Nummer 3 • twaalfde jaargang • maart 2011
1
INHOUD
3
NFU: één voor de acht
5
Jos Latour wil ouders vaker en meer informeren
Löwenberg 14 Bob geridderd
Markt voor
2 energiebesparing bepalen 6 Zelf maakt gelukkig
10 Yammer mee! 11 Beroepsgeheim?
Nieuwbouw:
12 naar de top
16 Leren van verffabriek
Kom weer Picknicken! De traumahelikopter vliegt voortaan ook in het donker. Tot voor kort maakte het Mobiel Medisch Team van het Erasmus MC alleen overdag gebruik van de heli. Vorig jaar verleende het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) toestemming om de inzet van alle MMT’s in Nederland te verruimen. De teams van het Erasmus MC – totaal zes piloten, negen verpleegkundigen en elf artsen – zijn in de afgelopen tijd opgeleid om ’s avonds en ’s nachts te kunnen vliegen. De heli werd eveneens aangepast. Lees ook de reportage op pagina 8.
Weg bij ABP Alle medewerkers gaan 1 januari 2012 over naar een nieuw pensioenfonds: Zorg en Welzijn. De UMC’s - waaronder het Erasmus MC - besloten onlangs weg te gaan bij ABP. Tekst: Anneke Aaldijk
H
ét pluspunt: voor de ongeveer 65.000 medewerkers uit de universitair medische centra wordt het een stuk gemakkelijker om binnen de zorg van baan te veranderen. Waarom? Alle andere zorgwerkgevers zijn ook bij pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) aangesloten. Wie een nieuwe job krijgt in de zorgbranche, hoeft niet langer over te stappen naar een ander pensioenfonds. Straks is het pensioen dus geen obstakel meer voor medewerkers uit diverse zorgorganisaties om bij een UMC te gaan werken en andersom. “Voor ziekenhuismedewerkers is dit een doorbraak”, zegt voorzitter van de Nederlandse Federatie Universitair Medische Centra (NFU) Elmer Mulder. “Het was lastig uit te leggen waarom je
Niet onderverzekerd Sommige medewerkers hebben een aanvullende pensioenverzekering afgesloten bij Loyalis, een dochtermaatschappij van ABP. Loyalis heeft toegezegd ervoor te zorgen dat de aanvullende verzekeringen zullen aansluiten op de pensioenregeling van pensioenfonds Zorg en Welzijn. Volgens de NFU kunnen verzekerden er van uit gaan dat ze dus ook in de nieuwe situatie niet onder- of oververzekerd zullen zijn. Zij worden hierover geïnformeerd door Loyalis.
inhoudelijke motieven, zo meldt de NFU. “Het is voor medewerkers van de UMC’s belangrijk om te weten dat de financiële positie van beide pensioenfondsen vrijwel gelijkwaardig is. Eind 2010 was de dekkingsgraad (de verhouding tussen het beschikbare vermogen en de pensioenverplichtingen, red.) van PFZW 104 procent, die van ABP 105 procent. Ook de tot nu toe opgelopen achterstand in de indexering is nagenoeg gelijk; bij PFZW 7,93 procent, bij ABP 7,96 procent.”
Informatiebijeenkomst Deze maand verschijnt een brochure met meer informatie over de pensioenovergang en de gevolgen voor medewerkers. Deze brochure komt op intranet en op de website van de NFU, samen met de meest gestelde vragen en antwoorden. Verder zijn er voor april twee informatiebijeenkomsten voor alle medewerkers in voorbereiding.
van pensioenfonds moest veranderen als je van werkgever wisselde, terwijl je min of meer in dezelfde sector bleef.” Volgens Mulder is het ook voor de werkgever gunstig. “Het vergemakkelijkt de samenwerking tussen ziekenhuizen. En er is straks op pensioengebied geen onderlinge concurrentie meer.”
Nog afspraken maken Maar hoe gunstig is de overgang naar PFZW voor medewerkers, buiten het feit dat zij straks gemakkelijker over kunnen stappen naar een andere baan in de zorg? Wat gaan zij er concreet van merken? En wat betekent het voor hun pensioen? “Daar is op dit moment nog niet veel over bekend”, reageert directeur Personeel Pauline Roest. “Het besluit om over te stappen naar een ander pensioenfonds is genomen, maar in de komende maanden moeten er nog heel wat afspraken worden gemaakt hoe die overgang er precies uit komt te zien.” Roest geeft aan dat de overgang plaats zal hebben onder strikte voorwaarden. “Een heel belangrijke is dat de stap niet zal leiden tot achteruitgang in het netto salaris van medewerkers. Verder mag de overstap niet leiden tot verlies van bestaande afspraken. Het uitgangspunt hierbij is dat er geen pensioenbreuk mag optreden.”
Inhoudelijk motief De overstap van ABP naar PFZW is niet ingegeven door financiële, maar door
Het duurt nog even, maar noteer alvast in je agenda: dinsdag 7 juni is er weer een Picknick in het Park. Medewerkers kunnen - net als vorig jaar - kiezen uit een lunch, high tea of dinch in het park bij de Euromast. De picknick van vorig jaar was een groot succes. Er kwamen maar liefst 4100 medewerkers en vrijwilligers naar het park. Dit jaar streeft de organisatie naar minstens 5000 deelnemers. Begin mei krijgt iedereen een uitnodiging via de e-mail. Je kunt je aanmelden samen met minstens vier collega’s. Het Erasmus MC organiseert onder de titel ‘Bijzonder Verbonden’ elk jaar een of meer evenementen voor alle medewerkers. De Raad van Bestuur is zich ervan bewust dat de broekriem door de bezuiniging aangehaald moet worden, maar wil met een iets minder luxe Picknick in het Park afdelingen toch in de gelegenheid stellen om het ‘samen en verbinden’ vorm te geven. (AA)
(On)tevreden? Laat het weten Elke medewerker krijgt rond 21 maart een uitnodiging om mee te doen aan het medewerkeronderzoek. De uitslagen zijn niet vrijblijvend voor de leidinggevenden, maar moeten verplicht worden omgezet in acties. Tekst: Joop van de Leemput
A
rbeids- en organisatiepsycholoog Agnes Blanken begeleidt het medewerkeronderzoek. “Het wordt uitgevoerd door een onafhankelijk, extern bureau. Die keuze hebben we bewust gemaakt. Het bureau koppelt alle microsectienummers (de personeelsnummers, red.) los van de antwoorden. Daardoor is het voor ons onmogelijk om de respons tot een individuele medewerker te herleiden. De anonimiteit is dus volledig gegarandeerd.”
Grote impact
grote impact zal hebben: “De Raad van Bestuur ontvangt rapportages en alle leidinggevenden moeten verantwoording afleggen. Unithoofden bijvoorbeeld aan afdelingshoofden en afdelingshoofden aan de Raad van Bestuur. Het is ook verplicht voor leidinggevenden om de resultaten te bespreken met hun medewerkers. Niemand kan de respons naast zich neerleggen. Leidinggevenden moeten aan hun manager duidelijk en concreet aangeven wat ze met de resultaten gaan doen en hebben gedaan. Dit komt aan de orde in hun jaargesprekken.”
Rond 21 maart worden in totaal 11.580 vragenformulieren via de mail verspreid. Blanken benadrukt dat de respons
De vorige keer dat het medewerkeronderzoek werd gehouden, bedroeg de respons
zo’n vijftig procent. Bepaald niet slecht, zegt Blanken. Niettemin streeft het Business Intelligence Center van de directie Financiën, waaronder het onderzoek valt, ditmaal naar 75 procent. Blanken is de vorige keer gebeld door leidinggevenden die om gedetailleerde uitleg vroegen. “Geweldig is dat, men wil echt weten op welke punten de unit of afdeling niet goed heeft gescoord. Ook daaruit blijkt dat het medewerkeronderzoek grote impact heeft.”
Mening geven over directies Parallel met het medewerkeronderzoek start een intern klantenonderzoek. Zo’n 3.000 willekeurig gekozen Erasmus MC’ers mogen daarin hun mening geven over ondersteunende diensten, zoals de directies. Respondenten kunnen in dit onderzoek doorklikken per directie, waarna zij vragen over de geleverde diensten voorgelegd krijgen.
nieuws Opvang na prikaccident De sector Arbo & Milieu heeft voor de medewerkers van Erasmus MC-Daniel den Hoed afspraken gemaakt met het Ikazia Ziekenhuis over de opvang na prikaccidenten buiten kantoortijden. De nieuwe afspraken zijn nodig omdat het Maasstadziekenhuis, dat de eerste opvang tot nu toe verzorgde, verhuist naar Rotterdam-Lombardijen. De opvang wordt per 1 maart overgenomen door de afdeling Spoedeisende Hulp van het nabij gelegen Ikazia Ziekenhuis. De aangepaste meldingsprocedure voor prik-, snij-, spat- en bijtaccidenten is vanaf maart te downloaden via het RMSsysteem (risicomanagementsysteem, op homepage intranet). De door het Ikazia verleende hulp geldt alleen in de avond-, nacht- en het weekeinde. De opvang overdag verandert niet. Doet zich in het Daniel den Hoed dan een prikaccident voor, dan kan de getroffen medewerker terecht bij de sector Arbo & Milieu in het gebouw Nieuw Hoboken. (JvdL)
2 Scanner • maart 2011
Negen keer raak Negen verpleegkundigen hebben forse subsidies in de wacht gesleept om wetenschappelijk onderzoek te gaan verrichten. In totaal is € 300.000 beschikbaar gesteld om wetenschappelijk verpleegkundig onderzoek te stimuleren. De research moet bij het Erasmus MC plaatsvinden en evidence-based van aard zijn. Het is de eerste keer dat hiervoor budget beschikbaar is. Inzenders konden € 5.000 tot € 50.000 toegekend krijgen. De commissie die de voorstellen beoordeelde, telde drie verpleegkundigen. In totaal zijn negen projecten gehonoreerd. Ze zijn afkomstig van de vakgebieden kinderchirurgie (V. Buijs), cardiologie (K. Caliskan), kindergeneeskunde (M. van Pieterson, J. Latour), inwendige geneeskunde (M. Tielen), plastische chirurgie (H. Bredero), hematologie (M. van der Lans), interne oncologie (F. Witkamp) en reumatologie (M. Walter). De grootste subsidies gaan naar Jos Latour voor zijn onderzoek ‘De nurse practitioner als casemanager’ en Margot Walter voor haar onderzoek ‘Discrepantie tussen ziekteactiviteit en ziektelast, wat nu?’ Beide nurse practitioners ontvangen elk € 50.000. In het volgende Scanner start een serie over verpleegkundige research. (JvdL)
Niet gevaccineerd Bijna de helft van alle vakantiegangers die het afgelopen jaar naar Turkije, Egypte, Marokko of Kroatië zijn geweest, heeft zich niet laten vaccineren, voornamelijk omdat ze de noodzaak niet inzien (46 procent) en de kosten te hoog vinden (26 procent). Vier op de tien Nederlanders weten bovendien niet of de zorgverzekeraar vaccinaties vergoedt. Dit blijkt uit een onderzoek van TNS NIPO, uitgevoerd in opdracht van Gezond Op Reis.
Schaatsen voor lucht Vijf arts-assistenten van het Erasmus MC schaatsten begin februari samen met negentig anderen 170.000 euro bij elkaar. Het bedrag werd opgehaald tijdens de alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee in Oostenrijk en gaat naar de afdeling Kinderlongziekten voor het onderzoek naar taaislijmziekte (cystische fibrose). De arts-assistenten zijn Freek Daams en Maarten Staarink, beiden AIOS algemene heelkunde, en Mischa Zuijdendorp, Sanne Moolenburgh en Jan Maerten Smit, alle drie AIOS Plastische Chirurgie. (AA)
Jaarprijs Walgaard Promovenda Christa Walgaard van de afdeling Neurologie heeft in januari de Jaarprijs Neuromusculaire Ziekten gewonnen. Deze prestigieuze prijs wordt jaarlijks uitgereikt voor de beste Nederlandse publicatie op het gebied van aandoeningen aan zenuwen en spieren. Walgaard kreeg de prijs voor haar artikel in de Annals of Neurology. Ze doet onderzoek naar het Guillain-Barré syndroom, een ernstige zenuwaandoening die bij sommige patiënten kan leiden tot ademhalingsproblemen. Ze ontwikkelde een methode waarmee kan worden voorspeld wie van de patiënten waarschijnlijk beademing nodig zal hebben en wie niet. Door haar vinding kunnen individuele patiënten met het GuillainBarré syndroom in de acute en onzekere fase van de ziekte beter worden gevolgd. De methode wordt nu al in ziekenhuizen over de hele wereld toegepast. (GJvdB)
De onderzoeksresultaten zijn bekend gemaakt op de Vakantiebeurs. Daar presenteerde David Overbosch, directeur van de Travel Clinic Havenziekenhuis Rotterdam, een quiz over infectieziekten. Volgens Overbosch ziet zijn kliniek geregeld patiënten met klachten na een vakantie in een van de bovengenoemde landen. Een derde van de vakantiegangers die zich wel laten vaccineren, kiest voor een combinatie van hepatitis A en B. (JvdL)
huizen steeg in 2008 en 2009 met zeven procent. Gezien de geringe prijsstijging kan dit volgens de NZa alleen duiden op flinke volumegroei. (AA)
Weg vooroordelen Opmerkelijk is dat de Werkgelegenheidsmonitor Rotterdam Winter 2011 de reputatie van de Erasmus Universiteit Rotterdam als ‘allochtonenuniversiteit’ niet bevestigt, maar ontkent: “Het aantal niet-westerse allochtonen is hier juist lager dan gemiddeld.” Bovendien, meldt de monitor, slaagt Rotterdam er, anders dan vaak gedacht wordt, redelijk in om hoogopgeleide starters te behouden, dan wel aan te trekken. “Een positieve conclusie die te trekken is, is dat Rotterdam het voor wat betreft het aantrekken en behouden van jongere hoogopgeleiden in eerste instantie minder slecht lijkt te doen dan over het algemeen gedacht wordt. Ook slaagt Rotterdam er vooralsnog redelijk in om hoogopgeleide starters van buiten de regio aan te trekken, in elk geval voor de eerste baan.” (JvdL)
Banenmotor De gezondheidszorg in Rotterdam blijft de komende jaren volop banen opleveren. Volgens de Werkgelegenheidsmonitor Rotterdam Winter 2011, die half februari verscheen, blijft de zorg de sterkste groeier van de lokale economie. In alle drie de opleidingsniveaus (laag, midden, hoog) ontstaan hier de meeste baanopeningen. In de periode 2011-2015 zal de werkgelegenheid in Rotterdam naar verwachting gemiddeld 1,1 procent per jaar groeien. De helft van de nieuwe banen komt voor rekening van de zorg: 2.000 per jaar. Daarnaast ontstaan vacatures doordat mensen met pensioen gaan, nog eens 2.000 per jaar. Voor afdelingen Personeel & Organisatie betekent deze ontwikkeling werk aan de winkel. Zij moeten de komende jaren elke maand opnieuw 375 mensen de Rotterdamse zorg zien binnen te halen. De gemeente Rotterdam publiceert twee keer per jaar cijfers over de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Rotterdam en de regio Rijnmond. Het thema was ditmaal Hoger Onderwijs. (JvdL)
De zorg in ziekenhuizen is door de marktwerking niet duurder geworden. De prijs in het vrije deel van de markt daalde in 2010 zelfs met gemiddeld drie procent. Dat blijk uit de marktscan medisch specialistische zorg van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), zo meldt het Financieele Dagblad.
Voor 34 procent van de behandelingen geldt nu dat de markt de prijs bepaalt. Minister Edith Schippers (VVD) van Volksgezondheid wil de budgetten voor ziekenhuizen in 2012 definitief inwisselen voor een betaling per behandeling. Uit het onderzoek van de NZa bleek echter wel dat een einde is gekomen aan de jarenlange daling van de wachtlijsten in de zorg. Dit komt omdat de vraag naar zorg sterk is gestegen. De omzet van zieken-
Hond ruikt darmkanker Honden kunnen darmkanker bij mensen vaststellen. Zelfs wanneer de ziekte nog in een vroeg stadium is. Dat blijkt uit een Japanse studie, zo meldt Gezondheidsnet. Onderzoekers lieten labradors ruiken aan de ontlasting en de adem van patiënten met darmkanker. De honden bleken even goed een diagnose te kunnen stellen als de artsen. Met de resultaten van het onderzoek hopen de wetenschappers dat darmkanker in een vroeger stadium vastgesteld kan worden, zodat de behandeling ook eerder kan beginnen. Uit eerdere onderzoeken bleek al dat honden ook baarmoederkanker, huidkanker en longkanker kunnen opsporen. Toch zal het lang duren voordat de dieren in de praktijk gebruikt zullen worden voor het stellen van diagnoses. Niet elke hond is namelijk even goed in het opsporen van kanker. Daarbij zijn de resultaten zijn te wisselvallig. In de toekomst willen de onderzoekers een ‘elektronische hondenneus’ ontwikkelen die hetzelfde kan als de echte hondenneus, maar betrouwbaarder is. Hiervoor moet eerst worden vastgesteld wat de honden precies ruiken. (AA)
Cao-overleg opgeschort
Niet duurder
De gevreesde kostenexplosie na de invoering van vrije prijzen, in 2006, bleef uit. Dat is vooral te danken aan privéklinieken, die verzekerde zorg leveren tegen een prijs die ongeveer vijftien procent lager ligt. Deze klinieken zetten in 2009 350 miljoen euro om, van de achttien miljard euro die in totaal in de ziekenhuiszorg omging. Hun aantal nam sterk toe.
