Werkplan afstudeerwerkstuk afstudeerkring Schrijven Kun je Leren Student: Berieke Knüfken Klas: VR4A Docent: Eric Besselink Stageschool: CBS De Mate, Doetinchem Onderdeel 1: Een schets van het projectkader en de doelstelling van het afstudeerwerkstuk. Op CBS de Mate te Doetinchem, wordt ontwikkelingsgericht onderwijs gegeven. Ontwikkelingsgericht onderwijs is gericht op de ontwikkeling van de persoonlijke identiteit van de leerlingen. Het doel van ontwikkelingsgericht onderwijs is het werken naar de zone van naaste ontwikkeling van Piaget (Jansen-Vos, 2008). Die vorm van onderwijs is terug te zien in de zaakvakken. De leerlingen stellen zelf onderzoeksvragen op en werken de vragen uit. Het stellen komt vaak aan bod tijdens de zaakvakken (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur). Het stelonderwijs heeft momenteel nog geen goede plek in het onderwijs en is vaak een ondergeschoven kindje. Het inspectierapport (2012) beschrijft een aantal aanbevelingen voor het basisonderwijs. De aanbevelingen zijn gebaseerd op de tekorten die in figuur 1 te zien zijn. Het is van belang dat de leerkrachten samenwerken en overleggen, dat kan ervoor zorgen dat de kerndoelen gedekt worden. Op meer dan de helft van de onderzochte scholen is het leerstofaanbod in orde. Van scholen wordt verwacht dat er acht uur per week taalonderwijs wordt gegeven. Het stelonderwijs wordt meestal voldoende tijd besteed. De didactische werkvormen van de leerkrachten zijn vaak te minimaal. Tijdens veel stellessen worden de strategieën niet benoemd. Terwijl deze van cruciaal belang zijn. Scholen hebben veelal hoge kwaliteitseisen, helaas worden deze eisen bijna nooit behaald. Figuur 1 (ministerie van onderwijs, 2012):
Voor de leerkrachten is niet altijd duidelijk wat ze kunnen doen en hoe het aansluit bij de zaakvakken en de kerndoelen. Voor stelonderwijs zijn zes kerndoelen opgesteld (Tule, 2013). De kerndoelen vormen een leidraad voor de lesdoelen in het basisonderwijs. Doelstelling: Het doel van het onderzoek is het koppelen van stellen aan de zaakvakken. De zaakvakken, aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs worden veelal gekoppeld aan stellen. Dit wordt vaak zonder afstemming en didactisch handelen opgezet (ministerie van onderwijs, 2012). Dit onderzoek zal leiden naar een format die alle leerkrachten van groep 7 en 8 kunnen hanteren tijdens een stelles die aansluit bij de zaakvakken. Door de stappen van het format zal de stelles op de juiste wijze gegeven kunnen worden.
Onderdeel 2: Een eerste verkenning van de literatuur. De definitie van stellen is plaatsen. Stellen is de term die in het basisonderwijs gebruikt wordt, dit voorkomt verwarring met het vak schrijven. Het netjes schrijven is wel een component van het stellen (Huizenga en Robbe, 2004). Voor veel mensen is het lastig om een (goed) verhaal te schrijven. Mensen die veel fouten maken in een tekst of brief worden snel als minder intelligent beschouwd. Daardoor kunnen mensen angsten krijgen om te schrijven (Huizenga, 2004). Het fundament voor goed schrijfonderwijs begint op de basisschool. Veel zaakvakmethoden vragen van de leerlingen verschillende stelvaardigheden. Vaak moeten de leerlingen een tekst schrijven zodat de leerkracht kan controleren wat de leerlingen opgestoken hebben. Het doel van de opdracht ligt dan niet bij het stellen. Het is de taak van de leerkracht om discreet met de stelopdracht om te gaan. De leerkracht kan een instructie geven over de opbouw van het verhaal of kan een ander doel van stellen pakken. De leerlingen krijgen schrijfinstructie op een moment dat er behoefte aan is. De leerkracht kan ook wat regels uit een schrijfles herhalen (Huizenga, 2004). Tijdens projecten moeten de leerlingen vaak verslagen maken, dit geldt ook voor CBS De Mate. De leerkracht heeft een begeleidende/coachende rol. Volgens de inspectie roosteren de meeste scholen voldoende tijd in voor stellen. Veel scholen hanteren een methode en werken via de methode aan de kerndoelen. Het didactisch handelen van de leerkracht is vaak nihil. Het werk van de leerlingen kan beter geëvalueerd worden. Momenteel staan (in de meeste gevallen) de interpunctie, spelling en het handschrift centraal (Van Alem, 2011). Er zijn drie frasen opgesteld die aansluiten bij het schrijfproces (Van Allem, 2012): 1. Plannen, voor het schrijven een onderwerp, doelgroep en schrijfdoel kiezen. 