Akademie Nieuws september 2009
3
door Viktor Frölke
Vier eeuwen Nederland en Amerika
Weerstand en aantrekkingskracht Anne Frank die als een boomerang terugkwam naar Nederland, Indianen die ‘kipkip’ en ‘puspus’ zeiden, verzet tegen Maurice de Hond als verkoper van energie. De betrekkingen tussen Nederland en Amerika hadden en hebben veel kanten. Het Roosevelt Study Center in Middelburg maakte er een breed en rijk boek over. Toen de Nederlandse ambassadeur Carl Schürmann in 1964 aankwam in Washington DC, werd hij niet ontvangen door de minister of staatssecretaris van buitenlandse zaken, maar door de ‘third deputy of the assistant secretary of State for European Affairs’. President Lyndon Johnson kreeg Schürmann tijdens het zeven-en-een-halve minuut durende onderhoud op het Witte Huis nauwelijks te zien. Ronduit stuitend in de ogen van de Nederlandse gezant was bovendien dat hij zijn geloofsbrieven pas ’s avonds kreeg, dat daarin de correcte begroetingen aan het adres van H.M. de Koningin ontbraken en dat er geen woord werd vuilgemaakt aan zijn illustere voorganger Herman van Rooijen, noch aan de speciale relatie die Nederland sinds jaar en dag met de Verenigde Staten genoot. De woedende kersverse ambassadeur stuurde onmiddellijk een top secret bericht aan Den Haag, waarin hij aankondigde alles in het werk te stellen om uit te vinden of het hier om een ‘deliberate affront’ ging, of om een slordigheid.
VOC-schip Bovenstaande anekdote staat beschreven in Four Centuries of Dutch American Relations,1609-2009 van het Roosevelt Study Center in Middelburg. Het in Amerikaanse geschiedenis gespecialiseerde KNAW-instituut bracht dit vuistdikke magnum opus onlangs uit ter gelegenheid van de vierhonderdste verjaardag van Henry Hudsons tocht naar de Amerikaanse oostkust met zijn VOC-schip de Halve
Maen. Het boek, dat gelijktijdig in Nederland en de Verenigde Staten verscheen, beoogt het standaardwerk te worden over de rijke en lange geschiedenis die de twee landen met elkaar delen.
machtsbalans Voor de naoorlogse diplomatieke relaties tussen Nederland en de VS is de gepikeerde reactie van ambassadeur Schürmann in elk geval tekenend. Washington was (en is) de belangrijkste buitenlandse post voor Nederlandse
De gepikeerde reactie van ambassadeur Schürmann is tekenend diplomaten. Amerikanen daarentegen stuurden niet altijd hun grootste geesten naar Den Haag. De verwachtingen van Nederland in de Nieuwe wereld waren hoog, en blijven stijgen, terwijl de relevantie van het oude kleine landje daalt. Dat stellen Roosevelt Center-medewerker Giles Scott-Smith en historicus Bert van der Zwan, de auteurs van het artikel over ambassades en ambassadeurs. Scott-Smith, een van oorsprong Britse politicoloog, is ook een van de samenstellers van Four Centuries. ‘In dit boek wordt mooi duidelijk hoe de machtsbalans in de loop der eeuwen is omgedraaid,’ zegt hij. ‘Eerst was het de koloniale wereldmacht Nederland die een deel van de Nieuwe Wereld bestuurde, en als een van de eerste het
4
onafhankelijke Amerika erkende. In de twintigste eeuw zie je de supermacht Amerika opkomen, die enorme invloed uitoefent op het kleine Nederland.’ Kees van Minnen, directeur van het Roosevelt Center en ook medesamensteller, vat het belang van het boek zo samen: ‘Er is veel geschreven over de betrekkingen tussen Nederland en Amerika. Maar het is versnipperd, en de
We leverden onder meer coleslaw, cookie en winkelhawk focus ligt vaak op de beginperiode van New Netherland en op de naoorlogse jaren, terwijl de tussenliggende periode ook interessant is.’ Waarom Amerikaanse auteurs vooral geïnteresseerd zijn in de koloniale periode van de Nederlands-Amerikaanse geschiedenis, legt hoogleraar geschiedenis Joyce Goodfriend van de Universiteit van Denver telefonisch uit: ‘Wie de vroegste Amerikaanse geschiedenis bestudeert,
komt vanzelf bij New Netherland en dus bij Nederland uit. Mijn specialisme is New York. Hoewel in New York nauwelijks Nederlandse resten zijn te vinden, was de Nederlandse periode van groot belang bij de totstandkoming van de Verenigde Staten. Nederlanders zijn bijna een eeuw, tot 1850, heel erg Nederlands gebleven ondanks de overheersing door de Britten.’ Goodfriend leverde zelf een bijdrage over het dagelijks leven van die Nederlanders onder Engels regime.
