Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie RIS180522_28-MEI-2011 Henk Kool
Gemeente Den Haag
Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag
De voorzitter van Commissie Samenleving
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk
BSW/2011.89 - RIS 180522 Doorkiesnummer
070 - 353 7559 E-mailadres Aantal bijlagen Datum
24 mei 2011 Onderwerp
Voortgang Wet investeren in Jongeren over het jaar 2010
Inleiding De wethouder heeft de commissie Samenleving naast de voortgangsrapportage WIJ, een G4vergelijking toegezegd. In deze rapportage vindt u gegevens over de G4 vergelijking WIJ 2010(I), Den Haag en de WIJ(II) en een overzicht van het rendement van leerwerkbedrijven en –trajecten voor jongeren. In de G4 vergelijking WIJ2010 worden gegevens op het gebied van werkloosheid van jongeren tussen de G4 (Rotterdam. Amsterdam, Utrecht en Den Haag) vergeleken. Doordat alle steden hun eigen beleid hebben rondom jongeren en de steden zo verschillen in het aantal jongeren en verschillen op het gebied van de arbeidsmarktsamenstelling is de vergelijking op het gebied van werkloosheid niet altijd goed te maken. De G4 vergelijking is mede dankzij de input van andere G3 collega’s tot stand gekomen. I G4 vergelijking WIJ 2010 1.1
Totale werkloosheid (15 – 65 jaar) in de G4 (CBS)
Over de totale werkloosheid (15 - 65 jaar) meldt het CBS dat in de vier grote steden de werkloosheid als gebruikelijk boven het landelijke gemiddelde ligt. In 2010 was in de G4 7 % werkloos, tegen 6,4 % in 2009. Het landelijke gemiddelde in 2010 was 5,4 %, beduidend hoger dan 4,8% in 2009.
Inlichtingen bij
Karima el Bouchtaoui Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Telefoon: 070 - 353 7559 Fax: 070 - 353 2479
BSW/2011.89
2
Werkloosheidspercentage t.o.v. de totale beroepsbevolking 2010(CBS) Stad Rotterdam Utrecht Den Haag Amsterdam
2009 8,1 % 5,1 % 5,5 % 6,5 %
2010 8,8 % 5,2 % 6,8% 6,6 %
Den Haag kende de grootste stijging ten opzichte van het jaar 2009. De gemeente Rotterdam heeft het hoogste werkloosheidspercentage. Het percentage in Utrecht ligt onder het landelijke gemiddelde. Amsterdam is ongeveer gelijk gebleven met het voorgaande jaar. De gegevens in deze notitie liggen in dezelfde lijn als de bovenstaande trends. De gemeente Rotterdam heeft het hoogst aantal jongeren dat een inkomensondersteuning ontvangt en in de gemeente Den Haag is er een stijging te zien in het aantal jongeren dat een beroep doet op de WIJ. Het CBS hanteert een andere definitie dan het UWV (NWW). De definitie van het CBS hanteert de definitie van de werkloze beroepsbevolking (wbb): • Personen van 15-64 jaar zonder werk of minder dan 12 uur per week werkzaam, die direct beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en actief naar werk zoeken. Dit verschilt met de Niet werkende werkzoekende definitie die het UWV Werkbedrijf hanteert. • Bij het UWV ingeschreven werkzoekenden van 15-64 jaar zonder werk of minder dan 12 uur per week werkzaam. Enerzijds staan niet alle werklozen ingeschreven bij UWV WERKbedrijf, dit betreft vooral personen zonder recht op een uitkering zoals jongeren en herintreders. Anderzijds staan er personen bij het UWV ingeschreven die niet tot de werkloze beroepsbevolking horen. Dit betreft met name personen die niet direct beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt bijvoorbeeld omdat zij een opleiding of cursus volgen. Dit geldt ook voor personen die niet actief naar werk zoeken. Een ander verschil is de wijze waarop beide cijfers tot stand komen: het NWW-cijfer komt voort uit de registratie van werkzoekenden door UWV WERKbedrijf, het wbb-cijfer van CBS komt tot stand door een enquête onder de beroepsbevolking. (Bron: UWV Werkbedrijf)
1.2
Aantal Niet-Werkende Werkzoekenden (NWW) In het onderstaande overzicht is het aantal NWW-jongeren weergegeven van de G4. Ook hier blijkt dat de werkloosheid voor een belangrijk deel is geconcentreerd in de vier grote steden. In april 2010 woonde ruim 20% van alle Niet werkende werkzoekenden in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht (in 2009 was het percentage 22%). 1 Een daling van het aantal NWW-jongeren betekent niet altijd dat deze jongeren aan het werk zijn gegaan of een opleiding zijn gestart. In de praktijk schrijven alle WW-gerechtigden en alle jongeren die een beroep doen op de gemeente voor een werkleeraanbod (en eventueel een inkomensvoorziening), zich eerst bij het UWV in als NWW’er. Als eenmaal het gemeentelijke werkleeraanbod en een eventuele inkomensvoorziening loopt, wordt de NWW-inschrijving lang niet in alle gevallen verlengd. Een WW-jongere blijft ingeschreven als NWW-jongere tot zijn recht afloopt. Vervolgens kan deze groep jongeren een beroep doen op de WIJ. Het overzicht laat zien dat er verschillen in de ontwikkeling van het aantal NWW-jongeren zijn tussen de steden. Utrecht heeft procentueel de sterkste daling, gevolgd door Amsterdam en Den Haag. In Rotterdam blijft het aantal NWW-jongeren min of meer stabiel. Rotterdam heeft ten opzichte van de rest van Nederland een bijzondere bevolkingsopbouw: 41% van de Rotterdamse bevolking is jonger dan 29 jaar. Rotterdam kent dus relatief een grote groep jongeren, ook binnen haar beroepsbevolking. Dit leidt in combinatie met het relatief lage opleidingsniveau van Rotterdamse jongeren tot een relatief hoog percentage NWW-jongeren.
