WERK PRO-OPER
Samen - werkplekleren - professionaliseren
WERK PRO-OPER
Werkplekleren binnen productie-gerelateerde opleidingen
Inhoudsopgave
4 7 10 20 22 24 26 28
Inleidend woord over de opbouw
Stappenplan
Checklist Werkplekleren voor scholen
Case: Centrum Leren & Werken Gent – dhr. Dirk Damman
Case: Gastronomische school Ter Groene Poorte – dhr. Raph Van Loocke
Case: Vrij Technisch Instituut Waregem – dhr. Rik Desmet
Case: Sint-Michiels Bree – dhr. Michel Cardinaels
Case: Arcelor Mittal, draaischijf voor partnerschappen in het Gentse
“Wie luistert, vergeet. Wie kijkt, onthoudt. Wie doet, leert.” Confucius
Wij wensen de deelnemende scholen, de centra Leren en Werken, de onderwijskoepels en de sectorale opleidings centra IPV en OCH te bedanken voor hun inzet en openheid van geest om samen dit project tot een goed einde te hebben gebracht, alsook voor hun inspanningen om werkplekleren binnen het volledige Vlaamse onderwijslandschap verder te willen integreren. Ook willen wij een woord van dank richten aan alle leden van de klankbord- en stuurgroep en aan de binnenlandse en buitenlandse experts voor hun deelname en vooral hun gewaardeerd engagement. Tanja Biebaut & Franz Pieters
Opmerking vooraf: De auteurs van deze publicatie hebben om praktische redenen soms de mannelijke vorm gebruikt. Toch willen we uitdrukkelijk meegeven dat hiermee in gelijke mate vrouwen en mannen bedoeld zijn.
3
Inleidend WOORD over de opbouw
Inleiding De vormgeving van competentiegericht onderwijs vraagt
de gelegenheid krijgen om te leren. Juist onder die ideale
om een herziening van de onderwijsvisie naar het leren in
omstandigheden ontstaat het magische moment dat
de beroepspraktijk. Het beroepsonderwijs is op weg naar
leren effectief tot stand komt. Iedere onderwijsgevende –
andere onderwijsvormen, die moeten leiden naar aantrek
mentor, leraar – moet dit moment kunnen ervaren.
kelijk, efficiënt en effectief beroepsonderwijs.
Opdat we allemaal zouden beseffen hoe onmisbaar WPL
Bij het variëren van de leer- en werkvormen moet leren
is in onderwijs aan leerlingen die leren met hoofd, hart en
in en van de beroepspraktijk centraal staan. De vraag die
handen; om ons terdege bewust te zijn van het belang van
zich dan ook opdringt, is hoe je werkplekleren (WPL) het
onze opdracht in het onderwijs, dienen we ons ervan te
beste vorm kan geven en hoe je hierbij optimaal rekening
vergewissen dat er een wereld te winnen is. WPL kan zo
kan houden met en kan inspelen op de leer-en ontwikke
veel beter en daar kunnen en moeten we – onderwijs en
lingsbehoeften van de leerlingen.
bedrijfsleven – samen aan werken.
Om het beroepsonderwijs competentiegericht op te zet
We proberen om inzicht te bieden in belangrijke inrich
ten, zal op een specifieke manier worden gekeken naar
tingskenmerken van leersituaties in de werkomgeving, die
beroepsgerichte vorming. Daarbij zal het leren in en van
het leren op de leerwerkplek beïnvloeden. Tevens wordt
de beroepspraktijk centraal staan. WPL is daarbij een be
ingegaan op de optimalisering van de (rand)voorwaarden
langrijke werkvorm waarbij competenties op de werkvloer
voor buitenschools leren.
worden verworven. Maar hoe belangrijk is dit leren in de praktijk eigenlijk voor een goede beroepsopleiding? Dat is een vraag die onderwijsmensen misschien te weinig stellen. Het leereffect van WPL wordt nog te vaak onder schat, waardoor men kansen laat liggen om onze studen ten onmisbare beroepscompetenties bij te brengen. Als we werkelijk verbeteringen willen aanbrengen in het leren op de leerwerkplek, moeten we ons allereerst goed realiseren wat er in de praktijk gebeurt. Hoe vindt leren op de leerwerkplek eigenlijk plaats? Wat gebeurt er met Anneke als ze, tijdens haar stage in een verpleeghuis, in een maand tijd op drie verschillende manieren leert hoe ze een bed moet opmaken? Wat gebeurt er met Bart als hij bij een drukpers wordt gezet en na één ‘mee-loop-dag’ in de productie moet gaan draaien? Wat gebeurt er met Achmed als hij een website ontwikkelt voor een bedrijf en daarbij op allerlei behoeftes en verzoe ken binnen het leerbedrijf moet inspelen? Welke leeractiviteiten leveren Anneke, Bart en Achmed een effectieve leeropbrengst op? En wat leren ze dan? Hoeveel kunnen zij in de praktijk leren? Wat moeten ze toch echt op de schoolbanken uitgelegd krijgen? En hoe moeten we onze leerlingen dan voorbereiden op hun leerervaringen in de praktijk? Dit is in ieder geval zeker: een jongere leert pas als hij gemotiveerd is en de juiste instrumenten en mogelijkhe den aangereikt krijgt om te leren. Verder moet hij ook wel
4
Situering
Praktijk? Hoe?
Er wordt geconstateerd dat voor het verwerven van
De aandacht voor WPL kent al jarenlang een gestage op
bredere, flexibeler in te zetten en minder vakgebonden
mars in het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven.
competenties de school vaak niet het ideale leerarrange
Want een beroep ‘leer je pas echt in de praktijk’.
ment kan bieden.
Door WPL een plaats te geven binnen beroepsopleidin
De genoemde verkenning geeft een boeiend beeld van het
gen, wordt geprobeerd de aansluiting tussen school en
brede gebied van het buitenschools leren dat zich in tal
beroepspraktijk te verbeteren. Bedrijven krijgen op deze
van varianten voordoet gedurende een leven lang leren.
manier de kans om nieuw competent personeel zelf te
Ook worden verschillende strategieën voor combinaties
werven, alsook de nodige aanpassingsperiode te gunnen
van schools en buitenschools leren in de leerloopbaan
om zich in te werken. Bovendien kan het opleiden van
benoemd: vervlechting, verbinding en stapeling.
deelnemers bijdragen aan kennisontwikkeling en innova
Vervlechting binnen leerarrangementen vindt plaats als
tie binnen het bedrijf.
buitenschools leren door de school in het schoolse leerar rangement wordt geïntegreerd of andersom: als schoolse
Sociale partners zijn op minstens drie manieren betrok
elementen in een buitenschools leerarrangement worden
ken bij beroepsopleidingen:
ingebouwd. Verbinding ligt op het niveau van een leertraject, wanneer arrangementen in verschillende leercontexten worden aaneengeschakeld. Daarbij zijn buitenschoolse leer contexten aanvullend op en soms vervangend voor het schoolse leren, of andersom.
zij functioneren als leerbedrijf (en werkgever) voor deelnemers in opleiding; verder dragen ze bij aan de ontwikkeling van beroeps kwalificaties; ten slotte fungeren zij als werkgever van deelnemers die de opleiding succesvol hebben voltooid.
