Web in de Wijk Een onderzoek naar de mogelijkheden voor ondersteuning van informele dienstverlening door ICT
Een opdracht van Brekend Vaatwerk in het kader van de opleiding aan de Hogeschool van Amsterdam Amsterdam, mei 2003 Vanja Arjans Arjen Faddegon, Bert van Meeteren Jelena Stankovic José Willemse
Inhoudsopgave Inleiding ..................................................................................................................................... 3
Fase 1: Deskresearch....................................................................................................... 5 Een eerste oriëntatie ................................................................................................................... 5 Gemeenschappen op internet ..................................................................................................... 7 Doelgroepen ............................................................................................................................. 12 Zelfhulpgroepen ....................................................................................................................... 14 ABCD methode……………………………………………………………………………….18 Een analyse met behulp van de ABCD methode op basis van de dynamische sociale kaart.. 21 De juridische kant van dit project ............................................................................................ 25
Fase 2: Fieldresearch..................................................................................................... 30 Ter inleiding ............................................................................................................................. 30 Verslag Workshop Wateringsevel............................................................................................ 31 Verslag Workshop Ypenburg................................................................................................... 36 Evaluatie van de Workshops .................................................................................................... 41
Fase 3: Evaluatie ............................................................................................................. 42 Ter inleiding ............................................................................................................................. 42 Verslag Evaluerende bijeenkomst ............................................................................................ 42 Conclusie.................................................................................................................................. 51 Dankbetuiging .......................................................................................................................... 52 Bronvermelding........................................................................................................................ 53 Bijlagen .................................................................................................................................... 54
2
Inleiding Voor u ligt het eindresultaat van ons onderzoek uitgeschreven door Brekend Vaatwerk, in het kader van de externe opdracht dat een onderdeel is van onze opleiding aan de Hogeschool van Amsterdam. Aan dit onderzoek hebben meegewerkt drie studenten van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, één student Cultureel Maatschappelijke Vorming en één student Sociaal Juridische Dienstverlening. De centrale onderzoeksvraag zoals geformuleerd door Brekend Vaatwerk is: Hoe kun je informele dienstverlening in een buurt stimuleren met behulp van ICT? Hierbij is het van belang om te weten wat we onder informele dienstverlening verstaan, namelijk het onderhouden van onderlinge contacten, waardoor de samenwerking op punten die van belang zijn voor bewoners mogelijk wordt. Dit biedt de mogelijkheid om onderling gebruik te maken van elkaars vaardigheden en leidt ertoe dat mensen elkaar gaan helpen, bijvoorbeeld met het organiseren van een sporttoernooi. Doel van dit project is te kijken hoe internet samenwerking en gezamenlijke activiteiten van bewoners kan stimuleren. Kortom: het versterken van de sociale cohesie binnen een wijk. In het begin kan dit ondersteund worden door (semi-)overheidsorganisaties, zoals een welzijnsorganisatie, maar het uiteindelijke doel is dat bewoners dit zelf gaan continueren. Ons doel was te kijken hoe internet hierbij een stimulans kan zijn en Brekend Vaatwerk heeft hiertoe een programma laten ontwikkelen waarmee iedereen op heel eenvoudige manier websites kan bouwen en het is de bedoeling dat in een later stadium ook andere manieren van communicatie mogelijk worden, zoals webfora. Uiteindelijk doel van de opdracht is het maken van een boekje met tips en trucs omtrent sociale processen en internet. Om tot dit resultaat te kunnen komen, hebben wij in overleg met Brekend Vaatwerk ons onderzoek onderverdeeld in een tweetal fasen: de deskresearchfase, waarin we een uitgebreid literatuur- en internetonderzoek hebben gedaan en de fieldresearchfase, waarin we in samenwerking met stichting Boog (bevordert opbouwwerkprojecten in Den Haag) een tweetal workshops hebben georganiseerd, waarin we onze theorie in de praktijk getoetst hebben, waarna onze bevindingen geëvalueerd zijn in een afsluitende bijeenkomst op de Haagse Hogeschool. Bij deze bijeenkomst waren niet alleen betrokken organisaties aanwezig, maar ook subsidiegevers, zoals een beleidsmedewerker van de gemeente Den Haag en medewerkers van diverse informatiewerkplaatsen vanuit het hele land. Dit werkstuk is ook volgens deze volgorde opgebouwd: • Deskresearch, met stukken over doelgroepen, methodes en juridische aspecten. • Fieldresearch, met verslagen van de workshops • Verslag van de afsluitende bijeenkomst. • Als laatste geeft dit rapport een door ons geformuleerde conclusie. • De bijlagen bevatten een bespreking van diverse sites en stukken ingebracht door externen.
3
Als rode draad voor het geheel, te wetende de workshops en de tips en trucs, hebben we gebruik gemaakt van de ABCD methode van McKnight, welke ook uitgebreid besproken is in dit rapport. Daar iedere buurt anders is en ook de aanpakken van de initiatiefnemers onderling verschillen, geldt deze methode niet als een wet van Meden en Perzen, maar zal het aangepast moeten worden op de situatie waarin het toegepast gaat worden. Een interessant aspect van ons onderzoek was dat innoverende karakter, omdat sociale toepassing van ICT nog in de kinderschoenen staat. Er is weinig onderzoek naar gedaan en het lijkt een gebied te zijn wat nog ontgonnen moet worden. Wij hopen dat ons onderzoek hier een bijdrage aan kan leveren. Een ander aspect van ons onderzoek was dat wij als eersten, gebruik gemaakt hebben van het virtuele kantoor van de Hogeschool van Amsterdam, het BSCW. Ook zal dit project gaan functioneren als pilot voor een op te zetten sociaal agogische ICT-werkplaats op de hogeschool door Atie Engel. Else Rose Kuiper die in haar hoedanigheid als directeur van Brekend Vaatwerk al langer met dit onderwerp bezig is heeft ons niet alleen begeleid door het gehele project, maar ons ook gecoacht waar het het ICT-gedeelte betrof. Met haar expertise heeft zij een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van dit product. Amsterdam, voorjaar 2003 De werkgroep externe opdracht Vanja Arjans, SJD-voltijd Bert van Meeteren, MWD-deeltijd Arjen Faddegon, MWD-deeltijd Jelena Stankovic, MWD-deeltijd José Willemse, CMV-deeltijd
4
Fase 1: deskresearch In deze fase hebben wij ons zo goed mogelijk georiënteerd op het onderwerp. Nadat wij met behulp van Else Rose Kuiper de opdracht geanalyseerd hadden en wij goed voor ogen kregen wat ons te doen stond, zijn wij in eerste instantie gaan kijken wat er zoal te doen was op het internet in de richting van dit onderwerp. We hebben gezocht in de richting van al bestaande zelfhulpgroepen, internetgemeenschappen en potentiële doelgroepen (bijv. mindervalide bejaarden en alleenstaande bijstandsmoeders) en of, en hoe, zij zich manifesteerden. Met de resultaten in ons achterhoofd zijn wij toen op zoek gegaan naar een voor ons doel hanteerbare methode, en hebben die toegesneden op onze opdracht. Bovendien hebben wij, omdat deze manier van werken met sociale processen en ICT nog niet eerder gedaan is, de juridische haken en ogen van ons project bekeken.
Een eerste oriëntatie Onderdeel van de deskresearchfase is uiteraard geweest het bekijken van sites die zich al met dit onderwerp bezig houden, om eens te zien hoe er met ‘informele dienstverlening met behulp van ICT’ op het internet reeds omgegaan wordt. In principe zijn wij weinig tot niets tegengekomen dat in onze ogen bruikbaar leek. Wel wat sites over communityservice in Amerika (zoals bijvoorbeeld: www.CommunityService.org en www.Smalcommunity.org), echter qua indeling en vooral ook overzichtelijkheid waren deze niet bijzonder gastvrij naar onze mening. Gezien het geringe aanbod en de werkbaarheid, denken wij te mogen stellen dat dit onderwerp, buurtgerichte sites, nog in de kinderschoenen staat. Uiteindelijk hebben wij besloten zelf een aantal criteria op te stellen waaraan wij vinden dat een site zou moeten voldoen, die zowel de communicatie binnen een buurt/gemeenschap op gang brengt, als zichzelf in stand houdt, en waar mensen een bepaalde verbondenheid mee voelen. Doelgroepen + opzet Om met criteria over de tafel te kunnen komen is het in eerste instantie nodig vast te stellen voor wie een dergelijke site nu eigenlijk bedoeld is. En als we ervan uit gaan dat een dergelijke site bedoeld moet zijn voor een hele buurt of gemeenschap en alle bewoners, dan laat het zich eenvoudig raden dat hij qua opzet breed moet zijn. Zo zal hij niet alleen een bron van informatie en dienstverlening moeten zijn, maar ook een van ontspanning en vermakelijkheid. In principe zal het een soort digitaal buurthuis moeten worden, waar je niet alleen terecht kan voor een kop koffie aan de bar, maar ook een goed gesprek kan hebben met iemand, of informatie kan inwinnen en van waaruit bepaalde diensten gecoördineerd kunnen worden. Het internet heeft hierbij nog als toegevoegde waarde dat men via prikborden en chatboxen redelijk anoniem kan opereren, zodat er ruimte is voor allerlei informele vragen die men liever niet aan de grote klok hangt. Uiteraard kan het ook, al dan niet anoniem, over belangrijke levensvraagstukken, zoals rouwverwerking en psychiatrische problematiek gaan. Onderzoek onder internetbezoekers heeft al diverse malen uitgewezen, dat anoniem over moeilijke onderwerpen chatten of informatie inwinnen, vaak gedaan wordt, en dat er bovendien een heilzame werking van uitgaat. Er bestaan zelfs al sites waarop men psychiatrisch consult kan krijgen.
5
Consultaties zouden gedaan kunnen worden door een huisarts of maatschappelijk werker die in een dergelijke buurt woont en daar zich vrijwillig een uurtje of twee uurtje voor ter beschikking stelt. Eisen Eenvoud Aangezien de doelgroep van 0 tot 100 is, en zowel bekend als onbekend met PC-gebruik kan zijn, zullen de gebruikersaanwijzingen en -handelingen op de site van een haast ‘kinderlijke’ eenvoud en duidelijkheid moeten zijn. Bijvoorbeeld: veel visualisaties door middel van icoontjes met duidelijke ‘korte’ aanwijzing eronder. Zo ook uitleg geven over woorden die in de Nederlandse taal niet voorkomen, en op computers gebruikelijk in het Engels zijn, te denken valt aan termen als ‘links’ en ‘chatbox’ (meer hierover bij tips en trucs). Activering De site moet op een dermate manier opgebouwd zijn, dat hij mensen motiveert om hem met regelmaat te bezoeken. Hiervoor zal er op de site niet alleen iets te halen moeten zijn (bijv. informatie, diensten en ontspanning), maar hij moet uitnodigen tot het aanbieden van diezelfde zaken. Wil de site zichzelf in stand kunnen houden zal hij zowel een haal-, als een brengfunctie moeten vervullen. Ook voor het wel en wee in de buurt moet ruimschoots aandacht zijn. Huiselijkheid De site moet een warme sfeer uitademen, waarin men zich veilig en vertrouwd voelt. Zodat de mensen, wanneer zij in de buurt van een computer zijn of thuis achter de computer gaan zitten denken: “Zo eerst eens kijken wat er vandaag allemaal te doen en te beleven valt.” Qua uitvoering kan hierin al heel veel bereikt worden door met de juiste kleurstellingen te werken. Zachte en warme kleuren in plaats van schreeuwend en druk. Verder ook een goede hartelijke welkomstboodschap (pagina), en bijv. buurtgerelateerde prijsvragen en opdrachten. Conclusie Een site die eraan bijdraagt dat mensen in een bepaalde buurt of wijk met elkaar gaan communiceren biedt grote kansen om zaken als isolement aan te pakken, en een bepaald gevoel van saamhorigheid aan te kweken. Zeker als daarnaast ook nog eens een vorm van informele dienstverlening op gang komt. Echter dit verhaal zou niet compleet zijn zonder ook valkuilen te noemen, zodat daar bij bouwen van een dergelijke site rekening mee gehouden kan worden. Door steeds verdere afkalving van de verzorgingstaat en individualisering is het niet ondenkbaar dat een initiatief als dit voor bepaalde groepen mensen in een nabije toekomst een ‘noodzakelijk’ alternatief wordt. Het is echter niet te hopen dat zij ooit zullen gaan functioneren als ‘laatste strohalm’. En de grote technische vlucht en vooruitgang waar het dagelijks leven tegenwoordig van doordrenkt is, in feite het begin van een achteruitgang inluidt. Eenzaamheid en sociaal isolement zijn veelgehoorde kreten tegenwoordig. Ook wordt vaak vastgesteld, dat voor regelmatige internetbezoekers en verstokte ‘surfers’ de dreiging van eenzaamheid en isolement groter is dan voor degenen die zich hier niet mee bezig houden. Dat dit geen loze kreten zijn, mag duidelijk zijn. Vooral als men de maatschappelijke ontwikkelingen bijhoudt en regelmatig, hetzij ‘professioneel’ dan wel ‘niet-professioneel’, met mensen en hun gedrag geconfronteerd wordt.
6
Met dit in het achterhoofd zullen wij als medewerkers aan een dergelijke site, terdege moeten rekenen met het feit dat hij zijn doel niet voorbijschiet.
Gemeenschappen op internet In dit hoofdstuk worden kenmerken en eigenaardigheden van internetgemeenschappen besproken. Er zal blijken dat deze gemeenschappen een doel, een werkwijze en een functie hebben, net zoals real life gemeenschappen, maar toch anders dan real life gemeenschappen. Het maakt duidelijk waarmee een goede gemeenschap staat of valt, wat er noodzakelijk is om te blijven bestaan. Gemeenschap, definitie en doel Een definitie zou kunnen zijn: een groep mensen die publiekelijk iets met elkaar delen en daar normen en waarden aan verbinden. Zij delen een normatief aspect, met betrekking tot zowel interne als externe normen en waarden en de manier waarop zij door buitenstaanders bekeken willen worden (hun imago). Het gaat dus om een groep mensen die onderling iets delen; ruimte, tijd, materie, diensten, bronnen, kennis, giften en/of een normatief kader. Deze mensen ontlenen aan het delen van deze zaken vaak deels hun zelfopvatting en sociale positie aan - denk maar aan de oude dorpsgemeenschap, juist doordat iedereen wist wat er van hem verwacht werd, kenden mensen hun plaats in de gemeenschap en dus ook hun identiteit. Op internet is de verbindende factor meestal onstoffelijk, samen te vatten in kennis en informatie uitwisseling. Toch lijkt in veel internetgemeenschappen de informatie die uitgewisseld wordt, banaal en alledaags, flames (ruzies met over en weer beledigingen) over kleinigheden zijn aan de orde van de dag en het zal op zich weinig mensen interesseren dat persoon x (waarvan je niet eens de echte naam weet) vandaag roze pantoffels gekocht heeft. Info-flatie dus? Toch niet, want het blijkt dat het wel degelijk mensen interesseert, gezien de reacties die op dit soort mededelingen kunnen komen. Op internet wordt niet alleen gesproken over belangrijke filosofische zaken, niet alleen over de krantenkoppen en wetenschappelijke belangrijkheden, maar vooral over zaken die de mensen alle dag raken en meemaken. Juist dit banale, dit alledaagse maakt dat gemeenschappen mensen trekt en houdt. Het zou dan ook jammer zijn als dit niet onderkend wordt. De manier waarop deze informatie uitwisseling plaatsvindt, wordt bepaald door het normatieve kader van de mensen die deel uitmaken van die gemeenschap. Typerende internet-gemeenschapskenmerken zijn verder: • het af en toe fysiek bij elkaar komen • het maken van afspraken, bijv. over datum en tijd voor het punt hierboven • het delen van dingen en diensten • het maken van interne grappen • verwijzingen naar een normatief kader. Het delen van deze dingen gaat echter lang niet altijd zonder wrijving en weerstand. Mensen zijn niet alleen gemeenschapswezens, ze zijn ook nog individuen. Individuen die nogal eens iets willen of doen wat haaks op de gemeenschapsnorm staat. Dat is niet voorbehouden aan de hedendaagse individualisering; in alle tijden kenden gemeenschappen hun buitenbeentjes, dwarskoppen en asocialen. Die horen onlosmakelijk bij elke gemeenschap.