1
UWV WERKbedrijf Arbeidsmarktprognose 2010 – 2011 (juni 2010)
BSW/2011.89
3
De ontwikkeling is wel dat de gemiddelde werkloosheidsduur van jongeren in 2010 is afgenomen. In Den Haag daalt het aantal NWW-ers in de tweede helft van het jaar. Er zijn minder jongeren die hun baan verliezen en zich inschrijven als werkzoekende bij het UWV. Grafiek 1: Aantal NWW-jongeren in 2010 5000 4000 Utrecht
3000
Amsterdam 2000
Rotterdam Den Haag
1000 0 januari
maart
mei
juli
september november
1.3 Inkomensondersteuning en stagevergoedingen De meeste jongeren die een beroep doen bij de gemeente op een werkleeraanbod hebben een zelfstandige aanspraak op een inkomen. Uitzondering hierop vormen bijvoorbeeld jongeren met een werkende partner. Indien de jongere het werkleeraanbod accepteert, wordt ambtshalve de inkomensondersteuning toegekend. In Amsterdam en Utrecht werd in 2010 in een aantal gevallen geen inkomensvoorziening maar een stagevergoeding toegekend. Rotterdam heeft de stagevergoedingen afgebouwd vanaf juli 2009. Alleen de gemeente Den Haag maakt geen gebruik van stagevergoedingen. De gemeente Den Haag heeft gekozen voor het verstrekken van een inkomensvoorziening in plaats van een stagevergoeding, omdat in tijden van bezuinigingen het moeilijk te financieren is vanuit het Participatiebudget. Een stagevergoeding houdt in dat een jongere werkt en leert, en hiervoor een vergoeding ontvangt gefinancierd vanuit het gemeentelijke Participatiebudget. In Utrecht ontvangen jongeren met een werkleeraanbod bij een re-integratiebedrijf een volledige stagevergoeding in plaats van een WIJ-inkomensondersteuning. De hoogte van de stagevergoeding is gelijk of hoger dan de WIJ-uitkeringsnorm. Het aanvullen van de stagevergoeding met een uitkering is dus niet nodig bij deze jongeren. In de gemeente Utrecht is de uitvoering van de WIJ recentelijk geëvalueerd. Hieruit blijkt dat de stagevergoeding de jongere een positieve prikkel geeft. Op basis van het evaluatierapport, dat op dit moment wordt voorgelegd aan het college en de raad, wordt geadviseerd om de stagevergoeding voort te zetten. Door het lage aantal jongeren dat in Utrecht een beroep doet op de WIJ, is het financieel haalbaar om de stagevergoeding te blijven hanteren.
BSW/2011.89
4
Grafiek 2: WIJ inkomen /stagevergoeding 2010 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0
Utrecht Amsterdam Rotterdam
st us se pt em be r ok to be no r ve m be de r ce m be r
gu
ju li au
ju ni
ei m
ap ril
ri
aa rt m
ru a fe b
ja
nu a
ri
Den Haag
Amsterdam kende eveneens een stagevergoeding voor jongeren die actief waren op een intensief gemeentelijke werkleeraanbod. Deze stagevergoeding was meestal even hoog of iets hoger dan de toepasselijke WIJ-uitkeringsnorm. In gevallen dat de stagevergoeding lager was (bijv. bij een jongere met de zorg voor een kind of een zelfstandig wonende jongere), werd de stagevergoeding aangevuld met een uitkering. De Amsterdamse stagevergoedingsregeling wordt vanaf eind 2010 afgebouwd. Rotterdam heeft de stagevergoedingsregeling al afgebouwd per medio 2009. Medio 2010 zijn er daarom geen jongeren meer met stagevergoeding in plaats van een inkomensvoorziening. In grafiek 2 is het aantal inkomensondersteuningen en stagevergoedingen bij elkaar opgeteld. Rotterdam heeft te maken met het hoogste aantal jongeren, dat van een inkomen afhankelijk zijn van de gemeente. Bij alle steden is een lichte stijging te zien. In Rotterdam is er een lichte daling in het derde kwartaal waarneembaar. Vervolgens stijgt het aantal aanvragen weer in het 4de kwartaal. Deze ontwikkeling past in Rotterdam bij de algemene ontwikkeling van de werkloosheid en het aantal uitkeringen. De trend is voor jongeren (18-27 jaar) en ouderen gelijk. In de gemeente Den Haag is er voornamelijk in de tweede helft van het jaar een stijging te zien in het jongerenbestand. De beginstand in 2010 was 1680 in december 2010 was dit aantal 26% gestegen tot het aantal van 2277. Ook in Amsterdam is over heel 2010 sprake van een toegenomen aantal jongeren met een gemeentelijk werkleeraanbod en/of inkomen. Tot juni 2010 steeg het aantal van maand tot maand, daarna is sprake van een lichte teruggang. In tijden van slechte economische omstandigheden komen jongeren het meest in de problemen. Doordat jongeren veelal in conjunctuurgevoelige uitzendbanen of op tijdelijke contracten werken, verliezen ze als eerste hun baan. Daarnaast zijn het de jongeren die het minst zelfredzaam zijn (en veelal laag opgeleid) die een beroep doen op het recht op een werkleeraanbod. Dit heeft in 2010 geleid tot een stijging in het volume in het jongerenbestand. Zoals grafiek 2 al laat zien, is deze trend terug te zien in een stijging van het aantal jongeren dat een beroep heeft gedaan op de WIJ in Den Haag.
