Nota terugvordering en verhaal in de WWB
Innen binnen werk en bijstand Debiteurenbeleid in Midden-Drenthe vanaf 1 januari 2005.
Gemeente Midden-Drenthe Afdeling Sociale Zaken Marco Korf
1
Nota terugvordering en verhaal in de WWB
Inhoudsopgave
1 Inleiding .............................................................................................................................. 3 1.1 Werkwijze en doel van deze nota ................................................................................. 3 1.2 Inhoud van deze nota ................................................................................................... 3 1.3 Leeswijzer .................................................................................................................... 3 2 Beleidskader debiteuren ..................................................................................................... 4 2.1 Wet werk en bijstand .................................................................................................... 4 2.1.1 Terugvordering ....................................................................................................... 4 2.1.2 Verhaal................................................................................................................... 4 2.2 Kaderstelling gemeenteraad ......................................................................................... 4 2.2.1 Wel terugvorderen en verhalen .............................................................................. 4 2.2.2 Doelmatig beheer ................................................................................................... 4 2.2.3 Lik op stuk .............................................................................................................. 5 2.2.4 Efficiënte en effectieve uitvoering ........................................................................... 5 2.3 Conclusie...................................................................................................................... 5 3 Debiteuren in cijfers ............................................................................................................ 5 3.1 Vorderingen.................................................................................................................. 5 3.2 Resultaten debiteurenbeheer........................................................................................ 6 3.3 Conclusie...................................................................................................................... 7 4 Effectief debiteurenbeheer.................................................................................................. 7 4.1 Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften.................................................................. 7 4.2 Het resultaat telt ........................................................................................................ 7 4.3 Rente en overige invorderingskosten ........................................................................ 7 4.4 deurwaarder .............................................................................................................. 7 4.5 Fraudevorderingen .................................................................................................... 8 4.6 Diverse leningen........................................................................................................ 8 4.7 hoogte en duur van aflossing..................................................................................... 8 4.8 Relatie met armoedebestrijding ................................................................................. 8 4.9 Conclusie...................................................................................................................... 9 5 Betekenis voor de uitvoering............................................................................................... 9 5.1 Gevolgen uitvoeringspraktijk......................................................................................... 9 5.2 Overzicht van conclusies en doelstellingen................................................................. 10 5.3 Conclusie.................................................................................................................... 11
2
Nota terugvordering en verhaal in de WWB
1 Inleiding De Wet Werk en Bijstand (WWB) is per 1 januari 2004 van kracht geworden. Met de WWB heeft de gemeente ook de plicht gekregen om haar debiteurenbeheer opnieuw vast te stellen. In de WWB hebben we de volledige financiële verantwoordelijkheid en beleidsvrijheid gekregen over de uitvoering van de bijstand. Het debiteurenbeheer maakt daar deel van uit. De gemeente heeft met invoering van de WWB niet langer de plicht bijstand terug te vorderen en te verhalen, maar een recht. Dit betekent dat we keuzes moeten maken over het terugvorderen en verhalen van bijstand, tot welke hoogte en op welke manier we dat gaan doen. Anders dan voorheen komen debiteurenontvangsten rechtstreeks ten goede aan de gemeente en behoeven niet te worden afgedragen aan het rijk.
1.1 Werkwijze en doel van deze nota De gemeenteraad van Midden-Drenthe heeft op 1 juli 2004 zijn uitgangspunten voor de lokale invulling van de WWB vastgesteld. Deze uitgangspunten staan verwoord in de nota ‘beleidskader WWB Midden-Drenthe. De uitgangspunten voor het debiteurenbeheer zijn uitgewerkt in de nota “Innen binnen werk en bijstand”. De uitkomsten zijn verwerkt in beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften terugvordering en verhaal. Met ‘Innen binnen werk en bijstand’ laten we zien waarom we bepaalde keuzes hebben gemaakt. De nota vormt daarmee de onderbouwing voor de keuzes en de wijze waarop wij vormgeven aan terugvordering en verhaal van bijstand. Verder willen wij inzicht geven in de omvang van financiële belangen en welke doelen we met het debiteurenbeheer willen realiseren.
