Scholen integreren
Werkmateriaal om te analyseren in welke mate scholen integratie bevorderen Dit materiaal helpt scholen onderzoeken waar zij staan als het gaat om de bijdrage die ze leveren aan de integratie van groepen binnen de samenleving. Dit werkdocument bevat de volgende onderdelen:
1. Interview met de schoolleider
De basis voor dit interview is het intakeformulier.
2. Analyse van schooldocumenten: a. schoolplan, b. scholingsplannen van de afgelopen vijf jaren, c. leerstofaanbod, d. overige documenten die de school zelf kan aanleveren en waaruit integratiebevordering blijkt. Aan de hand van
de informatie uit de documenten kan het analyseschema worden ingevuld (zie hieronder).
3. Observatielijst Leerkrachtcompetenties Interactie
(Ontwikkeld door Martine Dijk, Susanne Huijbregts, Pieter Gerrits en Harry Cox.) Hiermee kan een observant
nagegaan in hoeverre de interacties in de klas en in een vrije spelsituatie voldoende v oorwaarde bieden voor
een veilige en integratiebevorderende omgeving.
4. a. Sociogram (PO)
Geeft inzicht in de mate waarin kinderen uit verschillende bevolkingsgroepen met elkaar spelen.
b. Interview leerlingen (VO)
Geeft inzicht in de mate waarin kinderen uit verschillende bevolkingsgroepen met elkaar spelen/omgaan.
Dit materiaal is ontwikkeld in het kader van het project ‘Scholen integreren’. CPS onderwijsontwikkeling en advies voert dit project uit in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Zie www.scholenintegreren.nl.
www.scholenintegreren.nl
1
1. INTERVIEW MET DE SCHOOLLEIDER Het interview met de schoolleider heeft tot doel om naast de formele documenten zicht te krijgen op de wijze waarop de school omgaat met de problematiek rondom integratie en segregatie.
Algemeen beeld van de school: 1. Hoe karakteriseer je de school in het spectrum zwart/wit/kleurrijk? 2. Facts and figures: over welke aantallen leerlingen hebben we het, hoe is dat in/op de verschillende groepen
en/of afdelingen?
3. Geschiedenis: welke historie heeft de school als het gaat om verschillende bevolkingsgroepen en hun integratie? 4. Schoolomgeving: hoe ziet de schoolomgeving eruit, welke ontwikkelingen spelen daar, welke rol speelt de
gemeente en welke positie nemen andere scholen in?
Integratie: 5. Wat is integratie volgens de school? 6. Heeft de school daarin een taak, zo ja welke, en wat zijn de gewenste doelen? 7. Wat doe je als school op het gebied van integratie, wat zijn de activiteiten? 8. Hoe en waar zie je dat terug en wat zijn de effecten? 9. Is er geformaliseerd integratiebeleid of is het meer praktisch handelen? 10. Staat het beleid op papier en zo ja, hoe? 11. Wie moeten we daarover verder bevragen? 12. Staat het integratiethema op de agenda binnen en buiten de school? Ligt het plan van aanpak fysiek op een
vergadertafel of ergens anders? Wordt er geëvalueerd en zo ja, wat dan? Tevredenheid of ook de resultaten?
Hoe worden deze gemeten?
Interactie: 13. Uit onderzoek blijkt dat het belangrijk is om de interactie tussen leerlingen van verschillende achtergronden
(etnisch, cultureel, sociaaleconomisch) te bevorderen.
Herkent de school zich hierin?
14. Hoe is dat in de eigen schoolsituatie? Gaan kinderen uit verschillende groepen goed met elkaar om of zijn er
scheidslijnen en zo ja, welke? Verschilt dat per groep, leeftijd of situatie (in de klas, vrije situaties, op plein,
na schooltijd/in het weekend)?
