Wetenschappelijk onderzoek binnen Zorggroep Groningen Resultaten WOC 2014
Oktober 2014 Maarten Westmaas Nicolien Ottens
“Omdat het tijdens mijn bachelor onderzoek zo goed was bevallen binnen Zorggroep Groningen en alle medewerkers zo behulpzaam waren, heb ik er voor gekozen mijn master-onderzoek opnieuw bij Zorggroep Groningen aan te vragen.”
- Mirelle Goselink, student bewegingswetenschappen actief bij het onderzoek naar zithouding bij gevorderde Parkinson patiënten (2014)
2
Inhoudsopgave
Inleiding EBC Academy
4
Bewegen bij dementie
5
Ziekte van Parkinson
6
Geriatrische Revalidatie
7
Innovatie binnen de DBC-GRZ
9
Overige onderzoeken
10
Naar 2015
11
3
Inleiding EBC Academy In 2013 is begonnen met het neerzetten van de organisatiestructuur van de EBC Academy. Hieronder valt het formeren van de Wetenschappelijke Onderzoekscommissie (WOC), het stroomlijnen en verwerken van de onderzoeksverzoeken en het genereren van onderzoeksvragen van de werkvloer. Het jaar 2014 was dan ook het eerste jaar dat volledig via de EBC Academy-structuur is gewerkt. Organisatorisch is er nog een aantal wijzigingen opgetreden, maar de structuur voor het doen van wetenschappelijk onderzoek stond er en was voor de hele organisatie helder. Op 15 januari 2014 is de samenwerkingsovereenkomst tussen Zorggroep Groningen (ZGG), de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en de Hanzehogeschool Groningen ondertekend. In de rest van het jaar is intensief met deze organisaties samengewerkt. In 2014 hebben de onderzoekscoördinatoren alle verzoeken tot het doen van wetenschappelijk onderzoek onder ogen gekregen, beoordeeld en verwerkt. In de eerste 3 kwartalen van 2014 waren dat 23 verzoeken. Daarnaast is er binnen de WOC een gedragscode opgesteld en zijn er steeds meer vragen van de werkvloer naar boven gekomen. Ook is er met enige regelmaat via intranet, kwartaalrapportages, website en diverse overlegvormen gecommuniceerd over de lopende of afgeronde projecten. Vanwege het grote aantal onderzoeksverzoeken op verschillende terreinen binnen de zorg, is in 2014 in de WOC besloten om te gaan werken met drie grote onderzoekslijnen, dit als extra afbakening naast de ‘Criteria voor het doen van wetenschappelijk onderzoek binnen ZGG’ (welke in 2014 ook aangescherpt en uitgebreid zijn). Hiermee is een duidelijke professionaliteitslag gemaakt. De drie onderzoekslijnen voor ZGG zijn:
Bewegen bij dementie M. Parkinson DBC-GRZ
Verzoeken die binnen deze drie categorieën vallen krijgen voorrang binnen de WOC. Wel is er nog een extra categorie;
Overigen
In deze categorie gaat het om onderzoeksverzoeken van buitenaf die niet binnen de drie eerder genoemde onderzoekslijnen passen, maar die toch van grote waarde zouden kunnen zijn voor de cliënten of de organisatie van Zorggroep Groningen. Op de volgende pagina’s zullen de onderzoeken die in 2014 binnen Zorggroep Groningen uitgevoerd zijn verder belicht worden.
