Welk boek moeten we kiezen ? Onderzoek naar de factoren die een rol spelen bij de boekkeuze van leesgroepen
Nikla Katsburg, 3013782 Begeleiding: dr. E.A. Andringa Bachelorscriptie Taal en Cultuurstudies, richting Moderne Letterkunde 14 april 2009
2
3
Inhoudsopgave 1. Inleiding............................................................................................................................... 5 1.2 Opmerking ................................................................................................................................. 7
2. ‘if we are what we eat, book clubs are what they read’ (Long 2003) ........................ 8 2.1 Wat is een leesgroep? ............................................................................................................... 8 2.1.1 Nationaal onderzoek naar leesgroepen ............................................................................. 8 2.1.2 Internationaal onderzoek naar leesgroepen ................................................................... 11
2.2 Hoe komen de leden van de leesgroep in aanraking met boeken?...................... 13 2.2.1 Wat gaan we lezen?.............................................................................................................. 13 2.2.2 Culturele autoriteiten .......................................................................................................... 13 2.2.3 De NRC Leesclub ................................................................................................................. 14 2.2.4 Radio en televisie ................................................................................................................. 15
2.3 Hoe komt een leesgroep tot de keuze van een boek?.............................................. 16 2.3.1 Aan welke eisen moet een boek voldoen? ...................................................................... 16 2.3.2 De selectieprocedure ........................................................................................................... 17
3. Het onderzoek................................................................................................................... 18 3.1 Onderzoeksonderwerp .......................................................................................................... 18 3.2 Onderzoeksmethode .............................................................................................................. 20 3.3 Opzet van het interview......................................................................................................... 20 3.4 Onderzoeksresultaten ............................................................................................................ 21
3.4 Analyse ............................................................................................................................. 29 3.4.1 Cognitieve, educatieve en sociale motief ........................................................................ 29 3.4.2 Overeenkomsten met Amerikaanse en Britse leesgroepen ......................................... 30 3.4.3 Invloed van culturele autoriteiten .................................................................................... 30
4. Conclusie............................................................................................................................ 33 4.1 Kanttekeningen ....................................................................................................................... 35
5. Literatuurlijst .................................................................................................................... 36 6. Bijlagen............................................................................................................................... 38 I Interviewvragen.......................................................................................................................... 38 II Gegevens .................................................................................................................................... 41 III Leeslijsten ................................................................................................................................. 43
4
5
1. Inleiding
Tijdens mijn stage bij uitgeverij Gopher (september 2008 – december 2008) ben ik veel in contact gekomen met auteurs die hun net verschenen boek aan zo veel mogelijk mensen wilden laten zien en laten lezen. Mijn taak was om een publiek voor deze boeken te vinden. Maar hoe vind je deze potentiële lezer. Ik begon na te denken over de manier waarop ik boeken kies. Ga ik een boek lezen omdat mijn beste vriendin er laaiend enthousiast over is? Word ik nieuwsgierig naar een titel omdat er in elke krant en tijdschrift wel over geschreven wordt? En hoe zit dat dan bij leesgroepen? Hoe maken die een keuze uit het immens grote aanbod boeken waardoor lezers (en niet-lezers) dagelijks worden overspoeld? Het keuzegedrag van de consument is in marketingstudies al veelvuldig onderzocht. Aan de universiteit van Tilburg is zelfs een stroming binnen de literatuurwetenschap die zich richt op de marketing van boeken en het keuzegedrag van leners en kopers. Het keuzegedrag van leesgroepen heeft echter een ander verloop dan dat van individuele leners en kopers. Als lezer in een leesgroep maak je deel uit van een groep en moet je in de keuze van een boek voor deze groep dus ook rekening houden met de interesses van de andere groepsleden. Ook kan het zijn dat je als lezer in een leesgroep weinig tot geen inspraak hebt in de boekkeuze waardoor je boeken leest die je zelf nooit gekozen zou hebben. In deze studie wil ik onderzoeken hoe er in verschillende leesgroepen keuzes voor de leeslijst gemaakt worden. Wie bepaalt of bepalen de boekenkeuze en hoe komen de leden in contact met de gekozen werken? Gebruiken ze de long- of shortlist van de literaire prijzen, vragen ze hun partner of vrienden om raad, kiezen ze naar aanleiding van recensies of omdat ze de schrijver zagen in een programma op tv of hoorden voorlezen op de radio? Aan welke criteria moet het boek voor de leesgroep zeker voldoen, welke genres lezen ze wel en welke juist niet? Ik zal mij in dit onderzoek hoofdzakelijk richten op leesgroepen die fysiek bij elkaar komen, maar ik heb ook een leesclub die grotendeels via het internet opereert bij het onderzoek betrokken. Hoe worden keuzes gemaakt voor leden die je niet persoonlijk kent en hoe genereer je dan reacties?
6 De hoofdvraag die ik in deze scriptie wil beantwoorden is: Welke factoren spelen een rol bij de boekkeuze van een leesgroep?
Om de hoofdvraag te beantwoorden heb ik deze opgedeeld in de volgende drie subvragen: -
Wat zijn de motieven om in een leesgroep te gaan lezen?
-
Hoe komen de leden van de leesgroep in aanraking met boeken?
-
Hoe komt een leesgroep tot de keuze van een boek?
Voor het beantwoorden van de eerste vraag richt ik mij op de ideeën die achter de oprichting van de groep liggen. Waarom is de groep opgericht en wat is de motivatie van de leden om zich bij de oprichter aan te sluiten? Door het stellen van de tweede vraag zal ik proberen grip te krijgen op de manier waarop de lezers in aanraking komen met boeken. Boeken komen niet uit de lucht vallen, daar moet bewust en onbewust contact mee gemaakt worden. Sommigen gaan van jongs af aan al naar de bibliotheek en pakken willekeurig een boek uit een van de stellingkasten, terwijl anderen pas een boek lezen als het ze in hun handen gedrukt wordt of omdat ze de auteur hebben horen voorlezen op de radio of in bijvoorbeeld De Wereld Draait Door gezien hebben. Ook via advertenties, catalogi van uitgevers, boekhandels, recensies, leraren, collega’s en vrienden komen boeken op de lezer af (Verdaasdonk 1989: 354). De rol die deze culturele autoriteiten spelen in de berichtgeving over boeken en daarmee bijdragen aan de vorming van het literaire kader en het kopersgedrag beïnvloeden zal ook nader toegelicht worden. Aan de hand van de leeslijsten zal ik daarnaast ook signaleren welke titels er door meerdere leesgroepen gelezen worden. Deze titels zal ik vergelijken met de verkoopcijfers van het Nederlandse Boek zoals deze op de website van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) te vinden zijn. Mijn aanname is dat titels die in deze top 100 staan, in veel boekhandels prominent aanwezig waren en ook de nodige besprekingen in literaire katernen gehad zullen hebben.
7 De derde vraag richt zich op de manier waarop de titels gekozen worden.
“How do groups choose what to read? The answer in most cases is ‘with difficulty’. ‘As democratically as possible’ is a major imperative, and this can take time and effort. On some of our visits to groups we have been struck by the way they can take almost as long choosing what to read next as they do discussing this month’s book. (Hartley 2001: 45)”
In eerder onderzoek naar leesgroepen bleek dat de keuze van titels altijd een heikel punt is. De groepen die Hartley in haar onderzoek naar leesgroepen in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië heeft ondervraagd hebben daarom allemaal manieren ontwikkeld om de keuze van een nieuwe titel zo gemakkelijk en tijdsbesparend mogelijk te maken. In mijn onderzoek kijk ik naar de manieren die de vijf in mijn onderzoek geïnterviewde leesgroepen ontwikkeld hebben en gebruiken om tot een keuze te komen.
1.2 Opmerking In eerder onderzoek naar het gedrag van kopers en leners van boeken werd altijd gekeken naar sociaaldemografische factoren zoals leeftijd, opleiding, sekse, woonplaats en vrijetijdsbesteding (Verdaasdonk 1989). Ik heb deze factoren in mijn onderzoek wel bevraagd. Niet om er harde conclusies uit te trekken, maar om een beeld te kunnen vormen van de leesgroepsamenstelling.
8
2. ‘if we are what we eat, book clubs are what they read’ (Long 2003)
2.1 Wat is een leesgroep? Leesgroepen bestaan al zo lang als mensen lezen. Nog voor de uitvinding van de drukpers kwamen mensen bij elkaar om met elkaar te praten en te discussiëren over de teksten die ze gelezen hadden (Manguel 1996). Je zou dus kunnen stellen dat een leesgroep een groep mensen is die elkaar op reguliere basis ontmoeten om te discussiëren over boeken (Hartley 2001: 2). Daarnaast ga ik hier uit van zogenaamde vrijetijdslezers, mensen die lezen voor de ontspanning en met anderen hun passie voor lezen willen delen. Er zijn tal van plaatsen waar lezers elkaar kunnen ontmoeten om hun leeservaringen te delen. Lezers kunnen elkaar bijvoorbeeld op een webforum op het Internet ontmoeten. Er bestaat een groot aanbod van websites waarop mensen bij elkaar komen om te discussiëren over een bepaald boek. Sommige websites hanteren een datum waarop de discussie mag losbreken, anderen laten dit de vrije loop gaan. Ook ontmoeten lezers elkaar bij een van de leden thuis, of in een openbare ruimte zoals een klaslokaal, een café, een restaurant of een bibliotheek. Alle ruimten die communicatie mogelijk maken kunnen door leesgroepen worden aangegrepen om in gesprek te gaan over de gelezen boeken.
2.1.1 Nationaal onderzoek naar leesgroepen In Nederland is nog betrekkelijk weinig academisch onderzoek gedaan naar leesgroepen. In haar afstudeerscriptie uit 1998 Waarom mensen lezen in een leesclub maakt Floor Gerritsma de balans op van de stand van het onderzoek naar leesgroepen in Nederland tot 1998. Tot 1998 komt de aandacht voor leesgroepen voornamelijk vanuit provinciale bibliotheekcentrales, ondersteund op landelijk niveau door het Nederlandse Bibliotheek en Lectuur Centrum (Gerritsma 1998: 14), nu ook wel bekend als de Vereniging van Openbare Bibliotheken. “De activiteiten die de bibliotheken verzorgen met betrekking tot de leesgroepen variëren onderling van het verzorgen van lezingen voor leeskringbegeleiders tot het samenstellen van documentatiemappen en pakketten met boeken die leesclubs kunnen lezen.” (Gerritsma 1998: 14) Een rondgang langs de websites van traditionele Nederlandse uitgeverijen leert dat ook uitgeverijen steeds meer inspelen op leesgroepen.
