#1
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Beleidsplan 2015-2019
Wielermuseum Roeselare Hier klopt het hart van de flandrien!
#2
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
INHOUDSTAFEL
INHOUDSTAFEL........................................................................................................................................ 2 DEEL 1 ...................................................................................................................................................... 4 Proloog ................................................................................................................................................ 4 Procesbeschrijving / parcours ............................................................................................................ 4 Afstemming op meerjarenplanning Roeselare .................................................................................. 6 DEEL 2: ANALYSE ..................................................................................................................................... 8 INTERNE ANALYSE ................................................................................................................................... 8 2.1.
Historiek van het Wielermuseum en de museumcollectie .................................................... 8
2.2.
Het WieMu anno 2014: de basisfuncties .............................................................................. 11
2.2.1.
Verzamelfunctie ............................................................................................................ 11
2.2.2.
Behoud en beheer ........................................................................................................ 15
2.2.3.
Wetenschappelijk onderzoek ....................................................................................... 17
2.2.4.
Publiekswerking ............................................................................................................ 20
2.3.
WieMu 2.0 ............................................................................................................................. 26
2.4.
Evaluatie van de vorige beleidsperiode ............................................................................... 27
2.5.
Evaluatie van de werking – zakelijk en beheersmatig ......................................................... 28
2.6.
Conclusie interne analyse ..................................................................................................... 31
EXTERNE ANALYSE ................................................................................................................................. 32 2.7.
Situatieschets Roeselare en regio ......................................................................................... 32
2.8.
De stakeholders ..................................................................................................................... 34
2.9.
Positioneringswiel ................................................................................................................. 37
2.10. Algemene trends en ontwikkelingen.................................................................................... 38 2.11. Conclusie externe analyse..................................................................................................... 42 DEEL 3: MISSIE EN VISIE......................................................................................................................... 43 3.1.
Missie ..................................................................................................................................... 43
3.2.
Visie........................................................................................................................................ 43
DEEL 4: STRATEGISCH PLAN .................................................................................................................. 45 4.1.
SWOT-matrix en bepaling van de beleidskeuzes/beleidsuitdagingen ................................ 45
4.2.
Strategische en operationele doelstellingen (2015-2019) ................................................... 46
4.2.1.
Positioneringsplan: positionering en inbedding van het museum ............................. 46
4.2.2.
Publieksplan: publiekswerking en -participatie........................................................... 48
#3
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
4.2.3.
Onderzoeksplan ............................................................................................................ 49
4.2.4.
Collectieplan ................................................................................................................. 50
4.2.5.
Organisatieplan ............................................................................................................. 52
DEEL 5: MEERJARENPLANNING ............................................................................................................. 54 DEEL 6: REGIONALE WERKING .............................................................................................................. 62 De werking voor en netwerking met erfgoedactoren en -gemeenschappen in de regio .............. 62 Toekomstige ‘regionale’ initiatieven ............................................................................................... 62 Lopende/afgelopen ‘regionale’ initiatieven .................................................................................... 64 DEEL 7: OPVOLGING .............................................................................................................................. 70 DEEL 8: BIJLAGEN................................................................................................................................... 71
#4
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
DEEL 1
Proloog Op 8 mei 2006 kreeg het Wielermuseum de erkenning als museum en werd het ingedeeld bij het basisniveau. Sindsdien werden grote inspanningen geleverd tot een kwalitatieve uitoefening van de museale basisfuncties en groeide het Wielermuseum uit tot de regionale kopman en het aanspreekpunt in de (net)werking rond de (West-)Vlaamse wielercultuur. Het Wielermuseum gelooft dat het, gewapend met voorliggend beleidsplan 2015-2019, klaar is om zijn regionale rol de komende vijf jaar ten volle op te nemen. Dit beleidsplan moet dan ook beschouwd worden als een onderdeel van een breder dossier ter aanvraag van een regionale erkenning bij de provincie West-Vlaanderen.
Procesbeschrijving / parcours Dit beleidsplan is het resultaat van een lange rit. Geen ééndagsrit, maar een etappekoers met intense finale. De uitwerking van dit beleidsplan kreeg de wind in de rug na een overleg met de museumconsulent en de depotconsulent van de provincie West-Vlaanderen eind 2012. Tijdens dat overlegmoment werden de geformuleerde aandachtspunten door het Agentschap Kunsten & Erfgoed (d.d. 17- 02-2011) opnieuw geëvalueerd, werd het toenmalige collectieplan doorgelicht, en werd de werking van het Wielermuseum afgetoetst aan de criteria tot regionale erkenning. Begin 2013 werd een kernteam opgericht, bestaande uit de conservator en de stafmedewerkers (wetenschappelijk medewerker en publieksmedewerker) dat instond voor de gegevensverzameling en opmaak van het beleidsplan.1 Er volgden diverse overlegmomenten, zowel intern als met externen, en er werden gerichte interviews gehouden (coördinator Erfgoedcel Brugge, coördinator projectvereniging BIE). Dit leidde uiteindelijk tot een eerste SWOT-analyse. Om die SWOT verder te verfijnen werd begin januari dit jaar in samenwerking met FARO, Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed een ‘Beleidsplanning/SWOT-dag’ georganiseerd in het WieMu. Hierop werd een heterogene mix van partners en stakeholders uit museale, toeristische, erfgoed-, culturele, journalistieke, wielersportieve,… kring uitgenodigd.2 Ter voorbereiding kreeg dit 1
De brochure ‘Het beleidsplan voor musea’ van FARO was een richtlijn in de methodologie. De aanwezigen die dag waren: moderator Jacqueline Van Leeuwen (stafmedewerker organisatieontwikkeling en vorming FARO), Erik Devroede (conservator Sportimonium), Nele Provoost (Heemkunde Vlaanderen), Antoon Naert (diensthoofd cultuur, toerisme, archief van wielergemeente Ichtegem, ondervoorzitter LECA-Landelijk Expertisecentrum voor Cultuur van Alledag, Voorzitter Volkskunde West-Vlaanderen), Nick Demets (Toerisme Roeselare), Michel Vermote (Archiefbank Vlaanderen), Luc Declerck (bestuurslid Vriendenkring WieMu, secretaris Wielerbond Vlaanderen – afdeling West-Vlaanderen), Floortje Vantomme (Tapis Plein), Ann Bouckaert (departementshoofd Vrije Tijd Roeselare), prof. dr. Pascal Delheye (docent sportgeschiedenis KULeuven, lid wetenschappelijk comité WieMu), Anne Mouton (projectcoördinator Toerisme Leiestreek), Stijn De Zaeytijd (cultuurbeleidscoördinator Roeselare), Annelies Anseeuw (voormalig depotconsulent provincie West-Vlaanderen, projectcoördinator 2
#5
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
planningsteam enkele inleesdocumenten te verwerken.3 De dag zelf kregen de aanwezigen eerst nog de kans om het Wielermuseum ook achter de schermen te ontdekken – de depots, bureaus en andere niet-publieke ruimtes werden opengesteld – en werden de inhoudelijke en infrastructurele plannen en ambities voor de vernieuwing van de site toegelicht. Nadien werd het planningsteam in werkgroepen verdeeld om te gaan brainstormen over de sterktes en zwaktes in de werking rond de vier museale basisfuncties ‘verzamelen, ‘behoud en beheer’, ‘onderzoek’ en ‘presentatie’. Het tweede luik van de planningsdag stond in het teken van kansen en bedreigingen in het vervullen van een regionale rol en (net)werking. Opnieuw werd in kleinere groepen gewerkt, met telkens een museummedewerker als tafelvoorzitter. De dag werd afgerond met een presentatie van de bevindingen, een laatste discussieronde en een ultieme bevraging van de aanwezigen naar hun ‘gouden tips’ (concrete acties) voor het toekomst. De resultaten van de planningsdag werden door het kernteam gebundeld en uitgeschreven. Deze werd vervolgens toegelicht op de Raad van Bestuur en het Managementcomité van de Vriendenkring van het Wielermuseum. Vanuit de SWOT-analyse en -correlatiematrix werden de strategische en operationele doelstellingen door het kernteam geformuleerd, om daarna in meerjarenplanningen te worden gegoten. Op regelmatige tijdstippen tijdens het parcours werd met de bevoegde schepen van Cultuur en het departementshoofd Vrije Tijd teruggekoppeld. In de laatste rechte lijn werd nogmaals samengezeten (28-01-2014) met de consulenten van de provincie (depotconsulenten registratie, en behoud en beheer), ditmaal om de depotwerking te implementeren in de vernieuwingsplannen. Het beleidsplan werd in laatste instantie ook meegelezen door de nieuwe museumconsulent van de provincie.
Suskewiet Harelbeke, huidig medewerker afstemming cultuuraanbod en -communicatie BIE), Laurent Stragier (WieMu-gids, gids (wielerpiste) Roubaix), Björn Leenknegt (sportdienst Roeselare, bestuurslid vzw Roeselare Koerst), Rudy Neve (particulier verzamelaar, bestuurslid heemkundige kring Wibilinga, beheerder Gent-Wevelgem-archief), Wilfried Devoldere (Familiekunde Vlaanderen, bestuurslid Vriendenkring), Rino Vandromme (ex-profrenner, bestuurslid G.P. Monseré), Aline Verbeeck (erfgoedcoördinator BIE/TERF), Dries Verclyte (productmanager Fietscultuur Toerisme Vlaanderen) en Benedict Vanclooster (Wielermedewerker Sportmagazine). 3 “Van WieMu naar regionaal erkend WieMu2.0” (een samenvatting van de huidige werking en visie op de toekomst); het Evaluatieverslag over het behouden van het kwaliteitslabel als collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisatie door het Agentschap Kunsten en Erfgoed (d.d. 17/02/2011), en het Jaarverslag 2012.
#6
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Afstemming op meerjarenplanning Roeselare Meerjarenplanning Roeselare 2014-20204 Beleidsdoelstelling 2.5.: De troeven van de stad zijn versterkt “De stad speelt zijn troeven maximaal uit om bezoekers naar de stad te lokken. Zowel de commerciële, sportieve als culturele opportuniteiten worden aangewend om Roeselare nog meer op de kaart te zetten. Daartoe wordt vooreerst sterk ingezet om het vernieuwen en uitbreiden van het wielermuseum WieMu. Ook ander toeristische sites en bezoekerscentra worden sterker aangekaart door promotie en gebruik van diverse mediakanalen. Een gerichte citymarketing biedt een kader waarbinnen eigen producties en coproducties worden geplaatst. Een coherent evenementenbeleid ondersteunt andere imagoversterkende manifestaties en evenementen die Roeselare in beeld brengen.” Actieplan 2.5.1.: Realiseren WieMu2.0: bezoekerscentrum, wielererfgoedcentrum en kenniscentrum Het stadsbestuur wenst het Wielermuseum infrastructureel en inhoudelijk te vernieuwen. Na de vernieuwing moet het WieMu drie rollen kunnen spelen: de rol van erfgoedcentrum, die van bezoekerscentrum en die van kenniscentrum. Een bezoekerscentrum: een plaats waar wielertoeristen, -recreanten, en toeristen elkaar kunnen ontmoeten en kennis maken met de stad en regio. Een plaats waar wielercultuur en de andere troeven van de stad Roeselare beleefd worden. Een erfgoedcentrum: een plaats waar belevingsvolle presentaties en publieksprojecten rond wielererfgoed tot stand komen en een plaats waar permanent tentoongesteld wordt. Een kennis(belevings)centrum: een plaats waar kennis interactief wordt verzameld, bewaard en ontsloten. Met de realisatie van “WieMu 2.0: bezoekerscentrum, wielererfgoedcentrum en kenniscentrum” versterkt stad Roeselare het Wielermuseum als toeristische treklpleister. Overzicht van de acties: 2511 – renoveren, inbreiden en uitbreiden van het WieMu 2512 – integreren v/d Dienst Toerisme en het WieMu 2513 – aanvragen v/d regionale erkenning museum (provincie) 2514 – organiseren van overgangsexposities WieMu 1.0 à WieMu 2.0 2515 – vieren v/d 100ste editie RVV + opening WieMu 2.0 Actieplan 2.5.2.: inzetten op toeristische troeven en sites Diverse toeristisch-recreatieve troeven en sites worden verder ondersteund, ontwikkeld en uitgebouwd. Het recreatieve en toeristische aanbod van de stad wordt hiermee uitgebreid, versterkt en gepromoot. Overzicht van de acties: 2524 – promoten v/d openlucht wielerpiste 2529 – installeren van toeristische bewegwijzering
4
Zie: http://www.roeselare.be/media/documenten/bestuur/bestuursdocumenten/M14.pdf
#7
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Ook aan de realisering van andere beleidsdoelstellingen, kan/wil het WieMu zijn steentje bijdragen: Actieplan 1.4.3.: opmaken van een actieplan fietsen 1431 – uitwerken van trage wegenplan 1432 – uitbreiden v/h aanbod fietsstallingen 1433 – uitwerken en bewegwijzeren v/h fietsroutenetwerk en fietspadenplan 1434 – uitbreiden v/d fietsinfrastructuur 1435 – uitbreiden v/h aanbod in het fietspunt 1436 – ontwikkelen v/e fietsdeelsysteem en –verhuur Beleidsdoelstelling 1.5.: Ruimte en rust in de stad zijn toegenomen Actieplan 1.5.1.: inrichten ontmoetingsplekken in woongebieden 1511 – inrichten van autoluwe zones 1512 – afsluiten van bruikleenovereenkomsten i.f.v. spelen in de wijk 1513 – creëren van pop-up groene recreatiezones en -parkjes Beleidsdoelstelling 2.2.: De initiatieven van vrijwilligers, verenigingen en comités worden ondersteund Actieplan 2.2.1.: optimaliseren van de ondersteuning van verenigingen 2216 - uitwerken kaderreglement vrijetijdsparticipatie en activeren v/h bereik kansengroepen Actieplan 2.3.2.: nieuwe ondersteuningsmaatregelen voor kunst- en cultuurbeleving en educatie Actieplan 2.3.4.: waardering van het erfgoed 2346 – ontsluiten van specifieke initiatieven (kappersmuseum, filmmuseum, beiaardconcerten, klokkengilde 2347 – ontwikkelen van routes (fiets en wandel) complementair aan routes ontwikkeld door Toerisme Leiestreek/BIE Beleidsdoelstelling 5.4.: Het groen-, natuur- en bosareaal is toegenomen Actieplan 5.4.1.: meer kwalitatief buurt- en stadsgroen realiseren 5413 – vergroenen van diverse pleinen in de binnenstad Actieplan 5.4.3.: vergroten van de creatieve groenbeleving 5431 – moderniseren van het groenareaal 5432 – verfraaien fietslinten
#8
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
DEEL 2: ANALYSE INTERNE ANALYSE 2.1.
Historiek van het Wielermuseum en de museumcollectie
In het beleidsplan 2009-2014 werd een vrij summiere kijk gegeven op de geschiedenis van het Wielermuseum en haar collectie. Nochtans is deze van belang om de betekenis van Roeselare en de bredere regio in de ontwikkeling van de moderne wielersport te verstaan. Onderstaande tekst is voor een groot stuk gebaseerd op onze bijdrage in het Jaarboek 2013 van Volkskunde West-Vlaanderen. Zowel het jaarboek als de studiedag – die op 23 november 2013 in het Wielermuseum plaatsvond – belicht(t)en de band tussen Sport en Volkscultuur. Een wielermuseum in Roeselare! In 1907 is Moorsledenaar Cyriel Van Hauwaert de eerste Belg die er in slaagt met Bordeaux-Parijs een internationale klassieker te winnen. Het jaar nadien zet hij ook Milaan-San-Remo en ParijsRoubaix op zijn palmares. Zijn overwinningen zorgden voor een golf van enthousiasme in België, en zetten het land resoluut op de kaart van het Europese wielrennen. De eerste Belgische overwinning door Roeselarenaar Odiel Defraeye in de Tour de France in 1912 doet er nog een schepje bovenop. De koers is populair in Vlaanderen en de Antwerpenaar Léon van den Haute en Torhoutenaar Karel Van Wijnendaele smeden het ijzer wanneer het heet is. In september 1912, nauwelijks twee maanden na de Tourwinst van Defraeye, lanceren ze Sportwereld, een dagelijkse sportkrant met focus op het wielrennen, en gegroeid uit het Izegemse Sportvriend.5 Op die manier versnelde de winst van Defraeye mogelijk de eerste uitgave van Sportwereld. In 1913 organiseert Sportwereld de eerste Ronde van Vlaanderen: een wielerwedstrijd die de grootste steden uit West- en OostVlaanderen met elkaar verbond (Brugge, Roeselare, Torhout, Oostende, Veurne, Menen, Kortrijk, Aalst, Sint-Niklaas, Gent). Het begrip “flandrien” hebben we aan journalist Van Wijnendaele te danken. Hij adopteerde deze Franstalige scheldnaam voor Vlaamse seizoensarbeiders in NoordFrankrijk en Wallonië in het begin van de twintigste eeuw als geuzennaam voor zijn formatie van Oost- en vooral West-Vlaamse renners. Zijn renners verschenen in zijn schrijfsels als de wielersportieve boegbeelden van het (West-)Vlaamse karakter: arm en volks, maar fysiek sterk en wilskrachtig. Voor Van Wijnendaele was het essentieel dat ‘flandrien’ een eretitel werd, gezien zijn inspanningen om ‘Arm Vlaanderen’ via het wielrennen te verheffen. Populaire wielerhelden moesten daarbij een voortrekkersrol spelen, door via hun prestaties Vlamingen een gevoel van eigenwaarde te schenken. Op die manier legde Van Wijnendaele met Sportwereld de basis voor een stevige verankering van het wielrennen in de Vlaamse culturele identiteit. “Vlaanderen is koers. En koers is Vlaanderen.” Een cliché, maar wel één dat klopt als een bus. En de bakermat van dit alles ligt met pioniers als Van Hauwaert, Defraeye en Van Wijnendaele in West-Vlaanderen. Voeg daarbij een hele schare Roeselaarse wereldkampioenen wielrennen (Benoni Beheyt, Patrick Sercu, Jean-Pierre ‘Jempi’ Monseré, Freddy Maertens) en u begrijpt waarom regio Roeselare de bakermat van de flandriens is. Hier klopt het hart van de flandrien! In 1998, zestien jaar geleden, werd daarom in het hart van West-Vlaanderen aan het Polenplein te Roeselare, in een voormalig brandweerarsenaal en huidig beschermd monument – het Wielermuseum, kortweg WieMu, opgericht. 5
Ameye, T., De Zaeytijd, D., Decancq, G., Delheye, P., Dutillieux, B., Knuts, S. 100 jaar Sportwereld-100 jaar Belgische Tourwinnaars, uitgave bij tent., Roeselare (Wielermuseum), 2012; zie Etappe. Magazine over historische fietshelden. 2013 (2).