4
Bewegen bij dementie In 2012 verscheen ‘De Staat van de Gezondheidszorg: Preventie in de curatieve en langdurige zorg: noodzaak voor kwetsbare groepen.’ Hier geeft de inspectie vorm aan zes voorbeeldprojecten in de curatieve en langdurige zorg. Hierin staat: “Ouderen in instellingen bewegen veel te weinig. Driekwart van de bewoners van verzorgingshuizen en 9 van de 10 bewoners van verpleeghuizen is lichamelijk inactief. Hoewel cijfers ontbreken over de lichamelijke activiteit van ouderen in psychogeriatrische instellingen, is het gezien hun ziektebeeld aannemelijk dat zij nog minder bewegen. Dit is een onwenselijke situatie, want wie niet actief beweegt heeft een grotere kans op incontinentie, botontkalking en valincidenten. Daarnaast heeft inactiviteit invloed op hoe mensen cognitief functioneren.” A. Gezond ouder worden met dementie (Willem Bossers) (verzoek van buitenaf) In dit kader hebben we in 2012 samen gewerkt met promovendus Willem Bossers die in zijn promotieonderzoek binnen ZGG onderzoek heeft gedaan naar de effecten van lichamelijk bewegen op de zorgzwaarte en de cognitie. Beiden bleken positief beïnvloed te worden. Het proefschrift is in december 2014 verschenen. ZGG is uitgenodigd de verdediging bij te wonen. B. Gecombineerde bewegingsinterventie met wandelen en krachtoefeningen bij mensen met dementie (Hilde Giezen) (verzoek van buitenaf) Vervolgens is bachelor onderzoeker Hilde Giezen binnen dit onderzoek verder gegaan met een deelopdracht om te bekijken of het beweegprogramma nog specifieker voor de patiënt gemaakt kon worden. Door een (te) kleine onderzoeksgroep konden hier geen harde uitspraken over worden gedaan. C. Physical activity implementation in residential care homes: barriers and facilitators (Christiene Hiddink) (verzoek van buitenaf) Christiene Hiddink, masterstudent bewegingswetenschappen, deed onderzoek naar barrières en mogelijkheden voor de implementatie van fysieke activiteit bij patiënten met dementie. In dit onderzoek worden vergelijkingen getrokken tussen succesvolle implementatietrajecten van beweegprogramma’s en de situatie binnen ZGG. Welke factoren bepalen het succes van een bewegingsprogramma. Uit dit onderzoek komen verschillende factoren aan het licht die het succes dan wel het mislukken van een implementatietraject voor bewegen op PG afdelingen beïnvloeden. Deze factorene kunnen worden gebruikt wanneer het bewegingsbeleid daadwerkelijk wordt geïmplementeerd. Symposium Naar aanleiding van het grote promotieonderzoek van Willem Bossers hebben de onderzoekscoördinatoren van de WOC in januari 2014 een minisymposium georganiseerd waarop op inspirerende wijze de theorie en de praktijk samen kwamen. Op deze manier werd de droge en soms taaie wetenschap op een leuke wijze naar de werkvloer gebracht. Via het intranet is hier verslag van gedaan.
5
Ziekte van Parkinson A. Zithouding bij de vergevorderde Parkinson patiënt. Ontwikkeling van een zitvoorziening. (Onderzoeksvraag vanuit ZGG, afdeling ergotherapie) De eerste wetenschappelijke onderzoeksvraag waarmee de onderzoekscoördinatoren in 2012 mee aan de slag zijn gegaan kwam van de afdeling ergotherapie in Maartenshof. De vraag was hoe de zithouding van vergevorderde Parkinson patiënten verbeterd kon worden. In samenwerking met de RUG en de onderzoekscoördinatoren van ZGG is er een onderzoekslijn gestart waarin diverse groepen studenten na elkaar participeerden met het uiteindelijke doel: het ontwikkelen van een speciale Parkinson-rolstoel. Doordat er bij deze categorie cliëntencategorie simpelweg nog geen onderzoek is gedaan, moest deze onderzoeksvraag vanaf een echt nulpunt gestart worden. Op systematische wijze is er met behulp van de studenten en universiteit (RUG) onderzoek gedaan. Concreet is er: 1- Eerst uitgebreid literatuuronderzoek gedaan; 2- Een observatie-instrument ontwikkeld op basis van video-analyses en interviews met specialisten op dit gebied. Het resultaat: De ‘Groninger Parkinson Eating Assesment’ (GPEA) (voor ergotherapeuten) en de GPEA-light versie voor verzorgenden. GPEA-light is een screeningslijst op basis waarvan besloten kan worden om de ergotherapeuten in te schakelen; 3- Uitgebreide aanpassingen en betrouwbaarheidsanalyses gedaan van beide observatieinstrumenten. Dit heeft geleid tot betrouwbare observatie-instrumenten die bruikbaar zijn in de praktijk; 4- Toepassen van de GPEA in de praktijk om de problematiek binnen ZGG in kaart te brengen en contact leggen met rolstoelfabrikanten (najaar 2014 en 2015). Dat het ontwikkelen van dergelijke producten op basis van wetenschappelijk onderzoek tijd kost is duidelijk, maar langzaam komen we steeds dichterbij het antwoord op onze vragen. Wanneer de speciale Parkinson-rolstoel