Werkbladen Boekje van:

Werkbladen

Boekje van:……………………

INFORMATIE VOOR OUDERS Lezen in de zomervakantie is dat nodig? In groep 4 zijn we dit jaar veel bezig geweest met lezen. Volgend jaar in groep 5 gaat het leren lezen verder. De woorden en zinnen worden moeilijker. Het is bekend, dat veel kinderen na de zomervakantie minder goed lezen. Dat komt omdat ze niet meer dagelijks oefenen. Bij de start in groep 5 blijkt vaak dat wat de kinderen geleerd hebben in groep 4 een beetje is weggezakt. Om ervoor te zorgen dat uw kind in groep 5 de lessen makkelijk kan volgen, is het belangrijk in de zomervakantie te blijven oefenen. Vos en Haas op het eiland Uw kind krijgt van de school het leesboek Vos en Haas op het eiland mee om in de vakantie te lezen. Samen met uw kind lees ut iedere dag een paar bladzijden uit het boek. Bij het boek horen 40 werkbladen. Elke dag werkt u aan een blad. U volgt de aanwijzingen op het werkblad. Daar staat ook op welke bladzijden u samen met uw kind leest. Tijd en plaats Het is de bedoeling dat u iedere dag 15 tot 20 minuten samen leest. We raden u aan hiervoor een vast moment te kiezen. Een rustige plek, waar u niet gestoord wordt, is belangrijk. Het is handig naast elkaar te zitten, zodat u allebei het boek goed kunt zien. Het leesmoment Elk leesmoment verloopt precies hetzelfde en het werkblad wijst u de weg. Stap 1: U begint het leesmoment met het voorlezen van een klein stukje uit de tekst, dat op het werkblad staat. Daarna leest u hetzelfde stukje nog een keer, maar nu allebei, tegelijkertijd, hardop. Lees langzaam. Als uw kind niet alles hardop meeleest, is dat niet erg. Stap 2: Na het lezen van het korte stukje, staan er oefenrijtjes op het werkblad. U lees eerst alle woorden voor, links naar rechts. Daarna leest u met uw kind de woorden samen hardop. Tenslotte laat u uw kind de rijtjes nog een keer hardop lezen. Stap 3: Nu pakt u het boek erbij. Uw kind leest enkele bladzijden. Stap 4: U sluit het leesmoment af met een korte schrijf –of tekenopdracht. Stap 5: U vult onderaan het blad in hoe lang u heeft gelezen en hoe het ging. Samen lezen Lees bij het voorlezen of samen lezen niet te snel, maar hou rekening met het tempo van uw kind. Als uw kind tijdens het lezen een woord niet kan lezen, zegt u het woord voor. Als uw kind een fout leest, zegt u het goede woord. In het boek Vos en Haas op het eiland staan soms woorden die niet vaak voorkomen. Als uw kind die woorden niet kent, legt u het woord uit. Op de werkbladen staat de betekenis van deze woorden. Geef uw kind tijdens het lezen veel complimentjes. Het boek Vos en Haas op het eiland is een vervolg op het boek Vos en Haas en het boek Tot kijk, Vos en Haas. Vos en Haas op het eiland is geschreven in korte zinnen , met een taalgebruik dat geschikt is voor lezers vanaf AVI 4 = Eind groep 4. Als u merkt dat uw kind moeite heeft de tekst te lezen, kunt u besluiten het leesboek samen hardop te lezen of om de beurt een stukje te lezen. U kunt zelfs besluiten stukken voor te lezen. Het leesmoment mag geen stressmoment worden. Het gaat erom samen op een plezierige en ontspannen manier met lezen bezig te zijn.

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 1 Hoofdstuk Het Eiland, pagina 7-8 

Lees het onderstaande stukje voor.

Haas loopt over het strand. Het lijkt wel of ze iets leest. Af en toe staat ze stil en kijkt rond. Dan roept ze:….. 

Lees het stukje nu samen hardop



Lees nu de onderstaande woorden voor, van links naar rechts, dus niet per rijtje van boven naar beneden.

strand vliegtuig gezellig

voort boot sneeuwballen

bijna lente hagel

koffers zomer ijs

rugzak herfst zuiden



Lees nu de woorden samen hardop



Laat nu uw kind de woorden alleen hardop lezen



Laat nu uw kind bladzijde 7 en 8 van Vos en Haas op het eiland hardop lezen.