1.2 Inhoud van deze nota De gemeenteraad heeft de lokale invulling van de beleidsruimte van de WWB vastgelegd in de nota “beleidskader WWB Midden-Drenthe”. De onderdelen die gaan over debiteurenbeleid zijn uitgewerkt in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 geven we inzicht in ons huidig debiteurenbeheer. Hiermee kunt u vooral een cijfermatig inzicht krijgen. In hoofdstuk 4 beschrijven we op welke wijze wij het debiteurenbeheer met ingang van 1 januari 2005 vorm willen geven. Een nieuwe manier van werken die recht doet aan de uitgangspunten van de WWB en het door de raad gestelde kader. In het afsluitende hoofdstuk vindt u een overzicht van de conclusies en doelen die wij in de voorgaande hoofdstukken hebben gesteld evenals de belangrijkste gevolgen voor de uitvoering.
1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
Inleiding Beleidskader debiteuren Debiteuren in cijfers Effectief debiteurenbeheer Betekenis voor de uitvoering
3
Nota terugvordering en verhaal in de WWB
2 Beleidskader debiteuren De voorwaarden waaraan ons debiteurenbeleid moet voldoen worden hier uitgewerkt. Het gaat om het wettelijke raamwerk en om door de gemeenteraad gestelde kaders waaraan ons debiteurenbeleid moet voldoen. Het gaat bij de debiteuren van de afdeling Sociale Zaken voor het grootste deel om vorderingen in de WWB (zie 3.1). Alle andere vorderingen willen we op dezelfde wijze behandelen. Zo ver mogelijk is deze nota dus ook voor die andere vorderingen van toepassing.
2.1 Wet werk en bijstand De regels zoals die zijn vastgelegd in de WWB vormen het raamwerk waarbinnen de onderwerpen terugvordering en verhaal vorm moeten krijgen. Verder is van belang dat de gemeente in de WWB de volledige financiële verantwoordelijkheid draagt.
2.1.1 Terugvordering Met het invoeren van de WWB is terugvordering niet langer een verplichting, maar een bevoegdheid. De gemeente kan dus zelf bepalen of en tot hoeverre van de bevoegdheid gebruik wordt gemaakt. De situaties waarin terugvordering aan de orde is zijn niet gewijzigd ten opzichte van de Abw. Het gaat dan bijvoorbeeld om ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende bijstand, geldleningen, borgtocht, voorschotten of anderszins onverschuldigde betalingen.
2.1.2 Verhaal Het is niet bekend wanneer, maar het is de bedoeling dat nieuwe alimentatiewetgeving wordt ontwikkeld. Verhaal van kinderalimentatie en partneralimentatie is vanaf dat moment niet langer mogelijk voor de gemeente. Verhaal in verband met schenking, nalatenschap of onderhoudsplicht voor meerderjarige kinderen blijft wel bestaan. Deze laatste vormen van verhaal vormen echter een gering deel van het totale aantal verhaalszaken. Tot het moment dat de nieuwe alimentatiewetgeving van kracht wordt heeft de gemeente de bevoegdheid om bijstand te verhalen. Het is niet langer een verplichting, maar een bevoegdheid, net als bij terugvordering.
2.2 Kaderstelling gemeenteraad Op 1 juli 2004 heeft de gemeenteraad de beleidskaders gesteld voor de lokale invulling van de WWB. Het onderdeel debiteurenbeleid maakt hier mede deel van uit. Deze beleidsvrijheid kan niet los worden gezien van het feit dat de gemeente tevens volledig financieel verantwoordelijk is voor uitvoering van de WWB. Keuzes in het debiteurenbeleid hebben om die reden directe invloed op ontvangsten en per saldo dus ook op de uitgaven van de WWB. Verder is de wens van de gemeenteraad om de eigen verantwoordelijkheid van de klant te benadrukken in het debiteurenbeleid verwerkt.