7
Sterker nog, je zou ‘gemeenschap’ zelfs kunnen definiëren aan de hand van wat als afwijking wordt gezien en hoe daarmee wordt omgegaan. Een gemeenschap zonder gedefinieerde afwijkingen is geen gemeenschap. Alle gemeenschappen hebben omgangsvormen en instrumenten voor het beheer van de afwijking: sociale controle, publieke moraal, institutionele regulering, sancties, repressie, uitsluiting. Ook daar vindt normatieve regulering plaats, niet alleen op basis van de specifieke afspraken, maar ook op basis van ongeschreven regels. Kort omschreven kan een gemeenschap een aantal doelen hebben: binding creëren tussen de leden, training en educatie bieden, het informeren van die leden (denk aan locale info, agenda’s en activiteiten) en ontspanning bieden, en dat alles op een effectieve manier. Een buurtsite kan op deze manier bijdragen aan een meer samenhangende, gezondere en actievere ‘real life’ (fysieke) buurt. Persoonlijk versus gemeenschappelijk De relaties die de hedendaagse mens aangaat kenmerkt zich in het verschil tussen het private en het publieke. Ook de veelheid van vluchtige relaties is kenmerkend: de moderne westerse mens heeft meer dan duizend persoonlijke relaties, waarvan er vijftig tamelijk hecht zijn, en slechts vijf intiem. Driekwart heeft na tien jaar een geheel vernieuwde kring van intimi. Het hedendaagse persoonlijk leven bestaat zo bezien voor het merendeel uit vrijblijvende, instabiele banden. Het openbare leven bestaat uit anonieme passanten die niet met elkaar communiceren; directe communicatie is voorbehouden aan het bekendennetwerk, aan het private. Het openbare is anoniem, non-interactief en ‘asociaal’ geworden: het sociale is geïndividualiseerd en geprivatiseerd. Hier ontbreekt een middenkader, die in vroeger tijden gevormd werd door de buurman/vrouw. Het publieke is ook contacten via internet, echter lijkt dit meer op contacten zoals je die met een buurman/vrouw zou hebben: bepaalde belangrijke zaken deel je wel, terwijl ze andere zaken totaal niet weten, een beetje zoals de relatie van Tim Taylor met zijn buurman in de tv serie Home Improvement: over de schutting bepraten ze de belangrijke dingen des levens (bijvoorbeeld de laatste opvoedingsproblemen met zijn kinderen) maar hij kent niet eens het gezicht van zijn buurman. Dit komt mede door de “easy entries & easy exits” die mogelijk zijn op internet en het gebruik van nicknames waardoor de gewenste mate van anonimiteit bereikt kan worden. Op webfora, mailinglisten, nieuwsgroepen en dergelijke kan je aan discussies meedoen zonder jezelf bekend te hoeven maken. Op deze manier wordt een vorm van pseudonimiteit gecreëerd: de gemeenschap weet d.m.v. consequent gebruik van je nickname dat jij het bent, maar scheiding tussen gemeenschappen blijft mogelijk: je baas zal je nickname niet zo snel in verband brengen met jou. Toch is deze pseudonimiteit geen belemmering voor het aangaan van gemeenschapsbanden, en de al eerder genoemde banaliteit van uitgewisselde informatie blijkt juist de gemeenschapsbanden te verstevigen. Daarmee is niet gezegd dat deze “virtuele buur” een compensatie vormt voor de teloorgang van de echte buur. Het Net compenseert niet: het radicaliseert enerzijds tendensen uit real life
8
en creëert anderzijds nieuwe vormen van gemeenschappen en banden. De figuur van de virtuele buur is zo’n nieuw type sociale band. Dat deze een aanvulling is op de bestaande relaties blijkt uit het volgende: als jij ergens heel erg mee zit, en in je directe omgeving is er niemand met wie je erover kan praten, kan je dan bijvoorbeeld wel die vriendin die je al jaren uit het oog verloren bent erover opbellen? Op internet leg je de vraag voor, en het antwoorden schept geen verwachtingen of verplichtingen. Het is een soort “derde plaats” geworden, een soort buurtkroeg, die tussen het private en het publieke instaat, maar waar veel te delen is. Dat mensen op het Net voortdurend hulp vragen en geven aan vreemden staat in sterk contrast met de hedendaagse “omstandermoraal”, het feit dat bijna niemand uit het publiek geneigd is in te grijpen als iemand in moeilijkheden is (maar het kost je op internet niks.. en het kan je ook niks kosten… behalve tijd… je wordt niet aangesproken door een persoon zodat je geweten gaat knagen, zoals wanneer je een bedelaar op straat tegenkomt, maar door een anoniem iets, zodat je vrij kunt geven wat je wilt, of niet… net wat je geweten je ingeeft. Mensen schijnen wel eerder te interveniëren als zij de enige omstanders zijn, oftewel, als het duidelijk is dat zij er toe doen… Verblijven op het Net wordt niet ervaren als een opgenomen zijn in een anoniem publiek, maar als een handelen vanuit een individuele competentie. Juist de combinatie van anonimiteit en bekendheid brengt de mogelijkheid met zich mee om er toe te doen, verschil uit te maken voor anderen, zonder in het voetlicht te moeten treden. En ertoe doen, van belang zijn voor een ander, dat is een van de sociale levensbehoeften van mensen. Soorten gemeenschappen De gemeenschappen op internet zijn in te delen naar hun doel, globaal zijn te onderscheiden: • steun- en zelfhulpgroepen; • werk- en kennisgroepen; • identiteitsgroepen en passiegroepen. De vorm van deze gemeenschappen kunnen allerlei zijn: ICQ-adressen gidsen, mailinglisten, nieuwsgroepen, chatrooms, webfora etc. Natuurlijk komt “kruisbestuiving” voor: zelfhulpgroepen waarbij het ineens gaat over de hobby van een van de leden, ’n werkgroep die ’n discussie start over de politiek etc. Een korte opsomming van netgemeenschappen waar onze groep kennis van heeft: mIRC: dit is een chat-programma, die een aantal extra mogelijkheden biedt, zoals het uitwisselen van bestanden en het spelen van on-line, tekstuele spelletjes. Het biedt direct contact, maar het nadeel is dat als iemand steeds op momenten er is dat jij er niet bent, je die persoon nooit leert kennen. Hetzelfde geldt natuurlijk voor andere chatprogramma’s, bijvoorbeeld die geboden worden via ’n Java-applicatie op een web-site. DC++ (KaZaa, AudioGalaxy, Napster, FTP): dit zijn programma’s bedoeld om gegevens, bestanden uit te wisselen. Naast deze functie bieden veel programma’s ook de mogelijkheid om met één of meerdere mensen te gelijk te chatten, en een programma als DC++ moet actief onderhouden worden door operators, en iedereen kan een eigen DC++ onderdeel starten, operators aanwijzen en zijn eigen regels bepalen over wat en hoeveel er gedeeld moet worden. Nieuwsgroepen: je provider bepaald voor een deel welke nieuwsgroepen er aangeboden wordt, er zijn providers die hierin censuur toepassen. Verder is het een totaal open middel van communicatie, als je kan mailen, kan je aan nieuwsgroepen deelnemen. Stop je met lezen en
9
mailen, ben je ook uit die gemeenschap gestapt. Dit zijn vaak passie- of identiteitsgroepen, waarin diverse kanten van een gezamenlijke hobby of bijvoorbeeld afkomst besproken wordt. Mailinglisten: deze hebben een minder makkelijke entry en exit dan de hierboven genoemde middelen, enkel, de entries en exits zijn alleen zichtbaar voor de moderators van de lijsten. Ook dit zijn vaak passie- en hobbygroepen. Mailingboards: dit zijn vaak een vorm van werkgroepen: het uitwisselen van nuttige informatie is regelmatig het doel, naast de passie- en identiteitsgroepen die er zijn. Webfora (= mailingboards) kunnen bijvoorbeeld over juridische zaken of een hobby gaan. MUDs: Multi User Domain/Dungeons zoals de Metro van De Digitale Stad zijn ontwerpgemeenschappen, bedoeld om samen ruimtes te creëren die voor de gebruikers van betekenis zijn. Meestal zijn ze text-based en hebben de ruimtes verschillende functies: spelletjes spelen, discuteren over politiek, gezellig kletsen over dagelijkse dingen of computergebruik etc. Stepbridge is een on-line programma via welke je met veel andere mensen kunt bridgen. Het vereist een inschrijving en je moet ervoor betalen. Een van de eisen is dat je speelt onder (een vorm van) je eigen naam. Op deze manier zijn de contacten die je opbouwt persoonlijker. BattleNet: dit is geen programma op zich, maar een server die mogelijk maakt dat mensen via bepaalde spelletjes met en tegen elkaar (meerdere personen tegelijk) kunnen spelen op internet. Hij biedt ook ’n chatfunctie, zowel tijdens het spel, als voor en na het spel, en hieruit groeien hele “clan’s” die herkenbaar zijn aan de namen. Ook een vorm van gemeenschapsvorming dus. Smulweb: een website waarop mensen hun eigen favoriete gerechten kunnen zetten en anderen deze kunnen opzoeken. Lijkt veel op cu2, en heeft dus ook een beperkte mogelijkheid om 1 op 1 contact op te nemen. Een aparte website waar we aandacht aan willen besteden is gathering.tweakers.net: dit is een zeer levendig webforum met tot meer dan 500 berichten per dag, verdeeld over diverse onderdelen en het heeft misschien wel 10.000 gebruikers. Het wordt beheerd door moderators en het onderwerp heeft eigenlijk altijd te maken met computers, meestal hardwarematig, of software om je computer te controleren en optimaliseren. Wat dit forum zo bijzonder maakt is dat het dusdanig hoog gewaardeerd wordt door zijn gebruikers, dat deze er actief aan meewerken het “schoon” te houden. Er is hier een vergaande vorm van sociale controle en deze kan ook afgedwongen worden. Ieder forum heeft een beperkt aantal moderators, maar deze worden actief in hun taak ondersteund door de gebruikers zelf, doordat deze in de gaten houden of en welke medegebruikers zich niet aan de regels houden en zo niet, de moderators waarschuwen. Toch biedt dit forum geen mogelijkheid tot discussie over de regels, laat staan tot het veranderen van deze regels. Kennelijk wordt het bestaan van dit forum dusdanig op prijs gesteld dat mensen actief willen meewerken aan het voortbestaan ervan, met eventuele nadelen en al. Conclusie Uit bovenstaande komen een aantal punten naar voren die van belang zijn voor het ontwerpen van een buurtsite: De vraag wie welke rechten krijgt en hoe: bijvoorbeeld moet je aangemeld zijn om op de site veranderingen te mogen aanbrengen, of bijvoorbeeld het verwijderen van berichten van anderen. Dit houdt rechtstreeks verband met de vraag hoe het zelfbeheer op een site opgezet moet worden.
10
De vraag of iemand anoniem of pseudoniem mag zijn: wat voor vorm van aanmelding is er nodig, kan iedereen zich aanmelden of alleen buurtbewoners? Moet iemand onder zijn eigen naam dingen op de site doen, of mag dan onder ’n nickname? Het bestaansrecht, en het voortbestaan van een internetgemeenschap hangt af van ondermeer de volgende factoren: • De virtuele gemeenschap moet transparant en overzichtelijk zijn, handelingen van leden moeten zichtbaar zijn voor iedereen. Leden zijn aanspreekbaar, ook al is het onder hun pseudoniem. • Gemeenschapsleden moeten zeggenschap hebben over de regels en de verandering hiervan. • De permanente zichtbaarheid creëert een moreel monitoringsysteem vanuit de gemeenschap zelf. • Er moet een gradueel systeem van sancties zijn op onacceptabel gebruik: private aanspreking, openbare waarschuwing, sociale veroordeling, technische uitsluiting van het forum (indien mogelijk), abuse-melding bij provider. • De mogelijkheid om te discussiëren over het gedrag van leden kan gezien worden als een goedkope manier van arbitrage, en van het constant bepalen van de normen, waarden en regels van de gemeenschap. Dit draagt bij aan de gemeenschapsvorming. Hierbij dient gerealiseerd te worden dat het bepalen van wie welke rechten heeft op internet niet gelijk is aan een democratisch mechanisme. Democratie is een formeel systeem van insluiting en uitsluiting, met waarborgen voor gelijke zeggenschap (meestal: stemmen) voor de ingeslotenen. Virtuele gemeenschappen zijn weliswaar vaak gebaseerd op bottom-up zeggenschap, maar er is zelden een formele waarborg voor de gelijke verdeling van die zeggenschap. Sommigen hebben gewoonweg meer zeggenschap dan anderen - soms gebaseerd op macht (providers, systeembeheerders, moderatoren), maar vaker op kennis, inzet, reputatie, humor of schrijfstijl. Het zelf creëren en vormgeven van publieke en private ruimtes, conversatie in fora en chatrooms, interactieve spelletjes, verhalenmachines, on-line peilingen, quizzen en games zijn onderdelen die gebaseerd zijn op de oude MUD’s en heel nuttig voor een levendige internetgemeenschap. Zij zorgen ervoor dat mensen mogelijkheden hebben op een site en dus er willen komen en blijven. Natuurlijk moet dit alles wel op een eenvoudige manier aangeboden worden, ook de newbie moet zeer snel zijn weg kunnen vinden..
11
Doelgroepen “Door grote onderlinge verschillen ontbreekt het besef van gemeenschappelijk belang. Jong en oud, allochtoon en autochtoon, Turk en Marokkaan plus de grote variatie aan leefstijlen binnen schijnbaar homogene groepen, maken dat mensen gemakkelijk tegenover in plaats van naast elkaar komen te staan. Het is lastig om in te zien dat al die uiteenlopende soorten Nederlanders in buurten wonen waar ze dezelfde gebruiksruimte (moeten) delen en waar ze dezelfde ‘rechten en plichten’ hebben.” Citaat uit: WijkLadder, Bewoners en hun leefbare buurt Inleiding Onze projectgroep is bezig een algemene basis- methodiek (handboek) te ontwikkelen om informele dienstverlening tussen mensen te bevorderen, met de hulp van ICT. Om dat te doen is het nodig, in eerste instantie, vast te stellen voor wie een dergelijke site nu eigenlijk bedoeld is. We kunnen beginnen met vast te stellen welke behoeftes bewoners in een buurt hebben; wat willen ze, wat kunnen ze, wat kunnen ze zelf bieden etc. Op basis van de buurtanalyse en de analyse van probleemvelden moet duidelijk worden waar buurtbewoners behoefte aan hebben. Als over buurtbewoners gepraat wordt moeten we ons realiseren dat de buurtbewoner niet bestaat. Onderkend zal moeten worden dat verschillende groepen van buurtbewoners uiteenlopende belangen hebben. Dit komt doordat de maatschappelijke problemen niet voor alle buurtbewoners dezelfde consequenties hebben. Daarom gaan we ons niet bezig houden met de individuele beleving van de buurtsituatie, maar met de beleving van een groep buurtbewoners. De buurt en haar faciliteiten spelen een belangrijke rol in het opstarten van soortgelijke project. Geografisch; wat kan je vinden in een buurt, hoe oud is een buurt, waar is het etc. Doelgroepen en hun mogelijke behoeftes Leeftijd Hierbij kan het gaan om jonge of oudere mensen. We weten dat mensen in verschillende levensfases, verschillende behoeftes hebben. Oudere mensen hebben vaak geen ervaring met ICT, en vaak ook angst om daarmee om te gaan, doordat ze niet weten wat het allemaal kan bieden. Uit de literatuur is te zien dat veel oudere mensen zich vaak eenzaam voelen, daardoor dreigen ze in een sociaal isolement terecht te komen, terwijl ze wel behoefte hebben met mensen om te gaan. Er is behoefte aan uitwisseling van ervaringen, maar ook angst om dat te doen. Mensen wisselen graag ervaringen over ziektes, huisartsen en nog meer alledaagse bezigheden uit. Door verhalen te vertellen kunnen ze bijdrage leveren aan de samenleving, mensen kunnen van hun ervaringen veel leren. Ook al is het alleen om herinneringen uit te wisselen is het een manier om sociale netwerk op te bouwen en niet in een sociale isolement terecht te komen. Het zijn ook de mensen die zich erg veel in willen zetten voor een veilige buurt. Jongeren: zijn regelmatig bezig met internet, maar weinig als het te maken heeft met hun buurt – juist omdat het er vaak niet is. Er kunnen ervaringen uitgewisseld worden over scholen, docenten, feestjes, uitgaansleven etc.
12
Gezinssamenstelling; Getrouwde stellen met kinderen hebben vaak behoefte aan uitwisseling van ervaringen in de opvoeding. Vaak ook over inschrijving van kinderen in scholen, hoe gaat dat, welke school biedt wat. Werken aan een veilige buurt is een van de uitgangspunten van veel ouders. Getrouwde stellen zonder kinderen zijn ook vaak werkende mensen die behoefte hebben om ervaringen te wisselen over bijvoorbeeld verlies van het, of problemen op het werk. Dit is ook een groep mensen die vaak, veel vrije tijd heeft – geïnteresseerd kan zijn in ontwikkelingen die met de buurt te maken hebben. Alleenstaande ouders zijn vaak op zoek naar een oppas. Iemand vinden, die in de buurt woont en die eventueel zou willen helpen kan uitkomst zijn. Of alleen ervaringen uitwisselen in de opvoeding van kinderen met mensen die in dezelfde buurt wonen en die dezelfde dingen meemaken kan veel positiefs met zich mee brengen. Hoe ga je met bepaalde gebeurtenissen in de buurt om – wat vertel je je kinderen, dat zijn vaak de vragen die ouders zichzelf afvragen en behoefte hebben om over dit soort onderwerpen verschillende meningen te horen, en eigen ervaringen met anderen te delen. Alleenstaanden, vaak op zoek naar contacten. Om iemand dichtbij in de buurt te hebben die dezelfde interessen heeft kan goed zijn voor het sociale netwerk van een individu. Hier kan je bijvoorbeeld denken aan sporten met anderen. Etnische achtergrond Bijvoorbeeld de afkomst; autochtonen – allochtonen. In de multiculturele samenleving als deze, is begrip voor elkaar nodig, wat vaak niet het geval is. Etnische achtergrond (afkomst) heeft vaak te maken met bekendheid met ICT. Allochtone mensen hebben soms taalbarrières waardoor ze moeilijk met ICT kunnen werken. Dat betekent niet dat ze dat niet willen. Ze willen vaak geaccepteerd worden – samenwerken aan de, bijvoorbeeld veiligheid in de buurt kan een middel hiervoor zijn. Opleiding (inkomen) Mensen die een goed inkomen en een goede opleiding hebben, hebben vaak behoefte om op de hoogte te zijn van wat er allemaal in de buurt, en in de samenleving gebeurt. Dat zijn ook mensen die veel te bieden hebben – veel kennis over verschillende zaken. Hiertegenover staat het feit dat juist die groep mensen erg weinig tijd heeft om met de buurt ‘bezig’ te zijn. De groep met weinig inkomen is vaak niet in het bezit van de computer, dus slecht bereikbaar met ICT, ook al is er behoefte hieraan. Computervaardigheid en computerbezit Dit hangt meestal van meerdere categorieën af; leeftijd, inkomen, etnische afkomst etc. Kan op verschillende manieren aangepakt worden: een groep mensen uit de buurt die hulp biedt aan de groep die geen ervaring, of geen computer heeft, ruimtes beschikbaar stellen waar mensen kunnen oefenen, workshops organiseren etc. Doordat de samenleving steeds meer afhankelijk wordt van ICT-gebruik, kunnen mensen die geen ervaring met ICT hebben ‘achterlopen’. Dat is meestal niet de eigen keuze. Dat betekent ook dat deze groep mensen vaak geen kans krijgt om met de samenleving mee te gaan. Risico groepen Hier kunnen we denken aan randgroepjongeren. Deze jongeren worden in meer dan gewone mate belast met onzekerheid, angst en onvrijheden. Ze voelen zich aan hun lot overgelaten en hun sociale weerbaarheid wordt op de proef gesteld door de druk van de samenleving. Deze beleving wordt helaas te vaak geuit in opvallend deviant gedrag of zelfdestructief gedrag zoals gokken, drugsgebruik en allerhande vormen van criminaliteit. Door in de buurt aandacht hieraan te besteden zou bovengenoemd gedrag verminderd kunnen worden. Meer sociale controle, in dit geval via ICT kan een andere weg aan deze doelgroep bieden.
13
Gehandicapten Dit kan een groep zijn die vaak moeilijk te bereiken is met ICT, maar een groep die zeker ‘erbij wil horen’. Tegenwoordig is het zo dat er verschillende projecten bestaan die ICT ondersteuning bieden aan gehandicapte mensen. Het zijn mensen die met specifieke problematiek te maken heeft, maar wel een deel uitmaakt van de samenleving, en daarmee een deel is van een buurt. Dit is een algemene inventarisatie van de behoeftes van de buurtbewoners in een buurt. Dit betekent ook dat de behoeftes per buurt, per groep, per persoon anders kunnen zijn. We willen benadrukken dat we een groep niet in een hokje willen schuiven, maar dat rekening gehouden moet worden met zowel de algemene als specifieke behoeftes van de buurtbewoner. Om paar voorbeelden te noemen: Sporten; er is een groot aantal oudere, jongere, alleenstaande, werkende mensen die behoefte hebben om te sporten, eventueel, samen met iemand uit hun eigen buurt. Koken; vrouwen, mannen, ouderen, allochtonen, autochtonen die graag koken en eventueel recepten willen uitwisselen. Bekendheid met ICT; veel oudere, allochtone, autochtone mensen die weinig ervaring met ICT hebben.
Zelfhulpgroepen In Nederland bestaan vele zelfhulpgroepen. Kenmerkend voor deze groepen is dat ze niet worden geleid door professionals maar door ervaringsdeskundigen. Dit zijn mensen die zelf de ziekte of het probleem hebben ervaren en een manier gevonden hebben voor zichzelf om er mee om te gaan. Een van de oudste zelfhulpgroepen is waarschijnlijk de AA, de Anonieme Alcoholisten. Uit een folder van de AA: “AA is een gemeenschap van mannen en vrouwen, die hun ervaring, kracht en hoop met elkaar delen om hun gemeenschappelijk probleem op te lossen en anderen te helpen bij het herstel van hun alcoholisme. Het enige vereiste voor het AA -lidmaatschap is het verlangen op te houden met drinken. Er zijn geen geldelijke verplichtingen verbonden aan het lidmaatschap; wij voorzien in onze behoeften door eigen bijdragen van de leden. AA is niet gebonden aan enige sekte, genootschap, politieke partij of instelling, wenst zich niet te mengen in enig geschil en steunt of bestrijdt geen enkel doel. Ons hoofddoel is nuchter te blijven en andere alcoholisten te helpen nuchterheid te bereiken.”
Veel zelfhulpgroepen organiseren groepsbijeenkomsten, waarin mensen met de specifieke problemen op afgesproken regelmatige tijdstippen bij elkaar komen, zodat er een groepsproces plaats kan vinden. Deze groepen worden meestal geleid door ervaringsdeskundigen, hoewel het ook mogelijk is dat ze door andere deskundigen zoals maatschappelijk werkers mede geleid worden. Voorbeelden hiervan zijn groepen voor jonge vrouwen met eetproblemen zoals boulimie en anorexia nervosa en rouwverwerkinggroepen. Deze laatste worden vaak door Humanitas georganiseerd. Volgens Doeke Rienstra1 bestaat een zelfhulpgroep per definitie alleen uit gelijkgezinden en wordt deze niet door professionals geleid. Het is namelijk van het grootste belang voor het groepsproces dat de deelnemers gelijkheid ervaren. Alle deelnemers gaan het zelfde proces door. Ook mensen die het proces al hebben doorlopen dienen niet aan de groep deel te nemen. De zelfhulpgroep versterkt de deelnemers gezamenlijk, omdat alle deelnemers met het zelfde probleem worstelen en daardoor gelijkheid voelen. De groep is een geheel en er wordt geen
1
Rienstra, D. - Sociale Motivatie en de Zelfhulpgroep: een methodologie van het helpend handelen, Baarn 1984
14
afhankelijkheid ervaren. De groep werkt als een veilige plek waar geoefend kan worden met praktijksituaties. Ook hebben organisaties soms een telefonische helpdesk, die al of niet voor acute situaties bereikbaar is. Een voorbeeld van zo’n organisatie is EX6. Het is een organisatie voor suïcidale en ex-suïcidale mensen. Behalve een hulptelefoon, bemand door vrijwilligers, organiseren zij ook zelfhulpgroepen en bieden ondersteuning bij het opzetten van nieuwe groepen. Van hun internetsite: EX6 is opgericht in 's-Hertogenbosch in 1994 als zelfhulpgroep voor suïcidale en ex-suïcidale mensen. Deze groep heeft sindsdien bewezen heel nuttig te kunnen werken, evenals onze andere zelfhulpgroepen in het land. Waarom? Als lotgenoten heb je steun aan elkaar en wordt je serieus genomen en geaccepteerd zoals je bent. Het gevoel van eigenwaarde stijgt weer. Begin 2000 waren er 9 zelfhulpgroepen in het land werkzaam. EX6 streeft naar meer zelfhulpgroepen, omdat er vraag naar is! Er is inmiddels een bestand van ruim 300 geïnteresseerden. EX6 heeft landelijk folders verspreid bij particulieren en instanties zoals huisartsen, GGD, RIAGG en RPCP. jaarlijks organiseert EX6 een landelijke contactdag - in het centrum van het land - met het doel daarmee regionale zelfhulpgroepen te stimuleren. Verder biedt EX6 hulp bij het starten van nieuwe groepen.