Schrijf –of tekenopdracht

Ga jij op vakantie? Is daar ook een strand?



Moeilijke woorden

knus = gezellig 

Logboek

Datum: Hoeveel tijd hebben we gelezen vandaag? Hoe ging het lezen?

zuiden winter zwaar



‘De kaart klopt echt. Kijk zelf maar.’ Haas geeft de kaart aan Vos. Er staat een ei op de kaart. En een pijl. En een kruisje 





ineens makkelijk

zweet moeilijk

getekend lelijk

gedacht feestelijk

gezocht gezamenlijk













Wat doe jij graag allemaal op vakantie?



Moeilijke woorden



Logboek


Gezien heerlijk

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 3 Hoofdstuk Het Eiland, pagina 11-12-13 


Het water is heerlijk. Vos loopt erin tot aan zijn buik. Verder durft hij niet. De zee is zo wijd en zo diep! En weet je wat raar is? De zee beweegt! 





zonnen ding bonen

zonen ging bonnen

zwemmen spring tonen

meteen ving tonnen

heerlijk ring kopen

beweegt tring koppen









Laat nu uw kind bladzijde 11-12 en 13 van Vos en Haas op het eiland hardop lezen.




Wat neem jij allemaal mee naar het strand?



Moeilijke woorden

gracht = gegraven kanaal 

Logboek




Een ommetje is voor de lol. Je hoeft nergens heen. Je hebt geen haast. Je loopt zomaar wat. Je wandelt. Haas houdt van ommetjes. Ze is er ook goed in. 





vakantie ommetje dacht

visjes hitte lacht

bakkertje kluts macht

slagertje wandelt nacht

mannetje snuift wacht













Ben jij wel eens verdwaald?



Moeilijke woorden

zonnesteek = te lang in de zon gezeten ommetje = een eindje wandelen 

Logboek


kleintje ruikt zacht



Een spoor is handig. Je weet meteen waar je geweest bent. Maar je weet niet waar je heen gaat. Vos kijkt weer voor zich uit. En dan schrikt hij zich een ongeluk! 





spoor handig nooit

hoor iemand ooit

koor ongeluk gooit

moor krabt strooit

boor eiland kooi













Wat weet jij allemaal over een eiland?



Moeilijke woorden

eiland = een beetje land midden in heel veel water 

Logboek


Stoor Weiland mooi

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 6 Hoofdstuk Een schelp en een smoes, pagina 18-19-20 


Vos en Haas zetten de tent op. Dat is niet zo moeilijk. Je hebt alleen een lang, stevig touw nodig. En een grote, vierkante doek. En twee rechte, dikke bomen. 





touw doek stenen

mouw hoek benen

houw koek lenen

krauw soep wenen

mauw poes tenen

rauw soes













Schelp begint met de sch. Weet jij nog meer woordjes met sch? -



Moeilijke woorden

spikkels = kleine stippen 

Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 7 Hoofdstuk Een schelp en een smoes, pagina 21-22 


Een schelp kan scherp zijn. Je kunt er beter niet op gaan zitten. Vos raapt de schelp op. Het is een erg mooie schelp. Hij glanst een beetje. Hij is blauw en groen en wit. Prachtig! 





schelp overeind prachtig

schip gewoond groot

scheef iemand zwaar

schroef ruw klaagt

schat wild spin













Het tegenovergestelde: groot - …………….. zwaar - …………….. dik - ……………… onder - ……………. voor - …………….. 

Moeilijke woorden

overeind = weer recht komen 

Logboek


schop spuug wesp



Wat voelt Vos zich nu naar! Net of er een steen in zijn buit zit! Hij kijkt naar de schelp. Haas wil hem vast niet. Jammer. Het was nog wel zo’n mooi cadeau! 





stenen krom

kwaad handje

bijzondere gauw

cadeau natuurlijk

vakantie vergeten













Heb jij wel eens iemand iets cadeau gegeven?



Moeilijke woorden

gauw = snel 

Logboek


lui helpen



Een heel bijzondere schelp. Hij glom zo mooi! Hij was groen, en blauw en wit. En hij leek een beetje op het huis van een slak. Maar er zat geen sla in. En wat er wel in zat…dat is geheim! 





karwei nieuwsgierig

poos ergens

bouwen smoes

kwijt moppert

glom verzon













Wat rijmt er allemaal op poos? 

