Wet- en regelgeving mr. drs. J.E. Janssen en mr. M.E. Brinkman*
In deze rubriek wordt ingegaan op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving in Europa en Nederland alsmede op ontwikkelingen die naar verwachting op korte termijn tot dergelijke wijzigingen zullen leiden.
Europa Verordening betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PbEU 2011, L 326/1)
Op grond van de bovengenoemde verordening (de ‘Regulation on Energy Markets Integrity and Transparency’ en derhalve veelal de ‘REMIT-verordening’ genoemd) is het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (hierna: het Agentschap) op 18 april 2012 een openbare consultatie gestart over een formulier waarmee marktdeelnemers zich bij nationale regulerende instanties moeten laten registreren en de wijze waarop de nationale regulerende instanties op grond van art. 9, derde lid, REMIT-verordening de betreffende informatie verstrekken aan het Agentschap. De consultatie is op 21 mei 2012 gesloten. Het consultatiedocument is gepubliceerd op www.acer.europa.eu. Krachtens art. 9, derde lid, REMIT-verordening is het Agentschap verplicht om uiterlijk op 29 juni 2012 het registratieformulier en de wijze waarop de nationale regulerende instanties deze informatie aan het Agentschap dienen te verstrekken bekend te maken.
Elektriciteit: Draft Network Code on Capacity Allocation and Congestion Management
Nadat het Agentschap op 29 juli 2011 het kaderrichtsnoer ten aanzien van capaciteitsallocatie en congestiebeheer voor elektriciteit had vastgesteld (zie NTE 2011, nr. 4), heeft het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit (hierna: het ENTSB-E) op 23 maart 2012 met toepassing van art. 16 van Verordening (EG) nr. 714/2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (hierna: Verordening (EG) 714/2009) een conceptversie van de Europese netcode voor capaciteitsallocatie en congestiebeheer voor elektriciteit opgesteld en deze overeenkomstig art. 10 Verordening (EG) 714/2009 ter consultatie gepubliceerd op haar website (www.entsoe.eu). De netcode moet gaan voorzien in regels met betrekking tot de berekening van capaciteit en de allocatie van dagelijkse en intradagelijkse capaciteit. De consultatie is op 23 mei 2012 gesloten. Thans ontwikkelt het ENTSB-E in overeenstemming met art. 6, zesde lid en verder, Verordening (EG) nr. 714/2009 een definitieve netcode voor capaciteitsallocatie en congestiebeheer voor elektriciteit, welke zal worden teruggezonden naar en beoordeeld door het Agentschap en daaropvolgend worden voorgelegd aan de Europese Commissie (hierna: de Commissie).
Elektriciteit: Draft Framework Guidelines on Electricity Balancing
Op 24 april 2012 is het Agentschap met toepassing van art. 6, tweede en derde lid, Verordening (EG) 714/2009 een openbare consultatie gestart (tot 25 juni 2012) voor het con90
ER2012_02.indb 1
cept-kaderrichtsnoer met betrekking tot de balancering van elektriciteit (met kenmerk DFGEB-2012-E-004). Het concept-kaderrichtsnoer heeft betrekking op (1) voorschriften inzake handel in elektriciteit ten aanzien van de technische en operationele verstrekking van diensten voor nettoegang en systeembalancering en (2) voorschriften inzake balancering en reservevermogen in verband met het netwerk. Het concept-kaderrichtsnoer is gepubliceerd op www.acer.europa.eu.
Gas: Network Code on Capacity Allocation Mechanisms
Nadat het Agentschap op 3 augustus 2011 het kaderrichtsnoer met betrekking tot capaciteitsallocatie voor gastransport had vastgesteld (zie NTE 2011, nr. 4), heeft het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (hierna: het ENTSB-G) op 21 juni en 24 oktober 2011 conceptversies van de Europese netcode voor capaciteitsallocatie voor gastransport ter consultatie op haar website gepubliceerd. Vervolgens heeft het ENTSB-G op 6 maart 2012 de definitieve versie van de Europese netcode voor capaciteitsallocatie voor gastransport vastgesteld. De netcode beoogt standaardisering van de voorwaarden voor (grensoverschrijdende) capaciteitsallocatie. In overeenstemming met art. 6, zesde lid en verder, van Verordening (EG) nr. 715/2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten (hierna: Verordening (EG) 715/2009) heeft het ENTSB-G de netcode ter beoordeling teruggezonden naar het Agentschap. Daaropvolgend zal de netcode worden voorgelegd aan de Commissie. De netcode is te raadplegen op www.entsog.eu.
Gas: Draft Framework Guidelines on Interoperability and Data Exchange Rules for European Gas Transmission Networks
Op 16 maart 2012 is het Agentschap met toepassing van art. 6, tweede en derde lid, Verordening (EG) 715/2009 een openbare consultatie gestart over het concept-kaderrichtsnoer met betrekking tot voorschriften over interoperabiliteit en gegevensuitwisseling voor gastransmissiesystemen in Europa (met kenmerk FGI-2012-G-003). Het concept-kaderrichtsnoer tracht te identificeren op welke vlakken harmonisering van voorschriften met betrekking tot interoperabiliteit en gegevensuitwisseling voor gastransmissiesystemen bij kan dragen aan de verdere marktintegratie binnen de energiemarkt. De consultatie is op 16 mei 2012 gesloten. Het concept-kaderrichtsnoer is gepubliceerd op www.acer.europa.eu.