BSW/2011.89
5
Grafiek 2 laat verder zien dat het aantal jongeren met een gemeentelijk werkleeraanbod en/of inkomen niet gelijk opgaat met het aantal NWW-jongeren (zie grafiek 1). Waar in Amsterdam, Den Haag en Utrecht in de 2e helft van 2010 een daling te zien is in het NWW-bestand, stijgt het aantal jongeren in Den Haag en Utrecht dat een inkomensondersteuning ontvangt. De verklaring hiervoor is dat als een jongere tijdens zijn WW-periode niet aan het werk is geholpen, heeft de jongere recht op een werkleeraanbod van de gemeente en valt de jongere onder de WIJ. De jongere ontvangt een inkomensondersteuning totdat de jongere een opleiding volgt of werkt. In veel gevallen staat de jongere niet meer ingeschreven als NWW-er. Door het jaar heen variëren de aantallen licht. Van een duidelijke daling is zeker nog geen sprake. 1.4
Wet investeren in jongeren: Werkleeraanbod
De Wet investeren in jongeren (WIJ) heeft tot doel om alle jongeren die zich melden een werkleeraanbod (WLA) aan te bieden. Op deze manier kunnen jongeren in hun toekomst blijven investeren. Een werkleeraanbod kan bestaan uit een training, stage, of een ander traject waarbij jongeren ondersteuning krijgen gericht op hun ontwikkeling. Bij de gemeente Den Haag is het aantal jongeren dat een WLA ondertekent in het eerste kwartaal het hoogst. In het tweede kwartaal daalt het aantal om vervolgens in het derde kwartaal en vierde kwartaal licht te stijgen. De stijging in het 3e kwartaal is toe te schrijven aan de omzetting van het WWB-bestand. Jongeren tot 27 jaar die voorheen nog onder de WWB een uitkering ontvingen, vallen per juli 2010 onder de WIJ. De stijging in het vierde kwartaal kan verklaard worden uit het feit dat jongeren die zijn uitgevallen uit het onderwijs en zich melden bij de gemeente voor een WLA. Bij de invoering van de WIJ was er in Utrecht een enorme toeloop van jongeren, met een tijdelijke aanmeldstop bij het re-integratiebedrijf tot gevolg. Mede door een aantal proceswijzigingen liep de instroom daarna terug. De ontwikkeling in Rotterdam van het aantal ondertekende WLA’s per kwartaal sluit goed aan bij het beroep dat op de WIJ is gedaan. Grafiek 3: Aantal ondertekende WLA’s in 2010 1400 1200 1000
Utrecht
800
Amsterdam
600
Rotterdam
400
Den Haag
200 0 1e kwrt
2e kwrt
3e kwrt
4e kwrt
1.5 Uitstroom uit de WIJ in relatie tot de arbeidsmarkt. Jongeren die aan het werk gaan, weer terug naar school gaan of om andere redenen geen inkomensondersteuning meer ontvangen, stromen uit de WIJ. Dit geldt ook wanneer een WIJ-jongere 27 jaar wordt – vanaf dat moment valt hij of zij onder de WWB. Het aantal jongeren dat uitstroomt is bij alle gemeenten het hoogst in het 3e kwartaal. Dit is vooral te verklaren doordat veel jongeren na de zomer starten met hun opleiding.
BSW/2011.89
6
Grafiek 4: WIJ uitstroom in 2010 1200 1000 800
Utrecht
600
Amsterdam Rotterdam
400
Den Haag 200 0 1e kwrt
2e kwrt
3e kwrt
4e kwrt
In de gemeente Den Haag zijn de dienstensector, openbaar bestuur en de budgetsector (de collectieve en semi-collectieve; deze sectoren worden grotendeels via het overheidsbudget gefinancierd) prominent aanwezig. Door de bezuiniging in deze sectoren is het werkgelegenheidsverlies in 2010 bovengemiddeld en blijft in 2011 de banengroei uit. Rotterdam is een havenstad. Door de recessie gaat het minder goed (minder overslag, minder vraag ed.). Ook de andere in Rotterdam sterk vertegenwoordigde sectoren als bouw, transport en industrie, zijn sterk conjunctuurgevoelig. De groei in deze sectoren is het afgelopen jaar nog pril geweest. Dat maakt dat Rotterdam, in tegenstelling tot steden en regio’s waar men meer op de zakelijke dienstverlening steunt, minder en minder snel profiteert van het herstel dat daar ontstaat. Dit is een bekend beeld. Daarnaast is de trend dat werkgevers als gevolg van snel toenemende innovaties steeds hogere eisen aan de opleidingsniveaus van instromers stellen. Zeker in Rotterdam ligt dat niveau juist laag en hebben veel jongeren geen “papiertje”. Dat maakt hun positie op de arbeidsmarkt kwetsbaar. Rotterdam stimuleert daarom onder het motto “Ga gewoon door!” dat jongeren op school blijven en doorleren. Het algemene beeld is dat de regio Utrecht een goed draaiende economie heeft in verhouding tot andere regio's. De werkloosheid ligt over het algemeen laag en de participatiegraad hoog. Met name de (financiële) dienstensector is goed vertegenwoordigd in Utrecht. De jongeren die zich in Amsterdam melden voor een werkleeraanbod zijn ook (net als in de andere steden) veelal laaggeschoold en hebben vaak ook te maken met problemen op andere leefgebieden. Velen van hen blijken nu moeilijker een baan te vinden of te houden. Waarschijnlijk is hier sprake van een verdringingseffect: jongeren met een diploma doen werk dat in economisch betere tijden werd gedaan door jongeren zonder startkwalificatie. Ook Amsterdam streeft ernaar dat jongeren hun school afmaken. Een aandachtspunt is de beschikbaarheid van voldoende stageplaatsen. Daarnaast geven werkgevers regelmatig aan grote moeite te hebben met een gebrek aan sociale en werknemersvaardigheden bij jongeren. In samenspraak met Amsterdamse (V)MBO-scholen wordt ingezet op verbetering hiervan. Ook in het gemeentelijke werkleeraanbod staat het aanleren en toepassen van algemene werknemersvaardigheden bij veel jongeren centraal. II Den Haag en de WIJ Zoals uit de G4 vergelijking blijkt is de totale werkloosheid (15-65 jaar) in 2010 in Den Haag ten opzichte van het jaar 2009 1,3% gestegen. Dit is hoger dan de stijging in de andere G3. Door de eenzijdige sectorsamenstelling in de regio Haaglanden zal de banengroei lager uitvallen dan in Rijnmond, Midden-Utrecht en Groot Amsterdam. De verwachting is dat jongeren nog vaak een beroep zullen doen op de gemeente voor een werkleeraanbod. Hoog opgeleide jongeren zullen sneller aan het werk komen.