Moeilijke woorden

poos = een tijdje smoes = een leugen glom = glanzen 

Logboek


geheim gauw

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 10 Hoofdstuk Sterren, pagina 27-28-29 


Het is al laat. De zon gaat onder. De zee kleurt er rood van. Straks is het nacht. En Haas zoekt nog steeds naar de schelp! 





rood oranje

bruin paars

groen blauw

blauw zwart

grijs zilver

geel goud













Heb jij wel eens een geheim? Mag dan echt niemand het weten?



Moeilijke woorden

Verstrooid = afwezig kopje –onder = onder water gaan verschrikkelijk = heel erg 

Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 11 Hoofdstuk Sterren, pagina 30-31 


Haas denkt niet meer aan de schelp. Ze zit naast Vos op het strand. Vos kijkt omhoog en Haas kijkt omhoog. Wat is de hemel wijd en diep! Nog wijder en nog dieper dan de zee. 





houdt kruinen

adem tellen

sterren nooit

miljoen moeilijk

bomen omhoog













Teken de zon met de sterren



Moeilijke woorden

Kruinen = de top van de boom adem inhouden = hij wacht met spanning af 

Logboek


muren liefste

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 12 Hoofdstuk Sterren, pagina 32-33 


Vos knikt en gaapt. Zijn ogen worden zwaar. Hij is echt heel moe. Haas is ook moe. Bedtijd! 





knikt schoorsteen

gaapt ineens

welterusten wang

bedtijd traan

meent rolt













Slaap jij ook graag thuis in de eigen bed?



Moeilijke woorden

knus = gezellig 

Logboek


verbaasd snikt

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 13 Hoofdstuk Sterren, pagina 34-35-36 


Het luchtbed ligt niet lekker. Je voelt er alles door. Elk kiezeltje. Elk korreltje zand. Elk kuiltje en elke bult. Vos draait en keert en woelt. 





schoorsteen kiezeltje

vuur korreltje

haard luisterschelp

lente verrukt

troosten heimwee

Luchtbed kussen













Heb jij wel eens heimwee? Wanneer?



Moeilijke woorden

heimwee = graag naar huis willen verrukt = heel blij 

Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 14 Hoofdstuk Rob, pagina 37-38 


Het is dag. Haas slaapt nog. Maar Vos is al vroeg uit de veren. ‘Ik ga koffiezetten,’ denkt hij. ‘Dan krijgen ze een lekker kopje koffie op bed.’ 





koffiezetten deuntje

kopje fluitketel

sluipt boel

raapt ribbels

ketel broekzak













Teken een fluitketel



Moeilijke woorden

fluitketel = hier kun je water in koken knetteren = vlammen die geluid maken deuntje = liedje 

Logboek


Knetteren rammelt



Opeens denkt Vos weer aan de koffie. Het water kookt vast allang. Maar de ketel fluit niet! ‘Ik ben toch niet doof!’ zegt Vos bij zichzelf. ‘Als de ketel fluit, dan hoor ik dat toch! En ik hoor niets. Wat zou er aan de hand zijn? 





dief golven

slaapdronken jokt

pyjama vuur

koffiezetten ergens

verrassen nergens













Wat vindt jij van dieven?



Moeilijke woorden

slaapdronken = nog slaperig eb = laag water vloed = hoog water 

Logboek


vloed onzin

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 16 Hoofdstuk Rob, pagina 41-42-43 


Vos springt op. Haas heeft gelijk. Daar is een boot! Het is een blauwe boot met een zeil. Op dat zeil staat: ‘Alles te koop’. Het zeil zwaait heen en weer. 





eb koffie

vloed ontbijt

goed hongerig

moed boterhammen

roet zakdoek

moet stippen













Teken de boot van Rob



Moeilijke woorden



Logboek




‘Ik zou wel gek zijn. Ik verpats mijn spullen niet voor een prikje.’ Arme Haas. Ze wil de ketel zo graag! ‘Wacht!’ roept Vos. ‘Ik betaal wel. Ik heb schelpen zat.’ Vos keert zijn broekzakken binnenstebuiten. 





stoer aanbieding

koning beduusd

koningin cadeau

buiging verpats

knipoogt broekzakken













Wat rijmt er allemaal op prikje 

Moeilijke woorden

Aanbieding = goedkoper dan anders beduusd = verbaasd verpats = wegdoen voor weinig prikje = weinig geld 

Logboek


Lucifers binnenstebuiten



Nu kan ze de ketel kopen. En een leuke kaart voor Uil en Piep. En nog een kaart voor Tok en Iek. En postzegels. En een pakje koek. Dan zijn de schelpen bijna op. 