*
Jan Erik Janssen en Martha Brinkman zijn advocaat bij Stek te Amsterdam. De auteurs danken Wilko Wolbers, eveneens advocaat bij Stek, voor zijn bijdrage aan de totstandkoming van deze rubriek.
Tijdschrift voor Energierecht
Nr. 2 juni 2012
18-6-2012 15:04:56
Wet- en regelgeving
Gas: Draft Network Code on Gas Balancing in Transmission Systems
Nadat het Agentschap op 18 oktober 2011 het kaderrichtsnoer had vastgesteld met betrekking tot het balanceringsregime voor gastransmissiesystemen in de Europese Unie en grensoverschrijdende balanceringen (zie NTE 2011, nr. 5/6), heeft het ENTSB-G op 13 april 2012 een conceptversie van deze Europese netcode in overeenstemming met art. 10 van Verordening (EG) 715/2009 ter consultatie op haar website gepubliceerd (www.entsog.eu). De netcode moet voorzien in een balanceringsregime voor gastransmissiesystemen in de Europese Unie en grensoverschrijdende balanceringen. De consultatie is gesloten op 12 juni 2012. Vervolgens zal het ENTSB-G in overeenstemming met art. 6, zesde lid en verder, Verordening (EG) 715/2009 een definitieve netcode ontwikkelen, welke zal worden teruggezonden naar en beoordeeld door het Agentschap en daaropvolgend worden voorgelegd aan de Commissie.
Nederland Wetgeving Stimulering duurzame energieproductie (Kamerstukken II 2011/12, 31 239)
Op 28 maart 2012 heeft de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (hierna: de Minister) de ‘Regeling vaststelling definitieve correcties duurzame energieproductie 2011’ vastgesteld en op 3 april 2012 in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 2012, nr. 6371). Met deze regeling wordt uitvoering gegeven aan art. 14, vijfde lid, en art. 31, vierde lid, van het ‘Besluit stimulering duurzame energieproductie’. In de regeling staan voor de verschillende categorieën productie-installaties voor hernieuwbare energie waaraan subsidie is toegekend de definitieve correctiebedragen ten behoeve van de berekening van de subsidiebedragen voor het jaar 2011. De ‘Regeling vaststelling definitieve correcties duurzame energieproductie 2011’ is op 4 april 2012 in werking getreden. Voor een verdere inhoudelijke behandeling van de ontwikkeling onder dit kamerstuknummer wordt verwezen naar de rubriek ‘Actualiteiten en Signaleringen’ in dit tijdschrift.
Regels voor de opslag duurzame energie (Wet opslag duurzame energie) (Kamerstukken II 2011/12, 33 115)
Nadat de Vaste Commissie voor Economische Zaken Landbouw en Innovatie op 6 februari 2012 een aantal vragen over dit wetsvoorstel had gesteld (zie NTE 2012, nr. 1), heeft de Minister deze vragen op 21 mei 2012 beantwoord in de nota naar aanleiding van het verslag (nr. 6). Voor een beschrijving van de inhoud van dit wetsvoorstel wordt verwezen naar NTE 2011, nr. 5/6.
Regels met betrekking tot versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten (Crisis- en herstelwet) (Kamerstukken II 2011/12, 32 127)
Nadat de Minister van Infrastructuur en Milieu (hierna: de Minister van IM) het ontwerpbesluit tot wijziging van het ‘Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet’ op 20 januari 2012 bij de Tweede Kamer had voorgehangen (zie NTE 2012, nr. 1), heeft de Minister van IM vragen beantwoord van de VasNr. 2 juni 2012
ER2012_02.indb 2
te Commissie voor Infrastructuur en Milieu over het ontwerpbesluit. De vragen en antwoorden zijn gepubliceerd in het verslag van een schriftelijk overleg van 30 maart 2012 (nr. 155). Op 26 april 2012 is in de Tweede Kamer gestemd over een aantal moties (nrs. 156 t/m 159). Daarnaast heeft de Minister van IM de Tweede Kamer bij brief van 15 mei 2012 (nr. 160) geïnformeerd over het evaluatieonderzoek van de procesrechtelijke bepalingen uit de Crisis- en herstelwet.
Wijziging van de Crisis- en herstelwet en diverse andere wetten in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht (Kamerstukken II 2011/12, 33 135) De Vaste Commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft in haar verslag van 22 maart 2012 (nr. 6) een aantal vragen over dit wetsvoorstel gesteld. Voor de inhoud van dit wetsvoorstel en de samenhang met het hierna te bespreken omgevingsrecht wordt verwezen naar NTE 2012, nr. 1.