2.2.1 Wel terugvorderen en verhalen Zoals al gemeld heeft de gemeente de bevoegdheid om bijstand al dan niet terug te vorderen. Hetzelfde geldt voor verhaal van bijstand. De gemeenteraad heeft gekozen om wel van de bevoegdheid om bijstand terug te vorderen en te verhalen gebruik te maken.
2.2.2 Doelmatig beheer Het besluit om terug te vorderen of te verhalen mag volgens de gemeenteraad echter achterwege blijven als een kosten/batenanalyse daartoe aanleiding geeft. Als het innen van vorderingen duurder is dan daadwerkelijke opbrengst kan van terugvordering dan wel verhaal afgezien worden (zie 4.1).
4
Nota terugvordering en verhaal in de WWB
2.2.3 Lik op stuk De gemeenteraad wil een maximale invoering van hoogwaardige handhaving en bij fraude zal een lik op stuk beleid moeten gelden. Deze uitspraak moet daarom ook gestalte krijgen bij de wijze waarop wij met fraudevorderingen om moeten gaan. Dat betekent dus een redelijk streng terugvorderingbeleid voor fraudevorderingen (zie 4.5)
2.2.4 Efficiënte en effectieve uitvoering In het kader van bedrijfsvoering heeft de raad de verwachting uitgesproken dat zorg wordt gedragen voor een efficiënte en effectieve uitvoering. Dit uitgangspunt geldt daarom ook voor het debiteurenbeheer. Meer dan voorheen zal het resultaat van invorderingsactiviteiten van belang zijn. Door ons debiteurenbeheer anders vorm te geven willen we uitvoering gaan geven aan dit uitgangspunt (zie 4.1 en 4.2).
2.3 Conclusie Met de kaders die in de wet en door de gemeenteraad zijn aangegeven willen we ons debiteurenbeleid en debiteurenbeheer opnieuw vaststellen. Waarbij de volgende conclusies zijn getrokken: • Wel gebruik maken van de mogelijkheid van terugvordering. • Wel gebruik maken van de mogelijkheid van verhaal. • Een kosten/batenanalyse kan leiden tot het afzien van (verdere) terugvordering dan wel verhaal. • Voor fraudevorderingen geldt een redelijk streng terugvorderingsbeleid. • Het debiteurenbeheer krijgt meer mogelijkheden om resultaatsgericht te werken.
3 Debiteuren in cijfers Om een indruk te geven van de aantallen en bedragen waar het om gaat geven we een aantal overzichten. Het gaat om debiteurencijfers van de gemeente Midden-Drenthe. Verder aandacht voor de resultaten van debiteurenbeheer in het verleden en voor personele inzet.