9
“In de Verenigde Staten gebeurt dat overigens al veel langer, zegt uitgeefster Annette Portegies van Querido. Daar is het ’leesclubboek’ –- vaak een klassieker met nawoord en discussievragen – inmiddels een groot succes. Querido publiceert deze maand de eerste twee Nederlandse leesclubedities, namelijk van ’Huurders en onderhuurders’ en ’Sleuteloog’ van Hella Haasse. En in augustus komt de ’Leesclubgids’, boordevol boekbesprekingen en praktische tips. ” (Trouw, Iris Pronk, 25-04-2006)
Naast Querido verstrekken ook andere uitgeverijen extra informatie over hun titels aan de leesgroepen. Uitgeverij De Bezige Bij heeft bijvoorbeeld een onderdeel ‘leesclubtips’ op haar website. Hieronder vindt de geïnteresseerde leesclublezer elke maand een andere leestip. Na een korte inleiding worden een aantal quotes uit recensies aangehaald waarna de auteur kort ingeleid wordt. Ook heeft de uitgeverij discussievragen opgesteld die de leesgroep kan gebruiken in de bespreking van het boek (www.DeBezigeBij.nl 2009: 7-4-2009). Op de website van uitgeverij De Geus is er ruimte voor lezers om een leesclub op te richten. Veel leesgroepen die hier actief zijn richtten zich voornamelijk op één auteur of op een bepaald genre, maar hun keuze sluit wel aan bij het fonds van de uitgeverij. Ook webwinkels als Bol.com en Amazon.com geven leesgroepen de mogelijkheid om naar leesclubtitels te zoeken. Dit lijken voornamelijk bestsellers, boeken over vrouwen door vrouwen en boeken over leesgroepen en lezen te zijn, die met deze zoekfunctie gevonden worden. Door de media-aandacht die leesgroepen de laatste tijd krijgen1 en de ontwikkelingen die uitgeverijen en webwinkels doorvoeren zou je haast denken dat het fenomeen leesgroep in Nederland erg nieuw is. Het tegenovergestelde is waar. Het onderzoek van Lizet Duyvendak naar het Haags Damesleesmuseum illustreert dit. In 2004 verscheen Door lezen wijder horizont, een historische en empirische studie naar het Damesleesmuseum in Den Haag. Het doel van dit onderzoek was te weten komen hoe de horizon van de leden van dit leesgezelschap er, tussen 1894 en 2004 uitgezien heeft. Het is
1
Iris Pronk, Duizenden vrouwen, één goed boek. In: Trouw, 25 april 2006. http://www.trouw.nl/achtergrond/Dossiers/article1273554.ece Machteld Stilting voor Boekmagazine: ‘Het raadel Tante Annie opgelost’ http://paperbacks.pbwiki.com/klik-hier
10 een uitgebreide studie waarin vooral gebruikt wordt gemaakt van het archiefmateriaal om de geschiedenis te reconstrueren. Deze studie geeft echter geen beeld van de leesgroepen zoals die zich op dit moment in Nederland manifesteren, omdat het enkel gericht is op één leesclub die overigens ook niet voor zomaar elke dame toegankelijk was. Floor Gerritsen heeft met haar afstudeerscriptie wat meer inzicht kunnen geven in de organisatie van verschillende leesgroepen van vrijetijdslezers. Aan de hand van vijf motieven (motief van sociale waardering, sociaalactieve motief, tijdsdrukmotief, cognitieve motief, educatieve motief) probeert ze achterhalen wat de motivatie van de leesgroepleden in haar onderzoek is om zich bij een leesgroep aan te sluiten. Hieronder volgt een korte beschrijving van de vijf motieven. Volgens Ganzeboom kan lezen beschouwd worden als een vorm van cultuurparticipatie. Lezen is in zijn visie een vorm van op andere afgestemd sociaal gedrag. Door het lezen van bepaalde lectuur zoekt men naar sociale waardering van mensen uit de directe omgeving (Gerritsen 1998:19-20). Knulst en Kraaykamp hebben in hun onderzoek naar vrijetijdsbesteding (Knulst en Kraaykamp 1996) vastgesteld dat mensen steeds meer activiteiten in hun vrije tijd plannen. Er lijkt een norm te bestaan dat men sociaal actief moet zijn. Dit sociaalactieve motief zou ook kunnen spelen onder leden van een leesgroep. Dat zij zich bij een leesgroep scharen om aan de norm te kunnen voldoen (Gerritsen 1998: 21). Tijdsdruk kan ook een rol spelen in het leesgedrag. Cultuurdeelname kost tijd, maar tijd is vanwege alle nieuwe manieren om de vrije tijd mee te doden schaars en moet je goed plannen. Een leesgroep kan hiervoor de uitkomst zijn, omdat de leden dan een stok achter de deur hebben om toch aan het lezen toe te komen (Gerritsma 1998: 22-23). Lezen wordt vaak gezien als een individuele bezigheid, maar lezers delen heel graag hun leeservaringen en inzichten met anderen om zo nieuwe invalshoeken te leren kennen en de eigen ideeën te voeden. Vanuit dit cognitieve motief stelt Gerritsma dat lezers lezen in een leesgroep om een beter inzicht in zichzelf en in het boek te krijgen. Het educatieve motief spreekt voor zich. Lezers die vanuit dit motief in een leesgroep lezen, doen dat omdat ze hun kennis over literatuur willen opdoen of verrijken. Kortom, ze lezen mee om wat te leren over literatuur en de fenomenen eromheen (Gerritsma 1998: 24).
11
Uit het onderzoek van Gerritsma blijkt dat lezers zelden één allesoverheersende reden hebben om in een leesgroep te lezen (Gerritsen 1998: 69). Een motief dat bij aanvang van deelname in een leesgroep een grote rol speelde kan met de jaren naar de achtergrond verdwijnen en plaatsmaken voor een ander motief. De twee belangrijkste motieven om aan een leesgroep deel te nemen bleken in het onderzoek van Gerritsen het cognitieve motief: dat door participatie in een leesgroep de lezers beter inzicht in het boek krijgen, en het educatieve motief: het vergaren van kennis over literatuur en het in contact komen met nieuwe literatuur.
2.1.2 Internationaal onderzoek naar leesgroepen In de Verenigde Staten bestaan al vanaf de negentiende eeuw leesclubs.
“Nineteenth-century white women’s reading groups provided their members with knowledge, solidarity, and skills in self-expression and group organization that empowered them to reimagine themselves both individually and collectively and then to embark upon a series of substantial social reforms.”(Long 2003: 59)
Waar de mannen hun intellect, sociale vaardigheden, zelfexpressie en organisatie op het werk ontwikkelden, kregen de vrouwen deze mogelijkheid in de leesclub. De leesclub was voor de negentiende-eeuwse vrouw haar sociale omgeving. De literatuurlijst bestond vaak uit werken die een goede balans creëerden tussen klassieke en goede populaire of sociaal geaccepteerde fictie. Populaire en avant-gardistische literatuur werd vermeden. De leesgroepen bestonden uit huisvrouwen van middelbare leeftijd, die er naast hun huishoudelijke taken geen andere werkzaamheden op na hielden. Tussen de vrouwen was er sprake van emotionele betrokkenheid en solidariteit.(Long 2003: 59) Elizabeth Long signaleert in haar werk Book clubs. Women and the Uses of Reading in Everyday Life een explosie van leesclubs in de Verenigde Staten, in de jaren tachtig van de twintigste eeuw. Deze leesgroepen vertonen echter wel enkele verschillen met hun voorgangers uit de negentiende eeuw. “Contemporary reading groups are much less meticulously
12 organized, no longer require written reports and a not geared toward collective social action or politics.”(Long 2003: 59) Hedendaagse leesgroepen ontstaan veelal rondom de werksfeer, een cursus of andere ontmoetingsplekken. Ze zijn minder formeel dan de negentiende-eeuwse leesclubs en er is minder behoefte om zich uit te sloven, omdat er al kennis is van het opleidingsniveau. Ze hoeven zich niet meer te bewijzen. Naast het verbreden en verrijken van het intellect zijn de hedendaagse boekenclubs ook erg gericht op reflectie (Katsburg, 2008). Deze functie van een leesclub ondersteunt Long met een theorie van Pierre Bourdieu. Bourdieu ziet cultuur als een vormende kracht. Hij stelt dat cultuur ons vormt en ons leven nieuwe betekenissen en mogelijkheden geeft. Long stelt dat de leesgroep ook deze functie vervult. Door de werken samen te bespreken en te bediscussiëren wordt er bijgedragen aan betekenisgeving en inzicht in het eigen leven (Long 2003: 65).
13
2.2 Hoe komen de leden van de leesgroep in aanraking met boeken?
2.2.1 Wat gaan we lezen? Leesgroepen zijn altijd op zoek naar titels die tot goede discussies kunnen leiden. Het kiezen van een boek voor een groep is echter heel wat anders dan een boek kiezen voor jezelf. Vanuit het oogpunt van de onderzoeker is de boekkeuze belangrijk omdat het de onderhandelingen aan de rand van literaire instituten blootlegt. Daarnaast geeft de boekkeuze geeft ook inzicht in de sociale en persoonlijke wereld van de lezer als je er van uitgaat dat de lezer een boek kiest in de zoektocht naar het vervullen van een bepaalde ervaring of discussie. (Long 2003: 115) Er is veel onderzoek gedaan naar literaire instituten als uitgeverijen, auteurs, bibliotheken en de verkoopcijfers van boekhandels. Daarnaast is de manier waarop lezers boeken en recensies interpreteren onderzocht. Maar hoe lezers uit de grote stapels boeken die elke week weer uitgebreid wordt een keuze maken is nog steeds een beetje een mysterie (Long 2003: 115).
2.2.2 Culturele autoriteiten Lezers zijn in hun boekkeuze vaak onbewust afhankelijk van literair recensenten, uitgeverijen en boekhandelaren. Deze culturele autoriteiten hebben een web van genres en waardeoordelen gesponnen waaraan, onder andere leesgroepen, zich proberen te meten. Dit zie je terug in de boekkeuze: het lezen van klassiekers bijvoorbeeld. Waarom een bepaald boek een klassieker geworden is wordt zelden besproken, maar het wordt gewoon als waar aangenomen (Long 2003:120). Naast het lezen van recensies wordt soms ook de lijst van genomineerde titels van literaire prijzen geraadpleegd, boeken van studerende kinderen worden onder de loep genomen en ook tips van vrienden, familie of kennissen worden in acht genomen. Deze middelen dienen allen als leidraad bij de uiteindelijke boekkeuze.