Van verbinding is alleen sprake als inderdaad schoolse en buitenschoolse leersituaties samen het traject vormen dat tot het functioneel benodigde geheel aan kennis, vaardig heden en competenties leidt. Stapeling van trajecten kan zich binnen de onderwijs loopbaan afspelen als achtereenvolgens leertrajecten
Toch is de school verantwoordelijk voor de manier waarop WPL vorm krijgt binnen de beroepsopleiding. Een actieve en productieve samenwerking tussen bedrijfsleven en scholen is daarom van groot belang.
worden doorlopen en afgerond (leerladder > leertraject met stapsgewijze opbouw, desgevallend aan de hand van alternatieve leerroutes).
5
Komen tot een gemeenschappelijk kader voor WPL Binnen het project WERK PRO-OPER hebben we een kader opgesteld om opvattingen met betrekking tot WPL, alsook ruimere samenwerkingsverbanden tussen onder wijs en bedrijfswereld en de organisatie daarvan in kaart te brengen. Aan de hand van dit kader kunnen de onderwijsinstelling en de organisatie komen tot afstemming van een geza menlijke visie en goede afspraken rond WPL. Onderstaand stappenplan is ontwikkeld om de leerwerk plek aan dit kader te ‘toetsen’, waarbij gebruik wordt gemaakt van een checklist. Zo kunnen de onderwijsinstelling en de organisatie ge zamenlijk achterhalen of men ten aanzien van de leer werkplek voldoende op één lijn zit of dat er mogelijk nog verbeterpunten zijn. Door deze stappen te volgen en de checklist te gebruiken, brengen de betrokkenen de huidige situatieschets in het WPL in kaart. Tevens stelt het de betrokkenen in staat om samen (de onderwijsinstelling én de leerwerkplek) een optimalisatieplan/verbeterplan op te stellen, mocht daar behoefte aan zijn. Het instrument is geschikt: waar WPL eerder nog niet heeft plaatsgevonden: men formuleert een gezamenlijke visie en aanpak met de daarbij horende afspraken; waar al langer WPL plaatsvindt: de onderwijsinstelling en de organisatie maken gezamenlijk de situatieschets op en zetten – daar waar nodig – de puntjes opnieuw op de i of formuleren een vervolmakingsplan.
6
Stappenplan Het kader voor WPL is als checklist vormgegeven. Hierin zijn allerlei aspecten opgenomen, die te maken kunnen hebben met opvattingen over WPL en de consequenties voor de organisatie ervan. We hebben geprobeerd de checklist zo compleet mogelijk te maken. Deze checklist vormt de basis om (meer) gemeen schappelijke opvattingen over WPL te formuleren en om te komen tot een (meer) sluitende organisatie van het WPL. We verwijzen hierbij naar de praktijklogboeken en steekkaarten van de sectorale opleidingscentra van Hout (OCH) en Voeding (IPV). Het praktijklogboek is opgemaakt op basis van het format naar Deens model,opgenomen in het luik bui tenlandse inspiratiebronnen.
1. Selecteren, benaderen en informeren van de betrokkenen 2. Plannen en voorbereiden van de bijeenkomsten 3. Houden van de bijeenkomsten 4. Analyseren en beschrijven van de bevindingen 5. Opstellen optimalisatie- of vervolmakingsplan 6. Evalueren optimalisatie- of vervolmakingsplan
1. Selecteren, benaderen en informeren van betrokkenen
2. Plannen en voorbereiden van de bijeenkomsten
Het is noodzakelijk om zowel het uitvoerende niveau
Wij raden aan om minimaal drie bijeenkomsten te houden:
(leerkrachten en mentors op de leerwerkplek) als het
één voor het management-, één voor het uitvoerende
directie niveau te betrekken bij het opstellen van nieuwe of
niveau en een samenkomst van beide niveaus.
vernieuwde kaders met betrekking tot WPL.
Daardoor wordt het verschil tussen de geplande activitei
Op die manier wordt een volledig beeld verkregen van de
ten/facilitering én de daadwerkelijke uitvoering/facilite
bestaande plannen en kaders, de mate waarin die plannen
ring duidelijk(er).
en kaders (kunnen) worden uitgevoerd en hoe deze wor
Wij raden ook aan om de leerkracht van de onderwijsin
den ervaren door de uitvoerenden. Eventueel kan ook het
stelling én de mentor van de organisatie of het bedrijf te
niveau van de lerende hierbij worden betrokken.
betrekken bij deze bijeenkomsten, zowel op management-
Bij het selecteren en benaderen van de betrokkenen
als op uitvoerend niveau en op het consolidatie niveau.
wordt duidelijk aangegeven wat de bedoeling is van de
Zij hebben contact met het management en de uitvoe
bijeenkomst(en), wat hun bijdrage is en wat er van hen
rende partijen en zij kunnen zich verplaatsen in beide
wordt verwacht in de voorbereiding op de bijeenkomst.
rollen. Dit maakt de verwerking van informatie uit de drie bijeenkomsten eenvoudiger.
geef de leerkracht/coördinator van de onderwijsinstel ling en de mentor van de organisatie de leiding bij de eerste twee bijeenkomsten. Zij weten het best waar zich de knelpunten bevinden; geef beide betrokkenen de verantwoordelijkheid voor de verslaggeving van de situatieschets; geef beide betrokkenen de verantwoordelijkheid voor het rapporteren van de optimalisatie- en/of vervolma kingsplannen tijdens de derde concluderende bijeen komst met alle stakeholders.
7
Ter voorbereiding op de bijeenkomst kunnen de betrokke
4. Analyseren en beschrijven van de bevindingen
nen de checklist invullen. Hierdoor is de bijeenkomst zelf
Na de bijeenkomst – waarbij de betrokkenen met elkaar
effectiever.
hebben gesproken op basis van de ingevulde checklist –
In de checklist staan per onderwerp enkele stellingen
kunnen de bevindingen worden geanalyseerd en beschre
geformuleerd, waarbij op een vierpuntenschaal (van
ven. Wat is de huidige situatieschets in het leren op de
‘helemaal niet/nooit’ tot ‘helemaal wel/altijd’) kan worden
leerwerkplek volgens de betrokkenen van de onderwijs
aangegeven in welke mate die in de huidige vorm van
instelling en de verantwoordelijken in de organisatie?
toepassing zijn op het leren op de leerwerkplek. Het levert
Deze situatieschets wordt genuanceerd of juist aange
een actueel beeld op. Daarnaast geven betrokkenen voor
scherpt door uitspraken die worden gedaan tijdens de
al deze stellingen aan in hoeverre ze de topic wenselijk
bijeenkomst(en).
achten (ideaal beeld).
Handreiking voor het analyseren en beschrijven van de
Zo ontstaat er een beeld van: verschillen en overeenkomsten in opvattingen over de huidige situatieschets; verschillen en overeenkomsten in opvattingen over wat men wenselijk acht; en verschillen tussen de huidige en de wenselijke situ atie.
situatieschets Voor een leerwerkplek, waar WPL pril van start gaat, kan vanzelfsprekend geen situatieschets worden opgemaakt. Onderstaande stappen kunnen in dit geval als leidraad dienen voor het beschrijven van de wenselijke situatie. Voorbereiding Verzamel de ingevulde checklists van de deelnemers
Dit levert relevante informatie op om het WPL vanuit beide
op één lijst waarbij de verschillende rollen andere
partijen op één lijn te brengen en te versterken.
kleuren krijgen.