Er zijn natuurlijk ook mogelijkheden voor het gebruik van internet door zelfhulpgroepen. Een voorbeeld hiervan is het Bureau Lotgenotencontact. De info van de site: Bureau Lotgenotencontact is een landelijk werkende zelfstandige organisatie. Zij brengt mensen met elkaar in contact, die door lichamelijke, psychische of sociale oorzaak in een niet zelf gekozen situatie zitten en behoefte hebben op basis van wederkerigheid hun ervaringen te delen op individuele basis. Bureau Lotgenotencontact helpt een lotgenoot te vinden d.m.v. het plaatsen van oproepen in het magazine De Lotgenoot en op het Lotgenotenweb www.lotgenoten.nl. Ook biedt zij persoonlijke hulp bij het zoeken naar lotgenoten. Het lotgenootschap is individueel. Er zijn geen groepsactiviteiten, maar op de oproepen kunnen natuurlijk wel meer mensen reageren. Het lidmaatschap kan uitgebreid worden met een persoonlijke bemiddeling..
Behalve het plaatsen van oproepen op een site is het natuurlijk ook mogelijk om via een nieuwsgroep door te chatten in contact te komen met lotgenoten. Lotgenotencontact is een commercieel werkende instelling op landelijk niveau. Het is natuurlijk ook mogelijk om op kleine schaal lokale zelfhulpgroepen te starten, al of niet met hulp van landelijke instellingen. Meestal komen één of meerdere van de volgende aspecten bij een zelfhulpgroep aan bod: Zelfhulpgroepen brengen lotgenoten bij elkaar Zelfhulpgroepen verschaffen verstaanbare, up-to-date informatie Zelfhulpgroepen bieden praktische hulp Zelfhulpgroepen organiseren sociale contacten en helpen mensen uit hun isolement Zelfhulpgroepen komen op voor de belangen van hun leden Zelfhulpgroepen streven naar een goede samenwerking met hulpverleners Contacten met andere organisaties Er bestaan weinig studies over de effecten van deelname aan zelfhulpgroepen. Eén van de opvallendste bevindingen van een kleinschalig Nederlands onderzoek was dat lotgenotencontact de kwaliteit van het leven doet toenemen, dat mensen zich beter voelen. Maar het gaat verder dan "alleen maar zich beter voelen": mensen gaan gemakkelijker hun plaats in de samenleving weer innemen, het medicatieverbruik vermindert, men doet minder beroep op professionele gezondheidszorg, en men maakt minder aanspraak op hulpmiddelen. Andere, niet zo direct meetbare effecten van lotgenotencontact zijn vooral de praktische adviezen en tips die ontstaan doordat men elkaar voorlicht of elkaar op ideeën brengt.
15
Het opzetten van een zelfhulpgroep Voor het opzetten van een zelfhulpgroep zijn wel een aantal richtlijnen op te stellen. Als je een zelfhulpgroep wilt opzetten is het handig om medestanders te vinden, zodat je het niet alleen hoeft te doen. Reclame maken hiervoor zou goed via de buurtsite kunnen. Voordat er actie kan worden ondernomen voor het opzetten van de groep is het van belang dat ieder die mee wil doen het zelfde idee heeft waar deze groep zich mee gaat bezighouden. Afhankelijk van de soort zelfhulpgroep is het misschien een idee om een professional uit te nodigen voor hulp bij het opzetten van de zelfhulpgroep. Als de groep mensen bekend zijn, is het noodzakelijk om een goede ruimte te vinden waar de groep bij elkaar kan komen. Bij een kleine groep is het misschien mogelijk om afwisselend bij een van de deelnemers thuis af te spreken. Ook is het belangrijk een vast tijdstip af te spreken, bijvoorbeeld elke 2 weken op woensdagavond. Bij de eerste bijeenkomst is het belangrijk om goede informatie te geven over wat het doel is van de bijeenkomsten. Er dient voldoende tijd en ruimte te zijn voor informele contacten tussen de deelnemers. Voor de volgende bijeenkomsten is het handig om het volgende af te spreken: - Doel van de bijeenkomsten: Is het voor de deelnemers duidelijk wat het doel is (emotionele ondersteuning, praktische informatie of educatie). Basisafspraken maken zoals geheimhouding, niet veroordelend etc. - Deelname: Wie doet mee en wie niet? Is de groep alleen voor mensen met het probleem? Zijn er kosten verbonden aan deelname en hoeveel? - Structuur van de bijeenkosten: Wat wordt er besproken, hoeveel tijd is er ingeruimd voor formaliteiten, hoe worden de onderwerpen bepaald, worden er gastsprekers uitgenodigd? Als de groep te groot wordt is het misschien mogelijk te splitsen. 7-12 personen is de meest werkbare groepsgrootte. - Delegeren: Probeer zo veel mogelijk zaken te delegeren, zoals telefooncontact, sturing van het groepsproces etc. - Telefoon / emailnetwerk. Voor contacten tussen de bijeenkomsten (voor hulp) is het een idee om telefoon en emailadressen uit te wisselen. Wel met instemming van alle deelnemers. - Gebruik van professionals: misschien is het een idee hiervan gebruik te maken als adviseurs, sprekers of voor het inwinnen van informatie. - Klein beginnen, langzaamaan na voldoende ervaring te hebben opgebouwd moeilijker doelen stellen. Verder is het volgende nog van belang: - Blijf in contact met de wensen van de groepsleden. Vraag regelmatig aan nieuwe leden wat hun wensen zijn en hoe zij en de groep aan deze wensen kunnen voldoen. Voorkom dat de “oude” groepsleden een kliek vormen. - Verwacht "ups and downs" in de groep en het groepsproces. Misschien is het een idee contact te zoeken met de leiders van soortgelijke groepen om ervaringen uit te wisselen. Zelfhulpgroepen en buurtsites Voor het opzetten van een zelfhulpgroep in combinatie met een buurtsite komt wel het een en ander kijken. Afhankelijk van de soort op te zetten hulpgroep is het maar de vraag of er in de buurt voldoende deelnemers te vinden zijn voor een zelfhulpgroep of om een werkbare site te maken. Daarnaast is privacy voor zelfhulpgroepen van het grootste belang. Groepen die lijfelijk bij elkaar komen hebben een geheimhoudingsplicht en kennen elkaar over het algemeen niet van buiten deze groepen. Op internet is het, vanwege de anonimiteit, vaak makkelijker om over
16
moeilijke onderwerpen te communiceren. De wetenschap dat men de persoon waar men mee communiceert misschien straks op straat tegen zou kunnen komen, zou deze communicatie kunnen hinderen, maar er zou echter ook weer nieuwe mogelijkheden tot communicatie worden geschapen. Voor het opzetten van een zelfhulpgroep met groepsbijeenkomsten is een buurtsite een ideale manier van reclame maken. Als er een goede samenwerking is met het lokale buurthuis is het regelen van een groepsruimte ook eenvoudiger. Conclusie Om algemene basis-methodiek (handboek) te kunnen ontwikkelen om informele dienstverlening met behulp van ICT te bevorderen, moet rekening gehouden worden met alle boven genoemde doelgroepen en factoren die een rol spelen. Een van de belangrijkste opgaven waarmee het sociaal beleid zich vandaag de dag geconfronteerd ziet, is hoe we bereiken dat het individu zich verantwoordelijk voelt voor zijn naaste omgeving – zijn buurt. Het is duidelijk geworden dat men meer behoefte heeft aan sociale cohesie in bepaalde buurten. Omdat die cohesie tegenwoordig ontbreekt voelt men zich vaak onveilig, eenzaam of niet serieus genomen. Er is gebrek aan tolerantie en respect tussen verschillende leeftijdsgroepen en culturen, die met elkaar de buurt moeten delen. Mensen voelen zich lekker in hun eigen buurt als ze hun buren kennen, als het er een beetje gezellig is en er onderlinge contacten zijn. Een goede sociale samenhang is in feite een evenwicht tussen sociale controle en anonimiteit. Niemand wil meer terug naar de tijd dat al het doen en laten van de buurt vanachter de gordijnen werd bespied. Maar volledig langs elkaar heen leven is evenmin wenselijk. Omdat er rekening gehouden moet worden met verschillende categorieën is het van groot belang dat de site makkelijk, duidelijk, interessant (foto’s, forums enz), helder systeem heeft en leuk is. Het is ons al duidelijk geworden dat mensen zelf belang moeten hebben om zo’n site tot stand te brengen, maar er moet ook sprake zijn van belang voor anderen – wat kan ik zelf bieden. Brengen Halen Belang voor het individu Belang voor de groep Om van zo’n site voortdurend gebruik te kunnen maken moet men daar reële nut in zien. Dat betekent dat het actueel moet zijn, veel informatie op een plek te vinden is (voor alle categorieën die boven genoemd zijn) en dat de site toegankelijk is.
17
ABCD-methode De volgende twee hoofdstukken behandelen de ABCD-methode, in eerste instantie de methode zoals geïntroduceerd door McKnight, en daarna de methode aangepast tot een voor ons doel werkbaar model. Dat wij ons hierbij vrijheden met betrekking tot de interpretatie hebben geoorloofd mag duidelijk zijn. Inleiding De afgelopen weken hebben we gezocht naar literatuur over informele dienstverlening. Dit hebben we zowel in de Mediatheek van de HvA als op het Internet gedaan. We zijn er achter gekomen dat het begrip informele dienstverlening op dit moment (nog?) geen item is waar specifieke literatuur over te vinden is. Laat staan dat er al literatuur over informele dienstverlening ondersteund door het internet bestaat. Wel zijn we er achtergekomen dat er de laatste jaren studies gedaan zijn die verwijzen naar de eigen capaciteit en het organiserend vermogen van een vitale sociale infrastructuur en naar de synergie (samenwerking) die vanuit de dynamiek tussen de informele en formele sociale infrastructuur kan ontstaan. Dit wordt gezien als de kracht van de lokale samenleving. Deze kracht kan worden versterkt door interventies die zich richten op die vitaliteit en synergie. Het feit dat uitgegaan wordt van de kwaliteiten van een lokale samenleving in plaats van probleem of aandachtsgebieden is een nieuwe invalshoek. In Amerika is een methode ontwikkeld die zich expliciet richt op het ontwikkelen van capaciteiten op buurt- en wijkniveau. Deze kennis en methodiek kunnen wellicht ingezet worden om informele dienstverlening tussen burgers onderling op gang te brengen en te houden. Deze benadering wordt Asset-based Community Devellopment genoemd. De ABCD Methode De ABCD benadering is in ons land geïntroduceerd door de Amerikaan McKnight. De talenten en vaardigheden die in elke lokale gemeenschap aanwezig zijn worden in kaart gebracht en gemobiliseerd. Er wordt uitgegaan van potenties en niet van tekorten en problemen. Het laat de kracht van een lokale samenleving zien. De bewoners bepalen wat zij belangrijk vinden en wat en hoe zij dat aanpakken. Zij hebben de rol van producent. De ABCD is een methode die het zelforganiserend vermogen zichtbaar maakt. De pijlers van de ABCD Er wordt gestart met er wat er is (asset-based), niet met wat ontbreekt of wat problematisch is. In zwakke wijken zijn veel meer capaciteiten en kwaliteiten aanwezig dan vaak wordt aangenomen. Deze capaciteiten en kwaliteiten zijn o.a. belangrijk voor de netwerkvorming. Succesvolle wijkontwikkeling vindt plaats als buurtbewoners zelf in beweging komen en hun eigen capaciteiten willen inzetten. De ABCD is intern gericht. De eigen capaciteiten van de wijk zijn noodzakelijk maar meestal niet voldoende om de uitdagingen aan te pakken. Externe ondersteuning hierbij heeft alleen effect als deze aansluit op de ontwikkeling binnen de wijk. Investeringen, creativiteit en zeggenschap van de bewoners is de grondslag. ABCD wil een ontwikkelingsproces op gang brengen waarin permanent gebouwd wordt aan relaties tussen mensen, groepen en instituties. Alleen het in kaart brengen van kwaliteiten en capaciteiten is niet voldoende. De personen en groepen moeten ook met elkaar verbonden worden.
18
De vijf stappen Stap 1 Het maken van een nieuwe wijkkaart. Door bewoners en/of hun ondersteuners worden de capaciteiten en vaardigheden in beeld gebracht aan de hand van de vraag “Over welke bronnen beschikken we om deze problemen zelf op te lossen. Bewoners worden gestimuleerd zelf te bedenken wat hun vaardigheden en talenten zijn. Er is hiervoor een checklist ontwikkeld (de Community Asset Check List). Deze lijst voorkomt dat er kwaliteiten en capaciteiten van een lokale gemeenschap overgeslagen worden. De checklist besteedt aandacht aan: Capaciteiten van individuen De vaardigheden van jongeren, ouderen, bepaalde groepen migranten enz. De potenties van (informele) groepen en verbanden van burgers (b.v. belangengroepen maar ook sport en ontspanningsclubs, jongens die samen een balletje trappen, een groepje ouders dat op elkaars kinderen past, een groepje dat gezamenlijk met de hond wandelt, enz.) De private, gemeentelijke en non profit instituties De fysieke kwaliteiten van de buurt of wijk Leiders (als de ontdekkers en ontwikkelaars van capaciteiten en kwaliteiten van mensen). Stap 2 Het bouwen aan relaties en samenwerking tussen de eigen bronnen in de buurten. Er wordt een plan opgesteld waarin is opgenomen hoe individuen in contact kunnen worden gebracht met andere individuen, groepen en organisaties. Daarna worden mensen benaderd. Buurten worden sterker als buurtbewoners –en ook de buitenstaanders daar binnen- in verbinding worden gebracht met anderen met het doel een probleem op te lossen. Hierin is deze benadering dus wel degelijk probleemgericht. Maar wat er gebeurt, is dat mensen gaan geloven dat ze zelf in staat zijn aan de oplossing van de problemen binnen de wijk te werken. Ze ontdekken dat er veel meer mogelijkheden zijn om een buurt te sturen dan ze altijd hadden gedacht. Er ontstaan nieuwe verwachtingen. Als het web van relaties binnen een buurt hechter wordt, wordt minder automatisch naar buiten gekeken voor hulp. Stap 3 De derde stap is ‘Information sharing’. In deze fase wordt informatie over en voor de wijkgemeenschap breed beschikbaar gesteld. In deze fase kan ook het internet heel goed gebruikt worden. Stap 4 Een representatieve groep bewoners overtuigen van het belang om te werken aan een visie en een plan voor de buurt/wijkgemeenschap. Dit gebeurt aan de hand van de vragen: Wie zijn we? Wat vinden we het belangrijkst? Waar zou onze buurt naar toe moeten groeien in de komende vijf (tien, vijftien) jaren? Het plan moet gericht zijn op de oplossing van concrete problemen. Stap 5 In deze fase gaat het om het vrijmaken van externe bronnen, zoals fondsen en de inzet van overheidsgelden. Deze 5 stappen zijn niet bedoeld om te monitoren, maar om een proces van samenlevingsopbouw in gang te zetten en te houden. De inventarisaties moeten activeren. McKnight gebruikte bij de introductie van het ABCD systeem in Nederland het volgende voorbeeld. Bij de inventarisatie van verenigingen, clubjes en groepen waren zij een actieve honkbalvereniging op het spoor gekomen. Aan de leden werd gevraagd of zij vier plekken in de wijk konden vinden waar kinderen konden gaan honkballen. Twee leden stelden zich
19
beschikbaar om met de kinderen aan de gang te gaan. Het potentieel van de honkbalvereniging werd benut; de burgers werden zelf producent. In Nederland zijn op dit moment onder andere Haarlem en Eindhoven begonnen aan een experiment met de ABCD methode. Beide steden hebben een andere insteek. Eindhoven volgt de McKnight methode naar de letter, terwijl Haarlem meer creatief gebruik maakt van deze methode. In Eindhoven is een enquête gehouden onder 150 bewoners. De gegevens hiervan zijn verwerkt en aan de hand daarvan is door de bewoners een ‘bewoners infoavond’ gehouden. De bewoners hebben zelf, met subsidie van de gemeente, een opbouwwerker in dienst genomen. Zij zijn dus bij stap 3. Inmiddels is men twee jaar bezig. De verwachting is dat dit proces zo’n acht jaar duurt. Gemeente Haarlem heeft opbouwwerkers de opdracht gegeven een programma te ontwikkelen op basis van de McKnight methode. Stap 1 is overgeslagen. Dit is voortgekomen uit de situatie die daar heerste; de bewoners hadden n.l. geen zin in een enquête! Om toch verder te kunnen, zijn bewoners die men al kende, benaderd door de opbouwwerkers. De bewoners doen en beslissen alles zelf. De opbouwwerkers ondersteunen het proces. Enkele voorbeelden: In de wijk Meerwijk Noord is een jeugd en jongerenhonk opgezet door Turkse en Marokkaanse jongeren. Op verzoek van de buurt heeft een jongerenwerker zijn expertise ingebracht. Dit project heeft geleid tot 80% minder criminaliteit in de buurt! In de Slachthuisbuurt discussiëren bewoners over de rommel in de wijk. De Gemeente zou te weinig vegen, ze betalen toch belasting enz. Nu overweegt de wijk zelf een veegwagen aan te schaffen en zelf te gaan vegen. De bewoners zijn met de gemeente in onderhandeling over onderhoud, stalling en benzine! Werkwijze van de Opbouwwerkers De McKnight methode vraagt een andere inzet van de opbouwwerkers. Dat is wennen. Opbouwwerkers hebben moeite met ‘niets doen’. Ook de buurtbewoners hebben soms de neiging om de opbouwwerker zaakjes te laten regelen. In deze methodiek is de opbouwwerker gewoon deelnemer aan het buurtoverleg. Hij/zij moet zich kwetsbaar opstellen en voortdurend rechtstreeks contact houden met mensen die hij/zij ondersteuning wil geven. De deskundigheid van de opbouwwerker moet op de achtergrond blijven, zodat de eigen sturing en de capaciteitsontwikkeling van de buurtbewoners alle ruimte krijgen. Natuurlijk is de deskundigheid van de opbouwwerker zeer gewenst, maar mag niet in de plaats komen van de eigen (mede)sturing en capaciteitsontwikkeling van de betrokken mensen en groepen. Conclusie De uitgangspunten en de gehanteerde methodiek binnen de ABCD methode lijkt zeer goed bruikbaar voor onze opdracht. Het ontwikkelingsproces dat de methode wil losmaken is het permanent bouwen aan relaties tussen mensen, groepen en instituties. Informele dienstverlening tussen burgers is ook een permanent bouwen aan relaties tussen mensen. De buurtbewoners zijn de hoofdrolspelers en wij, als professionals, blijven op de achtergrond. Onze rol beperkt zich tot het, indien daaraan behoefte is, tips en trucs aan de hand doen om de informele dienstverlening tussen de burgers onderling op gang te brengen en te houden. Ondersteuning kan worden geboden als de buurtbewoners aangeven daar behoefte aan te hebben. De kern blijft de inzet,creativiteit en zeggenschap van de buurtbewoners zelf.
