DAS NOU DRENTHE 2013
“De natuur telt geen uren. Alleen de mens wil weten hoe laat het is.”
Badger sett England
April 2014 Pauline Arends en Lex Duif
1
INHOUD 1. Inleiding 2. KleintjesDassenProjekt 3. Tijdstip van uittreden 4. Dassenburchten / dassenlocaties in Drenthe 5. Een nieuwkomer, de wasbeerhond 6. Trends en ontwikkelingen 7. Bijzondere waarnemingen van de tellers 8. Dassenslachtoffers, verstoring en vervolging 9. Da ’s mooi……… 10. Vrijwilligers en beheerders
Nieuwe burcht 2013 de Holmers ( foto Pauline Arends)
2
1. Inleiding Vanaf 2004 zijn er jaarlijks gegevens verzameld over de das in Drenthe. Aanvankelijk was dat nog op kleine schaal, maar geleidelijk aan groeide dit uit tot een provinciaal gebeuren. De verzamelde informatie komt binnen dankzij de jaarlijkse telling in het kader van het KleintjesDassenProjekt en zorgvuldige natellingen. Dankzij het systematisch invullen van tellijsten zijn inmiddels veel gegevens beschikbaar. Daarnaast worden burchten (nieuw en oud) nauwkeurig in kaart gebracht en de status van bewoning bepaald. Dit verslag is het laatste, na 10 jaar met elkaar dassen observeren, dat in deze vorm uitkomt. Want we gaan bij de verslaglegging de verzamelde gegevens nog beter analyseren, en dassengebieden systematischer met elkaar vergelijken, kortom: meer de diepte in. Want het wordt steeds belangrijker om de das zorgvuldig te blijven volgen. Er komen immers steeds vaker negatieve geluiden over de das voorbij. Het meest gehoord is: "Er komen veel te veel dassen". Maar waarop is die bewering gebaseerd? Op vermoedens, op het aantal burchten, op het aantal ingangen, of is misschien de (negatieve) wens de vader van die gedachte? De tellingen van de afgelopen tien jaar in het kader van ons KleintjesDassenProject hebben in ieder geval aangetoond dat op een dassenburcht met 10 pijpen echt geen 10 dassen zitten. Ook in dit geval geldt: "Meten is Weten" En daarom gaan we consequent door met de tellingen. Alleen op die manier krijgen we een echt goed onderbouwd beeld van de ontwikkeling van de Drentse dassenpopulatie. 2. KleintjesDassenProjekt In 2013 heeft het KleintjesDassenProjekt voor de 10de keer plaats gevonden. Ieder jaar rond medio mei wordt bij een groot aantal bewoonde hoofdburchten gepost en geteld. De telresultaten worden vergeleken met de gegevens van voorgaande jaren. Mei is de beste periode om de jongen waar te nemen en zijn de jongen goed te herkennen. Bij een aantal bewoonde burchten waar op de telavond geen of weinig dassen zijn gezien, heeft een natelling plaats gevonden. De telavond in mei is een momentopname. Met de natelling krijgen we een goed beeld van het totaal aantal dassen per burcht/gebied. Met name in het Hart van Drenthe zijn volledige gegevens verzameld. Het resultaat van de tellingen over de afgelopen jaren ziet er als volgt uit: 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 totaal aantal burchten waar geteld is aantal burchten waar dassen zijn gezien totaal aantal getelde dassen volwassenen jongen en jaarlingen
14
20
42
55
74
98
99
141
154 146
12
15
26
32
48
67
67
94
105
107
33 22
43 32
72 60
101 66
167 111
211 95
211 138
301 174
296 174
367 198
11
11
12
35
56
116
73
127
122
169
3
De telling in 2004 betrof alleen een klein gebied in Midden Drenthe. Door de jaren heen is het telgebied steeds groter geworden en omvat inmiddels een groot deel van de provincie Drenthe.