Omgevingsrecht (Kamerstukken II 2011/12, 33 118)
Zoals op 30 december 2011 aangekondigd (zie NTE 2012, nr. 1), heeft de Minister van IM de Tweede Kamer bij brief van 9 maart 2012 (nr. 3) ingelicht over de contouren van de stelselwijziging ‘omgevingsrecht’ en het daaruit voorvloeiende wetsvoorstel voor een integrale Omgevingswet. Op 13 maart 2012 is de Minister van IM vervolgens een openbare consultatie gestart over de stelselwijziging omgevingsrecht (www.internetconsultatie.nl/stelselwijziging_omgevingsrecht). Met de stelselwijziging is beoogd om wet en regelingeving op het gebied van het omgevingsrecht te bundelen en te vereenvoudigen in één integrale Omgevingswet om zo de inzichtelijkheid, voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het omgevingsrecht te verbeteren en de besluitvorming sneller en doelmatiger te maken. In het voorstel voor de Omgevingswet zullen elementen uit vijftien bestaande wetten (waaronder de Elektriciteitswet 1998 (hierna: de E-wet), de Gaswet en de Mijnbouwwet) en verschillende algemene maatregelen van bestuur en regelingen die verband houden met het omgevingsrecht worden geïntegreerd. Daarbij zal aansluiting worden gezocht bij Europese regelgeving en worden aangehaakt bij de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb). De Minister van IM verwacht uiterlijk in september 2012 met een conceptvoorstel voor de Omgevingswet te komen. In het voorjaar van 2013 verwacht de Minister van IM het wetsvoorstel aan te bieden aan de Tweede Kamer. De consultatie is op 11 april 2012 gesloten.
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas) (Kamerstukken I 2011/12, 32 814) Dit voorstel strekt tot implementatie in de E-wet en de Gaswet van het zogenoemde ‘derde energiepakket’. Nadat het gewijzigd voorstel van wet op 28 februari 2012 naar de Eerste Kamer was gezonden (zie NTE 2012, nr. 1), heeft de Vaste Commissie voor Economische Zaken Landbouw en Innovatie in haar voorlopig verslag van 16 april 2012 (nr. B) een aantal vragen gesteld. Op 1 mei 2012 heeft de Minister deze vragen beantwoord in de memorie van antwoord (nr. C). Vervolgens heeft de vaste commissie in haar nader voor-
Tijdschrift voor Energierecht
91
18-6-2012 15:04:56
Wet- en regelgeving
lopig verslag van 22 mei 2012 (nr. D) een aantal aanvullende vragen gesteld aan de Minister met daarbij het verzoek om deze vragen uiterlijk op 19 juni 2012 te beantwoorden. Thans wacht de Minister op de nadere memorie van antwoord. Dit wetsvoorstel is niet controversieel verklaard, dus verdere vertraging zou niet nodig moeten zijn.
Wet implementatie EU-richtlijnen energieefficiëntie (Stb. 2011, 363)
Op 25 februari 2012 heeft de Minister het ‘Besluit etikettering energieverbruik energiegerelateerde producten’ vastgesteld en op 16 maart 2012 in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2012, 102). Het besluit strekt tot verdere implementatie van Richtlijn 2010/30/EU betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten (zie NTE 2010, nr. 2) en voorziet in de verplichting voor leveranciers en handelaars om door middel van etiketten en fiches informatie te verschaffen aan eindgebruikers over het energieverbruik van energiegerelateerde producten. De Minister had het ontwerp voor dit besluit op 5 september 2011 bij de Tweede Kamer voorgehangen (zie NTE 2011, nr. 4). Dit ontwerpbesluit is (achteraf) op 19 maart 2012 in de Staatscourant geplaatst (Stcrt. 2012, nr. 5189). Het ‘Besluit etikettering energieverbruik energiegerelateerde producten’ is op 17 maart 2012 in werking getreden.
Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2009/29/ EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden (PbEU L 140) en de uitvoering van verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PbEU L 302) en verordening (EU) nr. 920/2010 van de Commissie van 7 oktober 2010 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU L 270) (herziening EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten) (Stb. 2012, 195)
Nadat de Minister van IM op 22 maart 2012 de vragen van de Vaste Commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening had beantwoord (zie NTE 2012, nr. 1), is op 3 april 2012 het eindverslag voor dit wetsvoorstel vastgesteld (Kamerstukken II 2011/12, 32 667, nr. D). De Eerste Kamer heeft het voorstel van wet op 17 april 2012 als hamerstuk afgedaan. Vervolgens is deze wet op 19 april 2012 in het Staatsblad is gepubliceerd (Stb. 2012, 195). De wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit nader te bepalen da92
ER2012_02.indb 3
tum. Voor een inhoudelijke beschrijving van dit wetsvoorstel wordt verwezen naar NTE 2012, nr. 1.