er is weten we nog niet. We verwachten wel dat we in 2015 meer duidelijkheid hebben over de verschillende eisen waar een dergelijke zitvoorziening aan moet voldoen. Daarnaast zouden de resultaten van het onderzoek en de ontwikkeling van de GPEA en de GPEA-light versie gepubliceerd kunnen worden. B. Het ontwikkelen van een transferprotocol voor vergevorderde Parkinson patiënten. (Onderzoeksvraag vanuit ZGG, afdeling fysiotherapie) Opnieuw een vraag van de werkvloer van ZGG en waar de wetenschappelijke literatuur het laat afweten. Op welke wijze kunnen vergevorderde M. Parkinson patiënten het beste de transfers samen met verzorgenden uitvoeren. Welke hulpmiddelen kunnen worden ingezet en welke strategieën zijn het meest effectief, voor zowel de cliënt als de hulpverlener? Dit transferprotocol zal eind 2014 gereed zijn, maar dient dan ook geïmplementeerd te worden. C. Medical Taping bij de ziekte van Parkinson. (Onderzoeksvraag vanuit ZGG, afdeling logopedie) In mei 2014 kwam van de afdeling logopedie van het EBC Groningen de vraag of het bij kinderen bewezen effectieve ‘Medical Taping’ ook niet effectief kon zijn bij Parkinson patiënten. “Op welke wijze kan met tape de speekselvloed, mondsluiting, slikken en voedselinname worden beïnvloed?” De onderzoekscoördinatoren hebben deze vraag opgepakt en uitgezet bij de Hanzehogeschool. Er zijn gesprekken gaande om deze vraag binnen een kenniswerkplaats door studenten te laten oppakken. Een kenniswerkplaats is een plek waar onderzoeksvragen op een multidisciplinaire wijze worden beantwoord. In dit geval zullen er studenten en docenten van diverse opleidingen gezamenlijk naar dit probleem kijken (logopedie, diëtetiek en fysiotherapie). In 2014 wordt hier een start mee gemaakt en de eerste resultaten zullen in 2015 worden verwacht.
6
Geriatrische Revalidatie In 2014 is de derde onderzoekslijn naar Geriatrische revalidatie (DBC-GRZ) gestart. Dit is een grote doelgroep binnen ZGG. Op vele terreinen zijn er door middel van wetenschappelijk onderzoek winsten te behalen in nieuwe inzichten, nieuwe behandelmethodes en innovatieve oplossingen voor bestaande vraagstukken. Ook kan de wetenschappelijke onderbouwing van de binnen ZGG gegeven therapieën (en daarmee de zorgpaden) hierdoor flink versterkt worden. Uiteindelijk leidt dit tot betere wetenschappelijk onderbouwde therapieën, innovatieve producten, sneller ontslag en daarmee kostenreductie. In 2014 zijn we gestart met: A. Het ontwikkelen van een e-learning module electieve orthopedie. (Onderzoeksvraag vanuit ZGG, afdeling fysiotherapie) Informatie, adviezen en oefeningen na een Totale heup/knie Artroplastiek, die cliënten zelf op de website van het EBC kunnen vinden. Deze staat inmiddels op intranet en wordt met name door fysiotherapeuten gebruikt. B. Literatuuronderzoek naar de meest effectieve kracht- en conditietraining bij electieve orthopedie (Totale heup- en Totale knie Artrodese) voor de fysiotherapie. (Onderzoeksvraag vanuit ZGG afdeling fysiotherapie) De wetenschappelijke literatuur laat in dit onderzoek zien dat er zwaardere kracht- en conditietraining gedaan moet worden bij deze categorie cliënten, waarbij ook een rustdag ingepland dient te worden. Dit zal consequenties hebben voor het Zorgpad Electieve Orthopedie. Deze wetenschappelijke informatie wordt op diverse plekken binnen de organisatie gebruikt om te komen tot de beste fysiotherapeutische behandeling binnen deze revalidatie. Zo is de afdeling fysiotherapie onderling bezig de consequenties te vertalen naar de praktijk. Op welke wijze zal er dan anders getraind gaan worden en welke meetinstrumenten horen hierbij? Het expertiseteam Orthopedie zal een vertaling naar het Zorgpad maken en de werkgroep DBC-GRZ gaat samen met het expertiseteam en de onderzoekscoördinatoren met de orthopeden en therapeuten van het Martini Ziekenhuis om tafel om dit binnen de keten verder te ontwikkelen. Voor 2015 is het idee dit wetenschappelijk onderzoek verder uit te bouwen in samenwerking met het Martini Ziekenhuis en de kennisinstellingen. Dit betekent dat er overeenstemming moet worden bereikt over de te gebruiken meetinstrumenten (klinimetrie), de wijze van vastlegging van gegevens (aanleggen van een database) en het implementeren van een veranderde (fysio-)therapiewijze. Voor de wetenschappelijke onderzoekscommissie en de onderzoekscoördinatoren zijn de wetenschappelijke vragen hierbij van belang. Enkele van de eerste vragen zijn die van vertraagd herstel: -
Kunnen we de mensen die een vertraagd herstel laten zien (en dus langer in een ziekenhuis en/of verpleeghuis liggen dan verwacht in het zorgpad) van te voren al identificeren (herkennen) om met gerichte therapie beter te kunnen helpen?