Unithoofd Freek Dekker verwacht dat de stromen patiënten die Radiotherapie bezoeken beter beheersbaar worden dankzij de regisseurs. Per week komen er op de afdeling negentig tot honderd mensen binnen voor bestraling. Al met al zijn er gemiddeld 300 patiënten in voorbereiding tot hun behandeling en nog eens 350 patiënten in de behandeling zelf. De zorgpadregisseur gaat ervoor zorgen dat de nieuwe patiënten goed hun behandelingsproces ingaan en vervult ook de rol van aanspreekpunt. Zijn takenterrein strekt zich daarnaast uit tot bijvoorbeeld onderzoek van een nieuw protocol en de logistiek en technische gevolgen van invoering ervan. (JvdL)
Proef met regisseurs In juni gaat de afdeling Radiotherapie op kleine schaal een experiment uitvoeren met zorgpadregisseurs. Deze nieuwe functie moet schotten tussen disciplines en units weghalen. De regisseurs gaan behandelteams vanuit een patiënt of patiëntengroep aansturen. Het plan is om vier zorgpadregisseurs aan te stellen. Ze krijgen elk een eigen groep patiënten. Dat zijn: mensen met borstkanker, prostaatkanker, hoofdhalskanker en overige tumoren.
Het overleg over de nieuwe cao voor medewerkers van de acht UMC’s is opgeschort tot 21 maart. De vier werknemersorganisaties hebben aangegeven dat ze eerst hun achterban willen raadplegen. Het gaat om Abvakabo FNV, CNV Publieke Zaak, CMHF (Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen) en AC/FBZ (Ambtenarencentrum/ Zorgsector). De werkgeversorganisatie NFU ziet geen mogelijkheid om de lonen in 2011 te verhogen en verwijst daarbij naar het financieel zware weer. De loonsverhoging van 3,5 procent dit jaar heeft een zware last gelegd op de begroting van de UMC’s, aldus de NFU. “Deze loonsverhoging was achteraf gezien ruim en niet passend in het economisch klimaat,” stelt de federatie, die benadrukt dat er nog een groot aantal bezuinigingen aankomt, en al van kracht is. Abvakabo FNV vindt dat de voorstellen van de werkgevers leiden tot een verslechtering van de arbeidsvoorwaarden en bestempelt ze als ‘afbraakvoorstellen’. “De bonden hebben zich uitermate bescheiden opgesteld voor wat betreft de voorstellen om de CAO verder te verbeteren.”
Op de website van CNV Publieke Zaak kunnen werknemers hun reactie kwijt. Personeelsleden van het Erasmus MC maken daar ruim gebruik van. De mogelijke afschaf van de onregelmatigheidstoeslag is verpleegkundigen een doorn in het oog. De huidige CAO blijft van kracht tot er een nieuw akkoord is. (JvdL)
Persoonlijk verhaal Eind januari verscheen het boek ‘Misschien was je vandaag wel geboren...’ Yvonne Gebbe vertelt hierin dat zij en haar partner David Rozemeyer er bij de twintig-weken echo achter komen dat hun kindje een ernstige afwijking heeft. Ze besluiten de zwangerschap te beëindigen. Samen ervaren ze dit ieder op hun eigen manier: Yvonne door dagboeken bij te houden, David als fotograaf. Het boek gaat over het rouw- en verwerkingsproces van de keuze om bij een afwijkende uitslag de zwangerschap te laten afbreken. Yvonne Gebbe - die destijds in het Erasmus MC een uitgebreide echo liet maken en DNA afstond voor onderzoek -schrijft in een mail aan de Scannerredactie: “In de media is veel interesse in de discussie rond de twintig-weken echo. Ik laat in dit boek zien hoe mijn zwangerschap is verlopen en dat je niet zomaar besluit om het te beëindigen. Dit onderwerp heeft openheid nodig. Vandaar dit boek.” ‘Misschien was je vandaag wel geboren...’ € 24,95, ISBN: 978-90-89102-18-8 (AA)
WATT? Zet alvast in je agenda: woensdag 23 maart is er een energiebesparingmarkt: ‘WATT? Doe jij met energie’. De markt staat tussen 12.00 tot 13.00 uur in het Auditorium van de centrumlocatie. Alle medewerkers zijn welkom. Aansluitend is er tot 15.30 uur een bijeenkomst over de WATT-campagne. Houd Intranet in de gaten voor meer informatie over het programma. (AA)
Werelddekking Voor medewerkers die zakelijke reizen naar het buitenland maken, is sinds begin van dit jaar een nieuwe reisverzekering afgesloten door het Erasmus MC. De verzekering heeft werelddekking en dekt schade als gevolg van ongevallen, annulering, persoonlijke aansprakelijkheid, kosten van rechtsbijstand en verlies of schade van bagage. Een verzekeringsbewijs en de verzekeringsvoorwaarden kunnen worden afgehaald worden bij de balie van de salarisadmistratie (Z-311). De balie is op werkdagen geopend tussen 9:00 en 16:00 uur. Een gescand exemplaar aanvragen kan ook via salarisadministratie@ erasmusmc.nl of toestel 31900. (AA)
Darmdialogen Over je stoelgang praten, is lastig. Darmkanker is dan ook een ziekte die binnen de taboesfeer valt. De Maag Lever Darm Stichting (MLDS) komt om het onderwerp bespreekbaar te maken, samen met artsen- en patiëntenorganisaties met een rondreizend theater ‘De Darmdialogen’, een vrolijke en informatieve voorstelling vol lach, zang en dans met een duidelijke boodschap. Het theatergezelschap doet Rotterdam aan in maart: op de zesde is er een voorstelling in het Maasstadziekenhuis, op 21 maart om 20.00 uur in het Erasmus MC. De toegang is gratis. Meer informatie en aanmelden via www.darmdialogen.nl. (AA)
achtergrond
3 Scanner • maart 2011
arbeidsvoorwaarden af te spreken met de vakbonden. Dat was in 1996 een eerste grote mijlpaal.” “De honoreringsregeling van medische specialisten is een tweede. De NFU heeft geregeld dat specialisten voor honderd procent in dienst kwamen en daardoor een plek kregen binnen de cao. Verder is er een gemeenschappelijke ziektekostenregeling en een gezamenlijk functiewaarderingssysteem dat helemaal gericht is op UMC-personeel. Iets wat op dit moment speelt is het pensioendossier (zie ook het artikel ‘Weg bij ABP’ op de voorpagina, red.). Ook wordt er steeds meer samengewerkt op inhoudelijk gebied in patiëntenzorg, onderzoek, opleidingen en onderwijs. Een voorbeeld? De gemeenschappelijke eindtermen voor de basisopleiding geneeskunde. Of het parelsnoerinitiatief, een ketting van biobanken waarin gegevens en materialen van patiënten rond een bepaald ziektebeeld verzameld worden voor de ontwikkeling van nieuwe behandelingen.”
De NFU over de vergrijzing
‘NFU is strik om UMC’s’
Eén voor de acht! De acht Nederlandse universitair medische centra opereren onder één vlag: de NFU. Maar wat is de NFU en wat merken wij er van? Scanner ging op bezoek bij het kantoor in Utrecht en sprak daar met directeur Jacques Landman. Tekst: Anneke Aaldijk, Gert-Jan van den Bemd Fotografie: Gert-Jan van den Bemd
“D
e NFU is een brancheorganisatie met acht leden; de UMC’s in Amsterdam (twee keer), Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht. Dat is uniek. Andere brancheorganisaties in de zorg - zoals die van de algemene ziekenhuizen of de verpleeghuis- en thuiszorgorganisaties - hebben tientallen of zelfs honderden leden. Onze acht leden zijn natuurlijk wel kolossaal. In de UMC’s werken meer dan 65.000 mensen, dat is echt mega.” “Wij behartigen de belangen van de UMC’s. De onderwerpen zijn heel divers, van opleidingen, onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg tot arbeidsvoorwaarden. De NFU is namelijk ook een werkgeversvereniging. Het hoogste gezag is het bestuur; de acht voorzitters van de Raden van Bestuur van de UMC’s. Het
motto is: voor de leden, door de leden. De NFU heeft daarom gekozen voor een klein bureau met slechts zestien mensen. Zij zijn als een spin in het web overal bij betrokken, faciliteren de processen en koppelen terug naar bestuurlijke vertegenwoordigers. Het is niet zo dat wij, zoals je vaak bij klassieke koepelorganisaties ziet, beleid verzinnen en dat vervolgens bij de UMC’s over de muur kieperen. Bestuurders en medewerkers zijn zélf degenen die invulling geven aan zaken die we in NFU-verband oppakken. Dat willen we graag zo houden. In de UMC’s werken tenslotte topmensen. Het is mooi om daar als NFU een strik om te kunnen binden en het zo te kunnen presenteren, het zo op de markt te kunnen zetten.”
De NFU over de doelen “De doelen worden bepaald door het NFU-bestuur. Zij bedenken dingen, zetten richtingen uit en worden daarbij geadviseerd door zogenaamde bestuurscommissies waar collegae of andere leden uit de Raden van Bestuur in zitten. Omdat UMC’s een innovatieve oftewel vernieuwende bedrijfstak zijn, is er vaak een prikkel om iets gemeenschappelijk op te pakken. Natuurlijk zijn de belangen niet altijd hetzelfde. Wanneer de ideeën tegenstrijdig zijn of als één of twee leden geen voorstander zijn, wordt iets geen NFU aangelegenheid. Het werkt simpel: er moet draagvlak zijn, anders kun je niets.” “Overigens zien we dat draagvlak er steeds vaker is. De UMC’s bestaan al heel lang. Dat was een hele tijd vanzelfsprekend, maar tegenwoordig kun je niet meer zeggen: ‘Omdat we er zijn, blijven we’. De druk van buiten om je bestaans-
“Door het ouder worden van de bevolking krijgen we te maken met een groter aanbod van patiënten. Je moet dus met minder mensen en middelen meer doen. Dat betekent dat je het proces efficiënter moet inrichten. Als NFU kijken we kritisch naar de basisopleiding en de vervolgopleiding. Hoe kun je medisch specialisten voor de toekomst opleiden, zodanig dat je meer rendement hebt? Is er bijvoorbeeld niet meer behoefte aan generalisten, in plaats van superspecialisten? Daar hebben we een discussienota over geschreven: ‘De geneeskundig specialist van straks’. Verder hebben we het ‘Nationaal Programma Ouderenzorg’, waarin we kijken hoe we met netwerken en door krachten te bundelen de zorg voor de ouder wordende patiënt kunnen verbeteren. We bieden ons bij de overheid ook aan om mee te denken over dit soort complexe vraagstukken. Vorige week hadden we nog een werkconferentie met topambtenaren van VWS (ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, red.) en OC&W (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, red.), waar een aantal hoogleraren uitleg heeft gegeven over de ouderenzorg.”
De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) zetelt op de Oudlaen 4 in Utrecht. De NFU deelt dit gebouw met zo’n veertien andere zorginstellingen. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen zit er bijvoorbeeld. “Handig”, vindt directeur Jacques Landman. “We kunnen gemakkelijk bij elkaar binnenlopen voor overleg.” Zelf zit hij, samen met vijftien andere NFU medewerkers - van stafen beleidsadviseurs tot secretaresses - op de tweede etage van het gebouw.
De NFU organiseert elke twee jaar een groot onderzoek naar patiënttevredenheid binnen de UMC’s. Dan sturen we de Kernvragenlijst Patiënttevredenheid Academische Ziekenhuizen (KPAZ) naar 80.000 patiënten. Dat onderzoek wordt op UMC-niveau uitgevoerd, maar ook op afdelingsniveau, waardoor dezelfde soort afdelingen van de diverse UMC’s zich onderling kunnen vergelijken. Je ziet dat het KPAZ-onderzoek gaat functioneren als een benchmark: het heeft een competitiewerking. Dat is een fraai voorbeeld hoe vergelijkende onderzoeken kunnen prikkelen om beter te gaan presteren.”
De NFU over bezuinigingen “We hebben acht UMC’s. Is dat te veel? De overheid stelt die vraag soms uit oogpunt van kostenbesparing. Die benadering is volgens mij niet de juiste. De infrastructuur is aanwezig en de patiënten die bij een UMC worden geholpen moeten ergens anders heen als je dat UMC zou opheffen. Een andere benadering is deze: moet je op al die acht plekken alle zorg blijven leveren in de huidige omvang? Die vraag ligt nu op tafel en we zijn er mee bezig. We moeten focussen op gebieden waar we excellent in zijn. Dat geeft een grotere kwaliteit van de zorg en een doelmatigheidswinst.”
De NFU over ranglijsten
recht waar te maken, is forser dan in het verleden. Dat leidt er toe dat we ons meer gezamenlijk willen manifesteren.” De UMC’s hebben bijzondere en zelfs wettelijk vastgelegde taken, waaronder de zorg voor en behandeling van patiënten met een topreferente (heel specialistische, red.) aandoening en het medisch wetenschappelijk onderzoek. Wij moeten steeds meer laten zien én hard maken wat we doen voor de extra financiering die we krijgen voor die bijzondere taken.”
De NFU over wat is bereikt “De samenwerking is begonnen op gebieden die voor de hand lagen. De arbeidsvoorwaarden bijvoorbeeld. Academische ziekenhuizen waren voorheen overheidsinstellingen die qua arbeidsvoorwaarden onder het Rijksambtenarenreglement vielen. De overheid voerde ook voor ons personeel de cao-onderhandelingen met de vakbonden. Tot de Academische Ziekenhuizen en de vakbonden die onze medewerkers vertegenwoordigen zeiden: ‘We willen dat zelf doen. Wij weten wat voor onze medewerkers het beste is’. De overheid heeft toen de wet aangepast zodat wij - als eerste kleine overheidssector - zelf de bevoegdheid kregen om
“Ranglijsten zoals Elsevier die heeft gepubliceerd zijn door ons nauwkeurig bestudeerd. Methodologisch mankeert daar vaak nogal wat aan. Dat verklaart ook de enorme verschillen: een ziekenhuis dat het ene jaar heel hoog staat, kan het jaar erop heel laag in de ranglijst eindigen. Ook is de score in de lijstjes heel verschillend. Het is een natuurlijke neiging om bij een hoge score in de ranglijsten wat harder te roepen dan wanneer je wat lager staat. En je moet de prikkel die daar vanuit gaat ook niet onderschatten. Dat de acht UMC’s van elkaar zien hoe ze onderling scoren, daar wordt intern ongetwijfeld over gesproken, maar wij hechten toch meer waarde aan betrouwbare onderzoeken.
De NFU over de cao “We hebben drie jaar geleden een langdurige cao afgesloten. Vervolgens brak de economische crisis uit. Dat betekende dat, op grond van afspraken die we drie jaar geleden hebben gemaakt, we in 2010 nog een loonsverhoging moesten doorvoeren en een materiële verbetering van de arbeidsvoorwaarden die twee procent meer was dan bij de ons omringende cao’s van algemene ziekenhuizen of andere gezondheidsinstellingen. Als werkgevers zijn we daardoor ‘in de min gaan lopen’. Je moet toch je boekhouding op orde hebben en vanuit die positie zijn we nu in onderhandeling met de vakbonden. De relatie met de bonden is gelukkig goed. Maar we moeten ook kijken naar de bezuinigingen die op ons afkomen en constant afwegen: wat is verantwoord? Zestig tot zeventig procent van het geld dat we uitgeven gaat naar het personeel. Een procentje daar bovenop betekent toch een hoop extra geld. We willen zeker een cao die kan concurreren met andere cao’s. Dat zijn we in de afgelopen jaren zeker geweest en daar zullen we ook nu op inzetten.”
collega’s
4 Scanner • maart 2011
ooyenntrum locatie ce lie den R
Nel
k OK r logistie fadviseu
sta
Wie is Nellie? Ik ben 51 jaar en ik woon in Dordrecht.