Evaluatie van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet (Kamerstukken II 2011/12, 33 252)
Bij brief van 1 mei 2012 (nr. 1) heeft de Minister de Tweede Kamer geïnformeerd over de vierjaarlijkse evaluatie van de E-wet en de Gaswet die de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de NMa) op grond van art. 80 E-wet en art. 66 Gaswet en met inachtneming van de ‘Regeling Evaluatie Elektriciteitswet 1998 en Gaswet’ (zie NTE 2011, nr. 1) heeft uitgevoerd. De hoofdconclusie van de NMa is dat de wettelijke systematiek goed werkt. De NMa doet in haar evaluatie wel verschillende aanbevelingen op het gebied van tariefregulering, het totstandkomingsproces van tariefstructuren en -voorwaarden, consumentenbescherming en kwaliteit. De NMa heeft behoefte aan wijzigingen die haar flexibiliteit verruimen, alsook aan een nadere invulling aan kwaliteits- en veiligheidsnormen. De aanbevelingen van de NMa vormen de basis voor de aanpassing van de energiewetgeving in het kader van de wetgevingsagenda STROOM (zie NTE 2011 nr. 5/6 en NTE 2012, nr. 1).
Regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet AutoriteitConsument en Markt) (Kamerstukken II 2011/12, 33 186)
Dit wetsvoorstel strekt tot oprichting van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM). Nadat de Minister dit wetsvoorstel op 25 februari 2012 naar de Tweede Kamer had gezonden (zie NTE 2012, nr. 1), heeft de Vaste Commissie voor Economische Zaken Landbouw en Innovatie in haar verslag van 4 april 2012 (nr. 5) een aantal vragen aan de Minister gesteld. Op 1 mei 2012 heeft de Minister deze vragen in de nota naar aanleiding van het verslag (nr. 6) beantwoord. Eveneens heeft de Minister op 1 mei 2012 een nota van wijziging van dit wetsvoorstel (nr. 7) naar de Tweede Kamer toegestuurd. De nota van wijziging bevat een aantal technische verbeteringen, een wijziging van de overgangsbepaling met betrekking tot lopende zaken, een nieuwe overgangsbepaling in verband met het verhoogde boetemaximum op grond van de Wet handhaving consumentenbescherming en een aantal samenloopbepalingen. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel was al aangekondigd dat op een later moment zou worden voorzien in deze samenloopbepalingen. Ten aanzien van de inhoud van dit wetsvoorstel wordt verwezen naar NTE 2012, nr. 1.
Wijziging van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en enige andere wetten in verband met de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt te houden markttoezicht De Minister is op 31 mei 2012 een openbare consultatie gestart over het ontwerp voor bovengenoemd wetsvoorstel (www.internetconsultatie.nl/materielewetacm). Dit wetsvoorstel voorziet in een vereenvoudiging en stroomlijning van taken en procedures binnen de ACM. Het gaat daarbij onder meer om zaken als beslis- en betalingstermijnen, openbaarmaking van besluiten, het sanctie-instrumentarium, toezichthoudende bevoegdheden en bezwaar- en (hoger) beroepsprocedures. Daartoe worden onder meer het wetsvoorstel voor de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt (zie hiervoor), de Mededingingswet, de E-wet, de Gaswet
Tijdschrift voor Energierecht
Nr. 2 juni 2012
18-6-2012 15:04:56
Wet- en regelgeving
en de Warmtewet gewijzigd. De consultatie sluit op 13 juli 2012.
Nieuwe regels omtrent aanbestedingen (Aanbestedingswet 20..) (Kamerstukken I 2011/12, 32 440)
Nadat de Minister het gewijzigde wetsvoorstel op 14 februari 2012 naar de Eerste Kamer had gezonden (zie NTE 2012, nr. 1), heeft de Vaste Commissie voor Economische Zaken Landbouw en Innovatie in haar voorlopig verslag van 24 april 2012 (nr. B) een aantal vragen over het voorstel gesteld. Deze vragen heeft de Minister op 1 juni 2012 beantwoord in de memorie van antwoord (nr. C). De plenaire behandeling van dit wetsvoorstel zal plaatsvinden op 11 september 2012. Voor de beschrijving van de inhoud van dit wetsvoorstel wordt verwezen naar NTE 2010, nr. 2.
Regelgeving Elektriciteit: codewijziging inzake allocatie capaciteit ten behoeve van intra-dagelijkse handel op de grens Nederland-Noorwegen (wijziging Netcode Elektriciteit)
Nadat de Raad van Bestuur van de NMa (hierna: de Raad) op 31 augustus 2011 het besluit tot wijziging van de Netcode Elektriciteit had genomen (zie NTE 2011, nr. 4), heeft de Raad op 6 maart 2012 het besluit (met kenmerk 103685/25) tot inwerkingtreding van deze wijzigingen genomen. Van dit besluit is op 14 maart 2012 mededeling gedaan in de Staatscourant (Stcrt. 2012, nr. 4993). Op deze datum is het besluit eveneens inwerking getreden. Met de inwerkingtreding van het besluit wordt de intra-dagelijkse elektriciteitshandel met Noorwegen bewerkstelligd. Het besluit is tevens gepubliceerd op www.energiekamer.nl.