sporen In totaal staan er 92 artikelen van 94 auteurs uit verschillende landen in het 1190 pagina’s tellende Four Centuries. De samenstellers – naast Kees van Minnen en Giles Scott-Smith ook Roosevelt Center adjunct-directeur Hans Krabbendam – werkten er drie jaar aan, inclusief ‘a tremendous amount of editing’, in de woorden van ScottSmith. Deels ging dat editen zitten in overal goed Engels van maken. Mede omdat de samenstellers een Engelstalig
Over het boek Four Centuries of Dutch American Relations,1609-2009 verscheen op 2 september, toen het werd aangeboden aan prinses Margriet, petekind van president Franklin Roosevelt. Het boek is ingedeeld in de tijdvakken 1609-1782, 19e eeuw, 1914-1945, en 1945-2009: De Koude Oorlog en daarna. Die laatste periode wordt in aparte hoofdstukken behandeld vanuit politiek-militair, economischmaatschappelijk en cultureel opzicht. Van de 94 auteurs zijn er 24 verbonden aan Nederlandse universiteiten, 15 aan Amerikaanse, een aan een Britse en een aan een Duitse universiteit. Onder de overige medewerkers bevinden zich rijksambtenaren, onderzoekers aan musea en andere instituten, en onafhankelijke historici. Four Centuries of Dutch American Relations,1609-2009 Redactie: Hans Krabbendam, Cornelis A. van Minnen, Giles Scott-Smith Uitgeverij Boom/State University of New York Press ISBN: 9789085066538, 1190 p., gebonden en geïllustreerd, € 49,50
Akademie Nieuws september 2009
5
wetenschappelijk publiek op het oog hebben, is het boek zowel in Amerika als in Nederland in het Engels uitgebracht.
Gelderlanders vestigden zich ten westen, Overijsselaren ten oosten van de Cuyahoga rivier Over de sporen die het Nederlands van de zeventiendeeeuwse oostkust-kolonisten achterliet in het Amerikaans Engels gaat het in Four Centuries ook. We leverden onder meer coleslaw, cookie en winkelhawk. Minder bekend is dat ook een aantal Indiaanse talen, zoals het ‘Loup’, Nederlandse leenwoorden opnam. Zo gebruikten indianen het woord puspus als ze poes bedoelden en kipkip voor kip.
heldin Het boek, dat ingedeeld is in vier historische periodes, bevat talloze interessante feiten, weetjes en verhalen. Zo is er het boomerang-effect van Anne Frank, beschreven door historicus David Barnouw van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie: Anne Frank werd in Nederland pas als een heldin beschouwd, en Het Achterhuis pas als een literair monument nadat Anne in een succesvol toneelstuk op Broadway in New York tot symbool van hoop ten tijde van oorlog was uitgeroepen. Niet voor niets staan er nog altijd lange rijen voor het Anne Frank Huis in Amsterdam. Rijen Amerikanen. Over Nederlandse emigranten in de negentiende eeuw schrijft Robert Swieringa (die zelf onder meer hoogleraar geschiedenis was in Holland, in de staat Michigan) dat ze minder massaal en gretig naar de VS trokken dan bijvoorbeeld Italianen of Ieren. Maar ze klonterden meer dan welk volk ook samen in het midden-westen -- vooral in Michigan. Binnen hechte Hollandse gemeenschappen bestond weer een duidelijke scheiding tussen provincialen: ‘In Cleveland vestigden Gelderlanders zich ten westen, en Overijsselaren zich ten oosten van de Cuyahoga rivier.’ Ook kunst en cultuur komen aan bod. Amerikaanse films waren in Nederland minder populair dan in andere West-Europese landen, schrijven filmgeschiedeniskenners
Kees van Minnen
Karel Dibbets en Thunnis van Oort. De bestbezochte film in Nederland vóór 1940 was De Jantjes, en niet Ben-Hur of Modern Times. Toch ontstond er een Shirley-hype toen het kindsterretje Shirley Temple naar Nederland kwam in 1936. Een Utrechtse bioscoopeigenaar organiseerde een look-a-like-wedstrijd, waar 300 meisjes op afkwamen. Een waarnemer meende echter dat ‘de meeste meisjes evenveel op Shirley Temple leken als een vlo op een olifant’.