#9
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Verpersoonlijking van de West-Vlaamse wortels van de Belgische Wielergeschiedenis: van links naar rechts zien we Menenaar Arthur Claerhout, Zwevezelenaar Arthur Maertens (5de Ronde van Vlaanderen 1913), Moorsledenaar Cyriel Van Hauwaert (‘allereerste flandrien’), Lucien Buysse (Tourwinnaar 1926, weliswaar Wontergemnaar), Torhoutenaar Karel van Wijnendaele (mede-grondlegger Sportwereld en Ronde van Vlaanderen), Roeselarenaar Odiel Defraeye (allereerste Belgische Tourwinnaar 1912), Jules Messelis (vaste compagnon van Van Hauwaert), Kortrijkzaan Gerard Debaets (winnaar Ronde van Vlaanderen 1924 en 1927). Zittend Camiel Lammertyn, burgemeester van Moorslede en mentor van Van Hauwaert (uit Etappe #02: 26).
Wielermuseum Roeselare. Sinds 1998 De actuele collectie en museale opstelling is organisch gegroeid uit het initiële opzet bij de oprichting van het Wielermuseum in 1998: de uitbouw van een museum waar de geschiedenis van de fiets centraal staat.6 De collectieverwerving bestond bij aanvang dan ook uit de aankoop van enkele representatieve collecties historische fietsen uit binnen- en buitenland. Die veelheid aan fietsen werd ook geëtaleerd in het oorspronkelijke Wielermuseum: in die beginperiode werden per type (historische) fiets al snel een vijf à tien soortgelijke exemplaren opgesteld. Het eigenlijke ‘wielergebeuren’ kwam zijdelings aan bod in het permanent parcours en was vooral het voorwerp van tijdelijke tentoonstellingen. Zo kregen onder meer Cyriel Van Hauwaert, Eddy Merckx en tijdgenoten, of de Roeselaarse koersende broers Hector en Léon Martin een expo. Pas met de aanwerving van de tweevoudig wereldkampioen wielrennen en Roeselarenaar Freddy Maertens in 2001 werd ook de geschiedenis van de Belgische wielersport uitgebouwd. Eerst met veel aandacht voor regionale renners, later met een bredere focus. Dankzij het uitgebreide netwerk van ex-wielrenner Maertens in het wielerpeloton kon sindsdien ook heel wat koersgerelateerd
6
Eindspurt 2013/3, het laatste nummer van de papieren nieuwsbrief Tussenspurt, brengt een fotografisch overzicht van 15 jaar Wielermuseum en is als bijlage toegevoegd (zie bijlage f: Eindspurt).
#10
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
wielererfgoed worden aangeworven. De in 1971 verongelukte Roeselaarse wereldkampioen JeanPierre “Jempi” Monseré kreeg (en heeft tot op vandaag) een eigen zaal, waar zijn leven en korte carrière worden belicht. Na de erkenning op 8 mei 2006 en indeling bij het basisniveau volgde in mei 2008 een evaluatie door het Agentschap Kunsten en Erfgoed. De jaren daarop werd werk gemaakt van de verschillende door het Agentschap geformuleerde aandachtspunten. De functie van stafmedewerker werd opgesplitst in twee voltijdse functies van wetenschappelijk medewerker en publieksmedewerker zodat het wetenschappelijk onderzoek en de publiekswerking -en bemiddeling een serieuze impuls kregen. Specifieke educatieve pakketten werden uitgebouwd voor het kleuter-, lager- en secundair onderwijs. In diezelfde lijn werd in 2010 de huisstijl van het Wielermuseum werd verfrist met een nieuw logo, woordmerk (WieMu) en eigen website. Eind 2010 werden het onthaal volledig vernieuwd met o.a. een nieuwe rolstoeltoegankelijke balie en de realisering van een Museumshop. De benedenzaal (Odiel Defraeyezaal) van het WieMu werd vanaf de laatste week van november 2011 (tot de heropening begin 2012) aangepakt.
Anno 2014 streeft het WieMu continu naar een evenwichtige uitoefening en afstemming van de museale basisfuncties. De laatste jaren werden hiertoe sterke inspanningen geleverd. Hieronder volgt een summiere beschrijving van de werking van het WieMu begin 2014 op de verschillende basisfuncties (verzamelfunctie, behoud en beheer, wetenschappelijk onderzoek, publiekswerking). Voor een uitgebreidere beschrijving verwijzen we graag naar het Jaarverslag 2013 (bijlage a), het Collectiebeleidsplan (bijlage c) en de Plannen WieMu2.0 (bijlage d).
#11
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
2.2.
Het WieMu anno 2014: de basisfuncties
2.2.1. Verzamelfunctie
Het Wielermuseum bewaart en bouwt verder aan een representatieve collectie van de fiets- en wielersportcultuur in Vlaanderen en België. De collectie moet in eerste instantie de sportieve, maatschappelijke, technische en sociale tendensen en evoluties in een brede (inter)nationale context illustreren. Het museum heeft een eigen collectiebeleid maar wil in de komende beleidsperiode nauwer gaan samenwerken met collectiegerelateerde musea en instellingen als het Sportimonium (Hofstade) en het Centrum Ronde van Vlaanderen (CRVV). Om ook actoren in het veld warm te maken voor het verzamelen en bewaren (en presenteren en onderzoeken) van wielererfgoed zal het Wielermuseum verdere betrekkingen uitbouwen met partners als de Belgische en Vlaamse Wielerbond maar evengoed met regionale wedstrijdorganisatoren. Belang van de collectie Het profiel van de collectie van het Wielermuseum is uniek voor Vlaanderen en België. Geen enkele andere instelling bevat een gelijkaardige en gelijkwaardige collectie. Wel zijn er een aantal instellingen die het thema fiets/wielersport als onderwerp hebben. Het Sportimonium capteert het wielerverhaal binnen de nationale sportgeschiedenis; het CRVV focust op de beleving van de Ronde van Vlaanderen. Daarnaast zijn er nog een aantal (kleinere) lokale en/of privé-spelers die een verzameling rond de fiets en/of wielersport hebben opgebouwd. Het Wielermuseum brengt deze initiatieven in kaart om zo tot een fiets- en wielerverzamelingenoverzicht te komen. Op internationaal vlak kan het Wielermuseum op gebied van fietscollectie vergeleken worden met het Nationaal Fietsmuseum Velorama in Nederland. Geen enkele andere instelling bevat een gelijkwaardige documentaire collectie. Deelcollecties De collectie van het Wielermuseum bestaat uit drie grote pijlers: een fietscollectie, een wielersportcollectie en een documentaire collectie. De fietscollectie is gezichtsbepalend voor het Wielermuseum en vormt daarom de kerncollectie. Zonder fiets geen wielersport. De collectie telt meer dan 300 fietsen die een representatief beeld geven van de evolutie van de fiets van in haar begindagen tot vandaag. In totaal overspant de collectie een periode van bijna 200 jaar. Daarnaast bevat deze collectie nog een duizendtal fietsgerelateerde objecten (historische fietslampen, losse fietsonderdelen, werktuigen,…) die op zich ook een periode van meer dan een eeuw omvatten. De fietscollectie is voornamelijk gevormd in de begindagen van het museum, waar het accent op de evolutie van de fiets lag. In de loop der jaren werd een bijzonder uitgebreide collectie verzameld zonder uitgeschreven verzamelbeleid, wat resulteerde in een groot aantal quasi gelijkaardige types en een groot aantal fietsen zonder expliciete cultuurhistorische waarde. Door de accentverschuiving naar de wielersport en de huidige samenstelling is de fietscollectie aan een grondige revisie toe. Zo is het aantal koersfietsen, al dan niet gelinkt aan hoogtepunten uit de Belgische wielersport, nog te beperkt. Toch is er in Vlaanderen/België geen enkele instelling die een gelijkaardige en gelijkwaardige collectie bezit.
#12
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
De wielersportcollectie is jonger dan de fietscollectie en kreeg stevige impulsen dankzij de komst van Freddy Maertens in 2001. Binnen de wielersportcollectie weegt de textielcollectie het zwaarst door. De deelcollectie textiel bevat naast een beperkt aantal vlaggen en vaandels in hoofdzaak de typische wieleruitrusting vanaf de jaren vijftig tot op vandaag (broek, trui, musette, handschoenen, vrijetijdskledij, rugnummers,…). Deze internationaal gekleurde collectie wordt naast schenkingen systematisch aangevuld met aankopen en bruiklenen van lange duur. De deelcollectie wieler- en fietsuitrusting leunt het dichtst aan bij het textiel en bevat bidons, helmen, wedstrijdpijlen,… Daarnaast bevat de wielersportcollectie ook een deelcollectie trofeeën en memorabilia, waar het zwaartepunt ligt op de niet-professionele beoefening van de wielersport (bv. trofeeën van amateurploegen). De wielersportcollectie is minder sterk dan de fietscollectie omdat op dit terrein concurrentie bestaat van particuliere verzamelaars die er gelijkaardige collecties op na houden. Daarom wordt binnen deze pijler nauw met hen samengewerkt om hiaten in de collectie op te vullen (in casu bruiklenen van lange duur en/of voor tijdelijke tentoonstellingen). De wielersportcollectie bevat zowel topstukken als quasi-decoratieve objecten en heeft een hoge attractieve waarde. Op de documentaire collectie wordt sinds 2010 sterk ingezet door systematische uitbreidingen en gerichte aanvullingen (cf. infra). Deze collectie behelst de periode vanaf eind 19de eeuw (de begindagen van de moderne fiets/het moderne wielrennen) tot op vandaag en dit in een internationaal perspectief. De collectie bevat een bewaarbibliotheek met bijna 2.000 titels, 20 lopende meter tijdschriften en kranten, meer dan 1.000 affiches, 5 lopende meter archief, 10.000 foto’s, bijna 1.000 wedstrijdbrochures en ploegvoorstellingsmappen en 15 lopende meter knipselmappen. Deze derde pijler binnen de collectie van het Wielermuseum zal in de toekomst naar buiten gebracht worden als het wielerkenniscentrum en vormt dé factor waarmee het Wielermuseum zich kan onderscheiden van andere fiets- en wielererfgoedspelers in binnen- én buitenland, juist door die concentratie aan bronnen. De deelcollectie in haar geheel kan als uniek worden beschouwd, in die mate zelfs dat nergens in België een vergelijkbare collectie voorhanden is. Tijdens de komende beleidsperiode wordt, naast het blijvend verwerven, primordiaal ingezet op het beter publiek toegankelijk van de documentaire collectie door nieuwe infrastructuur, doorgedreven digitalisatie en verregaande ontsluiting. Verwerven Het museum breidt haar collectie niet alleen uit door proactief op zoek te gaan naar relevante collectiestukken, maar verwerft ook heel wat objecten door schenkingen. Omdat in het verleden vaak te ruim (passief) verzameld werd, hanteert het Wielermuseum een duidelijk en welomlijnd verwervingsbeleid op basis van duidelijke selectiecriteria en een ‘streng aan de deur’-principe. Voor het Wielermuseum zijn volgende formele verwervingscriteria van toepassing: - verzamelwaarde van het object: het object past in het verzamelbeleid van het museum, het object is een lacune in de bestaande collecties, het object betekent een meerwaarde en/of verbetering van de huidige collecties en is geen (identieke) kopie van aanwezige objecten. - kwaliteit van het object: het object bevindt zich in een goede staat en is in principe klaar om tentoongesteld te worden. - gebruiks- en belevingswaarde van het object: de objectieve waarde van een object stijgt als het object direct inpasbaar is in een collectiepresentatie of tentoonstelling
#13
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
- aanwezigheid van gelijkaardige/identieke objecten in gelijkaardige musea/instellingen (CRVV, Sportimonium): als het object al opgenomen is in de collecties van gelijkaardige musea/instellingen, wordt over het algemeen de voorkeur gegeven aan het niet aanvaarden. Dit wordt echter geval per geval bekeken en geëvalueerd.
Procedure: Aangeboden schenkingen worden op basis van bovenstaande criteria onderzocht door de wetenschappelijk medewerker en/of de collectiebeheerder. De voorstellen worden voorgelegd aan de conservator en aan de gemeenteraad. Om een goed beeld te krijgen van aangeboden objecten wordt aan de aanbieder een vragenlijst voorgelegd met betrekking tot herkomst, gebruik en bewaaromstandigheden van het object. Om het aantal (kwalitatieve) schenkingen te doen toenemen wil het Wielermuseum in de komende beleidsperiode een verwervings- en sensibiliseringsbeleid voeren ten overstaan van actoren uit het wielerveld. Bij vele spelers in het fiets- en wielermilieu is immers niet altijd voldoende kennis en besef van waarde van wielererfgoed aanwezig. Te veel renners maar ook wielerbonden en journalisten gooien hun trofeeën en/of truien en/of opgebouwd archief nog weg of laten het verkommeren. Door deze actoren meer te betrekken bij (de werking van) het Wielermuseum wil het een reflex/automatisme creëren. Een eerste stap daartoe kan zijn door hen bewust te maken van hun rol in de fiets- en wielergeschiedenis in de vorm van ‘oral history’. Hierbij wordt in eerste instantie gedacht aan de oudste generatie nog levende ex-beroepsrenners. In de loop van 2014 zullen (in de eerste plaats regionale en bij uitbreiding West-Vlaamse) oud-profrenners uitgenodigd worden in het museum om hen te laten kennis maken met de missie werking en de toekomstplannen van het Wielermuseum. Ontzamelen In het kader van de vernieuwingsplannen van het Wielermuseum krijgen de collecties een nieuw depot. Dit vormt niet alleen de perfecte aanleiding om de collecties opnieuw te gaan waarderen, maar ook om daaraan gekoppeld een afstotings- of ontzamelbeleid op te starten. Een ontzamelbeleid is immers deel van een verantwoord collectiebeleid. De algemene doelstelling van dit aspect in het collectiebeleid is de kwaliteit van de collecties, het behoud en de toegankelijkheid ervan te verhogen. De beginselen van het op te starten ontzamelbeleid situeren zich in 2010-2011, toen gestart werd met een inhaalbeweging op gebied van registratie. Toen bleek al snel dat er zich heel wat dubbels in de collecties bevinden. In functie van de missie van het museum, de nieuwe depotruimtes en het aangescherpte verzamelbeleid met bijhorende prioriteiten is een ontzamelbeleid hoogdringend. Binnen het ontzamelbeleid wordt de fietscollectie (kerncollectie) prioritair behandeld. In de aanvangsjaren van het museum zijn heel wat (historische) fietsen verworven; vaak quasi gelijkaardige types. Het Wielermuseum wil de kwaliteit en de samenstelling van haar kerncollectie upgraden, net omdat deze collectie gezichtsbepalend is voor het museum. Op basis deze uitgangspunten werd een aantal globale selectiecriteria opgesteld: - ontdubbelen: het heeft geen zin om van elk type fiets 10 quasi gelijkaardige objecten te bewaren. Zo telt de huidige collectie bijvoorbeeld 15 types Michaux-fietsen die niet wezenlijk van elkaar verschillen. Representativiteit nastreven is de boodschap.
#14
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
- staat van het object: door het ontbreken van een duidelijk verzamelbeleid en selectiecriteria werden in de loop der jaren heel wat minderwaardige fietsen opgenomen: fietsen die sterk aangetast zijn door roest, die helemaal doorleefd zijn, die ‘geassembleerd’ zijn uit diverse onderdelen die chronologisch te ver uit elkaar liggen of die te opzichtig (en incorrect) gerestaureerd zijn. - niet passen in het collectieprofiel: in de beginjaren van het museum werden een aantal collecties verworven waartoe ook een aantal objecten behoren die niet (meer) passen in het collectieprofiel zoals een rolwagen, kinderwagens, stootkarren,… Bij concrete afstotingsoperaties zal gewerkt worden vanuit de LAMO-principes. Fundamenteel bij dergelijke operaties is het voeren van een doorgedreven herkomstonderzoek en het beschikken over een uitgebreide documentatie. Elke stap in dit proces zal gedocumenteerd en gemotiveerd worden. Vooraleer over te gaan tot afstoting of (externe) herbestemming zal het akkoord van het schepencollege en de gemeenteraad worden gevraagd. Uitgaande bruikleen De uitgebreide collecties van het museum worden al jaren gebruikt voor uiteenlopende externe tijdelijke tentoonstellingen allerhande. Aan de bruikleenvrager wordt opgelegd om alle stukken te verzekeren en alle objecten in door het Wielermuseum bepaalde omstandigheden te bewaren. Deze voorwaarden worden allemaal beschreven in een formulier ‘uitgaande bruikleen’, gebaseerd op SPECTRUM. Een op maat geschreven en uitgewerkt Accesbestand zorgt voor een vlotte verwerking van alle gegevens en fungeert als flowchart. Net als bij de informatievragen en plaatsbezoeken wordt op dit terrein een grote stijging vastgesteld. In vergelijking met 2012 was er in 2013 een verdubbeling van het aantal afgesloten contracten. De uitlenen zijn zowel regionaal als bovenregionaal georiënteerd. Zo werd in 2013 met onder meer het MSKA (Roeselare), gemeente Heuvelland, vzw Mobiel (Kortrijk), Exceller Bikes (Brugge), WZC Sint Anna (Eernegem) en Veloods (Waregem) maar evengoed met Flanders Classics (Vilvoorde), het SteM (Sint-Niklaas) of het Stedelijk Museum Hoogstraten een contract afgesloten. uitleencontracten
bruikleencontracten
2010
23
26
2011
17
13
2012
30
38
2013
62
45
2014 (t.e.m. 5/03)
12
8
Inkomende bruikleen De recente vernieuwing van de permanente tentoonstelling van het Wielermuseum (2011-2012) resulteerde in een toename van het aantal inkomende bruiklenen. Om het parcours nog vollediger en representatiever te maken, werden heel wat renners en verzamelaars aangesproken om een collectiestuk in bruikleen te geven. Daartoe werd een op de SPECTRUM gebaseerd formulier gehanteerd waarin bepaald wordt dat iedere inkomende bruikleen behandeld wordt als een eigen collectiestuk, inclusief registratie, verzekering, conservatie,… De inkomende (en ook uitgaande)
#15
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
bruiklenen worden beoordeeld door de wetenschappelijk medewerker en administratief afgehandeld en opgevolgd door de collectiebeheerder/-registrator. Collecties in kaart brengen Naast de bovenstaande doelstellingen wil het Wielermuseum verder het voortouw nemen om wielererfgoed in België op te sporen en te lokaliseren. Het museum neemt de taak op zich om een inventaris van publieke en private verzamelingen van wielererfgoed verder op punt te stellen en blijft daarvoor actief privéverzamelaars, heemkundige kringen en instellingen aanspreken. Het Wielermuseum brengt met andere worden dit ‘zwervend’ fiets- en wielererfgoed verder in kaart.