20
Een analyse met behulp van de ABCD methode en op basis van de dynamische sociale kaart Vragen Hoe en waar ontmoeten mensen elkaar? Hoe gaan ze met elkaar aan het communiceren? Hoe komt het zo ver dat informele dienstverlening op gang komt? Hoe zou ICT daarbij een ondersteunende factor kunnen worden? De begrippen ABCD methode (5 stappenmethode ontwikkeld en geïntroduceerd door McKnight) Asset = aanwinst, bezit Based = gebaseerd Community = gemeenschap Devellopment = ontwikkeling Vrije vertaling: ontwikkelen van een gemeenschap, gebaseerd op winst(sterke) punten, reeds in de betreffende gemeenschap aanwezig. De methode is gebaseerd op 3 pijlers. Te weten: 1. Er wordt gestart vanuit datgene wat al aanwezig is. 2. De methode is intern gericht, dus op de eigen capaciteiten van de buurt. 3. ABCD beoogt een proces op gang te brengen waarin constant gebouwd wordt aan de relaties tussen mensen, groepen en instituties. Dynamische sociale kaart Niet de in een buurt aanwezige instellingen worden geïnventariseerd, maar de activiteiten die er al ondernomen worden, zowel door professionals als door bewoners onderling. (Via professionals is het mogelijk kontakten te leggen en de basis te leggen voor informele kontakten). Problemen Motivatie achterhalen is heel moeilijk en kan bedreigend zijn. Je moet je erg bloot geven, dat vereist vertrouwen. Als er iets nieuws van mensen verlangd wordt, (het plan is gemaakt, men wil dat buurtbewoners ICT gaan gebruiken) zijn er een aantal hindernissen: 1. Gebruik van ICT past (nog) niet in het dagelijks patroon van de mensen. 2. De meerwaarde van het gevraagde is onduidelijk. 3. De noodzaak voor ICT is onduidelijk. 4. Beeldvorming werkt tegen, ICT is moeilijk en kost veel tijd. De problemen zoals hierboven geschetst liggen zowel op het intermenselijke vlak, instappen in groepsprocessen vereist het overwinnen van een zekere schroom, en vooral onder de wat ouderen leeft nog altijd het idee dat ICT voor hen veel te ingewikkeld is. De Methode Stap 1 De dynamische sociale kaart (het in kaart brengen van de reeds bestaande activiteiten). De krachten die al aanwezig zijn. 21
Er zullen ongetwijfeld al tal van informele/formele groepje(s)en bestaan. Voorbeelden: 1. Mensen die familie van elkaar zijn. 2. Reeds bevriende stellen die ieder in die buurt een huis gekocht hebben. 3. Buren die elkaars vrienden zijn geworden. 4. Vrouwen die elkaar tegenkomen bij het naar school brengen van de kinderen, en daarna bij elkaar op de koffie gaan. 5. Kinderen en ook volwassenen die met elkaar chatten en E-mailen. 6. Voetbalverenigingen. 7. Kaartclubs. 8. Et cetera. Zaken als hierboven met mensen inventariseren geeft hun een goed inzicht dat zij ongemerkt al heel wat ondernemen. Hiervan gaat een motiverende werking uit, die nog versterkt kan worden door het voor hen te visualiseren ( Bijv. op een bord schrijven). In deze stap kan al een eerste stap naar informele dienstverlening gelegd worden door uit te leggen hoe simpel dit eigenlijk is. Bijvoorbeeld: Als de vrouwen die bij elkaar op de koffie gaan na het naar school brengen van hun kinderen de taken verdelen, één brengt de kinderen even naar school terwijl de ander al vast koffie zet is er al sprake van informele dienstverlening. Zo wordt men gestimuleerd (eigenlijk vanzelf) om na te gaan denken over de eigen vaardigheden. In de ABCD methode is hiervoor een checklist ontwikkeld, die op de volgende punten onderzoekt: 1. Capaciteiten van individuen 2. De vaardigheden van jongeren, ouderen, bepaalde groepen migranten enz. 3. De potenties van (informele) groepen en verbanden van burgers (b.v. belangengroepen maar ook sport en ontspanningsclubs, jongens die samen een balletje trappen, een groepje ouders dat op elkaars kinderen past, een groepje dat gezamenlijk met de hond wandelt, enz.) 4. De private, gemeentelijke en non profit instituties 5. De fysieke kwaliteiten van de buurt of wijk 6. Leiders (als de ontdekkers en ontwikkelaars van capaciteiten en kwaliteiten van mensen). Stap 2 Het bouwen aan relaties en samenwerking tussen de eigen bronnen in de buurten. Er wordt een plan opgesteld waarin is opgenomen hoe individuen in contact kunnen worden gebracht met andere individuen, groepen en organisaties. Daarna worden mensen benaderd. Buurten worden sterker als buurtbewoners –en ook de buitenstaanders daar binnen- in verbinding worden gebracht met anderen met het doel een probleem op te lossen. Hierin is deze benadering dus wel degelijk probleemgericht. Maar wat er gebeurt, is dat mensen gaan geloven dat ze zelf in staat zijn aan de oplossing van de problemen binnen de wijk te werken. Ze ontdekken dat er veel meer mogelijkheden zijn om een buurt te sturen dan ze altijd hadden gedacht. Er ontstaan nieuwe verwachtingen. Als het web van relaties binnen een buurt hechter wordt, wordt minder automatisch naar buiten gekeken voor hulp. De cohesie binnen een buurt wordt als het ware vanzelf versterkt. *) Groepscohesie De sterkte van de onderlinge affectieve relaties wordt ook wel uitgedrukt met het begrip cohesie. Er bestaan verschillende benamingen voor cohesie, zoals klimaat, moreel en gevoel van eenheid. In het algemeen gaat het bij cohesie om de aantrekkingskracht die de groep heeft op haar leden.
22
Enkele tips die positief werken op processen als het operationaliseren van samenwerken, (ongeschreven) regels, waarden, normen en doelen. 1. aansluiting bij persoonlijke ambities 2. ambities uitwisselen 3. overeenstemming bepalen 4. plan opstellen (& partner(s) zoeken) 5. Toetsen Enkele belangrijke aspecten voor goede communicatie binnen groepen. Veilig klimaat. Onveilige gevoelens ontstaan wanneer mensen elkaar wensen, meningen en gedrag niet accepteren. Vanaf het eerste moment zijn moet het belang hiervan dus duidelijk gemaakt worden. Dit kan door het sterk benadrukken van de eigen verantwoordelijkheid. Mensen moeten niks, maar doen iets omdat zij dat zelf willen. Zij kunnen elkaar dingen vragen, maar niets van elkaar eisen. Feedback. Stuur er op aan dat onuitgesproken zaken uitgesproken worden op de juiste manier, dit voorkimt irritaties over elkaar gedrag. Uiteraard geld dit voornamelijk voor rechtstreekse communicatie, maar ook op het internet kan, waar de ervaring leert dat het een medium bij uitstek is voor anoniem onbeschoft gedrag. Moet men leren elkaar er op te wijzen dat bepaalde goedgedragscodes van belang zijn. Juiste feedbackregels toepassen kan hierin van groot belang zijn. Zowel taak- als persoonsgericht werken. Een grens is niet precies te trekken. Niet alleen communicatieve, gevoels- en belevingsaspecten, maar ook inhoudelijk aspecten, als regels van communicatie, kennis en vaardigheden spelen een belangrijke rol. Stap 3 ‘Information sharing’ De tot op dit moment opgedane ervaringen van bijeenkomsten, workshops en andersoortige bijeenkomsten worden wijkbreed te beschikking gesteld. Ook is dit het moment mensen voor ICT gebruik definitief over de streep te trekken. Door de lay-out van een site, zal er automatisch een gestructureerde werkmethode ontstaan. Ontwerpers zullen moeten nadenken over hoe onervaren gebruikers zullen reageren op het aanbod, en dit mee moeten nemen in de uitvoering. *Noot: (www.bargeres.org) is een voorbeeld van een goed toegankelijke site. Stap 4 Het komen tot een visie met betrekking tot activiteiten in de buurt aan de hand van vragen als: Wie zijn wij? Wat vinden we belangrijk? Wat willen we doen? Waar willen we in de toekomst met onze buurt naar toe? Hier kan ook aan de hand van concrete problematiek de insteek met informele hulpverlening gemaakt worden.
Stap 5 Hier gaat het over het vrijmaken van gelden en subsidies voor een dergelijk project.
23
Nawoord Wij als studenten van de Hogeschool van Amsterdam hebben in een tweetal workshops de opzet van deze methode gehanteerd, en zoals dat het geval is bij praktisch alle methoden en stappenplannen zij de grensgebieden tussen de stappen vaag en komen er overlappingen voor in de afzonderlijke stappen. In de evaluaties van de twee workshops zullen wij hier uitgebreid aandacht aan besteden.
24
De juridische kant van dit project Als je in Nederland iets maakt, wat dan ook, of gelegenheid geeft tot iets, heb je (bijna) altijd te maken met rechten: eigendomsrecht, aansprakelijkheidsrecht, auteursrecht en nog veel meer rechten. Het is in Nederland moeilijk om iets te doen dat niet in een rechtsregel of rechtsrelatie omschreven is. Dat geldt ook voor wat de Naoberschapsbank doet: mensen de gelegenheid geven om websites te maken. De Naoberschapsbank biedt hiertoe zowel de ruimte als het gebruik van de software om zo’n site te maken. Ook biedt de Naoberschapsbank de gelegenheid aan iedereen met internettoegang om de sites die via haar gemaakt zijn te bekijken. Hierdoor ontstaat een rechtsrelatie tussen de Naoberschapsbank, de mensen die van hun aanbod gebruik maken (de site-bouwers) en de mensen die deze sites bekijken. Deze rechtsrelatie is onderhevig aan de Nederlandse rechtsregels. Voor de Naoberschapsbank zijn de volgende punten van belang: privacywetgeving aansprakelijkheid voor de inhoud van de sites, bijvoorbeeld auteursrecht of strafrechtelijk aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de inhoud en/of de software die zij aanbiedt Andere punten waarop gelet moet worden is bijvoorbeeld de doelgroep. Voor minderjarigen of handelingsonbekwamen gelden vaak weer andere regels dan voor volwassenen/handelingsbekwamen. Ook het geldigheidsbereik is een punt van aandacht. In de bijlage wordt hier dieper op ingegaan en zullen ook tips en trucs gegeven worden voor de eventuele algemene voorwaarden (die mensen moeten aanvaarden voordat ze gebruik kunnen maken van de software van de Naoberschapsbank) en de disclaimer (die de Naoberschapsbank moet beschermen tegen eventuele aanspraken van derden). Een disclaimer is een middel om de Naoberschapsbank te vrijwaarden van aanspraken van gebruikers of bezoekers met betrekking tot de gevolgen van het bezoeken van de pagina’s die de Naoberschapsbank host. Ook hierop wordt ingegaan in de bijlagen. Twee rechtsrelaties De Naoberschapsbank gaat met twee groepen mensen individuele rechtsrelaties aan: met de gebruikers en met de bezoekers. De gebruikers zijn mensen die hun software en/of hun webruimte gebruiken om zelf sites te maken en op internet te zetten en bezoekers zijn bezoekers van deze sites of de site van de Naoberschapsbank zelf. Voor beide, de gebruikers en de bezoekers, gelden andere rechtsregels en dus ook andere verantwoordelijkheden. Algemene voorwaarden, gebruikersovereenkomst Om de aansprakelijkheid ten opzicht van gebruikers af te dekken, is het gebruikelijk om gebruik te maken van “algemene voorwaarden” die een gebruiker moet accepteren voordat hij gebruik kan gaan maken van de software en/of ruimte die de Naoberschapsbank hem biedt. Deze algemene voorwaarden dekken bepaalde risico’s en aansprakelijkheden af.
25
Punten die hierin aan de orde kunnen komen: - Geldigheidsbereik: met het aanvaarden van de algemene voorwaarden verplicht de gebruiker zich om gebruik te maken van de mogelijkheden die de Naoberschapsbank hem biedt in overeenstemming met het doel en de algemene voorwaarden van de Naoberschapsbank. Zie ook verderop. - De voorwaarden voor aanmelding: het opgeven van waarheidsgetrouwe persoonsinformatie (o.a. een werkend e-mail adres) en de verplichting deze actueel te houden. Hierbij kan vermeld worden wat er gedaan wordt met die gegevens, het aantal aanmeldingen dat iemand mag hebben en de kosten hiervan. - Eventueel kan er een vermelding worden gedaan dat een minderjarige/handelingsonbekwame enkel met toestemming en onder verantwoordelijkheid van een voogd gebruik mag maken van de diensten van de Naoberschapsbank. - Privacywetgeving: Een passage over hoe de Naoberschapsbank omgaat met de persoonlijke gegevens die de gebruiker gegeven heeft. In overeenstemming met de Privacywetgeving dus. Hier kan ook de gebruiker gewaarschuwd worden dat persoonlijke gegevens die hij op zijn site zet voor iedereen zichtbaar zijn en dat deze gegevens mogelijk onder de privacywetgeving kunnen vallen. - Auteursrecht: Een passage over door de auteurswet beschermd materiaal, waarin de gebruiker toezegt deze regels niet te overtreden, en indien deze dat toch doet, de Naoberschapsbank hier niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor is. Dit duidt ook op het kopiëren en verspreiden van auteursrechtelijk materiaal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar/maker. Hiermee wordt alle verantwoordelijkheid/aansprakelijkheid aangaande beeldmateriaal, bronvermelding en auteursrechten in het algemeen afgevangen. - Strafrecht: Een passage over het gebruik van materiaal of diensten van de Naoberschapsbank in strijd met de strafwet of de goede zeden, waarin de gebruiker toezegt deze strafrechtregels niet te overtreden, en indien deze dat toch doet de Naoberschapsbank hier niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor is. - Opsporing: Een passage waarin de gebruiker verteld wordt dat de Naoberschapsbank de ip-adressen bewaard, en de persoonlijke gegevens ter beschikking zal stellen aan de bevoegde opsporingsambtenaren indien er sprake is van (het vermoeden) van een strafbaar feit. De Naoberschapsbank zal dus de opsporingsdiensten hulp bieden. - Links: Een passage over links, zowel die op de sites gehost door de Naoberschapsbank staan, als die op andere sites staan en naar de Naoberschapsbank verwijzen, waarbij verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de links of de inhoud van de pagina’s waarnaar deze links verwijzen afgewezen wordt. - Voorbehouden van rechten: o Een passage waarin de Naoberschapsbank zich het recht voorbehoudt om, zonder opgave van redenen en zonder dat hierover discussie mogelijk is, een site of delen hiervan te verwijderen. o Een passage waarin de Naoberschapsbank zich het recht voorbehoudt om onaangekondigd wijzigingen aan te brengen in de diensten en/of software die zij aanbiedt. o Een passage waarin de Naoberschapsbank zich het recht voorbehoudt om onaangekondigd de algemene voorwaarden te veranderen (zolang deze veranderingen in overeenstemming met de Nederlandse wetgeving is). o Een passage waarin de Naoberschapsbank zich het recht voorbehoudt om een gebruiker zonder opgave van redenen en zonder dat hierover discussie
26
-
-
mogelijk is uit te sluiten van het gebruik van de diensten van de Naoberschapsbank. Eventueel kunnen deze passages vergezeld gaan van het beleid van de Naoberschapsbank onder welke omstandigheden de Naoberschapsbank hiervan (in ieder geval of meestal) gebruik zal maken. Een passage waarin de gebruiker erop gewezen wordt dat aan de inhoud van de pagina’s geen rechten kunnen worden ontleent. Een passage dat de Naoberschapsbank het recht geeft om relevante informatie naar het opgegeven e-mail adres van de gebruiker te sturen. Een passage over uitsluiting van borgstelling/beperking van de aansprakelijkheid van de Naoberschapsbank. Dit geldt zowel voor de inhoud van sites, als voor het gebruik van de software van de Naoberschapsbank. Enkel in geval van opzet of grove onachtzaamheid van een medewerker van de Naoberschapsbank is de aansprakelijkheid niet uit te sluiten. Eventueel een passage waarin verteld wordt dat tikfouten en andere fouten niet leiden tot het vervallen van de uitsluiting borgstelling/beperking van de aansprakelijkheid.
-
Een passage waarin het recht van de gebruiker om aanpassing van zijn gegevens bij de Naoberschapsbank omschreven wordt. (Bijvoorbeeld het verzoek om uit de databank van gegevens van de Naoberschapsbank verwijderd te worden.
-
Een omschrijving van het doel waartoe de Naoberschapsbank haar diensten ter beschikking stelt aan de gebruikers. Hier kan ook opgenomen worden wat het beleid van de Naoberschapsbank mbt tot een commercieel gebruik van haar diensten is. Een uitgebreide omschrijving van gedragingen en gebruik dat gebruikers niet mogen maken van de diensten van de Naoberschapsbank is mogelijk, maar niet noodzakelijk. Hierbij dient dan wel de opmerking toegevoegd te worden dat de lijst van verboden gebruik/gedragingen zich niet tot deze opgenoemde gedragingen/gebruik beperkt. Een passage dat de gebruiker aanvaard dat de Naoberschapsbank beperkingen stelt aan de diensten en ruimte die de Naoberschapsbank ter beschikking stelt van de gebruiker.
-
-
Dit geeft een goed overzicht van wat er in de algemene voorwaarden gezet zou moeten worden om de meeste aansprakelijkheidsrisico’s met betrekking tot wat gebruikers kunnen doen uit te sluiten. Disclaimer De disclaimer dient om de Naoberschapsbank te vrijwaarden van aanspraken van gebruikers (bezoekers) van de pagina’s die de Naoberschapsbank host. Om een disclaimer effectief te maken, dient er op ieder pagina waarop deze disclaimer van toepassing is een link naar de disclaimer te staan. In de disclaimer dient in ieder geval opgenomen te zijn dat het gebruiken van de site (het bekijken dus) betekend dat de gebruiker (bezoeker) instemt met de disclaimer. Andere punten: - Er moet een omschrijving van begrippen in staat. Mogelijke begrippen: gebruiker (bezoeker, U), site, gebruik, Naoberschapsbank (inclusief contactgegevens), inhoud, schade.
27
-
De toepasselijkheid van deze disclaimer, nl. op de site waar de link naar deze disclaimer stond. Een passage dat de Naoberschapsbank niet verantwoordelijk is voor de inhoud van de sites, noch voor de actualiteit van de inhoud, noch voor een eventuele inbreuk op auteursrechten die op een of meerdere van deze sites gepleegd wordt. Een passage waarin de Naoberschapsbank zich niet verantwoordelijk stelt voor schade voortvloeiend uit het gebruik van de sites die ze host. Een passage waarin de Naoberschapsbank zich het recht voorbehoudt om toestemming te onthouden om gebruik te maken van de sites die ze host. In dit kader is de Naoberschapsbank dus ook gerechtigd een monitorsysteem te gebruiken (cookies) Een passage waarin de gebruiker ermee instemt dat hij de Naoberschapsbank vrijwaart van aanspraken door derden.
Een disclaimer die de maker gratis ter beschikking heeft gesteld (onder bepaalde voorwaarden), staat hier: http://www.annotatie.nl/disclaimer.html. Een voorbeeld van een disclaimer staat hier: http://www.kennisnet.nl/disclaimer.htm. Uit het vergelijken van deze 2 disclaimers blijkt al dat er groot verschil kan zijn met betrekking tot de inhoud. Privacywetgeving Persoonsgegevens zijn expliciet beschermd in Nederland. Kortweg mogen ze alleen verzameld worden indien de verzamelaar daar een goede reden voor heeft, als de persoon van wie ze verzameld worden daar toestemming voor heeft gegeven, het gegevensbestand goed beschermd is en het bestaan van het gegevensbestand gemeld is aan het College bescherming persoonsgegevens. Privacywetgeving is erg gecompliceerd en het gaat dan ook – gezien de opzet en het doel van dit onderzoek - te ver om dat hier helemaal te bespreken. Juridische kant in de praktijk Wat betekent dat alles nou in de praktijk voor de Naoberschapsbank en voor haar gebruikers? Voor de Naoberschapsbank is het een afweging van welke risico’s ze ondervangen wil hebben en welke niet. Gebruikers dienen zich aan de wet te houden, bijvoorbeeld met betrekking tot auteursrecht, maar toch kan het raadzaam zijn om gebruikers te laten tekenen dat zij, indien ze het recht schenden, zelf verantwoordelijk hiervoor zijn, en niet de Naoberschapsbank. Ook wil de Naoberschapsbank zich rechten voorbehouden, bijvoorbeeld om sites zonder opgave van redenen te verwijderen (bijvoorbeeld als deze te populair zijn en te veel data verkeer genereren). Het beleid van de Naoberschapsbank is ook belangrijk voor de inhoud van deze algemene voorwaarden: is zij erop gericht om vrijheid van meningsuiting te ondersteunen (zoals XS4All, www.xs4all.nl) of om zo goed mogelijk binnen de wet te blijven bijvoorbeeld (zoals Planet Internet (www.planet.nl). In het eerste geval kan het makkelijk gebeuren dat een van de gebruikers aan de grens van de wet zit, en dat de Naoberschapsbank dat zoveel mogelijk steunt (natuurlijk zonder in strijd met de wet te zijn), in het tweede geval helpt de Naoberschapsbank de opsporingsambtenaren zo veel mogelijk. Kortweg is het zo dat hoe juridischer “dichtgetimmerd” iets zit, hoe veiliger de Naoberschapsbank is, maar hoe “onleesbaarder” het wordt en vice versa.