-
Kunnen we een vertaling maken naar de doelgroep Traumatologie, de cliënten die thuis gevallen zijn en iets hebben gebroken? (Eén derde van de totale productie DBC-GRZ). Kunnen we de kwetsbare populatie, die langer over hun revalidatie doen, er uit filteren en gerichter helpen? En daarmee de ligduur bekorten?
-
Balanstraining bij traumatologie. Wat is de beste balanstraining bij de doelgroep Traumatologie. En wat is de beste wijze om met (val-)preventie om te gaan? (Een belangrijk onderwerp binnen Healthy Aging).
Allerlei zeer relevante vragen, die met wetenschappelijk onderzoek en goede samenwerking met het Martini Ziekenhuis en de kennisinstellingen beantwoord zou kunnen worden.
7
Er liggen goede kansen en mogelijkheden binnen de doelgroep DBC-GRZ. Enerzijds om de therapieën te optimaliseren naar de nieuwste wetenschappelijke inzichten en anderzijds om de ligduur te verkorten.
8
Innovaties binnen de DBC-GRZ via de WOC A. Het ontwikkelen van een belastingzool bij traumapatiënten die niet volledig mogen belasten. (Onderzoeksvraag vanuit ZGG, afdeling fysiotherapie) In 2014 kwam er een vraag van de afdeling fysiotherapie of er een zool gemaakt kon worden met sensoren erin, die de belasting kunnen meten. Mobiele weegschaaltjes in de schoen als het ware. Dit omdat binnen Traumatologie door orthopeden en chirurgen vaak aangegeven wordt dat cliënten maar beperkt belast mogen worden. Deze onderzoeksvraag is neergelegd bij Imdi SPRINT: SPRINT is een nieuw Center of Research Excellence dat in 2011 is opgericht. Het richt zich op het verbeteren en herstellen van de mobiliteit van ouderen, een doel dat in onze sterk vergrijzende westerse samenlevingen steeds belangrijker wordt. Sprint staat voor: Smart Prevention, Rehabilitation & INtervention Technologies for improved mobility. Vele instellingen en bedrijven participeren hierin waarbij de basis ligt in het UMCG en de RUG. Voor het doen van onderzoek en het ontwikkelen van zorgproducten en innovaties is SPRINT een strategische partner voor ZGG. De prototypes voor de belastingzool worden in oktober 2014 verwacht en zijn dus bedoeld voor mensen die na een botbreuk maar beperkt mogen belasten. Hierdoor wordt het mogelijk om ook tijdens het lopen bijvoorbeeld inzicht te krijgen in de belasting. Dit is voor zowel de cliënt als de therapeut van belang als ook voor de verpleging die de belasting tijdens de transfers in de gaten kan houden. B. Ontwikkeling van een squat apparaat (LEMED) in combinatie met een exergame. (Onderzoeksvraag van SPRINT) Kwetsbare ouderen hebben vaak een aanzienlijke achteruitgang in de spierkracht van hun grote beenspieren. Ze hebben minder beenkracht dan gezonde leeftijdsgenoten. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit goed te trainen is middels de squatbeweging. Een soort kniebuiging. Binnen Zorggroep Groningen wordt een prototype van de LEMED; een pneumatische squatmachine, getest in combinatie met twee verschillende exergames. Exergames zijn computergames die het oefenen (‘exercise’) leuk en uitdagend moeten maken. Eind 2014/begin 2015 wordt de proefopstelling verwacht. Met dit onderzoek verwachten we bij te kunnen dragen aan een betere en leukere training na valincidenten en het voorkomen van nieuwe valincidenten.