postzegels ernaast

bewaart meermin

ervandoor snoeshaan

eraf truitje

erop plaatje













Teken de meermin



Moeilijke woorden

snoeshaan = een raar iemand 

Logboek


eronder gaatje

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 19 Hoofdstuk De wens van Haas, pagina 48-49-50 


De volgende dag is Rob er weer. ‘Dag Haas,’ knipoogt hij. Haas krijgt een kleur. ‘Heb je nog steeds alles te koop?’ vraagt ze gauw. 





knipoogt hoeveel

spelletjesdoos kraakvers

spelletjeskast uitdrukking

ooglap vervelend

oogbol streng

Oogkas fluitketel













Wat heeft Rob allemaal meegenomen?



Moeilijke woorden

kraakvers = heel erg vers uitdrukking = bijvoorbeeld: voor de bakker dat betekent het komt voor elkaar. op de pof = later betalen 

Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 20 Hoofdstuk De wens van Haas, pagina 51-52-53 


Schelpen zijn rare dingen. Je moer er lang naar zoeken En je bent ze heel gauw weer kwijt. Wat doet Rob ermee? Zou hij ze eten? Dat kan niet… 





grootste zichzelf

kleinste hemzelf

langste kraken

middelste draken

donkerste raken

Lichtste maken













Schelpen kun je op het strand vinden. Wat kom je nog meer tegen op het strand?



Moeilijke woorden

zoeft als de wind = heel snel net als de wind gulzig = alles zelf willen 

Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 21 Hoofdstuk De wens van Haas, pagina 54-55 


Ze viel uit de lucht. Ze viel in zee en ging uit. Nu straalt ze niet meer. Vos tilt de ster met één poot op. Ze ziet er erg mooi uit. 





opgewonden loeiheet

opgelucht zeester

opgezet verstand

opgelaten belangrijk

opgevraagd ruzie













Heb jij wel eens ruzie?



Moeilijke woorden

Loeiheet = heel erg heet 

Logboek


Opgedronken vuisten

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 22 Hoofdstuk De wens van Haas, pagina 56-57 en 58 


Haas kijkt lang naar de ster. Is het een dier? Is het een ding? Of iets daartussenin? Daar kun je diep over nadenken. En je kunt er flink ruzie over krijgen. Maar wat schiet je daarmee op? 





voordat nadenken

doordat nakijken

omdat nawijzen

opdat poten

ineens boten

groeien noten













Wat zou jij willen wensen?



Moeilijke woorden



Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 23 Hoofdstuk Post van Uil, pagina 59-60-61 


Dag Uil en Piep, Het is mooi weer. Het is lekker eten. De groeten van Vos en Haas P.S.: De groeten aan Iek en Tok. 





leegmaken brievenbus

leegdrinken ongezoet

afmaken tevreden

doormaken randje

klaarmaken krast

schoonmaken terecht













Aan wie zou jij een kaart willen schrijven als je op vakantie bent? Wat schrijf je dan op de kaart?



Moeilijke woorden

een fluitje van een cent = het is heel gemakkelijk een mum van tijd = heel snel 

Logboek




‘Post!’ schreeuwt Vos. ‘Post van Uil!’ Ik denk tenminste dat het van Uil is. Alleen Uil schrijft zo.’ Dat klopt. Het is een brief van Uil. Haas is zo nieuwsgierig! Ze las net in het boek van Rob. Dat klapt ze meteen dicht. 





nieuw stiekem

nieuws tranen

nieuwsgierig verkouden

kurk ineens

jurk luisterschelp

Hurk heimwee













Heb jij wel eens post gehad? Van wie? Vond je dat leuk?



Moeilijke woorden



Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 25 Hoofdstuk Post van Uil, pagina 65-66 


Arme Haas. Ze doet zo goed haar best! Ze luistert met haar linkeroor. Ze luistert met haar rechteroor. Ze houdt haar adem in tot ze rood wordt. En toch lukt het niet! 





linkeroor beslist

rechteroor bomen

tussendoor dromen

luistert komen

werkt kopen













Wat hoort er allemaal bij de winter?