2. Schrijven 3. Reviseren, de tekst controleren en het eindresultaat publiceren. Het is belangrijk dat de leerlingen veel schrijven en hun werk met andere delen. Veel methodes bieden te korte lessen voor stellen. Het driestappen model wordt vaak ingekort of niet gehanteerd. Soms sluiten de opdrachten uit de methodes niet aan bij de leefwereld van de leerlingen. De leerkracht kan (samen met de leerlingen) een onderwerp introduceren. Een onderwerp van de zaakvakken kan geschikt zijn. Het is van belang dat de leerlingen er iets vanaf weten. Ontwikkelingsgericht onderwijs sluit daardoor goed aan bij het stelonderwijs. Er zijn diverse hulpmiddelen die in te zetten zijn bij het stelonderwijs. De computer is daar een voorbeeld van. De computer kan als hulpmiddel dienen tijdens de instructie of tijdens de verwerking. Volgens Huizinga (2004) kan de computer drie functies vervullen: 1 communicatiemiddel 2 technisch hulpmiddel 3 hulpmiddel voor de stelinstructie. Veel leerlingen zullen de computer thuis als communicatiemiddel gebruiken. Het sturen van e-mails en berichten plaatsen via Hyves is niet meer weg te denken voor de meesten. Volgens Hilgers (2011)
moeten leerkrachten weten welke communicatiemiddelen er zijn en hoe deze werken. Wanneer leerkrachten niet weten dat leerlingen elkaar een krabbel sturen op Hyves kan de leerkracht dit ook niet begeleiden. Ook hebben de leerkrachten kennis nodig van verschillende software en strategieën. Stellen en mediawijsheid kunnen in het basisonderwijs goed gecombineerd worden.
Onderdeel 3: Een schematische weergave van het onderzoek model en het conceptuele model.
Literatuur
Ontwerp
Deskundigen
Product
-‐ Stelonderwijs -‐ Stellen en zaakvakken -‐ Materialen en hulpmiddelen -‐ Het maken van een format.
Een format die ervoor zorgt dat leerkrachten van groep 7 en 8 een stelles kunnen geven die gekoppeld is aan de zaakvakken.
Deskundigen (leerkrachten van groep 7 of 8) testen het format en geven feedback.
Een gedegen theoretisch en praktisch onderzoek. Het onderzoek is de basis voor het format. Het format is een leidraad voor leerkrachten van groep 7 of 8.
Onderdeel 4: De vraagstelling In dit onderdeel worden de hoofdvragen uiteen gezet. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de SMART-formulering (bron). Deze theorie stelt vragen op aan de hand van de volgende componenten, te weten: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgeboden. Wanneer een vraag voldoet aan deze kenmerken kan men accepteren dat ze gedegen onderbouwd zijn. Om de hoofdvragen te kunnen beantwoorden worden ze verder onderverdeeld in meer specifieke deelvragen. De beantwoording van de deelvragen leidt tot de beantwoording van de overkoepelende hoofdvragen.
1.
2.
Hoofdvraag
Deelvragen
Functie van de onderzoeksvraag
Eerste bepaling van ontsluitingsmethode
Welke aanbevelingen uit de recente literatuur (vanaf 2008) met betrekking tot steldidactiek in de bovenbouw kunnen een fundament bieden voor een format die als leidraad tijdens de stellessen ingezet kan worden?
1.1 Wat is er bekend in de literatuur over stelonderwijs in de bovenbouw van het basisonderwijs?
Beschrijven en definiëren
Literatuurstudie
1.2 Welke didactische vormen en hulpmiddelen kan men inzetten tijdens een stelles?
beschrijvend, verklarend
Literatuurstudie
1.3 Op welke wijze kan het format vormgegeven worden en is het te implementeren in de bovenbouw (groep 7 en 8) van het basisonderwijs?
Ontwerpen
Literatuurstudie
Wat is er bekend in de recente literatuur (vanaf 2008) over de koppeling van stelonderwijs tijdens de zaakvakken?
2.1 Hoe kan stelonderwijs (in de bovenbouw) gekoppeld worden aan de zaakvakken?
beschrijvend, verklarend
Literatuurstudie en een interview met een deskundige.