3.1 Vorderingen In tabel 1. Een overzicht van de aantallen debiteuren per vorderingssoort. Het gaat vooral om WWB vorderingen, maar ook bijvoorbeeld Ioaw, Ioaz, Bbz, Wvg en minimabeleid zijn er in verwerkt. Tabel 1 Debiteurenaantallen in Midden-Drenthe op 1 augustus 2004. verhaal Bbz renteloos Bbz rentedragend boete overbruggingsuitkering Pc minima terugvordering Terugvordering fraude Bijzondere bijstand Terugvordering Wvg Overig totaal
aantal
percentage
41 27 25 23 12 97 104 30 59 14 18 450
9,1 6,0 5,5 5,1 2,7 21,6 23,1 6,7 13,1 3,1 4,0 100%
5
Nota terugvordering en verhaal in de WWB
In tabel 2 is een overzicht is van de openstaande bedragen per vorderingssoort. Tabel 2 Openstaande vorderingen in Midden-Drenthe, peildatum 1 augustus 2004 verhaal Bbz renteloos Bbz rentedragend boete overbruggingsuitkering Pc minima terugvordering Terugvordering fraude Bijzondere bijstand Terugvordering Wvg Overig totaal
Vorderingen in €
percentage
206.057 124.007 491.141 1.769 3.188 85.342 188.918 69.473 54.652 12.191 26.508 1.263.246
16,3 9,8 38,9 0,1 0,3 6,8 15,0 5,5 4,3 1,0 2,0 100%
In tabel 3 kunt u de ontvangen bedragen in de eerste 7 maanden van 2004 vinden. Tabel 3 Ontvangen bedragen in Midden-Drenthe, tot 1 augustus 2004 verhaal Bbz renteloos Bbz rentedragend boete overbruggingsuitkering Pc minima terugvordering Terugvordering fraude Bijzondere bijstand Terugvordering Wvg Overig totaal
Vorderingen in €
percentage
11.466 25.436 37.727 487 231 6.646 20.228 2.506 2.589 1.693 8.117 117.126
9,8 21,7 32,2 0,4 0,2 5,7 17,3 2,1 2,2 1,5 6,9 100%
3.2 Resultaten debiteurenbeheer Met de incassoratio wordt uitgedrukt welk deel van uitstaande (fraude)schulden de gemeente op jaarbasis incasseert. De gegevens in tabel 4 geven de incassoratio van de gemeente Midden-Drenthe ten opzichte van gemeente van vergelijkbare gemeenten, qua omvang en ten opzichte van alle Nederlandse gemeenten. Tabel 4 Incassoratio, peiljaar 2002 (bron: Inspectie Werk en Inkomen) Midden-Drenthe Vergelijkbare Alle gemeenten gemeenten Incassoratio 29,5 24,2 23,0
Hoewel meer factoren de kwaliteit van het debiteurenbeheer bepalen kan op basis van het resultaat uit de tabel worden gesteld dat het debiteurenbeheer in vergelijking met anderen redelijk goed is uitgevoerd. Het betreft een momentopname. Incassoratio’s van andere jaren zijn niet beschikbaar. De personele inzet voor debiteurenbeheer is ongeveer 2 formatieplaatsen, exclusief overhead (2004). De afgelopen jaren is de inzet vrijwel onveranderd geweest.
6
Nota terugvordering en verhaal in de WWB
3.3 Conclusie We stellen ons de volgende doelen: • Maandelijkse de resultaten van debiteurenbeheer in beeld te brengen en zonodig direct bij te sturen.
4 Effectief debiteurenbeheer Om tot een omslag bij het debiteurenbeheer te komen zijn ook instrumenten nodig om dit te kunnen doen. Deze instrumenten worden in dit hoofdstuk beschreven.
4.1 Beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften Om de doelstellingen uit deze nota waar te kunnen maken worden de bestaande beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften vervangen door nieuwe. De nieuwe regels en voorschriften moeten bijdragen aan een resultaatsgericht debiteurenbeheer. Zij moeten meer mogelijkheden bieden om (individuele) betalingsafspraken met debiteuren te maken en ruimte scheppen om op basis van een kosten en baten afweging af te zien van (verdere) invorderingsactiviteiten. Vorderingen die minder dan € 300,00 zijn kunnen om deze reden worden afgeboekt als ná aanschrijving niet wordt voldaan. Voor vorderingen van € 300,00 en meer geldt dat als uit kosten/batenanalyse blijkt dat afboeken doelmatiger is dit op basis van goede argumenten mogelijk is. Van vorderingen die lager zijn als € 50,00 kan zonder meer worden afgezien.