Wat doe je voor werk? Samen met mijn collega Frederike Ouderkerk ben ik coördinator van de logistiek van materialen die nodig zijn op de OK. Wij zorgen ervoor dat iedere dag weer, alle benodigde materialen aanwezig zijn voor de operaties die op de OK 12 Noord worden gedaan. Van verband en pleisters tot een goed uitgeruste crashcar en protheses in alle soorten maten.
Hoe ziet jouw dag eruit? Iedere dag is anders. We hebben regelmatig met spoedbestellingen te maken of zaken die anders lopen dan gepland. Dan is het aan ons om het probleem op te lossen zonder dat de patiënt daar enige hinder van ondervindt. Als je de OK zo ziet, is het een geoliede machine, maar achter de schermen zit er heel veel tijd en werk in om het zo te krijgen.
Doe je dit werk allang? Ik ben op mijn zeventiende bij het voormalige Dijkzigt Ziekenhuis begonnen met de opleiding tot ziekenverzorger. Van daaruit heb ik de verpleegopleiding gedaan en ben vervolgens door het toenmalige hoofd van OK, Nel Kreeft, overgehaald om ook nog de opleiding OK-assistent chirurgie te doen. Vervolgens heb ik een paar jaar als praktijkopleider gewerkt, dertien jaar als teamleider van de OK-assistenten en nu alweer tien jaar als logistiek coördinator.
WIE = WIE Tekst: Vivienne Schiks beeld: Alain gil gonzalez
Henk L
mede
e
werk embor er Be stel- e g n Info rm
atie L
Met bijna dertienduizend medewerkers en meer dan tweeduizend studenten is het Erasmus MC een grote organisatie. De truc om je daar toch thuis te voelen, is mensen leren kennen. In elke Scanner laten we twee medewerkers of studenten aan het woord.
oket
Wie is Henk? Ik ben 57 jaar, ik ben getrouwd met Jannie en we wonen in Gouda.
Wat doe je voor werk? Ik werk bij het Bestel- en Informatie Loket. Wij zetten aanvragen van clusters en verpleegafdelingen om in orders richting de leveranciers. We hebben veel te maken met OK’s en de rondleiding die Nellie (zie andere kolom) heeft georganiseerd was dan ook heel nuttig om een goede indruk te krijgen hoe het daar reilt en zeilt.
Is dit het werk dat je altijd hebt willen doen? Ik werk sinds drie maanden bij het Erasmus MC. Ik heb hiervoor 38 jaar bij KPN gewerkt als projectleider. Dat was een drukke en leuke baan maar na de zoveelste overname en reorganisatie vond ik het tijd om wat anders te gaan doen. Ik wilde graag de zorg in om iets nuttigs bij te dragen en niet uitsluitend commercieel bezig te zijn.
Hoe bevalt het? Ik moest in het begin erg wennen. Ik had altijd een hele vrije en gevarieerde baan en nu zat ik ineens hele dagen achter een beeldscherm. De eerste maand ben ik af en toe het ziekenhuis ingelopen om even te zien waarvoor ik het allemaal deed. Inmiddels heb ik mijn draai gevonden en vind ik het heel leuk om een positieve bijdrage te kunnen leveren aan het reilen en zeilen in het ziekenhuis.
Waar ken je Henk Leemborg van?
Merk je een cultuurverschil?
Henk (zie andere kolom) werkt bij het bestel- en informatiepunt, waar wij dagelijks contact mee hebben. We hebben recent een aantal mensen van deze afdeling op de OK uitgenodigd en rondgeleid. We wilden dit graag doen om hen meer inzicht te geven in hoe belangrijk het werk is wat ze doen.
Jazeker, bij een commercieel bedrijf als KPN ga je pas naar huis als het werk af is. Dat was hard werken maar ook heel bevredigend. Het is hier allemaal wat ambtelijker en het zou van mij soms wat vlotter mogen gaan. Maar ik heb wel het idee dat we hier aan belangrijk werk bijdragen en de sfeer op de afdeling is prima.
Voor wie heb je bewondering? Ik ben bijzonder trots op mijn vader. Hij is een eerlijk en rechtvaardig mens met hele brede kennis en een groot doorzettingsvermogen. Sinds zes jaar woont hij in een verzorgingstehuis. Na alles wat hij heeft meegemaakt, moest hij zijn leven in de handen van vreemden leggen. Dat was een hele verandering. Toch blijft hij altijd positief.
Wat is je favoriete restaurant? Op Het Groothoofd in Dordrecht zitten diverse leuke zaakjes, zoals Hotel Bellevue. Het is het punt waar drie rivieren bij elkaar komen, dus heb je een leuk uitzicht op de havens en boten. Ik ga daar graag wat eten of drinken. Het is echt waar wat ze zeggen: ‘Hoe dichter bij Dordt, hoe leuker het wordt’.
Wat zijn je hobby’s? Ik heb een brede interesse, ik wandel en lees graag en hou erg van muziek. Ik probeer ook graag nieuwe dingen. Zo ben ik op m’n veertigste op stijldansen gegaan en op mijn vijfenveertigste begonnen met saxofoon spelen. Ik vind het leuk om zo bezig te blijven.
Wat is je favoriete vakantie? Ik ga graag naar Engeland en Schotland. Ik boek dan meestal een groepsreis waarbij je ook veel vrijheid hebt om je eigen gang te gaan. Toch hoef ik echt niet ieder jaar weg. Voor mij is vakantie ook lekker thuis zijn, vrij om te doen waar ik zin in heb.
Typisch Nellie? Daadkrachtig, enthousiast, gevoelig en sociaal en ik kan niet goed tegen onrecht. Als er iets niet goed gaat op het werk, zal ik het altijd eerst oplossen. Maar als ik onrechtvaardig behandeld ben, vergeet ik dat niet en kom ik er wel op terug.
Wat doe je in je vrije tijd? Ik werk als instructeur bij een hondensportvereniging, van puppytraining tot de vergevorderden. Ik houd van honden en het is heerlijk om op die manier met ze bezig te zijn. Daarnaast werk ik ook als gastheer/portier in de schouwburg in Gouda. Ik ontvang de mensen, begeleid zo nodig de artiesten, fungeer als vraagbaak en doe na afloop iedereen weer uitgeleide.
Voor wie heb je bewondering? Ik heb veel bewondering voor mensen die zich belangeloos inzetten om anderen te helpen. Vorig jaar ben ik begeleider geweest van een Roparunploeg. Ik neem mijn petje af voor de mensen die dat evenement organiseren. Ieder vrij uurtje dat ze hebben, steken ze erin, om maar zoveel mogelijk geld op te halen voor de zorginstellingen die ze daarmee financieel ondersteunen.
Wat is je favoriete vakantie? De laatste jaren gaan we zo’n twee keer per jaar naar Zwitserland. ’s Zomers om te wandelen, ’s winters om te skiën. In Zwitserland word je als toerist goed behandeld. De mensen zijn wat stug, maar geven je wel het gevoel welkom te zijn. We zijn nu net weer terug van een heerlijk weekje skiën.
Typisch Henk? Ik ben geïnteresseerd in mensen, opgewekt, toegankelijk maar soms ook moeilijk. Dat laatste is omdat ik me snel erger. Voorheen, als iets even niet soepel ging of mensen dingen deden die ik niet oké vond, kon ik altijd snel boos worden. Dat gaat tegenwoordig wat beter. Sinds ik drie jaar geleden een burn-out heb gehad, ben ik een stuk rustiger en kan ik beter relativeren.
interview
5 Scanner • maart 2011 Latour verzamelde gegevens via de IC Kinderen van de acht universitair medische centra in ons land. In het Erasmus MC vergaarde hij bovendien data op de afdeling IC-Neonatologie. De zorgonderzoeker interviewde ook vaders en moeders van 41 kinderen. Een van zijn doelen was verschillen boven water te krijgen in de beleving tussen professionals en ouders. Wat is op een IC belangrijk voor de ene groep en wat voor de andere? Die kennis kan artsen en verpleegkundigen helpen de zorg nog beter te maken en de ouders nog meer tevreden te stellen. ‘Wellicht moeten wij, zorgverleners, accepteren dat de ouders onze externe auditors worden van onze geleverde zorg’, zo luidt een passage in de uitnodiging voor een door Latour georganiseerd symposium op de dag van zijn promotie.
Eerlijk en slecht “Ouders blijken meer en vaker te willen geïnformeerd”, zegt hij. “Ze hebben liever dat ze eerlijk nieuws krijgen dat slecht is dan dat ze te weinig worden bijgepraat. Soms zag ik twee dagen lang geen arts, hoor je dan. Dat wordt vervelend gevonden. Ik merkte ook dat men veel meer wil weten over de toekomst van het kind. Nu ligt mijn dochter op de IC, maar hoe ziet het er straks allemaal uit wanneer ze thuis is?” Andersom hebben verpleegkundigen en artsen soms bovenaan hun lijst activiteiten staan die ouders weliswaar nuttig vinden, maar waaraan ze geen topprioriteit geven. Latour: “Dan krijgen vader en moeder bijvoorbeeld organisatorische informatie in plaats van het gewenste specifieke nieuws over hun kind. Een beetje overdreven gesteld: In die ruimte vindt u de koffieautomaat, meneer en mevrouw.”
Stress
Jos Latour: ‘Genezing kind gebaat bij minder stress vader en moeder’
Laatbloeier met inlevingsvermogen Van verpleegkundige tot promovendus. Van spring in ’t veld tot gedegen kracht. Zorgonderzoeker Jos Latour pleit voor partnerschap tussen professionals en ouders op de IC. Tekst: Gerben Stolk
D
it wordt gevaarlijk. Wil ik dat nog? Moet ik nu niet eens serieus worden? Jos Latour was een jonge dertiger toen hij besloot eindelijk het potentieel aan te boren waarover hij naar eigen overtuiging beschikte. Als tiener had de Limburger het vwo ingeruild voor de mavo omdat hij ondanks de jubelende studieadviezen te speels was om lang met zijn neus in de boeken te zitten. En als verpleegkundige op de IC van het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht had hij twee keer zomaar een sabbatjaar genomen. Eerst om per auto van de Domstad naar Ghana te rijden en er in het West-Afrikaanse land ook nog drie maanden te werken in een ziekenhuis. De tweede maal om een jaar te fietsen van Singapore naar New Delhi. Hij doorkruiste Maleisië, Thailand, Bangladesh en Nepal.
“Dat soort dingen ging rond 1990 nog zo gemakkelijk”, zegt hij. “Als je 10.000 gulden bij elkaar had verdiend, kon je weer een jaar weg. Ik weet nog dat ik terugkeerde uit Ghana. Ik belde met mijn oude afdeling in het Wilhelmina Kinderziekenhuis, en ’s avonds al kon ik mijn eerste dienst draaien. Mijn doel: zo gauw mogelijk opnieuw een jaar gaan reizen.”
Wales Maar goed. Na de tweede keer zei de in Hoensbroek geboren en in Valkenburg opgegroeide Latour dus tegen zichzelf dat hij ten langen leste zijn mogelijkheden moest gaan benutten. Hij ging verplegingswetenschappen studeren, gecombineerd in Utrecht en Cardiff, Wales. Ingebouwd tussen dozen vol promotieboekjes - zijn eigen promotieboekjes - vindt Latour zich ongeveer twintig jaar later terug
in zijn kamer in het Erasmus MC-Sophia. Het is eind januari, een maand voordat de zorgonderzoeker zijn proefschrift zal verdedigen. Een rokkostuum heeft hij daarvoor nodig. De inwoner van Amsterdam heeft overwogen er een te huren, maar nu staat zijn besluit vast: de frak, Limburgs voor rokkostuum, gaat hij kopen in een pandje langs een gracht in Delft.
Beetje geschrokken “Weet je dat ik tijdens mijn promotieonderzoek soms echt een beetje ben geschrokken van de verschillende prioriteiten van professionals en ouders?”, zegt de vijftigjarige. “In een van de onderzoeken kwam naar voren dat ouders het heel belangrijk vinden dat ze goede informatie krijgen over de medicijnen van hun kind. De vaders en moeders willen ook dat op tijd de juiste medicatie wordt gegeven. Dat is wat vaders en moeders het belangrijkst vinden wanneer hun kind op de IC ligt. Natuurlijk, verpleegkundigen en artsen hechten daar ook aan, maar in een ander onderzoek blijkt dat dit minder hoog op hun prioriteitenlijstje staat dan bij de ouders.”
De moraal van Latours verhaal: de zorgprofessional die rekening houdt met de door vader en moeder belangrijk geachte zaken, kan stress bij de ouders voorkomen, wat bevorderlijk is voor het genezingsproces van hun kind. “We zullen het niet wetenschappelijk kunnen onderbouwen, maar er bevindt zich nu eenmaal een onzichtbare link tussen ouder en kind. Heeft vader of moeder stress, dan beïnvloedt dat de patiënt. Met goede informatievoorziening kun je zoals gezegd veel winnen. Neem de overgang van IC naar een gewone kinderafdeling. Ouders maken zich dan zorgen, omdat er minder aandacht is voor hun zoon of dochter. Op de IC zit de hele dag een professional naast het bed van het kind, terwijl op die nieuwe afdeling vijf of zes verpleegkundigen beschikbaar zijn voor twintig jongens en meisjes. Maak de ouders duidelijk dat hun kind aan de beterende hand is en dat het juist een goed teken is dat er minder zorg nodig is.”
Toekomst
“Je leerde snel en je werd ook snel gehard. Op mijn achttiende maakte in mijn eerste reanimatie mee en ik was nog geen twintig jaar toen ik weleens tijdens een avonddienst de verantwoordelijkheid had over een afdeling met 36 patiënten. De kinderafdeling was mijn favoriete stage, vooral de peuters, kleuters en ernstig zieken. Op een keer, ik was denk ik twintig, overleed middenin de nacht een kind in mijn armen. Een ongeneeslijke hersentumor, Het klinkt misschien gek, maar dat was het moment waarop ik wist dat ik wilde gaan voor een carrière in de IC voor kinderen.”
‘Streven naar partnerschap professionals en ouders’ Waarom spreekt de discipline hem zo aan? “Vooral vanwege de dynamiek. Op een IC moet je niet alleen rap handelen, kinderen kunnen ook heel snel herstellen. In korte tijd doet iemand bijvoorbeeld een levensbedreigende longontsteking op, maar speersnel kan een kind er ook weer bovenop komen. Dat vind ik telkens weer net zo’n groot wonder als de meeste mensen een geboorte een wonder vinden. Op een IC heb je vaak veel bevrediging van je werk. Buitenstaanders denken weleens dat hier alleen maar kinderen overlijden, maar in werkelijkheid is in het Erasmus MC-Sophia het overlijdenspercentage lager dan vier.”
Verbetering Zeven jaar werkt Latour nu in het Erasmus MC. Nadat hij had besloten eindelijk te gaan studeren, was hij eerst verpleegkundig onderzoeker en IC-verpleegkundige in het Wilhelmina Kinderziekenhuis en later hoofd IC Kinderen in het VU medisch centrum in Amsterdam. Sinds december 2003 is hij zorgonderzoeker in het Erasmus MC-Sophia. In die functie verricht hij studies naar verbetering van verpleegkundige zorg. Latour, getrouwd met Cedric, heeft zich toegelegd op empathie, op invoelen. Hoe kunnen zorgprofessionals ouders van kinderen op de IC beter begrijpen en met hen samenwerken in het belang van de patiënt? Hij spreekt zelfs over partnerschap tussen beide groepen. “Sommige kinderen met een chronische aandoening komen bijvoorbeeld regelmatig terug naar de IC. In de thuissituatie krijgen zij medicijnen toegediend door de ouders, die inmiddels precies weten wat er moet gebeuren. Waarom zouden we die gewoonte doorbreken in het ziekenhuis als zowel kind als ouders het prettig vinden om alles rondom de geneesmiddelen te houden zoals thuis?”
Latour groeide op in een rooms-katholiek gezin met vier kinderen. Na de mavo volgde hij de verpleegkundige A-opleiding in het toenmalige De Wever-Ziekenhuis in Heerlen.