Jongen 3 maand oud (foto Aaldrik Pot)
3. Tijdstip van uittreden. Tijdens de jaarlijkse mei-telling noteren de tellers tijdens hun observatie het tijdstip van uittreden van de eerste das. Vanaf de start van het KleintjesDassenProjekt in 2004 is dit bijgehouden. In de volgende grafiek is te zien hoe laat de Drentse dassen tijdens de jaarlijkse mei-telling naar buiten komen. De meeste dassen verschijnen tussen 20.15 uur en 21.30 uur, met een lichte voorkeur na 21.00 uur. 80 70 2013
60
2012 50
2011 2010
40
2009 30
2008 2007
20
2006 10
2005 2004 .3 0
15 22
.1 6-
22
22 .
22 .0
22 .4 6-
1-
.0 0
45 21
21
21 .
21 .3
.1 6-
1-
.3 0
15 21 . 21
21 .0
21 .4 620
1-
.0 0
45 20 .
20 .3
20 .1 620
1-
.3 0
15 20 .
20 .0
20 .4 619
1-
.0 0
45 19 .
19
119 .3
.1 619
19 .0
0-
19 .
.3 0
15
0
Tijdstip uittreden eerste das KleintjesDassenProjekt mei 2004 t/m mei 2013 4
4. Dassenburchten / dassenlocaties in Drenthe. Op dit moment staan er 435 dassenburchten/dassenlocaties in Drenthe geregistreerd. Niet al deze burchten zijn bewoond. Een aantal locaties zijn vervallen, verlaten of worden niet jaarrond bewoond. Vervallen burchten blijven op de registratielijst staan, burchten kunnen na tientallen jaren weer opnieuw bewoond worden door nazaten. Volledig uitgegraven en vernietigde burchten in het verleden zijn nog herkenbaar in het veld. We constateren regelmatig dat nieuwe dassen zich pal naast de oude locaties vestigen.
5. Een nieuwkomer, de wasbeerhond ( Aaldrik Pot en Pauline Arends)
Wasbeerhonden in en rond dassenburchten In 2012 is in Nederland voor het eerst een voorplanting vastgesteld van de wasbeerhond. In Drenthe werden bij toeval tijdens een bezoek aan een burcht, de kleine jongen die zich al buiten de burcht waagden, gezien. Het was echter niet meteen duidelijk dat het om wasbeerhonden ging. In 2013 werd met een cameraval opnieuw een nest met meerdere jongen op dezelfde locatie gezien. Begin 2014 zijn de wasbeerhonden nog steeds aanwezig en is een tweede paar op een andere plek in het Hart van Drenthe op film vastgelegd.
5
foto Pauline Arends
Voorkomen De wasbeerhond wordt gerekend tot de zogenaamde exoten. Het oorspronkelijke verspreidingsgebied ligt in China. In Rusland en Oost-Europa is het dier echter veelvuldig gefokt voor hun vacht. Vanuit die fokkerijen zijn dieren ontsnapt en zijn in de afgelopen decennia steeds verder in westelijke richting opgerukt. Uiterlijk De wasbeerhond is ongeveer net zo groot als een vos, maar staat lager op de poten. Ze hebben een weelderige wintervacht waardoor die pootjes nog korter lijken. In zomervacht lijken ze een stuk slanker. De vacht is overwegend donkergrijs. Rond de kop is de tekening meer specifiek met een wit voorhoofd en neusgebied, zwarte neusdop. Het zwarte masker doet erg denken dat van de wasbeer, waar ook de naam racoondog of wasbeerhond is afgeleid. Het woord marterhond is waarschijnlijk een verbastering van het Duitse marderhund. Het is een hondachtige en geen marterachtige of wasbeer. In de zomervacht verschijnen er soms opvallende streep- en vlekpatronen en oogt de vacht vaak bruiner. Voedsel Wasbeerhonden zijn typische scharrelaars en alleseters. Ze eten vooral kikkers, wormen, insecten, knaagdieren, eieren, vis en ook aas. Op cameravalbeelden is goed te zien hoe ze zich te goed doen aan het