3. Houden van de bijeenkomsten Tijdens de bijeenkomsten worden de belangrijkste hoge en/of lage scores en verschillen besproken. Er zijn diverse verschillen, bv: (grote) verschillen in de huidige situatieschets zoals de verschillende betrokkenen die ervaren; (grote) verschillen tussen de huidige en de gewenste situatie. Beide verschillen bieden input voor het optimalisatieplan. Tijdens de bijeenkomst is het van belang om te achter halen of het een ‘wezenlijk’ verschil betreft of dat het een onderscheid betreft in interpretatie of waardering. De deelnemers aan de bijeenkomst geven voor een aantal categorieën in de checklist aan welke stellingen ze het
Deze verzamelde lijst geeft direct inzicht in de eventuele verschillen tussen de verscheidene rollen en in spreiding van de antwoorden. Analyse De checklist is ingedeeld in categorieën, die soms in hoofdpunten zijn onderverdeeld. Iedere categorie bevat een aantal stellingen, waarop de betrokkenen een score hebben ingevuld voor de huidige en voor de gewenste situatie. Voor het beschrijven van de huidige situatieschets is het belangrijk om te kijken naar de scores die de bestaande situatie kenmerken. Bekijk per categorie de (opvallende) verschillen en overeenkomsten.
belangrijkst achten. Deze topics kunnen prioriteit krijgen
Kijk vervolgens na of de onderliggende stellingen dit
tijdens de bespreking.
beeld bevestigen of net niet.
Ook hierin kunnen opvallende verschillen opduiken, die
Markeer de opvallende overeenkomsten (die het be
onderwerp van gesprek kunnen zijn. We raden aan om de
schreven beeld bevestigen) of verschillen (die het beeld
gespreksmomenten tijdig vast te leggen. Op die manier
nuanceren).
kan de inbreng van de deelnemers worden verwerkt in de
De deelnemers hebben in de checklist aangestipt welke
momentopname die de bestaande situatie schetst en het
stellingen of topics ze doorslaggevend vinden.
eventuele optimalisatieplan.
Markeer deze stellingen en geef de verschillende rollen een andere kleur. In de checklist is de mogelijkheid opgenomen om per onderwerp opmerkingen te formuleren. Bekijk de opvallende of interessante opmerkingen van de betrokkenen.
8
Beschrijving
5. Opstellen optimalisatie- of vervolmakingsplan
Beschrijf de verschillen en de overeenkomsten per
Als de huidige situatieschets en de gesprekken tijdens de
categorie en eventueel in de onderliggende stellingen.
bijeenkomsten hier aanleiding toe geven, kan een optima
Geef in de beschrijving aan, welke onderdelen de deel
lisatieplan worden opgesteld.
nemers als meest belangrijk ervaren en de eventuele
Handreiking voor het schrijven van een optimalisatie
verschillen die hierin optreden.
plan
Beschrijf eventueel de opmerkingen die de betrok
Maak een beschrijving van de huidige situatieschets.
kenen hebben gemaakt bij een gewichtige topic. Deze
Herhaal vervolgens de stappen voor het analyseren
opmerkingen kunnen worden opgenomen ter illustratie
en beschrijven van de gewenste situatie. Nu zijn de
van een verschil of om extra informatie te verstrekken.
bestaande en de gewenste situatie in beeld gebracht.
De bevindingen van de teambegeleiding: na het beschrij
Beschrijf de grootste overeenkomsten: de aspecten
ven van de huidige situatieschets in de checklist kan terug
waarover men tevreden is.
worden beluisterd (of gelezen) wat is gezegd tijdens de bijeenkomst. Daar waar het gesprek de verschillen accen tueert of juist nuanceert, kunnen deze uitspraken worden opgenomen in de huidige situatieschets. Samenvatting Zet de meest opvallende aspecten in de huidige situa tieschets op een rijtje.
Beschrijf de grootste verschillen tussen huidige en gewenste situatie: de aspecten waar men nog niet te vreden over is en welke mogelijke verbeterpunten zijn. Deze werkpunten vormen de input voor het optimalisatieen/of vervolmakingsplan. Voor het prioriteren van deze punten wordt gekeken naar de topics die de betrokkenen als meest belangrijk hebben aangegeven. 6. Evalueren optimalisatie- of vervolmakingsplan We raden aan – wanneer er een optimalisatie- en/of ver volmakingsplan is opgesteld – om dit na een afgesproken periode te evalueren. Gebruik bij het evalueren van het optimalisatie- en/ of vervolmakingsplan de checklist (of delen ervan die input hebben gegeven voor het schrijven ervan) en ga na of er vooruitgang is geboekt. Als dat zo is, zouden scores op de aangepakte onderdelen verbeterd moeten zijn of dichter bij elkaar moeten liggen.
9
CHECKLIST WERKPLEKLEREN VOOR SCHOLEN Hierna vindt u een aantal stellingen en enkele open vragen met betrekking tot WPL. De antwoordcategorieën kunnen worden geïnterpreteerd als: 0 = helemaal niet 1 = bijna nooit 2 = meestal 3 = altijd
Vul voor iedere stelling twee antwoorden in: de gewenste situatie: omcirkel het vakje van het gewenste niveau. de huidige situatie: kruis het vakje aan van het huidig niveau. Om beter op één lijn te komen met betrekking tot de uitvoering en organisatie van WPL gaan we kijken naar verschillen tussen de huidige en de gewenste situatie. Bij het opstellen van een eventueel optimalisatie- en/of vervolmakingsplan zal ook worden gekeken naar de verschillen tussen de huidige uitvoeringspraktijk en de gewenste situatie. Verder wordt u een aantal keer gevraagd om aan te geven welke stelling u het meest belangrijk vindt. Hierdoor kunnen een aantal items tijdens het gesprek met prioriteit worden behandeld. Checklist Visie op leren Schoolbeleid Communicatie tussen scholen en bedrijven Leerlinggerichte communicatie Plaatsingsbeleid Begeleiding Beoordeling Leren en leereffecten
10
Visie op leren
0
1
2
3
In deze visie is vermeld welk belang de school hecht aan leren op de leerwerkplek.
In deze visie is uitgewerkt welke gevolgen deze heeft op het opleidingsbeleid van de school.
Er is op onze school een duidelijke visie rond werkplekleren (WPL). De visie op WPL is opgenomen in de beleidsstukken van de school (schoolwerkplan, schoolbeleidsplan, schoolreglement, functieprofielen, ...).
In het schoolbeleid wordt expliciet vermeld welke rol leren op de leerwerkplek heeft binnen de organisatie. In het schoolbeleid staat vermeld hoe dit leren op de leerwerkplek wordt mogelijk gemaakt. De visie op leren is op school gedragen en onderbouwt de wijze waarop WPL door de school wordt georganiseerd. De leerkrachten en de mentors zijn voldoende op de hoogte van de visie van hun school specifiek afgestemd op WPL. De leerkrachten en de mentors beschikken over voldoende mogelijkheden om deze visie op leren adequaat vorm te geven.
Eventuele Opmerkingen Bij dit luik:
11
Schoolbeleid
0
1
2
3
Mentors en leerkrachten zijn voldoende geschoold om WPL te kunnen begeleiden
Mentors en leerkrachten zijn voldoende opgeleid om evaluaties te kunnen uitvoeren.
