We’re looking for people who believe this is the best place to dump four million plastic detergent bottles.
Ja, het uitzicht is adembenemend. Maar denk even verder. En vraag je af wat je voor Yellowstone Park zou kunnen betekenen met meer dan vier miljoen lege wasmiddelflessen. Wij hebben er wandelpaden van gemaakt. Ontwikkel jij ook creatieve oplossingen waar anderen alleen problemen zien? Dan krijg je van ons wat je nodig hebt voor een mooie carrière bij Unilever. Op www.unilever.nl/werken lees je meer.
Redactioneel
BK TRENDS Jaargang 19, nr. 2, december 2005 Oplage 2.600 exemplaren BKtrends is een uitgave van studievereniging Stress, in samenwerking met de vereniging van afgestudeerde bedrijfskundigen Bekader en de faculteit voor Bedrijf, Bestuur en Technologie van de Universiteit Twente. BKtrends verschijnt vijf maal per jaar.
Nieuwigheid
colofon
Voorzitter C.S. Titulaer Hoofdredacteur M. Groote Schaarsberg Penningmeester M.W. Titulaer
Opmaak J. van Hengel, R.D. Koman, M.W. Titulaer Acquisitie C.G. van Diest, H.J. Pol
Redactie I.K. Barge, P. van Brakel, K.G.W. van Ewijk, C.R.M. Garritsen, M.J. van Geenhuizen, M. Groote Schaarsberg, M.A. Hagen, R.D. Koman, G.J. MacLean, S.R.S. Rahmee, M.S.A. Spek, C.S. Titulaer, M.W. Titulaer, C.M. Visser Bijdrage redactie S.R. Jansen, L.M.L. Knoers, M. Oosterbaan, G. Weijman Eindredactie J.W. Dijkshoorn, M. Groote Schaarsberg, S.R. Jansen, M.A. Koster, C.S. Titulaer
Gastschrijvers M.R. Bekking, L.H.M. Knot, M.R.R. Ossewaarde Columnist P. Serieusgeboren
Drukker Printec Offset, Kassel (Duitsland)
Abonnementen De prijs van een jaarabonnement op BKtrends bedraagt € 13,50 (€ 6,75 voor studenten). Stress- en Bekaderleden en medewerkers van de faculteit verkrijgen automatisch een abonnement op BKtrends.
Redactieadres BKtrends, Het bedrijfskundig magazine van de Universiteit Twente, De Spiegel, Stresskamer Postbus 217, 7500 AE Enschede Tel.: 053-489 35 27 Fax: 053-489 55 27 E-mail:
[email protected] Bank: Rabobank Enschede, 12.96.82.276
Adverteerders Unilever, ProRail, Boston Consulting Group, Belastingdienst Centrum voor ICT, Optiver, ING, Rabobank, PriceWaterhouseCoopers ISSN 0927-8206 © 2005 BKtrends
Nieuw; dat voelt altijd zo goed. Nieuw, schoon beddengoed, dat slaapt toch het lekkerst. Die karakteristieke geur van een nieuwe auto. Met je nieuwste mp3-speler -het liefst zo eentje die je niet aan durft te raken, omdat hij zo dun is als je bankpasje– voel je je toch wel heel erg fancy. Er komt zelfs een nieuw paard van Sinterklaas! De wereld drijft op nieuwigheid. Dat er in Frankrijk aan de lopende band auto’s in lichterlaaie werden gezet, daar zullen Citroën en Peugeot niet wakker van liggen. Nieuwe producten worden alsmaar sneller geïntroduceerd. Je hebt net je computer goed en wel aan het draaien en de opvolger staat alweer in de etalage te glimmen. Tijdens het maken van deze kersverse editie is ook van alles vernieuwd. De vereniging heeft een nieuw bestuur. De commissie die dit blad in elkaar draait heeft een nieuwe penningmeester en hoofdredacteur en bovendien nieuwe, voornamelijk vrouwelijke, commissieleden. Onze nieuwe kleurenlaserprinter is eveneens hartelijk ontvangen; nieuwer, sneller, dat hadden we nodig! Het lijkt wel alsof we móeten blijven vernieuwen. Het blad staat er ook weer bol van: de nieuwe zorgverzekering, nieuwe alternatieve brandstoffen, een nieuwe columnist en een artikel van de nieuwe voorzitter van Stress. Maar niet elk ‘nieuw iets’ is zo plezierig. Zo kwam men er eindelijk achter dat de onderwijsvernieuwing van een paar jaar geleden toch niet zo goed bevalt. De scholier heeft geen boodschap aan de Tweede Fase en in het hoger onderwijs weten ze ook niet wat ze met de nieuwe studenten aanmoeten. Maar, het blijft als een paal boven water staan: ‘nieuw verkoopt’. Daarom kunnen wij ook niets anders doen dan de lezer veel plezier toewensen met deze nieuwe BKtrends.
Mirjam Groote Schaarsberg Hoofdredacteur
Coen Titulaer Voorzitter
BKTRENDS december 2005 3
BK TRENDS Topper Hans Wiegel Tot op heden zijn er nog maar drie mensen in de Nederlandse politieke geschiedenis geweest die een nacht naar zich vernoemd hebben gekregen. Hans Wiegel is er één van. Wat is het verhaal achter de man die zó actief was tijdens zijn studententijd dat hij geen diploma nodig heeft gehad om te slagen in het leven?
6 Studentenactivisme
BKTRENDS december 2005
10
4
Studentenactivisme zou van belang zijn voor je zelfontplooiing en bovendien onmisbaar op je cv. Maar is actief zijn tijdens je studentenleven wel zo belangrijk voor je toekomst? Of is dit veelgebruikte argument slechts een middel om de bestuursfuncties en commissies vol te praten?