14
2.2.3 De NRC Leesclub Het NRC Handelsblad is een van de Nederlandse kranten die elke week ruim aandacht besteed aan boeken. In de vrijdageditie vindt men in het cultureel supplement altijd de boekenbijlage. Om meer betrokkenheid van de lezers te genereren heeft het NRC in 2004 de NRC leesclub opgericht. Volgens de website is deze leesclub “hét trefpunt voor liefhebbers van oude en nieuwe klassieken.” En daarnaast ook een plek waar lezers elke maand over een andere titel in discussie kunnen gaan met de redactie van Boeken. Literaire kritiek is eenrichtingsverkeer, de bespreker bespreekt en de lezer leest. Met de NRC leesclub wilde de redactie van Boeken de lezer de mogelijkheid geven om terug te schrijven, om te reageren op de redacteuren en op andere lezers (Interview P.Steinz, maart 2009). In de NRC leesclub wordt elke maand een ander boek besproken. De medewerkers van Boeken zoeken ieder jaar een paraplu waaronder zij de boeken voor de leesclub kunnen samenbrengen. Een commissie van redacteuren en medewerkers van NRC Handelsblad stellen eerst een groslijst samen. De tweede stap is overleggen met de uitgevers of de boeken uit deze lijst ook heruitgegeven kunnen worden. Op deze manier vallen er ook wel eens titels af die de redacteuren eigenlijk dolgraag hadden willen opnemen in de leesclub, omdat de uitgever bijvoorbeeld een andere heruitgave in de planning had staan. Om de reacties op het boek van de maand aan te wakkeren worden er bij elke titel een aantal discussiebijdragen geplaatst. De respons is heel erg wisselend. Sommige boeken roepen heel veel reacties op, anderen niet. In de eerste twee jaar werden de meeste reacties gegeven op de boeken van de leesclub. Dit jaar (2008-2009) blijven de reacties echter een beetje uit. Waaraan dat precies ligt kan hoofdredacteur van NRC boeken, Pieter Steinz niet benoemen, maar wel zegt hij dat er altijd meer mensen zijn die meelezen dan dat er reageren. De uitblijvende reacties, ondanks de aandacht die de medewerkers van Boeken aan de ‘Africanon’ schenken, zouden erop kunnen wijzen dat niet alles wat culturele autoriteiten aanprijzen door de lezers gevolgd wordt. Wellicht is daar meer voor nodig dan enkel een bespreking in een boekenrubriek. Lezers die met de NRC leesclub meelezen hebben geen duidelijk aangegeven mogelijkheid om titels aan te dragen. Ze kunnen wel een e-mail sturen naar de redactie, maar er wordt niet expliciet om hun inbreng gevraagd. Daar lijkt echter verandering in te
15 komen. De discussie over De Welwillenden van Jonathan Littell zorgde onlangs (winter 2008) voor veel reacties. Het toekomstidee van de leesclub is om meer op de actualiteit in te spelen, op wat de lezers bezighoudt.
2.2.4 Radio en televisie “Er wordt vaak beweerd dat het literaire bedrijf tegenwoordig veel marktgerichter is dan in vroeger tijden. Men wijst dan bijvoorbeeld op de aandacht voor literatuur op radio en TV (…).” (Duyvendak 1991: 308)
De komst van de televisie werd door cultuurpessimisten ook wel gezien als de teloorgang van het lezen. Maar niet alleen is de televisie een concurrent van het boek, het is ook een promotiemiddel. Kijk maar naar de verschillende boekenprogramma’s die er in de loop van de jaren gemaakt zijn, zoals Open Boek (NCRV 1975), De tafel van Pam (Net 5, 1998) en Boeken op zondag (VPRO 2002). (Nuchelmans 2006: 78-79) Ook op de radio komen schrijvers vaak in de uitzending om te praten over hun boek, wat voor te lezen uit eigen werk, of complete boeken worden als hoorspel uitgezonden2. Veel van deze activiteiten zijn er natuurlijk niet om de auteur een plezier te doen, maar om de verkoop van het boek te stimuleren, maar werkt dit ook?
2
Het bureau van J.J.Voskuil werd voor de NPS bewerkt door regisseur Peter te Nuyl en acteur Krijn ter Braak en twee jaar lang uitgezonden.
16
2.3 Hoe komt een leesgroep tot de keuze van een boek?
2.3.1 Aan welke eisen moet een boek voldoen? Long gaat er van uit dat leesgroepen boeken kiezen met een discussieerbaar karakter: “(…) a book people can take different opinions on and find evidence in the text to support.” Er moeten meerdere visies op het boek mogelijk zijn om een interessant en levendig gesprek te laten ontstaan (Long 2003: 116-118). Ook moet het boek binnen het sociale en persoonlijke leven van de leden passen. Met andere woorden, het boek moet tussen de bedrijven door gelezen kunnen worden. In het vijfde hoofdstuk van Book clubs. Women and the Uses of Reading in Everyday Life somt Long nog andere factoren op waar een boek, wil het gekwalificeerd worden voor de leesgroep, aan moet voldoen. Zo moet het boek beschikbaar en gemakkelijk te vinden zijn. Dit betekent dat het boek te koop moet zijn in de dichtstbijzijnde boekhandel of dat er een aantal kopieën van de titel in de bibliotheek te leen zijn. Men moet er niet teveel moeite voor hoeven doen. Daarnaast moet de titel in paperback verkrijgbaar zijn, vanwege de kosten. De Stichting Literatuurclubs Drenthe (verder te noemen als SLD), een stichting waarbij zo’n 250 leesgroepen en 2400 leden zijn aangesloten, houden bij de selectie van titels vast aan verschillende criteria. Op literair niveau moet het boek geloofwaardig zijn, moet het een moreel gehalte hebben en emotionele herkenbaarheid bevatten. De structuur en inhoud moeten samenhangend zijn, het werk moet vernieuwend zijn en ook wordt er gelet op het taalkundig en stilistisch niveau. (www.literatuurclubsdrenthe.nl) Ook houdt het bestuur rekening met de leefwereld van de leden.
“’De zelfmoordclub’ van de Finse schrijver Arto Paasilinna werd om een andere reden verworpen. Goede roman, geestig ook, maar toch niet geschikt, zegt Stuurman: ,,Het onderwerp ligt wat gevoelig, we konden ons voorstellen dat er tussen die 2400 leden mensen zitten die met zelfmoord te maken hebben gehad.””(Trouw, Iris Pronk, 25-04-2006)
Het boek moet een genoegen zijn om te lezen, voldoende gespreksstof leveren en een variatie in thematiek bieden. Daarnaast probeert het bestuur van de SLD auteurs niet twee keer op te
17 nemen in de leeslijst en selecteert elk jaar minimaal twee Nederlandse auteurs. Ook wordt er gelet op de omvang van het boek en of de titel leverbaar is. De criteria die de SLD aan haar boeken stelt komen in grote lijnen overeen met de criteria die zelfstandige leesgroepen aan de boeken stellen. Een andere manier om de te maken keuze te vergemakkelijken is het opwerpen van beperkingen door bijvoorbeeld een genre te kiezen waarin de te lezen boeken moeten vallen of door bepaalde auteurs structureel weg te stemmen. De selectie van boeken bepaalt op deze manier de identiteit van de groep (Long 2003:135), maar kan er ook voor zorgen dat er mensen buiten de groep vallen. Daarnaast stelt Long dat regio, politieke ideeën, ras, opleiding en sekse ook bepalen wat een persoon leest of wil lezen. Deze factoren laat ik in dit onderzoek echter buiten beschouwing.
2.3.2 De selectieprocedure Als de richtlijnen zijn uitgezet wordt het tijd om te kiezen. De leesgroepen die Jenny Hartley een aantal jaren gevolgd heeft hebben hiervoor ieder zo hun eigen manieren ontwikkeld. Sommige nemen liever niet zelf de verantwoordelijkheid voor de boekkeuze, maar lezen de boeken die een ander voor hen kiest (Hartley 2001: 46). Dit kan een selectie zijn die gemaakt is door de redactie van een tijdschrift of krant of door een bibliotheekmedewerker of een boekhandelaar. Maar er zijn ook genoeg groepen die wél de verantwoordelijk voor hun keuze durven dragen. Zo zijn er leesgroepen waarvan de leden om beurten (soms alfabetisch bepaald) een boek voordragen dat zonder discussie aangenomen wordt. Of elk lid stelt drie titels voor waaruit er één gekozen wordt. Sommige leesgroepen kiezen op een bijeenkomst voor een heel jaar, andere leesgroepen kiezen elke bijeenkomst het boek voor de volgende bijeenkomst. Andere leesgroepen leveren hun voorstellen in bij twee leden die uit de suggesties een lijst samenstellen. Het aantal manieren is haast onuitputtelijk, maar elke leesgroep lijkt tevreden te zijn en als ze dat niet zijn ontwikkelen ze een andere manier waarmee de groep wel tevreden is.
18
3. Het onderzoek
3.1 Onderzoeksonderwerp Het onderzoeksonderwerp van deze studie is de leesgroep. De enige eis die ik aan mijn onderzoeksonderwerp heb gesteld is dat deze zo breed mogelijk moest zijn. Dit omdat ik denk dat de diversiteit in organisatie, samenstelling en locatie wellicht bij kan dragen aan het verschil in de boekkeuze. Ik heb vijf leesgroepen bereid gevonden om mee te werken aan mijn onderzoek. Drie van deze vijf leesgroepen heb ik via het Internet gevonden; De Morgenster, Pillen, Pockets & Paperbacks (PPP) en De Leesclub. Met de twee andere leesgroepen, te noemen Utrecht 2 en Scherpenzeel, heb ik via een vriendin en een collega contact kunnen leggen.
Tabel 1.1 Ledenaantal Frequentie samenkomen Opgericht in Keuze boeken (kort) Locatie van bijeenkomsten Mannen / vrouwen Leeftijd
De Morgenster 10 Een keer per maand 2000 Literaire roman Eetgelegenheid
Utrecht 2 25 Een keer in de acht weken 2000 Cultuurfilosofisch, geschiedenis,nonfictie Bij leden thuis
gemengd
gemengd
42 - 58
24 - 30, één uitzondering 45
Scherpenzeel 10 Negen keer per jaar 1996 Literaire roman Bij leden thuis vrouwen 55 - 69
De Leesclub 6 Een keer in de 5-6 weken 2002 Literaire en populaire roman Bij leden thuis
PPP 8 Een keer in de 5-6 weken 2003 Literaire roman
vrouwen
vrouwen
37 - 50
35 - 50
Bij leden thuis
De vijf leesclubs die bij dit onderzoek betrokken zijn, bestaan uit vrijetijdslezers met een hogere beroepsopleiding of een wetenschappelijke opleiding. De groepen verschillen, zoals te zien is in tabel 1.1, van elkaar in de samenstelling, organisatie en locatie van samenkomst. De grootte van de onderzochte leesgroepen loopt uiteen van zes leden (De Leesclub) tot en met vijfentwintig leden (Utrecht 2). Vaak is er binnen de leesgroepen een vaste kern die elke bijeenkomst aanwezig is, de rest van de leden zweeft een beetje om deze kern heen. Er zijn ook leden die nooit komen opdagen.