Het management van de school ondersteunt leerkrachten en mentors bij het uitvoeren van WPL. De directie van de school staat open voor suggesties voor het invoeren/optimaliseren/ vervolmaken van WPL. De directie van de school voert optimalisatievoorstellen vanuit de werkvloer uit (samen ontwik kelen van leermaterialen; binnen de klas nuttig gebruik maken van ervaringen opgedaan op de leerwerkplek; inspraak van bedrijven en sectoren om leerdoelen te verfijnen; in samenspraak bepalen welke leerinhouden op de leerwerkplek dienen opgenomen, …) De directie van de school stimuleert optimalisatievoorstellen vanuit de werkvloer. (duidelijke ver wachtingen scheppen, visie hierop, uren vrijmaken, werkgroep oprichten, secretariaat betrekken bij ondersteuning administratie, verzekering regelen, scholen zoeken voor partnerschappen, TA(C) inschakelen, nascholingen stimuleren, flexibiliteit voorzien in klasorganisatie/organisatie school jaar, infomomenten voor ouders stimuleren, bedrijven toelaten binnen de school, een duidelijke visie met het team ontwikkelen, ...)
Mentors en leerkrachten krijgen de mogelijkheid om van elkaar te leren tijdens intervisievergaderingen. Er worden voldoende mogelijkheden aangeboden en voorwaarden gecreëerd om nieuwe vaardigheden aan te leren, reeds verworven vaardigheden te onderhouden, bij te schaven of te perfectioneren (nascholing, stages voor leerkrachten, bedrijfsbezoeken, …)
Eventuele Opmerkingen Bij dit luik:
12
Communicatie tussen scholen en bedrijven
0
1
2
3
Leerlingen worden op school goed voorbereid op hun WPL.
Leerlingen weten precies wat van hen wordt verwacht op de leerwerkplek.
Leerlingen kunnen zich een duidelijk beeld vormen bij de gang van zaken op de leerwerkplek.
Leerlingen weten welke voorschriften en regels er gelden op de leerwerkplek.
Leerlingen weten welke normen en waarden er gelden op de leerwerkplek.
Leerlingen weten aan welke competenties ze kunnen werken op de leerwerkplek.
Leerlingen hebben voldoende theoretische bagage om het WPL te kunnen starten.
Theorie en praktijk worden permanent aan elkaar gekoppeld tijdens het WPL.
Leerlingen weten hoe ze extra theoretische kennis kunnen verwerven tijdens het WPL.
Leerkrachten geven na nascholingssessies workshops aan het lerarenteam op de leerwerkplek.
Leerlingen zijn in staat om de praktijken die ze leren op de leerwerkplek tijdens het WPL te koppelen aan eerder verworven theoretische kennis.
Mentors op de leerwerkplek geven workshops op school (uitwisselingsmomenten, waarop informatie en ervaringen over WPL worden gedeeld) Wat leerlingen leren op de leerwerkplek wordt automatisch teruggekoppeld aan het leerproces op school (link tussen praktijkervaringen en theoretische leerinhouden).
Eventuele Opmerkingen Bij dit luik:
13
Leerlinggerichte communicatie
0
1
2
3
Er zijn op voorhand duidelijke afspraken gemaakt over hoe vaak er contact wordt opgenomen.
Er zijn op voorhand duidelijke afspraken gemaakt over wanneer er contact wordt opgenomen.
Voor het WPL start weten alle betrokkenen wat ze van elkaar mogen verwachten met betrekking tot contact en communicatie. Er zijn op voorhand duidelijke afspraken gemaakt over het minimum aantal begeleidingsgesprekken.
Er zijn op voorhand duidelijke afspraken gemaakt over wie er verantwoordelijk is voor het opnemen van contact. Er zijn op voorhand duidelijke afspraken gemaakt omtrent de wijze waarop contact wordt opgenomen. (telefoon, mail, sms, twitter, bezoek,…)
Eventuele Opmerkingen Bij dit luik:
14
Plaatsingsbeleid
0
1
2
3
Leerlingen hebben voldoende begeleiding bij het zoeken en verwerven van een leerwerkplek.
Leerlingen uit verschillende leerjaren worden tegelijkertijd naar dezelfde leerwerkplek gezonden.
Leerkrachten en mentors werken structureel samen om de leerwerkplek en het potentieel van de lerende optimaal op elkaar af te stemmen.
Leerlingen uit de verschillende niveaus kunnen samenwerken en van elkaar leren op de leerwerkplek.
Eventuele Opmerkingen Bij dit luik:
15
Begeleiding
0
1
2
3
Leerlingen leren stap voor stap zelfstandig complexere taken uit te voeren.
Leerlingen worden permanent begeleid.
Leerlingen krijgen feedback op in hoeverre ze beoogde competenties hebben behaald.
Leerlingen krijgen feedback op (deel)opdrachten en uitgevoerde (deel)taken.
Leerlingen krijgen feedback op hun afgewerkte werkstukken.
Leerlingen stellen bij aanvang van de praktijkles een leerdoel centraal.
Leerlingen krijgen aan het einde van de praktijkles feedback op het door hen gestelde leerdoel.
Deze feedback wordt ervaren als een cyclisch proces.
Deze feedback wordt gekoppeld aan het beeld dat een leerling van een beroep heeft.
Leerlingen leren ook via groepstaken (later teamwork) van elkaar.
Ouderejaars leerlingen begeleiden jongere leerlingen bij de praktijkoefeningen.
Leerlingen kunnen op de leerwerkplek hulp op maat vragen tijdens hun leerproces.
Leerlingen kunnen altijd om feedback vragen.
Het leerproces wordt structureel begeleid en ondersteund (doordachte en systematische opvolging en evaluatie)
Minimaal drie keer per schooljaar is er een begeleidingsgesprek over de voortgang in het opleidingstraject van de leerling, waarbij alle partijen aanwezig zijn.
Leerlingen kunnen hulp vragen wanneer in hun handelen de theoretisch kennis niet voldoende is onderbouwd.
Eventuele Opmerkingen Bij dit luik:
16
Beoordeling
0
1
2
3
De organisatie van de evaluatie is vooraf duidelijk afgesproken en goed geregeld.
Toetsing vindt plaats op de leerwerkplek.
Toetsing vindt plaats op basis van op voorhand vastgelegde criteria.
Er vindt altijd een gesprek plaats na de evaluatie.
Bij een eindbeoordeling zijn alle partijen betrokken.
Mentors beschikken over voldoende methodieken/instrumenten om praktijkgebonden leeractiviteiten te toetsen. Mentors beschikken over een brede waaier toetsingskaders om feedback te verstrekken aan de diverse actieve participanten (beoordelingsinstrumenten zijn voldoende gedifferentieerd). Formatieve toetsing: doorlopend proces van informatie verzamelen over de leerresultaten, over sterke en zwakke punten, die de leerkrachten kunnen gebruiken voor feedback bij hun lesvoorbereiding en naar hun lerende toe. Summatieve toetsing: aan het einde van de opleiding volgt een eindbeoordeling voor het bereiken van de doelstellingen/een vaardigheids- en voortgangstoetsing op de leerwerkplek. De leerling reflecteert geregeld over het eigen ontwikkelingsproces of het doorlopen traject.
Eventuele Opmerkingen Bij dit luik:
17
leren en leereffecten
WPL levert een bijdrage aan het ontwikkelen van gemotiveerde en gekwalificeerde toekomstige werkkrachten. Leerlingen leren door WPL professioneel handelen en behalen de beoogde beroepscompetenties. Leerlingen ontwikkelen door WPL een duidelijk beroepsbeeld in relatie tot hun eigen ontwikkelingsmogelijkheden. Leerlingen ontwikkelen mede door WPL een mate van verantwoordelijkheidsgevoel en zelfstandigheid. Leerlingen leren de normen en waarden, die horen bij het uitoefenen van een beroep. Leerlingen leren door het WPL algemene werknemersvaardigheden aan (probleemoplossend denken, sociale en handelingscompetenties, teamwork, ...)