Bekader-Info
25
Evert Santegoeds
26 29
5
Van de voorzitter
6 10 14
Toppers
Alumni
Nieuwe zorgstelsel
18
Column
De Verdieping
20 22
Stresspagina's
Studentenactivisme
Brandstofprobleem
Uitgelicht
De nieuwe voorzitter De Eindstreep
30 34 37 38
Van de o
ud-voor
zitter
Afgetre den als voorzitt waard. er van Vaak is he mij gev zeker e raagd o t Stressbestuu n daar r. Wat g f er dit wil ik d a j an ook graag o aar dingen ber at het jaar sn Er zijn el, maa p eikt zij terugbli al jaren rw n waar kken. lang pla bij het ik trots op at is het de m n woord g nen om oeite ben. Die ev e van de zijn er Raad va oegd. In de R en Raad van A zeer v d n A hebbe v Raboba nk Ensc Bestuur van D n de vo ies (RvA) in te SM, ing lgende hede-H v zoeksin o eren bij . G. Gr aaksber mensen stituut Stress. otenh gen, zitt IGS oud-rec Inmidde tor mag , gelieerd aan prof. dr. W. v uis MBA, alge ing genomen: m a ir. J. Do ls is de daad n d n eerste if e e e ic R n f o u a s d s c s ir u u en oudpper, o bij ud-lid voorzitt lteit Bedrijf, B m, wetenscha ecteur van de gesprok eenkomst met ppelijk er van estuur Coöper en over de RvA h d e atieve e ir n t Colleg e T heeft a de stra c e t c e h u nolo r van h e tegie va l et o n Stress plaatsgevonde van Bestuur v gie en prof. d Sinds d an de U r. F.A. v ndern. Hier . it jaar niversit an Vugh is, beha kent St de jare eit Twe ress na lve ove n wil be nte. De t, melijk r allerle reiken. mee ve e en Stra i trends Ik ben e rder ku tegisch , ook nn rg plan ge Plan. H maakt e en. In dit plan blij dat er ee ie r in staat n visie n daarn worden te ontw beschre op aast ga ikkelen ven wa at Stres twee specifiek papier staat . t St waar oo s haar le e proje k bestu ress de komen c d t e e n genoe n moge Als ik n ren in d lijkhede md: er aa e toeko wordt e n biede bezig b r mezelf kijk, m st e n n en gew heb ik d om bew ees it jaar ust hun promotieHet is g erg vee c eweldig t met die ont o mpeten l ge wik d ken we ties lke com at het vanaf n keling. Dat is leerd. Maar ik petentie u moge wel iet k bepaald a n h e la li s s j d a e perio de te m je wilt ontwik k is om aan he at ik gemist h s niet zeggen eb tijde kelen, t begin d eten wa o v ns mijn at ik bewúst m t a je bere n een c Bij een er verv b ikt heb estuurs o o afscheid m lg m e ns issieper t. Erg h jaar. mee wij ho iode te andig b mee aan de sla als Best ren natuurlijk bekijij g b t ij e zou dit uur van v d g o e a o a nodige rbeeld be St bedan een soll n en om na ee Bestuur stuursjaar abs ress hebben s icitatie n amenge kjes. Vanaf de oluut g 2006 uit gesprek een suc werkt, ze plaa spreken . c o t s e n s gewor tzetten en ze n w d bedan il ik dan ook amens d mijn be en zijn! Ook iederee ken. Zo w s n waarnder al t il uur hee Prettige ik bij d d l veel s eze me e kerstda z e mijn ve ucces t n sen gen en ken! rtr oewens een gelu en met ouwen in het kkig nie hun bes uwjaar! tuursja Tot in d Met vrie ar. e colleg ndelijke ebangroet,
Juul Ja spers Voorzit ter Bes tuur
2005
BKTRENDS december 2005
BKtrends bedankt Bestuur 2005!
5
Toppers
Gesjeesd student, maar Interview met Hans Wiegel Door Karin van Ewijk & Sharon Rahmee
Tot op heden zijn er nog maar drie mensen in de Nederlandse politieke geschiedenis geweest die een nacht naar zich vernoemd hebben gekregen. Hans Wiegel is er één van. Hij was fractievoorzitter, minister van Binnenlandse Zaken, Commissaris van de Koningin in Friesland en lid van de Eerste Kamer. Momenteel is Wiegel voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland en actief in diverse commissariaten. Wat is het verhaal achter de man die zó actief was tijdens zijn studententijd dat hij geen diploma nodig heeft gehad om te slagen in het leven? BKtrends sprak met hem in Hotel des Indes in Den Haag.
Hans Wiegel is geboren op 16 juli 1941, in de oorlog dus. “Ik ben na mijn examen in 1959 naar Amsterdam gegaan, daar heb ik eerst rechten en vervolgens politieke wetenschappen gestudeerd. Ik ben uiteindelijk gestopt met rechten, omdat ik het ontzettend saai vond.” Naar eigen zeggen had hij het beter wel kunnen blijven doen. “Dan was ik na vijf of zes jaar wel afgestudeerd. Ik ben toen echter omgezwaaid naar politieke wetenschappen, omdat ik dat toch aardiger vond.” Daar is hij een fiks aantal jaren mee bezig geweest. “Mede omdat ik in 1961 lid van de Jongeren Organisatie ‘Vrijheid en Democratie’ (JOVD) geworden was, daarna in het bestuur en vervolgens in het hoofdbestuur kwam, alwaar ik voorzitter ben geworden. Dat kostte erg veel tijd. Uiteindelijk ben ik op mijn vijfentwintigste lid geworden van de Tweede Kamer.” Als jongste ooit, want dat was toentertijd de minimumleeftijd.