28
Gebruikelijk en effectief is het om dat te doen via “Algemene voorwaarden” die een gebruiker moet accepteren voordat hij in de gelegenheid wordt gesteld om sites te bouwen. Deze zijn erg meestal juridisch en houden grofweg drie dingen in: -
de Naoberschapsbank mag met de sites en accounts die ze host alles doen wat ze wil de gebruiker houdt zich aan de wet, en zo niet, dan is de Naoberschapsbank hiervoor niet verantwoordelijk - het doel van de Naoberschapsbank, en dat de gebruiker van de diensten van de Naoberschapsbank gebruik maakt overeenkomstig met dat doel. Gebruikers hebben de neiging deze Algemene Voorwaarden niet te lezen, maar gewoon blind te accepteren, ook al omdat ze steeds meer gebruikt worden, bijvoorbeeld bij het openen van een hotmail-account. Hierdoor werpt het slechts een kleine drempel op bij het aanvragen van een account bij de Naoberschapsbank. De Algemene Voorwaarden hiervan kunnen helaas niet als voorbeeld bijgevoegd worden, ze beslaan 23 A4’tjes (!). Wel zijn ze te lezen op http://registernet.passport.net/reg.srf?id=2&lc=1043&sl=1 Hulp voor de gebruiker Voor de gebruiker is het meestal voornamelijk van belang om auteursrechten niet te schenden. Vraag hierbij is dus wanneer hij dat wel doet, en wanneer niet? Om kort te gaan: alle werken van wetenschappelijke, literaire of kunstzinnige aard, elektronisch of niet, zijn auteursrechtelijk beschermd. Deze bescherming krijgt het automatisch, van rechtswege heet dat. Dit houdt in dat het niet zonder toestemming gebruikt mag worden. Toch zitten er een aantal belangrijke beperkingen aan dit recht, de voornaamste is het citeerrecht: iedereen mag alles citeren, zolang hij aan bronvermelding doet. Voor het overige, plaatjes, muziek of het geheel overnemen van tekst, is toestemming van de maker benodigd. Meer hierover is te lezen op www.iusmentis.com. Een bijzondere uitzondering hierop is “abandon-ware”, dit is wanneer de eigenaar van een bepaald programma niet meer bestaat, failliet gegaan is. Het is ons nog echter onduidelijk of dit ook mogelijk is bij muziek, beelden of tekst. Voor de gebruiker kan op de site van de Naoberschapsbank dus een tekst opgenomen worden met informatie over auteursrecht. In de praktijk schendt iedereen aan de lopende bank auteursrechten: plaatjes worden overgenomen, hele stukken tekst gebruikt voor verslagen, muziek om sites op te vrolijken et cetera, et cetera. In verreweg de meeste gevallen zal de eigenaar hier niks tegen doen, gebeurt dit wel, dan haalt het meestal direct de pers, denk aan plagiaat in de muziekwereld, of de rechtszaak tussen de Scientology Church en Karin Spaink. Met betrekking tot de privacywetgeving kan de gebruiker ook nog geadviseerd worden om geen gegevens van zichzelf openbaar te maken en dat het verboden is om persoonsgegevens van anderen openbaar te maken.
29
Fase 2: Fieldresearch Ter inleiding In de fieldresearchfase hebben we de theorie getoetst aan de praktijk middels workshops. Doel was te kijken hoe je sociale processen met ICT kan ondersteunen, hiertoe hebben we uit de theorie de ABCD methode genomen, zoals uitgewerkt is in de deskresearchfase, en deze toegepast. Wij als HvA studenten hebben geparticipeerd in twee workshops, te weten één in Wateringseveld en één in Ypenburg, beide in Den Haag. Ter voorbereiding hierop zijn medewerkers van stichting Boog, Irene Kosten van Brekend Vaatwerk en Audrey Dreesens van de Haagse Hogeschool de wijk in gegaan om contacten te leggen met instanties en bewoners, welke ook zijn uitgenodigd. ICT medewerkers van Brekend Vaatwerk hebben tijdens de workshop het technische gedeelte voor hun rekening genomen en we konden gebruikmaken van de computers op basisschool de Vijver en de Christoffel. Wij hebben ons geconcentreerd op de sociale processen tijdens deze workshops en wij hebben een groot gedeelte gepresenteerd. Bovendien hebben we mensen geassisteerd bij het maken van hun websites. Hieronder staan de verslagen van deze workshops.
30
Verslag Workshop Wateringsevel Datum: 28 maart 2003 Locatie: Basisschool de Vijver Kikkerbeetlaan Den Haag Wateringseveld Organisatie: Else Rose, Irene Rob, Dorinde Laura, Sven Jelena, Arjen, Bert Audrey Taken: Irene Laura Sven Else Rose Audrey Rob Bert Arjen Jelena
- Berekend Vaatwerk - Stichting Boog (Opbouwwerk Den Haag) - Brekend Vaatweek (Freelance) - Hogeschool van Amsterdam - Haagse Hogeschool
-Algemeen assistent/animateur, -kent wachtwoorden toe en maakt portaaltje van de avond, -heeft de coördinatie, -ontvangt de gasten en is hees, -helpt mee, zij gaat de animatie in de wijk doen, -houdt inleiding en helpt mee, -presenteert het sociale deel, -deelt geeltjes in, -helpt de deelnemers bij sites maken.
Deelnemers: • Basisschool de Vijver/ ICT coördinator - Eric v/d Zalm • Apotheek Lage Veld/ assistent apotheker - Mw. Roodhuizen • Wijkcentrum Wateringseveld/ Teamleider - Dhr. L. Belt • Wijkcentrum Wateringseveld/ Ouderenwerker - Mw. W. Broekhuyzen • Stichting Compaan (activiteitencentrum voor geestelijk gehandicapten) • -Mw. B. van Etten • STIOM - Annet de Wit • Wateringseveld. Org./ bewonersplatform - Maarten Rader • Politie - 2 wijkagenten Lilian Kok + Maries Hunck Onderwijsleermiddelen: Aanwezig zijn: Krijt, beamer, scherm, 14 computers, netwerk, internetverbinding, kartonnetjes voor namen, bruinpakpapier, twee kleuren ‘geeltjes’, pennen, whiteboardmarkers, tafelkleed, bloemen en vaas, camera, scanner, handleidingen. Tijdschema: 19.30 uur inleiding Rob 19.45 uur sociale aspecten Bert 21.00 uur pauze 21.10 uur sites maken
31
1. Inleiding en uitleg door: • Rob de Lugt • Stichting Boog • Sven • Freelancemedewerker Brekend Vaatwerk In de inleiding komen de volgende aandachtspunten naar voren: Welkomstwoord (Rob) bij de eerste kennismaking met dit project Eerder is onderzoek door Brekend Vaatwerk (Sven voorstellen en neemt presentatie over) gedaan en zijn aanbevelingen geschreven om bij de site Wateringseveld.org van Maarten Rader (ook aanwezig) meer bewoners en organisaties te betrekken (Maarten is hier mee akkoord). Dit project is daar een vervolg op. Het doel van het project is tweeledig: stimuleren activiteiten in de wijk (1) met ICT (2). Hoe werkt dat? Mensen lopen door de wijk (voorstellen beide aanwezige animateurs Irene en Audrey) en vragen bewoners wat zij zouden willen in de wijk en verbinden dat met ICT. De software wordt zo ontwikkeld dat iedereen in de wijk een site voor zichzelf kan maken. Het project heeft als doel te onderzoeken of ICT de cohesie en de samenwerking in de wijk kan verbeteren. Dit project een samenwerkingverband. • Watringseveld.org • Brekend Vaatwerk, die gesteund worden door de Gemeente Den Haag om ICT initiatieven te ontplooien. • Stichting Boog die graag een goede methode wil ontwikkelen zodat de werkzaamheden van de animateurs ook echt leiden tot meer goede contacten tussen bewoners in de wijk. • Hogeschool van Amsterdam de studenten zullen het eerste deel van de avond leiden. • De animateurs van de Haagse Hogeschool en uit Amsterdam. Wat heeft u er aan? Met dit project krijgt U inzicht in de mogelijkheden van gratis ICT voor uw activiteiten. U krijgt software, assistentie, apparatuur en ondersteuning maar bovenal zullen er suggesties komen om gemakkelijker contacten te leggen met mensen die interessant zijn voor uw organisatie. Het gaat bij dit project dus niet om het maken van een perfecte buurtsite, maar meer om mensen in de wijk te stimuleren om ICT in te zetten bij activiteiten. Uiteraard kunnen sites die af zijn te vinden zijn via de buurtsite. Opzet avond. • Eerst aandacht voor de activiteiten van de aanwezigen en wat die voor de bewoners in de wijk kunnen betekenen. • In de tweede helft aandacht voor het ICT gereedschap, daarna laten we de resultaten zien. • Het project is een pilot, Wateringseveld doet mee aan het ontwikkelen van het animatieproces en aan de ontwikkeling van de software. Dit houdt in dat wij de
32
gemaakte opmerkingen zeer op prijs stellen en zullen inzetten om het project te verbeteren. De avond duurt tot 22.00 uur. 2. Het sociale perspectief Bert - presentatie Arjen - Assisteert met het in categorieën indelen van de ideeën. Verzoek de mensen in een kring te gaan zitten, en eerst een voorstelrondje gehouden. Waarbij ik, toen ik mijzelf voorstelde, benadrukte dat ik student maatschappelijk werk en dienstverlening ben en weinig met ICT te maken heb, en dat ICT in dit project fungeert als gereedschap en niet als doel, maar dat het vooral gaat om de sociale processen in een buurt op gang te krijgen. Eerste ronde (19.45 uur): • Ik vraag iedereen in twee minuten op gele briefjes zijn activiteiten met zijn organisatie in de wijk op te schrijven. Na die twee minuten vraag ik iedereen zijn/haar activiteiten aan de rechter en vervolgens aan de linker buurman/vrouw te vertellen, per uitleg ongeveer 3 minuten. Met de antwoorden is in de hele groep weinig gedaan, omdat deze vraag meer bedoeld is om een bepaalde manier denken te bewerkstelligen. Totaal duurt dit 20 minuten. Tweede ronde (20.05 uur): Daarna legt Bert uit waar het project om gaat. Vanuit Brekend Vaatwerk en de Hogeschool van Amsterdam willen wij onderzoeken hoe sociale processen in buurten/wijken op gang gebracht kunnen worden, en hoe ICT daarbij behulpzaam kan zijn. Tevens willen wij kijken hoe informele dienstverlening op gang kan komen, en welke voorwaarden geschept moeten worden dat die uiteindelijk zichzelf in stand kan houden. Deze avond is bedoeld om te komen tot een aantal aanbevelingen voor organisaties die zich bezighouden met dergelijke projecten. Zowel op het gebied van groepsprocessen op gang brengen en houden als op het terrein van ICT. Vraag is dus (20.15 uur): • Denk drie minuten na en schrijf twee activiteiten op twee geeltjes die je graag wilt doen en belangrijk vindt en waarbij je wilt samenwerken met anderen. Bert vraagt of de mensen hun antwoorden voor willen lezen en Arjen plakt de briefjes in categorieën op het pakpapier en vraagt aan de deelnemers of ze zich daarin kunnen vinden. In principe wordt er niet over de antwoorden gediscussieerd, mogelijk wordt het antwoord indien niet helemaal duidelijk toegelicht. Indeling in categorieën (20.45 uur): Sport: wedstrijden organiseren voor kinderen en volwassenen. Kinderen: Straatfestivals, jeugdsportaccommodaties, kinderboerderij met activiteiten, inzetten voor meer speelgelegenheden. Oppassen: Organiseren van kinderoppasoudersnetwerk, oppascentrale. Boodschappen: Boodschappendienst, burendiensten (bij ziekte en ouderen), recepten ophalen, hulp bij het boodschappen doen.
33
Wijkcentrum: Via info mensen bereiken die activiteiten willen opzetten, feesten organiseren, Netwerk op te bouwen door professionals om in kaart te brengen wat de welzijnsbehoefte is in de wijk en wat nodig is om die te houden. Klussen: ervaringen uitwisselen en info met betrekking tot onderhoudsklussen en klussers. Vrijwilligers: Bekendheid geven aan de integratie van vrijwilligers (Stichting Compaan). Leefbaarheid: Actie voor goede bewegwijzering, netwerk welzijn, zorg en wonen opbouwen met behulp van het webplatform STIOM. *Noot: Dit is een opsomming van ideeën vanuit de groep, en als zodanig niet op bruikbaarheid getest. Over sommige ideeën ontstond dan ook enige discussie, praktische ervaring leert bijvoorbeeld dat een zichzelf in stand houdende oppascentrale gerund door vrijwilligers bijna onmogelijk is. Ook ontstond er discussie over veiligheid waar het het inschakelen van mensen via het internet betrof. Uiteraard van groot belang, maar zulke problemen steken ook de kop op wanneer men een schoonmaakster via een advertentie uit de krant aanneemt. Uiteindelijk zal altijd het persoonlijke contact de doorslag geven. Pauze (21.00 uur): 3. Het ICT perspectief De resultaten van de flapjes kunnen nu na enige uitleg in de praktijk gebracht gaan worden, middels het uitwerken van een idee op een eigen website. De bouwers zullen hierbij geassisteerd worden door mensen van de organiserende werkgroep, voorlopig nog op de software van de www.naoberschapsbank.nl die functioneert als gereedschapskist. Resultaten zullen door Laura zichtbaar gemaakt worden op www.bargeres.nl door middel van ‘portals’ die zij speciaal zal maken voor Wateringseveld. Over 4 weken komt de software beschikbaar op naam van Wateringseveld. Het bouwen (21.10 uur): Sven doet de overall uitleg, Laura de technische aspecten, terwijl de rest de bezoekers 1 op 1 helpt met het maken van een eigen site naar aanleiding van de opgeschreven activiteiten in het sociale proces. Uitleg door Sven: Met ICT kan je jezelf informeren, je kan communiceren en organiseren. Je kunt dingen te weten komen en communiceren door kranten, fotoboeken, gastenboeken en logboeken op het internet. Voorbeelden daarvan maken we vandaag. Ook discussiëren of afspraken maken. Stel je vindt het leuk om die buurtbarbecue te organiseren. Dan maak je een site met de basisgegevens en stuurt het adres naar de jou bekende e-mail adressen en je doet briefjes in de brievenbusbus met het adres van je site. Je schrijft op welke taken er zijn, vraagt wie er allemaal mee wil doen en je stelt een datum voor. Vervolgens schrijf je alle info die je binnenkrijgt op de site, zodat iedereen over dezelfde info beschikt. Je kunt ook verschillende mensen aanwijzen die de informatie op je site mogen wijzigen. Bovendien kun je er nog foto’s bijzetten. Achteraf kun je vragen wat de mensen ervan vonden. Later kan je er een verslag van maken, en dat in het buurtarchief plaatsen, terwijl je de site gewoon weg gooit. Hetzelfde kan je bijvoorbeeld ook doen als je je hond kwijt bent en dat aan de mensen wilt laten weten. Heb je hem terug gooi je de site gewoon weg. Kortom hoe kan je het Internet inzetten bij je dagelijkse bezigheden dat is waar dit project over gaat.
34
Aan de slag: We bekijken de onderwerpen die net genoemd zijn nader, en een van de onderwerpen wordt als voorbeeld met de beamer op het scherm geprojecteerd. Het probleem moet goed benoemd worden (Bijvoorbeeld STIOM wil zijn activiteiten beter communiceren), met dat in het achterhoofd wordt er dan gebouwd. De software is supereenvoudig en kan door iedereen gebruikt worden. Om de software te kunnen gebruiken moet er een wachtwoord aangevraagd worden, Laura zorgt dat iedereen zijn wachtwoord krijgt. Afsluiting (22.00 uur): Zonder uitzondering is iedereen erg enthousiast over het gemak waarmee op het internet een website gebouwd kan worden, zelf de technische man Maarten de Rader vind het goed werkzaam en wil zijn websites aan de de gemaakte websites koppelen. Als een groot pluspunt moet gezien worden dat het nadenken over sociale processen in je leefomgeving goed overeind is gebleven, en dat iedereen goed heeft nagedacht over hoe anderen te bereiken via het internet, en dat het niet is uitgelopen op ‘leuke sitjes’ bouwen. Aan het eind worden alle sites via de beamer op het scherm geprojecteerd, hiervan gaat een bijzonder enthousiastmerende werking uit en er wordt druk geïnformeerd naar vervolgavonden. Ook worden er foto’s van de avond getoond die op een door Laura gemaakte site zijn gezet. Al met al waren zowel de bezoekers van de workshop als de organisatoren erg enthousiast over het verloop en het resultaat.
35
Verslag Workshop Ypenburg Datum: 27 maart 2003 Locatie
Basisschool Christoffel Madurolaan Den Haag
Aanwezig namens de organisatie
:
Else Rose Kuiper Laura Sven Dorinde Audrey Vanja José
Directeur Brekend Vaatwerk Freelance grafisch ontwerper Brekend Vaatwerk/Naoberschapsbank Medewerker Stichting Boog (Opbouwwerk Den Haag) Stagiaire Brekend Vaatwerk (student Hogeschool Den Haag) Student HvA, externe opdracht Student HvA, externe opdracht
Gast: Hugo Labout
Digitaal wonen Den Haag
Taken: Else Rose Kuiper Laura Sven Dorinde Audrey Vanja José
Ontvangt de deelnemers Kent de wachtwoorden toe en maakt portaaltje van de avond. Uitwerken voorbeeld met toepassing ict Verzorgt de inleiding Helpt de deelnemers bij het maken van sites Deelt de ideeën van de deelnemers in (brown-papersessie) Presenteert en leidt de sociale processen, sluit de avond af.