2.2.2. Behoud en beheer In de komende beleidsperiode zullen door de geplande infrastructuurwerken aangepaste depots ingericht worden en zal werk worden gemaakt van een algemene verbeterde conservering en verantwoord bewaren. Deze aanpassingen zijn afgetoetst met de provinciale depotconsulenten behoud en beheer en registratie en op basis van het rapport van een bouwkundige inspectie van Monumentenwacht. De voltijdse collectiebeheerder/-registrator zal samen met de wetenschappelijk medewerker instaan voor de coördinatie en opvolging van het behoud en beheer binnen het Wielermuseum. Klimaatbeheersing, efficiënt ingerichte depots en een vlotte workflow zijn de uitgangspunten. Depotwerking In WieMu 2.0 worden de depotruimtes in WieMu 2.0 gegroepeerd en ingericht volgens materiaalsoort. Er wordt verder geïnvesteerd in aangepaste depotrekken en verpakkings- en bewaringsmateriaal in functie van een optimale depotwerking. De depotruimtes zijn bovendien zo georiënteerd dat rechtstreeks zonlicht geen kans maakt en dat een stabiel klimaat, een vlotte toegang en een efficiënte workflow zekerheden zijn. Een extra ‘reservedepot’ moet de toekomst op depotgebied veilig stellen en kan ook dienst doen als depotruimte om externe (wieler)archieven of collecties te bewaren. Preventieve conservering De vernieuwde depotruimtes in WieMu 2.0 laten toe om een betere preventieve conservering door te voeren en in stand te houden. Door het intekenen van een transitieruimte op niveau -1 wordt conditiecontrole van nieuw binnengekomen objecten een stuk makkelijker. Deze objecten kunnen via een hoofdtoegang of indien nodig via een secundaire toegang (voor zware objecten en/of grote hoeveelheden) binnen gebracht worden. De transitruimte zal ook gebruikt worden om uitgaande of terug binnengekomen objecten tijdelijk te stockeren. Palend aan de transitieruimte is aan de ene kant een ‘werkruimte’ waar objecten kunnen gefotografeerd of gesorteerd worden vooraleer deze naar de depots gaan. Mobiele behandeltafels moeten deze handelingen mogelijk maken. Aanpalend aan de werkruimte is een aparte locatie voorzien voor stockage van verpakkingsmaterialen. De quarantainekamer aan de andere van de transitieruimte zorgt voor een vlotte ‘afvoer’ van niet te herstellen of besmette objecten. In die ruimte worden afsluitbare kasten voorzien.
#16
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
In de depots tegenover de behandel/werkruimte toonden eerste testen met thermohygrografen aan dat er een constante temperatuur is en dat de relatieve vochtigheid goed en stabiel is. Deze depots worden voorbehouden voor enerzijds pvc, glas, hout, steen en schilderijen en anderzijds voor textiel en leder. Een permanente thermohygrograaf en (indien nodig) een luchtontvochtiger verzekeren de preventieve maatregelen. Ter preventie van mogelijke waterinloop wordt de onderkant van de rekken 10 à 15 cm van de grond en van de wand gemonteerd. Binnen deze depots zijn trouwens geen waterleidingen. De fietscollectie wordt momenteel bewaard op zolder in een onvoldoende beschermende omgeving (weliswaar zonder rechtstreeks zonlicht), niet toegankelijk voor het publiek. In WieMu 2.0 krijgt deze (uitgezuiverde) collectie een nieuwe plaats op niveau +1 in een kijkdepot, samen met andere metalen voorwerpen als trofeeën en losse fietsonderdelen. Ook in deze nieuwe locatie maakt rechtstreeks zonlicht geen kans (door de oriëntatie van het depot en een bijkomende UV-filterende folie) en is een constante temperatuur een verzekerd. Broze metalen objecten worden verpakt in boxen voorzien van silicagel. Dit kijkdepot zal deel uitmaken van het museale parcours, dit in tegenstelling tot de depots op niveau -1. De documentaire collectie wordt deels bewaard in de leeszaal en deels in een aparte depotruimte die enkel toegankelijk zal zijn voor museummedewerkers. Dit te acclimatiseren depot bevat alle documentaire objecten die een grote historische waarde hebben en/of een bijzondere aandacht vragen op gebied van bewaring zoals oude foto’s, affiches, oude periodieke uitgaves,… Bijzondere aandacht moet gaan naar de boeken en periodieken daterend van 19de eeuw - begin 20ste eeuw ter preventie van verval. Desgewenst zal contact worden genomen met de Vlaamse Erfgoedbibliotheek om passende maatregelen te voorzien. Het meubel met actuele wielerboeken en tijdschriften zal zo georiënteerd zijn dat ook hier rechtstreeks zonlicht geen kans maakt. Het leeszaalmeubilair wordt aangepast aan de documentatie voor een optimale bewaring en aan de vensters zal een UVfilterende folie worden aangebracht. Actieve conservering en restauratie In de voorbijgaande beleidsperiode werd vooral aandacht besteed aan actieve conservatie: schoenen werden opgevuld met zuurvrij papier, foto’s werden verpakt in zuurvrij papier, kledingstukken werden schoongemaakt,… Over het algemeen zijn de collecties in goede staat. De actieve conservering werd en zal in de toekomst ook door eigen medewerkers worden uitgevoerd en opgedreven met aangepast materiaal voor het opbergen van collectiestukken onder coördinatie van de collectiebeheerder/-registrator. Voor de restauratie van objecten zal beroep worden gedaan op externe deskundigen. Restauratie zal in hoofdzaak gebeuren om het behoud van een object in de toekomst te verzekeren, niet om het object te verfraaien met het oog op presentatie. Het moet echter gaan om belangrijke collectiestukken. Veiligheidszorg Een integrale veiligheidszorg zal pas ten volle gerealiseerd kunnen worden in WieMu 2.0 en beschreven zijn in een preventie- en calamiteitenplan. Intussen vullen een reeks meer kleinschalige maatregelen die noden in. In overleg met de Interne Dienst ter Preventie en Bescherming op het Werk (in casu de preventieadviseur) werd een intern noodplan opgesteld dat jaarlijks wordt
#17
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
geëvalueerd. Dit plan bevat een overzicht met maatregelen te nemen bij diefstal, inbraak, ongevallen, elektriciteitspannes,… In het museum zelf zijn er fiches met richtlijnen wat te doen bij brand en zijn alle depots uitgerust met brandblusapparaten. Twee medewerkers zijn opgeleid om hiermee efficiënt te werken. Op strategische plaatsen (stookplaatse, elektriciteitskasten) zijn branddeuren geïnstalleerd. Aan het museumgebouw is een sleutelkluis voor de brandweer voorzien. Ter preventie van diefstal is het gebouw uitgerust met een alarmsysteem dat rechtstreeks verbonden is met de meldkamer van de lokale politie. Alle losse tentoongestelde objecten (fietsen en truien op bustes uitgezonderd) worden bewaard in afgesloten kasten of in plexikaders. Sleutels van zalen en depots worden op één centrale plaats bewaard en zijn enkel toegankelijk voor museummedewerkers. Voor de veiligheid van de bezoeker zijn alle fietsen gefixeerd. Fietsen die fungeren als testobject (waar bv. aan de pedalen mag gedraaid worden) zijn extra gefixeerd zodat de fiets zeker niet kan vallen. Het collectie-informatiesysteem wordt beschermd door het dagelijks nemen van back-ups door de ICT-dienst van de stad Roeselare. Door de samenwerking met de provincie rond het ontsluiten en digitaliseren van (kern)collecties van musea uit West-Vlaanderen worden de gegevens in de registratiedatabank Adlib ook extern (buiten de werking van de stadsdiensten) bij de leverancier van de software zelf bewaard. Ervaring delen Door de diversiteit van haar collecties en objecten hebben de WieMu-medewerkers ervaring met het omgaan met verschillende materiaalsoorten. Die ervaring wil het Wielermuseum ook actief delen met actoren uit het veld (privé-verzamelaars, renners, entourage,…) omdat basiskennis soms nog te veel ontbreekt: truien en trofeeën in rechtstreeks zonlicht bewaren, truien op karton fixeren met nietjes, foto’s vastkleven,… Concreet wordt gedacht aan bijvoorbeeld een digitaal te raadplegen overzicht met do’s en don’ts rond collectiezorg met praktische tips rond bewaring en/of fotograferen van diverse soorten wielererfgoed (textiel, papier,…) of een trefdag in het Wielermuseum in samenwerking met de depot- en registratieconsulenten van de provincie.
2.2.3. Wetenschappelijk onderzoek De onderzoeksfunctie binnen het Wielermuseum werd in 2010 opgestart door de aanwerving van een wetenschappelijk medewerker. Het wetenschappelijk onderzoek kent verschillende vormen en gradaties. Naast onderzoek naar de eigen collectie (objecten) wordt op basis van de documentaire collecties ook onderzoek gevoerd in functie van tentoonstellingen, van publicaties en op vraag van derden. De basis van het onderzoek wordt gevormd door de collectieregistratie en een degelijk uitgebouwd documentatiecentrum. Aan beide basiselementen wordt blijvend grote aandacht besteed. Registratie De collectieregistratie van het WieMu gebeurt digitaal, in Adlib Museum 4.3. Sinds midden 2012 wordt het datasysteem gehost door de Provincie West-Vlaanderen en de beelden in de databank door Picturae, in het kader van het provinciaal project erfgoedinzicht.be. De eigenlijke objectenregistratie gebeurt sinds medio 2012 (na het pensioen van een halftijdse registrator) door in
#18
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
hoofdzaak door vrijwilligers, die elk duidelijk afgelijnde invulinstructies krijgen en van dichtbij worden opgevolgd. Sedert 1 december 2013 wordt de registratie gecoördineerd door een voltijds collectiebeheerder/-registrator. De ter beschikking gestelde invulinstructies zijn gebaseerd op het MovE-invulhandboek en de SPECTRUM-richtlijnen. Een regelmatige analyse van de ingevoerde collecties via Erfgoedstats moet een blijvende uniformisering garanderen. Eén van de eerste taken van de nieuwe collectieregistrator was trouwens het analyseren van de resultaten bekomen via Erfgoedstats en waar nodig aanpassingen en verbeteringen door te voeren. Sowieso blijft standaardisering een blijvend aandachtspunt in de komende beleidsperiode. In de komende beleidsperiode zal sterk worden ingezet op digitalisatie op verschillende vlakken: digitaliseren van broze maar erg waardevolle tijdschriften/kranten, van affiches en van AVM-bestanden. De digitalisatie van de fietscollectie, de textielcollectie en de fotocollectie wordt verdergezet. Documentatiecentrum Het Wielermuseum wil zich verder gaan profileren als hét wielerexpertise- en kenniscentrum. Dat zal het doen door het verder uitvoeren van een gericht verzamelbeleid, onderzoek te faciliteren, zelf blijvend wetenschappelijk onderzoek te voeren en dit onderzoek actief te delen. Dat een instelling die onderzoek met betrekking tot fiets- en wielererfgoed mogelijk maakt bestaansrecht heeft, blijkt uit het stijgend aantal informatievragen en bezoeken aan het documentatiecentrum: infovragen
plaatsbezoeken
2010
30
4
2011
55
9
2012
87
21
2013
112
27
2014 (t.e.m 5/03)
43
6
In de loop van komende beleidsperiode zal de onderzoeker beschikken over een goed uitgeruste leeszaal die structureel zal worden opengesteld. Voor deze plaatsbezoeken is nu al een procedure uitgewerkt. Publicaties en documenten zijn in principe niet uitleenbaar. In de komende beleidsperiode moet nagegaan worden of een uitleensysteem kan uitgebouwd worden. Eenmaal de onderzoeksfaciliteiten voldoende uitgebouwd zullen zijn, zal de mogelijkheid tot onderzoek ook beter en breder bekend gemaakt worden. In de komende beleidsperiode wil het museum een aantal onderzoekscatalogen (bibliografieën, inventarissen van tijdschriften,..) digitaal aanbieden via de eigen website. De boekencollectie is al ontsloten via www.erfgoedinzicht.be en telt op 5/03 1.770 publicaties. De in het museum aanwezige archieven (Wielerclub Zwevegem Sport, Valère Ollivier, GP Bank van Roeselare) staan beschreven in en zijn te raadplegen via de website van Archiefbank Vlaanderen. De wetenschappelijk medeweker staat in voor de begeleiding van de bezoekers en is het aanspreekpunt bij informatievragen. Deze informatievragen zijn erg uiteenlopend en schommelen van foto’s voor publicaties, informatie over het palmares van een koersend familielid tot het doelgericht advies geven bij het uitwerken van tentoonstellingen rond de fiets/wielersport van derden. De bezoekers van het documentatiecentrum zijn in hoofdzaak auteurs van wielerboeken,
#19
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
journalisten en studenten (KU Leuven, UGent) Om historisch en wetenschappelijk onderzoek verder aan te moedigen, zal het museum docenten van universiteiten en hogescholen actief gaan aanspreken (om bv. mogelijke scriptie-thema’s te suggereren). Publicaties in eigen beheer Het Wielermuseum wil haar onderzoeksfunctie zelf ook actief bekend maken, delen en uitdragen door aan de slag te gaan met haar eigen rijkdom. Zo werden in 2012 de resultaten van een onderzoek naar de evolutie van eten en drinken in het wielrennen gebundeld en uitgeschreven in een boek (Bevoorrading. Verhalen uit de buik van het peloton, uitgegeven bij Lannoo, zie bijlage o). Sinds 2012 verschijnt het jaarlijks magazine Etappe, waarin historisch onderzoek door medewerkers en externe specialisten centraal staat. In het eerste nummer stonden de Belgische Tourwinnaars centraal. In het tweede nummer werd vertrokken van 100 jaar Ronde van Vlaanderen en 100 jaar flandriens als uitgangspunt. Dit magazine wordt gestoffeerd met foto’s uit de eigen collectie. De redactie van het magazine wordt waargenomen door de conservator (hoofdredactie) en de wetenschappelijk medewerker (eindredactie). Voor het samenstellen van elk nummer wordt nauw samengewerkt met het Wetenschappelijk Comité en de Onderzoeksgroep Sport- en Bewegingsbeleid van de KU Leuven. In elk nummer van Etappe komen zowel lokale als bovenregionale zaken aan bod en worden diverse objecten uit de eigen collectie in de kijker gezet. Daarmee wil het Wielermuseum zich niet alleen profileren in de culturele erfgoedgemeenschap maar ook bij het brede (lokale en nationale) publiek. Dit jaarlijks magazine is verkrijgbaar in de dagbladhandel en bij Standaard Boekhandel en heeft een duidelijke link met de publiekswerking (zie bijlage g : Etappe #01 en #02).
Externe publicaties Binnen de cultureel erfgoedgemeenschap wil het Wielermuseum ook een voorbeeld zijn voor andere partners. Daarom werd ingegaan op de vraag om een bijdrage te leveren voor het Jaarboek Volkskunde West-Vlaanderen, waar de nieuwe (scenografische) plannen voor ‘WieMu 2.0’ uitvoerig werden toegelicht. In de loop van 2014 verschijnt een bijdrage van museummedewerkers in Tijdschrift, het magazine van Volkskunde Vlaanderen, waarin het WieMu haar bronnenonderzoek inzake het boek Bevoorrading voor een breed publiek zal kenbaar maken zodat ook de lokale erfgoedspeler zelf aan de slag kan met de diversiteit aan bronnen inzake de fiets- en wielergeschiedenis. Op die manier wil het Wielermuseum haar expertise actief delen.
Onderzoek ontsluiten Met ‘WieMu on Tour’ wil het Wielermuseum zijn eigen onderzoek verder valoriseren/ontsluiten en de collectiemobiliteit verhogen. Daarom wordt sinds medio 2011 aan verenigingen en instellingen de kans geboden om twee (afgelopen) tijdelijke expo’s integraal uit te lenen (tekstborden, forexen,
#20
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
collectiestukken,…). Concreet gaat het om de expo “Eendracht maakt macht. De Belgen en het WK wielrennen” (najaar 2010) en “Pelotonjargon. Een initiatie in Wuytsiaans” (voorjaar 2011). 2.2.4. Publiekswerking
Het Wielermuseum probeert zijn collectie en verhaal op verschillende manieren aan de man te krijgen: door het uitwerken en begeleiden van een breed en gevarieerd aanbod van tentoonstellingen, activiteiten, educatieve programma’s, andere evenementen of projecten voor een gevarieerd en gedifferentieerd publiek, zowel lokaal, regionaal als (inter)nationaal; door het blijvend uitbouwen van de publieksbemiddeling en het optimaliseren van de toegankelijkheid van het museum; door een creatieve manier van communiceren; of door het opzoeken, stimuleren en onderhouden van samenwerkingen met verschillende partners in het netwerk van de museumwereld en de wielerwereld. Om de publiekswerking een extra boost te geven werd medio 2010 een publiekswerker aangenomen. Daarnaast zijn we ervan overtuigd dat ‘publieksgerichtheid’ een attitude van het hele team moet zijn. De voorzaal van het museum is gratis openbaar toegankelijk van dinsdag tot zaterdag, doorlopend van 10u tot 17u. Bezoekers-toeristen worden er te woord gestaan en geïnformeerd door de baliemedewerkers. In het onthaal fungeert ‘de kijkkast’ als teaser op het museum. Maandelijks wordt er een thema in uitgediept aan de hand van collectiestukken. Ook de museumshop – met diverse eigen producten (flandrien T-shirts, WieMu-outfit, Etappe, wielerbierenpakket) kan bewegen tot een bezoek. De inkomtarieven zijn anno 2014 vastgesteld op: 5 €: Individueel ticket 4 €: 60+, volwassenen in groep van 10+ personen 7, leden OKV, Pasar, Knack, VTB/VAB 3 €: leden Fietsersbond 1 €: 12-26 jarigen, lerarenkaarthouders, Roeselarenaars Gratis: 12-, Vrienden van het wielermuseum, andersvaliden en hun begeleider, houders vrijetijdspas Roeselare 30 €: Rondleiding met gids (10-25 personen)
Tentoonstellingen en projecten Permanente tentoonstelling De huidige presentatie van de vaste collectie is het resultaat van enkele ingrepen tijdens de wintersluitingen over de afgelopen beleidsperiode heen. De recentste vernieuwing vond plaats in 2011-2012 toen de integrale benedenzaal (Odiel Defraeye-zaal) werd aangepakt. Er werd niet enkel werk gemaakt van een hedendaagse look & feel, maar ook van een intensere beleving voor de bezoeker en een verhoogde interactiviteit. Fysieke barrières (in casu witte kiezelsteentjes) die de bezoeker op afstand moesten houden van de fietsen, werden weggehaald. In
7
Het groepsbezoek kan gecombineerd worden met koffie en cake of boterkoek voor of na de rondleiding. Voor dergelijke formule wordt een toegangstarief van 6,5 euro per persoon aangerekend. In combinatie met Rodenbachtaart is het tarief 9 euro per persoon.
