Nr.
XIII / 6
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2004, nr. 4B, inzake vaststelling van de Reïntegratieverordening en de Maatregelenverordening; gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel b, en 18 van de Wet werk en bijstand; besluit vast te stellen de hierna volgende verordening:
Maatregelenverordening Wet werk en bijstand. Hoofdstuk 1
Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden; c. algemene bijstand: de bijstand bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de wet; d. bijzondere bijstand: de bijstand bedoeld in artikel 5, onderdeel d, van de wet; e. bijstand: algemene bijstand en bijzondere bijstand; f. bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de wet; g. netto bijstand: de bijstand zonder de verhoging op grond van artikel 19, vierde lid, of artikel 35, vierde lid, van de wet; h. maatregel: het verlagen van de bijstand of de langdurigheidstoeslag op grond van artikel 18, tweede lid, van de wet; 2. De begripsbepalingen van de wet zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken. Artikel 2 Het opleggen van een maatregel 1. Als de belanghebbende tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de wet of de artikelen 28, tweede lid, of 29, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen, legt het college een maatregel op. 2. Een maatregel bedoeld in het eerste lid wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de belanghebbende de gedraging verweten kan worden en de omstandigheden waarin hij verkeert. 3. Bij het opleggen van een maatregel wordt deze verordening in acht genomen, onverminderd de bevoegdheid van het college om de hoogte of de duur van een maatregel met toepassing van het tweede lid afwijkend vast te stellen.
Maatregelenverordening Gemeente De Wolden, 24-6-2004
1
Artikel 3 Afzien van een maatregel 1. Het college legt geen maatregel op indien: a. elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt; b. de gedraging meer dan één jaar vóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte bijstand is verleend. 2. Een maatregel wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van vijf jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden. 3. Het college kan afzien van het opleggen van een maatregel als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. 4. Indien het college afziet van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, wordt de belanghebbende daarvan schriftelijk mededeling gedaan.
Artikel 4 Horen van de belanghebbende 1. Voordat een maatregel wordt opgelegd, wordt de belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen. 2. Het horen van de belanghebbende kan achterwege worden gelaten als: a. de vereiste spoed zich daartegen verzet; b. de belanghebbende reeds eerder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan; c. de belanghebbende niet heeft voldaan aan een verzoek van het college, of van een derde aan wie het college met toepassing van artikel 7 van de wet werkzaamheden in het kader van de wet heeft uitbesteed, om binnen een gestelde termijn inlichtingen te verstrekken als bedoeld in artikel 17 van de wet; d. het horen van de belanghebbende redelijkerwijs niet noodzakelijk is voor de vaststelling van de ernst van de gedraging, van de mate van verwijtbaarheid en van de persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende. 3. Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel c, wordt met het niet binnen de gestelde termijn verstrekken van inlichtingen gelijkgesteld, het geen gevolg geven aan een oproep voor een onderzoek dat in het kader van de wet noodzakelijk geacht kan worden, waaronder begrepen de medewerking aan een huisbezoek. Artikel 5 Berekeningsgrondslag 1. De maatregel wordt toegepast op de bijstandsnorm. 2. In afwijking van het eerste lid kan de maatregel ook worden toegepast op de bijzondere bijstand als: a. aan belanghebbende bijzondere bijstand wordt verleend met toepassing van artikel 12 van de wet; b. de verwijtbare gedraging van de belanghebbende, in relatie tot zijn recht op bijzondere bijstand, daar aanleiding toe geeft.