De deelnemers: Wil van Mil Edwin Litan
Stichting Historisch Ypenburg, Wijkvereniging, bewonersplatform. Secretaris buurtvereniging Morgenweide, voorzitter van stichting wijkportaal.nl Kees Jan Matar Directeur Basisschool Christoffel Richard van der Linde Wijkagent Betty de Waart, Productmanager van Ondernemend Welzijn Leyla van Cuyk Sociaal Cultureel werker van Ondernemend Welzijn Onderwijsleermiddelen: Aanwezig zijn: Krijt, 14 computers, beamer, scherm, netwerk, internetverbinding, kartonnetjes voor namen, bruinpakpapier, twee kleuren ‘geeltjes’, pennen, whiteboardmarkers, tafelkleed, bloemen en vaas, camera, scanner, handleidingen. Helaas ontbraken een beamer en een scherm
36
De Workshop Door de drukte in het verkeer startte de avond iets later dan gepland. De inleiding van de avond werd verzorgd door Dorinde van de Stichting Boog. Zij gebruikte daarbij de volgende inleiding: Aandachtspunten: - Welkom bij de eerste kennismaking met het project - Eerder is onderzoek door Brekend Vaatwerk (Else Rose voorstellen) gedaan en zijn aanbevelingen geschreven om bij de site - Wateringseveld.org van Maarten Rader (voorstellen hij is aanwezig!) in samenwerking met hem meer bewoners en organisaties te betrekken. Dit project is daar een vervolg op. - Doel project tweeledig: Stimuleren activiteiten in de wijk (1) met ICT (2). - Hoe werkt dat? Mensen lopen door de wijk (voorstellen beide aanwezige animateurs) en vragen bewoners wat zij zouden willen in de wijk en verbinden dat met ICT. De software wordt zo ontwikkeld dat iedereen in de wijk een site voor zichzelf kan maken. Het project heeft als doel te onderzoeken of ICT de samenwerking in de wijk kan verbeteren. - In het project is ook samenwerking. Samenwerking tussen Wateringseveld.org en Brekend Vaatwerk, die gesteund worden door de Gemeente Den Haag om ICT initiatieven te ontplooien. 1 Samenwerking met BOOG die graag een goede methode wil ontwikkelen zodat de werkzaamheden van de animateurs ook echt leiden tot meer goede contacten tussen bewoners in de wijk. - Samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam: studenten ' zullen het eerste deel van de avond leiden (voorts ellen) en de animateurs van de Haagse Hogeschool en uit Amsterdam. - Wat heeft u er aan? Met dit project kunt u een kijkje krijgen in de mogelijkheden van gratis ICT voor uw activiteiten. U krijgt software, assistentie en apparatuur en een stukje organisatie ondersteuning maar 'bovenal zullen er suggesties komen om gemakkelijker contacten te leggen met mensen die interessant zijn voor uw organisatie. - Het gaat bij dit project dus niet om het maken van een perfecte buurtsite, maar om iedereen in de wijk te stimuleren om ICT in te zetten bij activiteiten. Uiteraard kunnen sites die af zijn te vinden zijn via de buurtsite. - Opzet avond: eerst aandacht voor de activiteiten van de aanwezigen en wat die voor de bewoners in de wijk kunnen betekenen, dan in de tweede helft aandacht voor het ICT gereedschap, daarna laten we de resultaten zien. - Het project is een pilot. Wateringseveld doet mee aan het ontwikkelen van het animatieproces en aan de ontwikkeling van de software. Dit houdt in dat wij de gemaakte opmerkingen zeer op prijs stellen en zullen inzetten om het project te verbeteren. - De avond duurt tot 22.00 uur Deze inleiding was geschreven op de workshop voor Wateringseveld. De bedoeling was deze te vertalen naar Ypenburg. Dit is niet geheel uit de verf gekomen. Ook was de inleiding te veel ict gericht terwijl de aandacht eigenlijk meer behoorde te liggen bij het stimuleren van de activiteiten en de onderlinge contacten binnen de wijk. ICT is daarbij een hulpmiddel. 19.45 uur Het sociale deel José heet iedereen nogmaals van harte welkom. De bedoeling was om de deelnemers als volgt met elkaar te laten kennismaken: - Ik wil graag dat iedereen opschrijft wat op dit moment zijn persoonlijke activiteiten in de wijk zijn b.v. de hond uitlaten, kinderen naar school brengen, rondje trimmen. Als u hier
37
-
vanavond namens een organisatie bent, dan graag opschrijven wat u met deze organisatie op dit moment in de wijk doet. U krijgt hier 2 minuten de tijd voor Ik vraag u nu datgene wat u opgeschreven heeft te bespreken met uw rechterbuurman/vrouw. U vertelt aan elkaar wat u opgeschreven heeft. 3 minuten de een – en 3 minuten de ander. Ik vraag u nu met uw buurman/vrouw aan de andere kant hetzelfde te doen 3 minuten de een – 3 minuten de ander
Het liep anders. Bij het voorbereiden ben ik er van uitgegaan dat er tafels aanwezig zouden zijn die we in een U-vorm zouden kunnen zetten voor aanvang van de workshop. Op de tafels bordjes en stiften zodat de deelnemers daar hun naam en eventueel die van hun organisatie op konden schrijven. Ik wilde vanuit die situatie een algemeen voorstelrondje doen en dan verder met het opschrijven van de persoonlijke activiteiten in de wijk en die presenteren aan de buurman rechts en de buurman links. Zoals gezegd, het liep anders. De ruimte was zo ingedeeld dat er 2 rijen met 2 tafels met daarop de computers, naast elkaar en 4 achterelkaar opgesteld stonden. Ik heb iedereen gevraagd in een cirkel te gaan zitten. Mijn bedoeling was een cirkel waarin zowel de deelnemers en de organisatie zou zitten. Het werd uiteindelijk een rij met de deelnemers aan de ene kant en een rij van de organisatie aan de andere kant. Daarna ben ik gestart met een voorstelrondje. De aanwezigen stelden zich voor door hun naam en de organisatie(s) te noemen die zij vertegenwoordigden. Dit werd door mij op het whitebord geschreven. Tijdens het voorstellen kwam al kwam al direct de opmerking van de heer van Mil, de vertegenwoordiger van Historisch Ypenburg (tevens lid van de wijkvereniging), dat hij het geen goede zaak vindt dat ICT de normale omgang met elkaar vervangt. Er zijn al zoveel mensen met weinig of geen contacten. Uitgelegd dat ICT zeker geen vervanging is maar dat ICT ondersteunend kan werken. ICT als iets extra’s naast de fysieke contacten die men al heeft. Daarna stelden ook de medewerkers aan de workshop zich persoonlijk voor. De deelnemers aan de workshop kenden elkaar al en waren ook op de hoogte van elkaars activiteiten in de wijk. Dit werd ook uitgestraald. Door de wijze waarop iedereen zat (de organisatoren van de workshop op een rij tegenover de deelnemers) kwam dat extra goed tot uitdrukking; het was voelbaar. Hierdoor besloot ik het deel van de kennismaking met elkaar door middel van het opschrijven en vertellen van de persoonlijke activiteiten in de wijk over te slaan en door te gaan met het volgende onderdeel van het proces. Dat ging als volgt: Ik zie dat U elkaar al kent en dat U op de hoogte bent van de activiteiten die u en uw organisaties in de wijk al doen. U weet dus van elkaar wat u al doet in deze wijk. Misschien zijn er wel activiteiten die u zou willen ondernemen maar u kent nog geen mensen om dat samen mee te doen. U heeft daar anderen voor nodig. Die anderen kunnen individuen zijn, maar ook organisaties. Wij proberen de activiteiten die u met elkaar zou willen ondernemen te ondersteunen met ICT. Het gaat erom hoe u bij de door u gewenste activiteiten ICT kunt inzetten om daar vervolgens contacten mee te leggen om anderen in de wijk te vinden die uw gewenste activiteit wel zien zitten, die wel met u samen willen werken. Nu ga ik een stapje verder. De vraag is nu: welke activiteit vindt u belangrijk om te doen maar u kunt het niet alleen, u heeft daar anderen voor nodig. Denk bijvoorbeeld aan het organiseren van een buurt barbecue of aan het organiseren van een sportdag.
38
20.15 uur - Ik vraag u nu drie minuten na te denken en twee activiteiten op te schrijven die u belangrijk vindt en graag zou willen doen in uw wijk. Om dat te bereiken wilt u samenwerken met anderen. Twee memoblaadjes hiervoor gebruiken. Deze blaadjes worden straks opgehaald. Dit was het moment dat de deelnemers persoonlijk aangesproken werden: Wat vind jij nu belangrijk in en voor jouw wijk. Waar wil jij je, samen met anderen voor inzetten. De deelnemers gingen hier serieus mee aan de slag. Het ging heel diep; dit was de omslag in het sociale proces van de avond. Vanaf dat moment voelden zij zich persoonlijk betrokken. 20.45 uur Vanja deelt de ideeën in de categorieën kinderen, buurtactiviteiten en kennisactiviteiten.. Voorbeelden van de voorgestelde ideeën zijn: - een boomplantdag (bleek al te bestaan) - een sportdag en een - buurt- of straatfeest. Helaas zijn de originele blaadjes met ideeën verloren gegaan. Het buurtfeest wordt gekozen om later uit te werken met ICT. 20.50 uur José rondt dit deel van de avond af en vertelt wat er verder nog komen gaat. - De hele wijk krijgt de beschikking over gratis software om sites te maken. Dit materiaal is in ontwikkeling.Over 4 weken is het beschikbaar voor Ypenburg. Vanavond werken we met materiaal dat is ontwikkeld in Emmen. Vandaag oefenen we met de software. Het is de bedoeling dat die supereenvoudig wordt zodat iedereen er mee kan werken. De site die je vanavond gaat maken komt direct online zodat je deze ook thuis kunt bekijken en weer aanpassen als je dat wilt. Jullie kunnen straks een site maken op basis van wat we vanavond gedaan hebben. Er wordt gewerkt met de bouwdoos van Emmen. Vanavond kunt u proeven aan het systeem. Als er voldoende belangstelling is organiseren we graag een avond als de bouwdoos van de wijk er is. We kunnen dan allerlei handreikingen geven die verder gaan dan deze avond. Zoals gezegd, het is een proef, iedere suggestie of kritiek is welkom. We verwerken die graag! We gaan nu pauzeren. Na de pauze zal Sven laten zien hoe je ict in kunt zetten bij het het organiseren van een buurtfeest. Daarna zal Laura vertellen over het wachtwoord en kan iedereen achter de computers gaan zitten om zelf een site te maken. 21.00 - 21.15 uur Pauze In de pauze werd flink met elkaar gebabbeld. 21.15 uur Sven legt uit hoe ict ingezet kan worden bij het organiseren van een buurtfeest. Helaas was er geen beamer aanwezig en heeft Sven alleen verteld hoe het werkt. 21.20 uur Voordat iedereen achter de computer gaat zitten om zelf aan de slag te gaan, laat Laura zien hoe het maken van een site in zijn werk gaat. Doordat er geen beamer aanwezig was, stond iedereen om Laura heen om het goed te kunnen volgen. Daarna kreeg iedereen een wachtwoord en kon zelf aan de slag. Er bleek 1 op 1 begeleiding nodig om de mensen op weg
39
te helpen. De organisatoren van de workshop hebben zelf voldoende geoefend met de materie zodat zij de benodigde deze ondersteuning ook konden bieden. Al snel kregen de deelnemers door hoe het werkte en waren ze enthousiast aan het bouwen van een eigen site. Edwin Litan, de voorzitter van Stichting Wijkportaal.nl, had materiaal meegenomen om dit met behulp van de bouwdoos op de oefensite te zetten. Dit lukte hem heel gemakkelijk. 22.15 uur Laura zet alle gemaakte sites in één portaal zodat alles bij elkaar staat. De deelnemers bewonderden de gemaakte sites. Men was heel enthousiast over wat er in een uurtje gebouwd was door eenieder. Laura legt uit dat ook vanaf huis geoefend kan worden. 22.20 uur José vraagt iedereen weer plaats te nemen om met elkaar de avond af te ronden. Ze stelt wat evaluerende vragen: - hoe heeft u de bijeenkomst ervaren - heeft u op of aanmerkingen/suggesties - heeft u belangstelling voor een vervolgbijeenkomst. De bijeenkomst werd als zeer positief ervaren en de deelnemers wilden graag een vervolgbijeenkomst. De angst dat het gebruik van ict de fysieke onderlinge contacten moest gaan vervangen was verdwenen. Een opmerking van een van de aanwezigen was om vooraf (in de uitnodiging) duidelijker te maken dat het niet alleen om het maken van sites gaat maar ook om de sociale processen er om heen. Ook de wijkagent had nog een tip: ‘als mensen zich aanmelden, laat ze dan hun echte naam en adres opgeven zodat zij bij ‘rottigheid’ gemakkelijker te traceren zijn. Het is de deelnemers vanavond duidelijk geworden wat de bedoeling is van het project en zij willen er zeker mee verder. Ze zijn heel enthousiast en positief. José vertelt dat over 4-6 weken de eigen bouwdoos voor Ypenburg beschikbaar. De aanwezigen krijgen hierover persoonlijk bericht en worden dan ook uitgenodigd voor een volgende bijeenkomst. José vraagt de aanwezigen de komende weken na te denken over wat zij echt op hun site zouden willen hebben. Op de volgende bijeenkomst kan ondersteuning geboden worden bij het bouwen van deze site. Als men in de tussenliggende periode graag wil oefenen met de bouwdoos dan kan dat. José vraagt of het iedereen duidelijk is hoe het wachtwoord werkt als men inderdaad wil oefenen. Er bleek behoefte aan nog wat uitleg. Laura legt nogmaals uit hoe het werkt. Hierna bedankt José de aanwezigen voor hun komst en hun bijdrage aan de avond. 22.35 uur De deelnemers spreken hun dank uit aan de organisatie voor de geslaagde avond. Er wordt nog even nagepraat en de deelnemers gaan weer op huis aan. 22.45 uur We pakken onze spullen bij elkaar en ook wij gaan op huis aan.
40
Evaluatie van de Workshops We hebben tijdens een vergadering bij Brekend Vaatwerk beide workshops puntsgewijs geëvalueerd. -
-
-
De inleiding De inleiding werd beide kerenverzorgd door de Stichting Boog. Sociale processen/inventarisatie wensen Er waren voor beide avonden alleen vertegenwoordigers van organisaties uitgenodigd. Dit komt omdat B.V. nog geen bewoners kent. Het animatieproces komt, door omstandigheden, nu pas opgang. o Wateringseveld De deelnemers aan de workshop waren gemakkelijk en gezellig. o Ypenburg De deelnemers kenden elkaar al. Er moest flink getrokken worden om de boel op gang te krijgen. Door de deelnemers persoonlijk aan te spreken: “wat wil jij nu voor jouw wijk” ging het heel diep. De ruimte speelde daar ook een rol. Het was één ruimte waar de tafels met computers twee aan twee opgesteld waren. Enthousiasmeren voor de ICT o Wateringseveld Deelnemers die eigenlijk niet durfden maakten toch een site en waren daar ook trots op! o Ypenburg Deelnemers gingen enthousiast aan de slag. Er bleek één op één begeleiding nodig. Aan het eind van de avond werden de gemaakte sites getoond. De deelnemers waren hier erg enthousiast over. De mensen denken nu na over de ‘echte site’ (ook: wat wil ik bereiken met deze site). Over ongeveer 6 weken komt er een vervolg op deze avond. De ruimte o Wateringseveld Hier waren twee ruimtes beschikbaar; één voor de sociale processen en één werkruimte met computers. Dit werkte goed. o Ypenburg Er was één ruimte waarin gewerkt kon worden. In deze ruimte stonden tafels met computers twee aan twee opgesteld. Tijdens de sociale processen zaten de mensen op een rij. Dit was geen ideale werksituatie.
41
Fase 3: Evaluatie Ter inleiding Het doel van deze bijeenkomst was om ervaringen uit te wisselen, brainstormen over mogelijkheden, overleggen over randvoorwaarden en over hoe sociale kwaliteit in de wijk te verbeteren met behulp van ICT en te bekijken hoe processen zijn verlopen. Het gaat erom hoe je duurzame wisselwerking realiseert tussen sociale processen in de wijk en de effectieve inhoud van sites. De uitkomst gaat gebruikt worden voor het boekje met tips en trucs en het opzetten van projecten die sociale processen en informele dienstverlening in een wijk gaan ondersteunen.
Verslag Evaluerende bijeenkomst Datum: Locatie: Notulist:
Maandag 31 maart 2003 Haagse Hogeschool Audrey Dreesens
Aanwezigen: Peter Creemers Audrey Dreesens
-
Stichting BOOG Stagiaire HHS, Wateringseveld, Ypenburg/Leidschenveen Ferd van den Eerenbeemt - De Informatiewerkplaats, ICT en de stad Den Haag Atie Engel - Hogeschool van Amsterdam, begeleiding ICT en agogiek projecten Arjen Faddegon - Externe opdracht HvA Dorinde Gudde - Stichting BOOG, Wateringseveld en Ypenburg/Leidschenveen Bert Mulder - Lectoraat Haagse Hogeschool Irene Kosten - Brekend Vaatwerk, Wateringseveld Ypenburg/Leidschenveen Else Rose Kuiper Brekend Vaatwerk, Emmen, Wateringseveld en ` Ypenburg/Leidschenveen Hugo Labout - De Informatiewerkplaats, Moerwijk Rob de Lugt - Stichting BOOG, Wateringseveld en Ypenburg/Leidschenveen Bert van Meeteren - Externe opdracht HvA Bert Mulder - Lectoraat Haagse Hogeschool en Informatiewerkplaats Bianca Peters - De Informatiewerkplaats, Moerwijk Tea Snippe - Emmen, de Naoberschapsbank Jelena Stankovic - Externe opdracht HvA Irene Uijttewaal - Brekend Vaatwerk, Wateringseveld en Ypenburg/Leidschenveen José Willemse - Externe opdracht HvA
42
Introductie Allereerst werd er een klein kennismakingsrondje gemaakt, zodat iedereen kon horen wie bij welke organisatie zat. Er waren eveneens bordjes op tafel neergezet en ook waren er naambordjes uitgedeeld. Web in de Wijk Het onderwerp is: bewoners gebruiken het web voor een betere kwaliteit van samen leven. Dit om 2 redenen: • Sociale processen in de wijk stimuleren, versterken en verbeteren • De meerwaarde van ICT daarbij – De Naoberschapsbank – Op deze dag zijn geen bewoners uitgenodigd. Deze bijeenkomst is voor professionals om ideeën en activiteiten in de wijk te stimuleren met ICT. Er wordt gekeken wat de nieuwe mogelijkheden zijn. Er wordt een kleine oefening gedaan. Iedereen moest voor zichzelf opschrijven waarom hij/zij vindt dat ICT betrokken moet worden bij sociale processen. Aan de hand daarvan kan iedereen kijken of die mening nog steeds hetzelfde is gebleven aan het einde van de dag. Vandaag gaan we er vanuit dat aan de volgende randvoorwaarden is voldaan: • Dat je goede software hebt • Dat er animateurs zijn die de wijk ingaan • Dat er digitale huiskamers zijn opgezet • Dat er partners zijn die aan dit project mee willen werken • Dat er fondsen zijn die dit alles willen subsidiëren Waar we ons vandaag mee bezig hebben gehouden is hoe we het sociale proces kunnen verbinden met ICT en dat proces kunnen inrichten, aanpakken of voortzetten. Het doel is om je in te leven in het proces en de ervaringen te delen en het inzicht te vergroten. De bedoeling is om de kwaliteit van het leven te versterken en criteria voor succes zijn: • Sociale cohesie • Betrokkenheid • Vertrouwen Het gaat niet om het aantal klikken op de site, maar om: • Het krijgen van reacties • Het bewust zijn van … • Andere onderlinge contacten • Mede-eigenaar zijn: kunnen plannen en reageren • Eigen expressie • (Mede)Verantwoordelijkheid • Makkelijker inspraak (Mensen kijken vaak eerst de kat uit de boom) • Mee kunnen doen (bv. ouderen) Wat kan ICT doen? Wie, wat, waar, wanneer, waarom: de kracht van informatie. Denken wat doet ICT feitelijk en niet denken in techniek. • Vergroten van bereikbaarheid • Vergroten van de openheid • Vereenvoudigen van samenwerken 43
De vraag stelling wat voor informatie je moet geven om de doelstelling ‘meer sociale cohesie’ te bereiken. B.v. met betrekking tot identiteit: moet je jezelf onder je eigen naam bekend maken of mag je gebruik maken van een nick-name. Dit kan afhankelijk zijn van wat je wilt. B.v. bij de buren lopen ze met messen in de tuin. Je wilt er iets mee doen, maar niet onder je eigen naam. Er werd een grotere opdracht gegeven. De mensen in de wijk vertellen dat ze elkaar zo weinig kennen. Wat kun je doen met ICT zodat mensen elkaar wel leren kennen? Wat zou je stimuleren? Mogelijkheden met ICT zijn (in het geval van Naoberschapsbank) een krantje, weblog, fotoboek, gastenboek, forum, agenda en prikbord. Afhankelijk van wat je wilt bereiken maak je een keuze uit deze middelen. Iedereen is het ermee eens dat het niet alleen om ICT gaat, maar ook om het fysieke gedeelte. De aanpak mag niet dwingend zijn en moet een combinatie zijn van fysiek en technologie. Een voorbeeld kan een project zijn met een school en een bejaardenhuis waarbij de schoolkinderen de bewoners van het bejaardenhuis leren om te gaan met ICT. Doordat de behoeftes van mensen verschillen, moet niet alles voor iedereen gemaakt worden. Wel kunnen kleine initiatieven ondersteund worden met bv. een agenda met activiteiten. Er kunnen verschillende contactpunten zijn: • Ongedwongen contacten (leuke dingen zoals een buurtbarbecue) • Problemen / bedreigingen • Relaties met instanties, bijv. burger ten opzichte van overheid Er is een continue proces van idee – ontwerpen – gebruiken – leren. Ook kan er in de wijk een buurttelefoonboek opgezet worden, maar dan is de vraag: wat durft men op het web te zetten? Er waren ook ideeën om foto’s van mensen die een hond hebben op een site te zetten en daar ook nog een foto van de hondenpoep bij te zetten. Ook kan er door de wijk gelopen worden en naar onderwerpen gezocht worden. Zo kun je de belangen van de mensen in kaart brengen. De vraag was ook: wat is kennen? Alleen iemands gezicht kennen en groeten? Of als je mensen vaak ziet of ontmoet? Hoe goed moet je iemand kennen om aan iemand iets te vragen? Stel dat je een lekke band hebt, bij wie zal je dan aanbellen om te vragen of iemand kan helpen. Er kwam uit dat er drie categorieën te onderscheiden zijn: • Ongeorganiseerde contacten. Dit houdt in dat mensen contact leggen terwijl je (jij of iemand) daar misschien helemaal geen behoefte aan hebt. Bijvoorbeeld als je kinderen hebt, met de hond wandelt, de auto aan het wassen bent of in de tuin aan het werk bent. • Uitgaan. Dit betekent dat je toch eerst een besluit moet nemen om de stap te zetten. Of dat nu bij de bakker is, de slager of de kroeg. • Georganiseerde contacten. Dit zijn afspraken die gemaakt zijn voor iets specifieks. Dit kunnen vrienden zijn, collega’s of de oppas, maar ook verenigingsactiviteiten, dus op het moment dat er een structuur wordt aangebracht. Er werd verteld over een project in Amsterdam. Daar betaalde de gemeente om de geveltuinen op te knappen. De tegels werden eruit gehaald en elke bewoner kreeg een budget om zijn tuintje op te knappen. Dat zijn leuke initiatieven. Een belangrijk criterium wat genoemd werd, was dat het wel nut moest hebben. Iedereen kan natuurlijk een website maken, maar als het niet functioneel is, dan zal er niemand op kijken of daar informatie vandaan halen.