BSW/2011.89
7
Laag opgeleide, kwetsbare jongeren zullen veelal afhankelijk blijven van de ondersteuning die de gemeente biedt. Het aantal inkomensondersteuningen is in 2010 maar liefst 26% gestegen. De gemeente Den Haag heeft veel geïnvesteerd in het motiveren van jongeren om weer terug naar school te gaan. Ook zijn er jongeren die zelfstandig hebben gekozen om door te studeren en zo hun arbeidsparticipatie uit te stellen. Dankzij de investering van de gemeente Den Haag en de keuze van jongeren om langer door te studeren is er voorkomen dat er een nog groter beroep werd gedaan op de WIJ. Vooral kwetsbare jongeren zoals jongeren zonder startkwalificatie of overbelaste jongeren doen een beroep op de WIJ. Om deze jongeren duurzaam uit te laten stromen is er in de gemeente Den Haag geïnvesteerd in trajecten waarbij maatwerk wordt geboden, zoals Werkmaat (zie tekst 2.1) en het team JONG (zie 2.2). Kansrijke jongeren worden in de Verlengde Dienst Verlening (zie tekst 2.1) binnen 6 weken klaar gestoomd voor de arbeidsmarkt. In de vorige voortgangsrapportage (RIS 177238) is aangegeven op welke manier de WIJ tot uitvoering wordt gebracht op het werkplein Sorghvliet. De aanpak richt zich op de doelstelling school vóór werk vóór inkomen. De komende jaren wordt de arbeidsmarkt krapper en speelt de vergrijzing een steeds grotere rol. Verder zal er op de arbeidsmarkt een verschuiving plaatsvinden van productiewerk naar dienstverlening. Dit maakt het voor lager opgeleide jongeren moeilijker om een baan te vinden. Om te anticiperen op de veranderende arbeidsmarkt is er in 2010 op het Werkplein veel aandacht besteed aan de route school. Samen met de afdeling voortijdig schoolverlaters (VSV) van de Dienst OCW worden jongeren zonder startkwalificatie gemotiveerd en ondersteund om weer terug te gaan naar school. Dit kan door aanmelding bij een reguliere opleiding of via Werkmaat (zie pagina 11). In Werkmaat krijgen kwetsbare jongeren de ondersteuning die ze nodig hebben om ondanks hun kwetsbaarheid het MBO niveau 1 te behalen. 2.1 School voor werk voor inkomen. Na de piketdienst en groepsvoorlichting wordt elke jongere ingedeeld in één van de verschillende routes School (regulier of Werkmaat), Werk (6 weken bemiddeling via het UWV), Re-integratie (onder andere StartBaan trajecten) of het Team Jong (jongeren met meervoudige problematiek zoals sociale, psychische en/of lichamelijke problemen). In grafiek 5 wordt aangegeven wat de instroom is geweest in de verschillende routes.
BSW/2011.89
8
Grafiek 5:
Aanmelding in de verschillende routes in de 1e helft van 2010
3%
23%
Aanmelding in de verschillende routes in de 2e helft van 2010
13% 28%
school
43%
Reïntegratie 31%
school werk (UWV)
werk (UWV) 27%
re-integratie Team Jong
Team JONG 32%
De grafiek toont dat het aantal jongeren dat voor de route Werk of School in aanmerking kwam in het 2e helft van 2010 groter is dan in het 1e helft van het 2010. Daarnaast zijn er minder jongeren die voor de route Re-integratie in aanmerking kwamen. De route Werk richt zich voornamelijk op duurzame uitstroom naar arbeid. In de route Werk worden jongeren middels de Verlengde DienstVerlening (VDV) klaar gestoomd voor de arbeidsmarkt. In 2010 is de Verlengde DienstVerlening op het werkplein Sorghvliet gestart met een pilot om kansrijke jongeren uit te laten stromen door het aanbieden van een 6-weeksprogramma gericht op het ontwikkelen van sollicitatievaardigheden. De jongere heeft elke dag een activiteit zoals een workshop (zoals workshop CV opstellen, werknemersvaardigheden en schrijven van een sollicitatiebrief), speedmeet een thuisopdracht of een begeleidend gesprek met de uitstroomconsulent. De jongere is 32 uur actief en krijgt op deze manier weer regie over zijn/haar eigen leven. Door het succes van de pilot is de Verlengde Dienstverlening in april 2011 officieel van start gegaan. Er is in 2010 een aantal speedmeets georganiseerd. Werkzoekenden hadden de mogelijkheid om kennis te maken met verschillende werkgevers vanuit sectoren zoals de bouw, horeca, techniek etc. Het Werkgeversservicepunt heeft 55 speedmeets gehouden waar jongeren tot 27 jaar en WWB-ers aan konden deelnemen. In totaal zijn er 58 jongeren aan het werk geholpen, waarvan 14 plaatsingen met inzet van een subsidie en 44 reguliere plaatsingen (ongesubsidieerd). 2.2. Team JONG (Jongeren Ondersteunen Naar Groei) In juli 2010 is het team JONG gestart met het ondersteunen van kwetsbare jongeren naar re-integratie, werk of scholing. De jongeren in het team JONG kampen met sociale, psychische en lichamelijke problemen. De consulenten zorgen dat ze de benodigde hulp en ondersteuning krijgen. Dit kan door zowel een workshop of een kortdurende training te volgen op het werkplein Sorghvliet zelf of door externe hulpverlening in te schakelen. Grafiek 5 laat zien dat de instroom in de eerste helft van het jaar 3% is doordat het team JONG pas in het 2e helft van het jaar (juli 2010) is gestart met het begeleiden van jongeren. De grote behoefte aan een dergelijk team JONG vertaalde zich in het aantal jongeren, namelijk 560, dat vanaf de start instroomde in het team. Aan het eind van het jaar was dit aantal gedaald tot het aantal van 513 jongeren. Gezien de instroom van gemiddeld 50 jongeren per maand komt het totale aantal jongeren neer op circa 860 jongeren in 2010. De uitstroom van 40% in 2010, met als doel de jongere op een duurzame manier (door of) uit te laten stromen, kan hiermee als een succes worden aangemerkt.