Joseph Maria Latour Geboren: 29 juli 1960, Hoensbroek 1978: mavo afgerond 1978-1982: verpleegkundige in opleiding De Wever-Ziekenhuis, Heerlen 1982-1986: kinderverpleegkundige Academisch Ziekenhuis Maastricht 1986-1990: (met tussenpauzen) IC Kinderen verpleegkundige Wilhelmina Kinderziekenhuis, Utrecht. 1990-1991: IC Kinderen verpleegkundige VU medisch centrum, Amsterdam 1992-1997: verpleegkundig onderzoeker en verpleegkundige IC Kinderen Wilhelmina Kinderziekenhuis 1997-2003: hoofd IC Kinderen VU medisch centrum 2003-heden: zorgonderzoeker Erasmus MC-Sophia
nieuws
6 Scanner • maart 2010
‘Zelf bepalen maakt gelukkig’ Medewerkers zijn over het algemeen tevreden met hun dienstrooster. Toch verwachten de meesten dat een andere manier van roosteren het werk nog leuker en efficiënter zal maken. tekst: Anneke Aaldijk
Doe-het-zelf Wil je op jouw afdeling ook anders gaan roosteren? Donderdag 31 maart tussen 16.00 - 18.00 uur organiseert de directie Personeel een informatiebij eenkomst voor unithoofden, rooste raars en andere belangstellenden. Medewerkers van de drie pilotafdelin gen en afdelingen die ervaring hebben met anders roosteren, komen hier over hun ervaringen vertellen. Adviseur Organisatieadvies en Ontwikkeling Hilde Wagter: “In het najaar ronden we het experiment bij de pilotafdelingen af. Op dat moment is er ook een Doe-het-zelfwerkboek en begeleiding beschikbaar voor afdelingen die aan de slag willen met anders roosteren.” Meer informatie via Hilde Wagter,
[email protected]
beeld door na te gaan hoeveel personeel je op welk moment van de dag nodig hebt en door medewerkers op andere tijden te laten werken. Daar zijn medewerkers zeker toe bereid. In ruil hiervoor willen ze wel meer invloed krijgen op hun rooster en diensten, zodat ze die beter kunnen afstemmen op de privésituatie.”
12-uurs dienst Sommige IC-medewerkers willen bijvoorbeeld 12-uurs dienst gaan draaien. Adviseur Organisatieadvies en Ontwikkeling Hilde Wagter: “Wanneer je drie dagen van twaalf uur werkt, krijg je daar een heleboel vrije tijd voor terug. Dat kan heel handig zijn. Anderen willen juist gaan experimenteren met aanvangstijden. Want waarom moet een vroege dienst altijd om half acht beginnen? Kan het bijvoorbeeld ook later, zodat medewerkers niet in de file hoeven staan?”
Wel afstemmen Afdelingen hebben in toenemende mate belangstelling voor anders roosteren. Sommige houden zich er zelfs allang mee bezig, zoals verschillende artsassistentenclubs. Een andere manier van roosteren vraagt echter wel om goede onderlinge afstemming. Een van de ideeën van de drie pilotafdelingen is om, naast het basisrooster, een deel in het rooster te maken waarop medewerkers kunnen bieden. Vervolgens wordt gekeken of het allemaal past en is er de mogelijkheid om onderling te ruilen. “Als je zoiets gaat doen, moeten medewerkers er achter kunnen staan en het gevoel hebben dat het rooster op een eerlijke manier ingedeeld wordt. Onderlinge afstemming en met elkaar over het rooster praten, is dus van groot belang”, aldus Wagter. “Medewerkers moeten met elkaar de dialoog aangaan. Dan weten ze ook van elkaar waarom ze op die ene dag liever niet werken, of juist wel. Of waarom de één graag langere diensten wil gaan draaien en een ander juist niet. Wanneer ze het met elkaar bedenken en oplossen, zullen ze soepeler zijn en eerder bereid zijn om elkaar wat te gunnen. Natuurlijk blijft er nog steeds een basisrooster en zal het unithoofd altijd een oogje in het zeil moeten houden. Maar de verantwoordelijkheid komt uiteindelijk ook steeds meer bij de medewerker zélf te liggen.”
Foto: Alain Gil Gonzalez
M
eer invloed op werktijden en meer verantwoordelijkheid op het werk is goed voor een mens. “Het motiveert en het levert een betere werk- en privébalans op,” zegt sectormanager bij de directie Personeel Hans Ferdinandus. “Daardoor krijg je ook meer energie om je werk goed te doen.” In het afgelopen jaar werd op drie afdelingen - Thoraxchirurgie, Centrale Sterilisatie en de IC-Neonatologie - onderzoek gedaan naar anders roosteren. Medewerkers konden hun mening geven over wat ze belangrijk vinden bij het maken van het rooster en op welke tijden en hoelang per dag ze willen werken. Ferdinandus: “De meesten blijken tevreden te zijn met de huidige gang van zaken. Desondanks gaven veel medewerkers en managers suggesties voor verbetering. De roosters en werktijden kunnen allemaal nog wel wat effectiever, zowel voor medewerkers als voor de organisatie. Een voorbeeld? Uit het onderzoek werd duidelijk dat bij de Centrale Sterilisatie op een bepaald moment van de dag te veel mensen op de afdeling zijn. Dat is niet handig: ze lopen elkaar in de weg en vervelen zich soms omdat er op dat moment onvoldoende werk is. Wanneer je op een andere manier naar het rooster gaat kijken, kun je dit voorkomen. Bijvoor-
‘Hotelsloten’ voor Sophia De tijd dat iedereen buiten kantooruren zomaar kon binnenlopen bij Medium Care Kindergeneeskunde, is voorbij. De afdeling is voortaan beveiligd met ‘hotelsloten’. tekst: Anneke Aaldijk
“W
e willen de veiligheid van onze patiënten en medewerkers vergroten”, aldus sectorhoofd Peter de Laat. “Het is niet meer van deze tijd dat wildvreemden die er niets te zoeken hebben, op de afdeling kunnen rondlopen. Daarom hebben we apparatuur aangeschaft die ook gebruikt wordt in hotels. We kunnen daarmee voor ouders een bezoekerspas program-
meren waarmee ze in de avond en nacht de deur kunnen openen. Het sensorslot op de deur - waar medewerkers met hun Erasmus MC-pas naar binnenkunnen werkt dan als een hotelslot. Wie geen pas heeft, moet aanbellen.”
Oogje in zeil Waarom de afdeling alleen buiten kantooruren op slot gaat? De Laat: “Overdag
En dan nu... verhuizen Als eerste naar de nieuwbouw! Die eer is in 2013 aan de afdeling Revalidatie geneeskunde en Fysiotherapie. tekst: Ellen Brand
Na de nekbreuk Laura Korver werd op 7 maart 2008 al fietsend geschept door een auto. Ze brak daarbij haar nek. In schilderijen verhaalt ze over het ongeluk, het masker dat ze moest dragen en haar langdurige revalidatie. “Ik zou het zo erg vinden als ze niet meer kon schilderen.” Laura hoorde dat haar man, Arthur, zeggen. Arthur maakte zich ernstige zorgen, fluisterde hij tegen vrienden en familie. Hij wachtte uren, daar op die ziekenhuisgang. Rommelde ongeduldig met zijn mobieltje, terwijl zijn vrouw in een kamer tussen klemmen werd gelegd. Laura (Den Haag, 1979) kan tegenwoordig weer schilderen. Het tweede werk dat ze na haar verkeersongeluk maakte, was een verbeelding van Arthur in die gang. Bezorgd kijkt hij toe hoe een arts de kamer van zijn vrouw binnengaat. Bijna drie jaar na haar ongeluk exposeert Korver op de polikliniek Neurochirurgie met een chronologische vertelling in schilderijen. ‘Haloframe’ heet de expositie, naar het ijzeren gestel dat met vier pinnen in haar schedel vastzat. Laura vertelt over de auto die haar aanrijdt, over het Haloframe en over het moment waarop ze, zonder frame, voor het eerst weer in de spiegel kijkt en bedenkt: ‘O ja, ik ben ook nog vrouw.’ Meer informatie: www.laurakorver.exto.nl (GJvdB)
is de receptie bemand. Dan hebben we meer zicht op wie binnenkomt. Verder lopen er veel meer verpleegkundigen rond die een oogje in het zeil kunnen houden. ’s Avonds en ’s nachts is er minder personeel en dus ook minder toezicht. Mensen die hier niets te zoeken hebben, konden dan te gemakkelijk de afdeling op. Nu lukt dat niet meer.” Medium Care Kindergeneeskunde bestond tot voor kort uit twee units, Noord en Midden. Deze units zijn samengevoegd tot één. De Laat: “Daarom hebben we nu één ontvangstbalie en één zusterpost, aan de noordkant van de gang. We hebben wel nog steeds twee ingangen.”
“I
k heb in de jaren zestig het oude Dijkzigt nog gebouwd zien worden, de verhuizing maakt de cirkel rond”, zegt afdelingshoofd Henk Stam. Al zijn tachtig medewerkers verruilen ergens in 2013 de kelder van het Ca-gebouw voor de derde verdieping aan de oostkant van het nieuwe gebouw. Stam verbaast zich over de snelheid waarmee het gebouw verrijst. “Het wordt bijna per dag hoger. Je kunt nu al zien waar de brug vanaf de nieuwe polikliniek gaat lopen naar de hal van de revalidatieafdeling.”
Patiëntenruimtes Zijn afdeling is al vrijwel helemaal voorbereid op de verhui zing. Stam legt uit dat de ruimte waar de medewerkers naar toegaan ingericht moet worden volgens de Patiënt Prominent gedachte. “Het is de bedoeling dat de patiënt snel en gemakkelijk zijn weg kan vinden en ook gaan we als hulpverleners zoveel mogelijk naar de patiënt toe in plaats van omgekeerd.” Volgens Stam zullen ook de lichtinval, kleur en aankleding van de ruimtes bijdragen aan de sfeer op de afdeling. “Alles is erop gericht om de patiënt en bezoeker op hun gemak te stellen.”
Het afdelingshoofd verwacht dat het niet alleen leefbaarder zal worden voor patiënten, ook medewerkers profiteren van de mooie, lichte werkomgeving.
In- en uitpakken Stam en zijn medewerkers hoeven geen speciale voorberei dingen te treffen voor de verhuizing. Wel ziet hij nog een aan tal hobbels waar een oplossing voor moet komen. “We hebben hier een mooi oefenzwembad. Daar is in de nieuwbouw geen ruimte meer voor. Waarschijnlijk zullen onze patiënten gebruik kunnen maken van het zwembad in het nabijgelegen Rijndam Revalidatiecentrum.” Helaas bestaat die mogelijkheid niet voor de oefenzaal. “Hier trainen mensen met hun rolstoel of leren ze lopen met hun protheses, een heel belangrijk onderdeel van revalidatie.” Voor die oefenzaal is in de nieuwbouw ook geen ruimte, maar de afdeling heeft nog een paar jaar de tijd om een oplossing te bedenken. Dat brengt Stam op zijn laatste zorg. Door de bezuinigingen is er voorlopig geen geld voor nieuw meubilair. Tijd om ervoor te sparen, is er ook niet. “Waarschijnlijk moeten we het gewoon doen met onze oude spullen. Dat geeft natuurlijk wel een beetje armoedige indruk in zo’n mooie nieuwe omgeving.”
Klein jongetje Stam kan zich nog goed herinneren dat hij als klein jongetje achterop de fiets bij zijn moeder het Dijkzigt ziekenhuis gebouwd zag worden. “Ik vind het prachtig om nu zelf nog een poosje in het nieuwe gebouw te werken.
nieuws
7 Scanner • maart 2010
Feest tegen aardbeivlekken De behandeling van ontsierende aardbeivlekken in het gezicht van kinderen kan stukken beter, vindt hoofd Kinderdermatologie Arnold Oranje. Om hiervoor geld in te zamelen organiseert zijn afdeling op donderdag 24 maart samen met de stichting Aardbeesie een swingend feest met bigband-muziek. Het feest is in het historische Koetshuis in Oud-IJsselmonde. De Rotterdamse Senioren Big Band speelt muziek van onder meer Glenn Miller. De sponsoractie wordt ondersteund door clown Bassie, die zelf een rode neus heeft, ‘maar daar kan je wel om lachen’. Ook ex-voetballers Roy Ma kaay en Ben Wijnstekers zijn ambas sadeur van de stichting Aardbeesie. Deze stichting heeft als doel geld in te zamelen voor onderzoek rond het ontstaan van hemangiomen (aardbeivlekken) en het ontwikkelen van betere therapieën. Kaarten: 65 euro per persoon.
Agenten bijgepraat over psychose Psychiatrisch verpleegkundigen hebben aan meer dan zestig Rotterdamse agenten die werken bij de telefonische noodlijn 112 voorlichting gegeven over mensen met een psychose. tekst: Joop van de Leemput
D
Laveren De politie in de regio Rotterdam-Rijnmond werkt met protocollen, maar die zijn niet altijd geschikt om mensen met een psychose goed te helpen en kunnen zelfs averechts werken. Bij waanideeën is het onverstandig deze te ontkennen, zegt afdelingshoofd Psychiatrie Witte Hoogendijk. “De kunst is om tussen de twee werkelijkheden te laveren. Een agent kan een beller serieus nemen zonder in de waan mee te gaan.” Sociaal psychiatrisch verpleegkundige Odilia Streep benadrukt het belang van goed luisteren en rustig reageren. “Iemand die werkt bij 112 zou bij een verward verhaal kunnen denken: ‘Daar heb je weer zo’n lastig mens’. Wij stimuleren de agenten even achterover te zitten, al hebben ze eigenlijk maar drie minuten per gesprek. Rustig blijven en doorvragen. Heel veel dingen doen de agenten intuïtief al goed.”
Rust scheppen Praktisch reageren helpt soms ook. Als iemand geheimzinnige mannen in zijn tuin meent rond te zien lopen, kan het helpen om even een politieauto langs te sturen. Het woordgebruik maakt eveneens
Het Erasmus MC wil ervan af: bij elke audit karrenvrachten documenten moeten opzoeken en aanleveren. En voor alles wat mis kan gaan een nieuwe controle in gang zetten. tekst: Joop van de Leemput
A
udits moeten voortaan slimmer en sneller. “Wij willen niet dat de ene helft van het Erasmus MC de andere helft loopt te controleren,” zegt afdelingshoofd van het Klinisch Chemisch Laboratorium Jan Lindemans, doelend op de komende inperking en stroomlijning van visitaties en audits. Ook elders zijn zulke geluiden te horen. Er moet een halt worden toegeroepen aan de almaar uitdijende controlepolitie binnen en buiten de gezondheidszorg. Paul Robben (instituut Beleid & Management Gezondheidszorg ) wees er in zijn oratie afgelopen zomer op dat meer dan een miljoen burgers hun brood verdienen in de controle-industrie.
Verhuisbus vol
Meer info en aanmelden: Sonja Coors: 06-51 21 37 83 of Jan Verkooijen: 06-21 51 26 25 (AA)
e voorlichtingsbijeenkomsten van de afdeling Psychiatrie (volwassenen) vloeien voort uit het initiatief van een agent wiens kind met een psychose was opgenomen in het Erasmus MC. Deze man vond dat de kennis over de aandoening binnen de politie verspreid moest worden. Veel agenten vinden zichzelf niet deskundig genoeg als ze via 112 te maken krijgen met ernstig verwarde bellers, die bijvoorbeeld menen dat ze worden achtervolgd door spionnen of stemmen in hun hoofd horen die zeggen dat ze van een gebouw moeten springen.
Controlezucht beteugeld
Het is jammer dat documenten voor audits en visitaties digitaal mogen worden aangeleverd. Zou dat in papieren vorm moeten, dan was voor sommige toetsingen een bakfiets onvoldoende. De auditoren zouden bij wijze van spreken een verhuisbus aan de ‘s-Gravendijkwal moeten voorrijden om alle benodigde documentatie mee te kunnen nemen. Overdreven? Voor de instellingsbrede accreditatie van het NIAZ zijn volgens een tussentijdse telling ruim zeshonderd documenten vereist - en de teller loopt door. Lindemans is voorzitter van de stuurgroep Coördinatie Audits. Hij constateert dat er steeds meer audits worden
aangevraagd. Het is een trein waar iedereen op wil meerijden. Zelfs voor wetenswaardigheden die met één druk op de computerknop te achterhalen zouden moeten zijn, wordt een audit aangevraagd. Bijvoorbeeld of alle medewerkers hun jaargesprek hebben gehad.
Afschaffen maar? Alle controle en toetsing afschaffen vinden veel professionals ongewenst. Dan blijven de zwarte gaten en witte plekken in het beleid, onderwijs, onderzoek en de patiëntenzorg onopgemerkt. Bovendien kán dat afschaffen niet eens: de verzekeraars eisen meer en meer informatie over kwaliteit en patiëntveiligheid. Zorginstanties die zulke gegevens niet op tafel kunnen leggen, lopen het risico af te vallen als leverancier.