4.2 Het resultaat telt Debiteuren worden met periodieke (her)onderzoeken gevolgd. Een dergelijk onderzoek wordt verantwoord met een rapportage waarin volgens een vast stramien een aantal zaken worden vastgelegd. Het geheel wordt vervolgens opgeborgen in een debiteurendossier. Het resultaat van een onderzoek is niet altijd merkbaar voor debiteur en beperkt zich tot een administratieve handeling. Het was een wettelijke plicht het zo te doen, maar dat verandert nu. Het doel van debiteurenbeheer is om openstaande vorderingen te innen. Uitvoering van een debiteurenonderzoek draagt daar nauwelijks aan bij. Om die reden willen we stoppen met debiteren(her)onderzoeken. In de plaats daarvan willen we een meer klantgerichte (debiteuren) benadering. Afspraken en correspondentie worden in het debiteurendossier vastgelegd. Het – nu al bestaande- “eigen klantenbestand” wordt veel meer dan voorheen een verantwoordelijkheid van de debiteurenbeheerder. Deze kan naar eigen inzicht zijn bestand behandelen en mensen motiveren hun betalingsverplichting na te komen. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat met debiteuren een afspraak wordt gemaakt of schriftelijk of telefonisch contact wordt gezocht.
4.3 Rente en overige invorderingskosten Bij verrekening of beslagleggen werden tot nog toe wettelijke rente en overige invorderingskosten handmatig vastgesteld. Deze methode is erg bewerkelijk. Wij willen bij het nieuwe terugvorderingsbeleid deze kosten eenmalig vaststellen op een vast percentage van de hoofdsom. De kosten worden alleen verder verhoogd bij overdracht van de vordering aan de deurwaarder (zie ook 4.4).
4.4 deurwaarder Vorderingen die wij niet of slechts zeer moeizaam zelf kunnen innen dragen wij over aan de deurwaarder. Al een aantal jaren doen we in die situatie een beroep op de expertise van de deurwaarder. Voor een groot aantal debiteuren leidt dit alsnog tot ontvangst van
7
Nota terugvordering en verhaal in de WWB de vordering. Vanaf het moment dat de vordering aan de deurwaarder wordt overgedragen worden de kosten van rente en overige kosten vastgesteld, volgens de door deurwaarders gestelde regels. Deze komen dan naast de door de gemeente vastgestelde kosten De verdere afhandeling van de inning is aan hem. De debiteurenbeheerder blijft namens de gemeente de zaak, op afstand, volgen. Bij tussentijdse ontwikkelingen beslist de debiteurenbeheerder of de zaak bij de deurwaarder blijft. Het is van belang om de afstemming met de deurwaarder te handhaven. Deze draagt immers bij om – als sluitstuk - tot goede invorderingsresultaten te komen.
4.5 Fraudevorderingen In het kader van een lik op stuk beleid zullen wij redelijk streng omgaan met fraudevorderingen. Dit uitgangspunt geven we vorm door bij fraudevorderingen de maximale aflossingscapaciteit te berekenen. Alle inkomen boven de beslagvrije voet moet worden aangewend voor aflossing. Verder geldt de mogelijkheid tot kwijtschelding over te gaan in principe niet voor deze debiteuren (In afwijking van 4.7 en 4.8).
4.6 Diverse leningen De leningen voor zelfstandigen moeten worden voldaan volgens de afspraken in de leenovereenkomst en verder zoals in centrale regels is bepaald. Bij nieuwe klanten is in de WWB is bepaald dat, als de aanvrager eigenaar is van een woning en het verkopen of verder bezwaren van de woning niet mogelijk is, recht op een lening bestaat. Wij willen, als zekerheidsstelling, dat hiervan een notariële akte wordt opgemaakt. Met daarin de voorwaarden voor betaling van rente en aflossing. Al geruime tijd wordt bij het verstrekken van leenbijstand - bank of kredietbank is daarbij een voorliggende voorziening – éénmalig de betalingsverplichting vastgesteld voor een periode van 36 maanden. De hoogte van de betalingsverplichting bestaat uit 3% van de norm (inclusief toeslag) en 50% van het inkomen boven die norm. De werkwijze voldoet. Wij willen het beleid ten aanzien van leningen handhaven.