#21
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
plaats daarvan werd een aantal (educatieve) fietsen echt toegankelijk gemaakt als ‘testobject’. Zo kan de bezoeker nu verschillende tandwielmechanismen uittesten of een hoge bi ‘beklimmen’ (en zich laten fotograferen). Nieuwe gordijnen, licht-donkercontrasten, een gerichte ledverlichting, compartimentering, aangepaste drietalige tekstborden (NL-FR-ENG) in drie diepteniveaus (A, B, Cteksten), (educatieve) infographics en het inschakelen van multimedia (radio- en tv-fragmenten, slideshows, een jukebox met wielerplaatjes…), én de presentatie van nieuwe collectiestukken moesten de beleving, tastbaarheid en toegankelijkheid verhogen. Veel meer dan voordien maakte de bezoeker daardoor in duidelijke fases kennis met de evolutie van de fiets en de wielersport in België. Tussendoor worden enkele thema’s verder uitgespit: vrouw en fiets, fiets en werk, fiets en ontspanning, flandriens, en koers en cafés. De permanente tentoonstelling bestaat in 2014 uit vier grote delen: - historiek van de fiets: van het wiel over de houten loopfiets (Draisine) tot de eerste trapfietsen van Macmillan, van de Michaux tot de hoge bi en de moderne veiligheidsfiets. De technische, sociale, recreatieve en sportieve kanten van het verhaal krijgen ook aandacht. De rol van de fiets in de emancipatie van de vrouw, de arbeider,… wordt ook belicht. - historiek van de wielersport: geen sport is zo vergroeid met onze volksaard als het wielrennen. Langs het parcours van het Wielermuseum passeren de grootste wielerkampioenen de revue: Van Hauwaert, Defraeye, Schotte, Van Steenbergen, Van Looy, Merckx, Museeuw, Gilbert, Nys,… De ‘historiek van de wielersport’ is opgehangen aan deze renners, en doorspekt met wielercultuur (supporters(clubs), wielerpoëzie, de Flandriens en de mythevorming errond, kermiskoersen,...). - Monserézaal: één kamer is genoemd naar en ingericht met waardevolle wielersouvenirs van de Roeselarenaar Jean-Pierre ‘Jempi’ Monseré. Wereldkampioen geworden op zijn 21ste verongelukte Monseré nauwelijks negen maanden later in de regenboogtrui tijdens een wielerwedstrijd in Retie. Zijn gouden medaille en originele WK-trui zijn de meest opmerkelijke memorabilia aan deze veel te jong gestorven wielerheld. - ambachtelijk fietsatelier: hier worden de procedés om kaders en zadels op ambachtelijke manier te maken uitgelegd. De werkplaats met authentiek smidsevuur dompelt de bezoeker helemaal onder in de sfeer van weleer (1900-1950).
Tijdelijke projecten In het publieksbeleid wordt gestreefd naar een eigentijdse aanpak om zowel de sportliefhebber als de cultuurminnaar over de drempel te krijgen door de uitwerking van tijdelijke tentoonstellingen, praatavonden en diverse andere activiteiten in of buiten het museum, al dan niet in samenwerking met partners (bijlage h is een exhaustief overzicht van de Tijdelijke projecten 2009-2014): -
-
thematentoonstellingen: naast de expo’s die focussen op wielrenners en fietsen is er ruime aandacht voor deelthema’s: vrouwen op de fiets, cartoons, voeding, wielertaal en -poëzie, fotografie,… Dit om de maatschappelijke inbedding en socioculturele relevantie van de fiets te schetsen. praatavonden: sinds 2010 organiseert het WieMu structureel enkele praatavonden per jaar. Rond een centraal thema debatteren journalisten, (ex-)wielrenners, ploegdirecteurs,
#22
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
-
connaisseurs,… De aanwezige luisteraars genieten van de praatavond in de polyvalente zaal die voor de gelegenheid ingericht is als wielercafé en worden uitgedaagd tot interactie. activiteiten (binnen of buiten de muren van het museum): gaande van deelname aan Erfgoeddag, Museumnacht, kinderuniversiteit KUL Campus, randanimatie Roeselaars natourcriterium, spinning, wielerquiz, over een boek- of filmvoorstelling, tot de (pers)voorstellingen van (goede doel) projecten en workshops.
Het Wielermuseum beschikt sinds 2012 over twee mobiele tentoonstellingen, die uitgeleend kunnen worden (www.wielermuseum.be/thematentoonstellingen/wiemu-on-tour/) : - ‘Pelotonjargon. Een initiatie in het Wuytsiaans’: Om de wielerliefhebber te wapenen voor het wielerseizoen, biedt het WieMu de expo ‘Pelotonjargon’ aan. De bezoeker krijgt links en rechts wielertermen voor de wielen geschoven. De termen worden verhelderd en geïllustreerd met quotes, cartoons en foto’s. Chasse patate, de deur dichtdoen, linkadoor, ravitailleringen en ander fraais worden na afloop standaardtermen in de wielervocabulaire van de bezoeker. - ‘Eendracht maakt macht. De Belgen en het WK wielrennen’: Aan de hand van een parcours met 12 verhalen uit de rijke WK-geschiedenis biedt deze tentoonstelling een inzicht in de drijfveren van Belgische deelnemers aan een WK.
Publieksbegeleiding Het Wielermuseum probeert op verschillende manieren het bezoekerscomfort te verhogen en de betrokkenheid van het publiek te prikkelen. Enkele van onze acties om van een (virtueel of fysiek) bezoek een smaakt-naar-meer ervaring te maken: - De onthaalmedewerker fungeert als eerste gastheer/vrouw en geeft de (potentiële) bezoeker alle nodige informatie of verwijst deze correct door. - Algemene museumflyer (NL-ENG- FR) met ruime aandacht voor Roeselare fiets- en wielerstad, permanente expo, documentatiecentrum, gidsbeurten, openingsuren,… - Infozuil in het WieMu-onthaal waarop de WieMu-website permanent open staat - Bij grote thematentoonstellingen krijgt de bezoeker een gratis catalogus (NL-ENG-FR) als gids doorheen de expo. - De website www.wielermuseum.be geeft alle permanente en tijdelijke info (activiteiten, expo’s, educatieve pakketten, reservatiemodaliteiten, fotoverslagen van afgelopen activiteiten…). - Op de website kan men doorklikken naar www.panopic.be/resources/Swf/Final.swf waar men het WieMu virtueel kan bezoeken (360°). Ook de anders niet-publiek toegankelijke fietsenzolder wordt zo ontsloten. - Een rondleiding doorheen het museum met een gids is mogelijk op aanvraag. De gids wordt gekozen in functie van de eigenschappen van de groep. - Uitgebreide shop met vernieuwende eigen merchandising. - Het WieMu verhuurt sinds 2014 twee ruimtes voor vergaderingen, voorstellingen, persmomenten,… In concreto gaat het om de polyvalente ruimte (niv +1) en wielercafé (kelder). - Via dienst Toerisme zijn er daguitstappen en -arrangementen mogelijk die het museum combineren met andere lokale en regionale trekpleisters zoals de brouwerij Rodenbach, Roularta, de wielerpiste in Rumbeke of Roubaix,…
#23
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Educatieve werking In het WieMu zijn er gratis educatieve pakketten voor diverse doelgroepen (kleuter, basis-, secundair en aangepast onderwijs) die sinds 2010 werden ontwikkeld. De pakketten sluiten aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen bepaald door de Vlaamse overheid (departement Onderwijs en Vorming). Bij reservatie ontvangt de leerkracht digitaal de nodige papieren ter voorbereiding (lesbundel, reeds ingevulde opdrachtenboekjes, handleiding,…). - gezinnen met kinderen: fotozoektocht met ‘Wielie’, smartphone-game ‘In het wiel van Odiel’ - tweede kleuter t.e.m. eerste graad lager onderwijs: museumkoffer De leerkracht/begeleider neemt de kinderen met een spelkoffer op sleeptouw doorheen het museum. Op verschillende locaties wordt halt gehouden, gaat de koffer open en komt een spel tevoorschijn. Al spelenderwijs leren de kinderen over soorten fietsen, fietsonderdelen, verkeersveiligheid,… De spelletjes worden gekozen in functie van het niveau/leeftijd van de groep. Zo is er een memory spel waarbij de kinderen de twee plaatjes met dezelfde afbeelding moeten vinden, een ‘verbindingsspel’ met magneten waarbij personages (clown, peuter, renner, koppeltje…) aan de juiste fiets moeten gekoppeld worden (eenwieler, driewieler, koersfiets, tandem,…), een spel met ludieke en/of gevaarlijke tekeningen van verkeerssituaties en bijhorende verkeersborden, een verkleedspel over al dan niet gepaste fietskledij (wel: helm, fluovestje,…; niet: hoge hakken, donkere kledij,…),… - tweede en derde graad lager onderwijs: de Ronde van het WieMu In ‘De Ronde van het WieMu’ kruipen de leerlingen in de huid van een bekende renner. Ze worden in vier groepjes ingedeeld en een gele, groene, witte of bolletjestrui aangetrokken. In deze “Ronde van het WieMu” gaan de kinderen, gewapend met een grondplan van het museum en een opdrachtenboekje, zelfstandig op tocht. Vier verschillende parcoursen dompelen hen onder in de fiets- en wielerhistoriek. Ze krijgen vragen over wielerhelden, fietstechniek, verkeersveiligheid, wielerwoordenschat, voeding, etc. Als alle vragen correct opgelost zijn, kunnen ze met de antwoorden een kruiswoordraadsel invullen en zo de bekende wielrenner achterhalen die ooit rondreed in het soort truitje (geel, groen, wit, bolletjes) dat ze zelf dragen. - secundair: smartphone-game ‘In het wiel van Odiel’ Studenten van secundaire scholen kunnen de smartphone-game 'In het Wiel van Odiel' spelen. Ze kunnen in kleine groepjes een museumgame op de computer ontwerpen. Aan de hand van allerlei informatie, te vinden op de projectwebsite www.inhetwielvanodiel.be, krijgen ze een goed beeld van het leven in het begin van de 20ste eeuw. Na een klassikaal gedeelte spelen de leerlingen elkaars game met een smartphone in één van de twee musea en worden de gemaakte games ook op de projectwebsite geplaatst, zodat anderen ze kunnen downloaden. Deze game is er voor iedereen vanaf 12 jaar. De app doet ook dienst als eigentijdse gids door het museum. Dit project is een samenwerking tussen onder andere erfgoedcel TERF, het Wielermuseum uit Roeselare en de Stedelijke Izegemse Musea, met steun van de
#24
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Provincie West-Vlaanderen en Toerisme Vlaanderen. Centraal staat Odiel Defraeye. Deze Roeselarenaar won in 1912 als eerste Belg de Tour de France, maar werkte ook in een borstelfabriek in Izegem.
Publiekswerving Het WieMu werkte eind 2013 een nieuwe drietalige algemene museumflyer (NED-FRA-ENG) uit met info over het Wielermuseum (permanente expo, documentatiecentrum, gidsbeurten, educatieve werking, uitleenexpo’s, openingsuren) en met duiding rond regio Roeselare als bakermat van de flandrien, Roeselare fiets- en wielerstad, en toeristische tips in de regio (zie bijlage i). Eerder op het jaar kwam er een nieuwe flyer met de educatieve pakketten (zie bijlage j). De flyers worden gericht verdeeld op beurzen en opgestuurd naar partners. De website www.wielermuseum.be (sinds 2010, NED-FRA-ENG) geeft alle permanente en tijdelijke info m.b.t. het WieMu (activiteiten, expo’s, educatieve pakketten, reservatiemodaliteiten,…). Het WieMu zorgt dat de correcte informatie aanwezig is op relevante sites als www.kunstenerfgoed.be, www.uitinvlaanderen.be, www.west-vlaanderen.be , www.tento.be/musea/wielermuseum, www.erfgoedinzicht.be, www.365.be, en ook Wikipedia, TripAdvisor, enz. De online nieuwsbrief (zie bijlage k) met aankondiging van nieuwe tentoonstellingen, activiteiten, shopartikelen,… wordt maandelijks verstuurd naar een adressenbestand van momenteel 3.235 emailadressen. Via de website kunnen mensen op deze online nieuwsbrief inschrijven. Op beurzen worden e-mailadressen verzameld door de organisatie van een wedstrijd (bv. ‘Win een pakket wielerstreekbieren’). Het online adressenbestand is ingedeeld in verschillende lijsten (OKRA, scholen, pers, wielerclubs, ‘bezoekers Velofollies 2014’,…) zodat deze desgewenst apart benaderd kunnen worden. Tussenspurt, de papieren nieuwsbrief van het WieMu (12p.), werd drie maal per jaar gratis bezorgd aan alle Vrienden van het WieMu, stakeholders, bezoekers,… Sinds 2014 werd beslist om niet verder te gaan met deze gedrukte nieuwsbrief. De communicatie in Tussenspurt wordt tegenwoordig ruimschoots opgevangen door diverse andere (digitale) communicatiekanalen en Etappe, magazine over historische fietshelden. Het allerlaatste nummer van Tussenspurt, toepasselijk Eindspurt, werd wel een maxi-verzamelnummer met de geschiedenis van 15 jaar WieMu in beeld en woord (zie bijlagen e en f: Tussenspurt 2013/1 en Eindspurt). Tussenspurt is ook digitaal raadpleegbaar via www.wielermuseum.be Etappe, magazine over historische fietshelden is niet alleen een visitekaartje voor de wetenschappelijke werking van het museum, het kan lezers ook aanzetten tot een museumbezoek (Etappe is voor 7,95 euro te koop in de dagbladhandel en Standaard Boekhandel dankzij een distributieovereenkomst met persdistributeur AMP). De WieMu-Facebookpagina (www.facebook.com/WieMuRoeselare) telde op 21 februari 2014 1.265 ‘vind-ik-leuks’. De pagina wordt gebruikt voor aankondigingen van activiteiten, teasers, fotoverslagen, video’s, belangrijke schenkingen,… en interactie met de fans uit te lokken (oproep
#25
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
naar eigen wielerfoto’s, polls, …). Daarnaast is het WieMu ook beperkt actief op Twitter (@WieMuRoeselare; 435 volgers). De beoogde doelgroep bestaat hier voornamelijk uit journalisten. De Vrienden van het Wielermuseum zijn enthousiaste ambassadeurs van het WieMu en zorgen voor een brede promotie (beurzen, Facebook, wielerwedstrijden,…). In 2013 werd afgeklokt op 257 leden, waarvan 225 betalend en 32 gratis (zijnde vrijwilligers en ambassadeurs). De Vrienden verzorgen jaarlijks enkele uitbreidingsactiviteiten als aanvulling op het reguliere WieMu-aanbod (bv. quiz in het museum, ledenavond, uitstap naar een wielerwedstrijd,…). Jaarlijks gaat het WieMu trouwens op zoek naar nieuwe ambassadeurs via de wedstrijd ‘Word WieMu-ambassadeur’. Deelnemers moeten een promotiedossier bezorgen waarin ze kunnen overtuigen (als individueel fietser, club of vereniging) een uitstekend ambassadeur te zijn. De winnaars ontvangen een WieMu-wieleroutfit. Het doel van deze actie is tweevoudig: 1. promotie van fietsen en de professionele ondersteuning van fietsers, 2. verdere bekendmaking en maatschappelijke inbedding van het WieMu. Het WieMu neemt geregeld deel aan beurzen zoals Velofollies (Kortrijk), Fiets- en wandelbeurs (Mechelen/Amsterdam), basisonderwijsbeurs COV-Trefdag (Kortrijk), Inspiratiedag voor groepen (Roeselare), Geniet Nu-beurs (Waregem),… Voor de beurzen wordt nauw samengewerkt met de dienst Toerisme en de sportdienst van de stad Roeselare. Dit om Roeselare in zijn geheel als fiets- en wielerstad te profileren. Het museum is een stadsdienst. Bijgevolg wordt het ook gepromoot via de kanalen van de stad Roeselare (website, Facebook, toeristische brochures,…). Ook in de promotiekanalen van Westtoer, Toerisme Leiestreek, Toerisme Vlaanderen,… is er aandacht voor het Wielermuseum. Via samenwerkingen met andere actoren uit de regio en de brede cultuur- en sportsector versterkt het WieMu zijn positie in het veld. Binnen de erfgoedsector gaat het WieMu in op verschillende acties en activiteiten die georganiseerd worden: Erfgoeddag (FARO), Schatten van Vlieg (CultuurNet Vlaanderen), Museumnacht (Erfgoedcel TERF), en van tijd tot tijd ook Open Monumentendag. Voor leden van OKV, Pasar, Knack, VTB/VAB en Fietsersbond zijn er interessante reducties. Het WieMu verschijnt dus geregeld in de communicatie van deze spelers. Het WieMu plaatst jaarlijks een advertentie in de belangrijkste toeristische uitgave in eigen land, 365 Gids Toeristische attracties en musea van België (jaarlijks vernieuwd, gratis verspreid op 600.000 exemplaren). Daarnaast wordt er gericht geadverteerd met het oog op het bereiken van bepaalde doelgroepen (bv. advertentie in Scholen Waarheen 2013-2014; advertentieruimte in Grinta!-fiets- en wielermagazine (in kader van een samenwerkingsovereenkomst), OKRA bestuursblad, Knack,…). Via de organisatie van persconferenties en het actief benaderen van de pers (persberichten), mikt het WieMu zoveel mogelijk op free publicity, wat vrij aardig lukt (zie bijlage a: Jaarverslag 2013, WieMu in de media). Samenwerkingen probeert het WieMu te verzilveren via het aansturen op naams-en logovermelding of het afsluiten van ruilruilovereenkomsten, -advertenties.
#26
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
2.3.
WieMu 2.0
De afgelopen beleidsperiode werd sterk gewerkt aan de verdere professionalisering in de uitoefening van de basisfuncties. Om aan bepaalde zaken fundamenteel te remediëren is een infrastructurele inhaalbeweging echter vereist. Wegens een plaatsgebrek en het gebrek aan hedendaags comfort (toegankelijkheid rolstolgebruikers), de gebrekkige bouwkundige toestand (zolderverdieping) en de nieuwe inzichten en ambities (cfr. beleidsplan Wielermuseum 2009-2014 en Roeselare op Koers 2007-2012) besliste het stadsbestuur Roeselare daarom tot een grondige restauratie, vernieuwing en uitbreiding van het Wielermuseum. Naast de herinrichting van de binnenruimte wordt de buitenschil van het gebouw – waar aangewezen en in overleg met Onroerend Erfgoed8 – gerenoveerd en wordt op de voorziene buitenruimte een museumtuin met fietsonthaalpunt ingericht. Op vlak van de scenografie gaat de aandacht sterker naar het wielersportieve, gezien de centrale rol van Roeselare en regio in de wielersportgeschiedenis. Inhoudelijk bestaat “WieMu 2.0: toeristisch wielererfgoedproject als hefboom voor stad en regio” bestaat uit 3 grote pijlers. De realisering van: 1. Een erfgoedcentrum: een plaats waar presentatie en publieksprojecten rond wielererfgoed tot stand komen. 2. Een bezoekerscentrum: een plaats waar wielertoeristen, -recreanten, en toeristen elkaar kunnen ontmoeten en kennis maken met de stad en regio. Een plaats waar fiets- en wielercultuur en de andere troeven van de stad Roeselare beleefd worden. 3. Een kenniscentrum: een plaats waar kennis interactief wordt verzameld, bewaard en ontsloten. Voor dit project werden via verschillende kanalen subsidies aangevraagd en verkregen: Toerisme Vlaanderen kent voor dit project een subsidie toe van € 725.000,00. De subsidie kan ingezet worden voor publiek-toegankelijke ruimtes ten belope van 60% van de kostprijs. De Provincie West-Vlaanderen kent een subsidie toe van € 250.000,00. Voor de restauratie kan via Onroerend Erfgoed voor 88% subsidies verkregen worden. De totale kostprijs voor de vernieuwing is begroot op € 4.238.569. De eigen inbreng van stad Roeselare bedraagt € 2.128.228. Door middel van een openbare offertevraag werd een ontwerpbureau aangesteld. De tijdelijke vereniging Zoom Architecten (renovatie en nieuwbouw), Exponanza (ideeën- en vormgevingsstudio) en Callebaut Architecten (restauratie) gevestigd in de Ledebergstraat 105 te 9050 Ledeberg werd als meest voordelige inschrijver aangesteld op het CBS van 17-06-2013. Op 10-07-2013 werd de startvergadering ingericht voor de opstart van de studiefase. Sindsdien vonden verschillende overlegmomenten plaats tussen de interne stuurgroep9 en de tijdelijke vereniging Zoom-CallebautExponanza.