Los van de verzekeraars, is het verzamelen en beheren van controledata wettelijk verplicht. Die zijn ook noodzakelijk om een certificaat te halen of een accreditatie te behouden. Lindemans: “Het Erasmus MC heeft op de werkvloer geen spontane traditie van processen systematisch in de gaten houden, uitzonderingen daargelaten, zoals bij beenmergtransplantatie. Men rekent ook bij ons een beetje op externe controle. Maar nog meer audits en visitaties invoeren is niet verstandig, want die zitten aan het einde van de lijn. Terwijl je voor vermindering van fouten en verbetering van kwaliteit aan het begin moet zitten: op de werkvloer, op de afdelingen.” Dat zelfcontrole moeilijk is omdat de zorg zo ingewikkeld in elkaar steekt, wil er bij Lindemans niet in. “De zorg is minder apart of gecompliceerd dan wordt geclaimd. Het grootste deel van ons werk is hetzelfde als dat van bedrijven. Voor Albert Heijn is introductie van zelftoetsing in alle filialen evenmin gemakkelijk geweest, maar in Zaandam hebben ze dat ook voor elkaar gekregen.”
Koe bij de horens Het Erasmus MC gaat de overlast van audits terugdringen: • Er komt een geïntegreerd auditsysteem: meer rendement, minder tijdbelasting. • Informatie en rapportages hoeven minder vaak te worden aangeleverd. • Mogelijk komt er een stop op nieuwe audits en krimpt het bestaande aantal. • Er komen meer auditexperts, de audits komen ook minder onverwacht. • Afdelingen blijven verantwoordelijk, dit past bij de decentrale besturing. • In de toekomst verschuiven audits van afdelingen naar thema’s. • De stuurgroep Coördinatie Audits (directie Financiën) trekt de kar.
verschil. Voor een verward iemand klinkt het aangenamer om naar een ziekenhuis te worden vervoerd dan naar een psychiatrische inrichting. Een van de doelen van de voorlichting is om cliënten rustiger bij het Erasmus MC binnen te krijgen. Streep: “Nu zijn de cliënten soms erg onrustig en verward. Met een goede benadering kan iemand hier misschien rustiger binnenkomen.”
Gesprongen Voor de mannen en vrouwen van 112 is het belangrijk om te horen dat hun handelen volgens een zorgprofessional correct is geweest, ook al is een gebeurtenis verkeerd afgelopen. Zo hoorde Streep het verhaal van iemand die de noodlijn had gebeld omdat ze stemmen in haar hoofd hoorde om van een gebouw te springen. De vrouw bleef via 112 herhalen: ‘Ik moet springen’ en deed dat uiteindelijk ook. De agente die deze vrouw te woord stond, had rustig geluisterd en geprobeerd om de vrouw van haar initiatief af te brengen. Volgens Streep heeft de agente gedaan wat ze kon.
Buiten de muren Unithoofd Zorg Justus Verbeek, die de voorlichting van de verpleegkundigen aan de politie begeleidt: “Als afdeling wil je graag dat je kennis ook buiten de muren van de kliniek komt. Daarnaast proberen we onze bijdrage te leveren aan een veilige samenleving. Wij denken dat onze voorlichting aan de politie, maar ook aan familieleden van de cliënt, het behandelresultaat uiteindelijk ten goede komt.” Hoogendijk wil de relatie van zijn afdeling Psychiatrie met de politie en ook het RIAGG versterken. Hij benadrukt het belang van goede contacten met de buitenwereld en aansluiting zoeken bij wat in de grote steden gebeurt. Dit zijn ook belangrijke elementen uit Koers ‘013.
Gratis symposium Het Congresbureau organiseert vrijdag 11 maart het CPO Symposium ‘Monitoring and Patient Safety in Investigator Initiated Clinical Trials’. Sprekers zijn Eric Boersma van de Medisch Ethische Toetsings Commissie, voormalig afdelingshoofd Cardiologie Maarten Simoons, Adam Cohen van het Centre for Human Drug Research en Ingrid Klingmann, European Forum for Good Clinical Practice. Erasmus MC-medewerkers en genodigden kunnen gratis deelnemen, wel is online registratie verplicht. Tijd: 9.30 - 13.00 uur, locatie: Auditorium Centrumlocatie. Informatie en registratie: www.hetcongresbureau.nl (congresagenda). (AA)
reportage
8 Scanner • maart 2011
Traumahelikopter kiest nachtelijk luchtruim “Het is als kijken door twee toiletrolletjes”, zo omschrijft verpleegkundige Petra van Asten het zicht tijdens vluchten bij donker met de traumahelikopter. Die vliegt voortaan ook ’s nachts. Tekst: Ellen Brand
I
n het gebouw van het Mobiel Medisch Team (MMT) van het Traumacentrum Zuid West Nederland op de Rotterdamse luchthaven gaan plotseling drie piepers tegelijkertijd af. Op de schermpjes verschijnt een melding van een zwaar ongeluk in de buurt van Leiden. Van Asten
haast zich naar de navigatiecomputer en tikt de locatie van het ongeluk in. Op het beeldscherm verschijnt de route en - minstens net zo belangrijk - de even tuele obstakels zoals hoogspanningsmasten of hoge gebouwen die de heli onderweg zal tegenkomen.
Op een andere computer bekijkt traumachirurg Oscar van Waes op Google maps waar vrije plekken zijn om straks te landen. Dat komt behoorlijk nauw. “Overdag kunnen we toe met een plek van 25 bij 25 meter, maar omdat ‘s nachts het zicht veel beperkter is, hebben we minimaal 25 bij vijftig meter nodig.” Piloot Gert Pierneef loopt in de tussentijd een rondje om de traumahelikopter en checkt of de techniek in orde is. Binnen een paar minuten is het driekoppige team, inmiddels voorzien van helm met nachtkijker, startklaar. Terwijl een Boeing van Transavia opstijgt naar verre oorden, zoekt de traumahelikopter in het duister zijn weg vanaf de ijskoude Rotterdam The Hague Airport, richting Leiden. Het team overbrugt de afstand binnen tien minuten.
Drie kilometer Vanaf februari mag de traumahelikopter van het Erasmus MC - de LifeLiner 2 - in navolging van het UMC St Radboud Nijmegen, ook ‘s nachts uitvliegen. De eisen zijn strenger dan overdag. Niet alleen is er meer ruimte nodig voor de landing, ook het zicht moet beter zijn, weet Pierneef. “Overdag is 800 meter genoeg, maar ‘s nachts moeten we drie kilometer ver kunnen kijken. Gelukkig hebben we goede nachtkijkers (speciale verrekijkers
die op de helm gemonteerd zijn, red.) tot onze beschikking.” Van Asten voegt hier aan toe dat ze zonder die kijkers vrijwel niets zouden kunnen zien. “Mét kijkers zijn ook details goed zichtbaar omdat het restlicht 25.000 keer versterkt wordt. Je kunt zelfs koeien in het weiland zien liggen.” Daar staat volgens haar wel tegenover dat kleuren zoals de blauwe ambulancelichten niet goed te onderscheiden zijn en dat alles een groene waas heeft. “En het blijft lastig om hoogspanningskabels in het vizier te krijgen. De masten zie je wel, maar de kabels niet”. Zowel de piloot als de verpleegkundige moet altijd voorzien zijn van de helm met nachtkijker, zodat ze samen kunnen bepalen hoe ze moeten vliegen en waar ze kunnen landen, licht van Van Asten toe. “De arts vliegt mee als passagier en moet het zonder kijker stellen.”
Flink getraind Het MMT - dat bestaat uit zes piloten, negen verpleegkundigen en elf artsen - is in de afgelopen maanden flink getraind op vliegen bij donker. Van Asten: “We zijn al eerder opgeleid voor de vluchten bij daglicht, maar met deze extra theorie en oefeningen zijn we goed voorbereid op het nachtelijk
luchtruim. Natuurlijk hebben we ook alle diploma’s gehaald.” Voorheen was het MMT, als zich ’s nachts een ongeluk voordeed, aangewezen op het speciale MMT voertuig. Voortaan is er een keuze tussen twee vervoersmiddelen. Pierneef: “Of we voor de helikopter of voor de auto kiezen, hangt af van waar we zijn moeten en hoe druk het is op de weg.” Hij voegt eraan toe dat de weersomstandigheden bij die keuze een belangrijke rol spelen. Die laten het lang niet altijd toe dat de helikopter uitvliegt. “Bij mist, laaghangende bevolking of sneeuwval, laten we het toestel aan de grond staan en pakken we de auto. Maar als de omstandigheden gunstig zijn, is de helikopter sneller ter plekke.” Is de helikopter eenmaal geland in de buurt van het ongeval, dan staan hulpdiensten paraat die de arts en verpleegkundige snel naar de slachtoffers vervoeren. Het enige nadeel dat Pierneef over de nachtvluchten kan bedenken, is dat de helikopter bij avond of nacht op minder plekken brandstof kan tanken. “Overdag zijn vliegvelden zoals bijvoorbeeld GilzeRijen open om te tanken, maar die zijn ’s nachts gesloten.”
Ongeluk bij Bijenkorf Traumachirurg Van Waes benadrukt hoe
9 Scanner • maart 2011
belangrijk het is om snel ter plekke te zijn. “Vooral binnen het eerste uur na het ongeval, kunnen we veel traumadoden voorkomen. We noemen dat ook wel het Golden hour, die tijd wordt gebruikt om het slachtoffer stabiliseren en alvast de eerste behandeling starten.” Het ongeluk in december in het gebouw naast de Rotterdamse Bijenkorf staat hem nog goed voor ogen. “Er kwam een melding dat er een verdieping was ingestort en dat er zes gewonde bouwvakkers waren. We gingen er met de heli op af en vonden een basketbalveldje in de buurt van het Centraal Station om te landen. De politie stond ons daar al op te wachten en bracht ons snel naar de plek des onheils. We konden meteen starten met behandelen en er stonden al zes ambulances klaar om de patiënten te vervoeren naar ziekenhuizen in de omgeving. De twee zwaarst gewonden werden naar het Erasmus MC gebracht.” “Als dit soort ongelukken ‘s nachts gebeurt, gaat het team er met de auto op af want in het donker mogen we niet landen binnen de bebouwde kom”, vult piloot Pierneef aan.
Niet elke patiënt In tegenstelling tot wat veel mensen denken, neemt de traumahelikopter lang niet elke patiënt mee. Van Asten: “Of we een slachtoffer zelf meenemen of dat hij met de ambulance naar het ziekenhuis gaat, hangt af van de aard van zijn verwondingen, de afstand tot het ziekenhuis en de drukte op de weg.” Soms zijn slachtoffers met de ambulance eerder in het ziekenhuis dan met de helikopter, weet ze. “Eer wij geland zijn op het helikopterdek van het Erasmus MC en de patiënt per ambulance vervoerd is naar de Spoedeisende Hulp, is er al aardig wat tijd verstreken.” Van Asten geniet van de diversiteit binnen deze functie die ze al ruim tweeënhalf jaar uitoefent. “Tijdens de vlucht assisteer
ik de piloot met navigeren en landen en als we eenmaal bij de slachtoffers zijn, ondersteun ik de arts bij het medisch handelen. Ik heb dus twee grote verantwoordelijkheden.” Ook de bijzondere categorie patiënten trekt haar aan. “We zien hier natuurlijk vooral patiënten die ernstig gewond zijn en dan gaat het ook nog eens vaak om kinderen. In mijn werk op de Haagse ambulance heb ik veel meer te maken met patiënten die voor buik- of hartklachten vervoerd moeten worden naar het ziekenhuis.”
Surfers De eerste voorjaarsdag met mooi weer is het volgens van Asten meestal heel druk. “Dat komt omdat motorrijders, wielrenners en windsurfers er dan massaal op uit trekken om hun hobby’s uit te oefenen. Ook zie je dan dat mensen klussen in en om het huis gaan doen. Dit leidt nogal eens tot ongelukken, merken wij.” Op de vraag of het team te maken heeft met agressie zoals ‘gewoon’ ambulancepersoneel dat nogal eens ervaart, antwoordt van Waes dat het relatief meevalt. “Natuurlijk is het weleens voorgekomen dat de helikopter belaagd werd door omstanders, bijvoorbeeld bij een geweldsdelict in de stad. Maar de politie is altijd tijdig op de hoogte en die geeft ons bescherming.” Wel ziet hij andere risico’s. “Omstanders lopen soms te dicht bij de helikopterwieken. Levensgevaarlijk. Vooral voor kinderen, ze kunnen wegwaaien.”
Gezellige plek Het MMT beschikt op de Rotterdam The Hague Airport over een gebouw met een gezellige huiskamer, een keukentje en diverse werkplekken. Hier bivakkeren de leden als zij er niet op uit hoeven. Op de eerste verdieping staan een paar bedden. Van Asten: “We kunnen hier dus slapen.” Verveling is er volgens haar niet bij. “We kunnen altijd nog wel dingen nazoeken, uitwerken of wat studeren.”
Eén van vier Het Erasmus MC werd in 1999 door het gezondheidsministerie aangewezen als een van de tien traumacentra in Nederland. Inmiddels zijn het er elf. Vier daarvan - waaronder het Erasmus MC – hebben een helikopterstandplaats om het Mobiel Medisch Team per traumahelikopter zo snel mogelijk te vervoeren. Het toestel vliegt op een hoogte van 300 tot 450 meter.
24 uur per dag paraat Tot voor kort maakte het MMT van het Traumacentrum Zuid West Nederland alleen overdag gebruik van de helikopter en in de nacht en avond van het speciale voertuig. Vanaf februari mag de heli ook in avond en nacht vliegen en is daarmee 24 uur per dag, zeven dagen per week ter beschikking van het MMT. Elk team, dat bestaat uit een piloot, een verpleegkundige en een arts, werkt twaalf uur achtereen. De piloten zijn in dienst van de ANWB. De verpleegkundigen werken bij verschillende regionale ambulancediensten. Zij worden voor een deel van hun tijd gedetacheerd aan het Traumacentrum Zuid West Nederland. De artsen worden geleverd door het Erasmus MC.
personeel
10 Scanner • maart 2011
What are you working on?
Yammer koppelt medewerkers van een bedrijf aan elkaar. Zij kunnen hierdoor bijvoorbeeld nieuws, links, documenten, meningen en informatie delen. Iedereen die deelneemt, heeft een profiel. Daarin is informatie te vinden zoals een foto, functie en waar de persoon aan werkt. Collega’s kunnen elkaar zo gemakkelijk vinden en bepalen bij wie ze moeten zijn met welke vraag. Via Yammer kan die vraag bovendien meteen gesteld worden. De Erasmus MC Yammer is vooralsnog experimenteel en er is geen interne eigenaar of beheerder. Daardoor kunnen er geen rechten worden ontleend aan het gebruik en geen garanties worden gegeven wat betreft beschikbaarheid, continuïteit, veiligheid en functionaliteit van het systeem. Over enkele maanden wordt het gebruik en de mogelijkheden van Yammer in het Erasmus MC nader worden bekeken. Daarbij zullen ook alternatieven worden overwogen.
Steeds meer medewerkers zijn actief op Yammer. Wat ze daar doen? “Het is vooral handig dat je kunt volgen waar collega’s mee bezig zijn.” Tekst: Anneke Aaldijk
W
iedereen gelezen kunnen worden, terwijl die op Yammer alleen toegankelijk zijn voor collega’s. De kernvraag en slogan van Yammer is: ‘What are you working on?’ (Waar werk je aan?). Het social medium selecteert medewerkers door alleen mensen in een groep toe te laten die een e-mailadres hebben van een bepaald bedrijf of organisatie.
ie op Yammer zit, weet bijvoorbeeld al dat er hard wordt gewerkt aan een overgang naar Windows 7 en naar een ander mail- en agendasysteem. Of dat directeur Facilitair Bedrijf Mirjam Hoekstra zich tijdens de directiedagen in februari afvroeg wie het Erasmus MC nou eigenlijk bedient. Maar ook dat bestuurder Anton Westerlaken fan is van het Amerikaanse sportevenement Super Bowl.
Handig
Voor wie geen flauw idee heeft waar het over gaat: Yammer is net zoiets als Twitter. Het belangrijkste verschil tussen die twee is dat bijdragen op Twitter door
Ook een snel groeiend aantal medewerkers van het Erasmus MC ‘Yammert’. Op de vraag waarom het interessant is om actief te zijn op dit medium, reageert adviseur communicatie Reinier Etienne:
Yammer tips • verstuur geen vertrouwelijke en privacygevoelige informatie. • gebruik nooit je netwerk-inloggegevens. • vul je profiel in en gebruik altijd zowel je voor- als achternaam. • voorkom dat je e-mailhandtekening wordt meegepubliceerd wanneer je een bericht stuurt vanuit je mail door twee koppeltekens (--) te plaatsen vóór je ondertekening. • liever niet worden overladen met berichten? Kies bewust voor het volgen van specifieke collega’s of groepen.
Experimenteel
“Het is vooral handig. Er wordt veel kennis uitgewisseld en je kunt snel zien waar allerlei collega’s momenteel mee bezig zijn. Het is echt een bron van informatie.” Etienne ontdekte Yammer in 2009 en nodigde toen al collega’s uit om mee te doen. “Ik was niet de eerste. Wichor Bramer van de Medische bibliotheek had een half jaar eerder ook al eens een testje gedaan in Yammer. Maar er was toen nauwelijks respons. Tot voor kort was de tijd blijkbaar nog niet rijp.”