BSW/2011.89
9
2.3. Ontwikkelingen in 2011 Welzijn (Escamp Mooi) Op dit moment draait er een pilot binnen het team JONG om jongeren laagdrempelig (in hun eigen wijk) binnen welzijn (Escamp Mooi) een dagbesteding te laten volgen. In deze pilot volgen circa 10 jongeren het traject bij welzijn om via de combinatie van hulpverlening en dagbesteding hun leven weer op de rit te krijgen. Het belang van de pilot is dat ervaring opgedaan wordt om bijzondere complexe belemmeringen aan te pakken. Ter illustratie hiervan volgt een voorbeeld: “Mark is 25 en woont nog thuis bij zijn moeder. Hij heeft last van ernstige stress en angstklachten en kan hierdoor niet functioneren. Hij volgt hiervoor een behandeling via PsyQ. Hij heeft last van lichamelijke klachten als nekklachten en een geboren armafwijking, welke hij niet geheel kan strekken. Zijn doel is om rijinstructeur te worden. Klant is inmiddels gestart bij Stichting MOOI. Dit traject is er op gericht zijn doel te behalen en te werken aan het opheffen van zijn belemmeringen. Hij volgt hiervoor 2 dagen training en 3 dagen een leerwerktraject.” Het doel van het traject is om deze jongeren via het leveren van maatwerk binnen een aantal maanden uit te laten stromen. Bij succes wordt er bekeken hoe het vervolg vormgegeven kan worden. Jong Vakmanschap Op 8 april 2011 bezochten circa 2.000 jongeren het regionale evenement “Jong Vakmanschap”. Om deze dag tot een succes te maken, zijn kennis en middelen gebundeld vanuit het Actieplan Jeugdwerkloosheid, het Hoofd bedrijfschap Ambachten, de gemeente Den Haag en het UWV Werkbedrijf. Dit resulteerde in een bijzondere dag. Op de begane grond van het ADO (Kyocera) Stadion konden (V)MBOers en werkzoekende jongeren via demonstraties kennismaken met diverse beroepen uit de ambachtseconomie en met de bijbehorende opleidingen. Op de andere etages was er speciaal voor werkzoekende jongeren een keur aan workshops, competentietesten, vacatures (en werkgevers!) en opleidingsinstituten om een gerichte stap te maken op weg naar werk. Met “Jong Vakmanschap” had de regio Haaglanden de primeur in de Week van het Ambacht. Kwetsbare jongeren Ondanks de aantrekkende arbeidsmarkt blijft er een groep kwetsbare jongeren afhankelijk van een goede ondersteuning. Om te zorgen dat kwetsbare jongeren de juiste begeleiding ontvangen, is het belangrijk dat consulenten al op een zo’n vroeg mogelijk moment in het proces de mate van kwetsbaarheid herkennen. In 2011 zal er in het kader van de Regionale Aanpak Jeugdwerkloosheid, regionaal de Training Versterking Diagnose Kwetsbare Jongeren worden aangeboden aan consulenten van voortijdig schoolverlaters (VSV Dienst OCW) en voor consulenten WIJ (Dienst SZW). Met het oog op maatwerk richt het beleid er zich op om zelfredzame jongeren zo snel mogelijk te begeleiden naar werk of school en de kwetsbare jongeren te ondersteunen naar een passend traject wat uiteindelijk leidt tot duurzame uitstroom. Beleidsmatig wordt bezien welke voorzieningen er voor deze groep ingezet moet worden om ze toe te leiden naar duurzame uitstroom (school of werk).
BSW/2011.89
10
III. Overzicht van het rendement van de Leerwerkbedrijven en –trajecten voor jongeren De raadscommissie heeft in de vergadering dan 17 februari 2011 gevraagd om aanvullende informatie over de projecten speciaal voor jongeren. In een brief aan wethouder Kool d.d. 9 mei 2011 wordt exact aangegeven op welke 10 onderdelen er aanvullende informatie wordt gevraagd, namelijk: 1. Het aantal plaatsen 2. Het aantal deelnemers 3. Perspectief van de deelnemers op doorstroming naar reguliere opleiding/reguliere baan. 4. Soort diploma/kwalificatie die eventueel met afronden traject behaald wordt. 5. Eventuele alternatieve trajecten voor deelnemers (is traject “last resort” of niet). 6. Partijen die verantwoordelijk zijn voor de doelgroep waartoe de deelnemers behoren 7. (directe en indirecte) Kosten per deelnemer 8. Inzicht in kosten van overhead (van de leerwerkbedrijven/-trajecten) 9. Eventuele knelpunten 10. Mogelijkheden die knelpunten op te lossen en voorstellen daarvoor. In dit overzicht wordt onder andere kort beschreven wat het project inhoudt, wat de kosten zijn van een traject en wat het rendement is. Van de onderstaande leerwerkbedrijven zijn de eerste twee (Sleutelen met jongeren en D’roem) vooral gericht op voortijdige schoolverlaters en deze worden gefinancierd met VSV-middelen (OCW). De overige projecten worden voornamelijk gefinancierd vanuit re-integratiemiddelen (SZW), deels in combinatie met de inzet van justitiële middelen (BSD). De directe kosten per traject staan in het overzicht aangegeven. Het is echter ondoenlijk om de indirecte kosten te bepalen (punt 7). SZW is niet primair verantwoordelijk voor de financiële structuur van de opdrachtnemer en dus ook niet voor de overheadkosten (punt 8). Dat wil zeggen dat het project beoordeeld wordt op de kwaliteit en effectiviteit van de inhoud. Op basis hiervan wordt een financiële relatie aangegaan. Bij het aangaan van een financiële relatie speelt marktwerking een belangrijke rol. Het controleren van de kosten van de overhead, maakt geen onderdeel uit van ons afwegingskader. De toeleiding van een jongere naar een bepaald project gebeurt zorgvuldig via het leveren van maatwerk. Een leerwerktraject heeft als doel om de jongere weer terug naar school te krijgen of weer aan het werk te krijgen. Een leerwerktraject is geen “last resort” (punt 5) maar een eerste stap naar zelfredzaamheid, middels doorstroom naar werk of scholing.