BKTRENDS december 2005
Toch heeft Wiegel er over nagedacht om nog even door te gaan met zijn studie en pas daarna de
6
Kamer in te gaan. “Maar een dergelijk Kamerlidmaatschap is één keer in de vier jaar. Het is een soort trein die langskomt en stopt op het perron. Je kunt dan kiezen om in te stappen of niet, maar je weet niet of die trein over vier
“Ik wacht op een eredoctoraat. Dit is dus bij deze een sollicitatie!” jaar nog een keer langskomt. Voor mij was het dus een gok. Ik weet nog wel dat in het parlement toen freule Wttwaal van Stoetwegen (spreek uit: Utewaal van Stoetwegen, red.) zat, ook wel tante Bob genoemd, een fantastisch gek mens. Toen ik daar in die kamerbankjes zat op mijn vijfentwintigste zei ze tegen mij: ‘Jongen, weet je wel waar je aan begint? Want je hebt de kans over vier jaar zowel gesjeesd Kamerlid als gesjeesd student te zijn.’ Daar had ze natuurlijk helemaal gelijk
in.” Eerst dacht Wiegel dat zijn studie en Kamerlidmaatschap wel samen konden gaan. “Maar ik moest echt gaan kiezen. Ik heb toen de knop omgezet en ben voor het Kamerlidmaatschap gegaan.” Wiegel heeft zijn studie nooit afgerond en heeft dus ook geen diploma. “Ik heb daar absoluut nooit spijt van gehad. Maar dat kan ik makkelijk zeggen, omdat ik na vier jaar Kamerlid te zijn geweest op mijn negenentwintigste al fractievoorzitter werd van mijn partij, de VVD. In de fractie zaten allemaal mensen van veertig à vijftig jaar. Ook eentje van 68, een gepensioneerde schoutbij-nacht, die als jong marineman nog mee had gedaan aan de invasie van Normandië. Hij was de doorslaggevende factor in de beslissing om mij te kiezen. Hij zei namelijk dat hij wel hield van een jonge kapitein op de brug.” Wiegel heeft nooit meer overwogen om zijn studie weer op te pakken. “Ik wacht op een eredoctoraat. Dit is dus bij deze een sollicitatie!” In vergelijking met Wiegels studententijd is de huidige situatie van studenten veel schoolser. “Vroeger deed je soms helemaal niets, omdat het totaal niet schools was.” Veel meer studenten hebben nu een bijbaan. “Er staat natuurlijk wat meer druk op, maar mijn kinderen zijn een jaar of wat geleden afgestudeerd in
geen gesjeesd Kamerlid
Groningen en die hebben een fantastische tijd gehad. Mijn zoon heeft er iets langer over gedaan dan mijn dochter. Meisjes zijn toch altijd veel ijveriger dan die kerels.” Wiegel heeft nooit moeite gehad met de langere studietijd. “Het is een van de mooiste tijden in je leven, je moet er wel wat van maken en niet alleen in die verrekte boeken zitten kijken. Je moet namelijk ook een beetje genieten. De druk is ongetwijfeld toegenomen, maar voor zover ik die jongelui in Groningen heb meegemaakt, hadden ze tijd zat om leuke dingen te doen. Je moet het alleen een beetje efficiënt inrichten. Als je een fijne studietijd achter de rug hebt, kijk je daar je hele leven met plezier op terug.” Politieke carrière Politiek is eigenlijk altijd de hartstocht van Wiegel geweest. “Mijn moeder wist zich nog te herinne-
ren dat toen ik negen jaar was, ik tegen een meisje bij mij in de klas heb gezegd: ‘Later ga ik met jou trouwen en dan word ik burgemeester.’ ” Zijn echte interesse in de politiek kwam eigenlijk op de middelbare school. “Daar had ik een geschiedenisleraar, die prachtig kon vertellen. Door hem was ik eerst van plan óf leraar geschiedenis, óf journalist te worden. Deze gebieden liggen niet heel ver van de politiek af. Uiteindelijk ben ik daar terechtgekomen. Echter, toen ik ging studeren en lid van de JOVD werd, had ik niet in mijn hoofd dat ik lid van de Tweede Kamer zou worden. Dat is gewoon op mijn pad gekomen.” Politiek is een groot deel van zijn leven. “Ik vond het altijd fantastisch en ik heb daarna eigenlijk altijd dingen gedaan die er iets mee te maken hadden.” Voorzitterschap Of het nu een Raad van Commissarissen is of het bestuur van de JOVD, Wiegel is altijd de voorzitter. “Als goede voorzitter moet je in ieder geval een samenbindende figuur zijn. Hij moet van zijn bestuur of wat voor club het ook is, een eenheid zien te maken. Een ander aspect is het creëren van een goede sfeer, zodat iedereen het plezierig vindt in dat bestuur te zitten.” Ook vindt Wiegel de voorzitter een boegbeeld. “Hij moet dus de presentatie naar behoren kunnen doen en ook af en toe een idee aandragen. Maar de samenbinden-
de factor vind ik toch het belangrijkst.” Zelf heeft Wiegel zijn fractievoorzitterschap van de Tweede Kamer als zwaarste voorzitterschap ervaren. “Al die Kamerleden hebben een eigen mening en om ze dan toch bij elkaar te houden is lastig, maar leuk. We hadden altijd ongelooflijk veel plezier.” De hele politiek is nu anders. “Het is heel erg bureaucratisch geworden.” Tegenwoordig hebben alle Kamerleden medewerkers. “Toen ik Kamerlid was, moest je alles in je eentje doen en eigenlijk vond ik dat veel mooier. Je werd gedwongen om overal echt in te duiken.” Ook over het nieuwe Kamergebouw is Wiegel niet enthousiast. “Het is een vreselijk gebouw met allemaal hekken en andere veiligheidsmaatregelen, dit in tegenstelling tot het oude gebouw. Als je iets wilde weten, dan ging je even in de bibliotheek zitten. Daar hadden ze een paar van die luie stoelen waarop een oud-Kamerlid vaak even lekker een tuk kon doen. Dat ging allemaal geweldig! Het was een jolige boel, meer ontspannen en er was meer kameraadschap. De sfeer was geweldig en die is nu weg.” Een mooie nacht De Nacht van Wiegel kan hier natuurlijk niet ontbreken. In deze nacht –de nacht van 18 op 19 mei 1999- verwierp de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot herziening van de Grondwet over de invoering van het correctief referenBKTRENDS december 2005 7
BKTRENDS december 2005
dum. Door een tegenstem van Wiegel kreeg dit voorstel net niet de vereiste tweederde meerderheid. “Ik kijk daarop terug met een heel goed gevoel. De sfeer was toen heel bijzonder, er was echt een geladen stemming.” De avond viel hem zwaar, want er werd veel druk op hem uitgeoefend. Het thuisfront was echter een steun in de rug. “Mijn kinderen, die toen nog in Groningen studeerden, vroegen aan mij wat ik zou gaan doen. Ik zei dat ik tegen zou stemmen, ik ben immers altijd tegen dat referendum geweest. Dus zij zaten rond te vertellen: ‘Mijn vader gaat tegen stemmen!’ Op de radio kwam die dag een bericht dat ik toch voor zou stemmen. Dus mijn zoon ging naar zijn moeder en zei: ‘Wat hoorde ik nou op de radio, gaat hij nog voor stemmen ook? Dan sta ik voor lul!’ ” Dat bericht kreeg Wiegel die nacht nog te horen. “Op een gegeven moment op die avond, verscheen ineens mijn chauffeur in de Eerste Kamer. Hij zei: ‘Meneer, boodschap van mevrouw: poot strak houden, anders komt u er vanavond niet in!’ Het bericht gaf me een goed gevoel, zodat ik dacht: Waarom eigenlijk niet?” Wiegel zegt zich altijd al tegen het referendum te hebben uitgesproken. “Iedereen had het dus kunnen weten.” Hij had nog wel nagedacht over de mogelijke gevolgen en zelfs een kabinetscrisis. “Uiteraard, maar dat is bijzaak. Die crisis kwam ook niet door mij, maar door die D66-
8
ministers die in verwarring waren geraakt. Dat is dus hun zaak, want ook zij hadden het kunnen weten.” Al met al vond Wiegel het een mooie nacht. “Ik heb die nacht maar kort geslapen, omdat we de volgende ochtend om zeven uur gingen verhuizen. Ik werd meteen weer geconfronteerd met het gewone leven.”