Dwars door organisatie Vorige maand sloeg Yammer ineens wél aan bij een grotere groep. Niet zo gek, vindt Etienne. “Medewerkers zijn inmiddels veel meer bekend met social media als Facebook en Twitter dan ze in 2009 waren. Wat je ook ziet is dat er behoefte is aan een communicatiemiddel voor speci-
fieke groepen, en dan niet zozeer groepen rondom organisatieafdelingen, maar juist over afdelingen heen rondom thema’s en projecten. Het is leuk dat het medium dwars door de organisatie heengaat, waardoor ‘samenwerken en verbinden’ echt plaatsvindt. Ik kan volgen wie ik wil en op een gemakkelijke manier in contact komen met collega’s buiten mijn directe omgeving.” Manager organisatieadvies en ontwikkeling Liliane Rausch is een van de actiefste Yammers in het Erasmus MC. Net als Etienne is zij van mening dat het medium het ultieme middel is om collega’s in rap tempo te verbinden.
“Je leert snel veel mensen kennen en je krijgt een beter beeld waar iedereen mee bezig is. Wat ik er zelf mee doe? Ik deel informatie over waar Organisatieadvies en Ontwikkeling mee bezig is en wat wij kunnen betekenen voor collega’s in de organisatie. Bij anderen ‘haal’ ik eigenlijk hetzelfde: waar zijn zij mee bezig’, is dat interessant voor mijn werk, kan ik iets bijdragen?” MeeYammeren? Meld je aan op yammer. com. Gebruik je e-mailadres van het Erasmus MC. Kies wel een ander wachtwoord dan dat je gebruikt voor het Erasmus MC-netwerk.
MORREN Oefenen
WELKOM!
‘Helemaal op z’n plek’
Met enige tegenzin betreed ik de oefenzaal van de fysiotherapeut. Ik kijk rond. Er staan wat fitnesstoestellen en langs de kant liggen gewichten, stokken en nog wat attributen. Drie lotgenoten zijn al druk bezig. Qua leeftijd en gewicht zit ik dik onder het gemiddelde. Qua humeur ook.
Maar liefst tachtig nieuwe medewerkers sluit het Erasmus MC maandelijks in de armen. Scanner stelt telkens iemand voor. Van harte welkom, medisch assisterend medewerker Jaap Bongers (28). Tekst: Ellen Brand
“Hallo!” Een opgewekte jonge vrouw in blauwe bedrijfspolo komt op me af en stelt zich voor. “Yvette.” Ik speel direct open kaart. “Ik vind dit echt he-le-maal niks.” Ze kijkt me verbaasd aan. “Een paar jaar geleden heb ik fitness voor mijn rug gedaan. Ik zag er steeds tegenop om erheen te gaan, als ik er was vond ik het vreselijk en als ik klaar was dacht ik: ‘Oh nee, volgende week weer!’ En dat een jaar lang.” Yvette laat zich niet uit het veld slaan. “Nu, dan gaan we eens kijken hoe we het leuk kunnen maken.” Na wat administratieve dingetjes zet ze me op een fiets. Zes minuten. Het komt me nogal zinloos voor. Als ik naar het werk fiets ben ik veertig minuten onderweg. Wat voegen deze zes minuten daaraan toe? Als de fietstocht sur place morrend uitgereden is, leidt Yvette me onverstoorbaar monter door het programma heen. Verticale belasting is de inzet van vandaag. Squats, wat duwen en trekken op een apparaat, kleine gewichten. Juist ben ik bezig met het tillen van een stok als fysio Joop binnenkomt. Hij is degene die me - na een paar weken behandelen aan een hernia - hier naartoe heeft gestuurd. Yvette sist hem toe: “Hoe heb je haar zover gekregen dat ze hierheen kwam?!” “Gewoon, gezegd dat ze moest gaan.” Zijn valse grijns beantwoord ik met een vernietigende blik.
Dat Bongers met genoegen op het mortuarium werkt, is niet helemaal toevallig. Als kind groef hij al dode vogeltjes op uit de tuin om te zien hoe ze er na verloop van tijd uitzagen. Met enige zelfspot zegt hij dat er bij hem sprake is van een aangeboren afwijking. Vroeger op school liep hij het warmst voor de biologielessen. “Soms moesten we vissenkoppen, koeienogen of varkensharten ontleden. Ik kon me niets mooiers voorstellen.” Uiteindelijk was het zijn grootste wens om iets te gaan doen met deze fascinatie. Als hij terugkijkt, constateert hij dat hij recht op zijn doel binnen het Erasmus MC is afgekoerst.
Moord Maar eerst waren er een paar tussenstapjes. Na zijn opleiding op de Middelbare Laboratorium School in Arnhem kwam Bongers terecht op het pathologisch lab in Den Bosch. Daarna ging hij werken op het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Den Haag. “Daar assisteerde ik bij secties op lichamen van mensen die aan een onnatuurlijke dood, zoals moord of zelfmoord, waren overleden”. Maar ook moesten we DNA veiligstellen bij onherkenbare overledenen, bijvoorbeeld na een ramp of brand of bij mensen die al langere tijd dood waren. Zo konden we hen in een later stadium toch identificeren.” Na tweeënhalf jaar NFI solliciteerde Bongers op de functie van medisch assisterend medewerker in het mortuarium van het Erasmus MC en was hij meteen verkocht.
Rituele wassingen Wat het verschil is met werken bij het NFI? Weliswaar assisteert Bongers hier ook de patholoog bij het vinden van de doodsoorzaak, maar daarnaast verzorgt hij onder meer rouwbezoeken, rituele wassingen en ook de verzorging van de overledenen zelf. “We wassen ze, kappen hun haren en doen de nagels zodat ze er netjes uitzien. Dat is heel plezierig voor de nabestaanden.” Wat hij de laatste jaren wel geleerd heeft, is dat het leven snel afgelopen kan zijn. “Een ongeluk zit in een klein hoekje, dus geniet er nu van en wacht niet tot je 65 bent”. En genieten doet hij. Hij struikelt over allerlei hobby’s die hij in zijn leven gehad heeft. Onlangs is hij nog wezen abseilen van de Euromast. “Een geweldige ervaring.” Het enige nadeel dat hij kan bedenken van het werken in het mortuarium: leuke dames in de kroeg waren weleens wat minder gecharmeerd van zijn vak. “Geeft niets hoor, ik heb nu een fijne vriendin die het wel ziet zitten.”
Formulieren Eén ding wil Bongers nog graag even kwijt. “Het zou ons een heleboel schelen als de formulieren in de overlijdensenveloppen op de afdeling goed en volledig worden ingevuld”.
Ik ben klaar op het volgende toestel. “Zo, dat was het voor vandaag”, lacht Yvette. Voor mijn gevoel zijn we nog maar net begonnen. Ik kan nog best een poosje doorgaan. Eigenlijk wil ik zelfs nog wel even doorgaan. Maar dat laatste zeg ik natuurlijk niet hardop. Esther Morren
Fruit van de baas Werkgevers moeten hun medewerkers gratis fruit aanbieden. Tenminste, dat vindt bijna de helft (46 procent) van de werkende Nederlanders, zo blijkt uit onderzoek van cateraar Eurest. Vooral jongere werknemers tussen de 16 en 34 jaar (50 procent) en vrouwen (55 procent) vinden dat de werkgever gratis appels, kiwi’s en bananen moet verstrekken. Uit hetzelfde onderzoek komt naar voren dat de vraag naar gezonde voeding op het werk groot is. Ruim 61 procent van de 637 ondervraagden vindt zelfs dat de werkgever gezonde voeding op het werk zou moeten stimuleren. Ook uit recent onderzoek van het Voedingscentrum blijkt dat 67 procent van de Nederlanders voorstander is van bedrijfsrestaurants en sportkantines met alleen gezonde voeding, om overgewicht tegen te gaan. 28 procent van de mannelijke werknemers zegt thuis doorgaans gezonder te eten dan op het werk. Bij vrouwen ligt dit percentage aanzienlijk lager (7 procent). Ruim een kwart van de mannelijke werknemers geeft toe de verleiding van snacks als lunch vaak niet te kunnen weerstaan. En van de vrouwen kiest 10 procent te vaak voor een ongezonde snack tijdens de lunch. (AA)
nieuws
11 Scanner • maart 2011
DE KWESTIE
Beroepsgeheim? Boef of weldoener: elke patiënt van het Erasmus MC moet erop kunnen vertrouwen dat zijn gegevens niet worden doorgespeeld aan derden. Wat zeg jij als iemand om informatie over de patiënt vraagt? Tekst: Ellen Brand Beeld: Alain Gil Gonzalez
Jochem Oosting sectormanager afdeling Juridische Zaken
Recht op ‘nee’ tegen politie Medewerkers kunnen hun kaken op elkaar houden wanneer politiemensen vragen om patiëntinformatie. Hun medisch beroepsgeheim gaat boven waarheidsvinding. Tekst: Gerben Stolk
P
olitieagenten die aan een arts vragen, of vandaag een patiënt met een bepaalde nationaliteit is binnengebracht. Of die tegen een verpleegkundige zeggen dat ze even willen spreken met iemand die in een ziekenhuisbed ligt. Of die een kinderdokter verzoeken hun vermoeden te bevestigen dat het door hem geholpen meisje het ziekenhuis in is geslagen door de vader of moeder. Steeds meer medewerkers worden geconfronteerd met dit soort situaties. Omdat het geen alledaagse verzoeken zijn, weten ze soms niet wat ze moeten doen. Of ze weten wel hoe te handelen, maar zwichten voor de politie.
Contactpersonen “Medewerkers kunnen zeggen dat zij helaas geen medewerking zullen verlenen”, zegt advocaat Marie-José Blondeau van het Erasmus MC. “Of, beter nog, ze geven het politieverzoek door aan een van de contactpersonen hierover in huis op de afdeling juridische zaken. Dat zijn Eliäne Vervoordelonk-Meuleman en ik.” BIG-geregistreerde medewerkers kunnen zich voor de rechter beroepen op hun verschoningsrecht. Blondeau: “Wie met patiënten werkt, heeft een medisch beroepsgeheim. Wie niet direct met patiënten werkt maar wel over informatie beschikt, bijvoorbeeld een beveiliging- en
Protocollen Meer weten over de protocollen en regels die voor zorgprofessionals gelden wanneer de politie verzoekt om patiëntinformatie? Zoek via intranet op ‘Kwaliteitsinformatiesysteem’. Behalve de Handreiking Beroepsgeheim zijn hier ook het Convenant Veilige Zorg, de Gedragsregels Erasmus MC en de Rotterdamse meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling met het voor ziekenhuizen erbij behorende Implementatiedocument in te zien.
bewakingsmedewerker, heeft een afgeleid beroepsgeheim.” Dat klinkt duidelijk, maar in de praktijk kan het anders lopen. Blondeau vertelt dat een arts onlangs toch toegaf. “Zij voelde zich geïntimideerd. De politie bezocht een aantal ziekenhuizen in de hoop er een patiënt met een bepaalde nationaliteit te vinden. Ligt hij bij jullie? Aanvankelijk hield de arts voet bij stuk om niets te zeggen, maar ze heeft uiteindelijk meegewerkt nadat de agenten nogal dwingend opmerkingen hadden gemaakt in de trant van: Je moet antwoord geven en Wij moeten hier gewoon ons werk kunnen doen. Nogmaals: benader in dit soort situaties de contactpersonen van het Erasmus MC.”
“Iedereen die hier werkt, heeft een beroepsgeheim. Dus niet alleen artsen of verplegend personeel, maar ook medewerkers van het magazijn of de linnenkamer. Die hebben een zogenoemd afgeleid beroepsgeheim. Dat betekent dat je geen informatie over patiënten naar buiten brengt. Dus stel dat de politie zich meldt bij een afdeling met de vraag of er de afgelopen nacht iemand met een schotwond is opgenomen, dan mag een medewerker daar geen antwoord op geven.” “Soms kan dit leiden tot lastige situaties. Wat doe je als je sterke vermoedens hebt dat een patiënt een moordaanslag aan het beramen is? Of wanneer je zeker weet dat een kind slachtoffer is van mishandeling? In dat geval moet je een goede afweging van verschillende belangen kunnen maken. Wij raden medewerkers aan in elk geval te overleggen met onze afdeling. Wij zijn 24 uur per dag bereikbaar.”
Bram de Winter senior verpleegkundige afdeling Spoedeisende Hulp “Soms belt er iemand met de vraag of zijn zoon hier ligt. Dan probeer ik, voordat ik antwoord geef op de vraag, eerst te achterhalen of ik echt de vader aan de telefoon heb. Hij valt door de mand als hij de geboortedatum van zijn vermeende zoon niet kent. In zo’n geval maak ik de beller natuurlijk niets wijzer. Als de politie hier op de stoep staat, mag ik wel informatie geven over een patiënt die zojuist een ongeval heeft gehad. Maar als het om iemand gaat die betrokken is bij een schietincident, kan ik dat niet zomaar doen.” “We hebben hier ook gewoon onze burgerplichten en die kunnen weleens lijnrecht indruisen tegen het belang van de patiënt. Stel dat wij net een dronken automobilist hebben opgelapt en zo iemand geeft te kennen dat hij weer achter het stuur wil plaatsnemen. Dan is het de vraag of je dat laat gebeuren of toch de politie belt. Voor mij geldt in dat geval dat mijn burgerplicht vóór het beroepsgeheim gaat.”
Cobie Koekebakker verpleegkundige Intensive Care “Ik geef alleen informatie aan een contactpersoon, of dat nu van de familie is of van de politie. Soms krijgen we hier patiënten van wie we geen persoonlijke gegevens hebben, meestal zijn dat slachtoffers van een ongeluk. Dan bellen we de contactpersoon van de politie, die vaak al op de hoogte is omdat collega’s bij het ongeluk aanwezig waren. Maar het komt ook voor dat hier een reguliere patiënt (bij wie geen sprake is van verdachte omstandigheden, red.) wordt opgenomen zonder dat we namen van familieleden hebben. Ik heb ooit weleens de mobiele telefoon van zo iemand doorzocht op zoek naar namen van familieleden of bekenden. Wel vraag ik altijd even aan een arts of ik die persoon mag bellen.” “Wanneer we vragen van derden krijgen over een patiënt met een schot- of steekwond, geven we nooit zelf antwoord maar verwijzen naar de dienstdoende arts. Die moet bepalen wat hij wel of juist niet doorgeeft.”
Andere uitgangspunten Blondeau benadrukt dat het Erasmus MC hecht aan een goede relatie met de politie en het Openbaar Ministerie, maar dat de uitgangspunten van de drie organisaties nu eenmaal niet altijd hetzelfde zijn. “De politie en het OM richten zich op opsporing, vervolging en waarheidsvinding. Een medisch centrum in Nederland heeft onder meer de taak, dat een patiënt er voor hulp heen kan gaan zonder bevreesd te zijn dat informatie over zijn aanwezigheid in het ziekenhuis en zijn medische gegevens bekend worden bij anderen dan de hulpverleners.” Blondeau nuanceert: “Dat betekent niet dat het Erasmus MC per definitie ‘nee’ zegt tegen pogingen om de waarheid te achterhalen. Denk bijvoorbeeld aan het kind dat slachtoffer is van kindermishandeling. Wij kunnen dan de Forensische Polikliniek Kindermishandeling, door de overheid opgezet om onder meer het risico op recidive in te schatten, voorzien van de door ons verzamelde gegevens. Dat zou ertoe kunnen leiden dat het kind niet meer terug hoeft naar de ouders.” Met de politie geconfronteerd? Twijfel over wat te doen? Wend je tot Marie-José Blondeau via
[email protected] of Eliäne Vervoordelonk-Meuleman via
[email protected].
Jan Antonio teamverpleegkundige afdeling Acute Hulp Erasmus MC-Sophia “Als de politie of familie ons telefonisch vraagt of een kind hier is opgenomen, mogen we daar wel antwoord op geven, maar we zoeken niet zelf uit waar het kind ligt. Dat doet de portier. Wanneer wij een vermoeden hebben van kindermishandeling, geven we dat door aan het Goofy team, het kindermishandelingsteam hier in huis. Zij pakken dat verder op. Wij verschaffen daar nooit informatie over aan de politie, hoewel ze er soms wel om vragen.” “De politie komt hier ook weleens als er een ongeluk met een kind gebeurd is. Wij mogen hen geen medische informatie geven, we verwijzen dan altijd door naar de behandelend arts. Het komt ook wel voor dat de aanwezige ouders zelf aan de politie willen vertellen hoe het ervoor staat met hun kind. Dat staat hen vrij.”