Elektriciteit: terinzagelegging ontwerpbesluit tot wijziging van het methodebesluit vijfde reguleringsperiode regionale netbeheerders
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het CBb) heeft in zijn tussenuitspraak van 16 december 2011 (LJN BU7936) de Raad opgedragen om het methodebesluit elektriciteit voor de regionale netbeheerders voor de vijfde reguleringsperiode (van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013) op bepaalde punten opnieuw vast te stellen (zie over deze uitspraak eveneens de rubriek ‘Actualiteiten en Signaleringen’ en ‘Jurisprudentie’ in NTE 2012, nr. 1). Dit heeft de Raad gedaan. Op 9 maart 2012 heeft de Raad mededeling gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit voor het gewijzigde methodebesluit (Stcrt. 2012, nr. 4700). De wijzigingen hebben betrekking op de wijze waarop decentrale invoeding in het methodebesluit wordt opgenomen. Belanghebbenden konden hun zienswijzen tot 20 april 2012 indienen. Op 10 april 2012 heeft tevens een hoorzitting plaatsgevonden. Het ontwerpbesluit is gepubliceerd op www.energiekamer.nl.
Elektriciteit: consultatie ter voorbereiding op het codewijzigingsvoorstel inzake criteria voor spanningsdips in HS-netten (wijziging Meetcode Elektriciteit en Tarievencode Elektriciteit)
Naar aanleiding van het daartoe strekkende codewijzigingsvoorstel van de gezamenlijke netbeheerders, is de Raad op 9 maart 2012 een openbare consultatie gestart over een voorNr. 2 juni 2012
ER2012_02.indb 4
stel tot wijziging van de Meetcode Elektriciteit en de Tarievencode Elektriciteit, waarmee een norm voor spanningsdips in hoogspanningsnetten aan deze codes wordt toegevoegd. Daartoe heeft de Raad het ‘consultatiedocument codewijzigingsvoorstel criteria voor spanningsdips in hoogspanningsnetten’ op zijn website gepubliceerd (www. energiekamer.nl). Op 15 maart 2012 heeft de Raad van de consultatie eveneens mededeling gedaan in de Staatscourant (Stcrt. 2012, nr. 5213). Door de complexiteit van het voorstel en de veelheid aan betrokken belangen wil de Raad door middel van deze consultatie informatie verzamelen, feiten vergaren en belangen van partijen afwegen om zo tot een zorgvuldig voorbereid ontwerpbesluit te komen. De Raad en de gezamenlijke netbeheerders verschillen namelijk in hun opvatting over de aard van de norm voor spanningsdips en over de wijze van handhaving daarvan. De gezamenlijke netbeheerders stellen voor dat grenswaarden worden vastgesteld aan de hand van het gemiddelde over het hoogste aantal gemeten spanningsdips per categorie op een locatie in de afgelopen vijf jaar, gemeten op een representatief aantal plaatsen in de Nederlandse hoogspanningsnetten. Spanningsdips die worden veroorzaakt door voor de netbeheerders niet-beïnvloedbare oorzaken wegen hierbij niet mee. Daarbij willen de gezamenlijke netbeheerders een inspanningsverplichting voor netbeheerders introduceren en geen harde norm waaraan de spanningskwaliteit altijd moet voldoen. Ook stellen de gezamenlijke netbeheerders voor dat spanningsdips per categorie en per aansluiting jaarlijks worden gemonitord. In het consultatiedocument doet de Raad een alternatief voorstel dat uitgaat van een harde norm die per categorie wordt gebaseerd op meetgegevens met betrekking tot spanningsdips van de afgelopen vijf jaar. Daaronder vallen ook de spanningsdips die buiten de invloedsfeer van de netbeheerders liggen. De afnemer mag volgens de Raad verwachten dat het totale aantal spanningsdips per categorie niet hoger zal zijn dan de in de Netcode Elektriciteit vast te leggen norm. Bovendien wil de Raad een systeem introduceren van continue in plaats van jaarlijkse monitoring van spanningsdips. Ook stelt de Raad voor om de norm en de grenswaarden uiterlijk na een periode van vijf jaar te evalueren en zo nodig aan te passen. Op 12 april 2012 heeft over het consultatiedocument een hoorzitting plaatsgevonden. Schriftelijke reacties konden tot en met 26 april 2012 naar voren worden gebracht.
Elektriciteit: terinzagelegging ontwerpbesluit met betrekking tot de accountantsverklaring voor onbemeten aansluitingen voor openbare verlichting (wijziging Meetcode Elektriciteit)
Op 5 april 2012 heeft de Raad mededeling gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van een ontwerpbesluit tot wijziging van de Meetcode Elektriciteit (Stcrt. 2012, nr. 6123). Het ontwerpbesluit moet de administratie van de aansluitingen voor onbemeten openbare verlichting vereenvoudigen door beheerders van openbare verlichting niet meer te verplichten tot het overleggen van een accountantsklaring aan de netbeheerders. Het overleggen van een accountantsverklaring bleek vanwege de daaraan gestelde specifieke eisen in de praktijk problematisch te zijn. Schriftelijke zienswijzen konden tot 17 mei 2012 worden ingediend. Het ontwerpbesluit is eveneens gepubliceerd op www.energiekamer.nl.