“Meneer, boodschap van mevrouw: poot strak houden, anders komt u er vanavond niet in!” Commissariaten Buiten de politiek is Hans Wiegel ook actief. Hij is betrokken bij veel bedrijven via de Raad van Commissarissen. Zo ook in NoordBrabant, waar Wiegel bij zes familiebedrijven actief is. Veel van deze benoemingen kwamen voort uit mond-tot-mondreclame. “Als je daar eenmaal zit, kom je erachter dat het hele bedrijfsleven elkaar kent. ‘Wiegel is mijn commissaris, nou hartstikke leuk,’ zo holt dat gewoon door.” De keuze om op het verzoek van een bedrijf in te gaan, is altijd weloverwogen. “Er komt iemand langs en als het me aanspreekt, dan vraag ik om een paar jaarverslagen. Ik wil ook graag precies weten wat ze doen. Ik kijk
natuurlijk vooral naar de mensen waar ik mee te maken krijg. En als mij dat een prettig gezelschap lijkt, dan ga ik er gewoon voor. Ik ga geen banen aannemen waarvan ik denk bah ik moet er weer naar toe. Dat doe ik gewoon niet meer. Het moet een beetje klikken en dan pas zeg ik toe.” Sinds 1 januari 2004 is in Nederland de code-Tabaksblat ingevoerd. Deze code bestaat onder andere uit een aantal voorschriften, dat er voor moet zorgen dat een bedrijf ‘deugdelijk onderneemt’. Belangenverstrengeling en de hoogte van de ‘gouden handdruk’ komen hierin aan bod. De invoering van deze gedragscode was onontkoombaar. De gevolgen voor bedrijven waren echter groot. “In het begin was je meer bezig met: ‘Hoe gaan we om met de code?’ en ‘Wat doen we met Corporate Governance?’ dan met het runnen van de tent. Ik werd er af en toe ook wel een beetje duizelig van, eerlijk gezegd.”
Ook heeft hij zelf de gevolgen ondervonden. Bij de invoering van de Code heeft hij een aantal aanbiedingen moeten afslaan. “Ik ga iedere keer weer wat anders doen, dus als ik een commissariaat inlever, komt er ook weer een voor terug.” Van een vermindering van werkzaamheden is geen sprake. “Voor afbouwen heb ik geen tijd.” Bedrijfsleven versus politiek Wiegel is nu werkzaam in het bedrijfsleven, maar wel met een politieke achtergrond. Deze werelden kennen qua aansprakelijkheid grote verschillen. “Het bedrijfsleven is natuurlijk hard, in wezen harder dan de politiek, maar het bedrijfsleven snapt dat een directeur op een gegeven moment ook fouten kan maken. Het kan de onderneming ook geld kosten, maar je kunt niet alles voorzien. Daar heeft het bedrijfsleven meer begrip voor dan de politiek.” Maar wanneer het in het bedrijfsleven echt niet goed gaat, is het ook meteen afgelopen. In de politiek ligt dat toch weer anders. “Daar spelen coalitiebelangen natuurlijk een rol, een beetje pappen en nathouden krijg je dan. Dat is nu ook heel anders dan vroeger. Zoals bij minister Donner, ik geloof dat er inmiddels wel twintig Kamerleden hebben geroepen dat hij moest aftreden.” Echter, Wiegel vindt Donner een goede minister. “Gelukkig blijft hij onverstoorbaar. Ik heb het zelf ook wel gehad, maar ik heb ook gewoon een keer gezegd: ‘Daar
begin ik niet aan.’ De Kamer was zeer verbaasd, maar ik zei: ‘Daar heb ik geen tijd voor, mijn mensen hebben het druk genoeg,’ toen was het ook gelijk afgelopen. Je moet op een gegeven moment ook gewoon tegen die Kamerleden durven zeggen: ‘Ho ho, wie runt hier de tent? Als je me niet wilt, dan dien je maar een motie van wantrouwen in, ga ik weg, klaar.’ Je moet je wel een beetje onafhankelijk kunnen opstellen.” De grootste drijfveer is voor Wiegel de omgang met mensen. “Ik vind het heel plezierig om met mensen om te gaan en iets voor mensen te doen.” Hij let altijd goed op de kwaliteiten van mensen. “Toen ik minister was, las ik dikke pakken papier en dan dacht ik wel eens: ‘Goh dat is leuk, wie heeft die notitie gemaakt?’ Meestal waren dat nog de jonge ambtenaren en dan vroeg ik aan mijn secretaresse: ‘Wie is dat? Laat diegene maar een kwartiertje langskomen.’ Daarna holt zo’n jongen dan terug naar zijn afdeling, ‘Ik ben bij de minister geweest!’ Je kunt ontzettend veel doen om mensen te stimuleren, dat vind ik het mooiste om te doen.”
er ook bij, maar als ik bezig ben, voel ik me eigenlijk veel prettiger.” Voor Wiegel is het nu vooral wachten op zijn eredoctoraat!
Bron • Interview gehouden met Hans Wiegel op 31 oktober 2005
Over de toekomst wil Wiegel niet veel kwijt. “Je weet het nooit in het leven, je kunt over een jaar wel ernstig ziek worden. Ik vind het gewoon nog steeds plezierig om allerlei dingen te doen. Een beetje vrije tijd overhouden hoort
BKTRENDS december 2005 9
Zichtbaar functioneel
Zichtbaar Door Ina Barge & Paula van Brakel Studentenmagazines, debatten en internet: ze staan bol van pleidooien over het belang van activiteiten naast je studie. Studentenactivisme zou van belang zijn voor je zelfontplooiing en bovendien volgens velen onmisbaar op je cv. Maar is actief zijn tijdens je studentenleven wel zo belangrijk voor je toekomst? Of is dit veelgebruikte argument slechts een middel om bestuursfuncties en commissies vol te praten? En is een jaar extra werken niet veel rendabeler, ook voor je cv, dan een jaar een bestuursfunctie vervullen? Laten we eerst eens duidelijk stellen waar we het nou eigenlijk over hebben. Studentenactivisme is in Enschede een ingeburgerd begrip onder de studenten, maar menig buitenstaander associeert activisme met vrijheidsstrijders uit de zeventiger jaren. Wat is studentenactivisme nou eigenlijk? Er worden verschillende definities gehanteerd, maar over het algemeen komt het neer op het volgende: activiteiten organiseren of voorzieningen beheren binnen studentensport-, cultuur-, studieen studentenverenigingen. Er zijn veel verschillende vormen van studentenactivisme. Een jaar je studievereniging besturen, komt niet overeen met de organisatie van een voetbaltoernooi bij je sportvereniging.