15. Krijgen conflicten tussen kinderen ook wel eens een culturele/etnische lading? 16. Wat doet school om dat te beïnvloeden op school- en klassenniveau?
www.scholenintegreren.nl
2
2. Analyse van schooldocumenten De schooldocumenten kunnen op de volgende aspecten worden geanalyseerd: • het bevorderen van sociale integratie, • openheid, • basiswaarden, • oefenplaats, • risico’s, • trendanalyse. De vragen komen voort uit het kader van de Inspectie van het Onderwijs en hebben betrekking op een vijftal onderdelen: 1. de omgeving, 2. de bijdrage die de school wil leveren aan sociale integratie, 3. de openheid naar de samenleving en de diversiteit daarvan, 4. de basiswaarden, 5. de school als oefenplaats. Per onderdeel zijn de vragen opgebouwd volgens de kwaliteitscirkel, ontwikkeld door Deming. Deze kent vier stappen: 1. Plan: maak een plan met concrete doelen, 2. Do: voer het uit, 3. Check (of bestudeer): kijk of de resultaten overeenkomen met de beoogde doelen, 4. Act: stel zo nodig bij voordat je opnieuw uitvoert.
Act
Plan
AP CD Check Do
www.scholenintegreren.nl
3
Onderdeel 1: De omgeving “inzicht in en overleg met genoemden over integratie en het voorkomen van intolerantie, extremistische ideeën, discriminatie en dergelijke in de schoolomgeving.” De schoolomgeving bestaat bijvoorbeeld uit: • lokale politieke en bestuurlijke organisaties, • sociaal-maatschappelijke, culturele en religieuze organisaties, • stagebedrijven, • vervolgopleidingen, • de schoolpopulatie zelf, • opvattingen van ouders. 1. Plan: a. Welke visie spreekt uit de documenten van de school? (met vermelding documenten)
b. Welke doelen streeft de school op dit onderdeel (inzicht in en overleg met de omgeving) na, zoals blijkt uit de
documenten?
2. Do: c. Hoe realiseert de school deze doelen? Welke methoden, materialen, projecten of anderszins gebruikt de school?
3. Check: d. Hoe gaat de school de resultaten volgens deze documenten na? Resultaten bij de leerlingen, effectiviteit van de
gekozen methode en kosten/baten voor de organisatie?
4. Act: e. Vindt er bijstelling plaats?
Bronnen: • Schoolplan (SP, pag. …), • Schoolgids (SG, pag. …), • Andere mogelijke documenten, bijvoorbeeld …, • Planwerving en selectie teamleden, • Overleg gemeente (LEA), • Schoolregels, • Groeperingsvormen, • etc.
www.scholenintegreren.nl
4
Onderdeel 2: De bijdrage die de school wil leveren aan sociale integratie • Kennis van verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten. • Kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. 1. Plan: a. Welke visie spreekt uit de documenten van de school? Waaruit blijkt de kennis die een school heeft over
verschillende achtergronden en culturen en hoe zorgt de school ervoor dat kinderen van verschillende
achtergronden en culturen met elkaar kennismaken? (met vermelding documenten)
b. Welke doelen streeft de school op dit onderdeel na, zoals blijkt uit de documenten?
2. Do: c. Hoe realiseert de school de gestelde doelen? Welke methoden, materialen, projecten of anderszins gebruikt
de school?
3. Check: d. Hoe gaat de school de resultaten, volgens deze documenten, na? Resultaten bij de leerlingen, effectiviteit van
de gekozen methode en kosten/baten voor de organisatie?
4. Act: e. Vindt er bijstelling plaats?
Bronnen: • Schoolplan (SP, pag. …), • Schoolgids (SG, pag. …), • Andere mogelijke documenten, bijvoorbeeld …, • Planwerving en selectie teamleden, • Overleg gemeente (LEA), • Schoolregels, • Groeperingsvormen, • etc.
www.scholenintegreren.nl
5
Onderdeel 3: De openheid naar de samenleving en de diversiteit daarvan • De school heeft een open en actieve houding ten opzichte van de lokale en/of regionale omgeving en de
samenleving en brengt de leerlingen hiermee in contact, ook voor wat betreft de diversiteit.
• Structureel aanbod gericht op competenties die bijdragen aan deelname aan en betrokkenheid bij de
samenleving.
• Het bevorderen van actieve deelname van leerlingen aan de samenleving. 1. Plan: a. Waaruit blijkt de openheid van de school naar de samenleving? Welke visie spreekt uit de documenten van
de school? (met vermelding documenten)
b. Welke doelen streeft de school op dit onderdeel na, zoals blijkt uit de documenten?
2. Do: c. Hoe realiseert de school deze doelen? Welke methoden, materialen, projecten of anderszins gebruikt de school?
3. Check: d. Hoe gaat de school de resultaten volgens deze documenten na? Resultaten bij de leerlingen, effectiviteit van
de gekozen methode en kosten/baten voor de organisatie?