Tijdschrift voor Energierecht
93
18-6-2012 15:04:56
Wet- en regelgeving
Elektriciteit: terinzagelegging codewijzigingsvoorstel inzake de definitieve regeling voor de meting op de overdrachtspunten tussen het landelijk hoogspanningsnet en de regionale netten (wijziging Netcode Elektriciteit en Meetcode Elektriciteit)
Elektriciteit: codewijziging inzake de actualisering van de Gebiedsindeling Elektriciteit (wijziging Gebiedsindeling Elektriciteit en Begrippenlijst Elektriciteit)
Elektriciteit: Besluit congestiemanagement elektriciteit
Gas: nieuwe beslissing op bezwaar inzake de gasvoorwaarden deel 1 (wijziging Transportvoorwaarden Gas-LNB)
De Raad heeft op 12 april 2012 mededeling gedaan in de Staatscourant van een voorstel van de gezamenlijke netbeheerders tot vaststelling van een definitieve regeling voor de meting op de overdrachtspunten tussen het landelijke hoogspanningsnet en de regionale netten in bovengenoemde codes (Stcrt. 2012, nr. 7281). In het codewijzigingsvoorstel doen de gezamenlijke netbeheerders verschillende alternatieve voorstellen voor deze regeling. De variant die de voorkeur heeft van de gezamenlijke netbeheerders leidt niet tot een codewijziging, maar zorgt ervoor dat op de overdrachtspunten tussen het landelijk hoogspanningsnet en de regionale netten volwaardige meetinrichtingen worden geplaatst conform de eisen van de Meetcode Elektriciteit. De andere uitgewerkte varianten brengen wijzigingen van de Netcode Elektriciteit en de Meetcode Elektriciteit met zich mee. Zienswijzen op het codewijzigingsvoorstel konden tot en met 24 mei 2012 worden ingediend. Het voorstel is tevens gepubliceerd op www.energiekamer.nl.
Zoals de Minister bij brief van 19 december 2011 had aangekondigd (zie NTE 2012, nr. 1), heeft de Minister de Tweede Kamer bij brief van 16 april 2012 (Kamerstukken II 2011/12, 32 774, nr. 4) nader geïnformeerd over de besprekingen met de Commissie over de voorgenomen voorrangsregeling voor duurzaam geproduceerde elektriciteit en de kostentoerekening aan grijze producenten in een congestiegebied. Uit dit overleg is ten eerste naar voren gekomen dat een voorrangsregeling alleen mogelijk is voor wat betreft distributie en transmissie en niet voor de toegang (aansluiting) op de netten. Ten tweede is vastgesteld dat de toerekening van kosten aan uitsluitend grijze producenten niet mogelijk is. Er kan alleen onderscheid gemaakt worden tussen de kosten voor congestiemanagement die veroorzaakt worden door grijze en groene elektriciteitsproducenten indien dat gerechtvaardigd is met inachtneming van het kostenveroorzakingsbeginsel. Een dergelijke rechtvaardiging is lastig aan te tonen, omdat de mate van congestie wordt bepaald door de beschikbare transportcapaciteit in relatie tot het opgestelde vermogen en niet door de wijze van elektriciteitsproductie. In zijn brief behandelt de Minister daarom twee alternatieven voor kostentoerekening: (1) het verrekenen van de kosten in de transporttarieven (socialisering); en (2) doorberekening van de kosten aan alle producenten. Met de eerste variant wordt de huidige situatie voortgezet. Dit is ook het uitgangspunt in het ‘Besluit congestiemanagement elektriciteit’ dat thans in ontwerp bij de Raad van State ligt. De Minister stelt voor om de mogelijkheid van toerekening van kosten voor congestiemanagement aan marktpartijen op te nemen in de bredere discussie over de toerekening van netkosten aan afnemers binnen de hiervoor aangehaalde wetgevingsagenda STROOM. Voor een inhoudelijke bespreking van het ontwerpbesluit wordt verwezen naar NTE 2011, nr. 2.
94
ER2012_02.indb 5
Nadat de Raad op 28 april 2011 mededeling had gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van het daartoe strekkende voorstel van de gezamenlijke netbeheerders (zie NTE 2011, nr. 2), heeft de Raad op 1 mei 2012 een besluit genomen (met kenmerk 103813/14) tot wijziging van de Gebiedsindeling Elektriciteit en de Begrippenlijst Elektriciteit. In de eerste plaats worden artikelen met betrekking tot verbindingen tussen netten onderling en over het aantal stations op verschillende spanningsniveau geschrapt. Ten tweede zijn de tabellen met de gebiedsomschrijvingen en de netlengtes per spanningsniveau geactualiseerd en wordt informatie over het middenspanningsnet en laagspanningsnet apart vermeld. Ook is een aantal redactionele wijzigingen doorgevoerd. Ten slotte worden in de Begrippenlijst Elektriciteit de definities van ‘laagspanning’, ‘laagspanningsnet’ en ‘middenspanningsnet’ gewijzigd. Van dit besluit is op 11 mei 2012 mededeling gedaan in de Staatscourant (Stcrt. 2012, nr. 9586). Op 14 mei 2012 is het besluit inwerking getreden. Het besluit is tevens te raadplegen op www.energiekamer.nl.