BKTRENDS december 2005
Meer dan alleen bier drinken De bij elke student bekende studentenvereniging speelt een belangrijke rol als het gaat om studentenactivisme. Er zijn weinig organisaties of groepen waarover de meningen zo verdeeld zijn als studentenverenigingen. Voor buitenstaanders zijn de principes van het verplichte ontgroeningsritueel vaak een absurd idee. Wie wil zich nou voor paal laten zetten, alleen om ergens bij te horen? Maar naast alle gezelligheid en
10
onvermijdelijke borrels biedt een studentenvereniging meer. Talrijke commissies binnen deze studentenverenigingen bieden de kans om jezelf verder te ontwikkelen. Voorbeelden zijn de senaat, de skicommissie, de almanakcommissie en noem maar op. Ook de jaarlijkse introductie van eerstejaars gaat niet vanzelf. Daarom ondersteunen studentenverenigingen het activisme van hun dierbare leden. Niet in eerste instantie, omdat het voor een goed puntje
op je cv zorgt, maar bovenal omdat de vereniging anders niet zou kunnen bestaan. De persoon-
lijke vaardigheden die men op kan doen moeten ook niet vergeten worden. De luie student Nagenoeg elke student streeft naast zijn studie naar een verbreding van zijn eigen kennis. Dit staat lijnrecht tegenover het beeld van de welbekende ‘luie’ student. De vraag die blijft, is dan ook welk beeld het meest realistisch is. Zijn studenten werkelijk zo lui? En is een student die keurig al zijn studiepunten haalt in staat om daarnaast nog ‘actief’ te zijn? De universiteit spant zich in om studenten te bewegen naast hun studie andere vaardigheden te ontwikkelen. Het beste voorbeeld is de propedeuse-uitreiking van dit jaar, waar lovende woorden over alle actieve studenten werden uitgesproken en werd geprobeerd de (nog) niet actieve studenten te motiveren om verder te kijken dan hun studie. De ouders werden bij dit praatje betrokken. Enkelen schrokken bij het idee dat het actief zijn van hun zoon of dochter geld zou kosten vanwege de eventuele studievertraging die het kroost kan oplopen. Actief en rijk is onder studenten een zeldzame combinatie. De huidige situatie met betrekking tot de studiefinanciering biedt weinig ruimte voor studievertraging. Is het een kwestie van een goede planning? Ja, maar daarnaast moet je er ook wat voor over hebben en bereid zijn kostbare tijd op te offeren, ook al is er in sommige gevallen een financiële compensatie in de vorm van afstudeermaanden. Dit leidt tot de vraag wat de eigen-
functioneel lijke motivatie voor een student is, om bij een vereniging actief te worden. We hebben enkele actieve studenten aan de Universiteit Twente (UT) gevraagd wat hun motivatie is of was om actief te worden. Onze verwachting was dat veel studenten vooral het pluspuntje op het cv en de ervaring die tijdens het activisme op kan worden gedaan als belangrijke motiverende factoren zouden aangeven. De meeste studenten noemden echter de gezelligheid en sociale contacten als belangrijkste factoren. Op de tweede plaats kwam het opdoen van vaardigheden. Alleen een aantal ouderejaars durfde het cv ook als puntje te noemen. Als we dit vergelijken met andere studentensteden schetsen de Enschedese studenten toch een positief plaatje. In grote steden is de cv-status juist wel de belangrijkste motivatie om actief te worden. Bedenk wel dat de UT een relatief kleine universiteit is waar iedereen meer als individu wordt beschouwd, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de universiteiten van Leiden of Groningen. Dit zou het motivatieverschil kunnen verklaren. Bij onze kleine rondvraag, zoals die bij het Openingsdebat van de Bedrijvendagen 2005, kwam wel de controverse tussen de daadwerkelijke activisten en het beleid van de UT naar voren. Zo zijn de actieve studenten het erover eens dat de universiteit meer ondersteuning zou kunnen geven dan alleen de lovende woorden op feestelijke bijeenkomsten en de afstudeermaanden. We belichten de twee meestgenoemde suggesties voor het beleid
van de UT. Een flexibeler indeling van de roosters en daarmee het curriculum, verschaft studenten de mogelijkheid om vakken sneller over te doen en niet, zoals nu het geval is, pas een jaar later. Door het organiseren van een groot evenement kan het namelijk voorkomen dat men één of meerdere kwartielen mist. De UT zou ervoor kunnen zorgen dat vakken meerdere malen per jaar worden aangeboden. Dit is natuurlijk niet alleen voor actieve studenten van belang: het kan voor iedereen een grotere flexibiliteit in het onderwijs betekenen. Een tweede suggestie is om een bestuursfunctie als invulling van bijvoorbeeld een minor aan te bieden. Een mooi alternatief voor bestaande minors, zoals krijgswetenschappen en muziek. Dit levert niet alleen genoeg ‘vrijwilligers’ voor bestuursfuncties op, maar ook een gepaste compensatie in de vorm van studiepunten. Als je voor een minor studiepunten kan krijgen, zou dit met een bestuursfunctie net zo goed mogelijk moeten zijn. Je curriculum op de schop Je inzet bij de bovengenoemde verenigingen kan ook invloed hebben op je toekomstige sollicitatiesituatie. Zo menen veel studenten dat je, zonder ‘dingen naast je studie’ te hebben gedaan, er bij bedrijven niet inkomt. Hoe je aan deze ‘dingen’ invulling geeft, kan verschillen van een bestuursjaar tot bier drinken bij je studentenvereniging. Is dit dan wel voldoende? En is het waar dat je succesvoller wordt door de activiteiten naast je studie?
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft onderzocht in hoeverre en op welke wijze de ervaringen die mensen hebben opgedaan tijdens hun studie van invloed zijn op hun huidige situatie en verdere ontwikkelingsmogelijkheden op de arbeidsmarkt. Als indicator voor de arbeidsmarktpositie is het bruto uurloon genomen. De
conclusie was dat voor het hoger onderwijs in Nederland geldt dat talenkennis, tijd besteed aan de studie of aan activiteiten buiten het curriculum, buitenlandervaring en leeraspecten in de opleiding hebben geen invloed op de arbeidsmarktpositie van afgestudeerden. Betaald werk tijdens de studie heeft, evenals de leeftijd van afgestudeerden, wel een positief effect op het bruto uurloon. Deze uitkomst is in tegenspraak met de verwachtingen die vaak gewekt worden. Je kunt je daarbij wel afvragen of je huidige brutoloon representatief is voor BKTRENDS december 2005 11
BEDENK MAAR ‘S HOE JE SPOORLOPERS VOORKOMT Schrikbarend vaak wordt een machinist geconfronteerd met ‘wandelaars’
met het over de volle breedte afsluiten van overwegen en het verwijderen
op de rails. Deze spoorlopers sturen de treinenloop ernstig in de war.
van voorwerpen die ‘uitnodigen’ tot vandalisme. Tegelijkertijd werd een
Het gaat bijvoorbeeld om spelende kinderen, vandalen of volwassenen die
mentaliteitsverandering op gang gebracht, onder meer door uitgebreide
de kortste weg naar huis nemen. En soms om een echt rund. Tijdens een
voorlichting, waardoor het aantal verstoringen werd teruggebracht.
proef op het traject Eindhoven – Deurne werd dit probleem aangepakt.