Sleutelen met jongeren
Omschrijving Het Project Sleutelen met Jongeren is een particulier initiatief dat wordt uitgevoerd in een erkend leerbedrijf (garage). Voortijdige schoolverlaters en jongeren (tot 23 jaar) die met justitie in aanraking zijn geweest krijgen de kans om een positieve ervaring op te doen en in een periode van drie maanden te werken aan hun motivatie en een toekomstperspectief. Deze jongeren werken en leren in het garagebedrijf en krijgen intensieve coaching en training. Veel jongeren stromen daarna door naar een BBL (of BOL) opleiding voor autotechniek. Het project voorziet in een behoefte. Er bestaat grote tevredenheid over de methodiek doordat er maatwerk wordt geleverd. In 2011 wordt het project gecontinueerd. Doelgroep : Voortijdig schoolverlaters tot 23 jaar Trajectprijs : € 4.080,00 (financiering vanuit OCW).
BSW/2011.89
11
Aantal beschikbare plaatsen per jaar Aantal jongeren ingestroomd in 2010 Rendement
: Op jaarbasis kunnen 24 jongeren in traject worden genomen : 24 jongeren : School (BOL of BBL) 11 jongeren Werk 6 jongeren 7 jongeren hebben het traject niet afgemaakt. Hiervan zijn 3 jongeren afgehaakt en 4 jongeren zijn in de hulpverlening of detentie terecht gekomen. (De cijfers zijn voorlopige resultaten. De definitieve resultaten worden in het jaarverslag gepubliceerd.) Bijzonderheden/knelpunten : Project voorziet in een behoefte. Er bestaat grote tevredenheid over de methodiek waarbij maatwerk wordt geboden. De trajectprijs wordt in 2011 opgehoogd naar € 4.500,00 om te zorgen dat het project voldoende middelen heeft om de kwaliteit te behouden.
D’Roem
Omschrijving D’Roem is een particulier initiatief met een cateringbedrijf dat zich ten doel stelt om kansarme jongeren en tienermoeders van 14 tot 27 jaar meer mogelijkheden te bieden en hun kansen te vergroten op arbeidsparticipatie, vervolgonderwijs en/of dagbesteding zodat zij uit hun sociale isolement komen. D’Roem werkt aan empowerment en zelfontplooiing van de jongeren. Veel jongeren stromen daarna door naar een BBL (of BOL) opleiding voor horeca, SPW of zorg. Doelgroep : Kansarme jongeren van 14 - 27 jaar die geen dagbesteding hebben en nog geen keuze kunnen maken Trajectprijs : € 2.500,00 (financiering vanuit OCW). Aantal beschikbare plaatsen per jaar : Op jaarbasis kunnen 18 jongeren in traject worden genomen. Aantal jongeren ingestroomd in 2010 : 24 jongeren Rendement : School 7 jongeren Werk 5 jongeren 3 jongeren zijn een intensief hulpverleningstraject ingegaan 6 jongeren zijn afgehaakt (terug naar VSV) 3 jongeren zitten nog in het traject Bijzonderheden/knelpunten : Project voorziet in een behoefte. Er bestaat grote tevredenheid over de methodiek waarbij maatwerk wordt geboden. De trajectprijs wordt in 2011 opgehoogd naar € 3.750,00 om te zorgen dat het project voldoende middelen heeft om de kwaliteit te behouden.
BSW/2011.89
12
Jongeren Toezicht Team (JTT)
Omschrijving Het doel van het JTT is om de maatschappelijke positie van de jongeren te verbeteren met als uiteindelijke doel het zelf vinden van een baan of het volgen van een opleiding. Onder de begeleiding van politie houden jongeren toezicht op openbare plekken zoals in het centrum. Tot de doelgroep behoren jongeren tussen de 16 en 23 jaar, die om uiteenlopende redenen nog niet in staat zijn zelfstandig een positie in onze maatschappij te verwerven. De jongeren worden begeleid door politiefunctionarissen van het korps Haaglanden en een jongerenwerker. Doelgroep : Haagse jongeren tussen de 16 en 23 jaar oud die geen vaste baan hebben en niet op school zitten. Trajectprijs : € 12.900 (exclusief 4 fte politieinzet) (financiering vanuit de BSD en SZW) Aantal beschikbare plaatsen per jaar : In 2010 waren er 36 trajecten beschikbaar voor jongeren. Aantal jongeren ingestroomd in 2010 : In 2010 waren er 34 jongeren aangemeld Rendement : School 13 jongeren(positieve uitstroom) Werk 11 jongeren (positieve uitstroom) Terug gemeld 10 jongeren (negatieve uitstroom) Bijzonderheden/knelpunten : Door het lage aantal aanmeldingen zijn er nu gesprekken gaande om het project op te laten gaan in de nieuwe projectvorm: City Sport Stewards (zie hieronder).