kadaver van een ree. In het najaar eten ze ook veel plantaardige kost en bouwen ze een behoorlijke vetreserve voor de winter op en kunnen ze twee keer zo zwaar zijn als in de zomer. Wasbeerhonden hebben net als dassen geen goed gezichtsvermogen. Mensen, die onder de wind blijven, merken ze soms pas op als deze al deze op twintig meter genaderd zijn. Voortplanting De paartijd voor wasbeerhonden ligt, afhankelijk van de strengheid van de winter, in onze regio in het begin van maart. Een week voordat het vrouwtje bevalt van de jongen, zoekt het paar een kraamburcht uit. Daarvoor trekken ze in het territorium rond en bewonen steeds een andere burcht. Meestal is dat een (verlaten) dassenburcht of vossenburcht, maar ze graven soms ook zelf een hol. Na een draagtijd van negen weken worden de jongen geboren. Na een week of vier, dus vanaf de derde week van mei kun je de jongen al buiten de burcht aantreffen. Dan kan er verwarring zijn met jonge vossen. Vossen hebben tot een week of vijf, het moment dat ze voor het eerst naar buiten komen, soms ook nog een wat donkere vacht, afgeronde oortjes en een lichte vlek bij de kin, maar een jonge van die leeftijd heeft toch wel een totaal ander uiterlijk. De vacht is grijszwart en het neusgebied is duidelijk veel lichter van kleur. Nog weer twee weken later trekken ze al met de ouders rond. 6
Sporen Bij een kraamburcht ontstaat vaak een grote latrine met uitwerpselen van de jongen en volwassen dieren. In de rest van het jaar vind je die latrines vooral langs vaste wissels. Ze graven daarbij geen kuiltjes zoals dassen vaak doen. Rond een door wasbeerhonden bewoonde burcht kunnen prooiresten liggen, zoals bij een vos. Het hol zelf wordt niet echt verder uitgegraven, maar door het vele gebruik ontstaat er wel een glad gesleten rand. De prenten van wasbeerhonden zijn lastig te onderscheiden van die van een vos of van een kleine hond. De lengte en breedte bedraagt ongeveer 4,5 tot 5 centimeter. De prenten ogen nogal ‘breed’. Bij een vos is de prent veel ovaler. De twee voorste teenkussen zijn vaak vergroeid, waardoor een karakteristieke afdruk kan veroorzaken. Het metacarpale kussen (of het middenhandkussen) heeft een afdruk met drie duidelijke lobben, in tegenstelling tot die van vossen en honden, die meer driehoekig zijn. De uitwerpselen zijn erg vosachtig, vingerdik en tussen de vijf en tien centimeter lang. Omdat ook wasbeerhonden scharrelaars en alleseters zijn, is er veel variatie in structuur, inhoud en kleur. Onderscheid met vossenkeutels zal erg lastig zijn. Wel wordt vaak gezegd dat de uitwerpselen van de wasbeerhond vissig ruiken, maar dat kan ook bij vos en marterachtigen het geval zijn.
foto Pauline Arends
Toekomst Uit Europees onderzoek blijkt dat er bij wasbeerhonden nauwelijks sprake is van een verdringingseffect bij bijvoorbeeld vossen en dassen. Ook is gebleken dat bejaging van de soort, vanwege de grote instroom vanuit het oosten niet zinvol is. In Drenthe is in ieder geval afgesproken om de ontwikkelingen van de wasbeerhond en de ecologie van het dier goed te volgen en bestuderen. Daar is een klein ‘werkgroepje’ mee aan de slag gegaan. In het veld kunt u dus op (de sporen van) wasbeerhonden stuiten. We horen het graag als u een wasbeerhond heeft gezien of verdachte sporen heeft gevonden.