44
De Naoberschapsbank Met wie Hier kun je de Naoberschapsbank voor gebruiken
Wijk Groep Ik Kun je achter je eigen pc doen
Ik
Groep
Wijk
Voor wie
De Naoberschapsbank is gratis toegankelijk. Het is een bouwdoos die door iedereen in de wijk te gebruiken is. Er kunnen websites gemaakt worden, verbeteringen aangebracht worden, maar het kan ook zo weer verwijderd worden, er kan materiaal gedeeld worden. ICT is te gebruiken als gereedschap en niet als doel. De bestaande sites zijn makkelijk aan elkaar te koppelen. De Naoberschapsbank is geen buurtsite, portal of site over de wijk of vereniging. Wat kan het? • Eigen websites stimuleren (opzetten, vormgeven en vullen) • Eigen productie organisatie (redacties online) • Mee ontwikkelen bij ontwerp (zelf maken van vormgeving) • Andere toepassingen gebruiken Andere randvoorwaarden: • Software • Identiteit: bekendheid • Inspirerende mensen: animateurs • Fysieke plekken: digikamers
45
Stijl Lay-out Toepassing Naoberschapsbank MMBASE Met de bouwdoos van de Naoberschapsbank kan een website gebouwd worden. Als bouwer kun je allereerst kiezen uit verschillende toepassingen, zoals een tijdschrift of fotoboek. Daarna is het mogelijk te kiezen uit verschillende lay-outs en stijlen. Die kunnen later nog door de bouwer naar eigen smaak worden aangepast. Op een simpele manier is het zo eenvoudig om een eigen site te maken. Na de lunch werd de groep in drieën verdeeld en moesten ze, samen met een animator uit de betreffende wijk, aan de hand van onderstaande vragen tips en trucs voor hun wijk bedenken. De wijken waren: • Moerwijk • Ypenburg/Leidschenveen • Bargeres (Emmen) De vragen die gesteld werden, waren: • Wie ga je benaderen? • Hoe prikkel je mensen zodat je met ze aan het werk kunt? • Hoe zorg je dat ze met elkaar aan de slag gaan? • Hoe zorg je dat ze met elkaar aan de slag blijven? Deze vragen zijn ontwikkeld door de projectgroep tijdens de voorbereiding. Hieronder zijn de uitwerkingen voor de verschillende wijken: Moerwijk Informatie vooraf: het is een wijk met weinig sociale structuur en een diversiteit aan culturen. Er zijn veel laaggeschoolde mensen met weinig eigenwaarde. De wijk bestaat geografisch uit 4 delen. Veel ouderen zijn autochtoon en veel jongeren allochtoon. De wijk heeft een negatieve uitstraling, maar de mensen die er wonen willen er graag blijven. De communicatie met de overheid is moeilijk. 1 1. 2. 3. 4.
Wie ga je benaderen? Rondkijken in de wijk Gesprekken met sleutelfiguren Bezoeken van plekken waar mensen samenkomen (rond verschillende items) Uitnodigen voor cursussen + koffie & pauze (hiermee sociale structuur opbouwen) 46
2.
Hoe prikkel je mensen zodat je met ze aan het werk kunt? 1. Cursusaanbod Sociale context Verantwoordelijkheid geven 2. Thema’s in de wijk Animator / moderator aanstellen voor permanente prikkel Aansturen vrijwilligers (procesmatig bestuurlijk)
3.
Hoe zorg je dat ze met elkaar aan de slag gaan? (wijkgericht) - Structuur • Plekken voor thema’s • Werkgroepen • Cafés - Taken groepsgericht ontwerpen - Individuen en groepen koppelen - Terugkerende activiteiten
4.
Hoe zorg je dat ze met elkaar aan de slag blijven? Vanaf het begin implementeren.
Ypenburg/Leidschenveen 1.
Wie ga je benaderen? - Benaderen vindplaatsen • Toegangspoort, wijk • Scholen, bibliotheek, speelpleinen, hangplekken, gemeenschap. - Via vindplaatsen informele leiders vinden - Top 5 van positieve dingen Top 5 van negatieve dingen - Hoe hebben ze het in andere VINEX-locaties gedaan? - Doordachte mediamix • Buurtkrant • Prikbord • Lichtkrant
2.
Hoe prikkel je mensen zodat je met ze aan het werk kunt? 1. Aansluiten op problematiek + samen sterk zichtbaar maken 2. Voordelen zichtbaar maken / voorbeeld voor tweeverdieners 3. Activiteiten organiseren plus wijkverslagen via schoolkranten, website en buurtblaadjes 4. Internetcorners in GDD? plaatsen 5. Hangjongeren inzetten met camera voor signaleren van vandalisme bijvoorbeeld kapotte spullen / plekken
3.
Hoe zorg je dat ze met elkaar aan de slag gaan? (wijkgericht) 1. Markten stimuleren (rating systemen) Æ licht beginnen • Hangjongeren + autowassen • Verschillende betalingssystemen 2. Zichtbaar maken wat er gebeurt in de openbare ruimte (lichtkrant) 47
Bovendien: beloont de producenten (lokale supermarkt) advertentieruimte 3. Infrastructuur • “ Leuke dingen scannen” • Digikamers • Instructies • Onderlinge hulp 4.
Hoe zorg je dat ze met elkaar aan de slag blijven? 1. Ieder contact erbij houden: koesteren (rol animateurs) CRM (Costumers Research Management = klanten informatie systeem waarin je bij kunt houden wat mensen willen en kunnen) 2. Actieve clubs moeten zichtbaar blijven, belanghebbenden, scholen, bewonersvereniging, winkeliersverenigingen (continue activiteiten) 3. Vormen voor gecontinueerde beloning? Waardering in de vorm van bv.: • Buurtfeest • Lintje van de wijk • Oscar van de wijk • Nieuwe ideeën, langlopende ideeën
Emmen Bargeres is een wijk met 10.000 mensen, een wijk van de jaren 70. Diverse mensen wonen er. Weinig binding met de wijk. Er is een winkelcentrum, wijkcentrum e.d. Ongeveer 50% is huur, de andere 50% zijn koopwoningen. De koopwoningen zijn stabiel, maar in veel huurwoningen wonen mensen die later weer doorstromen. De Naoberschapsbank zit boven een wijkwinkel waar mensen met hun vragen, ideeën terecht kunnen. 1.
Wie ga je benaderen? - Sociale kaart maken (ook de wijk in voor samenwerking). Verder alle blaadjes, gele gids en winkelbladen doornemen. - Via informele banden bij organisaties binnenkomen, bv. Via je moeder (Internet heeft een hoge drempel). - Doelgroep kiezen. Mooiste combinatie met het ook op subsidie en op de wijk. Doelgroepen die minder snel gekozen worden (bijstandsmoeders, meisjes, vrouwenorganisaties). - Referenties noemen (betrouwbaarheid)
2.
Hoe prikkel je mensen zodat je met ze aan het werk kunt? - Vragen naar wat een groep doet en waar ze tegenaan lopen. In een persoonlijk gesprek achterhalen wat de belangstelling heeft (aan het denken zetten). - Soms eerst sites maken, dan pas samenwerken. Soms echter andersom of tegelijkertijd. - Zeggen dat het gratis is. - ICT: voorbeelden laten zien Æ laten zien wie al iets heeft. - Aansluiten op eigen drijfveren. - Buurtaanpak is een tip, wel belangrijk. Soort buurtburgemeester e.a. laten meewerken, ook wel informele leider. - Als men zegt, nee ik doe het wel alleen, dan weet je zeker dat ze uit zichzelf nauwelijks iets doen. - Vrouwen extra benaderen. Vrouwen werken liever met een ander samen. 48
3.
Hoe zorg je dat ze met elkaar aan de slag gaan? (wijkgericht) - Bijeenkomsten met ideeënmarkt Æ ideeën matchen. Voorwaarde: ondersteunen activiteit. Je moet erop blijven zitten. - Matchen door animateurs n.a.v. gesprekken in de wijk - Soms ook: eerst activiteit dan mensen stimuleren sites te maken - Bijeenkomsten met bewoners, bv. straat (niet te grote schaal) - Heel belangrijk: dat je veel mensen kent of mensen kent die veel mensen kennen. - Ruimte hebben om mensen te ontvangen. Mogelijkheden als ruimte aanbieden. - Altijd vragen of mensen nog anderen mensen kennen voor wie dit misschien ook iets kan zijn. - Wel samen stimuleren = soms vakwerk opbouwwerk.
4.
Hoe zorg je dat ze met elkaar aan de slag blijven? - Afstemmen met opbouwwerk (belangrijk als er iets aan de hand is). - Aansluiten bij bestaande structuren. - Afstemming met andere organisaties. - Geduld! - Aanspreekpunt is op lange termijn ook nodig. - Project Wenswijk. Projecten in de wijk die langere tijd lopen en waarin websites ondersteunend zijn. - Zelf met ideeën komen. - Wanneer tip je andere organisaties als je in je werk wijkproblemen signaleert = vaak intuïtie. - Cursussen geven zodat je je effectiviteit kunt verhogen. - Randvoorwaarden. Altijd iemand hebben voor het project zelf (animateur). - Erachter aan blijven lopen.
Nabespreking Van de verschillende workshops werd verslag gedaan (zie fase 2. Else Rose Kuiper stelde nog een aantal aanvullende vragen: - Wie benader je het eerst? Welke 5 mensen hebben jullie het eerste gebeld? Hoe pak je het aan? Moerwijk is eerst door de wijk gaan lopen en zijn er bewonersorganisaties benaderd. Emmen (De Naoberschapsbank) kent doelgroepen en er is een sociale kaart gemaakt. Mensen uit de doelgroepen die voorkwamen op de sociale kaart zijn benaderd. Naast de bijzondere doelgroepen is ook de doelgroep “De Wijk” en daaronder konden alle mensen worden benaderd die nieuwe energie voor de wijk konden opleveren. De eerste gesprekken zijn gevoerd met sleutelpersonen die een goed beeld konden geven van de wijk. Ypenburg/Leidschenveen heeft ook een sociale kaart gemaakt en de betreffende organisaties zijn als eerste activiteit benadert om deel te nemen aan een workshop ter introductie van het project in de wijk. In Wateringseveld ligt dat iets anders. Daar zijn mensen geïnterviewd, is een behoeftestaat gemaakt. Op basis daarvan wordt de site www.wateringseveld.org aangepast en vervolgens heeft daar onlangs ook een introductieworkshop met de wijkorganisaties plaatsgevonden. -
Alle groepen hebben het belang van animateurs voor hun project onderstreept. Hoeveel laat je door bewoners doen en hoeveel door de animateurs? Moerwijk laat alles door de bewoners doen.
49
Emmen gaat er ietsje verder in. Soms ondernemen de animateurs wel kleine projecten / ondersteunen kleine projecten, omdat je nu eenmaal goedwerkende voorbeelden nodig hebt. Ypenburg/Leidschenveen onderneemt expliciet alleen maar ondersteunende activiteiten die bewoners zelf onderhouden. -
Hoe lang duurt het voor de wisselwerking tussen de ICT en initiatieven in de wijk soepel loopt? Moerwijk zei dat ze ongeveer 1 jaar bezig zouden zijn. In Moerwijk wordt ook heel hard gewerkt aan de beheerstructuur, niet alleen aan het sociale proces. In Emmen denkt men over 1 jaar ook soepeler te werken. Ypenburg/Leidschenveen denkt ook in ongeveer 1 jaar een soort gebruik van de grond kan hebben dat kan bijdragen. Else Rose gaf aan dat ervaring in Emmen leert dat het een langdurig proces is, omdat je uit moet gaan van individuele drijfveren die met andere individuele drijfveren moet worden verbonden. Het zijn processen die in vertrouwen moeten groeien en dat vraagt tijd. In Emmen hebben ze daar tot nu toe al 2 jaar over gedaan. Daar moest wel vanaf nul alles gestart worden en dat geldt voor de nieuwe wijken niet. Daar kan het veel sneller, omdat je bouwt op de ervaring van anderen. - Heeft men deze dag nuttig gevonden en wil men dat herhalen? De aanwezigen geven aan dat een bijeenkomst over ongeveer 1 jaar zeer op prijs gesteld zou worden, omdat dan resultaten uitgewisseld kunnen worden. Geconcludeerd wordt dat (tussentijds) bilateraal contact of bijeenkomsten in kleine groepjes natuurlijk altijd kan plaatsvinden. De heer Erik Ronsdorf (afdeling OCW van de gemeente Den Haag) geeft aan dat hij in gesprek is met Brekend Vaatwerk, De Informatiewerkplaats en Stichting BOOG over dit hele proces. Hij heeft met belangstelling de discussies gevolgd en is zeer benieuwd wat er over een jaar te melden valt. Else bedankt de Haagse Hogeschool (het lectoraat), met name Frits Klaver, voor de prettige samenwerking. Opmerking van de projectgroep: Het voorgaande verslag bevat tips en trucs en evaluerende opmerkingen. Omdat zij door middel van brainstorming tot stand gekomen zijn, heeft dit stuk een wat chaotisch karakter. De ervaringen en bevindingen van deze dag en de uitkomsten van ons onderzoek zullen overzichtelijk uitgewerkt worden in ons boekje “Tips en trucs”
50
Conclusie De computer is uit deze moderne maatschappij niet meer weg te denken. In het laatste decennium zijn E-mailen en chatten belangrijke communicatievormen geworden. Dit gebeurt echter heel erg wijd: je chat makkelijker met een vreemde uit Australië dan met je buurman, want hoe vind je die? De computer kan echter wel degelijk een middel zijn om in de directe leefomgeving met elkaar in contact te komen en informatie uit te wisselen. Je krijgt dan twee processen: de fysieke contacten en de contacten via ICT. Deze processen zijn niet van elkaar los te koppelen, ICT kun je wel gebruiken om met elkaar in contact te komen, dingen organiseren en informatie uit te wisselen, maar het samen dingen ondernemen zal toch in de fysieke wereld moeten gebeuren. Een virtuele barbecue is niet echt mogelijk en zeker niet zo leuk als een werkelijke. ICT zal daarom altijd een gereedschap, een hulpmiddel blijven als het gaat om fysieke groepsprocessen in een buurt. Onze onderzoeksvraag was: hoe kun je informele dienstverlening in een buurt ondersteunen met ICT? We zijn er achter gekomen dat het stimuleren van informele dienstverlening met behulp van ICT een aantal zaken vereist, hieronder de belangrijkste: - motiverende reclame: het bereiken van mensen - een continue samenwerking tussen fysieke groepsprocessen en ICT mogelijkheden - het beschikbaar stellen van gemakkelijke, laagdrempelige ICT hulpmiddelen (sites en computerlokalen) Als aan deze en andere voorwaarden voldaan is, is het ons inziens mogelijk om informele dienstverlening in een buurt te stimuleren met ICT. Voor de manier waarop dit gedaan kan worden, geven wij tips en trucs in het bijbehorende boekje.
51
Dankbetuiging Onze dank gaat uit naar: Brekend Vaatwerk, voor de opdracht, en met name Else Rose Kuiper, voor haar
gastvrijheid tijdens de vergaderingen en haar ondersteuning als we vast zaten, hierdoor kregen we veel duidelijkheid. Irene Kosten, voor haar ondersteunende werkzaamheden. Sven en Laura, voor hun technische ondersteuning tijdens de workshops. Hogeschool van Amsterdam, Atie Engel en Jane Spangler voor de ondersteuning met betrekking tot BSCW en internetsites. Agnes van Schendelen, voor haar aanstekelijke enthousiasme en de ruimte die ze ons gaf om een eigen invulling aan dit project te geven Audrey Dreesens, voor haar verslag van de afsluitende bijeenkomst in Den Haag Stichting Boog, Dorinde Gudde en Rob de Lugt, voor hun stukken en inzet tijdens het vooronderzoek Haagse Hogeschool, Bert Mulder, voor zijn inleiding van de dag en voor het faciliteren van de afsluitende bijeenkomst
Wij hebben met veel plezier aan dit project gewerkt!
52
Bronvermelding Literatuur − Alblas, Gert; Groepsprocessen, ISBN 90 313 2094 3, Houten, 1997 − Boomen, Marianne van den, Leven op het Net, Instituut voor Publiek en Politiek, Amsterdam, 2000 − Bordens, K e.a.; Werkboek groepsdynamica, ISBN 90 294 2867 0, Baarn, 1998 − Brinkman, J.; Communiceren met effect, ISBN90 01 16622 9, Groningen − Bussing, D. & N. de Boer; Leefbaarheidsmanagement , 1998, Elsevier − Haan, J. de & Steyaert, J; ICT en samenleving, De sociale dimensie van technologie, Boom, Amsterdam, 2003 − Hortulanus, R.P.; Wie is mijn naaste, ’s-Gravenhage, 2000 − Kremers, M.; Buurtgericht werken, Sittard, 1987 − Kuijper, E.R., Communicatieplan De Noaberschapsbank, Equal project nr G0014, Brekend Vaatwerk Amsterdam, 2002 − Kuijper, E.R., Wateringseveld, Web in de wijk, Brekend Vaatwerk, Amsterdam mei 2002 − Laura ; Bouwhandleiding Naoberschapsbank; 2003 − Lieshout, H. van, Hesemans, L., Van der Maarel, J., ICT in de sociale sector. Een agenda voor de toekomst, Fontys, Eindhoven, 2002 − Lugt, R. de; Methodiek en ICT Vinex, januari 2003 − Penninx, Kees; De buurt voor alle leeftijden, NIZW, Utrecht, 1999 − Raspe, Drs. A. Drs. J. Vanschoren, Drs. G. van Hooijdonk; De kracht van de lokale samenleving, Februari 2002, Verwey-Jonker Instituut − Reader: Externe opdracht 4e jaar CMV, MWD, SJD, SPH, Hogeschool van Amsterdam, periode 2002-2003 − Riet, N. van ; Groepswerk in het maatschappelijk werk, ISBN 90 255 0085 4, Assen, 1997 − Valk, L. van der; Reader: Voorbereiding Externe opdracht 4e jaar CMV, MWD, SJD, SPH, Hogeschool van Amsterdam, periode 2002-2003 − Seniorweb, Handboek ‘Opzet, organisatie en exploitatie ICT-leercentrum’, Stichting Seniorweb, Utrecht, 2001 Internetsites www.naoberschapsbank.nl www.wateringseveld.org www.bargeres.org www.buurt-online.nl www.rietlaan.nl www.yasmina.nl www.kenniswijk.nl www.ideewijk.nl www.welzijnversterkt.nl www.computerclubhuis.org www.plaats.nl www.nizw.nl
www.seniorweb.nl www.wgtrans.nl www.ziezozelfhulp.nl www.trimbos.nl www.recovery.org www.parnassia.nl http://oude.dse.nl/~zelfhulp/krant/eetprob.html www.ex6.nl www.anonieme-dokters.nl www.mentalhelp.net/selfhelp/ www.zelfhulp.be
53
Bijlagen Een aantal sites nader bekeken. Bouwinstructie voor de bouwdoos van de Naoberschapsbank. Vragenlijsten zoals deze door stichting Boog zijn opgesteld en gebruikt tijdens onderzoek in de wijk. Een aantal sites nader bekeken Voor de deskresearch hebben we een groot aantal internetsites bezocht. We hebben daarbij vooral gelet op de lay-out, de gebruiksmogelijkheden en de werkbaarheid. Ziet een site er mooi uit? Zou hij bruikbaar zijn voor de doelgroep? Is hij prettig leesbaar? (duidelijk lettertype, contrast tussen letters en achtergrond, etc.) Belangrijk is ook dat je je er welkom voelt, een huiselijke sfeer uitstraalt en dat je er iets mee kan, dus interactief is. We hebben de volgende sites aan een nadere analyse onderworpen: Oosterparkbuurt: www.buurt-online.nl/amsterdam/oosterparkbuurt Dit is een onderdeel van buurtonline, een landelijk netwerk. Ik heb een aantal keren deze site bezocht, maar er is in die tussentijd weinig veranderd. Er werden een aantal bijeenkomsten aangekondigd die al een paar maanden geleden hadden plaatsgevonden. Zo was er ruim aandacht voor de onthulling van het slavernijmonument, een half jaar geleden. De site bestaat uit een centraal deel, waarin aankondigingen en nieuws uit de buurt. Langs de randen aan weerszijden zijn links ondergebracht in categorieën. Afgezien van het feit dat de site niet wordt bijgehouden en daarom niet interessant is en de links ook verouderd zijn, is de site niet uitnodigend. Er valt niets interactiefs te beleven, behalve de centrale pagina met de links is er niets op de site te vinden. De link van heel Amsterdam, www.buurt-online.nl/amsterdam, is in ieder geval meer up-todate, maar heeft de zelfde nadelen als de oosterparksite. Heel veel informatie op een hele lange centrale pagina, erg onoverzichtelijk. Rietlaan (IJburg): www.rietlaan.nl Dit is een site voor nieuwe bewoners van IJburg. Rietlaan is de eerste straat waar de huizen worden opgeleverd. Het is mogelijk om in te loggen als je een huis gaat kopen of nieuwe bewoner van IJburg bent. Er zijn diverse pagina’s waar mensen ook zelf foto’s en informatie kunnen plaatsen. Ook is er een forumpagina, waar mensen commentaar en informatie kunnen plaatsen. Op dit moment is er een hevige discussie gaande over wel of geen breedband internet in IJburg, waarbij diverse (toekomstige) bewoners suggesties en verslag doen van contacten met diverse instanties zoals KPN, gemeente en ICT bedrijven over de mogelijkheden. Dit alles heef geresulteerd in een soort actie site, internetop.ijburglaan.nl, waarin mensen zich kunnen organiseren die breedband internet op IJburg willen. Verder is er veel informatie over winkels, scholen en andere voorzieningen met goed werkende links naar deze instellingen en is het mogelijk om advertenties te plaatsen (bijvoorbeeld de glazenwasser en de tuinarchitect). In het voorbijgaan kwamen we ook nog de internetsite, www.cadat.nl, van een lokale politicus tegen van het stadsdeel Zeeburg. Hij heeft een prijs gewonnen voor de beste site van een lokale politicus. Deze site ziet er mooi uit, bestaat centraal uit een dagboek. Het is mogelijk om te chatten (als hij zelf aanwezig is), er is een webcam en er zijn diverse links.
