meer) gaan bezoeken. In Noord is er een combinatie van een buurt- en stadsdeelgericht cultuuraanbod, zoals de Noorderparkkamer, het Banne Bruistfestival en het Noorderparkfestival én van stedelijk aansprekende activiteiten als de Tolhuistuin en festivals als het Over het IJ en Robodock. Ook binnen het onderwijs moet er meer aandacht komen voor kunst en cultuur. Scholen worden gestimuleerd om culturele activiteiten te ondernemen, zodat ook kinderen hieraan echt gaan deelnemen. Jong talent moet de kans krijgen zich te ontwikkelen. Een bloeiend kunstklimaat draagt bij aan een bruisende en creatieve samenleving. Kunstenaars zijn vaak een van de eersten die ontwikkelingen in de samenleving zien en dit creatief vormgeven. De bibliotheken in Noord zijn belangrijk voor de inwoners in Noord. Daar kunnen zij lezen en leren over het gebruik van verschillende media (internet, games, computers). Goede, uitgebreide bibliotheekvoorzieningen blijven belangrijk in Noord en horen toegankelijk te zijn voor iedereen.
Actiepunten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Meer aandacht voor vraag van bewoners Noord naar culturele activiteiten, ook bij de toekenning van subsidies; Goede informatie aan bewoners over wat er wordt georganiseerd in Noord; Er wordt actief geworven voor evenementen, exposities en festivals in Noord en vestiging van culturele instellingen aan de Noorderlijke IJ-oever. Om het draagvlak onder de omwonenden in stand te houden worden de normen voor geluidsoverlast aangescherpt; Voor tieners (13 tot 17 jaar) komen er meer mogelijkheden om in de buurt uit te gaan; Scholen worden gestimuleerd om de culturele vorming van hun leerlingen te stimuleren, zowel door het bezoeken van culturele activiteiten (via het "kunstmenu") als door het betrekken van kunstenaars en muzikanten bij de voor- en naschoolse activiteiten; Het culturele potentieel in Noord moet beter worden ondersteund: op het NDSM wordt een culturele jongerenbroedplaats gerealiseerd (NDSM Underseas); Noord heeft zijn eigen culturele profiel, (film, experimenteel theater en hiphop) bij het toewijzen van subsidies wordt dit verder gestimuleerd; Bij het toekennen van startsubsidies worden duidelijke kwaliteitseisen gesteld en deze worden alleen toegekend als de ondernemer dit geld ook echt nodig heeft; Culturele instellingen worden gestimuleerd om samen te werken en op die manier een diverser publiek te trekken; Cultuur is een bindende factor in de wijk. Laagdrempelige culturele wijkcentra worden gestimuleerd. Deze centra bieden een breed en divers aanbod aan culturele activiteiten voor alle bewoners van Noord; Monumenten en het cultureel historisch erfgoed (bijv. de Krijtmolen, de Tuindorpen, Waterlandse zeedijk) worden zoveel mogelijk beschermd en goed onderhouden;
12. 13. 14.
De Openbare Bibliotheek moet ook echt openbaar zijn: in de buurt aanwezig en voorzien van een goede collectie; De Bibliotheek biedt, in samenwerking met het onderwijs, een programma om de mediawijsheid te bevorderen. Hierdoor worden jongeren in staat gesteld om op een kritische en verantwoorde manier om te gaan met internet en andere media; Het stadsdeel maakt afspraken met het Filmmuseum over de ontwikkeling en uitvoering van een educatief programma over film voor scholen.
Wij, vrouwen van Noord Noord heeft veel sterke vrouwen. Vrouwen die niet alleen hun gezin draaiende houden en daarin, ook als ze niet een eenoudergezin vormen, vaak toch het leeuwendeel van het werk doen, maar ook buiten de deur hun “mannetje staan”. Als voorleesmoeder op school, als vrijwilliger in de buurt, als bestuurder van een (vrouwen)organisatie, als werkneemster, zelfstandige of onderneemster. De vrouwen van Noord komen eraan, en niemand houdt ze tegen. Juist omgekeerd, van het stadsdeel krijgen ze een duwtje in de rug. Met het organiseren van kinderopvang en allerlei vormen van buitenschoolse opvang. Met het financieren van Vrouwencentrum EVA dat steeds verder professionaliseert tot centrum voor individuele begeleiding en scholing van vrouwen. Met het steunen van de Vrouwenzaak, het ondernemerscentrum in het Vianney-centrum in Nieuwendam-Noord, en van de Vrouwenbazaar, de groep vrouwen die met hun markt van etenswaren en handvaardigheidproducten festivals en bijeenkomsten opluistert. En met het uitbrengen van een Participatieagenda en instellen van een Participatieteam. En het is niet onopgemerkt gebleven. Het Noordse Pteam won met het project “Een bus vol vrouwen”, waarmee 12 vrouwen een betaalde baan vonden, de landelijke prijs (PaFemme Award) voor het beste P-team in 2008. Maar er kan nog meer. We staan nog maar aan het begin. Met al deze activiteiten worden veel vrouwen bereikt en veel vrouwen geactiveerd. Maar nog niet genoeg. Nog steeds zijn er vrouwen in Noord die de deur niet uit komen. Een aantal vrouwen van de Vrouwenbazaar met GroenLinks wethouder Kees Diepeveen.