7
Jonge wasbeerhonden ( foto Tonnie Sterken)
6. Trends en ontwikkelingen Er zijn dit jaar meer dassen geteld dan in 2012. Dit komt mede door een intensievere natelling. Van slecht te observeren burchten zijn nu gegevens beschikbaar dankzij de inzet van nachtcamera’s. De verwachting was minder jongen te tellen, gezien de laat ingevallen winter. Voor de vrouwtjesdassen betekende dat een langere periode interen op vetreserves, met mogelijk meer sterfte aan jongen. De observaties en tellingen lieten echter een ander beeld zien. Het dassenbestand in Drenthe blijft stabiel, lokaal zijn er verschuivingen. Het vaststellen of een burcht wel of niet bewoond is, zonder daadwerkelijk dassen te tellen, kan een verkeerd subjectief beeld van de dassenpopulatie geven. Meten is weten. De toename van burchten in de Kop van Drenthe, die we de afgelopen jaren constateerden, houdt niet automatisch in dat er ook veel dassen zijn. Uit de telling en natelling, blijkt dat er in de kop van Drenthe per burcht nauwelijks families zijn. Bovendien zijn er haast geen jongen geboren. Het aantal verkeerslachtoffers in de Kop van Drenthe was in 2013 hoog. De te verwachten toename aan dassen in de Kop van Drenthe blijkt dus uit de telling tegen te vallen. Eerder is een afname te constateren. Ook in Zuidoost Drenthe is er een negatieve trend zichtbaar. Het blijft op basis van de beschikbare gegevens lastig een EXACTE schatting van het aantal dassen in Drenthe te geven. Voorlopig blijven we het aantal houden op ca. 600- 700 dassen in Drenthe. 7. Waarnemingen van de tellers. De deelnemers aan de dassentelavond krijgen een formulier mee waarop tijdstip van uittreden, aantal dassen en bijzonderheden (activiteiten ) worden genoteerd. Vaak komen de formulieren terug vol geschreven met tekeningen of levendige verslaglegging. Zo ook het onderstaande verhaal van Syb en Janny.
8
Dassen spotten Het is 12 juni 2013, drie weken later dan de officiële dassentelling, maar eindelijk hebben we dan bij “onze” burcht gezeten. De afgelopen weken kwam het er niet van. Of het was te koud, te nat of een hardnekkige keelverkoudheid kon niet garanderen dat er een aantal uren hoestvrij kon worden doorgebracht. Om 19.15 vertrokken we naar de burcht en om 19.30 hadden we ons geïnstalleerd. ‘s Ochtends had ik de locatie nog geïnspecteerd om te kijken waar we het beste konden zitten. Vanwege de zuidwesten wind zochten we een plekje aan de noordkant van de burcht. Van hieruit konden we vrijwel de hele burcht overzien. We zaten ook recht tegenover de, volgens onze inschatting, meest actieve pijp. Het lange wachten was begonnen. Het eerste uur gebeurde er vrij weinig, al hoewel de steekmuggen ons al snel ontdekten. Er kwam een Goudvinkpaartje langs gevlogen en de merel en een roodborst zongen hun avondlied. Voor de rest was het enigszins gespannen afwachten. Om 20.30 uur gebeurde er bij de meest rechtse pijp, op zo’n 25 meter van ons af iets onverwachts. Dat hol bleek niet door de dassen bewoond, maar door hun buren, de familie vos. Twee jonge vosjes waren naar buiten gekomen en speelden op een weinig begroeide heuvel, waardoor we ze erg goed konden zien.
l
Al snel hadden ze ook ons in de gaten. Nieuwsgierig en zeker niet bang zaten ze ons te observeren. Later kwam ook moeder vos naar buiten. Ze lieten zich niet door onze aanwezigheid afschrikken en bleven de rest van de avond al spelend voor hun hol. De avond kon al niet meer stuk. Rond 9.00 uur was het nog even schrikken omdat niet ver achter ons een reebok zijn angstaanjagende “geblaf” liet horen. We hadden al naar een vluchtroute gekeken… Om 21.30 uur, terwijl het al aardig begon te schemeren in het bos, werd de eerste activiteit bij de dassenburcht waargenomen. Een volwassen das kwam recht tegenover ons naar buiten, krabte zich wat en verdween al snel in zuidelijke richting uit het zicht. Tien minuten later kwamen er uit de meest linkse pijp op zo’n 35 meter afstand van ons, vier dassen naar buiten. Helaas konden we door alle bladeren aan de bomen niet goed zien of het een moeder met drie jongen was, of dat het vier jonge dassen waren, Ze rolden al spelend over elkaar heen.
9
Terwijl wij enigszins opgewonden naar dit schouwspel zaten te kijken werden wijzelf van rechts door de jonge vossen bekeken. Een geweldige ervaring! Na zo’n 5 minuten verdwenen de dassen weer in hun hol. Om 21.55 hebben we aan de linker kant van de burcht nog even één volwassen das tussen de bladeren waargenomen.
