werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

7.0 vragen bij de film THEMA 7

met wie:

alleen

opdracht:

Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen.

eerste ronde filmkijken 1

Badria vindt Nederlands moeilijk.

waar / niet waar

2

De juf komt op huisbezoek.

waar / niet waar

3

Tarik is blij dat de juf komt.

waar / niet waar

tweede ronde filmkijken 1

Wat spreken de ouders van Badria?

2

Hoe laat komt de juf op bezoek?

3

Wanneer is de sportdag?

Arabisch / Nederlands / allebei om 16.00 uur / om 17.00 uur morgen / volgende week

THEMA 7 DE BASISSCHOOL

2

3e ronde filmkijken: Wat vraagt de juf aan Badria?

THEMA 7

1

a. Wat vind je moeilijk? b. Wat vind je makkelijk? 2

De juf geeft Tarik een hand. Wat zegt ze? a. Mariska Goedhart. Fijn dat ik u eindelijk ontmoet. b. Mariska Goedhart. Aangenaam kennis te maken.

3

Wat zegt de juf tegen Tarik? a. Ik ben op zoek naar ouders die willen helpen. b. Ik ben op zoek naar ouders die van sport houden.


3

7.1 HOE VINDT U HET OP SCHOOL? THEMA 7

met wie:

met een andere cursist opdracht:

Eén van u is A. De ander is B. A: Stel vragen aan B. B: Geef antwoord aan A. A: Zet een cirkel om de goede antwoorden. Wissel van rol. 1

Vind je het leuk op school?

ja / nee

2

Vind je de groep leuk?

ja / nee

3

Vind je de docent goed?

ja / nee

4

Wat vind je leuk?

5

Wat vind je makkelijk?

lezen / schrijven / spreken / luisteren

6

Wat vind je moeilijk?

lezen / schrijven / spreken / luisteren

7

Werk je thuis op de computer?

ja / nee

8

Kun je goed samenwerken?

ja / nee

9

Kun je je goed concentreren?

ja / nee

Durf je iets te vragen?

ja / nee

10

groepsles / e-learning


4

7.2 WAT HOORT BIJ WELK VAK? THEMA 7

met wie:

alleen

opdracht:

Welke zin hoort bij welk vak? Trek een lijn. Kijk daarna naar de antwoorden van uw buurman of buurvrouw. Zijn de antwoorden hetzelfde?

Badria leest voor uit een boek. Badria zingt een liedje over Kerst. Badria gooit met een bal. Badria maakt de som 436 x 35 = Badria maakt mooie letters in haar schrift. Badria leert moeilijke woorden spellen.

gym rekenen taal lezen schrijven muziek

Badria knipt en plakt.

handvaardigheid

Badria kleurt met potlood.

wereldoriëntatie

Badria leert de landen van Europa. Badria leert door de stad fietsen.

verkeer tekenen


5

7.3 HET ZOMERFEEST THEMA 7

met wie:

alleen

opdracht:

Het is feest op de school van uw kind. Schrijf uw kind in voor het feest. Werkblad: 7.0 / 7.1 / 7.2 / 7.3 / 7.4 / 7.5 / 7.6 / 7.7 / 7.8 / 7.9 / 7.10 Vul het formulier in. WERKBLAD

Het is feest op school. Vul het formulier in.

Hoera, het is weer zomerfeest!!!

Wanneer? Waar? Voor wie? Wat?

Woensdag 26 juni van 13.00 tot 15.00 uur Op het schoolplein achter de school Voor alle kinderen van groep 1 t/m 8 Spelletjes en lekker eten!

Vul het strookje in en geef het aan de leerkracht! Ja, mijn kind doet mee: Naam kind: …………………………. Leeftijd: ……………. jaar. Groep: …………………………. Naam leerkracht: …………………………. Ik kan helpen met: taart bakken / hapjes maken / een spelletje op het plein / opruimen* * omcirkel wat u wilt doen THEMA 7 DE BASISSCHOOL

6

7.4 HET RAPPORT VAN BADRIA THEMA 7

met wie:

met een andere cursist opdracht: WERKBLAD

Kijk naar het rapport van Badria. Praat met een andere cursist. Geef antwoord op de vragen.

Werkblad: 7.0 / 7.1 / 7.2 / 7.3 / 7.4 / 7.5 / 7.6 / 7.7 / 7.8 / 7.9 / 7.10 Lees het rapport. Beantwoord de vragen. Rapport van: Badria Salih Groep: 8 Leerkacht: Mariska Goedhart

● ○ ○ ○ ○ = slecht ○ ● ○ ○ ○ = onvoldoende ○ ○ ● ○ ○ = voldoende ○ ○ ○ ● ○ = goed ○ ○ ○ ○ ● = uitstekend Opmerkingen:

gedrag:

○○○●○

Badria helpt anderen graag.

rekenen: hoofdrekenen cijferen

○○○●○ ○○○●○

Badria maakt weinig fouten.

taal: lezen schrijven spelling

○●○○○ ○○●○○ ○●○○○

Tip: voorlezen is goed voor de taal van Badria!

tekenen:

○○○○●

Badria heeft talent!

wereldoriëntatie: ○ ○ ○ ● ○

1 2

Badria kent alle landen van Europa.

Badria is aardig.

waar / niet waar

Badria kan slecht rekenen.

waar / niet waar

Badria is aardig.

Badria kan slecht rekenen.

Badria heeft een onvoldoende voor lezen.

waar / niet waar

waar / niet waar waar / niet waar

3

Badria een onvoldoende Badria kanheeft heel mooi tekenen.

voor waarlezen. / niet waar

waar / niet waar

4

Wereldoriëntatie is voldoende. Badria kan heel mooi tekenen.

waar / niet waar

waar / niet waar

5

Wereldoriëntatie is voldoende.

waar / niet waar


7

7.5 DAT IS EEN LEUK BOEK! THEMA 7

met wie:


Kies samen een boek. Bekijk het boek. Maak de zinnen af.