2.2 Hoe worden de stellessen momenteel, in groep 7 en 8, aangeboden en worden de lessen gekoppeld aan de zaakvakken?
Vergelijken
Interview met vier verschillende leerkrachten (groep 7 of 8).
2.3 Wat kunnen de leerkrachten, van groep 7 en 8, verbeteren in hun huidige stellessen?
Verklaren en evalueren
Literatuuronderzoek naar aanleiding van de interviews.
Onderdeel 5: Begripsbepaling Een overzicht met operationaliseringen van de belangrijkste begrippen in de doel- en vraagstelling. Stelonderwijs in de bovenbouw. Zaakvakken en stellen. Ontwikkelen van een format. Hulpmiddelen tijdens een stelles. Engelse begrippen: Case subjects Geography, history and biology Draft
Onderdeel 6: Het onderzoeksmateriaal Deelvraag 1.1 Wat is er bekend in de literatuur over stelonderwijs in de bovenbouw van het basisonderwijs? 1.2 Welke didactische vormen en hulpmiddelen kan men inzetten tijdens een stelles? 1.3 Op welke wijze kan het format vormgegeven worden en is het te implementeren in de bovenbouw (groep 7 en 8) van het basisonderwijs? 2.1 Hoe kan stelonderwijs (in de bovenbouw) gekoppeld worden aan de zaakvakken? 2.2 Hoe worden de stellessen momenteel, in groep 7 en 8, aangeboden en worden de lessen gekoppeld aan de zaakvakken? 2.3 Wat kunnen de leerkrachten, van groep 7 en 8, verbeteren in hun huidige stellessen?
Bronnen (aantal) Documenten
Soort
Ontsluiting
Huizinga ‘Stellen’. Zoeken via internet, Google en Google scolar.
Inhoudsanalyse op basis van waarnemingscategorieën.
Documenten
Wetenschappelijke- en praktische artikelen.
Inhoudsanalyse op basis van waarnemingscategorieën.
Documenten
Methodische artikelen.
Inhoudsanalyse op basis van waarnemingscategorieën.
Documenten
Wetenschappelijke artikelen, empirisch onderzoek en praktische artikelen. Leerkrachten (groep 7 of 8) van vier verschillende basisscholen in de achterhoek.
Inhoudsanalyse op basis van waarnemingscategorieën.
Een interview met een deskundige.
Interview.
Personen
Personen
Interview.
Onderdeel 7: De onderzoekstrategie - Het onderzoek bestaat uit een literatuurstudie, een praktijkonderzoek en diverse interviews. - De vraagstellingen van het onderzoek zijn kwalitatief van aard. Alle data die vergaard wordt door middel van deskresearch (bureauonderzoek) bevat geen numerieke waarde en zijn niet geschikt voor rekenkundige bewerkingen. Deze informatie bronnen bepalen in deze mate ook de onderzoeksmethode. Echter de enquête onder de leerlingen wordt kwantitatief en kwalitatief opgezet. Dit maakt het geschikt voor empirisch onderzoek en statistische verantwoording. - Het onderzoek bestaat uit een gegronde literatuur recensering, interviews en questionnaire. - Het onderwerp ‘stellen en zaakvakken’ is compact, daardoor gaat het onderzoek de diepte in. - De uitspraken gaan niet over personen maar over het onderwerp: Stellen en zaakvakken.
Onderdeel 8: De planning Een bondige planning van de deelvragen en data.
September 2013 Oktober November December Januari
Werkplannen en deelvraag 1.1, 1.2 en 1.3 af. Deskundigen worden geïnterviewd en de literatuurstudies (2.1, 2.2 en 2.3) zijn af. Het format is af en wordt getest. Het format wordt beoordeeld en bijgesteld. Het afstuderen is af en wordt gepresenteerd.
Onderdeel 9: De persoonlijke leervraag
Naar mijn mening is het stelonderwijs een ondergeschoven kindje. Er wordt veelal te weinig instructie gegeven en veel lessen zijn saai en niet duidelijk. Dat heb ik als kind zo ervaren. Door dit onderzoek wil ik bereiken dat: door het format de lessen duidelijk en uitgebreid worden. Schrijven is erg persoonlijk en mooi, en men doet het vaak. Ik zal het erg waardevol vinden als mijn leerlingen door mijn format/instructie goede stellessen krijgen en daardoor mooie stukken kunnen schrijven.