Ondertussen was het 10 uur geweest en begon het al aardig donker te worden. We besloten te vertrekken voordat het helemaal donker zou zijn en we net zoals na het eerste jaar van onze dassentelling zouden verdwalen. Ook waren de eerste regendruppels van de door de buienradar aangekondigde regenbui te voelen. Thuisgekomen hebben we met een wijntje onder het afdak terwijl de regen viel nagenoten van een geslaagde avond. Al met al hadden we er slechts 2 1/5 uur gezeten, maar toch wel erg veel beleefd. Volgend jaar hopen wij er weer te gaan spotten, Tot die tijd laten we ze met rust in hun prachtig stukje bos. Syb Tumbelaka en Janny Pepping We hebben met de Ipad geprobeerde wat foto’s en filmpjes te maken, maar deze zijn helaas erg donker uitgevallen. Vandaar de dierenfoto’s vanuit wikepedia.
8. Dassenslachtoffers, verstoring en vervolging. Ook in 2013 zijn er weer tientallen meldingen binnen gekomen van dassen die op het asfalt, door verdrinking in kanalen, of anderszins door een niet natuurlijke oorzaak om het leven zijn gekomen Meldingen van verkeerslachtoffers komen regelmatig binnen bij de Dassenwerkgroep. Een overreden das wordt vaak door meerdere burgers gemeld. Dankzij deze meldingen is er een top 10 knelpunten lijst van probleemwegen gemaakt. Aanleg en onderhoud van dassenvoorzieningen zoals rasters en tunnels en diervriendelijke oevers op kritieke plaatsen blijft gewenst. Wederom was er in 2013 sprake van vervolging en verstoring van dassen en van dassenburchten. Burchten zijn verstoord en er zijn dassen doodgeschoten en vergiftigd. In deze gevallen worden opsporingsambtenaren ingeschakeld.
10
Burcht bij Garminge, bewust vernield (foto Erik Boertien)
9. Da ’s mooi………
De Dassenwerkgroep Drenthe heeft een website. Kijk mee op www.dassenwerkgroepdrenthe.nl De website wordt beheerd door Aaldrik Pot Veel inwoners van Drenthe weten de site te vinden. Vragen komen bij de coordinatoren terecht en er kan vlot en adequaat gehandelt worden.
Ook in 2013 zijn de Drentse dassen regelmatig in de media geweest. In het natuurprogramma Roeg, wordt het gehele jaar door het wel en wee van familie das gevolgd. De opnames van deze inmiddels beroemde dassenfamilie zijn gemaakt bij de fotoburcht in de boswachterij Grolloo.
Omdat de camera het hele jaar door de familie volgt komen er verrassende beelden binnen. Zo waren de jongen in mei regelmatig overdag spelend op de burcht te zien, de ouders vonden het allemaal best. Reeen en dassen gaan uitstekend samen. Een geit heeft haar jongen op en bij de burcht groot gebracht. De verwachting dat de jongen in mei pas tevoorschijn komen, gaat niet op voor 2014. Half april zijn twee jongen voorzichtig een kijkje gaan nemen naar de wereld om hen heen.
Er zijn ook in 2013 diverse lezingen gegeven. De belangstelling voor deze avonden blijft groot. Veel enthousiasme is aanwezig in de zaal, de meeste mensen dragen de das een warm hart toe.
Stichting het Drents Landschap bezoekt met een leuk verhaal over dassen diverse scholen, de kinderen zijn razend enthousiast.
Een aantal dassenenthousiastelingen heeft een bezoek gebracht aan Zuid-Oost Engeland Er is contact gelegd met de West Kent Badger Group en men heeft een albino das gezien.
Dassen leven ook in waterwingebieden van de Waterleidingmaatschappij Drenthe. De WMD heeft begin 2014 bij een dassenburcht in een van hun terreinen, samen met vrijwilligers van de DassenWerkgroep Drenthe, camera’s geplaatst. Iedere week is er een samenvatting van de laatste filmopnames op de website van WMD te zien: www.wmd.nl. “Volg de familie Das in Drenthe”.