4. Act: e. Vindt er bijstelling plaats?
Bronnen: • Schoolplan (SP, pag. …), • Schoolgids (SG, pag. …), • Andere mogelijke documenten, bijvoorbeeld …, • Planwerving en selectie teamleden, • Overleg gemeente (LEA), • Schoolregels, • Groeperingsvormen, • etc.
www.scholenintegreren.nl
6
Onderdeel 4: De basiswaarden De school bevordert de toepassing van onderstaande basiswaarden en corrigeert leerlingen waar nodig. Het onderwijs is hiermee in overeenstemming en het aanbod is gericht op overdracht van: • vrijheid van meningsuiting, • gelijkwaardigheid, • begrip voor anderen, • verdraagzaamheid (tolerantie), • autonomie, • afwijzen van onverdraagzaamheid, • afwijzen van discriminatie. 1. Plan: a. Waaruit blijkt dat de school de basiswaarden toepast? Welke visie spreekt uit de documenten van de school?
(met vermelding documenten)
b. Welke doelen streeft de school op dit onderdeel na, zoals blijkt uit de documenten?
2. Do: c. Hoe realiseert de school de gestelde doelen? Welke methoden, materialen, projecten of anderszins gebruikt
de school?
3. Check: d. Hoe gaat de school de resultaten volgens deze documenten na? Resultaten bij de leerlingen, effectiviteit van
de gekozen methode en kosten/baten voor de organisatie?
4. Act: e. Vindt er bijstelling plaats?
Bronnen: • Schoolplan (SP, pag. …), • Schoolgids (SG, pag. …), • Andere mogelijke documenten, bijvoorbeeld …, • Planwerving en selectie teamleden, • Overleg gemeente (LEA), • Schoolregels, • Groeperingsvormen, • etc.
www.scholenintegreren.nl
7
Onderdeel 5: De school als oefenplaats Leerlingen krijgen op school de mogelijkheid om te oefenen met burgerschap en integratie 1. Plan: a. Welke visie spreekt uit de documenten van de school als het gaat om het oefenen met burgerschap en
integratie? (met vermelding documenten)
b. Welke doelen streeft de school op dit onderdeel na, zoals blijkt uit de documenten?
2. Do: c. Hoe realiseert de school deze doelen? Welke methoden, materialen, projecten of anderszins gebruikt de school?
3. Check: d. Hoe gaat de school de resultaten volgens deze documenten na? Resultaten bij de leerlingen, effectiviteit van
de gekozen methode en kosten/baten voor de organisatie?
4. Act: e. Vindt er bijstelling plaats?
Bronnen: • Schoolplan (SP, pag. …), • Schoolgids (SG, pag. …), • Andere mogelijke documenten, bijvoorbeeld …, • Planwerving en selectie teamleden, • Overleg gemeente (LEA), • Schoolregels, • Groeperingsvormen, • etc.
www.scholenintegreren.nl
8
Docenten:
ja/nee
Dit blijkt uit:
ja/nee
Dit blijkt uit:
ja/nee
Dit blijkt uit:
ja/nee
Dit blijkt uit:
ja/nee
Dit blijkt uit:
ja/nee
Dit blijkt uit:
ja/nee
Dit blijkt uit:
ja/nee
Dit blijkt uit:
Scholingsplan van docenten is mede gericht op het versterken van vaardigheden op het gebied van omgaan met diversiteit Werving en selectie van teamleden is gericht op het vergroten van de diversiteit binnen het team Bij competentieontwikkeling is het omgaan met diversiteit een aandachtspunt De competentie ‘omgaan met diversiteit’ is een aandachtspunt bij het werven van nieuwe docenten Leerlingen: Werving en selectie van leerlingen is gericht op diversiteit Doelgroepgerichte communicatie en PR Overleg LEA (Lokale Educatieve Agenda): Afspraken over werving en selectie docenten Afspraken over uitwisseling van docenten Afspraken over werving en selectie van leerlingen Afspraken over uitwisseling van leerlingen Gezamenlijke activiteiten Schoolregels: Kledingprotocol Pestprotocol Omgaan met discriminerende en kwetsende opmerkingen Omgaan met ouders Klachtenregeling Groeperingsvormen: Gericht op leren samenwerken Bewust etnisch gemengd samenstellen van groepen Leren samenwerken: Coöperatieve werkvormen Activerende didactieken Gezamenlijke groepsdoelen Individuele inbreng Externe contacten: Klankbordgroep met vertegenwoordigers van diverse etnische en religieuze groepen Imago en uitstraling: In beeld en tekst diversiteit uitstralend
www.scholenintegreren.nl
9
Laatste checklist/conclusie
3. Klassenobservaties Leerkrachtcompetenties Interactie Handleiding Toepassen in klassensituatie en vrije situatie • Het is de bedoeling dat de lijst zowel in een klassensituatie als in een vrije situatie (pauze) wordt ingevuld. • In de klassensituatie zien we zowel instructie als zelfstandige verwerking. Daarnaast wordt een
samenwerkingsopdracht uitgevoerd.