Als ProRail zorgen we voor railmobiliteit: voor capaciteit, betrouwbaarheid
Met een reeks grote en kleine maatregelen. Variërend van het verleggen
en veiligheid op en rond het spoor. WO/HBO’ers die in heel Nederland
van looproutes voor buurtbewoners en het plaatsen van hekwerken tot en
de koe bij de hoorns willen vatten, zijn welkom. Kijk op www.prorail.nl
WIJ WERKEN AAN DE RAILMOBILITEIT VAN NEDERLAND
Top drie CV kenmerken volgens: Zakenbranche 1. topsport, bestuursfuncties, eigen bedrijf of ‘iets bijzonders’ 2. stage- en buitenlandervaring 3. balans tussen cijfers en activiteiten naast de studie
Economie- en Bedrijfskundestudenten 1. bestuurswerk, vrijwilligerswerk 2. stage- en buitenlandervaring 3. keuzevakken
Juridische sector 1. de juiste opleiding 2. hoge cijfers 3. een eigen bedrijf, topsport of bestuursfuncties
Rechtenstudenten 1. verenigingsleven, vrijwilligerswerk 2. extra vakken 3. stage- en werkervaring
Gezondheidssector 1. de juiste opleiding 2. aantoonbare affiniteit met het werkveld 3. vrijwilligerswerk
Studenten psychologie, geneeskunde en gezondheidswetenschappen 1. stages of keuzevakken 2. relevante werkervaring 3. vrijwilligerswerk, bestuursfuncties of hobby’s
jaar tolk zijn in een Spaans ziekenhuis. Wanneer jij de competenties die je hebt opgedaan kunt laten zien is de kwantiteit van je activiteiten weinig relevant. Om deze vaardigheden, of liever competenties, te verkrijgen is er een nieuwe ontwikkeling gaande binnen ‘commissieland’ op de UT: studenten confronteren met hun competenties. Het competentiebegrip wordt nu gedefinieerd als ‘succesvol werkgedrag’. Het betreft gedrag dat zichtbaar en functioneel is in een werksituatie en waartoe de uitvoerder bereid, bevoegd en in staat is. Dat een bestuur of commissie een leerzame ervaring is, wordt elke student voldoende duidelijk gemaakt. Waar blijkt dat uit en hoe zorg je ervoor dat je meer uit die leuke tijd haalt? De Student Union heeft hiervoor, in samen-
Tot slot De belangrijkste ‘competenties’ voor bedrijven zijn communicatieve vaardigheden, sociale vaardigheden, flexibiliteit, doorzettingsvermogen en teamgeest. Activiteiten die je naast je studie hebt gedaan worden gezien als middel om je competenties uit te breiden, maar zijn geen vrijkaart voor de werkvloer. Of je deze competenties via een verenigingsfunctie of via werkervaring opdoet maakt de bedrijven ook niet zoveel uit. Ook je studierichting blijkt niet allesbepalend te zijn, zolang je voorkennis op bijvoorbeeld technisch of maatschappelijk vlak hebt en deze weet te benutten. Bovendien vinden bedrijven het belangrijk dat je jezelf kunt presenteren. In het bedrijfsleven telt vooral de praktijkzijde van het vak. Deze leert iedereen pas na zijn studie daadwerkelijk kennen. Op school krijg je seksuele voorlichting, maar de praktijk zal je toch ergens anders moeten leren.
Bron • www.ib-groep.nl • www.studentunion.utwente.nl • www.lkvv.nl
BKTRENDS december 2005
je arbeidsmarktpositie. Het loon van iemand die werkzaam is in de bouw, is in de beginfase relatief hoog ten opzichte van recent afgestudeerden. Maar hoe staat het met de échte arbeidsmarktpositie? Uit een onderzoek van de onderzoekscommissie van de ‘Landelijke Kamer van Verenigingen’ (LKvV) naar het belang van studentenactivisme voor het bedrijfsleven blijkt dat de waarde die bedrijven hechten aan verschillende factoren deels studieafhankelijk is. Uit de tabel hieronder blijkt het belang van activisme met het oog op de arbeidsmarktpositie wel degelijk. Het gaat daarbij niet zozeer om wat je hebt gedaan in deze periode; hoe je je ontwikkeld hebt, dát is van belang. En de zoveelste bestuursfunctie of het honderdste commissiebaantje valt veel minder op dan een half-
werking met de Onderwijskundige dienst van de UT, een project opgezet: het Competentie Ontwikkelingsproject (COP). Het doel hiervan is het bewust worden van je competenties. Zelfreflectie en persoonlijke ontwikkeling staan hierbij centraal. Bedrijven worden hier ook bij betrokken door studenten in te zetten voor trainingen en tegelijkertijd voor het COP. De bedrijven kunnen op deze manier laten zien hoe zij in de praktijk met competenties omgaan. Momenteel lopen er verschillende pilots. De Student Union streeft met het COP nog een ander doel na, namelijk het stimuleren van de onderlinge versterking en afstemming van onderwijs en activisme binnen de onderwijswereld.
13
Alumni
Je waarde komt Door Maarten Bekking
Hoewel ik hier als alumnus van de Universiteit Twente ben gevraagd in de pen te kruipen, voel ik me tot op heden nog maar in beperkte mate alumnus van onze universiteit. De UT doet echter alle moeite om je dit gevoel mee te geven als je je leerschool gaat verlaten. Ik bezit mijn felbegeerde alumnusstatus nog niet zo lang als de gemiddelde auteur van voorgaande alumnusartikelen. Daarom ontbreekt het mij enigszins aan dit gevoel. Gelukkig heb ik wel de vrijheid gekregen om een persoonlijke terugblik op mijn studie Technische Bedrijfskunde te geven en dit te relateren aan mijn huidige baan als strategy consultant bij The Boston Consulting Group (BCG).