4.7 hoogte en duur van aflossing De debiteurenbeheerder moet in een nieuw terugvorderingsbeleid meer mogelijkheden krijgen om de inning van een vordering te realiseren. Anders dan voorheen kiezen wij er voor om de aflossingsverplichting van debiteuren niet strak voor te schrijven, maar door de debiteurenbeheerder te laten bepalen. Wel willen we een minimumgrens aangeven. De debiteur moet minimaal kunnen blijven beschikken over een inkomen dat gelijk is aan de beslagvrije voet +5% (is dus 95% van de bijstandsnorm met toeslag, inclusief vakantiegeld). Met andere aangegane betalingsverplichtingen wordt in principe geen rekening gehouden, dergelijke verplichtingen zijn een “eigen” verantwoordelijkheid van debiteur. Vorderingen dienen in maximaal 5 jaar te worden voldaan. Lukt dit niet en heeft debiteur wel de vastgestelde betalingsverplichting gedurende 5 jaar voldaan, dan kan van verdere invordering worden afgezien.
4.8 Relatie met armoedebestrijding Het terugvorderingsbeleid staat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van het totale lokale sociale zekerheidsbeleid. Evenals het armoedebeleid, dat gericht is op het bestrijden van sociaal isolement of onoplosbare financiële problemen van mensen met een laag
8
Nota terugvordering en verhaal in de WWB inkomen. In de beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften willen we daarom de mogelijkheid van (gedeeltelijke) kwijtschelding bij schuldenproblematiek, afkoop van de vordering tegen finale kwijting en kwijtschelding na het verstrijken van vijf jaar opnemen.
4.9 Conclusie We stellen ons de volgende doelen: • Een omslag in debiteurenbeheer te realiseren met de in dit hoofdstuk beschreven instrumenten. • Debiteurenbeheerders dragen zorg voor het debiteurenbeheer en het innen van de vordering. • Gebruik maken van nieuwe beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften. • Het volgen van debiteuren met formele (her)onderzoeken stoppen. • Samenwerking met deurwaarder ongewijzigd handhaven. • Een strengere afwikkeling van fraudevorderingen, ten opzichte van de overige debiteurenvorderingen. • Het beleid ten aanzien van leningen ongewijzigd handhaven. • Vorderingen dienen in maximaal 5 jaar te worden voldaan en bij het vaststellen van de aflossingsverplichting moet debiteur minimaal kunnen blijven beschikken over 95% van de bijstandsnorm met toeslag.
5 Betekenis voor de uitvoering Het jaar 2004 is door de gemeenteraad aangewezen als overgangsjaar voor de WWB. In 2004 is het vastgestelde debiteurenbeleid uitgevoerd als op de wijze in 2003 en eerder. In deze nota is aangegeven op welke wijze wij een nieuw debiteurenbeleid vorm willen geven. Hieronder gaan we kort in op enkele belangrijke gevolgen van deze doelen voor de uitvoeringspraktijk. Tot slot volgt een overzicht van de gestelde doelen.
5.1 Gevolgen uitvoeringspraktijk De gestelde doelen hebben aanzienlijke gevolgen voor de wijze waarop wij nu uitvoering gaan geven aan het debiteurenbeleid. Klantbeheer Om vorm te kunnen geven aan ‘innen binnen werk en bijstand’ is het noodzakelijk dat de debiteurenbeheerders een eigen klantbestand hebben. Zij zijn verantwoordelijk voor het innen van de hun toegewezen vorderingen. Hiervoor is het nodig dat het geautomatiseerd systeem een goed inzicht geeft in de stand van zaken van de debiteur. De klant moet worden gemotiveerd om zijn of haar schuld zo snel mogelijk aan de gemeente te voldoen. Dit vraagt om een regelmatig contact met de debiteur. Bij het niet nakomen van afspraken door de klant zullen wij direct actie ondernemen. Om dit te kunnen doen zijn binnen het vastgestelde beleid meer mogelijkheden opgenomen. Door enerzijds een intensiever klantcontact en anderzijds minder onnodige bureaucratie kan met dezelfde inzet van middelen een beter resultaat gehaald worden. •
We stellen ons tot doel om, per 1 januari 2005, de invulling van het klantbeheer op de afdeling Sociale Zaken te wijzigen in een meer resultaatgerichte benadering, zodat we ons debiteurenbeheer effectiever kunnen uitvoeren.