6
En er is bijvoorbeeld aandacht voor de eerste Nederlandse kunstenaar die voet aan de grond kreeg in de VS. Adriaan Lubbers (1892-1954) is lang niet zo bekend als Piet Mondriaan, Willem de Kooning en Karel Appel zouden worden, maar eind jaren twintig maakte hij veel schilderijen en muurschilderingen van (de skyline van) Manhattan, waaruit een grote liefde voor de stad blijkt, schrijft hoogleraar moderne kunstgeschiedenis Gail Levin.
vlaggen In zijn kantoor in het torentje van een middeleeuwse abdij in Middelburg, houdt historicus Van Minnen de Amerikaanse en de Nederlandse editie van Four Centuries in de lucht. ‘Het verschil is frappant. De Amerikaanse uitgever wilde vlaggen. Amerikanen vinden dat geweldig.’ Zelf heeft Van Minnen een artikel over de vroegste Nederlands-Amerikaanse diplomatieke relaties bijgedragen,
Toch ontstond er in 1936 een Shirley Temple-hype en een over de beeldvorming in beide landen over elkaar. Hij stelt dat de Nederlandse beeldvorming over Amerika voor een groot deel negatief en bevooroordeeld was, ook onder intellectuelen en politici. Omgekeerd was de onwetendheid over Nederland in Amerika groot. Nederlanders vonden Amerika stompzinnig en weinig verfijnd. Amerikanen genoten grote populariteit als bevrijders (hoewel de Britten en Canadezen een belangrijker rol speelden in de bevrijding van Nederland, zoals ook in Four Centuries valt te lezen), maar na de oorlog gooide eerst Nieuw-Guinea, en daarna de Vietnam-oorlog roet in het eten. In de jaren tachtig volgden het conflict over kruisraketten en nog later over Irak. Tegelijkertijd wonden en winden Nederlanders zich op over smakeloze import op cultureel terrein, om die vervolgens wel massaal te consumeren.
slechte adem Weerstand tegen Amerika lijkt een terugkerend thema van Four Centuries. Wilbert Schreurs, reclame-historicus aan de VU, beschrijft hoe Nederlandse reclamemensen zich in het verleden verzetten tegen ‘infantiele’ Amerikaanse advertentievormen. In Four Centuries is een stripreclame opgenomen voor Colgate-tandpasta uit 1940. Een man
belt zijn echtgenote: ‘Hallo vrouw, ik heb weer werk!’ Dat was hij door zijn slechte adem kwijtgeraakt, zo blijkt uit de tekst. De advertentie was een letterlijke vertaling van het Amerikaanse origineel.
De EO is naar Amerikaans voorbeeld opgericht ‘Amerikaanse reclame uit de school van de hard sell, waarin direct het product in kwestie wordt aangeprezen, was niet populair onder Nederlandse creatieven,’ licht Schreurs toe. ‘Die hadden een voorkeur voor soft sell: door middel van onder meer humor aandacht vragen voor een product. Je zou zelfs van een Dutch school kunnen spreken.’ Dat hard sell nog steeds weerstand oproept, blijkt uit het verzet tegen de recente reclamecampagne met Maurice de Hond voor een energiebedrijf. Schreurs merkt op dat die gemaakt is door Paul Meijer, die ervaring opdeed in de VS.
Akademie Nieuws september 2009
7
Medesamensteller Krabbendam schrijft in zijn bijdrage ‘The American Impact on Dutch religion’ dat de gevestigde protestantse kerk in Nederland in de jaren vijftig niet stond te popelen om Amerikaanse evangelisten
Nederlanders vonden Amerika stompzinnig en weinig verfijnd als Billy Graham te omarmen. ‘De kerken waarschuwden: denk maar niet dat een flitsende prediker die even een preek komt droppen in Nederland een blijvende indruk achterlaat,’ zegt Krabbendam. ‘Maar het evangelicale gedachtegoed sloeg juist enorm aan, wat later bijvoorbeeld duidelijk tot uitdrukking kwam in het succes van de EO, die naar Amerikaans voorbeeld is opgericht.’ Scott-Smith heeft naast het artikel over ambassadeurs in Washington en Den Haag ook een bijdrage geschreven
Theodore Roosevelt in 1903, foto uit het besproken boek
over de Amerikanistiek als wetenschap. Hij is hierover niet optimistisch. ‘Er is te weinig nieuwe aanwas,’ zegt hij. ‘Dat komt omdat er geen structurele aanpak is aan de universiteiten om nieuwe postdocs af te leveren. En dat ligt misschien weer aan Amerikanistiek zelf. Een multidisciplinaire studie met onderdelen uit letteren, geschiedenis en politicologie, krijgt al gauw last van fragmentatie.’ Of de hype rond president Obama zich vertaalt in een opleving voor Amerikanistiek valt nog te bezien.