City Sport Stewards
Omschrijving Is een nieuw project dat gebaseerd is op de principes van het JTT, maar richt zich meer op het hospitality en toezicht. De City Sport Steward werkt vanuit het basisconcept “Service with a Smile” en is hiervoor ook getraind. Naast de specifieke kennis van de stad met alle toeristische informatie is de jongere ook in staat om te werken bij (grootschalige) evenementen. Juist hier speelt een getrainde medewerker een grote rol in de beleving van bezoekers. Een goede ontvangst, begeleiding en ondersteuning van bezoekers draagt bij tot een positief beeld van de stad. De City Steward is van aanvullende meerwaarde naast de inzet van professionals zoals politie, stadstoezicht en beveiliging. Binnen het concept City Sport Steward is de training sportsteward de basis met de bijbehorende modules/trainingen. Deze training is al bekend en gaat ook worden verzorgd voor jongeren die via de gemeente worden aangemeld bij het ROC ID College, dat een nauwe samenwerkingsrelatie heeft met de Stichting City Steward en wordt in samenwerking met ADO Den Haag vorm gegeven. Jongeren halen in een aantal weken tijdens het project hun MBO niveau 1. Het project heeft als doel door te stromen naar een opleiding beveiliger of medewerker sport. Doelgroep : Jongeren tussen de 16 en 30 jaar zonder startkwalificatie. Trajectprijs : € 3.500,00 (financiering vanuit OCW, BSD en SZW). Aantal beschikbare plaatsen per jaar : Op jaarbasis kunnen 34 deelnemers geplaatst worden. Aantal jongeren ingestroomd in 2011 : 17
BSW/2011.89
13
Rendement
: De eerste groep jongeren volgt op dit moment nog het project. De verwachting is dat van de eerste groep 16 van de 17 jongeren slaagt. Het grootste deel zal doorstromen naar een vervolgopleiding. Bijzonderheden/knelpunten : Er zijn op dit moment gesprekken gaande om het JTT onder City Sport Stewards te laten vallen. Jongeren worden in dit geval net als bij het JTT ingezet als surveillant tijdens koopavonden en bij evenementen. Het voordeel is dat ze naast het surveilleren een goede begeleiding ontvangen en hun MBO niveau 1 kunnen behalen.
Stichting Trix
Omschrijving De Stichting Trix is een erkend leerbedrijf (lassen, schilderen etc.) voor de re-integratie en rehabilitatie van jongeren en volwassenen die om uiteenlopende redenen niet aan het werk komen, of dat niet weten te behouden. De jongeren die bij de Trix een traject volgen hebben in de meeste gevallen geen startkwalificatie omdat zij hun school niet hebben afgemaakt. De activiteiten die worden uitgevoerd onder leiding van ervaren leermeesters zijn het (ver)bouwen van vaartuigen. Dit leidt wel tot een diploma, maar (nog) niet tot een startkwalificatie. Doelgroep : Jongeren en volwassenen met vaak een justitiële achtergrond. Trajectprijs : € 24.450 tot € 38.000 per deelnemer (Op basis van gemiddelde bezetting van 9 - 14 deelnemers). Totale kosten Trix per jaar: 342.250 euro (financiering vanuit SZW en BSD), excl. verbouw / nieuwbouw loods. Aantal beschikbare plaatsen per jaar : 24 Aantal jongeren ingestroomd in 2010 : 46 Rendement : - 28 jongeren hebben het traject niet afgerond (negatieve uitstroom) - 3 jongeren einde taakstraf (neutrale uistroom) - 3 jongeren zijn uitgestroomd naar een baan (positieve uitstroom) - 16 jongeren nog steeds in het traject (waarvan 4 jongeren zijn ingestroomd in 2009) Totaal: 50 jongeren waarvan 3 positieve uitstroom Bijzonderheden/knelpunten : Van de 16 aanwezige jongeren vallen 4 deelnemers onder de SZW doelgroep (ontvangen een uitkering). Andere aanmeldende instanties zijn bijvoorbeeld Jeugdzorg, Jeugdreclassering, justitie, het onderwijs, Parnassia, verschillende instanties uit de regio onder andere uit Delft en Zoetermeer. De jongeren die worden gemeld zijn veelal kwetsbare jongeren met verslavingsproblemen, laag IQ, detentieverleden etc. Het is van wezenlijk belang dat de kwaliteit van ondersteuning aan de jongeren verbetert. Door een strengere selectie aan de poort komen alleen die jongeren bij Trix terecht die onder de doelgroep vallen. Met een goede begeleiding gedurende het traject en een gerichte uitstroom naar school of werk worden de jongeren ondersteund naar een betere toekomst.
BSW/2011.89
14
Het resultaat in 2010 waarbij 3 jongeren uitgestroomd zijn naar een baan zou in 2011 beduidend verhoogd moeten worden. Helaas zijn geen van de deelnemers uitgestroomd naar het onderwijs.
Werkmaat
Omschrijving Werkmaat is een training, specifiek gericht op jongeren die nog geen startkwalificatie hebben, maar deze niet binnen het reguliere onderwijs kúnnen behalen. Dit is een BOL opleiding op MBO-1 niveau (Arbeidsmarkt geKwalificeerd Assistent), die in nauwe samenwerking tussen de gemeente en ROC Mondriaan wordt aangeboden, buiten de reguliere schoolmuren. Het doel van Werkmaat is om meer jongeren (op weg te helpen om) hun startkwalificatie te laten behalen en hen goed te laten door- of uitstromen naar een vervolgopleiding of een baan. Het diplomarendement van de eerste 13 Werkmaat groepen uit schooljaar 2009-2010 was bijna 60%. Jongeren worden geplaatst in kleinere klassen, krijgen extra begeleiding en volgen veel praktijkonderwijs. Daarmee passen deze trajecten goed in het door het rijk gevoerde beleid om schooluitvallers, voortijdige schoolverlaters en jeugdige werklozen alsnog via een opleiding naar een startkwalificatie te leiden. Doelgroep : Jongeren tot 27 jaar die niet op school zitten, geen werk hebben en geen startkwalificatie hebben en deze ook niet binnen het reguliere onderwijs kunnen behalen Trajectprijs : € 6.000,00 (financiering vanuit SZW en OCW) Aantal beschikbare plaatsen per jaar : 140 - 240 Aantal jongeren ingestroomd in 2010 : 234 Rendement : Van de deelnemers heeft bijna 60% het MBO 1 diploma behaald. Van deze jongeren is 86 procent bezig met een vervolgopleiding (ruim 100) op minimaal niveau 2 of heeft een baan gevonden (11). Bijzonderheden/knelpunten : Werkmaat is in het kader van de regionale aanpak jeugdwerkloosheid ook gestart in Zoetermeer en Delft.