19 De groepen zijn tamelijk over het land verspreidt. Van een leesclub wonen bijna alle leden in Haarlem (PPP), twee leesgroepen zetelen voornamelijk in Utrecht (De Morgenster en Utrecht 2). Een leesgroep komt bij elkaar in ’s-Hertogenbosch (De Leesclub) en de oprichtster van de laatste leesclub woont in Scherpenzeel. De leesgroep uit Scherpenzeel bestaat sinds 1996 en is daarmee de oudste leesgroep uit mijn onderzoek. De andere leesgroepen zijn opgericht in 2000 (De Morgenster en Utrecht 2), 2002 (De Leesclub) en 2003 (PPP). Niet alle respondenten participeren vanaf het begin bij de leesgroep. Van bijna elke leesgroep (behalve Scherpenzeel) heb ik de oprichter en een lid geïnterviewd. Van deze vijf leden zijn er twee die zich vlak na de oprichting aangesloten hebben. Drie respondenten zijn er pas later bij gekomen. De relatie tussen de leden is divers. De leesgroep PPP heeft haar leden geworven via een advertentie, De Leesclub, Scherpenzeel en De Morgenster hebben de groep binnen de vrienden- en kennissenkring opgezet en Utrecht 2 is vanuit de studie opgezet. Van de vijf leesgroepen bestaan er De Morgenster en Utrecht 2 uit zowel mannen als vrouwen. De leesgroep uit Scherpenzeel heeft in het begin ook twee mannelijke leden gehad, maar die zijn vanwege tijdsdruk al snel gestopt. Zoals in tabel 1.1 te zien is zijn er drie leesgroepen wiens ledenleeftijd tussen de 35 en 60 jaar zit. Utrecht 2 is een uitschieter tussen deze groepen met leden in de leeftijd van 24 tot 30 (en een lid van 45 jaar). Ook de leesgroep uit Scherpenzeel zit in een iets oudere leeftijdsklasse dan PPP, De Morgenster en De Leesclub. Vier van de vijf leesgroepen lezen voornamelijk literaire romans, met soms een roman die op het randje tussen populaire en literaire literatuur ligt. Leesgroep Utrecht 2 leest veel non-fictie. De werken die deze leesgroep leest moeten bijdragen aan een beter begrip van de wereld waarin wij leven. Klassieke werken worden afgewisseld met hedendaagse werken en sporadisch komt er een literaire roman langs.
20
3.2 Onderzoeksmethode Door middel van een telefonisch interview heb ik getracht de motivatie van de leden, de organisatiestructuur, de samenstelling van de leesgroep en hun keuzeproces te onderzoeken en vast te leggen. De keuze voor een telefonisch interview is voornamelijk vanwege tijdsredenen. Een telefoongesprek is makkelijker in te plannen dan een persoonlijke afspraak. Daarnaast was het op deze manier gemakkelijker om de gegevens direct te verwerken. Voor elk interview heb ik van tevoren een datum en tijd afgesproken waarop het interview zou plaatsvinden. Hierdoor kon ik me goed voorbereiden en een stille ruimte opzoeken, en aan de omgevingsgeluiden van de meeste respondenten te horen hebben zij hetzelfde gedaan. Om niet een te eenzijdig beeld te krijgen van de leesgroep heb ik van bijna elke leesgroep twee leden geïnterviewd. Van één leesgroep heb ik enkel de oprichtster geïnterviewd en van een andere leesgroep heb ik drie leden geïnterviewd, omdat er ten tijde van het interview met het tweede lid toevallig ook een ander lid op bezoek was.
3.3 Opzet van het interview In dit onderdeel zal de opzet van het telefonisch interview besproken worden. De opzet en de responsie zijn opgenomen in de bijlagen. De vragen van het telefonisch interview zijn gericht op het verkrijgen van inzicht in de motivatie van de respondent, de organisatie en de samenstelling van de leesgroep en het keuzeproces. De eerste twee vragen (Waarom leest u in een leesgroep en Hoe bent u bij deze leesgroep terecht gekomen) zijn bedoeld om meer te weten te komen over de motivatie van de respondent om zich bij een leesgroep aan te sluiten. De redenen hiervoor kunnen zeer divers zijn, zoals in het onderzoek van Long en Gerritsma naar voren is gekomen. De negen vragen die daarop volgen zijn bedoeld om een beeld te vormen van de organisatie en samenstelling van de leesgroep. Hoe kennen de leden elkaar en wat is onderlinge relatie? In de negentiende eeuw waren leesgroepen een activiteit voor voornamelijk huisvrouwen van middelbare leeftijd, hoe is dat nu gesteld? Is het een gemengde of ongemengde leesgroep (qua sekse)? Wat is de frequentie waarin leden samenkomen en waar
21 komen de leden dan samen? Het doel van deze vragen is om te onderzoeken wat de band tussen de verschillende leden is. Komen ze enkel bij elkaar om te lezen of hebben ze ook nevenactiviteiten zoals het spelen van een gezellig potje Kolonisten van Katan (PPP)? De laatste negen vragen gaan over de boekkeuze: hoe worden de boeken gekozen, aan welke criteria een boek moet voldoen, waar wordt de informatie over voor te dragen boeken vandaan gehaald en worden de leden in hun boekkeuze gestuurd door mediauitingen in gedrukte en/of audiovisuele media?
3.4 Onderzoeksresultaten Een groot aantal leden gaf dezelfde motieven om zich aan te sluiten bij een leesgroep. Veelal lezen mensen in leesgroepverband om werken te lezen die ze altijd al wilden lezen, maar nog niet aan toegekomen waren. Of om iets te lezen wat ze zelf nooit zouden kiezen, want andere mensen kiezen vaak andere boeken. Ook gaf een groot aantal van de respondenten aan het fijn te vinden om na te praten over een boek, ervaringen en meningen met elkaar te delen en ook andere visies op het werk te horen om zo de eigen kennis te verrijken en eventueel het oordeel over het werk of de auteur bij te stellen. De leesclub uit ’s-Hertogenbosch verwoordt het op hun website op de volgende manier: “Om onze ideeën, frustraties, verwondering over het gelezen boek te kunnen delen en wijzer te worden door ervaringen en inzichten van anderen.”(www.deleesclub.eu) Concluderend lezen mensen vooral in een leesgroep om hun hobby te delen met andere liefhebbers.
22 Tabel 3.1 Waarom leest u in een leesgroep? Boeken die je anders niet leest Andere visies Gezellig Boeken lezen waar ik nog niet aan ben toegekomen Hobby delen Omdat ik graag lees Anders
De Morgen ster xx x x
Utrecht2
Scherpenzeel
x
De Leesclub
PPP
Totaal
x
xx
6
x
2 2 1
x x
x
xx x
x x
x
4 2
x
2
Van de tien leesgroepleden die ik geïnterviewd heb zijn er twee die twee jaar of korter aan de leesgroep deelnemen. De overige acht leden zijn al bij de leesgroep vanaf de oprichting ervan of kort daarna. De leden zijn op verschillende manieren bij de leesgroep terecht gekomen: via vrienden, studiegenoten, een advertentie of op uitnodiging. In de tussentijd zijn er bij twee leesgroepen wel wat leden gewisseld, maar de meeste groepen zijn nog helemaal intact. De frequentie waarin leden elkaar ontmoeten ligt tussen een keer per maand tot een keer in de acht weken. Dit is een hoge frequentie waarin dus in een vrij rap tempo boeken gelezen worden. Vier van de vijf leesgroepen houden de bijeenkomst bij een van de leden thuis. De vijfde leesgroep spreekt elke zes weken af in een eetgelegenheid. Naast de boekbespreking is het voor hen ook een manier om elkaar om de zoveel tijd te ontmoeten en gezellig samen te eten. Dat de huiskamer van een lid in de meeste gevallen gekozen wordt als ontmoetingsplek is vanwege het gemak: je hoeft niet te reserveren, het scheelt in de kosten en er hangt vaak een ontspannen en gezellige sfeer bij iemand thuis.
Tabel 3.2 Waar ontmoeten jullie elkaar? Bij iemand thuis Openbare gelegenheid
De Morgenster
x
Utrecht2
Scherpenzeel
De Leesclub
PPP
Totaal
x
x
x
x
4 1
23
De redenen die door deze vier leesgroepen genoemd worden zijn voor de leesgroep die buitenshuis afspreekt juist reden om de bijeenkomst niet bij iemand thuis te laten plaatsvinden. Thuis een bijeenkomst organiseren kost veel tijd en inspanning voor de gastheer of gastvrouw. Daarnaast zegt een lid dan te vrezen voor een wedstrijd van “wie de lekkerste hapjes maakt” wat de aandacht van de bespreking en het met elkaar zijn afhaalt. De groepen hebben geen van allen een formele leider. Bij sommige groepen geldt de regel dat de gastvrouw of gastheer ook het gesprek leidt, of juist niet omdat hij of zij alle gasten van een hapje en een drankje moet voorzien. Andere leesgroepen hebben de regel dat degene die het boek voorgedragen heeft het gesprek voorzit. Echter, bij de meeste groepen zit de gang van zaken er al zo in dat een gespreksleider ook niet echt meer nodig is: “Als de koffie op tafel komt stappen we over op het boek en als er nog wat dames doorkletsen is er altijd wel iemand die daar even wat van zegt. Wat dat betreft zijn we wel gedisciplineerd.” (Interview L. De Leesclub)
Tabel 3.3 Wie neemt het voortouw tijdens bijeenkomsten? Gastvrouw/heer Degene die het boek voorgedragen heeft Degene die het boek het meest aanspreekt Spontaan Anders
De Morgenster
Utrecht2
Scherpenzeel
De Leesclub
PPP
Totaal
x
1 1
x
1
x
x
x x
2 1
Bijna alle leesgroepen, op één na, lezen vrijwel uitsluitend literaire romans. Soms ook wel boeken die op het randje van literair liggen, maar dat geeft dan weer mogelijkheid tot discussie over wat literaire romans eigenlijk literair maakt. De leesgroep die is opgezet
24 vanuit de studie Geschiedenis leest titels die een link hebben met geschiedenis, filosofie en cultuur. Klassieke en hedendaagse werken worden hier afgewisseld. Hoe weten de leden echter dat ze met literatuur te maken hebben? Veel leden hebben een abonnement op een krant en slaan de boeken- en culturele bijlagen hierin na op zoek naar een interessante titel. Een boek dat naar aanleiding van recensies en artikelen in kranten en tijdschriften is voorgedragen is bijvoorbeeld “De welwillenden” van Jonathan Littell. Over dit boek is in verschillende media een discussie gevoerd en daardoor ook door één van de leesgroepen opgepikt. “De welwillenden vertelt het verhaal, in de ik-vorm, van de SS-officier Maximilien Aue tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat perspectief, het perspectief van de dader, was men niet gewoon. “ (Parool, 13-11-2008) Dit ongewone perspectief maakte bij veel recensenten en lezers veel emoties los. Omdat leesgroepen altijd op zoek zijn naar een goed boek zijn ze van nature dus ook nieuwsgierig naar boeken die zoveel reacties oproepen. De vele aandacht en commotie die dit boek teweeg bracht was dan ook voor De Morgenster een reden om De welwillenden zelf te gaan lezen. Bij één van de vijf leesgroepen is de boekenbijlage dé bron waaruit geput wordt: “je kunt aan de suggesties zien op welke krant een lid geabonneerd is”. (Interview MH, De Morgenster)
Tabel 3.4 Boekkeuze via krant of tijdschrift? Vaak Soms Nooit
De Morgenster xxx
Utrecht2
Scherpenzeel
De Leesclub
x x
PPP
Totaal
xx
6 2 1
x x
Naast het lezen van de boekenbijlagen houden een aantal leden ook een archief bij waarin ze recensies bewaren, titels of auteursnamen opschrijven die ze op de radio hebben horen voorlezen of wiens boek ze in de boekhandel hebben zien liggen. Eén leesgroep maakt ook gebruik van het tijdschrift Boekdelen dat uitgegeven wordt door de Nederlandse Bibliotheekdienst en vier keer per jaar verschijnt. In dit blad staan recensies van boeken, interviews met auteurs en interessante achtergrondartikelen over lezen en de wereld er omheen.