8
Het Wielermuseum is een beschermd gebouw, zowel de buitengevel als bepaalde binnenruimten zijn opgenomen op de lijst van beschermde gebouwen. 9 De vaste stuurgroepkern bestaat uit: Ann Bouckaert (departementshoofd Vrije Tijd), Thomas Ameye (conservator-diensthoofd Wielermuseum), Nick Demets (diensthoofd Toerisme), Bram Verheyde (architect, dienst Gebouwen), Didier Pillaert (projectdirecteur), Sebastian Hoornaert (diensthoofd Gebouwen), Thomas Vanhoutte (dienst Overheidsopdrachten).
#27
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Momenteel bevinden de vernieuwingsplannen zich in de voorontwerpfase (het schetsontwerp werd reeds goedgekeurd in het CBS d.d. 9/12/2013). Voor een gedetailleerde stand van zaken verwijzen we graag naar bijlage d: Plannen WieMu2.0. Hieronder evenwel de belangrijkste inhoudelijke en infrastructurele vernieuwingen en veranderingen ten aanzien van de huidige situatie: - integratie Toerisme Roeselare in het huidige onthaal (symbiose WieMu- en Toeristisch onthaal) - volledig vernieuwde belevingsvolle en mensgerichte scenografie met aandacht voor de rol van de regio in de Belgische en internationale wielergeschiedenis - volledige eerste verdieping wordt een laagdrempelig bezoekerscentrum - rode draad van voor naar achter en van onder naar boven: fiets en wielrennen - realisatie van een museumtuin met fietsonthaalpunt op de plaats van de huidige personeelsparking - aansluiting met aanpalend fietspad (door slopen muur) - wielercafé als nieuwbouwuitbreiding aansluitend op museumtuin - realisatie van een kijkdepot voor fietsen - professionalisering van de depots en het documentatiecentrum - maximalisering van de toegankelijkheid (o.a. door extra lift) 2.4.
Evaluatie van de vorige beleidsperiode
In februari 2011 werd het Wielermuseum door het agentschap Kunsten & Erfgoed geëvalueerd op de voorwaarden voor het ontvangen en behouden van het kwaliteitslabel, zoals geformuleerd in het Cultureel-erfgoeddecreet: “Er is een gestructureerde en duidelijke visie. Het museum wil een kenniscentrum worden over het wielererfgoed. De stad wil van het Wielermuseum een attractieve trekpleister maken en werkt hiervoor een masterplan uit. Doel is om binnen enkele jaren aan het museum een bezoekerscentrum te koppelen, een instappunt voor het bezoek aan Roeselare en omgeving, in het bijzonder voor de fiets- en andere wielertoeristen. De werking is gericht op het kwalitatief uitvoeren van de basisfuncties. De toegankelijkheid is verzekerd en het museum heeft voldoende middelen ter beschikking. Op zakelijk vlak wordt het museum goed beheerd.” Het agentschap gaf een aantal aandachtspunten mee. Hieronder een oplijsting per museale basisfunctie met eraan gekoppeld ook de acties die sindsdien genomen zijn. Verzamelfunctie 1. “Opstellen van een uitgewerkt collectieplan. Dit wordt toegevoegd aan het jaarverslag 2013, dat wordt ingediend op 1 april 2014.” Actie: een Collectiebeleidsplan is als bijlage aan dit Beleidsplan toegevoegd. Behoud & beheer 2. “de realisatie van het depotplan” Actie: een belangrijke aanzet tot een nieuw Depotplan, gebaseerd op de plannen voor WieMu2.0, maakt deel uit van bovenvermeld Collectiebeleidsplan.
#28
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
3. “en de klimaat- en lichtbeheersing” Actie: in de opdracht tot vernieuwing werden indicatieve richtlijnen voor licht- en klimaatbeheersing meegegeven (geen rechtstreeks zonlicht op de collecties, constante temperatuur, ventilatie, etc.). De ontwerper vertrekt vanuit de bestaande sferen van het gebouw en zoekt binnen deze verschillende ruimtetypologieën de beste indeling (bv. de zolderruimte waar geen natuurlijk licht aanwezig is, wordt ingericht als black box om er de vernieuwde permanente tentoonstelling in onder te brengen) (zie ook Collectiebeleidsplan en Plannen WieMu 2.0 in bijlage). 4. “De maatregelen om brand, diefstal en vandalisme te vermijden, moeten nog verder worden uitgewerkt in een calamiteitenplan.” Actie: deze bezorgdheden zijn opgenomen in het bestek en het programma van wensen voor de vernieuwing en worden als dusdanig verder uitgewerkt en verfijnd in functie van de plannen. Wetenschappelijke functie 5. “Blijvende aandacht besteden aan de realisatie van het registratieplan” Acties: de registratie van de collectie werd door de wetenschappelijk medewerker en halftijds collectieregistrator opgevoerd door een intense vrijwilligerswerking. Met de aanwerving van een fulltime collectieregistrator (na het pensioen van een halftime collectieregistrator) worden momenteel de laatste gaten dichtgereden. Publieksgerichte functie 6. “de actualisering van de presentatie” Acties: met de vernieuwing van de Odiel Defraeye-zaal eind 2011 werd een eerste grote inspanning gedaan. De vernieuwingsplannen voorzien in een belevingsgerichte scenografie (zie bijlage d: Plannen WieMu 2.0). 2.5.
Evaluatie van de werking – zakelijk en beheersmatig
Organisatiestructuur Het Wielermuseum is een stadsdienst en valt als dusdanig onder de bevoegdheid van het stadsbestuur Roeselare. Binnen het stedelijk organogram maakt het Wielermuseum deel uit van de het departement Vrije Tijd. De dagelijkse leiding is in handen van de conservator, bijgestaan door de stafmedewerkers publiekswerking en wetenschappelijk onderzoek. Er zijn verschillende structurele overlegmomenten: - wekelijks: personeelsvergadering - wekelijks: overleg publiekswerking (conservator, publiekswerker) - tweewekelijks: wetenschappelijke vergadering (conservator, wetenschappelijk medewerker, collectieregistratoren) - wekelijks: overleg WieMu-Toerisme (departementshoofd Vrije Tijd, diensthoofd Toerisme, conservator) - tweewekelijks: departementsoverleg (overleg diensthoofden Vrije Tijd: cultuur, toerisme, jeugd, sport, WieMu, departementshoofd) - maandelijks: overleg schepen van cultuur, departementshoofd Vrije Tijd, conservator
#29
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Beschrijving van de huidige middelen: financieel-personeelsmatig-infrastructureel Financieel kader10 Anno 2014 beschikt het Wielermuseum over een werkingsbudget van 217.094, waarvan: € 211.594 euro via Stad Roeselare € 12.500 euro via Vlaamse Overheid (erfgoedconvenant BIE, in kader van lokale erkenning) Subsidies Om de slagkracht te verhogen wordt sinds kort – met succes – ingezet op het verwerven van subsidies (projectsubsidies, investeringssubsidies) via diverse kanalen: 2012 “Op culinaire koers” (project Bevoorrading) Provincie West-Vlaanderen € 10.000 WieMu2.0 toeristisch erfgoedproject… Provincie West-Vlaanderen € 250.000 WieMu2.0 toeristisch erfgoedproject… Toerisme Vlaanderen € 725.000 Inkomsten In 2013 bedroegen de eigen inkomsten € 32.303,33 waarvan € 12.715,50 euro via toegangsgelden en € 19.578,83 via verkopen in de shop. De toegangsgelden blijven stabiel. De inkomsten via de verkoop stegen sinds 2011 (€ 13.117,64) met ca. 50%. Ondersteuning Vriendenkring De Vriendenkring sprong dit jaar mee op de kar voor het binnenhalen van een collectie wielererfgoed (€ 5.250). Het betreft een collectie die voor drie jaar in bruikleen wordt genomen (gehuurd) ter expositie, digitalisatie en documentering. Personeelsbezetting (begin 2014) Negen mensen in dienst van Stad Roeselare zijn vast tewerkgesteld in het Wielermuseum: 1 diensthoofd-conservator 2 stafmedewerkers: wetenschappelijk onderzoek, publiekswerking 1 medewerker behoud en beheer/registratie 1 collectieregistrator (2/5) 1 onthaalmedewerker 1 onthaalmedewerker (4/5) 1 onderhoudsmedewerker 1 klusjesman (4/5) Daarnaast kan het WieMu beroep doen op de medewerkers van verschillende andere stadsdiensten: - dienst communicatie - grafische dienst en drukkerij (opmaak flyers, uitnodigingen, advertenties) - dienst ICT - stedelijke werkplaatsen (herstellingen, (groen)onderhoud parking) - juridische dienst (i.f.v. overeenkomsten, onderzoek verzelfstandiging) - stadskas (betalingen) - dienst overheidsopdrachten 10
In bijlage is het exploitatiebudget van het lopende jaar opgenomen 2014 (bijlage l). Zie ook in combinatie met bijlage n: financieel meerjarenplan (inclusief investeringen).
#30
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Vrijwilligers - pool van 6 vrijwilligers ter ondersteuning van het onthaal op zaterdag - pool van 9 vrijwilligers voor collectieregistratie, inzet op publieksactiviteiten Met vrijwilligers wordt een afsprakennota afgesloten, waarbij ook hun verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid en arbeidsongevallen is gecoverd. Studenten, stages, werkstraffen Op regelmatige basis worden studenten ingeschakeld i.f.v. hun studie-opleiding (Event Management, Toerisme & Onthaal, Geschiedenis,…). Sporadisch kunnen werkstraffen uitgeoefend worden in het museum.
Infrastructuur De museumsite (perceel: gebouw + parking) bedraagt 2.315 m2 en is eigendom van stad Roeselare. Gebouwd in 1901-1903 als brandweerarsenaal (stadsgebouw dienstig voor de Burgerwacht, het Pompierskorps en de Militie- en werkrechtersraden) en deels door brandbommen vernield op 21 juli 1917, werd het Arsenaal vanaf februari 1921 hersteld. In 1924-1925 werden op de eerste verdieping klaslokalen voor de stadsschool voor jongens ingericht. De jongensschool werd in 1950 opgedoekt. De brandweer bleef gevestigd op de gelijkvloerse verdieping. In 1974 verhuisde de brandweer naar een andere locatie in Roeselare. In 1962 werd de eerste verdieping van de achterbouw van het pand herbestemd tot Stedelijk Museum van Volkskunde en Plaatselijke geschiedenis en in 1978 aangevuld met het Pauselijk Zouavenmuseum. In 1987 werd het museum gesloten omdat het pand in slechte staat was. In 1990 werd het pand gerenoveerd en ingericht als Stedelijk Wielermuseum, waarvoor in 1986 al de basis werd gelegd door de aankoop van diverse fietsen. De Open Monumentendag in 1990 was de eerste gelegenheid om in het gerenoveerde Arsenaal de fietsen tentoon te stellen. Het duurde tot 1998 vooraleer het museum officieel geopend werd. De totale oppervlakte van het museum (kelder, gelijkvloers, verdieping, zolder) bedraagt 2534 m2 (het perceel is 2315 m2). De permanente tentoonstelling beslaat 542 m2. De ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen is 140m2. Andere publieke ruimtes zijn: Onthaal en shop: 133m2; sanitair: 17 m2. Educatief lokaal: 70 m2. Ruimte ontvangst groepen: 113+44m2 = 157 m2. Documentatiecentrum: 60 m2. 262 m2 op zolder is voorlopig nog ingenomen door Projectvereniging BIE. Het niet-publiek toegankelijke fietsdepot op zolder is 422 m2. Rest depotruimte: 80 m2. De inhoudelijke invulling van de diverse ruimtes wordt integraal herzien i.f.v. WieMu2.0 (zie bijlage d: Plannen WieMu 2.0).
#31
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
2.6.
Conclusie interne analyse
Op basis van bovenstaande interne analyse komen we tot een lijst van sterktes en zwaktes. De prioritaire sterktes en zwaktes, die ook kwamen bovendrijven op de planningsdag, worden hieronder geformuleerd. Een uitgebreid overzicht is opgenomen in bijlage (zie bijlage m: SWOT-analyse). Bij deze sterkte-zwakte analyse is nog geen rekening gehouden met de toekomstige verbouwings- en vernieuwingsplannen. Sterktes S1. Het Wielermuseum heeft een rijke, representatieve collectie opgebouwd zowel in wat het museale (trofeeën, truien, fietsen…) als het documentaire betreft (foto’s, kranten, tijdschriften,…). S2. Het Wielermuseum heeft een breed arsenaal aan communicatiekanalen dat het creatief inzet en waarmee het in dialoog gaat met zijn publiek. S3. Het Wielermuseum profileert zich de laatste jaren sterk als wielerkennis -en expertisecentrum. Dit is de UPS van het Wielermuseum. S4. Het Wielermuseum heeft een duidelijk en gedragen toekomstperspectief (bezoekerscentrum, erfgoedcentrum, kenniscentrum). Zwaktes Z1. Hoewel het Wielermuseum lokaal en regionaal sterk verankerd is en door de media regionaal en bovenregionaal wordt opgepikt, is de bovenregionale naamsbekendheid van het Wielermuseum onvoldoende. Z2. Ondanks de geleverde inspanningen in het verleden kan de belevingswaarde van de permanente tentoonstelling nog een stuk beter. Z3. De (depot)infrastructuur van het Arsenaal, waarin het Wielermuseum huist, is nog ontoereikend. Z4. Het Wielermuseum is een stadsdienst en moet dus conformeren aan de geplogenheden van een stedelijke administratie wat het snel inspelen op opportuniteiten soms in de weg staat.
#32
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
EXTERNE ANALYSE
Het Wielermuseum is niet de enige renner in het peloton. De externe analyse moet een zicht geven andere spelers en factoren die betrekking (kunnen) hebben op onze werking en toekomst. We starten de omgevingsanalyse met een kijk op Roeselare. Daarna komen onze stakeholders aan bod. Tot slot halen we algemene maatschappelijke trends en ontwikkelingen aan die van betekenis kunnen zijn voor de museale werking. 2.7.
Situatieschets Roeselare en regio
De stad Roeselare, in het midden van de provincie West-Vlaanderen als “Hart van WestVlaanderen”, ligt aan de Mandel en is door het kanaal Roeselare-Ooigem verbonden met de Leie.11 Centrumstad Roeselare heeft een totale oppervlakte van 5.979 hectare en heeft met Rumbeke, Oekene en Beveren drie deelgemeenten. Aanpalende gemeenten zijn: Hooglede en het met Hooglede gefusioneerde Gits, Lichtervelde en het met Ardooie gefusioneerde Koolskamp (noorden); Izegem en het met Izegem gefusioneerde Kachtem, Ardooie (oosten); Ledegem en het met Ledegem gefusioneerde Rollegem-Kapelle en Sint-Eloois-Winkel (zuiden); Moorslede (zuidwesten); het met Zonnebeke gefusioneerde Passendale en het met Staden gefusioneerde Oostnieuwkerke (westen). Op 31 december 2012 telde Roeselare 59.323 inwoners. De voorbije tien jaar groeide de bevolking met 4049 inwoners of met 7.32%. Deze bevolkingsgroei is het gevolg van een aantal evoluties. Zo is er de stijgende levensverwachting en het toenemend geboortecijfer (natuurlijke groei, vooral in de deelgemeenten zoals Rumbeke of Beveren). Migratie (inwijking) is evenwel de belangrijkste verklarende factor in de groei van de laatste jaren. De stad oefent een duidelijke aantrekkingskracht uit en dit vooral op de noordelijke buurgemeenten: Ardooie, Hooglede en Staden. Ook de zuidelijke gemeenten Zonnebeke, Moorslede en Ledegem zijn op Roeselare georiënteerd. Tot 2030 wordt voorzien dat de Roeselaarse bevolking blijft stijgen aan een ritme van zo’n aanvankelijk 150 à 170 inwoners per jaar, afzwakkend naar 100 per jaar. Roeselare is met dat groeiritme zowat de middenmoter in het peloton van de Vlaamse centrumsteden. Bovendien vergrijst ook Roeselare, net zoals andere Belgische steden. Cijfermatig vertaalt de vergrijzing zich als volgt: de grootste groep in de Roeselaarse bevolking in 2011 zijn de 45 tot 49jarigen, in 2021 zal de grootste groep de 55 tot 59-jarigen zijn. Op 01.01.2011 telt Roeselare 14.366 60-plussers. In 2021 zou dit aantal volgens prognoses al 16.672 bedragen. De groene druk is een indicator voor vergroening en geeft het aantal jongeren tot 20 jaar weer in verhouding tot de actieve bevolking (20 tot 59 jaar). In Roeselare wonen in 2011 gemiddeld 41,5 jongeren per 100 20-59jarigen, minder dan het aantal ouderen ten opzichte van de actieve bevolking.12 Op vlak van wonen, werken en welzijn scoort Roeselare volgens een doorlichting van de Vlaamse Centrumsteden door De Morgen in 2012 erg goed. Tot in de jaren negentig was het cultureel aanbod echter erg beperkt. De komst van het intussen bloeiende cultureel centrum De Spil heeft daar verandering in gebracht. Hoewel je Roeselare nog geen cultuurstad noemen, werden de voorbije 11
Van grote hoogteverschillen is er op het grondgebied van de stad Roeselare zeer weinig te merken. Het hoogste punt ligt op de Zilverberg (tussen 39 en 40 m). Het laagste punt bevindt zich aan de Schaapbrugge (ca. 15 m). 12 Bronnen: Jaarverslag 2012 Bevolking en Burgerlijke Stand; Eindrapport “Omgevingsanalyse Roeselare”, IDEA Consult, januari 2013.