Regie op beleidsniveau Het volgen en anticiperen op ontwikkelingen in debiteurenbeheer vraagt om regievoering op beleidsniveau. Door dit op een goede wijze te doen kan steeds beter worden gestuurd
9
Nota terugvordering en verhaal in de WWB op resultaten. Op beleidsniveau zullen we hiervoor een omslag moeten maken van het sturen op debiteuren(her)onderzoeken naar het sturen op resultaat. Deze omslag vraagt om zorgvuldige registratie van gegevens. Het debiteurensysteem moet inzicht kunnen geven in gerealiseerde resultaten en betrouwbaar zijn. •
We stellen ons tot doel om vooraf resultaten te formuleren en maandelijks de resultaten van debiteurenbeheer in beeld te brengen en zonodig direct bij te sturen.
Regie op bestuursniveau De gemeenteraad heeft in haar kadernota ‘beleidskader WWB Midden-Drenthe’ de uitgangspunten aangegeven voor de lokale invulling van de WWB. Belangrijk is dat de WWB efficiënt en effectief wordt uitgevoerd. Deze opdracht is aan het college meegegeven. Het is de taak van het college om te controleren en zonodig bij te sturen. Hiervoor zijn periodieke rapportages over de uitvoering noodzakelijk. We zullen daarom periodiek een overzicht geven van de financiële stand van zaken. •
We stellen ons tot doel om elk kwartaal een beknopt overzicht te bieden van de resultaten van debiteurenbeheer.
5.2 Overzicht van conclusies en doelstellingen Conclusies: • Wel gebruik maken van de mogelijkheid van terugvordering. • Wel gebruik maken van de mogelijkheid van verhaal. • Een kosten/batenanalyse kan leiden tot het afzien van (verdere) terugvordering dan wel verhaal. • Voor fraudevorderingen geldt een redelijk streng terugvorderingsbeleid. • Het debiteurenbeheer krijgt meer mogelijkheden om resultaatsgericht te werken. Doelen: • Een omslag in debiteurenbeheer te realiseren met de in hoofdstuk 4 beschreven instrumenten. • Debiteurenbeheerders dragen zorg voor het debiteurenbeheer en het innen van de vordering. • Gebruik maken van nieuwe beleidsregels en uitvoeringsvoorschriften. • Het volgen van debiteuren met formele (her)onderzoeken stoppen. • Samenwerking met deurwaarder ongewijzigd handhaven. • Een strengere afwikkeling van fraudevorderingen ten opzichte van de overige debiteurenvorderingen. • Het beleid ten aanzien van leningen ongewijzigd handhaven. • Vorderingen dienen in maximaal 5 jaar te worden voldaan en bij het vaststellen van de aflossingsverplichting moet debiteur minimaal kunnen blijven beschikken over 95% van de bijstandsnorm met toeslag. • Per 1 januari 2005, de invulling van het klantbeheer op de afdeling Sociale Zaken te wijzigen in een meer klantgerichte benadering, zodat we onze debiteurenbeheer effectiever kunnen uitvoeren. • Maandelijks de resultaten op beleidsniveau van debiteurenbeheer in beeld te brengen en zonodig direct bij te sturen. • Het bestuur elk kwartaal een overzicht te bieden van de resultaten van debiteurenbeheer.
10
Nota terugvordering en verhaal in de WWB
5.3 Conclusie Met ‘Innen binnen werken bijstand’ geven we een nieuwe invulling aan het debiteurenbeleid. De afdeling Sociale Zaken staat nu voor de taak om de gestelde doelen te verwezenlijken. Voorwaar een uitdaging van formaat.
11