The Working Class
Omschrijving Doel van The Working Class is het scholen en trainen van jongeren en hen onder intensieve begeleiding ervaring laten opdoen in administratief werk. The Working Class biedt jongeren een stageplek aan van zes maanden om werkervaring op te doen in een echt bedrijf. Samen met de begeleiders van The Working Class wordt gekeken welke opleiding/ cursus een jongere nog nodig hebt. Naast de stage wordt de jongere ook geholpen om een betaalde baan te vinden. Deze stage is een opstap naar een nieuwe baan. Verder is er ook veel aandacht voor de ontwikkeling en creativiteit van de jongere in deze stage.
BSW/2011.89
15
Doelstelling: jongeren ervaring laten opdoen in administratief werk, door middel van begeleiding/scholing naar een baan van minimaal zes maanden, het aantal trajecten bedraagt 50. Doelgroep : WIJ doelgroep + WWB (27+) Trajectprijs : € 4.260,00 (financiering vanuit SZW) Aantal beschikbare plaatsen per jaar : 50 Aantal jongeren ingestroomd in 2010 : 10 Rendement : In 2010 is iedereen uitgestroomd - 7 naar een baan (positieve uitstroom) - 3 negatief Bijzonderheden/knelpunten : Goede uitstroomresultaten die aan de verwachtingen voldoen.
Aan de Bak
Omschrijving Project van de praktijkschool Johan de Witt, waarbij een coach uitvallers uit het onderwijs in de wijk oppakt met als doel hen (terug) te leiden naar school of werk. Dit project maakt onderdeel uit van de integrale aanpak Campus Teniersplantsoen. Het aantal trajecten is 20 op jaarbasis en de trajectduur loopt van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2012. Doelgroep : Schoolverlaters en werkzoekenden Trajectprijs : € 3.375,00 (financiering vanuit SZW) Aantal beschikbare plaatsen per jaar : 12 Aantal jongeren ingestroomd in 2010/2011: in 2010/2011 zijn er in totaal 28 jongeren ingestroomd. Rendement : Van 28 plaatsingen zijn nog 17 in traject - 8 positieve uitstroom (4 werk + 4 terug naar school) - 3 negatieve uistroom Bijzonderheden/knelpunten : De definitieve resultaten over 2010 worden in het 2e kwartaal 2011 verwacht. NB: Op jaarbasis mogen er 20 mensen instromen, waarvan 12 naar werk of school.
Beveiligingsproject, gastheer/gastvrouw SCDW
Omschrijving Aan het werkgelegenheidsproject Beveiliging nemen niet alleen jongeren, maar ook volwassenen deel. Deelnemers worden opgeleid tot beveiliger en volgen daartoe de opleiding Beveiliging II, in combinatie met gastheer/gastvrouw van de Stichting Culturele Detachering Werkzoekenden (SCDW) die langdurig werklozen opleidt naar een reguliere baan in de beveiligingsbranche. Na het behalen van het diploma worden de deelnemer uitgeplaatst op een reguliere arbeidsovereenkomst. Doelgroep : WIJ doelgroep + WWB (27+) Trajectprijs : € 4.485,00 (financiering vanuit SZW) Aantal beschikbare plaatsen per jaar : 60-120 Aantal jongeren ingestroomd in 2010 : 68
BSW/2011.89
16
Rendement
: 2009/2010: 98 deelnemers met Opstap of Ooievaar. 91 zijn nog bezig met behalen MBO 2 (startkwalificatie) - 2 uitstroom positief - 5 negatief Vanaf 2011: 23 plaatsingen met behoud van uitkering. Bijzonderheden/knelpunten : Resultaatverwachting: 80% behaalt het gewenste diploma en 70-75% vindt een reguliere baan (al dan niet met ondersteuning van de gemeente) Resultaten in de loop van 2011 bekend.
JIT Zorg (Jeugd Interventie Team, Trajecten van Bureau Jeugdzorg)
Omschrijving Het JIT streeft in de begeleiding naar deelname van iedere jongere aan een werk- of leertraject. Bij een aantal bemiddelt het JIT rechtstreeks naar werk of school en bij een groot aantal worden de diensten van Werkplein ingeschakeld. Het JIT heeft te maken met een kwetsbare groep die soms veel problemen en stress ondervindt. De uitgangspunten kunnen worden waargemaakt door verbetering van de klantgerichtheid en concrete samenwerkingsafspraken tussen het JIT en de verschillende diensten van het Werkplein. Doelgroep : Jongeren die bij aanmelding tussen de 17 en 27 jaar zijn met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en het reguliere onderwijs. Bij de doelgroep is sprake van een combinatie van belemmeringen, die leiden tot een geringe belastbaarheid en zelfredzaamheid in relatie tot werk en opleiding. Trajectprijs : € 9.761,00 (financiering vanuit SZW) Aantal beschikbare plaatsen per jaar : Op jaarbasis kunnen 60 jongeren in traject worden genomen. Aantal jongeren ingestroomd in 2011 : 60 Rendement : 86 % van de jongere heeft vooruitgang geboekt op één of meerdere leefgebieden. Bijzonderheden/knelpunten : In 2010 zijn 60 trajecten ingekocht met bijbehorend bedrag van € 585.660,00. In 2011 is dit aantal bijgesteld naar 30 trajecten met bijbehorend bedrag van € 292.830,00. In 2011 wordt tevens bekeken hoe de JIT trajecten nog meer kunnen worden gericht op uitstroom naar school of werk. Met vriendelijke groet, de wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie, H.P.M. Kool