#33
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
legislatuur vele initiatieven genomen op het vlak van cultuur en vrije tijd. Door de veelheid aan initiatieven dreigt wel interne concurrentie.13 De stad werkt aan één fysiek en digitaal loket vrije tijd, met bundeling van alle dienstverlening terzake. Er zijn krachtige aanzetten om meer geïntegreerd te werken op het vlak van cultuur, bv. de realisatie van één geïntegreerd cultuurbeleidsplan met inbegrip van het pas geopende kennis- en leercentrum ARhus (de integratie en uitbouw van de bestaande Roeselaarse stadsbibliotheken) en cc De Spil of de realisatie van de vrijetijdspas of de afstemming inzake muziekprogrammatie. Er is een complementair vrijetijdsaanbod georganiseerd door de stad tijdens bv. de schoolvakanties (sportacademie, buurtsport, jeugdwerking). In het toeristisch-recreatief beleid van stad Roeselare wordt het belang van bezoekersattracties zoals het Wielermuseum, de Brouwerij Rodenbach, het Miummm/Vlaams Huis van de Voeding en het Kasteel van Rumbeke benadrukt. Tegelijkertijd wordt ondervonden dat de troeven en het toeristisch potentieel van dergelijke attracties nog onvoldoende wordt uitgespeeld. Ook het actief genieten (recreatie) speelt een belangrijke rol in het toeristisch-recreatief beleid. Een volwaardig aanbod met diverse mogelijkheden is hierbij belangrijk. Het fietsnetwerk is een sterk product waar verder op gebouwd kan worden. De wielerpiste Defraeye-Sercu bevindt zich in de deelgemeente Rumbeke, op 4 kilometer van het WieMu. Toerisme Roeselare werkt samen met andere stadsdiensten voor onder meer de organisatie van evenementen, het ontwikkelen van recreatieve routes en het opzetten van diverse projecten. Met de privésector werkt de stad vooral samen op het gebied van promotie, arrangementen, beurzen en dagtrips. Roeselare is uitgegroeid tot centrumstad met een sterk commercieel centrum, een brede waaier van bloeiende KMO's en tal van bedrijvenparken. Het Roeselaarse medialandschap wordt in belangrijke mate gekleurd door de regionale televisiezender WTV-Focus die op Accent Business Park haar uitvalsbasis en ankerplaats heeft. De Roularta Media Group, uitgever van onder meer Knack en Krant van West-Vlaanderen, heeft haar hoofdkantoor en drukkerij in Roeselare. Verschillende bedrijven en instellingen uit diverse sectoren, in het bijzonder de voedingssector en land- en tuinbouwsector (Soubry, Poco Loco, Maselis, groenten- en fruitveiling REO-veiling14, Inagro,…) brengen jobs voor de streek met zich mee. Roeselare is onmiskenbaar een winkelstad. De stad wordt graag ‘het gezelligste openlucht shoppingcenter van West-Vlaanderen’ genoemd. De Ooststraat is de uitvalsbasis in het centrum. Daarbuiten is er het Mammoetcentrum langs de Brugsesteenweg. Dinsdag is traditiegetrouw marktdag in Roeselare. De Grote Markt, Botermarkt en het Polenplein worden hierbij ingenomen. Op het grondgebied van de stad zijn er 36 basisscholen en 14 secundaire scholen. Er zijn 2 hogescholen, 2 centra voor volwassenenonderwijs en een centrum voor basiseducatie. Roeselare is één van de grootste aanbieders van deeltijds kunstonderwijs in Vlaanderen. De Roeselaarse scholen begeleiden in totaal meer dan 20 000 leerlingen, studenten en cursisten van kleuter- over deeltijds onderwijs tot volwassenenonderwijs. 13
Bronnen: DM Magazine 22/09/2012; Rekto Verso. Tijdschrift voor Cultuur en Kritiek, dossier Cultuur in de Centrumsteden: http://www.rektoverso.be/dossier/cultuur-de-centrumsteden ; 14 De REO Veiling is gevestigd in het hart van West-Vlaanderen, vaak “de moestuin van Europa” genoemd. De REO Veiling is een belangrijke ambassadeur in de ontwikkeling en de profilering van die streekidentiteit.
#34
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
2.8.
De stakeholders
De belangrijkste stakeholders zijn onze bezoekers. Gemiddeld schommelt het aantal bezoekers rond de 11.000 per jaar (individueel en in groepsverband), in 2013 werd afgeklokt op 11.290. Vergelijkingen over de jaren heen zijn om diverse redenen moeilijk, al wordt daar in het Jaarverslag 2013 een poging toe gedaan. Vaststellingen zijn dat van de reguliere museumbezoekers (exclusief activiteiten) ongeveer een dikke 40% het museum individueel bezoekt, terwijl een kleine 60% dat doet in groepsverband (groep, vereniging, klas). 73% daarvan komt uit West-Vlaanderen, 91% is Vlaams, 93% Belgisch. Zes procent van het bezoek komt uit een ander Europees land. Het bezoek van klassen lager onderwijs is een stuk hoger dan kleuter- en middelbaar onderwijs. Voor het kleuter- en secundair onderwijs lijken inspanningen aangewezen. Bij scholen merken we een groot herhaalbezoek (jaarlijks). Dat vertrouwen blijkt ook uit de trouwe aanhang van onze Vriendenkring die sinds 2011 steevast meer dan 220 leden kent. Activiteiten zoals praatavonden, waarop de Vrienden gratis uitgenodigd worden, leveren steeds een vol huis op (70 aanwezigen). Wielertoeristen(clubs) lijken de weg naar het WieMu minder makkelijk te vinden. De mogelijke ‘belerende’-connotatie die nog vaak aan een museum kleeft, is wellicht een hinderpaal. Voor cultuurconsumenten is de Vlaamse wielercultuur dan weer misschien niet ‘Cultuur’ genoeg. Sport wordt immers nog te vaak niet aanzien als deel van cultuur. Net om de noden en wensen van ons publiek beter te leren kennen voeren we momenteel een bezoekersonderzoek (zie onder). Naast de bezoekers van het museum, zijn er ook de ‘gebruikers’ van het documentatiecentrum. Ze kunnen opgesplitst worden in ‘fysieke bezoekers’ (bezoekers documentatiecentrum) en ‘virtuele bezoekers’ (mensen met digitale infovragen). Beide categorieën zijn de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen (2010: respectievelijk 4 en 27; 2013: 27 en 112). Etappe, het visitekaartje van het WieMu als kenniscentrum en expertisecentrum, kent ook zijn publiek. Van het eerste nummer werden 1283 (1.156 via dagbladhandel; 127 nummers via de eigen shop) verkocht, van het tweede nummer tot nog toe een 800-tal (via dagbladhandel en Standaard Boekhandel).15 Het museum beheert een Facebookpagina waarmee het een sterke interactie creëert met de ruim 1280 fans. De reacties van ons publiek zijn door de band erg goed. Dat spreekt toch uit het gastenboek, de sociale media (Facebook, TripAdvisor, blogs allerhande) en een kleinschalige bezoekersbevraging die begin 2013 aan de balie werd gedaan en deel uitmaakte van een bachelorproef Toerisme en recreatiemanagement aan de HOWest.16 Om de mening van de bezoeker (individueel-groep-school, Nederlandstalig en anderstalig) grondig(er) te leren kennen in functie, mede in functie van de vernieuwing van het WieMu, loopt van februari 2014 (tot september 2014) trouwens een breedvoerig bezoekersonderzoek i.s.m. Westtoer. Gezien de gedeelde toekomst van WieMu en Toerisme Roeselare loopt deze bezoekersbevraging ook bij Toerisme. Het ontwikkelingsplan voor de toeristisch-recreatieve infrastructuur in Roeselare van Westtoer (2006) toonde aan dat het Wielermuseum één van de belangrijkste en aantrekkelijkste bezoekersattracties is die Roeselare rijk is. Volgens datzelfde ontwikkelplan moet de vernieuwing van het Wielermuseum 15
Het verschil ligt hoogstwaarschijnlijk in de door Karl Vannieuwkerke gemaakte promo voor Etappe #01, live op TV tijdens zijn Tourprogramma ‘Vive Le Vélo’. 16 Van de 96 gaven 33 personen aan zeker nog eens terug te komen en verklaarden 47 mensen waarschijnlijk terug te komen; voor 10 respectievelijk 2 mensen was het antwoord ‘waarschijnlijk niet’ en ‘zeker niet’. 91 respondenten verklaarden het WieMu aan te zullen raden.
#35
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
en de uitbouw ervan tot bezoekerscentrum voor Roeselare en de regio Leiestreek dan ook prioritair aangepakt worden. Volgens het ontwikkelingsplan door Westtoer zou een verhoging van het bezoekersaantal tot 25.000 op jaarbasis voor het Wielermuseum een haalbare kaart moeten zijn. In elk geval verwachten we een ‘vermenigvuldigingseffect’ door de ‘symbiose’ met Toerisme Roeselare. Dit verwachtingspatroon bij Westtoer t.a.v. het Wielermuseum blijkt ook uit het recente vertrouwen in het WieMu van diverse subsidiërende overheden. Uitschieters hier zijn uiteraard de investeringssubsidie van de Provincie West-Vlaanderen (250.000 euro) en de impulssubsidie via Toerisme Vlaanderen (waarbij het Wielermuseum een subsidie van 725.000 euro verwierf op een totaal van 3.000.000 euro voor 15 projecten in Vlaanderen in kader van het impulsfonds ‘Wielererfgoed en De Ronde 100’). Ook de kerntaken- en efficiëntieanalyse die Stad Roeselare zoals zoveel andere Vlaamse steden en gemeenten voerde in functie van het meerjarenplan 2014-2019 na de invoering van de BBC, bevestigt het vertrouwen in het Wielermuseum. Momenteel werkt Westtoer nieuwe samenwerkingsovereenkomsten uit met de verschillende steden en gemeenten. Op vraag van stad Roeselare wordt aan de samenwerkingsovereenkomst een inhoudelijk addendum toegevoegd waarin de ondersteuning van het Roeselaarse fiets- en wielerverhaal, met het WieMu als speerpunt, één van de targets is. Het Interreg Programma France-Wallonie-Vlaanderen is een Europees programma voor grensoverschrijdende samenwerking dat de economische en sociale uitwisselingen wil stimuleren tussen de regio's Nord-Pas de Calais / Champagne-Ardenne / Picardie in Frankrijk en Wallonië / Vlaanderen in België. Binnen die grensregio bevinden zich heel wat fiets- en wielergeoriënteerde steden en gemeenten waarmee gezamenlijke, subsidieerbare projecten kunnen worden uitgewerkt (bv. Wevelgem, Doornik, Kortrijk, Roubaix). Het Wielermuseum wordt meer en meer onder de arm genomen door andere cultureel erfgoedspelers in de regio en daarbuiten (cf. hieronder ‘De regionale werking voor en netwerking met erfgoedactoren en -gemeenschappen). Het Openluchtmuseum Bokrijk en heel recent nog het In Flanders Fields Museum werk(t)en met ons samen voor de uitwerking van hun tentoonstelling (respectievelijk ‘In het Wiel van de Sixties’ en ‘Sport tijdens de Eerste Wereldoorlog’). Met het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde (CRVV, sinds 2003) en het Sportimonium in HofstadeZemst (Sportmuseum, sinds 2004) zit het Wielermuseum structureel samen. Het CRVV, eerder een belevingscentrum dan wel een collectiemuseum, fungeert vaak als doorgeefluik voor schenkingen. Met het Sportimonium in Hofstade (sinds 2004), dat de hele Belgische (volk)sportgeschiedenis als onderwerp neemt, wordt wederzijds expertise en collectie uitgewisseld. Om die samenwerking nog betere te stroomlijnen en te standaardiseren maakt het Wielermuseum momenteel werk van een vernieuwde samenwerkingsovereenkomst. Afspraken rond de digitalisering van bepaalde collecties, de wederzijdse loket- en doorverwijsfunctie, ‘vrij verkeer van goederen’ (collectie, expomateriaal, decor…), de organisatie gezamenlijke tijdelijke tentoonstellingen, e.d. worden er in geformaliseerd. Een ander aspect in deze overeenkomst is een visienota over het Wielermuseum als Wielererfgoedcentrum: een gemeenschappelijk standpunt met betrekking tot de missie, opdracht en belangrijke rol en het Wielermuseum. Naast CRVV en Sportimonium zijn er nog een aantal, kleinere instellingen zoals het Museum Gistelse Flandriens (ter ere van West-Vlamingen Sylveer Maes en Johan Museeuw; sinds 2011) en het Kempens Wielermuseum (sinds 2012) die thematisch aan het Wielermuseum gelinkt zijn. Hoewel
#36
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
‘museum’, beoefenen ze niet de vier museale basisfuncties en zijn ze dus niet erkend als museum. Dat geldt ook voor het private historische fietsmuseum ‘Velodroom’ in Snellegem. Weliswaar zijn er goede contacten tussen deze musea en het Wielermuseum. Ook ten opzichte van het buitenland is het Wielermuseum uniek. Musea zoals Nationaal Fietsmuseum Velorama (Nijmegen) en Conservatoir du Vélo (Frankrijk) leggen de focus op de fietsgeschiedenis. De wielersport komt weinig aan bod. Met enkele Velorama, is er sporadisch contact en kennisuitwisseling. Aan het Italiaanse Musea del Cyclismo Madonna del Ghisallo werd in 2013 een werkbezoek gebracht in functie van toekomstige samenwerkingen (de samenwerking mondde uit in een verbroedering). Het Wielermuseum geniet het vertrouwen van particuliere verzamelaars. Nochtans is de samenwerking met particuliere verzamelaars er één op een slappe koord. Enerzijds azen wij vaak op het zelfde wielererfgoed, anderzijds kunnen uit samenwerking mooie win-win situaties ontstaan. Een voorbeeld daarvan was de zomerexpo (2013) ‘De Molteni van Merckx en 99 andere memorabilia uit de Tour’ waarvan de helft van de 100 tentoongestelde collectiestukken uitlenen aan bevriende particuliere verzamelaars uit de regio waren. Ook buiten de regio raakt het WieMu bekend bij private verzamelaars. Begin 2014 kwam de integrale verzameling van een Waalse verzamelaar voor drie jaar naar het Wielermuseum (i.f.v. expositie en digitalisatie) en werden verregaande contacten gelegd voor de overdracht van de collectie van een Duitse verzamelaar aan het Wielermuseum. Het Wielermuseum en zijn activiteiten blijken ook populair in pers en media. Is het bereik van activiteiten en tentoonstellingen hoofdzakelijk regionaal (Focus-WTV, Weekbode, regionale edities Nieuwsblad/Laatste Nieuws,…), dan is/was de coverage voor publicaties als Bevoorrading en Etappe bovenregionaal/Vlaams. Ook productiehuizen en nieuwsredacties vinden meer en meer de weg naar het WieMu wat recent resulteerde in samenwerkingen met en vermeldingen door o.a. Eén (Vive le Vélo, Dagelijkse kost, Iedereen Beroemd, Wauters vs. Waes), Vier (De Ideale wereld), VTM (Cijfers liegen niet, Familie), of Radio 1 (Radio Tour). Wanneer het samenwerkingen betreft (Wauters vs Waes, De Ideale Wereld, Dagelijkse Kost), worden sinds kort ook samenwerkings- of ruilovereenkomsten afgesloten die een correcte vermelding moeten garanderen.
#37
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
2.9.
Positioneringswiel
#38
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
2.10.
Algemene trends en ontwikkelingen
Hieronder enkele algemene trends die hun impact hebben op het WieMu en waar we denken te kunnen op inspelen.17 Diverse trends zijn trouwens onderling nauw met elkaar verbonden. Demografisch Vlaanderen groeit. De evolutie verschilt per gemeente, maar slechts 10% van de gemeenten kent op dit moment een dalend bevolkingsaantal. In een aantal grootsteden zoals Brussel, Antwerpen of Gent is de aangroei zelfs bijzonder fors. Tegen 2030 zal Vlaanderen naar de verwachtingen zo’n 7 tot 8% meer inwoners tellen. Binnen die doorgaans stijgende bevolking kunnen een aantal fenomenen teruggevonden worden, die allen hun weerslag hebben op het lokale beleid: vergrijzing, vergroening en verkleuring.18 De bevolkingstabellen geven een beeld van de vergrijzing, meer ouderen zullen afhankelijk worden van een trager groeiende groep beroepsactieven. Deze ontwikkeling kan de intergenerationele solidariteit onder druk zetten, maar kan ook een aanleiding zijn om de participatiegraad van jongeren, vrouwen en allochtonen aan het arbeidsproces aan te zwengelen, wat een andere maatschappelijke uitkomst levert. De groeiende groep ouderen zal langer actief en fit blijven (active aging). Daar tekent zich een groeiende doelgroep af die een beroep zal doen op een vrijetijdsaanbod. Een seniorenbeleid waarbij medioren en senioren een pak vrijwilligerswerk opnemen, zou een enorme opportuniteit kunnen zijn voor het lokale beleid. In negen op de tien gemeenten neemt tot 2017 ook het aantal nul- tot tweejarige kinderen toe. Deze vergroening leidt tot grote vragen naar kinderopvang en uitbreiding van de onderwijscapaciteit (vooral kleuter- en basisonderwijs), maar ook inspanningen op vlak van kindvriendelijke openbare ruimte en een jeugdig en fris cultuur- en sportaanbod. De kleuters van nu zijn de scholieren van morgen, dus ook een gepast vrijetijdsaanbod voor tieners en jongeren zal om initiatieven vragen. Kinderen hebben trouwens meer en meer inspraak in de vrijetijdsbesteding van een gezin. De bevolking wordt niet alleen grijs en groen maar veelkleurig. De participatie van dit bonte gezelschap aan onze lokale gemeenschap is een belangrijke uitdaging. Ten slotte leert demografisch onderzoek dat gezinnen kleiner worden (verdunning), dat ze vaker maar één ouder kennen of opnieuw zijn samengesteld. De groep alleenwonenden die het sterkst zal toenemen is de groep van tachtigjarigen of ouder. Dit alles zet de lokale dienstverlening op scherp als het gaat om aspecten van vereenzaming en stelt eisen aan het lokale mobiliteitsbeleid, de inrichting van publieke ruimte, de toegankelijkheid van de lokale dienstverlening en het vrijetijdsaanbod voor deze specifieke groep. Een doordacht doelgroepenbeleid en een gerichte publiekswerking, uitgaande van de ‘vier v’s’ (vergroening, vergrijzing, verkleuring en verdunning) is een must. Er liggen bijvoorbeeld grote kansen in het creëren van extra (educatief) aanbod voor kinderen en hun (groot)ouders. Jongeren kunnen wellicht aangesproken worden activiteiten die inspelen op de urban trend van fixed gear bikes en bmx. Het lopende bezoekersonderzoek en bezoekersprofielen moeten ons hierin sturen.
17
Op basis van: “Uitdagingen voor de lokale besturen”, De Gids, mei 2012, Mark Suykens VVSG; “Toekomsten voor vrijetijdsbeleid”, Chris Peeters, Hilde Plas, VVSG, Politeia; Trendonderzoek Flanders DC; FOD Economie. 18 Zie ook: “Uitdagingen voor de lokale besturen”, De Gids, mei 2012, Mark Suykens (directeur VVSG).