Maatregelenverordening Gemeente De Wolden, 24-6-2004
2
Artikel 6 De hoogte en duur van de maatregel 1. Voor de bepaling van de hoogte en duur van de maatregelen wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2, derde lid, van deze verordening, een categorie-indeling gehanteerd. 2. De hoogte en duur van de maatregel zijn voor de onderscheiden categorieën: a. eerste categorie: vijf procent van de bijstandsnorm gedurende een maand; b. tweede categorie: tien procent van de bijstandsnorm gedurende een maand; c. derde categorie: twintig procent van de bijstandsnorm gedurende een maand; d. vierde categorie: veertig procent van de bijstandsnorm gedurende een maand; e. vijfde categorie: honderd procent van de bijstandsnorm gedurende een maand. 3. De duur of de hoogte van de maatregel wordt verdubbeld als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na de bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging uit dezelfde of een hogere categorie. Met een besluit waarbij een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van artikel 3, tweede of derde lid. 4. Indien binnen twaalf maanden na de bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, belanghebbende zich voor een tweede keer schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging uit dezelfde of een hogere categorie kan het college aan belanghebbende een maatregel opleggen van honderd procent van de bijstand gedurende maximaal drie maanden. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen als bedoeld in artikel 3, derde lid. 5. Op grond van bijzondere omstandigheden kan een volgens deze verordening vastgestelde maatregel, vanaf 20% van de bijstandsnorm, worden gehalveerd onder gelijktijdige verdubbeling van de duur van de maatregel. Artikel 7. De wijze van oplegging van de maatregel 1. De maatregel wordt opgelegd met ingang van de eerstvolgende kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende bijstandsnorm. 2. In afwijking van het eerste lid, kan de maatregel met terugwerkende kracht worden opgelegd, voor zover de bijstand nog niet is uitbetaald of van belanghebbende wordt teruggevorderd. 3. Als het recht op bijstand eindigt kan, voor zover het tijdvak waarover de maatregel is opgelegd nog niet is verstreken, het resterende deel van de maatregel ten uitvoer worden gelegd, als de belanghebbende binnen zes maanden na de beëindiging opnieuw aanspraak op bijstand maakt. 4. Een maatregel wordt voor bepaalde tijd opgelegd. Een maatregel die voor een periode van meer dan drie maanden wordt opgelegd, wordt uiterlijk na drie maanden nadat deze ten uitvoer is gelegd, heroverwogen. Artikel 8 Het besluit tot opleggen van een maatregel In het besluit tot het opleggen van een maatregel worden in elk geval vermeld: de verwijtbare gedraging, de reden van de maatregel, de duur van de maatregel, het percentage waarmee de bijstand wordt verlaagd, het bedrag waarmee de bijstand wordt verlaagd en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel.
Maatregelenverordening Gemeente De Wolden, 24-6-2004
3
Hoofdstuk 2
Maatregelwaardige gedragingen
Artikel 9 Niet nakomen plicht tot arbeidsinschakeling Het niet nakomen van een verplichting als bedoeld in artikel 9 van de wet leidt tot een maatregel waarbij de volgende categorieën worden onderscheiden, onder vermelding van de hoogte van de maatregel overeenkomstig artikel 6 lid 2: a. eerste categorie: 5% bij het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij de Centrale organisatie werk en inkomen of het niet tijdig laten verlengen van de registratie; b. tweede categorie: 10% bij het niet of in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling; c.
derde categorie: 20% 1. bij het niet naar vermogen proberen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen; 2. bij gedragingen die de arbeidsinschakeling belemmeren;
d. vierde categorie: 40% bij het niet of in onvoldoende mate gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening als bedoeld in Hoofdstuk 4 van de Reïntegratieverordening van gemeente De Wolden; e. vijfde categorie: 100% 1. bij het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid; 2. bij het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid. Artikel 10 Niet nakomen van de inlichtingenplicht zonder financieel nadeel 1. Het niet of niet behoorlijk nakomen van een verplichting op grond van artikel 17 van de wet, zonder dat dit tot gevolg heeft gehad dat ten onrechte of tot een te hoog bedrag aan bijstand is verleend, leidt met toepassing van artikel 54 van de wet tot een maatregel waarbij de volgende categorieën worden onderscheiden, onder vermelding van de hoogte van de maatregel overeenkomstig artikel 6 lid 2: a. eerste categorie 5%: bij het niet of niet tijdig, binnen de door het college gestelde termijn, verstrekken van informatie die van belang is voor de arbeidsinschakeling of het recht op bijstand; b. tweede categorie 10%: bij het niet of niet tijdig voldoen aan een oproep om, in verband met de arbeidsinschakeling of het recht op bijstand op een aangegeven tijd en plaats te verschijnen; c. derde categorie 20%: bij het niet of niet tijdig voldoen aan een herhaalde oproep om, in verband met de arbeidsinschakeling of het recht op bijstand op een aangegeven tijd en plaats te verschijnen.