25
Tabel 3.5 Boekkeuze via radio of tv? Vaak Soms Nooit
De Morgenster
Utrecht2
Scherpenzeel
De Leesclub
PPP
Totaal
xx
1 7 1
x xxx
x
x x
Uitzendingen op televisie waarin schrijvers optreden of radio-uitzendingen waarin schrijvers te gast zijn vormen minder vaak een inspiratiebron dan de gedrukte media, al merkte een lid terecht op: “de informatie komt van alle kanten, dus wat me nou precies aanzet tot het uitkiezen van een bepaald boek zou ik niet kunnen aanwijzen”. Een leesgroeplid wist echter nog duidelijk voor de geest te halen dat ze naar aanleiding van een uitzending van VPRO’s Tegenlicht een werk van Mabu Bani, “De eeuw van Azië” zijn gaan lezen. Het Internet wordt door de meeste leden gebruikt om informatie over een auteur of een boek op te zoeken. Twee geïnterviewden gaven aan dat zij regelmatig weblogs van andere leesgroepleden of lezers met dezelfde smaak in de gaten houden om zo nieuwe titels te genereren. Ook websites als boekmeter.nl en recensiewebsites worden geraadpleegd als er weer suggesties gedaan moeten worden.
Tabel 3.6 Boekkeuze via internet? Vaak Soms Nooit
De Morgenster xx x
Utrecht2
Scherpenzeel
De Leesclub
PPP
Totaal
xx
0 4 5
xx x
x
Hoe wordt er dan door de onderzochte leesgroepen uit al deze suggesties een keuze gemaakt? Er zijn twee leesgroepen in dit onderzoek die voor een langere periode titels kiezen, respectievelijk een keer en twee keer per jaar (zie tabel 3.7). Bij de eerste groep (Scherpenzeel) stelt de oprichtster een lijst samen die ze aan de andere leden stuurt. Deze kunnen er nog suggesties aan toevoegen, maar de uiteindelijke boekkeuze ligt in handen van de oprichtster. De Morgenster, die twee keer per jaar titels kiest, heeft een ‘bende van twee’ die de leeslijst samenstellen. In november en mei kunnen de leden titels, voorzien van een
26 korte motivatie, naar de ‘bende van twee’ sturen die dan uit al deze suggesties een keuze maakt. Hierbij proberen ze een zo breed mogelijk scala aan boeken de revue te laten passeren. Als er vijf Vlaamse auteurs tussen zitten wordt er daar dus maar één van gekozen. Deze lijsten staan echter niet helemaal vast. In overleg wordt er bij beide groepen weleens een actuele titel tussengevoegd. Bij PPP is elk lid een keer aan de beurt om een titel voor te dragen. Elke bijeenkomst stelt één lid drie tot vijf titels voor waaraan de andere leden één, twee of drie punten kunnen toekennen. Dit kiessysteem is niet altijd zo geweest. Voordat de leesgroep deze manier ging gebruiken, kon ieder lid tijdens de bijeenkomst een boek voordragen. Een aantal leden had echter het gevoel dat zij hierdoor nooit aan de beurt kwamen, omdat zij niet zo overtuigend konden presenteren als andere leden. Dat is de reden waarom ze dit nieuwe kiessysteem ingevoerd hebben en dat werkt erg goed. Ook De Leesclub kiest elke bijeenkomst een nieuwe titel. De regel is: wie kiest, die kookt. Omstebeurt kiezen de leden een boek uit. Mocht een deel van de groep het echt niet met de keuze eens zijn dan is er altijd nog wel een alternatief, maar meestal wordt de titel zonder discussie geaccepteerd. Utrecht 2 kiest ook op deze manier titels. Iemand stelt een boek voor en meestal zijn de aanwezigen het wel eens met die keuze. Het komt ook weleens voor dat er op een bijeenkomst boeken voor meerdere bijeenkomsten vooruit wordt gekozen.
Tabel 3.7 Hoe wordt het boek gekozen? Stemmen In overleg Omstebeurt een titel voordragen Twee mensen kiezen uit suggesties van groep Anders…
De Morgenster
Utrecht2
Scherpenzeel
De Leesclub
PPP
Totaal
x
1 1 2
x x
x
x
1
x
1
De titels die door leesgroepen gelezen worden moeten, naast het literaire gehalte, ook aan andere criteria voldoen (zie tabel 3.8). Zo stellen de meeste leesgroepen de eis dat het boek
27 niet teveel pagina’s bevat, omdat het tussen de bedrijven door te lezen moet zijn. Dikke boeken worden niet geschuwd, maar wel vaak weggestemd. Eén leesgroep gaf aan dat er ook altijd gekeken wordt naar de beschikbaarheid van een titel in de bibliotheek. De meeste leden die ik geïnterviewd heb kopen de boeken die ze in de leesgroep lezen, maar er zijn er ook een aantal die aangewezen zijn op de bibliotheek. Vier van de vijf leesgroepen hebben de ongeschreven regel dat ze niet twee keer werk van dezelfde auteur lezen. Dat dit toch weleens voorkomt is geen grote zonde zolang er een paar jaren tussen zitten. Ook zijn er leesgroepen die werk van bepaalde auteurs uit principe niet lezen. Zo is er een leesgroep waarin de meeste leden titels van Hella S. Haasse structureel wegstemmen en heeft een lid aangegeven met de leesgroep nooit meer iets van Gerard Reve te lezen. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een leesgroep besluit een aantal auteurs nooit te lezen. Het kan liggen aan de thematiek, de schrijfstijl of de auteur als persoon. Sommige auteurs worden nooit gekozen, omdat ze geassocieerd worden met een bepaald genre zoals jeugdauteur Carry Slee. De meeste leesgroepen letten bij hun keuze niet sterk op het thema van een boek, al hebben de leden van één van de twee leesgroepen uit Utrecht wel een, onbewuste, voorkeur voor boeken die de Tweede Wereldoorlog als thematiek hebben. De leesgroep van studenten en alumni leest titels met uiteenlopende thema’s, maar houdt daarbij wel vast aan het streven om “literatuur te lezen die aanzet tot nadenken over de wereld waarin wij leven.” (Interview JS, Utrecht 2) Het uiterlijk, de prijs en de uitvoering van het boek zijn drie factoren die weinig tot niet meespelen in de keuze van een boek. Eén geïnterviewde gaf aan weleens de cover mee te nemen in de keuze van een boek, maar de rest van de respondenten zeggen dat hun keuze hierdoor niet gestuurd wordt. Ook is er bij een andere leesgroep weleens een boek afgewezen omdat de prijs meer dan vijftig euro bedroeg. Omdat er geen eisen worden gesteld aan de te lezen editie kan elk lid zelf uitmaken of hij of zij de paperback of hardcoverversie koopt. De uitvoering en cover spelen dus enkel mee in de individuele keuze, maar niet in de keuze voor de groep. In hoeverre een boek leidt tot discussie is moeilijk van tevoren te voorspellen. Elk lid geeft aan het belangrijk te vinden dat een boek uitnodigt tot een gesprek, maar dat lukt helaas niet altijd. Het is in een aantal groepen wel eens gebeurd dat een boek waarvan
28 gedacht werd dat het wel een goede bespreking tot gevolg zou hebben, de leden eigenlijk vrij snel uitgepraat waren. De mate waarin het boek te bediscussiëren is speelt dus wel degelijk mee in de keuze, maar heeft niet altijd het beoogde effect.
Tabel 3.8 Zijn de volgende criteria van belang? Genre Omvang Auteur Thema Cover Uitvoering Discussieerbaarheid Actualiteit Prijs Tekstniveau Anders…
De Morgenster xx xxx xxx xx x xxx x x xx xx
Utrecht2 xx xx x xx
x
x x
Scherpenzeel
x x x
x x
De Leesclub xx xx xx x x
PPP
Totaal
x x xx x x
7 9 9 7 2 1 5 3 1 5 5
x x
x xx
Van vier van de vijf leesgroepen bestaat de leeslijst hoofdzakelijk uit literaire romans, enige uitzondering daargelaten. Opvallend is dat er, zoals de leesgroepen ook hebben geprobeerd, door haast geen enkele leesgroep twee boeken van dezelfde auteur gelezen zijn, om zo een zo breed mogelijk scala aan boeken gelezen te hebben. Die ongeschreven regel werkt dus goed. Dit betekent echter niet dat de leesgroepen niet op zoek zijn naar verdieping. Leesgroep Utrecht 2 leest voornamelijk non-fictionele werken die een verdieping betekenen op hun begrip van de wereld waarin wij leven en hun studie, geschiedenis. Elk nieuw boek betekent verdieping in een nieuwe auteur, een nieuwe schrijfstijl, een nieuw verhaal. Sommige leesgroep merkten op dat een aantal thema’s, zoals de Tweede Wereldoorlog, vaak terugkomen. Door eenzelfde thema vanuit verschillende oogpunten te bekijken bestaat er dus ook de mogelijkheid tot verdieping. Een aantal titels kwam ik op meerdere lijsten tegen. Maar ook hadden de leeslijsten overeenkomsten in de auteurkeuze. In het volgende deel zal ik deze lijsten langs de verkoopcijfers van het Nederlandse boek van de afgelopen tien jaar (1999-2008) leggen om te zien of er een samenhang te zien is tussen de bestverkopende titels en auteurs en de leeskeuzes van de leesgroepen.
29
3.4 Analyse In dit deel zal ik bespreken in hoeverre mijn bevindingen overeenkomsten vertonen met de hiervoor beschreven theorieën.