BKTRENDS december 2005
Sinds mijn afstuderen in april 2004 heb ik nog niet bijzonder veel carrièrestappen doorlopen. Ik ben direct na het behalen van mijn bul terechtgekomen bij BCG, en ik voel me inmiddels, na een jaar, erg goed op mijn plek hier. In mijn speurtocht naar de juiste plek op de arbeidsmarkt stond BCG al lange tijd op de eerste plek. Een aantal contactmomenten met BCG vanuit ‘Externe Betrekkingen’-functies bij studentenorganisaties hadden me enthousiast gemaakt voor de werkzaamheden, maar vooral de cultuur van BCG sprak me aan. Na een business course was ik helemaal verkocht. Er was daarnaast simpelweg geen ander product, dienst, merknaam of bedrijf waar ik gedurende mijn studietijd een band mee voelde groeien. Eigenlijk vond ik alles wel mooi, maar ik zag me nergens in een bepaalde vaste functie. Dat viel echter wel mooi samen met de grote variatie aan werkzaamheden waar je als consultant mee
14
te maken krijgt. Dat leek me aantrekkelijk aan deze branche en het is het voornaamste dat me drijft in mijn dagelijks werk: snel wisselende, korte projecten van gemiddeld drie maanden waarin je doorgaans veel impact creeert. Dit varieert van fusies en reorganisaties tot portfolioanalyse en pricing/costing-modellen. Alles gaat samen met een hoge mate van betrokkenheid bij het bedrijf en de mensen, maar je bent geen vaste werknemer. De één noemt het ‘niet weten wat je wilt’, ikzelf noem het graag ‘de hele wereld willen snappen’. In mijn studententijd was ik al op zoek naar variatie. Hoogtepunten waren Stress, de Student Union, studentenadviesbureau PIP Advice en dispuut Pythias, maar ook een unieke afstudeeropdracht in de agrarische sector van Australië, ligt nog vers in mijn geheugen. De hoge mate van variatie aan ‘werkzaamheden’ die uit deze activiteiten volgde maakte mij enthousiast voor een consultancybaan en
gaven me voldoende bagage om de sprong te wagen. Het gaat niet om de titel voor je naam Gebruikelijk is om in een artikel als dit aan te geven hoe de studie heeft bijgedragen aan de huidige baan en eventueel voorgaande banen. Daar kan ik kort in zijn: de waardering die BCG mij toont komt niet uit het feit dat ik Technische Bedrijfskunde heb gestudeerd. Van hen had ik ook Technische Natuurkunde, Geneeskunde of Economie mogen studeren. Dat is niet afschrikwekkend bedoeld, maar in onze bedrijfstak gaat het nou eenmaal niet om je ingenieurstitel, je studieachtergrond of stad van herkomst, maar om bewezen aanwezigheid van een hoge mate van minder studiegebonden zaken als analytisch vermogen, standvastigheid en natuurlijk interpersonal skills. Deze vaardigheden kan je als student in verschillende situa-
na(ast) je studie ties opdoen, maar je moet er wel actief aan werken en goede keuzes maken. BCG is absoluut niet uniek als het gaat over waarderen van zaken naast je studie. Kijk bijvoorbeeld naar de advertentie van ING in deze BKtrends. Daar staat: “De meeste mensen zien een ingenieur, wij een veelzijdig manager.” Ook hier blijkt de adverteerder niet op zoek te zijn naar academici uit een bepaalde richting, maar naar iemand met de bagage en potentie van een veelzijdig manager. De waardering van student en studieachtergrond door bedrijven ondergaat veranderingen en wordt in mijn ogen flink aangedikt. Voor veel bedrijven tellen je studiekeuze en tot op bepaalde hoogte ook studieresultaten steeds minder. Voor bijvoorbeeld de specialistische techniekbedrijven en de chemische industrie geldt deze verandering natuurlijk in mindere mate, maar dit is ook niet waar het gros van de (Technische) Bedrijfskundestudenten terecht komt. Het is typerend voor veel van deze studenten om vanaf hun eerste studiedag te kiezen voor onderscheid door variëteit in plaats van door diepgang. Juist deze categorie studenten zal de invloed van deze verandering in waarderingsgrondslag merken. Het lijkt mij daarom interessant om te kijken waar deze verandering van het bedrijfsleven vandaan komt en hoe je hier als stu-
dent mee om kunt gaan. Beide, voor zover mogelijk, gezien vanuit mijn eigen ervaringen. Consultant en studie Waar komt deze trend vandaan? Dit zou ik willen introduceren met een korte anekdote: op de Bedrijvendagen werd ik onlangs gevraagd hoe vaak ik als consultant nu daadwerkelijk iets uit mijn studie gebruik. Toevallig had ik de week ervoor voor het eerst sinds een jaar een logistieke formule toegepast die uit mijn technische specialisatie afkomstig was. Dit was niet zozeer schrikken voor mij, maar liet me inzien dat ik de juiste nadruk heb gelegd in mijn leven als student. En daar stonden colleges niet altijd op de eerste plaats. Natuurlijk stuurt
het hele curriculum je in het aanleren van een bepaald denkpatroon; dat blijft de waarde van elke studie. In mijn dagelijkse omgeving bij BCG zie ik dat bedrijven willen dat je uitblinkt door kennis en vaardigheden succesvol toe te passen en niet door beroep te doen op theoretische modellen. Eén van de redenen dat BCG niet selecteert op studieachtergrond komt voort uit de gedachte dat je theoretische raamwerken relatief snel kunt leren uit een boekje. Daarnaast krijg je als consultant een dusdanige variëteit aan bedrijven en opdrachten voorgeschoteld, dat er geen enkele studie is die je hier qua benodigde theoretische kennis op kan voorbereiden.
BKTRENDS december 2005 15
1980: 50% VAN ALLE JEANS KOMT UIT CHINA 2005: 50% VAN ALLE COMPUTERS KOMT UIT CHINA 2020: 50% VAN ALLE AUTO'S KOMT UIT CHINA WAT IS JOUW STRATEGIE?