Cees Rodenburg verpleegkundige afdeling Traumatologie “Wij krijgen hier regelmatig patiënten die slachtoffer of dader zijn van een geweldsmisdrijf. Laatst was hier iemand opgenomen na een steekpartij. Die had vierduizend euro in zijn onderbroek, het bloed zat er nog aan. We bergen dat geld netjes op in de kluis en als de patiënt met ontslag gaat, krijgt hij het bedrag weer mee. Hierover zullen we de politie nooit infomeren.” “Wanneer ik zou horen dat een patiënt een moordaanslag aan het beramen was, zou ik contact opnemen met een van onze stafartsen die de politiezaken voor zijn rekening neemt of met de afdeling Juridische Zaken. Soms krijgen we hier weleens patiënten die slachtoffer zijn van een afrekening. De familie wil dan niet dat we zijn naam op het whiteboard noteren, zolang de dader nog vrij rondloopt. Dat respecteren we altijd of we verzinnen een naam.”
reportage
12 Scanner • maart 2011
Op naar de top
5
Vijf dagen. Zoveel tijd kost het om één etage op de hoogste toren van de nieuwbouw te plaatsen. Dat is rap, maar de bouwers dromen van een nóg snellere procedure. “We willen het liefst naar vier dagen. Dat is nog een flinke uitdaging.” Tekst: Anneke Aaldijk, Gert-Jan van den Bemd
Fotografie: Levien Willemse
S
canner neemt een kijkje in de hoge toren. Marko Zwiers, werkorganisator bij Bouwcombinatie Nieuwbouw Erasmus MC, leidt ons rond. Een bouwlift brengt ons naar de zesde etage. Hier lopen blauwe, stalen buizen dwars door de ruimte (foto 1). “Deze constructies – die 3,5 ton per stuk wegen ondersteunen de hijsloods van ruim 600 ton”, aldus Zwiers. De hijsloods bestaat uit een platform met overkapping en staat bovenop de toren. In de loods loopt een rail waarop een hijskraan materiaal vervoert. “Het is eigenlijk een alternatief voor een gewone torenkraan”, legt Zwiers uit. “Het voordeel is dat je relatief eenvoudig en heel veilig kunt werken in een druk bebouwd terrein. Verder heb je minder last van wind: hij kan met gemak windkracht acht doorstaan. Voor onze werknemers is het werken in de hijsloods ook plezierig. Ze hebben geen last van wind of regen en de temperatuur is aangenamer dan buiten.” Iedere maandag beginnen de ongeveer 25 bouwvakkers aan een nieuwe etage. Zwiers: “We plaatsen eerst de gevel elementen, staal- en andere prefabel ementen, vervolgens komen hier vloerplaten op.” De elementen worden de hele dag door kant-en-klaar aangevoerd. Ze zijn gecodeerd, zodat precies bekend is waar ze geplaatst moeten worden. Fouten zijn zo nagenoeg uitgesloten. Met een betonnen trap die met hout beschermd is, klimmen we twee etages hoger. We maken kennis met kraanmachinist Victor, die de kraan met radiografische signalen minutieus kan bedienen (foto 2,3). “Het principe is simpel: er zit een knop op voor links en rechts, voor- en achteruit en voor omhoog en omlaag.” De kraanmachinist (foto 2,3) tuurt naar beneden en haakt 36 meter lager met precisie een palet met stenen aan. “Vanaf deze plek halen we alle bouwmaterialen naar boven.”
Victor heeft een eigen kantoor (foto 4). Dit bushokje - zoals de bouwvakkers deze ruimte noemen - ‘zweeft’ onderaan de hijsloos, boven de peilloze diepte. Er staat meetapparatuur waarmee hij de windsnelheid kan controleren om te bepalen of het verantwoord is om te hijsen. Zodra er een etage klaar is - elke vrijdag wordt de hijsloods met behulp van een vijzel (een hydraulische pomp) een etage hoger gekrikt (foto 5). Met het stijgen van de bouw gaat ook de schaftcontainer (foto 6), die in de hijsloods staat, mee omhoog. Het voordeel: bouwvakkers verliezen geen tijd met afreizen naar de begane grond. Zwiers: “Dit voordeel wordt alleen maar groter. Straks zitten we op 31 etages en dan kost het wel heel veel tijd om beneden te gaan lunchen.” In de schaftcontainer staan een magnetron, een tosti-ijzer en een koffiezetapparaat. Opvallend: de foto’s met schaars geklede dames ontbreken. Verder is er een mobiel toilet in de hijsloods. Die wordt wekelijks met de kraan omgewisseld voor een schone. ‘s Ochtends om 8.30 uur is er technisch werkoverleg. “Hier zijn alle voormannen van de onderaannemers aanwezig. We bespreken de dag van gisteren, wat vandaag moet gebeuren en wat we morgen gaan doen. De voormannen overleggen dit weer met de collega’s op de vloer.” Op de muur hangt een planning (foto 7). “We werken met een kleurenschema. Elk blokje is een handeling. We werken heel efficiënt. Handelingen zijn nauw op elkaar afgestemd.” Nog een etage hoger bereiken we het plafond van de etage die net klaar is. Betonvlechters leggen een netwerk van ijzer (foto 8) waarover een laag van zes centimeter beton wordt gestort. Na een dag is de vloer uitgehard en kan het plaatsen van de gevelelementen van start gaan.
1
2
13 Scanner • maart 2011
3
4
6
8 7
uitgelicht
14 Scanner • maart 2011
uit de agenda Donderdag 10 maart Wat: Symposium ‘Extreme zorgen’. Onderwerpen: ethische dilemma’s, obesitas, fixatie en tuchtrecht. Voor wie: (Kinder)IC- en SEHverpleegkundigen. Meer info: www.wes-rotterdam.nl
en -donatie kunnen verwachten. Verder vertellen niertransplantatiepatiënten en donoren over hun ervaringen. Voor wie: patiënten met eindstadium nierziekte, hemodialyse of CAPD en familieleden. Meer info: www.erasmusmc.nl/ niertransplantatie
Zaterdag 12 maart Wat: Open dag in het Erasmus MCDaniel den Hoed voor drie opleidingen: radiotherapeutisch laborant, radiodiagnostisch laborant, OK-medewerker. Hoe laat: van 10.30 -13.45 uur. Meer info en aanmelden: www.erasmusmc.nl/werkenbij
Bob Löwenberg geridderd
A
fdelingshoofd Hematologie Bob Löwenberg is op vrijdag 11 februari benoemd tot Ridder in de Order van de Nederlandse Leeuw voor zijn belangrijke bijdragen aan de verbetering van de diagnostiek en de behandeling van leukemie en de ontwikkeling van stamceltransplantatie. Dit gebeurde ter gelegenheid van zijn 65ste verjaardag en zijn terugtreden als hoofd van de afdeling Hematologie. De onderscheiding werd uitgereikt door Dominic Schrijer, locoburgemeester van Rotterdam. Uit handen van Huib Pols, decaan en lid van de Raad van Bestuur, ontving Löwenberg bij deze gelegenheid ook nog eens de Erasmus MC Onderscheiding voor zijn bijzondere bijdragen aan de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek, de medische opleiding en de patiëntenzorg in het Erasmus MC. Dit is de hoogste onderscheiding die iemand van het Erasmus MC kan krijgen. (AA)
Limburgse zorggarantie Atrium MC in Limburg heeft zeven zorgprocessen op het oog waarvoor ze garanties wil ontwikkelen. Het gaat om hartrevalidatie, heupfracturen, dikke darmkanker, blaaskanker, bevallen, bariatrische chirurgie en staar. Het ziekenhuis kent al negen zorggaranties. Daarin staat puntsgewijs opgesomd wat patiënten precies mogen verwachten. Bij de aankondiging van de garanties zei directeur Jo Maes dat het Atrium MC de laatste tijd meer oog heeft voor klantvriendelijkheid, maar dat het ziekenhuis nog meer naar een ‘cliëntgerichte’ zorg moet: “Alles moet rond de cliënt gegroepeerd worden. Dat betekent dat specialisten te rade moeten gaan bij de huisarts en dossiers moeten kunnen inzien van andere specialisten en hulpverleners als bijvoorbeeld een 75-jarige patiënt met meerdere aandoeningen in het ziekenhuis komt. Nu kijkt de specialist vanuit zijn eigen vakgebied naar de patiënt, er moet veel meer naar de totale patiënt gekeken worden.” (JvdL)
Donderdag 31 maart Wat: Afscheidssymposium van afdelingshoofd Pathologie, prof. Wolter Oosterhuis: ‘Testical germ cell tumors and beyond’. Aansluitend een afscheidscollege: ‘Kijken, kijken en nog eens kijken’. Hoe laat en waar: symposium van 12.00 - 15.15 uur in de Forumzaal van het Erasmus Expo- en Congrescentrum. ColVrijdag 18 maart lege van 16.00 -17.30 uur in de Aula van Wat: Voorlichtingsbijeenkomst nierWoudestein. Aansluitend is er een receptie. transplantatie en nierdonatie. Op deze bijeenkomst wordt verteld wat patiënten Meer info en aanmelden: vóór, tijdens en na een niertransplantatie
[email protected]
COLOFON Scanner is het maandblad voor medewerkers en studenten van het Erasmus MC. De volgende Scanner verschijnt op 1 april. Aanleveren kopij voor 9 maart. Hoofdredactie Fred Balvert Eindredactie Anneke Aaldijk Redactie Ellen Brand, Joop van de Leemput, Vivienne Schiks, Gerben Stolk Aan dit nummer werkte mee Esther Morren, Souad Zgaoui Beeldredactie Gert-Jan van den Bemd Fotografie Levien Willemse, Alain Gil Gonzalez, Gert-Jan van den Bemd
Illustraties Auke Herrema Vormgeving Ditems Media, Monnickendam Kim Brinkkemper Drukwerkcoördinatie Wagenaar Communicatie BV. Epse Redactie-adres Sector Communicatie Burg. s’Jacobplein 51 Postbus 2040 3000 CA Rotterdam
[email protected] Overname van artikelen uitsluitend in overleg met de redactie. Onderwerpen? Heeft u een idee voor een artikel? U kunt uw ideeën mailen naar
[email protected] Erasmus MC Bij het Erasmus MC werken zo’n 13.000 mensen die zich inzetten voor de drie kerntaken: patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek.
Nieuwbouw > Plaatsen van gevelelementen voor de verdiepingen. > Funderingswerkzaamheden logistieke gang (tussen Sophia en faculteit). > Voorbereiden verbindingsbrug op niveau 3, ter hoogte van de hal van de faculteit (bij het pinautomaat). > Opbouw en ingebruikname hijsloods: per week wordt een etage (casco) op de hoge toren gebouwd. > Werkzaamheden voor aansluiting bezoekersparkeergarage op nieuwbouw op niveau 0 en 1. Bouw Onderwijscentrum > Eerste fase van de bouw van het nieuwe Onderwijscentrum in de laagbouw van de faculteit aan de oostzijde. > Monteren stalen dakspanten en houten dakelementen voor overkapping Queridoplein. Sophia > Werkzaamheden voor dakopbouw op gebouw Kp. Tot juli. > Verbouwing Oncologie op Sk-2. Na de verbouwing verhuist de poli oncologie van Sb-1 naar Sk-2, bij de kliniek. De psychosociale zorg verhuist via een interim-locatie op Sp-4 naar Sb-1 waar nu nog de poli oncologie zit. Tot augustus. > Vervanging brandmeld- en ontruimingsinstallatie Sophia. Op dit moment werkzaamheden in Sh. Aansluitend wordt de rest van Sophia ingepland. Parkeergarage > 2e Fase asfalteren van de vloeren in de bezoekersparkeergarage. Tijdelijke openstelling voor patiënten en bezoekers van P17 door de Gemeente. Zie internet voor meer informatie.
Karin Dumas, exposant in het Sophia Vanaf dinsdag 29 maart zijn op de eerste etage van het Sophia zes weken lang schilderijen te zien van Karin Dumas. De kunstenares maakt portretten met pastelpotloden. Zij moest door omstandigheden drie jaar geleden stoppen met sporten. Sindsdien heeft ze zich volledig op het tekenen gestort. “En nu is het zelfs zover gekomen dat ik in het Erasmus MC-Sophia mijn portretten mag laten zien”, aldus Dumas. “Ik vind dit erg leuk en ben enorm trots.” (AA)
Daniel den Hoed > Verbouwing OK-complex: Tweede fase in uitvoering tot eind april. Derde fase tot de zomer. > Schuifplan Daniel in uitvoering. Herinrichting en herhuisvesting van diverse functies ter voorbereiding op de sloop van een aantal oude bijgebouwen. > Verbouwing van de MRI ruimte in DHE 080 tot en met mei. Plaatsing nieuwe MRI in mei. Kijk voor meer informatie bij de rubriek ‘Werk in Uitvoering’ op intranet. Bij het ter perse gaan van dit nummer waren van een aantal projecten de exacte startdata niet bekend.
Ingezonden mededeling Ondernemingsraad Invloed Hoe krijg je, als medezeggenschap, zoveel mogelijk invloed op de belangrijke besluiten die in onze organisatie worden genomen? Door af te wachten totdat de Raad van Bestuur een voorgenomen besluit aan de OR voorlegt? Natuurlijk niet. Op dat moment zijn de keuzes al gemaakt en kan alleen nog op details worden bijgestuurd. In het uiterste geval kan de OR adviseren het voorstel niet uit te voeren of er niet mee instemmen. In de praktijk komt dat zelden voor. Toch is dit wel de manier waarop veel beleidsvoornemens de OR passeren. En, eerlijk is eerlijk, meestal is dat ook geen probleem. Er staat echter op dit moment een aantal veranderingen op stapel waarbij de traditionele werkwijze niet voldoet. Veranderingen waarbij de OR graag in een eerder stadium het gesprek aan wil gaan, meedenken op het moment dat er nog belangrijke keuzes gemaakt worden of verschillende oplossingsrichtingen mogelijk zijn. Op dat moment meedoen levert namelijk maximale invloed op. Met deze insteek neemt de OR deel aan een aantal klankbord- of projectgroepen waarin de belangen van de medewerkers worden erkend en meegewogen nog voordat er een officieel voorstel op tafel ligt. Zo was de OR met twee mensen vertegenwoordigd in de projectgroep Implementatie Vervoersbeleid. In deze projectgroep werden de uitgangspunten en criteria die de OR aan het nieuwe beleid stelt onder de aandacht van de beleidsmakers gebracht. In de klankbordgroep Service Organisatie praten delegaties van de OR en OC 1 met Miriam Hoekstra over de eerste fase van de SO-vorming. Deze eerste fase is inmiddels aan zijn formele besluitvorming toe, maar er zijn al afspraken gemaakt voor een zelfde constructie in Fase 2. Ook in de klankbordgroep Gerichte Taakstellingen is een plek ingeruimd voor de medezeggenschap. Natuurlijk loopt dit nog niet helemaal van een leien dakje. Zowel de OR als de bestuurders moeten wennen aan deze manier van werken. Dat geeft niet, zolang beiden de leerpunten weer meenemen naar het volgende traject. Dat moet uiteindelijk leiden tot een sterkere medezeggenschap op de plek waar het er toe doet, vóórdat de beslissingen genomen worden. In jargon heet dat: hoog in de besluitvormingstrechter zitten. Communicatie Deze manier van werken valt of staat met communicatie, informatie en dialoog. Om mee te kunnen praten moet de medezeggenschap volledig en tijdig worden geïnformeerd. Alleen dan kan een zinvolle dialoog worden aangegaan tussen beleidsmakers en medezeggenschap. Dialoog betekent elkaar aanhoren en elkaars rol respecteren. Tweerichtingsverkeer, waarin de beleidsmakers luisteren naar de medezeggenschap en de medezeggenschap luistert naar de beleidsmakers. Luisteren met een open blik, zonder vooringenomen standpunten. Dat geldt ook voor de OR in de richting van zijn achterban: de medewerkers. De OR moet luisteren naar de werkvloer, zijn standpunten uitleggen en helder communiceren wat de rol van de medezeggenschap in een besluitvormingstraject is geweest. Dat is best lastig. We hebben Intranet en ons stukje in Scanner en dat blijkt nog niet voldoende. In het kader van de komende thematisering ligt daar één van de uitdagingen die de OR en de OC’s aan willen gaan. Maar echte medezeggenschap gaat verder dan dat. In een grote organisatie als het Erasmus MC hebben we soms de neiging om op ons eigen ‘eilandje’ te blijven zitten en het grote geheel een beetje uit het oog te verliezen. Dat geldt zowel voor de beleidsmakers, maar evenzeer voor de leidinggevenden en medewerkers op hun eigen afdeling. Meedenken en meepraten is niet exclusief voorbehouden aan de medezeggenschap. Wanneer overal in huis medewerkers goed worden geïnformeerd, wanneer we in alle geledingen met aandacht en respect naar elkaar luisteren en met elkaar communiceren, is dat medezeggenschap in zijn meest pure vorm. Deze tekst valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid.
nieuws
15 Scanner • maart 2011
ERGO Een paar weken na Klavers overrompelingstactiek meldt de met contactlenssterkte min zeven toebedeelde verslaggever zich als nummer 400 en zoveel. Interessant: de visustest, de meting van brilsterkte, aslengte, hoornvlies, netvlies en zenuwvezellaag alsmede de fotografie van het netvlies vinden plaats in het ERGO-onderzoekscentrum in Ommoord. De ruimte dus die in ruim twintig jaar uitgroeide tot een ongekende schatkamer voor onderzoekers en het vertrekpunt was voor talloze wetenschappelijke publicaties en nieuwe klinische behandelingen. Binnen het Erasmus Rotterdam Gezondheid Onderzoek zijn in ruim twintig jaar de meest uiteenlopende gegevens verzameld van 15.000 45 plussers. Van hun bloed tot hun botten en van hun hart tot hun hersenen. Voor elke medewerker van het Erasmus MC moet het boeiend zijn eens in het epicentrum te staan.