3.4.1 Cognitieve, educatieve en sociale motivering Van de vijf motieven die kunnen meespelen bij het opstarten van en de participatie in een leesgroep zijn het cognitieve motief, educatieve motief en het sociale motief in dit onderzoek het sterkste naar voren gekomen. Deze motieven komen alle drie duidelijk naar voren in de antwoorden op de eerste vraag van het telefonisch interview. Het cognitieve motief is te zien in de behoefte die de geïnterviewde leesgroepleden hebben om te praten over wat ze gelezen hebben met andere mensen. “Ze willen graag onderdeel uitmaken van een groep waar boeken ‘in de lucht hangen’.”(Gerritsen 1998: 23) Leden gaven aan dat het delen van de frustraties, verwonderingen en ideeën met anderen en het plezier achteraf belangrijke motieven zijn om in een leesgroep te lezen. Een aantal leden vindt het daarnaast prettig om de inzichten en invalshoeken van anderen te vernemen om daardoor weer een beetje wijzer te worden. Daarnaast krijgt men door andere mensen ook andere boeken te lezen. Boeken die zij zelf misschien niet zo snel uit zouden kiezen. Hiermee is het lezen in leesgroepverband dus een verbreding van het leeskader en wellicht ook een verrijking van de kennis. Deze uitkomst ondersteunt ook de theorie van Bourdieu dat cultuur de mens vormt en verrijkt.(Long: 2003) Het sociale motief speelt naast het educatieve en cognitieve motief ook een grote rol. Lezen zoals wij dat tegenwoordig kennen is toch een vrij individuele en eenzame bezigheid. Naast het delen van het verhaal met een ander en het opdoen van nieuwe inzichten in het boek en in zichzelf, is een leesgroep er ook gewoon voor de gezelligheid. Drie van de vijf leesgroepen in dit onderzoek combineren de bespreking van het boek met een etentje. Alleen voor of na het eten komt het boek op tafel. De rest van de tijd is er dus tijd om sociaal met elkaar te zijn.
30 3.4.2 Overeenkomsten met Amerikaanse en Britse leesgroepen De leesgroepen uit dit onderzoek vertonen veel overeenkomsten met de Amerikaanse en Britse leesgroepen waar Long en Hartley onderzoek naar gedaan hebben. Ze komen in aanraking met boeken door middel van gedrukte, auditieve en visuele media, zijn altijd op zoek naar boeken met een bediscussieerbaar karakter en gebruiken verschillende manieren om tot een boekkeuze te komen. Wat tijdens de interviews ook duidelijk naar voren kwam is dat de mensen voor de leesgroep andere eisen aan boeken stellen dan voor privégebruik. Er wordt in het bijzonder rekening gehouden met de omvang en de discussieerbaarheid van een het boek. Dikke boeken worden vaak weggestemd en belanden daardoor vaker in de privé leessfeer dan in de leeslijst van de leesgroep.
3.4.3 Invloed van culturele autoriteiten Wat precies de invloed van culturele autoriteiten bij de boekkeuze is, is moeilijk te bepalen. Omdat het nazoeken van recensies, radio- en tv-uitzendingen een hele studie op zich is heb ik mij beperkt tot de verkoopcijfers van de honderd bestverkopende Nederlandse titels van 1999 tot 2008. Mijn aanname is dat als van een boek meer dan 20.000 exemplaren verkocht worden, dit boek ook alomtegenwoordig geweest moest zijn in zowel media-uitingen als in boekhandels en bibliotheken. Een leesgroeplid zou bij het zien van zo’n stapel kunnen denken: ‘deze neem ik mee voor de groep of ik stel een ander boek van dezelfde schrijver voor omdat dit nieuwste werk nog niet in de bibliotheek verkrijgbaar is.‘
31
Tabel 3.9 Titels die door meerdere leesgroepen zijn gelezen Auteur Titel Aantal lees-
NRC leesclub
groepen
CPNB Top100
Dimitri Verhulst
De helaasheid der dingen
2
x
Per Olov Enquist
Bezoek van de lijfarts
2
x
Arthur Golden
Dagboek van een Geisha
2
x
Philippe Claudel
Grijze Zielen
2
x
Yann Martel
Het leven van Pi
3
Annelies Verbeke
Slaap
2
Annejet van der Zijl
Sonny Boy
2
Herbjorg Wassmo
Zevende ontmoeting
2
Haruki Murakami
Norwegian Wood
2
Jonathan Safran Foer
Alles is verlicht
2
Mark Haddon
Het wonderbaarlijke voor-
2
x
val met de hond in de nacht Jan Siebelink
Knielen op een bed violen
2
x
Pascal Mercier
Nachttrein naar Lissabon
2
x
Philippe Claudel
Het verslag van Brodeck
2
Tommy Wieringa
Joe Speedboot
2
Minke Douwesz
Strikt
2
x
Van de zestien titels die door meerdere leesgroepen gelezen waren is Het leven van Pi van auteur Yann Martel het meest gelezen. Deze titel won in 2002 de Man Booker Prize, maar behoorde in 2002 en in de jaren die daarop volgde niet tot de bestverkopende titels. Wel zal het boek door het winnen van deze prijs de nodige media-aandacht gekregen hebben. Zeven van deze zestien titels hebben ooit in de CPNB top-100 gestaan, met Knielen op een bed violen van Jan Siebelink als hoogst genoteerde (zie tabel 3.9). Ook heb ik gekeken naar de verschillende auteurs die door de leesgroepen zijn besproken (zie tabel 3.10) Negentien auteurs zijn door twee of meer leesgroepen gelezen en besproken. Dertien van deze negentien auteurs hebben met een van hun boeken ook wel eens in de CPNB top-100 gestaan.
32 Tabel 3.10 Auteurs die door meerdere groepen gelezen zijn Auteur Aantal leesgroepen NRC leesclub
CPNB Top-100
Paulo Coelho
2
x
Arthur Japin
2
x
Rascha Peper
2
x
Herbjorg Wassmo
2
Jan Siebelink
4
Arnon Grunberg
2
Philippe Claudel
4
x
Doeschka Meijsing
2
x
Per Olov Enquist
3
x
Adriaan van Dis
2
Dimitri Verhulst
2
Kees van Beijnum
2
x
J.M. Coetzee
2
x
Michel Houellebecq
2
x
Jonathan Safran Foer
2
x
Harry Mulisch
1
x
Kristien Hemmerechts
2
Milan Kundera
2
Orhan Pamuk
1
x x
x
x
x
x
x x
Daarnaast geven zes van de tien ondervraagde leden aan vaak gedrukte media zoals boekenbijlagen te raadplegen in hun zoektocht naar een boek en zeven respondenten komen soms op titels via radio of televisie. Media worden dus duidelijk gebruikt en dienen als een belangrijke leidraad bij de boekkeuze. Vaak worden recensies ook gebruikt om een boek in te leiden of voor te dragen. Er is in deze onderzoeksgroep dus wel degelijk sprake van sturing door culturele autoriteiten.
33
4. Conclusie Bij de keuze van een boek komen heel veel factoren kijken. Vaak is er ook niet één factor die eruit springt maar is het de combinatie van factoren die zorgt voor een bepaald handelingspatroon. Ik heb in mijn onderzoek getracht meer inzicht te krijgen in de manier waarop leesgroepen in Nederland georganiseerd zijn, hoe ze in aanraking komen met boeken en hoe ze tot de keuze van boeken voor hun leeslijst komen. Hiervoor heb ik allereerst gekeken naar de motivatie van mensen om in leesgroepverband te gaan lezen. De motieven die de respondenten gaven om te participeren in een leesgroep zijn te vangen onder drie van de vijf motieven die Gerritsen in haar onderzoek naar leesgroepen opnoemt; het cognitieve motief, het educatieve motief en het sociale motief. Leden gaan bij een leesgroep om nieuwe invalshoeken te leren kennen, om boeken te lezen die ze zelf nooit zouden kiezen en zo hun literaire kennis te verbreden. Niet alleen willen ze van de ervaringen van de andere leden leren, maar vooral is er ook de behoefte om over hetgeen ze gelezen hebben met andere te praten. Om de frustraties, verwonderingen en ideeën die tijdens het lezen naar boven zijn gekomen met elkaar te kunnen delen. En voor een deel is het natuurlijk ook de gezelligheid, het sociale motief, die een leesgroep met zich meebrengt een belangrijk motief om in een leesgroep te stappen. Uit de interviews blijkt dat de respondenten actieve lezers zijn en vaak actief op zoek gaan naar boeken. Ook houden een aantal respondenten een schrift bij waarin recensies, titels, auteurs en andere materiaal in wordt verzameld. Een groot deel van de respondenten komt met boeken in aanraking via gedrukte en audiovisuele media. Een tweetal respondenten zegt ook weblogs van lezers en recensiewebsites in de gaten te houden. Van de titels die door meerdere leesgroepen gelezen waren is Het leven van Pi van auteur Yann Martell het meest gelezen. Deze titel won in 2002 de Man Booker Prize, maar behoorde in 2002 en in de jaren die daarop volgde niet tot de bestverkopende titels. Van de negentien auteurs waarvan minimaal twee leesgroepen een boek gelezen hebben, zijn er dertien die wel eens in de CPNB top-100 gestaan hebben. Het zou dus best zo kunnen zijn dat een leesgroeplid een winkel binnenloopt die vol ligt met titels van Arnon Grunberg en dan denkt: hé, daar heb ik nog nooit wat van gelezen, laat ik eens een titel van hem voorstellen. Hierbij moet ze rekening houden met het feit dat zijn nieuwste werk nog niet in
34 de bibliotheek verkrijgbaar is en gaat dan op het Internet op zoek naar recensies van zijn eerdere werk en besluit uiteindelijk een oudere titel van hem voor te dragen. Nu zijn er verschillende scenario’s mogelijk. Het lid schrijft Arnon Grunberg en de titel van zijn oudere boek op en stuurt deze suggestie in op een van de twee afgesproken punten in het jaar, óf het is zijn of haar beurt om te kiezen en hij of zij stelt dus dit boek voor waarna de overige leden er over stemmen door middel van een puntensysteem of ze gaan allemaal zonder discussie met de keuze mee. In deze verschillende situaties heeft elk lid een andere vorm van medezeggenschap in de boekkeuze, maar altijd moet er rekening gehouden worden met de andere leden. Dit kan een bepaalde druk op de leden leggen om elke keer weer met een echt goed boek te komen. Sommige leden hebben zat boeken die ze nog willen lezen dus kiezen gewoon uit de stapel naast hun bed, maar er zijn ook leden die hun familie raadplegen als ze weer een titel moeten voordragen. Bij de keuze van een boek voor de leesgroep komen dus verschillende factoren kijken. Het boek moet de gelegenheid geven erover te kunnen praten en discussiëren, er moet niet al eerder werk van dezelfde auteur gelezen zijn. De omvang moet zodanig zijn dat het naast de dagelijkse activiteiten van de leden gelezen kan worden. Het boek moet vallen binnen het interessegebied van de leesgroep, of dat nou filosofie of literatuur is, en moet daarnaast ook makkelijk verkrijgbaar zijn. Boeken moeten de leden verrijken, nieuwe ervaringen genereren en de mogelijkheid tot discussie geven. Recensies nemen een belangrijk punt in bij de zoektocht naar nieuwe titels, maar boeken worden ook wel ontdekt door een programma op de televisie of een radiouitzending. Er komt echter zo’n kakofonie van informatie op de lezers af dat het niet altijd duidelijk is welk medium welke keuze beïnvloed heeft.