• Probeer waar mogelijk concrete gedragingen van de leerkracht te beschrijven, denk daarbij bijvoorbeeld aan
hoe de leerkracht rekening houdt met de verschillen in communicatieve vaardigheden van leerlingen.
• Gedragingen kunnen worden geturfd in de betreffende kolom. • Let ook op verschillen in aanpak tussen diverse groepen leerlingen. Invullen met kleur • De lijst wordt ingevuld in groen en zwart. Groen staat voor de score van de klassensituatie en zwart voor de
score in de vrije situatie.
• Indien bepaald gedrag niet wordt gesignaleerd, wordt het niet ingevuld. Nabespreken • De scores winnen aan kracht als de lijst na afloop met de leerkracht wordt doorgesproken. Een kort gespreks
verslag wordt bij als bijlage bij de observatielijst gevoegd.
• Bij de nabespreking is het van belang dat de leerkracht weet dat het geen beoordeling betreft. • In het nagesprek gaat het ook om de motivatie achter de handeling (of het achterwege blijven daarvan). Aanvullende observatiepunten • De vragenlijst biedt ruimte om zelf observeerbaar gedrag toe te voegen. Bronnen: • Matrix pedagogisch-didactisch handelen
(Ontwikkeld door Riekelt de Boer, Barbara Pruyt en Bert Slotboom)
• Zelfevaluatie GOK
(Ontwikkeld door Jose Libens en Paul de Nijs)
www.scholenintegreren.nl
10
Scores: 1 = weinig 2 = regelmatig 3 = vaak
De leerkracht…
L E
Profiel 1 2 3
E
heeft een expressieve en enthousiaste presentatie
0 0 0
R
houdt oogcontact met leerlingen
0 0 0
praat in volledige zinnen
0 0 0
geeft directe feedback
0 0 0
R
geeft complimenten
0 0 0
A
benoemt en waardeert kwaliteiten van kinderen
0 0 0
houdt rekening met verschillen in de communicatieve vaardigheden van leerlingen
0 0 0
stimuleert leerlingen non-verbaal tot communiceren
0 0 0
maakt verschillen bespreekbaar vanuit een positieve grondhouding
0 0 0
laat leerlingen uitspreken
0 0 0
…
0 0 0
I
…
0 0 0
C
…
0 0 0
K
C H T G E R
H T
Turven
Opmerkingen
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Algemene opmerkingen:
www.scholenintegreren.nl
11
Scores: 1 = weinig 2 = regelmatig 3 = vaak
De leerkracht…
Profiel 1 2 3
G zorgt voor adequate spreiding van beurten
0 0 0
let er op dat alle leerlingen uitspreken
0 0 0
O
bevordert oogcontact tussen leerlingen
0 0 0
E
stimuleert dat leerlingen elkaar complimenteren
0 0 0
stimuleert het werken in heterogeen samengestelde groepen (bijvoorbeeld naar sekse en afkomst )
0 0 0
G
stimuleert leerlingen om in volledige zinnen te praten
0 0 0
E
stimuleert interactie tussen leerlingen
0 0 0
past samenwerkingsvormen toe
0 0 0
bewaakt dat de interactie tussen leerlingen is gericht op het groepsdoel
0 0 0
bevordert dat alle leerlingen actief betrokken zijn
0 0 0
…
0 0 0
…
0 0 0
…
0 0 0
R
P S
R I C H T
Turven
Opmerkingen
0 0 0 0 0 0
Algemene opmerkingen:
www.scholenintegreren.nl
12
Scores: 1 = weinig 2 = regelmatig 3 = vaak
De leerkracht stimuleert het proces van communicatie… P
Profiel 1 2 3
0 0 0
- samenwerking
0 0 0
O
- verbale communicatie
0 0 0
C
- non-verbale communicatie
0 0 0
- regels en routines
0 0 0
E S
door tijdens de observatiesituatie aandacht te schenken aan:
G
- taalgebruik
0 0 0
- samenwerking
0 0 0
- verbale communicatie
0 0 0
- non-verbale communicatie
0 0 0
I
- regels en routines