#39
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Maatschappelijk Eisen op het vlak van flexibiliteit en arbeidsduur zetten het gezinsleven, de (mentale) gezondheid en de vrije tijd onder druk. Door de hogere eisen op het vlak van flexibiliteit wordt het steeds moeilijker om collectief met vrijetijdsbehoeften om te gaan. Dit plaatst het verenigingsleven voor nieuwe uitdagingen, maar ook de lokale dienstverlening. Ruimere openingsuren van de bibliotheek en het zwembad, geïndividualiseerde sportkampen, een grotere vraag naar deeltijds kunstonderwijs, maar ook de eisen die gesteld worden aan de (gemeentelijke) website als informatiekanaal en inschrijvingsplatform zijn hier logische consequenties van. Gemak en comfort staan hoog aangeschreven. Meer dan ooit verwachten burgers maatwerk van de lokale overheid. Het WieMu kan op verschillende manieren oplossingen bieden. Maatwerk in de openingsuren bijvoorbeeld: door ook op zondag te openen, door een hoogseizoen met ruimere openingsuren (gelijklopend aan het fiets- en wielerseizoen), af te wisselen met een laagseizoen. Maatwerk ook in het aanbod: door all-in formules uit te werken voor verschillende doelgroepen (bv. bedrijfsarrangement ‘pistedoop’ i.s.m. openluchtwielerpiste). En maatwerk in de service: een gebruiksvriendelijke website die hand in hand gaat met persoonlijke, professionele begeleiding en advies (telefonisch en aan het onthaal). Fietsen als vrijetijdsbesteding zit in de lift. Het is in Vlaanderen populair als doe- én als kijksport. Sinds de jaren ’60 heeft recreatief fietsen in Vlaanderen altijd bovenaan gestaan in de lijst van sportparticipatie, en ook wielertoerisme staat sinds ’79 steevast in de top tien. Het wielrennen als kijksport is in de loop der decennia meer en meer geëvolueerd van lokale folklore tot een commercieel gebeuren: de klassiekers zijn kijkcijferkanonnen die hyperprofessioneel georganiseerd en gepromoot worden. Denk bijvoorbeeld aan Flanders Classics van Wouter Vandenhaute dat de voorjaarsklassiekers groepeert.19 Steden en gemeenten spelen wielrennen maar al te graag uit in hun citymarketing (cf. bijvoorbeeld de Tourstart in Ieper). Wielergek Vlaanderen valt ook voor wielererfgoed: TV-programma’s besteden er aandacht aan (Belga-Sport, Vive le Vélo, Wauters vs. Waes), krantenredacties (Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws) pakken uit met historische bijlagen (100 jaar Ronde, 100ste Tour), fietstochten met retrofietsen en vintage kledij (Retroronde, Retro Turf Toertocht) en wielerruilbeurzen trekken een vast publiek. En de boekenverkoop mag in Vlaanderen dan misschien achteruit gaan20; wielerfanaten lezen graag over hun favoriete sport, overigens de enige die in Vlaanderen steevast return on investment garandeert in de boekhandel. De populariserende wielerpublicaties – al dan niet historisch van inslag – zijn dan ook ontelbaar. Sommige wielerfanaten kopen een tweede huis om hun collectie boeken en memorabilia te kunnen stapelen. De potentiële doelgroep van fiets- en wielerliefhebbers is dus groot voor het Wielermuseum. Aan de andere kant zijn er heel wat andere aanbieders op de markt. Structurele en projectmatige samenwerkingen met andere ‘wielersteden’, amateur-wieler-fotografen, particuliere verzamelaars, fiets- en wielertijdschriften, regionale wielerclubs, etc… lijken dé win-win oplossing. 19
Scheerder, J., Ed., Lagae, W., Ed., Boen, F., Ed. (2011). Vlaanderen fietst! Sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de fietssportmarkt. Gent: Academia Press. 20 www.boek.be
#40
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
De vernieuwing van het museum en de realisatie van een groot, ruim bezoekerscentrum (Odiel Defraeyezaal) moet wielerruilbeurzen en workshops (rijden met historische fietsen!) mogelijk maken.
Economisch De maatschappij van de toekomst is, meer nog als die van nu, een belevenis-economie: niet alleen het product of de dienst centraal staan, maar zeker evenzeer de beleving die eraan gekoppeld is. Op restaurant gaan is meer dan eens gaan eten. De klant zoekt een totaalervaring. De bediening, de hygiëne, het interieur en de sfeer bepalen in belangrijke mate de beleving van de klant. Het WieMu moet bezoekers en toeristen ontvangen een klant-is koning attitude, een onthaal dat al start bij een bezoek aan de website. Het bezoek moet een onderdompeling worden in fiets- en wielercultuur: van onthaal en shop, over museum, kijkdepot, wielercafé en museumtuin. Zo’n unieke waardevolle ervaring/beleving wordt nog meer gewaardeerd als ze maatschappelijk verantwoord is. Door de economische crisis en milieuproblemen krijgen steeds meer mensen genoeg van overconsumptie. Ze vragen zich af waarom ze hun oude spullen zouden weggooien, als die met een beetje handigheid perfect te herstellen zijn. Milieubewustzijn, milieuvriendelijkheid en duurzaamheid zijn en blijven belangrijk. DIY (do it yourself)-programma’s zoals Fabriek Romantiek of de Moestuin van Wim haken hier op in; pop-up repair cafés schieten als paddenstoelen uit de grond. Om dezelfde redenen zijn authentieke en kwalitatieve zaken belangrijk en dat je zowel materieel als immaterieel ingevuld worden. De belangstelling voor lekker streekbier stijgt ten koste van de simpele pils. Duurzaamheid slaat ook op het zuinig omgaan met schaarse ruimte. Efficiënt omgaan met ruimte betekent ook keuzes maken die meervoudig gebruik stimuleren: gebruik door meerdere doelgroepen, voor meerdere functies of voor verschillende functies doorheen de tijd. Ook het WieMu ziet kansen. De fiets is het groene transportmiddel bij uitstek, en een van de oplossingen voor de verkeerscongestie. Helaas scheelt aan een fiets vaak wel iets. Het wielercafé van het WieMu kan uitgerust worden met een DIY fietsatelier. Er kunnen diverse verhaallijnen aan gekoppeld worden (bv. rol van cafés in de geschiedenis van de kermiskoers, loopbaan als cafébaas die veel renners na hun carrière uitbouwden).21 En waarom geen wedstrijd uitschrijven, of enkele regionale ‘vakscholen’ onder de arm nemen om dit wielercafé te meubileren met stoelen en lichtarmaturen van re-cycled (up-cycled!) fietsonderdelen. In het wielercafé heeft de bezoeker keuze uit enkele authentieke streekgerechten (Rodenbachtaart, -kaas) en wielerstreekbieren zoals ‘Koerseklakske’ (Desselgem) of ‘Kassei’ (Zandvoorde-Oostende). De museumtuin, die aansluit op het wielercafé, speelt in op de nood aan kwalitatieve groene ruimte. Dit nieuw stukje publieke ruimte kan met omwonenden ‘gedeeld’ worden.
21
zie bv.: De Zaeytijd, D. & Ameye, T. (2012). Bevoorrading. Verhalen uit de buik van het peloton. Tielt: Lannoo, 50-58.
#41
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Technologisch In 2012 had 80% van de Belgische huishoudens minstens één computer en 78% beschikte over een internetaansluiting. Een derde daarvan gebruikt een gsm of een smartphone om een verbinding te maken met het internet. In vijf jaar tijd is het aandeel personen van 16 tot 74 jaar dat in de laatste twaalf maanden via het internet aankopen heeft gedaan meer dan verdubbeld. In 2012 liep dat aandeel op tot 45%.22 Uit een onderzoek van de VRT-studiedienst (januari 2014) blijkt dat 72 procent van de Vlamingen op Facebook zit. Het gaat vooral om jongeren en jong volwassenen, maar ook steeds meer ouderen vinden er hun weg naar. Toch heeft de helft van alle ouderen tussen de 65 en 74 jaar in Vlaanderen nog nooit het internet geraadpleegd. Vlaams minister van Media Ingrid Lieten wil daar met de in februari 2014 gelanceerde campagne “Da’s toch handig, dat internet,” verandering in brengen, maar het mag duidelijk zijn dat er een digitale kloof gaapt. In elk geval; 2014 is digitaal en Wifi is stilaan een fundamentele basisdienst. In de dichte toekomst zullen mensen overal snel toegang hebben tot internet en zo tot alle mogelijke beschikbare data. Een trend die zich de laatste jaren als een soort van tegenreactie manifesteert, is het ontsnappen aan eeuwig ingelogd zijn. Vaak gaat deze trend hand in hand met een soort nostalgische hang naar vroeger. Back-to-basics avondjes op café worden verkozen in plaats van de ‘virtuele vrienden’ van Facebook. In Wasbar, het populaire wasserettecafé, spreek je met vrienden af bij een kop koffie of frisse pint terwijl je rustig je was laat draaien. Inwoners trekken met een bijna toevallig gezelschap op zondagmiddag met de fiets, misschien zelfs met de bakfiets naar het park. De picknickmand kan mee, het flesje cava kan ook ter plaatse nog worden besteld. Het gaat in deze drie voorbeelden om sociaal niet-werken in een tijd van sociale netwerken. Het populaire instagram combineert trouwens de twee: deze smartphone app laat je toe vierkante nostalgische plaatjes te schieten. Want als je lekker nostalgisch in de Wasbar zit te wezen, moet je dat toch met je Facebookachterban kunnen delen. Het WieMu kan inspelen op beide trends. Enerzijds door bv. echt verder te gaan inzetten op de digitale ontsluiting van zijn tot de verbeelding sprekend erfgoed (we denken aan een online catalogus met 360° view van onze fietsen, trofeeën en truien). Of door een webshop uit te bouwen: een extra communicatiekanaal met huidige en nieuwe bezoekers en geïnteresseerden, en inzetbaar voor bijvoorbeeld crowd funding, e-cards of e-ticketing. Anderzijds door van persoonlijk ontvangst, begeleiding en infoverstrekking op maat een erezaak te maken.
22
FOD Economie. Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie
#42
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
2.11.
Conclusie externe analyse
De externe analyse brengt enkele kansen en bedreigingen aan de oppervlakte. Hieronder de belangrijkste kansen en bedreigingen waar het Wielermuseum in de komende beleidsperiode dient op in te spelen/mee om te gaan. De uitgebreide lijst is toegevoegd als bijlage (zie bijlage m: SWOTanalyse). Kansen K1. Fietsen en wielrennen zijn populairder dan ooit in Vlaanderen; als kijksport (wielrennen, veldrijden) én als doesport (recreatief fietsen, e-bike!, wielertoerisme). K2. Wielergek Vlaanderen valt ook voor wielererfgoed: TV-programma’s besteden er aandacht aan, krantenredacties pakken uit met historische bijlagen en wielerhistorische boeken doen het goed. K3. De fiets neemt een maatschappelijke sleutelpositie in die het in de toekomst nog versterkt zal zien. Fietsen is immers groen, duurzaam en gezond en remedieert daardoor aan enkele nakende maatschappelijke problemen (vervuiling, verkeerscongestie, tanende fysieke fitheid in Vlaanderen). K4. Fietsen- en fietscultuur staat als thema ingeschreven in het Impulsprogramma Vlaamse Regio’s van Toerisme Vlaanderen. Daarmee zet Toerisme Vlaanderen in op fiets(cultuur)projecten met internationale uitstraling, die aansluiten bij de identiteit van de regio en de positionering van Vlaanderen versterken. Het illustreert de aandacht van de toeristische sector voor het fiets- en wielerverhaal.
Bedreigingen B1. Het vrijetijdsaanbod anno 2014 is al erg groot en groeit nog. Als onderdeel daarvan groeit ook het fiets- en wieler gerelateerd vrijetijdsaanbod: de keuze in recreatieve fietstochten of sportieve cyclo’s, wielertijdschriften of magazines,… is groot. B2. Met het Wielermuseum als één van de speerpunten profileert Roeselare zich als Fiets- en Wielerstad. Nochtans is wielrennen ook populair in de citymarketing van andere regionale steden en gemeenten: Koolskamp heeft zijn Koolskamp Koers, Ardooie de start van de Eneco Tour, Wevelgem de aankomst van een semiklassieker; in Kuurne start het de wielerkalender, Ieper haalde een Tourstart binnen, Ichtegem profileert zich met zijn voormalige inwoners Jules Van Hevel en Richard Depoorter… als wielergemeente, etc., etc. B3. Rond het wielrennen is een verzamelcultuur ontstaan met een aanzienlijke groep van particuliere verzamelaars. Niet alleen azen zij op hetzelfde erfgoed, ze stellen zich ook vaak protectionistisch op. Eenzelfde protectionistische attitude merken we dikwijls bij heemkundige kringen. B4. Roeselare is (nog) geen toeristisch aantrekkingspool zoals bijvoorbeeld ku(n)ststeden als Oostende, Brugge of Gent dat zijn.
#43
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
DEEL 3: MISSIE EN VISIE
3.1.
Missie
Het Wielermuseum werpt zich op als de kopman in het verzamelen, bewaren en presenteren van het rijke (West-)Vlaamse wielerleven en wordt daardoor aanzien als hét wielererfgoedcentrum in de regio en daarbuiten. Vanuit de slagzin “Hier klopt het hart van de flandrien” onderstreept het Wielermuseum het historisch belang van de regio in de ontwikkeling van de (inter)nationale wielersport. Het Wielermuseum is een broeihaard waar jong en oud het wielervirus en de fietsmicrobe kunnen oplopen en een uitnodigend trefpunt van waaruit ze hun passie voor de fiets en de wielersport kunnen beleven en delen. Zijn uitgebouwd documentatiecentrum vormt de basis voor de profilering van het Wielermuseum als toonaangevend wielerexpertise- en onderzoekscentrum. 3.2.
Visie
Het Rijke Vlaamsche Wielerleven’(1942) van journalist en mede-stichter van de Ronde van Vlaanderen en Sportwereld Karel van Wijnendaele (Torhout), is het referentiewerk over de wielersport in Vlaanderen voor de Tweede Wereldoorlog. Het illustreert perfect de impact van de wielersport, en bij uitbreiding het hele fietsgebeuren, op de (West-)Vlaamse samenleving. In geen enkele andere regio leefde én leeft de koers zo hard als hier. “Hier klopt het hart van de flandrien.” Het Wielermuseum ligt niet toevallig in Roeselare. De regio Roeselare en bij uitbreiding de regio West-Vlaanderen, speelt van oudsher een voortrekkersrol in de ontwikkeling van de (inter)nationale wielersport. Streekrenners als Cyriel Van Hauwaert (Moorslede) en Odiel Defraeye (Roeselare) zetten in de pioniersdagen van het professionele wielrennen België op de Europese kaart. De renners uit de regio ontwikkelden zich tot dé ‘flandriens’, populaire wielerhelden die een veruitwendiging waren van het (West-)Vlaamse karakter: arm en volks, maar tegelijk fysiek sterk en wilskrachtig. De flandriens genoten internationaal aanzien, maar meer nog dan dat kleurden ze de lokale samenleving. Hun triomfen en nederlagen werden door menig streeken stadsgenoot gevolgd en doorbraken de sleur van elke dag. In een steeds mondialer wordende sport blijft de faam van de regio en zijn flandriens overeind. Streekgenoten bleven en blijven hun wereldklasse tonen (Sercu, Monseré, Maertens, Museeuw, Meersman…), maar ook op het vlak van wielerorganisatie, -begeleiding, -journalistiek,… toont de regio nog steeds waarom ‘hier het hart van de flandrien klopt’. Als kopman in het verzamelen, bewaren en presenteren van het regionale en bovenregionale wielererfgoed onderscheidt het Wielermuseum zich van andere(n) door een gericht collectiebeleid. De wielercollectie illustreert en vertelt het verhaal van de wielersport en fietscultuur in al zijn facetten. In zijn verzamelbeleid primeert het ‘stuk met zijn verhaal’ boven de veelheid van nietszeggende wielerobjecten. Een doorgedreven digitalisering en ontsluiting verstevigt de koppositie die het Wielermuseum vasthoudt. Een actieve inzameling van mondelinge getuigenissen en documentatie van immaterieel wielererfgoed versterkt het unieke karakter van de collectie.
#44
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Als hét wielererfgoedcentrum in de regio en daarbuiten is het Wielermuseum de uitvalsbasis voor alles wat met het verleden van de fiets en wielersport betrekking heeft. Uiteraard speelt het regionale verleden een prominente rol in de werking van het museum. Het Wielermuseum is een volwaardig ambassadeur van de regio en is er voor zijn streekgenoten. Daarnaast én tegelijk is het museum actief in een steeds globaler wordende maatschappij en heeft het zijn plaats als erfgoedcentrum in het peloton van (inter)nationale actoren. Dit vertaalt zich onder meer in de internationale reikwijdte van de collectie en haar bezoekersbestand. Het Wielermuseum ziet zich als een ‘broeihaard van het wielervirus en de fietsmicrobe’. Bewust van het maatschappelijk belang van de fiets en verzot van de koers ontwikkelt het Wielermuseum een aanstekelijke dynamiek. Het is er niet alleen voor de wielerfanaat, maar ook voor de fietsleek. Het Wielermuseum wil beide een nieuwe kijk geven op de fiets en de wielersport. Als uitnodigend trefpunt voor jong en oud, wielertoerist en cultuurzoeker,… is het Wielermuseum een open huis voor ieder type bezoeker. Aangepaste bezoekmogelijkheden voor elk van hen maakt een verblijf in het museum tot een aangename beleving. Mensen met gelijke interesses ontmoeten elkaar bij tal van activiteiten en evenementen. Het Wielermuseum is er voor een gedifferentieerd publiek. Niet alleen de cultuur- en wielerliefhebbers vinden hun gading, maar ook kinderen en jongeren genieten een onthaal op maat met eigen accenten. Het Wielermuseum is een regionaal gekend trefpunt. Een wielercafé en fietsvriendelijke dienstverlening maakt het dé startlocatie om materieel en immaterieel (wieler)erfgoed in de regio buiten de museumsite te verkennen. In het Wielermuseum beleeft de bezoeker de Vlaamse fiets- en wielercultuur op een attractieve, belevingsvolle manier. Dit weerspiegelt zich niet alleen in het museale gedeelte, maar ook in de algemene inkleding van de museumsite die fietsen en wielrennen uitademt. Door die beleving, maar ook door het ontwikkelen van participatieve projecten en het aanbieden van ruimte worden bezoekers en andere actoren uitgenodigd hun beleving en opgebouwde passie te delen. Het Wielermuseum herbergt een uitgebouwd documentatiecentrum. Net zoals de museale collectie (objecten) is de documentaire collectie van het Wielermuseum een doordachte weerspiegeling van het historische belang van de regio en de situering ervan in een internationale context. De collectie wordt voortdurend op een kwalitatieve wijze met primaire bronnen en secundaire literatuur verrijkt. Door het bundelen van kennis en informatie over wielererfgoed kunnen onderzoekers hun opzoekingen op één locatie verrichten. Zij worden in een aangename, gebruiksvriendelijke leeszaal ontvangen en genieten een gelijkwaardige (digitale) ontsluiting van de aanwezige informatie. Het Wielermuseum profileert zich als toonaangevend expertise- en onderzoekscentrum. Het speelt in op de groeiende populariteit van sportgeschiedenis en de nood aan gefundeerd wetenschappelijk onderzoek in het bijzonder. Het aanwezige documentatiecentrum biedt een antwoord op de vragen van zijn zoekende en verkennende gebruikers. Het is een onmisbare schakel in kwalitatief wetenschappelijk onderzoek over alle aspecten van de wielersportgeschiedenis. Het Wielermuseum neemt hierbij een voortrekkersrol. Naast expertisedeling biedt het een forum aan onderzoekers en publiceert het eigen vernieuwend onderzoek en bevindingen.
#45
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
DEEL 4: STRATEGISCH PLAN 4.1.