35
4.1 Kanttekeningen Ik wil de volgende kanttekeningen bij mijn onderzoek plaatsen. Ten eerste het onderzoeksonderwerp. De leesgroepen zijn geen van allen gelijk. Dit maakt het onmogelijk om de groepen met elkaar te vergelijken. Dit was dan ook niet mijn doel. Mijn doel was om een zo breed mogelijk beeld te geven van de manieren waarop leesgroepen georganiseerd kunnen zijn en de manieren die ze ontwikkelen om tot een boekkeuze te komen. De vergelijking van de leeslijsten is daarnaast niet helemaal volledig. Van vier van de vijf leesgroepen heb ik de volledige lijst kunnen bestuderen. Daarnaast waren maar twee leeslijsten geordend op datum. Of recensies en radio- en televisie-uitzendingen de keuze beïnvloed zouden kunnen hebben is dus niet voor elke leesgroep na te gaan Een boek dat uitgekomen is in 2003 kan door een leesgroep pas in 2008 gelezen zijn. Dan zijn er waarschijnlijk geen recente recensies verschenen, maar stond het nog op een lijstje van iemand of is de keuze op een andere manier gemaakt. Daarnaast is het onderzoeken van de leeslijsten alweer en heel onderzoek op zichzelf. Of de individuele keuze anders is dan de groepskeuze zou kunnen worden onderzocht door ook het individuele leesgedrag te onderzoeken. Dit heb ik in mijn onderzoek nagelaten, maar is voor een vervolgonderzoek zeker geen slecht idee. Zes van de tien respondenten hebben aangegeven in een leesgroep te lezen om werken te lezen die ze zelf niet zo snel zouden uitkiezen. Als je de individuele leeskeuze meeneemt in het onderzoek kan je dan pas echt zeggen wat de invloed is van de groep op het leesgedrag en de leeskeuze.
Onderzoek naar leesgroepen is onuitputtelijk en zou naar mijn mening in Nederland nog veel verder ontwikkeld mogen worden. Binnen de literatuurwetenschap wordt op verschillende manieren onderzoek gedaan naar de individuele lezer. Ik hoop met mijn onderzoek te hebben laten zien dat niet alleen het individu, maar ook juist de groep een heel inspirerend en rijk onderwerp van studie kan zijn.
36
5. Literatuurlijst Boeken Gerritsma, F. 1998. Waarom mensen lezen in een leesclub. Scriptie Universiteit Utrecht. Hartley, J. 2002. The Reading Groups Book. Oxford: Oxford University Press. Knulst, W. & G. Kraaykamp. 1996. Leesgewoonten. Sociaal Cultureel Planbureau Kraaykamp, G. 1993. Over lezen gesproken. Amsterdam: Thesis Publishers. Long, E. 2003. Book Clubs: Women and the Uses of Reading in Everyday Life. Chicago: University of Chicago Press Manguel, A. 1999. Een geschiedenis van het lezen. Amsterdam: Ambo | Anthos uitgevers Piters, R. 2000. Is dit boek wat voor mij? Genreherkenning en voorkeursvorming op basis van het boekomslag. Maastricht: Shaker. Verdaasdonk, H. 1989. De vluchtigheid van literatuur. Amsterdam: Bert Bakker.
Artikelen Duijx, A., van Rees, C.J. en H. Verdaasdonk. 1991. Choice behavior of purchasers and borrowers of books. In: Poetics vol.20. 439-469 Duyvendak, L. 1991. Literatuur en publiek. In: Literatuur en context. Peter Zeeman (ed.). Nijmegen: SUN. 308-323 Moll, M. 2008. Recensie : Jonathan Littell – De welwillenden. In: Parool 13 november 2008. http://www.parool.nl/parool/nl/26/boeken/article/detail/42510/2008/11/13/Recensie-JonathanLittell---De-welwillenden.dhtml Nuchelmans, A. 2006. Boekenprogramma’s op de Nederlandse televisie. Waar is …Adriaan van Dis? In: Boekman 66, 18e jaargang. 76-82 Pronk, I. 2006. Duizenden vrouwen, één goed boek. In: Trouw, 25 april 2006. http://www.trouw.nl/achtergrond/Dossiers/article1273554.ece Seegers,G. & Verdaasdonk,H. 1987. Choice Patterns of adult users of a public library. In: Poetics Vol.16. 353-368 Verdaasdonk, H. & van Rees, C.J. 1991. The dynamics of choice behavior toward books: The role of cultural products in cultural behavior. In: Poetics Vol.20. 421-437
37 Websites Leesclub ’s-Hertogenbosch. www.deleesclub.eu . Geraadpleegd in de periode van 9-02-2009 tot 13-04-2009 Leesclub PPP. http://paperbacks.pbwiki.com/ . Geraadpleegd in de periode van 9-02-2009 tot 13-04-2009 Leesclub de Morgenster. http://www.lindaoskam.net/boekclub.htm . Geraadpleegd in de periode van 9-02-3009 tot 13-04-2009 NRC Boeken. www.nrcboeken.nl. Geraadpleegd in de periode van 09-02-2009 tot 13-04-2009. Stichting Literatuurclubs Drenthe. http://www.literatuurclubsdrenthe.nl/content/view/594/97/ Geraadpleegd op 7-04-2009.
38
6. Bijlagen I Interviewvragen Vragen
Mogelijkheden
Interview met Waarom leest u in een leesclub? Hoe lang bestaat de leesclub waarin u participeert? Hoeveel leden telt de leesgroep? Bestaat de leesgroep uit:
Mannen en vrouwen Enkel vrouwen Enkel mannen
Wat is de onderlinge relatie
Vrienden
tussen de leden?
Collega’s Kennissen Anders, namelijk…
Hoe vaak komen jullie samen? Waar komen jullie samen?
Bij iemand thuis Openbare ruimte Internet Anders, namelijk…
Waarom kiezen jullie voor deze ontmoetingsplaats? Wie neemt in de bijeenkomsten Formele leider, begeleider het initiatief?
Informele leider, een van de leden
Hoe ziet een bijeenkomst er globaal uit? Wat voor soort boeken worden
Nationaal/internationaal
er in de leesgroep gelezen?
Fictie/non-fictie Autobiografieën
Antwoord
39 Wetenschappelijk Biografie Chicklit Literatuur Pop. literatuur Op welke manier(en) worden
Democratisch
de titels voor de leeslijst
Anoniem
gekozen?
Stemmen Omstebeurt een titel kiezen Anders…
Is er één keuzemoment of zijn er meerdere keuzemomenten? Kunt u aangeven hoe de keuzemethode die uw leesgroep gebruikt zich ontwikkeld heeft? Bent u tevreden met deze gang van zaken? Welke van de volgende criteria
Genre
zijn van belang in de keuze van omvang (aantal pagina’s) een boek:
Auteur thema kaft (uiterlijk van het boek) paperback of hardcover mate van discussieerbaarheid actualiteit prijs niveau Anders, namelijk…
Wordt er weleens een boek geopperd naar aanleiding van een artikel in een krant, tijdschrift, tv-gids etc.? Zo ja, hebt u daar een
40 voorbeeld van? Wordt er weleens een boek geopperd naar aanleiding van een uitzending op de radio of televisie? Zo ja, hebt u daar een voorbeeld van? Welke boeken leest uw leesgroep dit jaar? Dan zou ik tot slot nog een paar Leeftijd gegevens van u hebben: Kan ik de leeslijst van 2008 en 2009 ontvangen?
Hoogst genoten opleiding
41
II Gegevens Tabel 6.1 Hoe in contact?
De Morgen ster
Zelf opgericht Via vriend/vriendin Via advertentie Studie
De Leesclub
PPP
Totaal
x
x
xx
x
5 3
x
1 1
PPP
Totaal
x
1 2 1 1
x
Vanaf 1996 Vanaf 2000 Vanaf 2002 Vanaf 2003
De Morgen ster
Utrecht2
Scherpenzeel
De Leesclub
x x
x x
Tabel 6.3 Groepssamenstelling Alleen vrouwen Mannen en vrouwen
Tabel 6.5 Hoe vaak komen jullie samen? 1 keer per maand 1 keer in de 5-6 weken 1 keer in de acht weken 9 keer per jaar
Scherpenzeel
xxx
Tabel 6.2 Hoe lang bestaat de leesgroep?