54
Oase: www.steunpuntwonen.nl/oase De Oase is ontstaan als buurtcentrum in de Vrolikstraat nadat er door verloedering en de moord op een meisje vanuit de buurt de noodzaak werd gevonden om zichzelf te organiseren. In de tijd van ontstaan was de Vrolikstraat de meest beruchte straat in Oost: slechte woningen, veel criminaliteit, burenoverlast, zwerfvuil en weinig sociale samenhang. Een aantal buurtbewoners hebben samen met hulp van de lokale overheid en de woningbouwvereniging een buurtcentrum opgericht om dit aan te pakken. Sindsdien is er van alles gebeurd. Er is veel gerenoveerd, gesloopt en herbouwd. Nadat de opknapbeurt was voltooid is er een buurtfeest georganiseerd met een diner in de straat. Ook de toenmalige burgemeester was uitgenodigd. De laatste tijd is het wat stil rond dit centrum. Elke maand wordt er een maaltijd georganiseerd voor vluchtelingen die in de wijk wonen en er is een gereedschapsuitleen. Mensen kunnen als ze lid zijn gereedschap lenen tegen een schappelijke prijs. Ook is het zaaltje te huur. De internetsite vertoont het meest over het verleden van het buurtcentrum. Er staan veel foto’s op van het buurtfeest en er wordt wat reclame gemaakt voor de nog steeds lopende projecten en het boek wat over de Vrolikstraat is verschenen. Tekenend voor het verval is de datum van de site: laatst gewijzigd: 26-2-2001 Yasmina: www.yasmina.nl Van heel andere orde is Yasmina.Deze site is speciaal bedoeld voor Marokkaanse jongeren in Nederland. De homepage begint met een grote banner die oproept voor een demonstratie tegen de oorlog tegen Irak. Verder de gebruikelijke links en plaatjes die verwijzen naar andere onderwerpen. Een gedeelte van de site is openbaar, voor een deel moet je inloggen. Bij het inloggen wordt je gevraagd naar je (Marokkaanse) plaats van oorsprong. Er is een voor iedereen openbaar forum, waarin allerlei zaken worden bediscussieerd (o.a. het dragen van hoofddoekjes). Het is mogelijk te chatten (eerst inloggen). Verder nog dating, gedichten, mode, islam en een column. Voor de doelgroep (Marokkaanse jongeren) lijkt het me een interessante en leuke site. Er is informatie te vinden, de site is duidelijk en interactief en voldoet aan een behoefte. Goed leesbaar en met een goede professionele vormgeving en uitstraling. BSCW Als voorbeeld hoe het niet moet wil ik de BSCW site van HvA kort bespreken. We werken er nu een tijdje mee met de projectgroep en ik zal hier mijn mening hierover geven. De site ziet er allereerst erg saai uit, maar dat is voor een studentensite niet verkeerd, je wordt niet afgeleid door niet ter zake doende afbeeldingen en reclame. Storend is echter de willekeurige verdeling tussen onduidelijke icoontjes en rolmenu’s die soms gedeeltelijk buiten de pagina vallen. Er zitten ongelofelijk veel mogelijkheden op, zo veel dat er ook voor studenten maar een fractie van benut zal worden. Door de veelheid van mogelijkheden zijn de bruikbare en te gebruiken opties zeer moeilijk terug te vinden. Afgezien van de onduidelijke icoontjes zijn de rolmenu’s en overige scherminfo goed leesbaar, het contrast tussen letters en achtergrond is voldoende. Kwalijk is echter dat de bereikbaarheid van BSCW niet betrouwbaar is. Kenniswijk: www.kenniswijk.nl Kenniswijk is gestart in 2001 als experiment van de landelijke overheid waarbij via inschrijving de keus viel op een paar wijken in Eindhoven en Helmond. Het is dus een
55
experimenteeromgeving waar nieuwe ICT-diensten op een realistische manier kunnen worden getest. Wat meteen opviel tijdens het bezoeken van de site is het bijna onleesbaar kleine lettertype, wat in eerste instantie niet te vergroten was. Na heel veel zoeken vond ik uiteindelijk een rolmenu met wijkinfo de prikborden van de wijkhoek. Hierop bleek per wijk bijna precies het zelfde te staan, n.l. “Op dit prikbord komen alle activiteiten te staan van Kenniswijkhoek
in Eindhoven met het adres en verder niets! Als dat project al een jaar bestaat lijkt het dus weinig aan te slaan. Ik kan een aantal redenen bedenken waarom: Het rolmenu (en de rest van de site) is niet makkelijk te vinden of overzichtelijk De site ziet er niet erg uitnodigend uit (saai, kleurloos) Je hebt een vergrootglas nodig of kennis over browserinstellingen Voor bewoners van de wijk is het mogelijk een inlognaam te krijgen. Dit kan alleen als je in de wijk woont (postcodecheck) , daarom weet ik niet wat je dan te zien krijgt, maar het beloofd niet veel, gezien de rest van de site. Buurtonline: www.buurtonline.nl Een overzichtelijke goed werkzame site waar je de openingspagina je postcode moet invullen en dan doorgestuurd wordt naar de opties bij jou in de omgeving. Hiermee is deze site voor heel Nederland dus bruikbaar. Dit maakt hem echter toch ook wat algemeen. Ook de foto pagina bestaat gewoon uit wat monumentale panden en gebouwen uit de omgeving. Er is ook geen mogelijkheid tot chatten. Samenvattend, hoewel goed werkbaar, qua sfeer en huiselijkheid niet erg uitnodigend. De Plaats: www.plaats.nl Hoewel makkelijk te gebruiken, is het gewoon een soort VVV-kantoor on-line. Bovendien nog in aanbouw. De advertentie-site is bijvoorbeeld nog ‘under repair’. Voor een ingezetene van Amsterdam zijn de agenda’s en adressenlijsten handig. Maar van een persoonlijke touch is geen enkele sprake, en sluit daarom totaal niet aan bij wat wij als werkgroep voor ogen hebben.
56
Bouwhandleiding Binnenkomst 1. 2.
3.
Klik op het blauwe vierkant, zo komt u in de bouwsite Bent u hier nog niet eerder geweest? U krijgt een scherm waarin om uw e-mail-adres wordt gevraagd (vul hierbij uw eigen e-mail in) en om uw wachtwoord > Hoe krijgt u een wachtwoord? Mail het wachtwoord dat u wilt (geen spaties, geen leestekens) naar [email protected]. > U ontvangt dan een bevestiging en daarna kunt u gaan bouwen > Klik op: ‘ik wil me bekend maken’ > Vul het e-mail adres in. Dan het wachtwoord en eventueel onthouden > Klik op: ‘login’ > Dan staat er dat u nu gekoppeld bent met de computer > Klik op: ‘dan nu de bouwsite ingaan’ Dan kunt u nu gaan bouwen!
Aanmaken fotoboek 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
14. 15.
16. 17. 18.
Kies tussen: tijdschrift, logboek, gastenboek of fotoboek Kies door te klikken op de kleine driehoekjes naar boven en beneden Kies deze keer voor : ‘fotoboek’ Kies dan tussen: aanmaken, redactieteam, verwijderen, statistieken, publiciteit maken en aanpassen Kies deze keer voor: ‘aanmaken’ Klik op ‘start’ Kies een titel. Deze titel ziet u de volgende keer dat u het systeem binnenkomt op uw lijst met publicaties Geef een omschrijving Klik op: ‘verder’ Kies tussen de linker of de rechter vorm van een fotoboek door 1 van de 2 witte rondjes aan te klikken. Het linker fotoboek bestaat uit kleine fotootjes (2,5 x 2 cm) die groter worden als je er op klikt, een voorbeeld is te zien op www.bargeres.org/brinkbrigade. Het rechter fotoboek bestaat uit grote foto’s (12cm x 16 cm), een voorbeeld hiervan is www.bargeres.org/15mei2002 Klik op ‘verder’ U krijgt nu de mogelijkheid om een ‘stijl’ te kiezen: het uiterlijk van uw site. Bekijk de verschillende stijlen door te klikken op de driehoekjes links en rechts van het titelbalkje (boven de drie plaatjes). Ziet u de stijl die u bevalt? Klik dan op: ‘verder’. (U kunt later alsnog voor een andere stijl kiezen of er een naar uw eigen smaak aanpassen) Kies een url: http://www.bargeres.org/ …… Dit wordt uw webadres. Deze kunt u doorgeven aan iedereen die u de site wilt laten zien. U kunt hem ook doorgeven op www.bargeres.org, daar wordt dan een link naar uw site gemaakt Klik op: ‘verder’. Dan ziet u het adres: “hoera, het is geaccepteerd!” Zo, nee dan moet u een nieuw adres . Klik op: ‘verder’ Klaar! U heeft een website. U bent bouwer!
Redactie fotoboek U wordt redacteur 19. Klik op: ‘nieuwe map’. Vul een titel en een intro in. (Deze titel en intro komen rechtstreeks in uw site te staan). Klik op: ‘invoeren’. Uw tekst staat nu op de site 20. Klik op: ‘fotoboek bewerken’ om een foto in yoeren 21. Klik op het grijze vierkant met het witte kruis onder de titel en de intro 22. U moet 3 dingen invullen: titel, omschrijving en plaatje 23. Klik op: ‘bladeren’. Kies een foto/afbeelding die in de computer is opgeslagen. Dubbelklik of klik op openen: de foto is nu geselecteerd 24. U kunt ook foto’s van internet halen: klik op de foto met de rechtermuisknop > afbeelding opslaan als > vul een naam in > opslaan 25. Vul een titel voor de foto in en een omschrijving. De omschrijving komt onder de foto te staan. De titel is pas te zien als er op de foto geklikt wordt 26. Klik op: ‘invoeren’. Voer eventueel meer foto’s in 27. Klik op: ‘klaar /invoeren’. (Onder de titel en de intro)
57
Nieuwe linklijst maken 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37.
Klik op: ‘nieuwe linklijst’ Vul de titel in, en klik op ‘invoeren’ U ziet de titel in de pagina met daaronder ‘verander linklijst’ Klik op: ‘verander linklijst’ U kunt bovenaan eventueel de naam van de linklijst veranderen Daaronder staat: ‘url’. Vul daar het webadres in van de site waarnaar u wilt verwijzen Daaronder staat: ‘omschrijving’. Onder deze naam staat de link op uw site Klik op: ‘toevoegen’, als u een nieuw adres hebt ingevoerd, anders wordt de wijziging niet doorgevoerd Automatisch ontstaat de mogelijkheid om nog een adres in te vullen Heeft u alle links ingevoerd? Klik op: ‘klaar’. U bent redacteur!
Aanpassen 38. Ga weer naar De Naoberschapsbank en klik weer op het blauwe vierkant: U ziet nu de namen van alle sites die u gemaakt heeft 39. Kies: ‘fotoboek’, ‘aanpassen’ en klik op ‘start’ 40. Kies de naam van de site die u wilt aanpassen 41. U ziet weer de titel en de omschrijving, pas eventueel aan en klik dan op ‘verder’. 42. Wissel eventueel van vorm en klik: op ‘verder’ 43. U ziet op de pagina de stijl die u had gekozen 44. Kies eventueel een andere stijl met de pijltjes naar links en rechts te klikken. 45. Wilt u zelf een stijl maken? A > Kies de stijl die er het meeste op lijkt en klik op: ‘Maak nieuwe stijl’ B > Vul de naam van uw stijl in onder ‘nieuwe naam’ en klik op: ‘OK’ C > U ziet nu ‘Privé’ en dan de naam van uw stijl in de titelbalk staan, de voorbeelden eronder zien er nog uit als de stijl waarvanuit u gaat aanpassen. D > Klik op: ‘verander stijl’. E > Er staat: ‘selecteer element in …’. Daarachter staan 2 menu’s F > In de linker staan alle teksten die u kunt aanpassen, in de rechter staan alle afbeeldingen die u kunt aanpassen G > We beginnen met de tekst. Kies het tekst-element dat u wilt veranderen, door op het pijltje te klikken en bijvoorbeeld ‘links’ te kiezen (staat helemaal onderaan in het menu) H > Kies een lettersoort, een lettergrootte en een lettergewicht I > Kies een tekstkleur door op één van de kleine gekleurde vierkantjes te klikken J > Kies eventueel een letterstijl en/of een letterdecoratie en een achtergrondkleur K > Klik op: ‘aanpassen’. Als het goed is zijn uw veranderingen blijven staan. Is dit niet het geval? Herhaal dan stap H t/m K L > U kunt ook de afbeeldingen aanpassen. Kies het element dat u wilt veranderen, bijvoorbeeld: ‘image: logo’ M > U moet 3 dingen invullen: titel, omschrijving en plaatje N > Klik op: ‘bladeren’. Kies een foto/afbeelding die in computer is opgeslagen. Dubbelklik of klik op openen: de foto is nu geselecteerd O > U kunt ook foto’s van internet halen: klik op de foto met de rechtermuisknop > afbeelding opslaan als > vul een naam in > opslaan P > Vul eventueel een titel voor de foto in en een omschrijving Q > Klik op: ‘invoeren’ en als u alle gewenste elementen heeft veranderd op : ‘klaar’ 46. Klik op: ‘Verder’ 47. U ziet fotoboek, interne links: een lijstje van 5 48. Op dit moment staat het woord: ‘geen’ in het blauwe vlakje. Klik dop: ‘geen’ en u ziet een lijst met uw sites. Kies degene, waarnaar u in uw site wilt verwijzen. Typ in het witte vlak de naam waaronder u wilt dat deze link te zien is. Deze links komen bovenaan de pagina te staan. De externe links, naar sites die niet van uzelf zijn, staan rechts op uw website. (Deze kunt u op uw site veranderen.) Klik op ‘verder’ 49. Klaar! Uw fotoboek is aangepast en te vinden op http://www.bargeres.org/…… Klik hierop om het resultaat te zien
58
Vragenlijst ICT Vinex bestaande instanties nr 2 Deze lijst is voor bestaande instanties zonder website. Organisatie of groep Naam Adres E-mail Telefoon Gegevens geinterviewde Naam Adres E-mail
gespreksdatum: Wijk:
Telefoon:
Contacten met medebewoners Hoe komt u te weten wat er in de buurt/ in de wijk gebeurt? Als u iets wilt uitwisselen met uw buurt/wijk genoten hoe pakt u dat aan? Met welke groep(en) mensen heeft u in de buurt en in de wijk het meest contact? Vindt u dat voldoende? Activiteiten op wijkniveau Bent u actief betrokken bij de wijk? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, zou u activiteiten voor de wijk willen helpen ontwikkelen en organiseren? 6 Aan welke activiteiten denkt u zoal? 7 Vindt u dat er genoeg in de wijk wordt georganiseerd? Wat mist u? Computergebruik en internet gebruik Gebruikt u internet? Hoe vaak? Waar gebruikt u internet nu voor? • Informatie • e-mail Wat zou u graag per internet willen doen. Waar zou internet een oplossing voor kunnen zijn? Kent u sites uit de buurt of uit de wijk of van elders die u mooi vindt en waarom? Wat onderdelen vindt u interessant en klikt u op die sites aan? Inbreng in een wijkwebsite Welke onderwerpen, vraagstukken en activiteiten zoekt u op een wijksite? Zou u willen meewerken aan de site? Inhoudelijk/techniek? Onderwerpen? Wat vindt u dat een wijkgerichte site moet inhouden: • Informeren: • Organiseren • Communicatie 25. Heeft u nog vragen en opmerkingen? Tenslotte: wilt u op de hoogte gehouden worden van de verdere ontwikkeling van de website?
59
Vragenlijst ICT Vinex bestaande groepen nr 3 Deze lijst is voor bestaande buurtgroepen zonder website. Organisatie of groep Naam Adres E-mail Telefoon
gespreksdatum: Wijk:
Gegevens geinterviewde Naam Adres E-mail
Telefoon:
Hoe verspreid u het nieuws van uw organisatie?
Hoe komt u aan nieuws over de wijk? Hoe
Is er behoefte aan een directe vorm van berichtgeving?
Wat
60
Vragenlijst losse bewoners nr 5 Deze lijst is voor Losse bewoners in de wijk Gegevens van geinterviewde Naam Adres E-mail Telefoon
gespreksdatum: Wijk:
Hoe krijgt u informatie uit de wijk? Hoe krijgt u nieuws uit de wijk? Doet u mee aan activiteiten in de wijk? Wat zou u zelf graag in de wijk willen doen? Hoe wilt u dat gaan doen? Wat kunt u daar zelf aan bijdragen? Wat heeft u daarbij van anderen nodig? Welke middelen denkt u daarbij nodig te hebben? Wat kan een website hierbij betekenen? Wilt u met een website alleen iets bekend maken / laten zien? Wilt u daarmee anderen erbij betrekken? Wilt u ze laten meedoen? Wat kunnen ze dan doen?
Vooral doorvragen op wat mensen nu echt bewegen / willen; wat is hun echte drive? Valkuilen • Voorkomen dat het een klachtengesprek wordt; dan onmiddellijk doorverwijzen dus! Daarvoor een verwijzingslijst hebben. • Voorkomen dat het gesprek erg lang gaat duren; als afronding enkele standaardzinnen voorhanden hebben. Afronding van het gesprek Altijd een vervolgafspraak maken in de vorm van: • Voor een bijeenkomst met uitleg over het project • Workshop over het direct bouwen van een website / pagina • Gesprek om een wens / idee verder uit te werken Gereedschapskist bij het gesprek Om tijdens deze gesprekken genoeg antwoorden te hebben is deze kist gevuld met: • Antwoorden op eventuele ja-maren die geopperd worden • Voorbeelden van andere vergelijkbare websites • Voorbeelden van succesvolle groepen ontstaan uit een website
61