SWOT-matrix en bepaling van de beleidskeuzes/beleidsuitdagingen
Door de prioritaire zwaktes, sterktes, kansen en bedreigingen uit de interne en externe analyse (SWOT-analyse) te combineren in een correlatiematrix wordt duidelijk waar het Wielermuseum de komende beleidsperiode dient/wenst op in te zetten:
Sterktes S1. Rijke museale en documentaire collectie S2. Creatieve inzet van communicatiekanalen S3. Kenniscentrum als USP S4. Duidelijk en gedragen toekomstperspectief (bezoekerscentrum, erfgoedcentrum, kenniscentrum)
Zwaktes Z1. Bovenregionale naambekendheid bij potentieel publiek Z2. Belevingswaarde permanente tentoonstelling Z3. Ontoereikende (depot)infrastructuur Z4. Stedelijke administratie
Kansen K1. Populariteit van fietsen en wielrennen in Vlaanderen K2. Steeds toenemende aandacht voor wielererfgoed K3. Maatschappelijke sleutelpositie van de fiets K4. Fietsen- en wielercultuur als toeristische prioriteit voor Toerisme Vlaanderen Investeer - investeren in een creatieve publieksontsluiting ter promotie van het Wielermuseum als kennis- en erfgoedcentrum (K1+K2+S2+S3) - realisering van toekomstplannen om uitgespeeld te worden als één van dé veruitwendigingen van de Vlaamse wielercultuur (S1+S4+K4) - binnen de toekomstplannen en communicatiekanalen ruimte maken voor de promotie van de fiets als gezond, groen en duurzaam transportmiddel (S4+S2+K3)
Beslis - inhoudelijke en infrastructurele vernieuwing met integratie van belevingsvolle presentatietechnieken (K1+Z2+K3) - investeren in goed uitgebouwde (kijk)depots en een toegankelijk documentatiecentrum (Z3+K2) - met de vernieuwing een wielererfgoedproduct realiseren dat lokaal, regionaal en bovenregionaal wordt uitgedragen (K1+K4+Z1)
Bedreigingen B1. Groot fiets- en wielergerelateerd vrijetijdsaanbod in de regio B2. Wielrennen is een populair thema in de citymarketing van steden en gemeenten in de regio B3. Protectionisme van privéverzamelaars, heemkundige kringen B4. Toeristische inbedding Roeselare Verdedig - met een goede communicatie en (content) marketing opkomen voor onze unieke concurrentiepositie in een regio die geldt als bakermat van het moderne wielrennen in Vlaanderen (S1+S3+S2+B2+B4) - privéverzamelaars, heemkundige kringen en andere cultureel erfgoedspelers verder betrekken in de museale werking (S1+S2+S4+B3) - profileren naar verschillende doelgroepen conform bezoekers-profielen d.m.v. een divers aanbod van gepersonaliseerde arrangementen en formules op maat (B1+S4+S1) Beperk de schade - een transparant en gefundeerd verzamelen ontzamelbeleid voeren in samen werking en afspraak met regionale erfgoedspelers (Z3+B3) - voortrekkersrol nemen/pro-actief benaderen van wieler- en fietsgerelateerde initiatieven en fietsgeoriënteerde gemeenten in de regio (B1+B2+Z1) - gezamenlijk traject van WieMu en Toerisme Roeselare met het oog op een ‘vermenigvuldigingseffect’ (Z1+B2+B4)
#46
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
4.2.
Strategische en operationele doelstellingen (2015-2019)
De strategische en operationele doelstellingen volgen uit de beleidsuitdagingen van de SWOTconfrontatiematrix . De strategische of algemene doelstellingen (SD) geven aan waar het Wielermuseum wil staan in 2019, op het einde van de beleidsperiode. De operationele doelstellingen (OD) zijn als het ware tussenstappen om die algemene doelstellingen te bereiken. Voor elke operationele doelstelling worden acties en resultaatsindicatoren geformuleerd. In de jaarlijkse actieplannen zullen deze dan verder worden gespecificeerd. Een belangrijke kanttekening bij onderstaande doelstellingen en acties is dat bij de realisering ervan uiteraard verder gebouwd wordt op de reeds aanwezige kennis en ervaring. Bepaalde acties betreffen logischerwijze een continuering van huidige initiatieven (cf. Actieplan 2014, bijlage b). De realisatie van elke strategische doelstelling kan op zich trouwens beschouwd worden als een deelbeleidsplan. Zo komen we aan vijf strategische doelstellingen of vijf deelbeleidsplannen: een positioneringsplan, publieksplan, collectieplan, onderzoeksplan en organisatieplan. 4.2.1. Positioneringsplan: positionering en inbedding van het museum SD1: Het Wielermuseum is het trefpunt en de uitvalsbasis rond fiets- en wielercultuur in de regio OD1: Het Wielermuseum wordt gerestaureerd en gerenoveerd. Door restauratie en renovatie wil het museum maximaal toegankelijk zijn en haar visibiliteit en laagdrempeligheid verhogen. Acties -
constructie van een ruime lift over alle verdiepingen aanleg hellend vlak onthaalruimte herstellen in historische staat glaspartijen in onthaalruimte
Resultaatsindicatoren - het museumgebouw is gerestaureerd en gerenoveerd - maximaal toegankelijk voor rolstoelgebruikers - visibiliteit vanop straat en fietspad OD2: Het Wielermuseum krijgt een nieuwe inhoudelijke invulling. Aansluitend bij de missie krijgt het Wielermuseum een vernieuwde, belevingsvolle presentatie met focus op de wielersport. Een vrij toegankelijke, attractieve bezoekersruimte met focus op de maatschappelijke positie van de fiets vormt een extensie van het onthaal. Integratie van Toerisme Roeselare in dat onthaal versterkt de positionering van het Wielermuseum in de regio. Acties -
nadruk op wielersport in permanente presentatie nieuwe belevingsvolle permanente presentatie integratie Toerisme Roeselare vrij toegankelijke bezoekersruimte (Odiel Defraeyezaal)
#47
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Resultaatsindicatoren - verhoogde belevingswaarde - stijgend aantal bezoekers OD3: Er wordt een fietsonthaal en -inrijpunt ontwikkeld. Door de realisatie van een wielercafé en een museumtuin met nuttige fietsvoorzieningen betrekt het Wielermuseum de recreatieve en sportieve fietser bij de museumsite. Acties -
aanleg van een museumtuin ontsluiting fietspad op museumsite inrichten wielercafé uitbouw servicelocatie (voor fietsers)
Resultaatindicatoren - label fietsvriendelijk café - douchefaciliteiten, sanitaire voorzieningen, (fiets)lockers, fietsherstel- en fietsverhuurpunt - bezoekers wielercafé en museumtuin OD4: Profilering van de regio als bakermat van de Belgische wielersport Het belang van de regio in de internationale wielergeschiedenis vormt het bestaansrecht van het Wielermuseum. Het Wielermuseum treedt daarom op als kopman in de netwerking en profilering hieromtrent. Acties -
benadrukken historisch belang regio in de wielersportgeschiedenis samenwerking met cultureel erfgoedactoren samenwerking met wielersportactoren samenwerking met toeristische spelers
Resultaatindicatoren - regio bekend en erkend als bakermat van de Belgische wielersport OD5: Neemt een maatschappelijke rol als promotor van de fiets De fiets neemt als gezond, groen en democratisch transportmiddel een maatschappelijke sleutelrol in. Het Wielermuseum activeert fietsgebruik door zich te scharen achter initiatieven ter promotie van de fiets. Acties - ontwikkelen van educatieve pakketten rond fietsveiligheid, fietsgebruik,… - ondersteunen fietsvriendelijke acties van maatschappelijke actoren (Gezinsbond, Fietsersbond, politie,…) - ondersteuning uittekenen fietsroutes Resultaatsindicatoren - aantal acties ter bevordering van (veilig) fietsgebruik
#48
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
4.2.2. Publieksplan: publiekswerking en -participatie SD2: Het Wielermuseum bereikt een gedifferentieerd publiek OD1: Voeren van een publieksonderzoek Met het oog op de vernieuwing van het museum en een aanbod op maat van diverse bezoekers, voert het Wielermuseum een grootschalig publieksonderzoek. Acties - vertaling van lopend bezoekersonderzoek (2014) in bezoekersprofielen - online publieksbevraging Resultaatsindicatoren - aantal respondenten - bezoekersprofielen OD2: Uitwerken van een aanbod op maat Op basis van bezoekersprofielen stelt het Wielermuseum een permanent aanbod samen dat door verschillende doelgroepen op een aangepaste wijze beleefd kan worden. Acties -
scenografie met verschillende invalshoeken blijvend actualiseren educatieve pakketten organiseren publieksbegeleiding individuen en groepen uitwerken arrangementen op maat van verschillende doelgroepen
Resultaatsindicatoren - permanente presentatie met diverse verhaallijnen - er zijn verschillende educatieve pakketten - arrangementen museumbezoek in combinatie met andere activiteit - stijgend aantal bezoekers OD3: Afstemmen van communicatie op doelgroepen. Een communicatie- en marketingplan stroomlijnt de communicatie van het Wielermuseum zodat alle beoogde doelgroepen op een aangepaste manier bereikt worden. Acties - uitschrijven communicatie- en marketingplan (overheidsopdracht) - uitvoeren communicatie- en marketingplan - inspelen op veranderende mediakanalen Resultaatsindicatoren - waaier aan aangepaste communicatiekanalen - stijgende media-aandacht - stijgend aantal bezoekers
#49
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
OD4: Organisatie en ontwikkeling van tijdelijke publieksprojecten in en buiten het museum. Tijdelijke projecten binnen en buiten de muren van het museum moeten een breed publiek bereiken en tot een herhaalbezoek stimuleren. Hierbij worden bruggen gelegd met andere sectoren en thema’s (voeding, fotografie, mode, technologie, kunst, literatuur,…). Acties - uitwerken thematentoonstellingen - organiseren publieksprojecten - aanvragen projectsubsidies Resultaatsindicatoren - aantal ingerichte tentoonstellingen, praatavonden, workshops, clinics, boekvoorstellingen,… - stijgend aantal bezoekers OD5: Organiseren van projecten in participatie met derden Het Wielermuseum wil niet blind zijn voor de activiteiten van derden in de regio waarbij het zijn expertise en middelen ter beschikking kan stellen. Daarnaast benadert het Wielermuseum proactief derden in functie van gezamenlijke projecten. Acties - ter beschikking stellen van middelen (kennis, collectie, expertise) - opzetten participatieve publieksprojecten Resultaatsindicatoren - groter netwerk stakeholders (scholen, privé-verzamelaars, heemkundige kringen, wielerorganisatoren, (ex)-wielrenners,…) - aantal projecten met medewerking van Wielermuseum - stijgend aantal bezoekers
4.2.3. Onderzoeksplan SD3: Het Wielermuseum is het wielerexpertise- en kenniscentrum OD1: Uitbouw van een professioneel documentatiecentrum Het Wielermuseum faciliteert onderzoek door te voorzien in een professioneel uitgerust documentatiecentrum. Acties - aanbieden van aangepaste onderzoeksfaciliteiten - blijvend gericht verwerven van primaire bronnen en secundaire literatuur Resultaatsindicatoren - uitgerust documentatiecentrum met leeszaal - aangroei wielerspecifieke bronnen en literatuur - stijgend aantal raadplegingen documentatiecentrum
#50
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
OD2: Publiek maken van vernieuwend wetenschappelijk onderzoek. Het Wielermuseum bestendigt zijn voortrekkersrol op het gebied van wielerhistorisch onderzoek, zowel door eigen onderzoek, als door het optimaal ondersteunen van onderzoek door derden (studenten, auteurs, journalisten, heemkundigen,…). Acties - voeren van onderzoek - promoten en begeleiden van onderzoek - publiceren van onderzoek Resultaatsindicatoren - aantal eigen publicaties (Etappe 4, 5, 6, 7, 8; tentoonstellingscatalogi,…) - bijdragen in vaktijdschriften - aantal bachelor- en masterproeven - aantal medewerkingen publicaties derden
OD3: Deelt zijn (vak)kennis en info over de wielersport. Het Wielermuseum stelt zijn kennis en expertise ter beschikking van een breed publiek en doet dit op actieve en passieve manier. Acties - beantwoorden onderzoeksvragen - online aanbieden van onderzoekscatalogen Resultaatsindicatoren - beantwoorde onderzoeksvragen - aangeboden catalogen - vermeldingen ‘collectie Wielermuseum Roeselare’ in publicatie/projecten derden 4.2.4. Collectieplan SD4: Het Wielermuseum verzamelt, beheert en ontsluit wielererfgoed OD1: Voeren van een gefundeerd verzamel- en ontzamelbeleid Het collectieplan legt de prioriteiten vast bij de verwerving en afstoting van collectie. Bijzondere aandacht gaat naar het verzamelen van immaterieel erfgoed. Acties - verwerven van collectiestukken conform het collectieplan - afstoten van collectiestukken conform het collectieplan - verzamelen van immaterieel erfgoed en mondelinge getuigenissen conform van het collectieplan - verder in kaart brengen van wielergerelateerde collecties Resultaatsindicatoren - verworven collectie - afgestoten collectie
#51
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
-
verworven immaterieel erfgoed verworven mondelinge getuigenissen interessante collecties zijn in kaart gebracht
OD2: Continueren van een kwalitatieve registratie. Een gestructureerde en projectmatige aanpak van de collectieregistratie vormt een fundament van de goede museale werking van het Wielermuseum. Acties - verder registreren volgens registratierichtlijnen - duurzame en kwalitatieve digitalisering - documenteren van collectiestukken - aanvragen projectsubsidies Resultaatsindicatoren -
er zijn registratierichtlijnen voor alle deelcollecties de collectie is voor 95% geregistreerd de deelcollecties trofeeën, textiel, foto’s zijn gedigitaliseerd de kerncollectie is gedocumenteerd
OD3: Handhaven van een duurzame bewaring van de collectie Aangepaste depots en bewaaromstandigheden maximaliseren de levensduur van de collectie wielererfgoed. Acties -
uitvoeren van depotplannen uitvoeren en opvolgen van preventieve conserveringsmaatregelen optimaliseren bewaarmethode per deelcollectie/collectiestuk verder ontplooien van digitaal depotbeheer aanvragen collectiegerichte investeringssubsidie opmaken preventie- en calamiteitenplan o.b.v. definitieve plannen WieMu 2.0
Resultaatsindicatoren - aangepaste depots - aangepaste bewaaromstandigheden - gestructureerd en veilig digitaal depot - preventie- en calamiteitenplan OD4: Ontsluiten en ter beschikking stellen van de collectie Een actief en eenvoudig uitleenbeleid, virtuele ontsluiting en de realisatie van een kijkdepot verhogen de raadpleegbaarheid en toegankelijk van de collectie. Acties - online beschikbaar maken van de collectie volgens prioriteit - zichtbaar maken van de collectie aan de hand van een kijkdepot - mobiliseren van de collectie door gerichte acties en een laagdrempelig uitleenbeleid
#52
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Resultaatsindicatoren - een groter deel van de collectie is online ontsloten (prioriteit fietsen en foto’s) via o.a. www.erfgoedinzicht.be, www.erfgoedbankmidwest.be, www.wielermuseum.be,… - de collecties fietsen, fietsonderdelen en trofeeën is integraal zichtbaar in het kijkdepot - aantal uitlenen collectiestukken en mobiele/reizende thematische tentoonstellingen is toegenomen
OD5: Samenwerken rond collectiebeheer voor een optimale bewaring, beheer en ontsluiting van wielererfgoed Door het actief inwinnen en delen van expertise rond collectiebeheer ontstaan samenwerkingsverbanden die leiden tot een beter beheer van wielerfgoed in de regio. Acties - samenwerking met verschillende organisaties en experten - samenwerken met andere bewaarders-verzamelaars van wielerfgoed en erfgoedbeheerders Resultaatsindicatoren - aantal samenwerkingen
4.2.5. Organisatieplan SD5: Het Wielermuseum kent een sterke, gedragen organisatiestructuur OD1: Uitbouwen van een uitgebalanceerd personeelsteam Het Wielermuseum beschikt over een ploeg medewerkers met complementaire competenties. De integratie van Toerisme Roeselare en het Wielermuseum in WieMu2.0 en de afstemming van beider organisatieculturen zorgt voor een versterking van het team. Acties - continueren samensmeltingstraject WieMu-Toerisme Roeselare Resultaatsindicatoren - synergie WieMu-Toerisme Roeselare OD2: Onderhouden van de waarden van de organisatie De werking van het Wielermuseum weerspiegelt de vijf organisatiewaarden van stad Roeselare, vervat in het letterwoord S.T.E.R.K.-merk: samenwerking, ter verbetering (innovatie), elkeen (zelfontplooiing), responsabiliteit (verantwoordelijkheid) en klantgerichtheid. Acties -
samenwerking: organisatie van structureel en ad hoc overlegmomenten innovatie: voortdurend in vraag stellen van de verschillende aspecten van de werking zelfontplooiing: aanbieden vormingskansen voor alle medewerkers verantwoordelijkheid: verder ontwikkelen van een empowermentcultuur klantgerichtheid: constant evalueren interne en externe dienstverlening
#53
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
Resultaatsindicatoren - wekelijks werkoverleg, stafoverleg,… - aantal vormingen, trainingen en opleidingen - waarden gekend bij en gedragen door de medewerkers - publiekstevredenheid - teambuildingsactiviteiten OD3: Blijvend inzetten op een sterke vrijwilligerswerking Door de vrijwilligers goed te begeleiden en hen in te zetten volgens hun interesses en competenties, blijven zij een grote meerwaarde vormen voor het museum en worden zij enthousiaste ambassadeurs. Acties - coördineren en opvolgen vrijwilligerswerk - deelname vergaderingen bestuur Vriendenkring Resultaatsindicatoren - aantal vrijwilligers - teambuilding/bedanking vrijwilligers - uitreiking OSCAR-competentiedocumenten OD4: Realiseren van een flexibele werking binnen een overheidsstructuur De positionering binnen een overheidscontext vormt een sterke onderbouw voor de werking van het Wielermuseum, maar brengt weliswaar enkele beperkingen met zich mee. Een verdere vorm van autonomie lijkt aangewezen om in de toekomst snel te kunnen anticiperen op opportuniteiten en wisselende omstandigheden. De bestuurlijke verankering en ondersteuning mag evenwel niet volledig op de helling komen te staan. Acties - onderzoeken kansen en bedreigingen diverse vormen van autonomie - implementatie meest aangewezen statuut
#54
Beleidsplan Wielermuseum 2015-2019
DEEL 5: MEERJARENPLANNING
Om herhaling te vermijden (diverse acties en projecten lopen immers over verschillende jaren) opteren we voor een schematisch overzicht per strategische doelstelling/deelbeleidsplan. De focus ligt bovendien op nieuwe concrete acties en projecten die zich voornamelijk situeren aan het begin van de beleidsperiode 2014-2019. Wielrennen is immers een sport in beweging, en het is moeilijk voorspelen hoe de wielerwereld er in pakweg 2018 zal uitzien. We proberen in onze jaarlijkse programmatie in te spelen op de actualiteit en op bepaalde opportuniteiten: de toenemende globalisering, de winst van een lokale renner in een topkoers, (r)evoluties in dopingbestrijding, organisatorische innovaties (bv. de hele criteriumdiscussie), etc. etc..