Meer controlepersonen
Onderzoek om van te huilen Dikke tranen. Ook nog een prik in de elleboog. Maar wel opgetogen naar huis. Uw verslaggever nam deel aan het erfelijkheidsonderzoek naar sterke bijziendheid. Tekst: Gerben Stolk
O
, dan kun jij zeker ook wel meedoen aan onze MYopie STudie? Is het goed als onderzoeksmedewerker Riet Bernaerts je belt voor een afspraak? Daar zit de redacteur van de Erasmus MC-bladen dan. Argeloos bij oogarts Caroline Klaver op bezoek gegaan. Tijdens haar uitleg over een gevonden gengebied met varianten die de kans op bijziendheid vergroten tussen neus en lippen door verteld over eigen ervaringen met slecht zicht. En vervolgens pats boem benoemd tot onderzoekspersoon.
Vluchten kan niet meer. Een soort gevoel van morele verplichting, weet u wel, na jaren vrolijk te hebben bericht over prachtige onderzoeksresultaten van het Erasmus MC die vaak onmogelijk zouden zijn geweest zonder proefpersonen.
Blindheid Wat is er aan de hand? Eén op de vijf mensen met een bril- of contactlenssterkte van min zes of meer, loopt het risico tussen zijn veertigste en zestigste nog maar een derde van de gezichtsscherpte te hebben. Blindheid ligt ook nadrukkelij-
DCO peilt de dienstverlening
S
tudenten en docenten konden vorige maand een kijkje nemen in de keuken van het DienstenCentrum Onderwijs en meteen hun mening geven over de dienstverlening. Over het algemeen blijkt dat zij hierover tevreden zijn.
De feedbacksessies waren bedoeld om de resultaten te bespreken van de enquête die op SIN-Online heeft gestaan. De bijeenkomst was in Pills-Plaza (in de centrale hal van de faculteit) en werd opgeluisterd met de studentenband Fracture. Stafadviseur Adrie van Wijk van het DCO: “De aanwezige studenten waren enthousiast. Dit is dus zeker voor herhaling vatbaar. De studentenvereniging MFVR heeft toegezegd de volgende keer graag mee te willen denken.” Van Wijk noemt twee belangrijke punten die uit de enquête naar voren komen: “Studenten vinden persoonlijk contact belangrijk. Ook hebben ze behoefte aan één contactmoment: als ze met een vraag komen, willen ze op dat moment ook graag een antwoord.” Meer informatie over de feedbacksessies is te vinden op SIN-Online. Klik door naar het Docenten-channel. (AA)
ker op de loer. Nog meer? Het netvlies kan dunner worden, met maculadegeneratie, een gele vlek in het centrale gedeelte van het netvlies, als gevolg. Of het netvlies laat los of er treedt glaucoom op, een ziekte van de oogzenuw. Dat willen we dus allemaal niet hebben. Helaas zijn de mogelijkheden om sterke bijziendheid te behandelen nog maar beperkt. Wellicht kan dat veranderen nu het Erasmus MC sinds vorig jaar onder leiding van Klaver onderzoek verricht om de genetische en niet-genetische risicofactoren van sterke bijziendheid en de gevolgen voor het netvlies in kaart te brengen. De naam: MYopie STudie. Myopie is sterke bijziendheid. Er zijn 600 personen van boven de 25 jaar met die afwijking nodig en als controlegroep een even groot aantal zonder sterke bijziendheid.
“Ik heb zelf ook meegedaan aan de MYopie STudie”, vertelt onderzoeksmedewerker Epidemiologie Ada Hooghart tijdens haar verrichtingen. “Als controlepersoon. Over de aanloop van mensen met sterke bijziendheid hebben we niet te klagen, maar we zouden graag willen dat er meer animo was voor de controlegroep. We hopen onder andere dat medewerkers van het Erasmus MC een uurtje van hun vrije tijd willen afstaan.” Wat deelnemers ook opofferen, is een druppeltje bloed - voor het genetisch onderzoek en best wel wat oogvocht. Hooghart krijgt de redacteur eerst aan het huilen met oogdruppels om de pupillen te verwijden en later om dat ongedaan te maken.
Hoogstaande meting Maar het is niet voor niets geweest. Allereerst is een - bescheiden - bijdrage geleverd aan de wetenschap. Verder is er de persoonlijke kant van de proefpersoon. Die heeft toch maar mooi zijn ogen eens op hoogstaande manier kunnen laten meten. Is er onverhoopt iets aan de hand, dan nemen de onderzoekers contact op met de oogarts. De redacteur, die zich afvroeg of het niet slecht was al 25 jaar contactlenzen te dragen, vertrekt gerustgesteld uit Ommoord. ‘De ogen zijn in prima conditie’, heeft Hooghart genoteerd op het uitslagenformulier. Meer informatie: www.myopiestudie.nl. Meedoen aan de MYopie STudie? Stuur een berichtje naar c.brussee@erasmusmc.nl of
[email protected].
Nieuwe digitale toets Geneeskundestudenten worden binnenkort digitaal getoetst op zogenaamd ‘klinisch redeneren’. Drie UMC’s - waaronder het Erasmus MC - gaan de vragen ontwikkelen. Tekst: Anneke Aaldijk
D
okters in opleiding moeten leren klinisch redeneren. Deze vaardigheid is nodig om bij patiënten gezondheidsproblemen te kunnen vaststellen en behandelen. Studenten hebben hiervoor niet alleen kennis van klachten en ziekten nodig, maar ook van de achtergronden van het diagnostisch en het therapeutisch proces. “Op dit moment wordt hun vaardigheid in klinisch redeneren vooral beoordeeld via open vragen op papier of tijdens mondelinge examens”, zegt programmamanager e-learning Erasmus MC Desiderius School Mary Dankbaar. “Maar er is een toenemende behoefte bij docenten om dit vaker én objectiever te toetsen. De reden? We willen de ontwikkeling van basis- en klinische kennis bij studenten stimuleren én beter kunnen volgen.”
Vanzelfsprekend Volgens Dankbaar sluiten de nieuwe toetsen aan bij het beleid van de geneeskundeopleiding om steeds meer digitaal te gaan beoordelen: “Het is niet alleen efficiënt, studenten vinden het ook vanzelfsprekend. Bovendien verminderen digitale toetsen de werkdruk van docenten.” De toetsvragen worden vanaf begin deze maand ontwikkeld door het Erasmus MC, het Academisch Medisch Centrum Amsterdam en het UMC Utrecht. De universitair medische centra krijgen hiervoor subsidie van Surf, de koepelorganisatie voor ICT in het Hoger Onderwijs. Meer informatie via Mary Dankbaar,
[email protected] of toestel 38161.
P15 Dilemma Spreken is zilver, zwijgen is goud. Daarom moet je met fotografie en film ook zo oppassen. Beelden zeggen namelijk meer dan woorden en hoe meer woorden, hoe groter de kans dat er een verkeerd woord tussenzit. Beeldopnamen in een ziekenhuis, van patiënten of hun bezoekers, moeten met extra zorgvuldigheid worden gemaakt. Ook al is het een openbaar gebouw, de privacy van mensen binnen haar muren moet gewaarborgd zijn. Iemand zonder toestemming fotograferen is dus uit den boze. Maar wat nou als de patiënt zelf gefotografeerd of gefilmd wil worden, maar de arts wil het niet? In de Verenigde Staten - waar anders speelde onlangs zo’n geval. Een 36-jarige vrouw uit Maryland stond op het punt om te bevallen van haar achtste kind toen ze hoorde dat het ziekenhuis niet toestond dat ze opnamen zou laten maken van de geboorte. De moeder vindt dat ze het recht heeft om de baring te vereeuwigen, maar het ziekenhuis zegt dat het niets met die rechten te maken heeft: het gaat om de gezondheid en veiligheid van moeder en kind en om de bescherming van de privacy van het personeel. De medische staf wil niet zo nodig als ster in een YouTube filmpje fungeren. Wat misschien ook meespeelt: bij een baby in Illinois werd tijdens de bevalling de schouder zwaar beschadigd. Op video-opnamen die de vader had gemaakt was duidelijk te zien dat de verloskundige te veel kracht uitoefende, waardoor de baby blijvend letsel opliep. De familie kreeg 2,3 miljoen dollar schadevergoeding. In Amerika is de discussie in volle gang. Tegenstanders van beeldopnamen waarschuwen dat het gekrijs van de moeder en de reactie van het personeel - of het uitblijven daarvan de jury in een rechtszaak zou kunnen shockeren, waardoor de werkelijke gang van zaken in de verloskamer weleens heel anders geïnterpreteerd zou kunnen worden. Aan de andere kant zijn er ook ziekenhuizen die Skype-verbindingen aanbieden, zodat vaders die overzee verblijven toch getuige kunnen zijn van het moment suprême. En er zijn ziekenhuizen die het gedrag van het personeel gaan trainen met video-opnamen tijdens gesimuleerde bevallingen. Want, zo zegt één van de artsen, je gaat pas de fout in wanneer mensen in paniek raken of niet weten wat ze moeten doen en vervolgens met een appelig gezicht gaan staan kijken. Dus, wat doen we? Gaan we nu wel of niet filmen? Wordt het ‘Cut!’ of ‘Action!’ Ja, dat wordt nog een zware bevalling... Gert-Jan van den Bemd
Reacties?
[email protected]
mensen
16 Scanner • maart 2011
Rustig zitten niks voor Cris Borsje Cris Borsje, IT medewerker in de Daniel, bouwde drie jaar geleden eigenhandig zijn huis. Hij laat zijn handen niet alleen thuis wapperen, ook de werkvloer geniet mee. tekst: Ellen Brand
G
eduld is een schone zaak. Dát moet Borsje gedacht hebben toen hij begin 2008 na twintig jaar wachten eindelijk een vergunning kreeg om een huis te bouwen op zijn stukje grond in Groot-Ammers. Voor hem een heel dierbare plek. Hij kwam daar 39 jaar geleden ter wereld in een salonwagen, een soort caravan. Na de vergunning was de bouw snel gepiept. Terwijl de bouwvakkers het huis casco neerzetten, deed Borsje het installatiewerk. “Ik heb alles zelf gedaan, van elektriciteit tot waterleiding en vloerverwarming. En natuurlijk het plaatsen van de deuren en ramen, het aftimmeren en het sauzen van plafonds.” In augustus van datzelfde jaar kon zijn gezin al intrek nemen in de mooie - in oud Hollandse stijl opgetrokken - woning.
Groen Borsjes zelfgebouwde huis is behoorlijk ‘groen’. “We vangen bijvoorbeeld regenwater op. Dat gebruiken we om de toiletten door te spoelen en de auto te wassen. Ook onze wasmachine loopt op regenwater. Volgens mijn vrouw is dat ideaal: er zit geen spoortje kalk meer in. Wasverzachter hebben we dus niet meer nodig en we gebruiken nog maar een klein beetje waspoeder.” Het stuk grond van 1100 vierkante meter is al lange tijd in zijn familie. Hoewel het
huis er nu staat, moet er aan de tuin nog heel wat gebeuren. “Vroeger verbouwde mijn vader hier aardappels en verschillende groenten, en liepen er een aantal kippen rond. Nu moet er een pad komen en een mooie tuin. Dat kost nog wel even tijd.” De IT medewerker doet het allemaal graag. Hij heeft naast zijn fulltime baan in het Erasmus MC een klein klusbedrijfje en daar vult hij zijn overige beschikbare uren mee. “Je zult mij niet zo gauw rustig in een stoel zien zitten. Ik ben graag bezig met van alles. Als het niet in mijn eigen huis is, dan wel bij de klanten.” Ook zijn collega’s maken graag gebruik van zijn handigheid. Afgelopen december heeft hij thuis bijvoorbeeld een nieuwe kerstmobiel in elkaar gezet van maar liefst zestien en een halve meter. “We hadden in de Daniel vroeger in het trappenhuis jarenlang een mooi exemplaar, maar om veiligheidsredenen werd die afgekeurd.” Personeel van de Daniel wilde de mobiel graag weer terug voor de patiënten. Er kwam een schenking binnen en Borsje ging thuis aan de slag met sterren en verlichtingssnoeren. “Op een van de eerste zaterdagen in december hebben mijn collega’s en ik de mobiel in elkaar gezet en opgehangen in het trappenhuis. Hopelijk gaat hij nog heel wat jaren mee.”
Suriname Zijn handigheid komt hem als IT’er ook goed van pas. Borsje is verantwoordelijk voor de teleconferencing van de afdeling Radiotherapie. Dat wil zeggen dat hij
verbindingen legt met medewerkers van andere ziekenhuizen zodat zij via internet met elkaar kunnen communiceren. “In november was de opening van de dependance Radiotherapie in Dordrecht
en het Radiotherapeutisch Centrum in Suriname. Dat is helemaal via teleconferencing, een live verbinding tussen beide locaties, verlopen. Uniek en geweldig om te doen!”
In de leer bij verffabriek Wat kan een ziekenhuis van een verf fabrikant leren? Heel wat, zo bleek tijdens een bezoek van 140 radiotherapeutisch laboranten uit de Daniel bij AkzoNobel. tekst: Anneke Aaldijk
N
atuurlijk zijn patiënten niet te vergelijken met blikken verf. “Maar als we ons werk zo kunnen inrichten dat we nóg meer voor hen kunnen betekenen, is dat alleen maar winst voor iedereen”, zegt unithoofd bij afdeling Radiotherapie Freek Dekker. Vorige maand bezocht hij, samen met een grote groep labo ranten, de verffabriek AkzoNobel Automotive & Aerospace Coatings in Sassenheim. Dit bedrijf werkt volgens het principe van ‘lean’. Hierbij is alles in het bedrijf volledig afgestemd op wat de klant wil. Medewerkers steken extra energie in handelingen die bijdragen aan tevreden klanten en minder energie in bijkomende zaken. Bij de grootste verfproducent ter wereld is een cultuur ontstaan waarbij medewerkers voortdurend bijdragen aan verbeteringen. Verder heeft ‘lean’ geleid tot een snellere en meer betrouwbare levering aan klanten zonder verhoogde kosten of extra werkdruk. Dekker: “Dat geeft ons inspiratie om er in de zorg mee aan de slag te gaan.” Zijn afdeling heeft al heel wat technieken
van de verffabrikant overgenomen. Het resultaat: patiënten worden sneller bestraald.
Nooit meer overwerken Tijdens de rondleiding konden de radiotherapeutisch laboran ten zien wat lean nog meer kan betekenen voor hun afdeling. Ze kregen een rondleiding langs plekken in de verffabriek waar lean heeft geholpen processen te verbeteren. Zo wordt op sommige afdelingen bij AkzoNobel zelden of nooit meer overgewerkt, terwijl overwerk vroeger dagelijkse praktijk was. “Het is goed om te zien dat als je het werk goed indeelt en afdelingen hun werk perfect op elkaar afstemmen, er zelfs tijd overblijft”, vinden laboranten na afloop van de rondlei ding. “Die tijd kun je besteden aan dingen die medewerkers en patiënten echt gelukkig maken.” Een voorbeeld? Het blijken soms heel simpele dingen te zijn die het werkproces verbeteren. Door bijvoorbeeld aan het begin van de dag een half uurtje de dag van gisteren te evalueren krijg je zicht op de dingen die mis zijn gegaan. Die kunnen dan meteen worden aangepakt waardoor dezelfde ergernissen niet terug blijven komen. Meer weten? Het werkbezoek aan Sassenheim is vastgelegd op film. Deze kan worden opgevraagd bij de afdeling Radiotherapie.