Eventuele Opmerkingen Bij dit luik:
18
0
1
2
3
nota’s
19
CASE Werkplekleren productiemedewerker CLW Gent Het project werkplekleren CLW Gent liep in samenwerking met diverse voedingsbedrijven uit de regio: De Bruycker, Fiers, Bouchard-L’Escaut en Coca Cola. Inleiding
Samenwerken
CLW Gent is een centrum voor leren en werken, waar
Bij de start werden de vertegenwoordigers (HR/produc
jongeren bewust kiezen om al doende te leren. Dit doen ze
tieleiders) van de betrokken bedrijven uitgenodigd in
3 dagen per week in een bedrijf en 2 dagen leren ze in het
het CLW. Ook de sectorconsulente en de leerkrachten
centrum. In dit project was er 1 ‘lesdag’ die doorging in
waren aanwezig. Hier werd het project nog eens duidelijk
een bedrijf o.l.v. de praktijkleerkracht.
uitgelegd en konden ook vragen gesteld worden. Derge
De meewerkende bedrijven zijn alle voedingsbedrijven uit
lijke bijeenkomsten werden 2 à 3 keer/jaar georganiseerd;
de Gentse regio die geloven in werkplekleren.
ervaringen werden uitgewisseld en problemen besproken. Opmerkelijk was dat meestal van ieder bedrijf steeds
Het project
iemand aanwezig was.
Een eerste belangrijke stap is een bedrijfsbezoek van de
Alle aanbieders van werkplekleren kregen ook de kans om
leerkrachten en trajectbegeleiding aan de meewerkende
elkaars bedrijf te bezoeken en de aanpak van werkplekle
bedrijven. Daar wordt post per post bekeken welke moge
ren te vergelijken.
lijkheden er zoal zijn voor de opleiding productiemedewer ker. Deze worden opgelijst en op basis daarvan wordt een
Win-win
leertraject voor de jongeren opgesteld.
Jongeren leren competenties geleidelijk aan in een echte
Belangrijk aandachtspunt in dat leertraject is dat er een
arbeidssituatie; ze hebben nog steeds de vertrouwde
geleidelijke opbouw van de competenties gebeurt. Het is
begeleiding van de leerkracht waaraan ze vragen kunnen
zodanig opgebouwd dat er een stijgende moeilijkheids
stellen en die hen ook wijst op fouten. Ook hun ‘klasgeno
graad is.
ten’ zijn aanwezig, ze staan dus niet alleen op de bedrijfs
Tijdens de beroepsgerichte vorming gaan de jongeren
vloer.
samen met de praktijkleerkracht een dag naar een bedrijf,
De jongeren leren ook het bedrijf en de bedrijfscultuur
waar ze ingeschakeld worden in het proces, steeds onder
kennen. Na een trimester komen ze in een nieuwe omge
begeleiding van de leerkracht.
ving, waar andere voedingswaren worden geproduceerd.
Elke deelcompetentie wordt 5 maal ingeoefend en wordt
Voor het bedrijf is deze manier van werken niet echt
op kwaliteit en snelheid geëvalueerd samen met de men
belastend want de jongeren zijn er slechts een 6 à 8 dagen
tor en productieleider.
verdeeld over een trimester. Ze kunnen ook vertrouwen
Concreet zijn de jongeren één dag per week in het bedrijf en dit gedurende één trimester; het volgende trimester gaan ze naar een ander bedrijf en het derde trimester naar nog een ander. Zo worden de competenties geleide lijk aan opgebouwd en ingeoefend. Op deze manier blijft het ook boeiend voor de jongere omdat hij na een 6 à 8 we ken in een totaal andere productieomgeving terechtkomt. Competenties die verworven zijn in de bedrijven worden aanzien als volwaardig deel van het leertraject en meege nomen voor de eindbeslissing bij uitreiking van attesten.
20
op de aanwezigheid van een leerkracht, dus ze hoeven niet permanent een eigen mentor in te schakelen. Voorts is dit voor hen ook een ideale manier om eventuele nieuwe werknemers te recruteren.
Valkuilen Het is natuurlijk niet altijd rozengeur! Bedrijven accepteren slechts kleine groepjes (maximum een 7-tal jongeren). Bij piekmomenten moet er soms geïmproviseerd worden want dan gaat de productie voor en moet het traject aan gepast worden. Dus enige flexibiliteit is nodig. De begeleider van de jongeren dient voldoende kennis te hebben van het bedrijf; het zou dus niet slecht zijn indien de leerkracht eerst een stage zou lopen in elk bedrijf. Soms kunnen ook de attitudes van jongeren een probleem zijn, vb. te laat komen. In crisisperiode is het niet evident om voldoende bedrijven bereid te vinden tot participatie. Conclusie Het project vraagt veel energie van elke partner, zowel van het CLW als van het bedrijf. Indien de samenwerking slaagt, is het een succesverhaal want de wijze waarop jongeren hun opleiding tot productiemedewerker krijgen, is werkelijk uniek!
Dirk Damman Directeur CLW Gent
WERK PRO-OPER
Werkplekleren binnen productie-gerelateerde opleidingen 21
CASE Werkplekleren opleiding voedingstechnieken en assistent voedingsindustrie: Samenwerking industrie – onderwijs De opleiding ‘Voedingstechnieken’ en ‘Assistent voedingsindustrie’ loopt slechts in één school in Vlaanderen, de Hotel-, Bakkerij- en Slagerijschool Ter Groene Poorte, Brugge. Inleiding
Een samenspel tussen begeleider, mentor en student ge-
Ter Groene Poorte is een gerenommeerde hotel-, bakke
stoeld op duidelijke afspraken
rij- en slagerijschool die zich sedert een aantal jaren ook
Bij aanvang worden er een aantal praktische afspraken
gefocust heeft op de voedingsindustrie met de tso-stu
gemaakt: uurregeling, kledij, pauzes,… Deze afspraken
dierichtingen voedingstechnieken (2de en 3de graad) en
worden genoteerd door de student.
assisent voeding (Se-n-se). Competenties verwerven op de
De begeleider vanuit de school en de mentor van het
werkvloer spelen in deze richtingen een cruciale rol.
bedrijf maken eveneens een aantal afspraken rond de
De school werkt hiervoor samen met een 20-tal voedings
bezoeken, de administratie, het stagecontract,… Ook deze
bedrijven uit gans Vlaanderen.
afspraken komen op papier.
De opleiding
Map werkplekleren: centrale rol
In de voedingsindustrie is kwaliteit en voedselveiligheid
Er wordt een map ‘Werkplekleren’ aangelegd. Daarin
van essentieel belang. Controle is in alle fasen van het
komt een overzicht van de aangeleerde competenties en
proces nodig en is één van de belangrijkste aandachtspun
attitudes. Deze map is een werkdocument met verslagen,
ten. Vorming hierrond is dus zeer belangrijk.
aandachtspunten,… opgemaakt door de student. De stu
TGP leidt via de studierichting ‘voedingstechnieken’
dent stipt zelf aan welke competenties op de leerwerkplek
jonge mensen op die kunnen ingeschakeld worden in de
werden verworven.
kwaliteitsbewaking en op een professionele manier leren
Deze map is tevens een ideaal communicatiemiddel tus
hoe staalname en kwaliteitscontrole in zijn werk gaat
sen student, begeleider en mentor dus tussen bedrijf en
in voedingsbedrijven. Ze werken hiervoor nauw en veel
school.
samen met een aantal bedrijven. De studenten kunnen na deze opleiding aan de slag of, indien ze wensen, kunnen ze
Permanente aandachtspunten
ook verder studeren.