1

De titel is ……………………….……….

2

De schrijver is ……………………….……….

3

De illustrator is ……………………….……….

4

Er staan veel / weinig plaatjes in.

5

De woorden zijn makkelijk / moeilijk.

6

Het boek is voor kinderen van ………… jaar.

7

Het gaat over ……………………….……….

8

Ik vind het boek leuk / niet leuk.

9

Ik kan het wel / niet voorlezen.


8

7.6 HOE VIND IK LEUKE BOEKEN? THEMA 7

met wie:


Eén van u leest de zinnen van Zoera, Noha en de verkoper. De ander leest de zinnen van juf, mevrouw en Tarik Wissel daarna van rol.

Op school

Zoera: Hallo, mag ik iets vragen? Juf:

Natuurlijk.

Zoera:

Ik wil Badria voorlezen. Wat is een goed boek?

Juf:

‘De heksen’ van Roald Dahl is een leuk boek. Je kunt het lenen in de bibliotheek.

Zoera:

Bedankt voor de tip!

In de bibliotheek

Noha:

Dag, ik heb een vraag.

Mevrouw: Zegt u het maar. Noha:

Ik zoek boekjes voor mijn dochtertje.

Mevrouw: Hoe oud is ze? Noha:

4 jaar.

Mevrouw: Loopt u maar even mee.Kijk, hier staan de prentenboeken. Noha:

Dank u wel.


9

In de boekwinkel

Tarik:

THEMA 7

Verkoper: Wat kan ik voor u doen? Ik zoek een boekje voor een baby. Het is een cadeautje.

Verkoper: Dit is een leuk boekje van plastic. Het heeft veel plaatjes en het kan mee in bad. Tarik:

Leuk, bedankt!


10

7.7 WAT IS ER TE DOEN IN DE BIBLIOTHEEK THEMA 7

met wie:


Zoek op internet. Ga naar www.google.nl. Typ in: bibliotheek + woonplaats (bijvoorbeeld Rotterdam). Klik op de website van een bibliotheek in de buurt. Vul het werkblad in. adres: telefoon: Kunt u het vinden?

openingstijden

ja / nee

kosten abonnement

ja / nee

Activiteiten voor kinderen:

Wat? voorlezen / poppenkast / knutselen / .............................. Wat vindt u leuk?

Wanneer is het?

Hoeveel kost het?


11

Activiteiten voor volwassenen:

Wat? lezing / cursus / muziek / tentoonstelling / …………………............ THEMA 7

Wat vindt u leuk?

Wanneer is het?

Hoeveel kost het?


12

7.8 UW KIND TELEFONISCH AFMELDEN OP SCHOOL THEMA 7

met wie:


U gaat uw kind afmelden op school. Eén van u leest de zinnen van de basisschool (A). De ander leest de zinnen van de ouder (B). Wissel van rol. A

Met basisschool De Vlieger, goedemorgen.

B

Goedemorgen, met ………………… Mijn

dochter zoon Zij Hij

…………

kan vandaag niet op school komen. komt vandaag een uurtje later.

is ziek. moet naar de tandarts. moet naar de dokter. ……………………

A

dochter In welke groep zit uw zoon

B

In groep …………

A

Ik zal het doorgeven.

B

Bedankt.

bij

?

Bij welke leerkracht?

juffrouw meester

…………


13

7.9A EEN BRIEFJE VOOR DE LEERKRACHT THEMA 7

met wie:

alleen

opdracht:

Zet de zinnen in de goede volgorde. Gebruik de cijfers 1-2-3-4-5. Welke zin komt eerst? Zet voor die zin een 1. Welke zin komt daarna? Zet voor die zin een 2.

_ Met vriendelijke groeten, _ Ze moet om 9.00 uur naar de tandarts. _ Zoera Salih, de moeder van Badria _ Badria komt morgen iets later op school. _ Beste mevrouw Goedhart,


14

7.9B ZELF EEN BRIEFJE SCHRIJVEN THEMA 7

met wie:

alleen

opdracht:

Schrijf nu zelf een briefje. Bijvoorbeeld voor uw eigen kind. Heeft u geen kinderen? Schrijf dan het briefje van 7.9A over. Kijk daarna naar het briefje van uw buurman of buurvrouw. Is het briefje hetzelfde? Wat is er anders?

Beste ................................................. , ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... Met vriendelijke ................................................. , ...............................................................................................................................


15

7.10 WAT HEB IK GELEERD IN DIT THEMA? THEMA 7

met wie:

alleen

opdracht:

Wat heeft u geleerd in dit thema? Wat kunt u goed? Wat kunt u nog niet zo goed? Wat gaat u nog oefenen? Vul het schema in.

Dit ga ik nog oefenen: Ik ken een aantal Nederlandse schoolvakken en schoolvaardigheden. Ik weet wat ik moeilijk en makkelijk, leuk of niet leuk vind op school. Ik kan mijn kind vragen wat hij/zij leuk of niet leuk vindt op school. Ik kan mijn kind vragen wat hij/zij moeilijk of makkelijk vindt op school. Ik weet welke groepen een basisschool heeft en in welke groep mijn kind zit. Ik kan een eenvoudig boekje voorlezen. Ik kan een voorleesboekje zoeken voor mijn kind. Ik weet wat de cijfers en woorden op het rapport van mijn kind betekenen. Ik kan mijn kind telefonisch en met een briefje afmelden bij de basisschool. THEMA 7 DE BASISSCHOOL

16

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

Recommend Documents