Maatregelenverordening Gemeente De Wolden, 24-6-2004
4
d. Van het opleggen van de maatregel bedoeld in het eerste lid kan worden afgezien en volstaan kan worden met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Artikel 11 Niet nakomen van de inlichtingenplicht met financieel nadeel 1. Het niet nakomen van de verplichting op grond van artikel 17 van de wet, als gevolg waarvan ten onrechte of tot een te hoog bedrag bijstand of een langdurigheidstoeslag is verleend, leidt tot een maatregel. 2. Een maatregel op grond van het eerste lid wordt afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag gerelateerd aan de netto-bijstand. Daarbij worden de volgende categorieën onderscheiden, onder vermelding van de hoogte van de maatregel overeenkomstig artikel 6 lid 2: a. een benadelingsbedrag tot € 1000,-- leidt tot een maatregel van de tweede categorie van 10%; b. een benadelingsbedrag van € 1000,-- tot € 2000,-- leidt tot een maatregel van de derde categorie van 20%; c. een benadelingsbedrag van € 2000,-- tot € 4000,-- leidt tot een maatregel van de vierde categorie van 40%; d. een benadelingsbedrag van € 4000,-- of meer leidt tot een maatregel van de vijfde categorie van 100%.
Artikel 12 Zeer ernstige misdragingen 1. Als een belanghebbende zich jegens het college zeer ernstig misdraagt in de zin van artikel 18, tweede lid van de wet, kan dit leiden tot een maatregel van de vierde categorie.
Artikel 13 Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid 1. Gedragingen van de belanghebbende die niet vallen onder de artikelen 10 tot en met 12 van deze verordening, maar wel aangemerkt kunnen worden als tekortschietend besef van verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 17 van de wet, leiden tot een maatregel. 2. Het college stelt in beleidsregels vast welke gedragingen kunnen worden aangemerkt als het betonen van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid, als genoemd in het eerste lid. 3. Een maatregel op grond van het eerste lid wordt zo mogelijk afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag, met inbegrip van het onverantwoord bestede vermogen, gerelateerd aan de netto-bijstand, waarbij de volgende categorieën worden onderscheiden, onder vermelding van de hoogte van de maatregel overeenkomstig artikel 6 lid 2: a. benadelingsbedrag nihil of niet vast te stellen: eerste categorie van 5%; b. een benadelingsbedrag tot € 1000,-- leidt tot een maatregel van de tweede categorie van 10%;
Maatregelenverordening Gemeente De Wolden, 24-6-2004
5
c. een benadelingsbedrag van € 1000,-- tot € 2000,-- leidt tot een maatregel van de derde categorie van 20%; d. een benadelingsbedrag van € 2000,-- tot € 4000,-- leidt tot een maatregel van de vierde categorie van 40%; e. een benadelingsbedrag van € 4000,-- of meer leidt tot een maatregel van de vijfde categorie van 100%.
Hoofdstuk 3
Slot- en invoeringsbepalingen
Artikel 14 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet. 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. 2. Ter uitvoering van deze verordening kan het college, onverminderd het bepaalde in artikel 13, tweede lid, nadere beleidsregels vaststellen. Artikel 15 Wijziging van de verordening Het college is bevoegd de verordening en de toelichting te wijzigen, mits de wijziging voor belanghebbenden geen verzwaring van de in hoofdstuk 2 vermelde maatregelen inhoudt. Artikel 16 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand, nadat zes weken zijn verstreken nadat het besluit is gepubliceerd, tenzij binnen deze termijn voldoende inleidende verzoeken tot het houden van een referendum zijn ingediend. 2. Indien het tijdstip van inwerkingtreding op grond van het eerste lid vroeger zou liggen dan 1 oktober 2004, dan treedt deze verordening in werking op 1 oktober 2004. Artikel 17 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: ’Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente De Wolden’.
Zuidwolde, 24 juni 2004 De raad voornoemd, griffier,
voorzitter,
(mw. drs. I.J. Gehrke)
(Sj. Kremer)
Maatregelenverordening Gemeente De Wolden, 24-6-2004
6