0 0 0
C
door achteraf aandacht te schenken aan:
E R
H T
Opmerkingen
door vooraf aandacht te schenken aan: - taalgebruik
R
Turven
- taalgebruik
0 0 0
- samenwerking
0 0 0
- verbale communicatie
0 0 0
- non-verbale communicatie
0 0 0
- regels en routines
0 0 0
Algemene opmerkingen:
www.scholenintegreren.nl
13
4. Sociale verhoudingen leerlingen Om zicht te krijgen op de mate waarin kinderen uit verschillende bevolkingsgroepen met elkaar integreren kan binnen het primair onderwijs gebruik gemaakt worden van een sociogram (zie bijvoorbeeld www.sociogram.nl). Door de uitkomsten te analyseren kun je nagaan of leerlingen groepsgewijs kiezen of dat herkomst geen rol speelt. In het voortgezet onderwijs kunnen groepsinterviews gehouden worden met leerlingen volgens een vast format (zie Format groepsinterview leerlingen vo).
www.scholenintegreren.nl
14
Format groepsinterview leerlingen vo Inleiding Op school en daarbuiten leren we omgaan met verschillende mensen. Mensen uit de stad, van het platteland, geboren in Nederland of ergens anders, mensen die alleen Nederlands spreken of die ook andere talen kennen. Omgaan met anderen is leuk, maar kan ook spanningen geven, bijvoorbeeld wanneer je een ander soms niet begrijpt. Je kunt niet met iedereen even goede maatjes zijn, maar we kunnen wel ons best doen om andere mensen zo goed mogelijk te begrijpen. Dit interview is om te weten te komen hoe we op onze school met elkaar omgaan. Je mag eerlijk antwoord geven, want wat jullie zeggen is vertrouwelijk. We voeren meerdere gesprekken en maken een verslag op hoofdlijnen. Dat wil zeggen dat niemand terug kan lezen wie wat gezegd heeft. De directie kijkt dan of er reden is om dingen te veranderen op school. Akkoord?
1.
Voel je prettig op school? Voel je je geaccepteerd?
2.
Vind je het leuk om op deze school te zitten? Geef drie redenen waarom wel/niet.
3.
Zitten er verschillende groepen leerlingen op je school/in je klas? Welke?
4.
Tot welke groep hoor je zelf?
5.
Hoor je bij één groep of bij meerdere groepen? Welke dan? En wanneer merk je dat dit belangrijk is?
6.
Hoe kijken anderen tegen jouw groep of groepen aan en hoe vind je dat?
7.
Hoe gaan verschillende groepen met elkaar om?
8.
Hoe vind je het om met mensen van je eigen groep om te gaan?
9.
En met mensen van een andere groep?
10. Spelen je ouders of je omgeving daar ook een rol in? 11. Wat vind je een goede leraar? 12. Hoe gaan docenten om met verschillen tussen individuele leerlingen? 13. Houden docenten rekening met het feit dat iemand tot een groep behoort? Kun je daar een voorbeeld van geven? En wat vind je daarvan? 14. Zijn er wel eens conflicten tussen groepen? Waarover? 15. Hoe worden conflicten op school opgelost? 16. Heb je tips hoe de school eventueel conflicten kan voorkomen of oplossen? 17. Je hoort wel eens over discriminatie. Kun je omschrijven wat dat is? Herken je dat in je omgeving? 18. Praten jullie in de klas over verschillen tussen mensen? Kun je daar een voorbeeld van geven? 19. Is je vriendengroep buiten school dezelfde als die op school of is dat anders? Wat is er dan anders? 20. Heb je zelf nog vragen, opmerkingen of tips voor de school? Bedankt voor je medewerking!
www.scholenintegreren.nl
15