9
Overige onderzoeken A. FOLlow-Up Onderzoek naar levenseindezorg bij dementie (Verzoek van buitenaf VUMC) In oktober 2014 verscheen het FOLlow-Up onderzoeksrapport naar kwaliteit van levenseindezorg bij dementie. Dit onderzoek vond plaats van 9 februari 2012 tot 18 mei 2014 in Innersdijk. Het werd uitgevoerd door het VU-MC te Amsterdam. Hierin werd de kwaliteit van de levenseindezorg gemeten door enquêteonderzoek. Het resultaat was dat we het, ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde, goed deden. Ook kwamen er aanbevelingen uit waar we de palliatieve zorg nog op kunnen verbeteren. Naar aanleiding van het FOLlow-Up onderzoek wordt er een interactief symposium gehouden voor alle deelnemende zorginstellingen. Zorggroep Groningen is hierbij vertegenwoordigd door de voorzitter van het Expertiseteam Palliatief. Het onderzoek zou kunnen dienen als basismeting voor het Palliatieve beleid van Zorggroep Groningen. Het onderzoek is door de onderzoekscoördinatoren aangeboden aan: - Het Expertiseteam Palliatief - Rondgestuurd naar de afdelingshoofden - Er heeft een bericht op intranet gestaan B. Het effect van een waarschuwingspictogram op het geautomatiseerd geneesmiddeldistributiesysteem (GDS) op de frequentie van medicatiefouten, als gevolg van ongeoorloofd malen van medicatie in verpleeghuizen. (Stefen van Welie, Klinische farmacie) Verzoek van buitenaf) Dat er tijdens de medicatiedeling binnen zorginstellingen vaak fouten worden gemaakt met het malen van medicijnen, was al bekend. Wat een eventuele oplossing zou kunnen zijn om dit foutenpercentage naar beneden te brengen was onderwerp van de studie van Stefen van Welie. Eerst bracht hij het aantal fouten van een steekproef binnen drie verpleeghuizen in kaart (woonafdelingen 4 en 5 van Maartenshof deden mee). Het percentage fouten was 3,1%. Vervolgens heeft hij een pictogram op de medicijnzakjes ontwikkeld, een korte scholing gegeven en een poster opgehangen. Daarna heeft hij opnieuw gemeten en bleek het aantal fouten teruggebracht tot 0,5%. Resultaat van dit onderzoek was dat het pictogram binnen het apothekerssysteem is ingevoerd en dat de resultaten van het onderzoek worden gepubliceerd. Zorggroep Groningen kan trots zijn dat het heeft meegewerkt aan dit onderzoek en er zo aan heeft bijgedragen het aantal fouten met het malen van medicatie te helpen verminderen.
10
Op naar 2015 Nu de eerste resultaten van de EBC Academy een feit zijn is het goed naar het volgende jaar te kijken. De ingeslagen weg en organisatiestructuur lijken goed te werken. Er wordt op basis van heldere criteria onderscheid gemaakt tussen onderzoeken waar we wel en niet aan mee willen doen. De resultaten worden meer teruggebracht in de organisatie en de resultaten dragen positief bij aan de kerntaken van Zorggroep Groningen. De samenwerking met de kennispartners verloopt goed en inspirerend en de resultaten van wetenschappelijk onderzoek vinden hun weg naar de werkvloer in de verandering van handelen. In 2015 willen de onderzoekscoördinatoren verder gaan op de ingeslagen weg waarbij een aantal aandachtspunten verder uitgewerkt zullen worden: -
Verdere uitwerking onderzoekslijn DBC-GRZ (met de eerder genoemde onderzoeksvragen); Binnen de Cure kijken of de discipline Zorg een grotere rol kan krijgen binnen het onderzoek. Deze discipline meer betrekken; Blijven stimuleren en genereren van onderzoeksvragen van de werkvloer; Door te gaan met innovatieve productontwikkeling (belastingszool, Parkinson rolstoel, exergames bij squattraining met de LEMED); Het schrijven van ten minste één artikel en deze gepubliceerd krijgen; Begin maken met de opzet van een database voor DBC-GRZ (SPSS, Excell klinimetrie gekoppeld aan Cura of ECD?); Hulp zoeken bij het financieel rond krijgen van de activiteiten van de WOC. Zoals zoeken naar subsidies, crowdfunding, aanvullende financiering etc).
11