De Raad heeft op 6 maart 2012 opnieuw beslist op de bezwaren van VEMW tegen het besluit van 27 juni 2006 tot vaststelling van het eerste deel van de gasvoorwaarden (de Begrippenlijst Gas, de Transportvoorwaarden Gas-LNB, de Wettelijke taken LNB van algemeen belang, de Allocatievoorwaarden Gas en de Samenwerkingsregeling netbeheerders gas) (besluit met kenmerk 102379_5/47) naar aanleiding van de uitspraak van het CBb van 10 november 2010 (LJN BO5329) waarin de oorspronkelijke beslissing op bezwaar van 29 oktober 2007 op bepaalde punten is vernietigd (zie hierover NTE 2007, nr. 5/6). In de nieuwe beslissing op bezwaar is, onder meer, art. 2.4.1 van de Transportvoorwaarden Gas-LNB herroepen.
Gas: concept-wijziging Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas in het kader van gassamenstelling
Nadat de Minister op 20 september 2011 de ontwerpregeling tot wijziging van de ‘Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas’ ten aanzien van de huidige gassamenstelling naar de Eerste en Tweede Kamer had gezonden (zie NTE 2011, nr. 5/6), heeft de Minister de Tweede Kamer bij brief van 12 maart 2012 (Kamerstukken II 2011/12, 29 023, nr. 117) nader geïnformeerd over het kabinetsbeleid over gassamenstelling van laagcalorisch gas op de lange termijn. Daarin gaat de Minister in op (1) de gassamenstelling na afloop van de transitietermijn; (2) de toekomstbestendigheid van nieuwe gastoestellen; en (3) een verlenging van de periode waarin de gassamenstelling ongewijzigd zal blijven.
Tijdschrift voor Energierecht
Nr. 2 juni 2012
18-6-2012 15:04:56
Wet- en regelgeving
Gas: terinzagelegging ontwerpbesluit betreffende programmaverantwoordelijkheid direct aangeslotenen GTS (wijziging Transportvoorwaarden Gas-LNB)
De Raad heeft op 26 maart 2012 mededeling gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van een ontwerpbesluit tot wijziging van de Transportvoorwaarden Gas-LNB (Stcrt. 2012, nr. 6117) naar aanleiding van een codewijzigingsvoorstel van de gezamenlijke netbeheerders van 4 november 2011 en met inachtneming van de hiervoor aangehaalde uitspraak van het CBb van 10 november 2010. Het voorstel wijzigt art. 3.2.0 van de Transportvoorwaarden Gas-LNB inzake de eisen voor erkenning als programmaverantwoordelijke voor direct aangeslotenen op het net van GTS en voegt een zogenoemde anti-gijzelingsclausule aan art. 2.1.13 van de Transportvoorwaarden Gas-LNB toe op grond waarvan direct aangeslotenen altijd de beschikking kunnen hebben over de capaciteit op hun aansluitpunt. Zienswijzen over het ontwerpbesluit konden tot 7 mei 2012 naar voren worden gebracht. Het ontwerpbesluit is tevens gepubliceerd op www.energiekamer.nl.
Gas: codewijziging inzake de toewijzing van OV-exitcapaciteit (wijziging Transportvoorwaarden Gas-LNB, Wettelijke taken LNB van algemeen belang, Begrippenlijst Gas en Informatiecode Elektriciteit en Gas)
Nadat de Raad op 30 januari 2012 mededeling had gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van het daartoe strekkende ontwerpbesluit (zie NTE 2012, nr. 1), heeft de Raad op 24 april 2012 een besluit (met kenmerk 103876/14) genomen tot wijziging van de bovengenoemde gasvoorwaarden. Het besluit heeft betrekking op de methode van toedeling van capaciteit aan programmaverantwoordelijken op de exitpunten tussen het landelijk gastransportnet en de regionale gasdistributienetten, de zogenoemde OVexitcapaciteit.Van het besluit betreffende de toewijzing van OV-exitcapaciteit is op 27 april 2012 mededeling gedaan in de Staatscourant (Stcrt. 2012, nr. 8624). Het besluit is tevens te raadplegen op www.energiekamer.nl. Het besluit treedt op 1 januari 2013 in werking.
Elektriciteit en gas: codewijziging inzake de openbaarheid en financiering van de verbruiksprofielen (wijziging Meetcode Elektriciteit, Systeemcode Elektriciteit en Allocatievoorwaarden Gas)
Nadat de Raad bijna vier jaar geleden, op 11 juli 2008, mededeling had gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van het daartoe strekkende codewijzigingsvoorstel van de gezamenlijke netbeheerders (zie NTE 2008, nr. 3/4), heeft de Raad op 14 maart 2012 een besluit genomen (met kenmerk 103021/7) tot wijziging van de Meetcode Elektriciteit, de Systeemcode Elektriciteit en de Allocatievoorwaarden Gas. Het besluit voorziet in een uniforme regeling voor de openbaarmaking van de verbruikersprofielen en de financiering daarvan. Van dit besluit is op 28 maart 2012 mededeling gedaan in de Staatscourant (Stcrt. 2012, nr. 6013). Daarnaast is het besluit te raadplegen op www.energiekamer.nl. Het besluit is op 29 maart 2012 in werking getreden.