Moeilijke woorden



Logboek


moppert lopen



Je hoort het bos in de schelp. En de wind. En ook een beetje zee. Maar helaas, Uil hoor je niet. En dat wil Haas juist zo graag! Daarom gaan we naar huis. 





afscheid meermin

cadeautjes terugkom

poosje koffers

poedertje krabt

zalfje straks

Flesje erover













Teken een cadeautje dat je graag zou willen hebben



Moeilijke woorden

ze houdt het geen dag langer meer uit = ze houdt het niet meer langer vol de koffers zijn gepakt = de koffers zitten vol 

Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 27 Hoofdstuk Een ding dat praat, pagina 70-71 


Al bijna een uur zit Vos op het strand. Hij kijkt uit over de zee. Komt Rob nog wel? Is hij de afspraak vergeten? Of vond hij niets? 





buik knopjes

ruik dopjes

kruik dropjes

duik mopjes

huil rokjes













Bel jij wel eens iemand? Wat moet je dan eerst doen? En wat moet je dan zeggen?



Moeilijke woorden

grapjas = iemand die heel grappig is 

Logboek


kuil mokjes

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 28 Hoofdstuk Een ding dat praat, pagina 72-73-74 


Vos raak als zijn schelpen kwijt. Nu kan hij voor niemand een cadeautje kopen. Voor Iek niet en voor Tok niet. Voor Uil niet en voor Piep niet. Ach, wat geeft het ook! Ze gaan toch nog lang niet naar huis. 





branden zoemt

stranden nummer

landen huisje

banden doosje

randen poosje

tanden roosje













Hoe noem je zo’n telefoon zoals Vos en Haas hebben?

 

Moeilijke woorden



Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 29 Hoofdstuk Een ding dat praat, pagina 75-76-77 


Het is een nare, scherpe stem. De stem zegt een boel dingen Haas begrijpt er geen snars van. En de stem praat maar door! Gauw duwt Haas op ‘UIT’. 





verkeerde schelpen

goede helpen

leuke schepen

mooie repen

grote deken

Fijne weken













Heb jij wel eens een nummer gebeld en dat je iemand aan de telefoon kreeg die je niet kende?



Moeilijke woorden

begrijpt er geen snars van = begrijpt er niets van



Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 30 Hoofdstuk In de put, pagina 78-79-80 


Zand is net als sneeuw. Waar je loopt, komt een spoor. Dat is met sneeuw ook zo. Toch zijn zand en sneeuw niet helemaal hetzelfde. Sneeuw is koud en valt uit de lucht. Zand niet. 





verrast merkt

gepast werkt

groter denkt

mooier spannend

handig spannender

graven spannendst













Teken wat jij zou maken als je op een strand zou zijn.



Moeilijke woorden



Logboek




Haas leest haar boek. Ze let niet op het spel van Vos. Daar is het boek veel te spannend voor. En Vos graaft maar! En Haas leest maar! En Vos graaft helemaal om haar heen! 





verrast merkt

gepast werkt

groter denkt

mooier spannend

handig spannender

graven spannendst













Wat vindt jij spannend om te doen?



Moeilijke woorden

greppel = een gegraven stukje rond iets of iemand 

Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 32 Hoofdstuk In de put, pagina 84-85 


Met het zand uit de kuil maak je de berg. De berg is makkelijk, maar de kuil is lastig. Vos veegt het zweet van zijn kop. Hij is al een tijd gaan de gang. De kuil wordt alsmaar dieper. De berg wordt alsmaar hoger. 





kuil knus

lastig bladwijzer

dieper wedden

alsmaar kriebelt

uitblazen giechelt













Teken Haas onder het zand.



Moeilijke woorden

sneu = zielig 

Logboek


sneu genoeg



Vos slaat het boek open op de juiste plek. Haas leest hardop. Zo hoort Vos het verhaal ook. Als Haas een bladzij uit heeft, slaat hij die om. Dat moet wel, want Haas kan het zelf niet. Ze zit tot haar kin in het zand. 





verhaal gauw

bladzij bewegen

bladzijden muurvast

bladzijdes verschrikkelijk

eiland verrassing

iemand vergeten













Weet jij nog meer woordjes met de ij van ijs?



Moeilijke woorden

muurvast = heel erg vast 

Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 34 Hoofdstuk , pagina 89-90 


Vos heeft voor Haas een reuzenijsje gekocht. Met drie reuzenbollen. Een bol wit ijs. Een bol geel ijs. Een bol groen ijs. Haas is niet meer verdrietig. Ze is juist erg blij. Want Vos liet haar niet in de steek. 





reuzenijsje belooft

reuzenbollen gelijk

stottert betekent

verdrietig heerlijk

gekocht witte













Verzin eens twee raadseltjes.