Werkplekleren kan slechts succesvol zijn indien er een
Samenwerking met het bedrijfsleven in het kader van de opleiding
permanente en intense wisselwerking gebeurt tussen school en bedrijf! Er moet vertrouwen groeien tussen de school en het bedrijf.
Een eerste belangrijke stap is het uitkiezen van de pas
De begeleider moet zo vaak als nodig kunnen binnenlo
sende bedrijven; het is immers belangrijk dat een bedrijf
pen in het bedrijf en er een aanspreekpunt vinden om de
openstaat voor werkplekleren, maar ook dat de juiste
jongere op de voet te begeleiden en bij te sturen.
competenties er kunnen verworven worden.
De begeleider moet ook perfect weten welke taken de
Samen met het afdelingshoofd wordt dan gekeken hoe de
student in het bedrijf uitvoert en welke competenties
matching best kan gebeuren: in welke afdeling(en) kan de
hij daarbij systematisch verwerft. M.a.w. de begeleider
student terecht en welke competenties komen daar aan
moet het bedrijf door en door kennen. De student blijft de
bod. De school bewaakt de koppeling met de leerplandoel
centrale figuur en ook met hem worden de vorderingen,
stellingen.
knelpunten en aandachtspunten overlegd.
Daarna worden de activiteiten uitgeschreven.
De contacten met de bedrijven worden door de school intensief verzorgd, dit is nodig om een blijvende samen werking te verzekeren!
22
Kruisbestuiving
Meewerkende bedrijven
De student leert, maar ook de begeleider blijft op de
Agristo, Algist Bruggeman, ARDO, Bavik N.V., Beauvoords
hoogte van de activiteiten van het bedrijf en van de recente
Bakhuis, Belcolade N.V., Belgomilk Langemark, Belgomilk
evoluties op de werkvloer. Maar ook het bedrijf maakt
Moorslede, Biscuits Popelier, Buurtslagers, Campina,
kennis met nieuwe methodieken vanuit het onderwijs. Te
Chicken Masters of Belgium, Chillfis, Clarys Food
vens leert het bedrijf ook een potentiële nieuwe medewer
Ingredients Belgium, Coca-Cola Belgium & Luxembourg,
ker intensief kennen, een medewerker die opgeleid werd
Cocks Vleeswaren, Corma², Crops n.v., Culinor Hot
in het eigen bedrijf.
Cuisine, Destrooper Olivier, Dossche Mills N.V., Dufina, Dujardin Foods - Unifrost, DV Foods, Etabl. J. Soubry
Valkuilen
N.V., Fribona N.V., Frigilunch, Gadus N.V., Genencor
Samenwerken is niet steeds even evident; meerdere fac
International BVBA, Imperial Meat Products, Inex N.V.,
toren kunnen roet in het eten gooien.
Kathy, Marine Harvest, Mc Cain Foods, Meneba Taelman,
Vaak is een samenwerking die klikt ook persoonsgebon
Milcobel, Mulder Breakfast Cereals, Multi-Fish, Noble
den, wijziging van mentor of HR kan soms voor problemen
Chocolats, Noyen n.v., NV Vandemoortele Izegem, Pepsico
zorgen. Vandaar dat het ook belangrijk is dat afspraken
(Veurne Snack Foods), Pidy, Pralinart N.V., Puratos N.V.,
duidelijk op papier staan.
Remic, Remofrit, Sadie Toast, Snack Food Poco Loco N.V.,
Ook indien het overleg tussen bedrijf en school niet regel matig gebeurt of indien de evoluties van de student niet op
Ter Beke, Tiense Suikerraffinaderij - Plant Lebbe Sugar, Tropicana, Vandemoortele
de voet gevolgd worden, gaan er opportuniteiten verloren. Conclusie Bedrijf en school moeten samenwerken om een jongere alle kansen te bieden voor de verwerving van de competenties. Deze samenwerking vraagt inspanning van alle partners, maar loont zonder twijfel! Raph Van Loocke Algemeen Directeur Ter Groene Poorte
WERK PRO-OPER
Werkplekleren binnen productie-gerelateerde opleidingen 23
Case - VTI Waregem
Inleiding
Doorlopen pad
VTI Waregem is een school voor wetenschap en techniek
In nauw overleg met de verschillende sectoren is een
met studiegebieden auto, bouw, hout, koeling en warmte,
selectie gemaakt van potentiële leerwerkbedrijven die op
mechanica-elektriciteit en textiel. Zo’n 1400 leerlingen
een ontbijtsessie zijn uitgenodigd om de studierichting en
volgen onze dagopleidingen. De school is een dynamisch
mogelijke samenwerking toe te lichten. Dat maakte het
kenniscentrum dat niet alleen gekenmerkt wordt door
mogelijk om op informele manier de basis te leggen voor
haar moderne infrastructuur en een nauwe samenwer
een duurzame samenwerking. De bedrijven die positief
king met de industrie -in deze context is de implementatie
reageerden zijn nadien bezocht. Dergelijk bedrijfsbezoek
van werkplekleren uiteraard erg belangrijk-, maar ook
is belangrijk om, zeker bij de nieuwe bedrijven, als school
door een uitgebalanceerd zorgbeleid dat sterk focust op
kennis te maken met de organisatie en het productie
attitude. Onze campus herbergt naast gewoon secundair
proces. Daarnaast creëer je een vertrouwensband en
onderwijs ook buitengewoon secundair onderwijs, een
daardoor kan je vlot de eerste praktische afspraken
centrum voor volwassenenonderwijs en een CVBA voor
maken zodat iedereen weet wat van hem verwacht wordt.
maatopleidingen.
De volgende stap is de (bij)scholing van de leerkrachten en het uitwerken van het cursusmateriaal. Ook hier zijn de
Samenwerking onderwijs-arbeidsmarkt
sectoren en de bedrijven nauw bij betrokken ondermeer
Gedurende vele jaren is er een nauwe samenwerking
door het aanleveren van lesondersteunend materiaal en
gegroeid met de bedrijven uit de buurt. Bij de start van
het organiseren van bijscholingen voor de leerkrachten.
elk project wordt dan ook veel aandacht besteed aan de uitbouw van de relaties met (nieuwe) bedrijven. Zo werd
Goed opgeleide en geïnformeerde leerkrachten
ook de opstart van de se-n-se richting “Productie- en
Om de opleiding te laten slagen is veel aandacht besteed
procestechnologie” voorbereid. De grootste uitdaging voor
aan de opleiding van de leerkracht. In samenwerking met
dit project lag in de nieuwe contacten met voedingsbedrij
de sectoren zijn de leerkrachten bijgeschoold via opleidin
ven uit de regio. Het studiegebied voeding behoort immers
gen zoals HACCP, automatisatie, bedrijfsspecifieke trai
niet tot ons standaardaanbod. Deze opleiding die voor
ningen,…. Ook leerkrachtenstages vormen een belangrijke
een groot deel uit werkplekleren bestaat, bood nieuwe
schakel in het opleiden van de leerkrachten. Het stelt hen
kansen om de samenwerking met het arbeidsveld verder
in staat om het bedrijfsspecifieke productieproces te leren
te intensifiëren.
kennen, een relatie op te bouwen met de verantwoordelij ken van de bedrijven, de werkposten voor de leerlingen te
Opstart Eerst is er niet alleen een analyse gemaakt van de nood zakelijkheid van de opleiding, maar ook van de mogelijke partners om de samenwerking vorm te geven. Naast de bedrijven (met verschillende productieactiviteiten) zijn ook de sectoren (in ons geval: hout, voeding en textiel), VDAB en de doorverwijzers (clb, collegascholen, …) belang rijke partners. Na het in kaart brengen van de partners is er een strikt tijdspad uitgezet. Er is gekozen om ruim voldoende tijd (>1 jaar) te voorzien om de nodige voorbe reidingen te treffen.