11
Foto Jan Duker
10. De vrijwilligers en beheerders In 2013 heeft een groot aantal vrijwilligers en beheerders meegeholpen de dassen te tellen, te observeren, te verzorgen, te vertegenwoordigen en te beschermen. Met dank aan: Hans Ananias, Pauline Arends, Irma Arts, Jorien Bakker, Jolanda Bansema, Peter Bartelds, Judith Bouma, Erne Koole, Fedde van de Berg, Sfen Bergraat, Paul Berghuis, Johan Berhitu, Jantsje Bijmholt, Roelof Blaauw, Sharon Boekholt, Lammert de Boer, Moud de Boer, Harry Boerma, Erik Boertien, Ton Boddeveld, H. Van Bohemen, Andre Bolken, Henk Bos, Wesley Bos, Desiree Bosman, Pieter Jan Bosman, Nicolette Branderhorst Andre Brasse, Judith Brouwer, Jakob de Bruin, W. De Bruin, Laura Chorus, Greetje Deurloo, Jolijt Dijkstra, Dhr.van de Does, Henk Doldersum, Henk Dolfing, Andre Donker, Martha Dost, Inge Douma, Lex Duif, Jan Duker, Kees van Eerde, Corrie Elders, Jose van Eldik, Jo Eding, Arend Elllens, Klaas Faber, Gerard Fix, Norman, Maaike de Goeij, Graafsma, Ernst Jan Haaksman, Harm Hadderingh, Martijn Harms, Wim Hehanussa, S.Handgraaf, Jan Harms, Jan van Heerde, Jan Heikens, E. Hemmen, de heer Hendriks, Mevrouw Hendriks, Rutgert Hiemstra, Bart Hingst, Anita Hitzert, Paul Hitzert, Gerda Hof, G. Hof, E.Z. Hoving, F. Hoving, Patrick Huiting, F. De Hullu, Inge Jager, Joop Jager, Bernie Jenster, Bernhard de Jong, Joran Jonkman, Pieter van Kammen, D. Kamping, Jan Karssies, Ginie Kaspers, Harry Kerssies, Piet Kerssies, Mariet Keuning, Alina Kleikamp, Bert Koning, Akke Kooij, Elisabeth Koops, R. Kootstra, Marius Koster, Hans Krijgsman, Trudie Kroon, Tjeerd Langhout, Guido Lek, Klaas Lindeboom, Maud Litjens, Eric Lugies, Timanca Manak, Jos van de Meer, Fokko Meilof, H. Meijeringh, Mevrouw Modderman, Roel Modderman, Dennis Moerkerken, Henk Mulder, Lidy de Munck, Hennie Nijmeijer, Lucas Nijstad, Harry Offringa, Lysander van Oossanen, Gert Oostra, Dick Pentenga, Jannie Pepping, Maarten Perdeck, A. Platje, Andre Pol, Ronald Popken, Aaldrk Pot, Stefan Pronk, Ronald van Puffelen, Hans van Raamsdonk, L. Reinds, Derk Rothe, Jasper de Ruiter, Jan van de Sleen, M. Schneider, Ida Schreuder, Johannes Schreuder, Lia 12
Schreuder, Will Schreuder, Herman Sieben, Henk Slagter, Jan Slagter, Jopie van de Sleen, Tonnie Sterken, Henk Smit, Martin Snip, Kees van Son, Sip Stoof, G. Van Telllingen, Wilco van Tellingen, Evert Thomas, Syb Tumbelaka, Jaap van Veen, Janetta Veenhoven, Roelf Venekamp, Geert Veninga, Bert Versluys, Hans Vink, F.Vink, Wouter de Vlieger, Dick de Vries, Nico de Vries, Arjen de Vroome, Eric Wanders, Bart Westmaas, Maarten Westmaas, Diliana Welink, Henk Wiechers, Kees Wielink, W.van Wieren, Tineke Winter, Bert Witvoet, Jori Wolf, Noud de Wolf, Jenne Wolters, Hans Wolters, Anja Zijlstra, Bertil Zoer Dassenwerkgroep Zuid Drenthe; Andre en Wiolette Bolken, Jan van der Helm, Giel Helmers, Nina Oostwoud, Bart Pijper, Hero Moorlag, Wolter Moorman, Johannes Kuiper, Grietje Loof, Luuk Nijstad, Frits Kruizinga, , Greet Glotzbach, Jacqueline Strijker, Lida Zondag En ongetwijfeld nog vele mensen die niet in deze lijst staan…….
2013 Jubileum – 10 jaar KleintjesDassenProjekt.
13