handiger Het Roosevelt Study Center houdt zich strikt genomen niet bezig met Amerikanistiek, maar alleen met Amerikaanse geschiedenis en de geschiedenis van NederlandsAmerikaanse betrekkingen. De RSC-bibliotheek beschikt over de grootste verzameling Rooseveltiana buiten Amerika. Veel documentatie in de Verenigde Staten ligt zo
8
verspreid, dat het zelfs voor Amerikaanse onderzoekers vaak handiger is om naar Zeeland te komen. Er wordt aan gewerkt om de RSC-bibliotheek (verder) te digitaliseren.
gebrouilleerd Aanvankelijk was het RSC vooral geïnteresseerd in alles wat te maken had met Franklin Delano Roosevelt, van 1933 tot zijn dood in 1945 vier maal Amerikaans president. Diens wortels liggen immers in Zeeland (vermoedelijk in Oud-Vossemeer op het eiland Tholen om precies te zijn). Maar de onderzoeksmissie is met de jaren uitgebreid,
In de bus raakte ze weer on speaking terms eerst met FDR’s vrouw Eleanor, bekend pleitbezorgster van mensen- en vrouwenrechten, en daarna ook met hun ‘cousin five times removed’, Theodore Roosevelt, president van 1901 tot 1909. Door evenveel aandacht te besteden aan FDR, de New Democrat bij uitstek, als aan de Republikein Theodore, werd voorkomen dat de buitenwereld het RSC als biased zag. ‘De tak van de familie Roosevelt die afstamt van FDR en de tak van Theodore waren jarenlang gebrouilleerd,’ zegt Van Minnen. ‘Maar bij de oprichting van het RSC, in 1986, heb ik ze allebei uitgenodigd. Ze zaten bij elkaar in de bus en raakten weer on speaking terms. Sindsdien wordt binnen de families wel gesproken van de Peace Treaty of Middelburg.’
Dit jaar vierde Van Minnen, die, toeval of niet, is geboren in Terneuzen, zijn 25-jarig jubileum bij het RSC. ‘Jarenlang was ik het RSC,’ zegt hij. ‘Ik heb pionierswerk verricht, door dit instituut min of meer zelfstandig uit de grond te stampen. Ik heb letterlijk op de verbouwing van onze ruimtes moeten toezien.’ Omdat hij voor conferenties, studiereizen en andere wetenschappelijke activiteiten dikwijls zelf de boer op moet om fondsen te werven noemt hij zichzelf wel een ‘entrepreneurial historian’. Zo heeft hij voor de publicatie van Four Centuries twee ton bijeen weten te sprokkelen van onder andere het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Netherland America Foundation en het Zeeuwse energiebedrijf Delta NV. Over het gebrek aan structurele fondsen voor zijn instituut, dat ondanks lovende evaluaties van visitatiecommissies altijd klein is gebleven, is hij slecht te spreken. ‘Hoe goed wij het ook deden, het werd nooit omgezet in fondsen die makkelijk konden worden weggehaald bij minder, functionerende instituten,’ zegt hij. Volgend jaar gaat Van Minnen met onderzoeksverlof naar de VS om een boek te schrijven over het Amerikaanse Zuiden van na de burgerrechtenbeweging. ‘FDR noemde armoede in het Zuiden in zijn tijd the nation’s problem number one. Nu zie je dat het Zuiden zowel politiek en economisch als cultureel dominant is. Hoe kan dat? Dat wil ik uitzoeken.’ Voor wie zich afvraagt hoe het afliep met de geschoffeerde ambassadeur Schürmann in Washington: de Amerikanen zagen hun ‘stommiteiten’ in en boden in alle toonaarden hun excuses aan. De diplomatieke relaties waren Goddank gered.
dieptepunt Binnenkort komt het kruisrakettenarchief vrij. Dat geeft onderzoekers aan het RSC een nieuwe bron om de transAtlantische betrekkingen te bestuderen in de jaren tachtig, toen door de weigering van Nederland om Amerikaanse Pershing-raketten te plaatsen de verhouding tussen Den Haag en Washington een dieptepunt bereikte. Scott-Smith dient het ene na de andere Freedom of Information Actverzoek in bij de Amerikaanse autoriteiten om documenten in te mogen zien, bijvoorbeeld in de archieven van inlichtingdiensten. ‘Zo’n FOIA-verzoek kun je gelukkig ook als niet-Amerikaan indienen,’ zegt hij. ‘Ik weet niet of het iets met de nieuwe regering te maken heeft, maar de laatste tijd wordt er vaker ingegaan op mijn verzoek.’
Conferentie Op 15 en 16 oktober is er bij de VU in Amsterdam door het Roosevelt Studie Center in Middelburg georganiseerde conferentie over Four Centuries of Dutch-American Relations 16092009. De eerste dag staat in het teken van de zeventiende tot de vroeg twintigste eeuw. Op dag twee staan de politieke, economische en culturele aspecten van na de Tweede Wereldoorlog centraal. Meer informatie op www.roosevelt.nl