24
bepalen en de opleidingsinhouden beter vorm te geven.
Valkuilen/problemen Een studiegebiedoverschrijdende opleiding vraagt veel van het onderwijzend personeel! Het organiseren van werkplekleren is tijdsintensief! Pedagogische impact van het werkplekleren! Extra investering (tijd, mensen) voor er één leerling een opleiding gevolgd heeft! Het bereiken van de doelgroepleerlingen! Opstart van nieuwe opleidingen met het ter beschikking zijnde lestijdenpakket! De toekomst De voorbereidingen zijn getroffen, de relaties zijn gelegd en de contacten met de bedrijven zijn goed. Vijf leerlingen zijn opgestart! Een tussentijdse evaluatie na een 3-tal maanden, samen met het onderzoek naar uitbreiding naar de kunststoffen sector vormen de eerste acties in dit nieuwe schooljaar. Slotconclusie Het is belangrijk om voldoende tijd vrij te maken om elkaar te leren kennen en het werkplekleren voor te bereiden. Door ervaring weten we dat dit de sleutel is voor een duurzame samenwerking. Om onze studenten, de toe komstige werknemers, op een realistische wijze voor te bereiden op hun latere beroepsloopbaan, is de ondersteu ning en input die we van de partnerbedrijven/-sectoren krijgen primordiaal.
Rik Desmet Directeur VTI Waregem
WERK PRO-OPER
Werkplekleren binnen productie-gerelateerde opleidingen 25
CASE - COMPETENTIECENTRUM STOFFEREN
Samenwerking industrie-onderwijs
aanwezig. Zodoende kunnen de leerlingen op beide
Het project ‘Competentiecentrum Stofferen’ is een sa
plaatsen (Opglabbeek en Bree) gelijkaardige oefeningen
menwerking tussen het Technisch Instituut Sint-Michiel
uitvoeren. Het voordeel van het competentiecentrum in
uit Bree en Veldeman Bedding nv.
Opglabbeek is dat de leraar kan beslissen om na elke leerfase de leerling in een reële werkplek te plaatsen in
Inleiding
de productie.
De school - kortweg TISM - is een nijverheidstechni
Hiervoor zijn een aantal werkplekken geselecteerd die vier
sche school die 7 jaar beslaat. Ze legt haar accenten op
verschillende competentieniveaus hebben.
4 pijlers: elektriciteit, mechanica, lassen en hout. Men
Zodoende krijgen de leerlingen de kans om te groeien van
hecht zeer veel belang aan de volledige ontwikkeling van
niveau 1 tot en met niveau 4 en komen alle eindtermen
de leerlingen, waardoor verschillende projecten georga
aan bod.
niseerd worden. Attitudes en competenties spelen daarin een sleutelrol.
Attitudes en competenties
Veldeman Bedding is een familiebedrijf dat in de jaren
Bij de uitvoering van het project wordt erg veel aandacht
50 startte met het fabriceren van matrassen in een klein
besteed aan attitudes en competenties. De leerlingen
productieatelier in Hasselt. Momenteel telt de Veldeman
worden net voor de aanvang van hun projectperiode op dat
Group bijna 400 werknemers en wordt beschouwd als een
vlak nog eens aangescherpt door de lessen Will’s Kracht.
belangrijke speler in de matrassen- en beddensector.
Het gaat daarbij om attitudes en competenties als willen leren, stiptheid en orde, flexibiliteit, spontaan engagement
Ontstaan en samenwerking
en doorzetting. Meer informatie over Will’s Kracht is te
Veldeman Bedding is een innovatief bedrijf, voortdurend
vinden via www.willskracht.be.
bezig met nieuwe technieken en met veel aandacht voor de competenties van personeel en toekomstige medewer
Evaluatie
kers. Vorming en opleiding zijn dan ook zeer essentieel.
De evaluatie van de attitudes gebeurt volgens het evalu
Er bestaat reeds lang een goede samenwerking tussen
atiesysteem dat gebaseerd is op de SAM-schaal. Verder
het TISM en Veldeman Bedding. Dit resulteerde in vele
ondergaan de leerlingen binnen de onderneming dezelfde
stages en werkplekleren binnen het bedrijf. Een volgende
evaluatie als beginnende arbeiders en krijgen zij na afloop
stap in deze samenwerking is de opening van het ‘Compe
te horen of ze virtueel worden aangenomen of niet. De
tentiecentrum Stofferen’ in Opglabbeek.
evaluatie gebeurt door een samenwerking tussen de be geleidende leerkrachten en begeleiders uit het bedrijf.
Het project Het opleidingscentrum is een volledig uitgerust leslokaal
Geboekte successen
in het bedrijf (praktijk – theorie) waarin de leerling (7de
De leerlingen:
jaar bso) een opleiding krijgt als stoffeerder.
op een realistische wijze laten kennismaken met het
Om het project goed te kunnen uitwerken en om de leer krachten, die het project moeten begeleiden goed voor te bereiden, hebben er verschillende stages voor leerkrach ten plaats gevonden. Deze stages zijn cruciaal voor het welslagen en besloegen een halve dag tot enkele weken.
bedrijfsleven; laten kennismaken met nieuwe productietechnieken en materialen; kansen aanbieden die ze binnen een gewone lessituatie niet kunnen krijgen;
Ze situeerden zich in het volledige productieproces. Via
het belang van attitudes en competenties laten inzien;
deze stages hebben de betrokken leraars lespaketten
inzicht laten verwerven in planmatig en procesmatig
uitgewerkt. Om het project zo realistisch mogelijk te maken, werken de leerlingen volgens de werkuren van de productiemede werkers van de firma. De leerling start er vanaf nul, er is geen enkele voor kennis. In de school is er een vergelijkbaar leslokaal
26
werken. De leerkrachten: zich verder laten professionaliseren via hun ervaringen binnen het bedrijf (stages).