Tabel 6.4 Relatie tussen de leden familie vrienden kennissen collega’s studiegenoten Anders
Utrecht2
De Morgenster
Utrecht2
Scherpenzeel x
x
De Morgenster x x
De Leesclub x
Totaal
x
3 2
x
Utrecht2
Scherpenzeel
De Leesclub
x x
x x x
Scherpenzeel
De Leesclub
PPP
x
x
De Morgenster
PPP
Utrecht2
PPP
x
Totaal 1 3 3 1 1 0
Totaal
1 x x
x
2 1
x
1
42
Tabel 6.6 Welke genres Literaire roman Populaire roman wetenschappelijk Non-fictie autobiografie poëzie Anders
Tabel 6.7 Hoeveel keuzemomenten zijn er per jaar? 1 2 Elke bijeenkomst
Tabel 6.8 Boekkeuze via andere kanalen? Familie Vrienden Kinderen Anders
De Morgenster x
Utrecht2
Scherpenzeel x
x x
De Leesclub x x
PPP
Totaal
x
4 1 1 2 0 0 1
x
x
De Morgenster
Utrecht2
Scherpenzeel
De Leesclub
PPP
Totaal
x
1 1 3
x x
De Morgenster
x
Utrecht2
x
Scherpenzeel
x
De Leesclub
PPP
Totaal
x
1
x
2
43
III Leeslijsten
Leeslijst 2000 tot april 2009 leesgroep ‘de Morgenster’ Aravand Adiga, M. Reugebrink, Philip Claudel, W.G. Sebald, Edwin Mortier, Jonathan Littell, S. d'Arzo, D. Leavitt, Mansbach, J. Kross, I. Trojanow, A. Aciman, M. Barbery, A. Szerb, D. Vogel, A. Enright, K. Kalfus, G. Verga, M. Februari, Haruki Murakami, Gerbrand Bakker, O. Rolin, M. Rosoff, Pascal Mercier, J. Roth, H. Hamilton, Y. Kemal, B. Kunkel, A. Mendez, Tom Lanoye, Gerard Reve E.L. Doctorow J. Marias, F. Zeller, J. Barnes, K. Schippers, J. Frantzen, L. Etxebarria, J. Franco, Stefan Brijs, M. Cunningham, Malaparte, R. Queneau, Jan Siebelink, P. Auster,
De witte tijger Het grote uitstel Het verslag van Brodeck Duizelingen Godenslaap De welwillenden Andermans huis Martin Bauman The end of the Jews Luchtfietsen De wereldverzamelaar Call me by your name Elegant als een egel De Pendragon legende Huwelijksleven The gathering A disorder peculiar to the country De leeglopers De literaire kring Norwegian Wood Boven is het stil De uitvinding van de wereld How I live now Nachttrein naar Lissabon Hotel Savoy Sproetenkoppen Granaatappelboom Indecision De blinde zonnebloemen Het derde huwelijk Bezorgde ouders The March Dans en droom Gefascineerd door het ergste Arthur & George Waar was je nou De correcties Beatriz en de hemellichamen Paradijsvogels De engelenmaker Specimen days Kaputt Zazie in de metro, Knielen op een bed violen Oracle night
44 F. Zwigtman, Yvonne Vera, A. Hollinghurst, D. Mitchell, K. Oë, M. Szabo, Annelies Verbeke, L. de Bernières, Gerrit Krol, I. Kertész, M.A. Bulgakov, Mark Haddon, J.J. Eijkelboom, D. Flusfeder, R. Yates, Stendhal, Günter Grass, S. Waters, Z. Bánk, D.B.C. Pierre, J.M. Coetzee, T. Vogel, R. Menasse, L. Pleysier, Yann Martel, A. Nothomb, G. Xingjian, Ian McEwan, Joke van Leeuwen, M. Niemi, A. Muños Molina, Michel Houellebecq, Jonathan Safran Foer G. Soucy, Kristien Hemmerechts, Paulo Coelho, H. Laxness, L. Lewin, Orhan Pamuk,, Milan Kundera, J. de Pauw, L.Sterne, A.Kristof, H.Teirlinck, Per Olov Enquist, V.Seth, K. Paustovskij, D. Sijie, F. Laroui, C.E. Gadda, F. Haakman,
Schijnbewegingen The stone virgins The line of beauty Wolkenatlas Het eigen lot De Katalinstraat Slaap! Birds without wings Rondo Veneziano Liquidatie De meester en Margarita The curious incident of the dog in the night-time Tot zover The gift Revolutionary road De kartuize van Parma Im Krebsgang Fingersmith De zwemmer Vernon God Little Elisabeth Costello Die letzte Geschichte des Miguel Torres da Silva De verdrijving uit de hel De dieven zijn al gaan slapen Het leven van Pi Cosmetica van de vijand Soul Mountain Atonement Vrije vormen Popmuziek uit Vittula Beatus Ile Platform Alles is verlicht Het meisje dat te veel van lucifers hield Donderdagmiddag. Halfvier. De alchemist Onafhankelijke mensen Een hart van prikkeldraad Ik heet Karmozijn Onwetendheid Werk The life and opinions of Tristam Shandy, gentleman Het dikke schrift, het bewijs, de derde leugen Zelfportret of het galgemaal Het bezoek van de lijfarts Verwante stemmen Verre Jaren Balzac en het Chinese naaistertje Judith en Jamal Die gore klerezooi in de Via Merulana Oneetbaar brood
45 W. v.d. Broeck, Nathan Englander, F. Hoppe, C. van Dam, Philip Roth, José Saramago, Edwin Mortier, G. Tunström, J. Guimaraes Rosa, G. Bassani,
Een lichtgevoelige jongen For the relief of unbearable urges Pigafetta Familieberichten The human stain Stad der blinden Tweede huid Huis van muziek Diepe wildernis: de wegen De tuin van de Finzi-Continis
Leeslijst 2000 tot maart 2009 leesgroep Utrecht 2 Hannah Arendt, Benjamin Barber, Karim Benammar, Walter Benjamin, Alain de Botton, Pascal Bruckner, Elias Canetti, Rutger Claassen, Fjodor Dostojevski, Michel Foucault, Francis Fukuyama, Johann Wolfgang von Goethe, John Gray, John Gray, Michel Houellebecq, Kishore Mahbubani, Friedrich Nietzsche, Martha Nussbaum, Jose Ortega y Gasset, Rüdiger Safranski, Rüdiger Safranski, Rüdiger Safranski, Willem Schinkel, Arthur Schopenhauer, Peter Sloterdijk, Susan Sontag, Leo Tolstoj, Immanuel Wallerstein,
The Human Condition Jihad vs. McWorld Overvloed Einbahnstraße The Consolations of Philosophy Gij zult gelukkig zijn! Masse und Macht Het eeuwig tekort De broers Karamazov Les mots et les choses (The Order of Things) The End of History and the Last Man Faust Straw Dogs Black Mass De koude revolutie (essays) The New Asian Hemisphere Vom Nutzen und Nachteil der Historie für das Leben Upheavals of Thought De opstand der horden Das Böse Wieviel Globalisierung erträgt der Mensch? Wieviel Wahrheit braucht der Mensch? Denken in een tijd van sociale hypochondrie De kunst van het gelijk krijgen Kritik der zynischen Vernunft Regarding the pain of others De dood van Ivan Iljitsj World-Systems Analysis
46 Leeslijst 2008-2009 leesgroep Scherpenzeel Pascal Mercier, Annemie Struyf en Lieve Blancquaert, Art Spiegelman, Jan Siebelink, Amos Oz , Hugo Claus , Philip Claudel, Adriaan van Dis, Lydia Rood,
Nachttrein naar Lissabon Insjallah mevrouw, ontmoetingen (z)onder de boerka Maus (strip) Suezkade Een verhaal van liefde en duisternis Het verdriet van België Het verslag van Brodeck De wandelaar Sprong in de leegte
Leeslijst 2002 tot april 2009 De Leesclub Sophie van der Stap, Paulo Coelho, Suzanna Jansen, Haruki Murakami, Nicolaas Matsier, Kees van Beijnum, Herman Franke, Christine Otten, Arthur Japin, Ian McEwan, Kader Abdolah, Tommy Wieringa, Willem Jan Otten, Ayaan Hirsi Ali, Jonathan Safran Foer, Mark Haddon, Salman Rushdie, Kluun, Rascha Peper, Antonia Arslan, Yann Martel, Herbjorg Wassmo, Minke Douwesz, Jan Siebelink, Annejet van der Zijl, Franz Kafka, Khaled Hosseini, Margaret Mazzantini, Claire Polders, Arnon Grunberg, Philippe Claudel, Hannes Meinkema, Toon Tellegen, Arthur Japin, Thomas Roosenboom, Dan Brown,
Meisje met negen pruiken Veronika besluit te sterven Het pauperparadijs Norwegian Wood Gesloten huis Paradiso De verbeelding Als Casablanca De overgave Zaterdag Het huis van de moskee Joe Speedboot Specht en zoon Mijn vrijheid Alles is verlicht Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht Shalimar de clown Komt een vrouw bij de dokter Een Spaans hondje Het huis met de leeuweriken Het leven van Pi Het boek Dina Strikt Knielen op een bed violen Sonnyboy De gedaanteverwisseling De vliegeraar Ga niet weg De onfeilbare De asielzoeker Grijze zielen Dier en engel Brieven aan Doornroosje Een schitterend gebrek De nieuwe man De Da Vinci Code
47 Emily Brönte, Azar Nafasi, Lisa van Sambeek, Doeschka Meijsing, Gail Tsukiyama, Atte Jongstra, Harry Mulisch, Irvin D. Yalom, Sandor Marai, Per Olov Enquist, Herbjorg Wassmo, Marlo Morgan, Kerstin Ekman, Vonne van der Meer, Jeroen Brouwers, Donna Tartt, Heleen van Royen, Frans Kellendonk, Catherine Millet, Jessica Durlacher, Arthur Golden, Majgull Axelsson, Marianne Frederiksson,
Woeste hoogte Lolita lezen in Teheran Zadelpijn en ander damesleed De tweede man De tuin van de samoerai Hudigers hooglied De procedure Nietzsches tranen Gloed De vijfde winter van de magnetiseur De zevende ontmoeting Australië op blote voeten Zwart water Eilandgasten Geheime kamers De kleine vriend De gelukkige huisvrouw Mystiek lichaam Het seksuele leven van Catharine M. De dochter Dagboek van een Geisha Aprilheks Simon
Leeslijst leesgroep 2003 tot april 2009 Pillen, Pockets en Paperbacks (PPP) Simon Vestdijk, Stefan Brijs, Hans Múnstermann, Per Olov Enquist, Milan Kundera, Gerbrand Bakker J. Bernlef, Alice McDermott, Arthur Golden, Frank Martinus Arion, Gerrit Komrij, Adriaan van Dis, Arnon Grunberg. Sarah Waters, Anna Enquist, Julia Franck, Philippe Claudel, Dimitri Verhulst, Karen Joy Fowler, J.M. Coetzee, Kristien Hemmerechts, Yann Martel, Esther Gerritsen, Graham Greene, Doeschka Meijsing,
Alpenroman Arend De Bekoring Het bezoek van de lijfarts Het boek van de vergetelheid Boven is het stil Buiten is het maandag Charming Billy Dagboek van een Geisha Dubbelspel Dubbelster Familieziek Figuranten Fluwelen begeerte Geheim De gigolo Grijze zielen De helaasheid der dingen Jane Austen Club Jongensjaren Kinderen van Arthur Het leven van Pi Normale dagen Onze man in Havan Over de liefde
48 Kees van Beijnum, Jan Siebelink, Nelleke Noordervliet, Renate Dorrestein, Robert Lennon, P.F. Thomèse, Annelies Verbeke, Annejet van der Zijl, José Saramago, Minke Douwesz, T.C. Boyle, David Leavitt, Bernhard Schlink, Aleid Truijens, Roddy Doyle, Peter Carey, Ilija Trojanow, Rascha Peper, Herman Franke, Herbjorg Wassmö, Miquel Burnes, Arthur Japin,
Over het IJ Overkant van de rivier Pelican Bay Perpetuum mobile van de liefde Postbode Schaduwkind Slaap! Sonny Boy Stad der blinden Strikt Talk, talk Terwijl Engeland slaapt De voorlezer Vriendendienst Vrouw die tegen de deur aanliep Ware verhaal van de Kelly-bende De wereldverzamelaar Wie scheep gaat Wolfstonen Zevende ontmoeting Zorg De zwarte met het witte hart
NRC leesclub 2004-2005 W.F. Hermans, Harry Mulisch, Louis Couperus, E. Du Perron, Hella S. Haasse,
Ik heb altijd gelijk Het stenen bruidsbed De stille kracht Het land van herkomst De tuinen van Bomarzo
2005-2006 Jonathan Safran Foer, Elfriede Jelinek, Michel Houellebecq, Orhan Pamuk, Zadie Smith,
Extreem luid en ongelooflijk dichtbij De pianiste De wereld als markt en strijd Sneeuw Over schoonheid
49 2006-2007 Connie Palmen, Marcel Möring, Dimitri Verhulst, Maarten ’t Hart, Arnon Grunberg,
Lucifer Dis De helaasheid der dingen Het psalmenoproer Tirza
2007-2008 Nabokov, F.M. Dostojevski, Gustave Flaubert, Virginia Woolf, Italo Svevo, Thomas Mann, Marguerite Yourcenar, August Strindberg,
Pnin Het dorp Stepantsjikovo Bouvard en Pécuchet Jacobs kamer Een man wordt ouder Ontboezemingen van de oplichter Felix Krull Alexis / Het genadeschot Huwelijksverhalen
2008-2009 Chinua Achebe, Tahar Ben Jelloun, Nuruddin Farah, Marlene van Niekerk, Nagieb Mahfoez, Yvonne Vera, Amadou Kourouma, Doris Lessing,
Een wereld valt uiteen Een verblindende afwezigheid van licht Kaarten Triomf De kinderen van Gabalawi Vuurvlinder Allah is niet verplicht Het zingende gras