Moeilijke woorden



Logboek


verrassen gele

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 35 Hoofdstuk Uit, pagina 91-92-93 


‘Mijn boek is uit,’ zegt Haas. Met een diepe zucht klapt ze het dicht. ‘Was het mooi?’ vraagt Vos. Haas knikt. Maar ze kijkt zo sip! 





nadenken tillen

doorgaat rillen

doordat billen

omdat trillen

voordat vakantie

ophouden zwarte













Vindt jij de vakantie ook zo lang duren net als Haas? Waarom wel of niet?



Moeilijke woorden



Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 36 Hoofdstuk In de put, pagina 94-95 


Vos en Haas zitten naast elkaar op het strand. En ze staren naar de zee. De zon gaat onder. Het water kleur er rood van. 





sneeuw beduusd

sneeuwman mijmert

sneeuwpop verklappen

sneeuwhoop verstoppen

sneeuwvlok vergeten













Hoe denk jij dat dit verhaal van Vos en Haas zal aflopen?



Moeilijke woorden

beduusd = verbaasd mijmert = in gedachten 

Logboek


sneeuwvlokjes verloren

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 37 Hoofdstuk Uit, pagina 96-97 


Vos en Haas wachten als een hele poos. Vos zit op de grote koffer. En Haas op de kleine. Straks gaat hun boot. Die mogen ze niet missen! 





pruilt afgebroken

zwijgen keurig

miljard zomaar

fluistert ommetje

meteen brommertje













Heb jij ook wel eens heel lang moeten wachten? Vertel er eens over…



Moeilijke woorden

pruilt = mokken, ergens niet mee eens zijn of iets niet leuk vinden 

Logboek


cadeautjes kommetje

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 38 Hoofdstuk In de put, pagina 98-99-100-101 


Het is zo makkelijk, een eiland! Je hoeft niet terug te gaan. Je komt vanzelf weer bij het begin. 





uitverkocht winter

geknoopt herfst

zijden zomer

haast lente

haasten snoeshaan

haastig kippenhok









Laat nu uw kind bladzijde 98-99-100 en 101 van Vos en Haas op het eiland hardop lezen.




Is jou vakantie al voorbij?



Moeilijke woorden

zijden = de stof van de doek van Rob 

Logboek


VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 39 Hoofdstuk Thuis, pagina 102-103-104 en 105 


Haas loopt over het pad. De zon schijnt. De bijen zoemen tussen de boesems. Het bos ruikt naar lente. De bomen krijgen blaadjes. De wind is warm en zacht. En de sneeuwvlokjes bloeien! 





rugzak kakelen

knuffels theezetten

blaadjes koffiezetten

sneeuwvlokjes bloeien

gezoen groeien









Laat nu uw kind bladzijde van Vos en Haas op het eiland hardop lezen.




Waar ging het verhaal van Vos en Haas tot nu toe over. Vertel in het kort of teken.



Moeilijke woorden



Logboek


geknuffel roeien

VOS EN HAAS OP HET EILAND WERKBLADEN Blad 40 Hoofdstuk In de put, pagina 106-107 en 108 


Vos slaapt heel vast. Maar Haas is heel erg wakker. Ze luistert naar de wind in de bomen. Ze luistert naar het roepen van Uil. Het regent een beetje. De druppels tikken tegen het raam. 





buiging buis

toespraak kluis

ketting muis

lampions huis

druppels kuis

Thuis uit













Wat vond je van dit boek? Vertel eens…



Moeilijke woorden

lampions = ronde papiervorm met kaars erin 

Logboek


Colofon Werkbladen Vos en Haas op het eiland is ontwikkeld door Stephanie Hermans, leerkracht van de basisschool Ter Duinen in Kloosterzande. Deze Werkbladen vormen een aanvulling op door de Mariët Förrer (CPS) en Joop Stoeldraijer (Edux) ontwikkelde kwaliteitskaarten en daarbij behorende werkbladen en vakantiewerkschriften Vos en Haas tegen de zomerdip. Werkbladen Vos en Haas op het eiland zijn door Projectbureau Kwaliteit geplaatst op de website www.taalpilots.nl. Voor vragen rond de kwaliteitskaarten Taalpilots kunt u contact opnemen met Gea Spaans, PO - Raad /Projectbureau Kwaliteit, e-mail [email protected].

Werkbladen Boekje van:

Recommend Documents