Ook binnen Veldeman Bedding zijn doelstellingen gesteld
Kruisbestuiving
voor opleiding van het personeel. De structuur wordt
Dankzij het project zijn de school en het bedrijf sterk naar
aangewend om nieuwe medewerkers binnen de diverse
elkaar gegroeid. Vanaf het begin werd er samengewerkt
stoffeerafdelingen op te leiden en intern talent verder te
in een sfeer van openheid. Dat heeft ons in staat gesteld
ontwikkelen.
om in een periode van ca. één jaar een degelijk project uit
Verder geeft de infrastructuur de mogelijkheid om bij
te tekenen dat zowel voor leerlingen, leerkrachten als me
komende opleidingen te organiseren. Zo kunnen leve
dewerkers uit het bedrijf zeer zinvol en leerrijk is.
ranciers productpresentaties komen geven over nieuwe materialen, gereedschappen of machines en kunnen er
De toekomst
workshop georganiseerd worden over interessante nieuwe
Op het einde van ieder projectjaar is er een grondige
productietechnieken.
evaluatie en waar nodig wordt er bijgestuurd. Graag willen
Valkuilen Niet alles verloopt onmiddellijk vlot. Van zodra de muren
we ook nog een effectenmeting kunnen uitvoeren, maar praktisch is dat niet simpel. We zien alvast een lange samenwerking tussen TISM en Veldeman Bedding.
van de school worden verlaten, verlaat je ook de schoolse organisatie, leerlingen moeten zich houden aan regle
Slotconclusie
mentering van het bedrijf, er is de mobiliteit, ouders die
De voortdurende samenwerking tussen industrie en
niet onmiddellijk overtuigd zijn, … allemaal mogelijke
onderwijs is een zeer belangrijk gegeven, dat enkel kan
struikelblokken.
leiden tot een win-win situatie voor beide partners.
Het bedrijf is er zich ook niet altijd van bewust dat de pro ductie op bepaalde momenten licht kan dalen. Veel interne problemen kunnen vermeden worden door het personeel van het bedrijf goed te informeren en de begeleider op de werkvloer pedagogisch te ondersteunen. Het is ook belangrijk om je te behoeden tegen concur rentie. Het intensief samenwerken met het ene bedrijf kan het einde van de samenwerking met een ander bedrijf betekenen. Sleutelwoorden zijn goede communicatie, duidelijke af
Michel Cardinaels Directeur TISM Bree
spraken en vertrouwen.
WERK PRO-OPER
Werkplekleren binnen productie-gerelateerde opleidingen 27
Case - Arcelor Mittal, draaischijf voor partnerschappen in het Gentse
Als hoogtechnologisch bedrijf zijn we permanent op zoek naar goede technische profielen. Daarbij besteden we bijzonder veel aandacht
trie waarbij we elkaar zo goed mogelijk proberen aan te vullen. Dit doen we door een open politiek te voeren naar scholen over lesinhou mensen te kunnen beschikken. We geloven dan ook in een naadloze overgang tussen onderwijs en bedrijfswereld om zo het levenslang
28
t aan schoolse- en aanvullende bedrijfsopleidingen. We streven dan ook naar de beste samenwerking tussen onderwijs en indus
ud, opleidingsmaterie en samenwerking. Op deze wijze hebben we de grootste kans om over de meest geschikte en goed opgeleide leren in te bedden in onze bedrijfscultuur.
WERK PRO-OPER
Werkplekleren binnen productie-gerelateerde opleidingen 29
Bibliografie Advies over werkplekleren in onderwijs en opleiding, Vlaamse Onderwijsraad, Algemene Raad, 22 maart 2007 Bailey, Th., Hughes, K., & D. Thornton Moore (2004).Working Knowledge. New York: Teachers College Press Beleidsnota Onderwijs 2009-2014 Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel: “Samen grenzen verleggen voor elk talent” Beleidsnota Werk, 2009-2014, Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Ruimtelijke ordening, Werk en Sport : “Een nieuwe arbeidsmarktvisie voor Vlaanderen.” Billett, S. (2004). Learning through work: Workplace participatory practices. In H. Rainbird, A. Blokhuis,F.T.L (2006). Evidence-based design of workplace learning. Enschede: Universiteit Twente Borghans, A.H., Golsteyn, B., & Grip, A.d. (2006). Meer werken is meer leren: determinanten van kennisontwikkeling. Theorie;32 (pp.IV, 108). ’s-Hertogenbosch: CINOP. Decreet betreffende het secundair na secundair en het hoger beroepsonderwijs. Decreet van 30 april 2009 Dienst Communicatie, Marketing & Strategie van Landstede (Nederland): „Samen verder, ook in de toekomst“ Denken en werken vanuit vakmanschap, verantwoordelijkheid en verbinding. Carien Kloosterboer en Richard Maris sen, Comma, Zwolle Frieling, E., Bernand, H., Bigalk. D. & Müller, R.F. (2006). Lernen durch Arbeit. Entwicklung eines Verfahrens zur Bestimmung der Lernmöglichkeiten am Arbeitsplatz. Münster: Waxmann Verlag. Fuller & A. Munro, Workplace learning in context. (pp. 109-125). London:Routledge. http://www.competentiebeleid.be/Ontwikkelen_van_competenties_en_talenten/Methoden_Ontwikkelenvan compe tenties_en_talenten/Werkplekleren/default.htm http://www.eng.uvm.dk/Education/Upper-Secondary-Education/Vocational-Education-and http://www.ond.vlaanderen.be/publicaties/eDocs/pdf/318.pdf http://www.ond.vlaanderen.be/werkplekleren/GIDS/default.htm http://www.ond.vlaanderen.be/werkplekleren/praktijkvoorbeelden/ http://www.ond.vlaanderen.be/werkplekleren/praktijkvoorbeelden/bedrijfsstages/ Illeris, K. (2002). The three dimensions of learning. Copenhagen: Roskilde University Press. http://www.detechniekacademie.nl/nl/studenten/filmpjes Introductiefilmpjes van de Techniek Academie: ‘Samenwer ken aan aantrekkelijk praktisch technisch beroepsonderwijs’ Koster B., Onstenk J., ... Ontwikkeling door werkplekleren: een handreiking voor leraren . Amersfoort, Thiememeu lenhoff , 2009 Kyndt, E., Dochy, F. and Nijs, H. (2009). Learning conditions for non-formal and informal workplace learning. Journal of Workplace Learning, 21 Lissabonstrategie: Vlaams Hervormingsprogramma 2005-2008. Voortgangsrapportering september 2007 Frieling, E., Bernand, H., Bigalk. D. & Müller, R.F. (2006). Lernen durch Arbeit. Entwicklung eines Verfahrens zur Bestimmung der Lernmöglichkeiten am Arbeitsplatz. Münster: Waxmann Verlag Streumer, J., & Van der Klink, M. (2004). Leren op de werkplek. Den Haag: Reed Business Information Training-(vet) Nelen, A. (2012). Het rendement van combinaties leren en werken: een review studie. Nijhof, W.J en Nieuwenhuis,L.F.M (2008). Learning potential of the workplace. Rotterdam/Tapei: Sense Publishers. Nijhoff W.J., Het leerpotentieel van de werkplek, Afscheidsrede 29 september 2006 vanwege het emeritaat universiteit Twente Poortman C.L., Workplace learning processes in senior Secondary Vocational Education. Proefschrift Universiteit Twente, 2007 Poortman, C. en Visser, K. Leren door werk: de match tussen deelnemer en werkplek, Expertisecentrum Beroepson derwijs, 2009 Van Lieshout, H.A.M. (2008). Different hands. Markets for intermediate skills in Germany, the USA and the Netherlands. PhD thesis University of Utrecht. www.serv.be Advies werkplekleren: creativiteit en passie in het leerproces 14 december 2011
30
WERK PRO-OPER
Werkplekleren binnen productie-gerelateerde opleidingen 32
OPLEIDINGSCENTRUM HOUT CENTRE DE FORMATION BOIS