Nr. 2 juni 2012
ER2012_02.indb 6
Elektriciteit en gas: Besluit Gedragscode Slimme meters
Op 28 maart 2012 heeft het College Bescherming Persoonsgegevens (hierna: het CBP) mededeling gedaan in de Staatscourant (Stcrt. 2012, nr. 6043) van het ontwerpbesluit voor de ‘Gedragscode Verwerking van Persoonsgegevens door Netbeheerders in het kader van Installatie en Beheer van Slimme Meters bij Kleinverbruikers’ (hierna: de Gedragscode). De Gedragscode heeft tot doel (1) regels te stellen voor netbeheerders wat betreft het verwerken van metergegevens in het kader van de installatie en het beheer van op afstand uitleesbare meters; (2) informatie te verschaffen aan kleinverbruikers van wie metergegevens in het kader van de installatie en het beheer van op afstand uitleesbare meters door netbeheerders worden verwerkt; en (3) bij te dragen aan de transparantie ten aanzien van het verwerken van persoonsgegevens die samenhangen met de installatie en het beheer van slimme meters. Zienswijzen op het ontwerpbesluit konden tot 9 mei 2012 worden ingediend. Vervolgens heeft het CBP de Gedragscode bij besluit van 9 mei 2012 goedgekeurd en vastgesteld. Van dit besluit is op 18 mei 2012 mededeling gedaan in de Staatscourant (Stcrt. 2012, nr. 9616). De goedkeuring geldt voor een periode van vijf jaar na de datum van bekendmaking in de Staatscourant.
Elektriciteit en gas: besluit tot vaststelling Modelcontract
Nadat de Raad op 9 februari 2012 mededeling had gedaan in de Staatscourant van de terinzagelegging van het daartoe strekkende voorstel van de gezamenlijke netbeheerders (zie NTE 2012, nr. 1), heeft de Raad op 3 april 2012 op grond van art. 95na E-wet en art. 52ca Gaswet een besluit genomen (met kenmerk 103755/49) tot vaststelling van een ‘Modelcontract’ voor de levering van elektriciteit en gas aan kleinverbruikers. Met het Modelcontract wordt invulling gegeven aan de wens van de wetgever om leveringscontracten te uniformeren. Het Modelcontract geldt, naast andere vrije contractvormen, alleen voor contracten voor onbepaalde tijd tegen een variabele prijs. Van dit besluit is op 5 april 2012 mededeling gedaan in de Staatscourant (Stcrt. 2012, nr. 6745). Daarnaast is het besluit te raadplegen op www. energiekamer.nl. Het besluit is op 6 april 2012 in werking getreden.
Elektriciteit en gas: wijziging Regeling kostenverhaal energie
Bij besluit van 15 april 2012 heeft de Minister de ‘Regeling kostenverhaal energie’ gewijzigd. Met de wijziging worden voor het jaar 2012 de bedragen die netbeheerders moeten betalen voor een aantal algemene werkzaamheden van de NMa aangepast. Het wijzigingsbesluit is op 20 april 2012 in de Staatscourant gepubliceerd (Stcrt. 2012, nr. 8178) en is op 21 april 2012 in werking getreden.
Elektriciteit en gas: Regulatorische accountingregels 2011
Op 24 april 2012 heeft de Raad de ‘Regulatorische accountingregels 2011’ (hierna: de RAR) op zijn website gepubliceerd (www.energiekamer.nl). Met de RAR geeft de Raad nadere invulling aan zijn de bevoegdheid om op grond van art. 7, eerste lid, E-wet en art. 34 juncto 35 Gaswet gegevens en inlichting op te vragen bij netbeheerders, die nodig zijn voor de uitvoering van de taken van de E-wet en de Gaswet. De Raad acht het voor de uitvoering van zijn taak zoals be-
Tijdschrift voor Energierecht
95
18-6-2012 15:04:57
Wet- en regelgeving
doeld in art. 41a E-wet en art. 81c Gaswet noodzakelijk dat de kosten van regionale netbeheerders vergelijkbaar zijn. Hiertoe heeft de Raad de RAR opgesteld. In de RAR is een set van financiële verslaggevingregels en definities vastgesteld die eenduidig te interpreteren zijn, zodat de gegevens van de regionale netbeheerders goed meetbaar en vergelijkbaar zijn. Daarnaast is getracht om deze regels praktisch werkbaar te houden en onnodige administratieve lasten voor de regionale netbeheerders te voorkomen, door zoveel mogelijk aan te sluiten op de bestaande inrichting van de financiële administratie van de netbeheerders. De RAR vervangen de eerdere versies voor elektriciteit en gas (vastgesteld in maart 2011) en zijn van kracht voor de verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2011.
96
ER2012_02.indb 7
Tijdschrift voor Energierecht
Nr. 2 juni 2012
18-6-2012 15:04:57