Omdat ze niet mogen, omdat ze niet kunnen. Omdat ze de kans niet krijgen, of de kans niet pakken. De eerste stappen op weg naar buiten zijn vaak het moeilijkst. Daarvoor is het soms nodig om bijvoorbeeld taalles aan huis aan te bieden. Voor vrouwen, door vrouwen. Ook hier kan het stadsdeel in het kader van het participatiebeleid juist de hoger opgeleiden en beter gesitueerden aanspreken om een bijdrage te leveren. Want Noord heeft veel sterke vrouwen.
Hoofdstuk 11:
Bestuur en Burger
Bestuur en bewoners luisteren en werken samen Eén keer in de vier jaar stemmen en verder niets: dat is niet wat we willen voor de bewoners in Noord. Bewoners zijn belangrijk dus zij moeten kunnen meepraten bij plannen in hun eigen wijk en buurt. Door al in een vroeg stadium de betrokkenen te laten meepraten in de planvorming worden plannen beter, zoals op het Mosplein is gebeurd, en voorkomen we bovendien dat de uitvoering van de plannen vertraagd wordt door (onnodige) bezwaarprocedures. Mochten bezwaar- en beroepsprocedures toch onvermijdelijk zijn dat vind GroenLinks dat er voor de gang naar de rechter geprobeerd moet worden om het verschil van mening op te lossen via mediation. GroenLinks zal inzetten voor nieuwe vormen van inspraak en besluitvorming via burgeravonden op locatie. De onderwerpen zijn gericht op de wijk en worden integraal behandeld en dat maakt het voor bewoners interessanter. Ook in de raadsvergaderingen is het belangrijk om onderwerpen integraal te behandelen. Het totale plaatje zorgt er voor dat er een betere besluitvorming en een betere afstemming plaatsvinden tussen de verschillende beleidsterreinen. Om deze reden is het ook van belang om onderwerpen die meerdere beleidsterreinen raken in integrale commissievergaderingen te behandelen. Vertrouwen in het stadsdeel is essentieel voor het functioneren van het stadsdeel. Het stadsdeel geeft hierbij het goede voorbeeld met duidelijke regels over integriteit.
Actiepunten 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Bewonersparticipatie is cruciaal bij planvorming, iedereen wordt door het stadsdeel betrokken; Het stadsdeel is actief betrokken bij dorpsraden en buurtplatforms. Er komt een bewonersbudget waar bewoners zelf over kunnen beslissen; Het stadsdeel stimuleert bewoners om ook groene bewonersinitiatieven te nemen. Het subsidiepotje Maatschappelijk Meedoen wordt met het oog daarop opgehoogd door toevoeging van geld, onder andere uit groenonderhoud; Het indienen van burgerinitiatieven wordt gestimuleerd; Bij ingediende klachten, bezwaren of beroepen wordt er in overleg getreden met de indiener om een oplossing te zoeken, indien nodig kan er hierbij gebruik gemaakt worden van mediation. Het stadsdeel beziet de integriteitcode voor het bestuur en de ambtelijke organisatie met regelmaat en scherpt die zonodig aan. Dit om de betrouwbaarheid en de integriteit van het stadsdeel te bevorderen. Hiermee wordt voortdurend duidelijk gemaakt wat de bewoners van het stadsdeel kunnen verwachten; Diversiteit wordt een aandachtspunt in al het beleid van het stadsdeel, waar nodig blijft er ruimte voor een doelgroepgerichte aanpak; De stadsdeelorganisatie vormt zoveel mogelijk een afspiegeling van de samenleving binnen het stadsdeel zodat de bewoners zich meer herkennen in de organisatie; Onderwerpen worden in de vergadering integraal behandeld, waar nodig in een nieuwe vergaderingstructuur; De burgeravonden worden ook gehouden in de wijken, met een voor de wijk relevant onderwerp; Waar mogelijk wordt er samengewerkt met andere stadsdelen om de kosten voor de organisatie te beperken. Hierbij kan gedacht worden aan de organisatie van werkbezoeken en de aanpak van stadsdeeloverstijgende projecten of stadsbrede onderwerpen; De stadsdeelorganisatie wordt zoveel mogelijk milieuvriendelijk en maatschappelijk verantwoord ingericht. Het stadsdeel koopt duurzaam in; De toegankelijkheid van de stadsdeelwebsite wordt verbeterd zodat deze toegankelijker en begrijpelijker is voor alle bewoners van het stadsdeel. Er wordt aangesloten bij de richtlijnen van Stichting Waarmerk drempelvrij.nl; Alle informatie die door het stadsdeel verspreidt wordt, is ook te raadplegen via internet.
Dankwoord Dit verkiezingsprogramma is tot stand gekomen met de hulp van velen. Behalve de programmacommissie (André van Vught, Jantien ten Brink, Kees Diepeveen en Mariska Min-Leliveld) zijn ook veel belangrijke maatschappelijke instellingen benaderd om input te leveren. We danken de organisaties voor hun suggesties en denken dat zij die goeddeels kunnen terugvinden. Ook is er een aparte werkavond geweest met een aantal prominente GroenLinks leden, die hebben geholpen met extra input. Uiteindelijk is het verkiezingsprogramma vastgesteld door de leden van GroenLinks Amsterdam Noord in oktober 2009. De eindredactie en de foto’s zijn gedaan door Wim Molenaar.