Meld je aan voor een stage! China staat hoog op de agenda van elke CEO. Dus ook op die van The Boston Consulting Group. Onze consultants werken samen met vooraanstaande bedrijven aan de uitdagingen die lage lonen landen als productie- en als afzetmarkt bieden. Een stage bij BCG betekent een unieke kans: een kans om drie maanden lang mee te denken op het hoogste niveau. Over global outsourcing en andere strategische kwesties. Meer weten? Ga naar www.bcg.nl/visitingassociate
MAAK HET WAAR
Succesvolle vaardigheden voor een consultant, zoals overtuigingskracht, moet je bij aanvang van het werk al grotendeels in je hebben. Deze vaardigheden nemen vaak veel meer tijd in beslag om te ontwikkelen. Je moet in jezelf investeren, maar je werkgever moet ook in jou investeren. Als het gaat om vragen voor de werkgever als ‘wie stuur ik naar de klant’ of ‘wie komt er in dit projectteam’, valt de keuze in de meeste gevallen niet zozeer op medewerkers met hoogwaardige academische kennis, maar op de persoon die dat soort vaardigheden en ervaringen in huis heeft. Hoe meer, hoe beter.
de, en daarmee minder relevante, inhoud hebben. Wat overblijft zijn meer abstracte theorieën en benaderingen. Deze blijven gelukkig nog wel van waarde, maar zijn niet echt een praktisch handvat.
De markt verandert sneller dan de boeken Deze verandering wordt in mijn ogen ook gedreven door het feit dat in veel industrieën en bedrijven theoretische modellen simpelweg minder toepasbaar worden. In mijn studie werden vanuit verschillende invalshoeken theorieën behandeld, bediscussieerd en toegepast in cases. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat, hoewel ik de meeste vakken erg gewaardeerd heb, ik tot op heden nog relatief weinig specifieke kennis heb kunnen toepassen. De problemen waar ik als consultant tegenaan loop, zoals snel veranderende marktcondities (denk aan bestedingspatronen), complexe culturele overlappingen (ondernemen in het buitenland), internationale reguleringskwesties (liberalisering, openbare aanbesteding) en vervagende marktsegmentering (BMW X5’s op het parkeerterrein van de Aldi), laten zich niet langer in theoretische modellen vangen. Hiermee vervaagt ook de waarde van studieboeken. Deze worden niet vaak genoeg bijgewerkt, maar zullen veelal een verouder-
Ik ben van mening dat de hierboven beschreven trend niet uniek is voor mijn persoon of voor BCG en haar recruteringsbeleid. Veel studenten die in de nabije toekomst een baan gaan zoeken, zullen geconfronteerd worden met deze verandering. Hier moet je als student niet voor terugdeinzen, maar juist gebruik van maken. Om als Technische Bedrijfskundestudent op deze verandering in te kunnen spelen, lijkt me dat een bepaalde focus wel vereist is. Dan bedoel ik dat je niet moet focussen op alle, maar op bepaalde waardevolle elementen in je studie en dat je moet inzien dat je cijferlijst slechts één van de vlakken is waarop je studententijd bij zal dragen aan je toekomstige baan. Parallel aan bovenstaande trend komt gelukkig ook een andere ontwikkeling om de hoek kijken. Namelijk het feit dat, in ieder geval aan de UT, langzamerhand het belang van flexibilisering van het onderwijs wordt ingezien én wordt toegepast. Vooral dat laatste is nieuw. In deze categorie vallen bijvoorbeeld keuzevrijhe-
De waarde die ik heb als werknemer bij BCG, of die ik als student had toen ik kwam solliciteren, zit in een wijde range aan kwaliteiten die ik zou moeten bezitten, die slechts ten dele worden gedreven door theoretische kennis. Technische Bedrijfkunde heeft me zeker handvatten geboden, maar niet het stappenplan om in mijn dagelijks werk succesvol te zijn.
den in het curriculum en projectvakken. Daarnaast biedt de unieke Twentse omgeving een scala aan kansen, waarbij het zonde is om deze niet te benutten. Een rugzak vol ervaringen geeft je het zelfvertrouwen en de uitstraling om een nieuwe klus aan te pakken. Zo heb ik het tenminste ervaren: bestuurs-, buitenland- en ondernemerservaring hebben, voor mijn gevoel, vele malen meer vaardigheden en zelfvertrouwen opgeleverd dan wat ik heb meegenomen uit de collegebanken en mijn studieboeken. Mijn tip is daarom: beperk je niet braaf tot de collegebanken en de theoretische structuren die op je worden afgevuurd, maar ga op zoek naar bewijzen en ervaringen in de praktijk!
BKTRENDS december 2005 17
Column
What’s in a name? Overal waar ik kijk zie ik namen: namen van personen, namen van bedrijven en namen van producten. Af en toe maak ik mee dat een persoon van naam verandert, meestal als er iemand in het huwelijksbootje stapt. Wat echter een nieuwe trend lijkt, is dat bedrijven van naam veranderen. Durion werd Oxxio, Daewoo werd Chevrolet, Telfort werd O2 en toch weer Telfort. Wat bezielt zulke bedrijven om hun naam te veranderen? Het is namelijk niet alleen een kwestie van nieuw briefpapier en nieuwe naamkaartjes, maar ook een grootse campagne hoort er bij. Hoewel… de mééste bedrijven kondigen groots aan dat ze van naam zijn veranderd. Zo staat: ‘Twix, de nieuwe naam voor Raider’ bij velen nog op het netvlies gebrand. Maar dat is niet altijd het geval; omtrent Oxxio was het angstvallig stil. Zij profileerde zich liever als ‘een nieuwe speler op de energiemarkt’. Nieuw? Nee, de naam Durion had zo’n slechte reputatie dat ze daar liever niet mee geassocieerd wilden worden.
BKTRENDS december 2005
Hoewel het op het eerste gezicht raar lijkt, is een naamsverandering beter beschouwd een gouden greep. Het kost je wel een paar centen, maar zo dwing je bij het onwetende publiek wel mooi een tweede kans af. Je laat je hele verleden achter je en slaat een nieuwe weg in. Natuurlijk stuur je nog wel een discrete brief, naar dat handjevol klanten dat je nog had, waarin je de naamsverandering ‘uitlegt’. Maar de eigenlijke reden, dat je een tweede kans nodig hebt, verzwijg je natuurlijk. Vervolgens is de weg vrij om het straatbeeld in Nederland te vervuilen met de meest afzichtelijke posters.
18
Uiteraard valt de domme massa voor zulke goedkope trucjes. Chevrolet klinkt veel duurder dan het kansloze Koreaanse koekblik dat het eigenlijk is. Natuurlijk ga je dan meer verkopen! Zelfs als je er een uitermate smakeloze campagne tegen aan gooit, het slaat wel aan. Het is ook niet zo gek als je je bedenkt
dat Chevrolet nog steeds het merk is van de snelle Amerikaanse bolides. Bij Telfort ligt dat weinig anders, O2 klinkt een stuk professioneler. Maar men kwam van een koude kermis thuis toen bleek dat O2 toch niet was wat de klanten wilden. Bijna halsoverkop werd de naam Telfort weer tevoorschijn getoverd. Het einde van het verhaal is dat uiteindelijk KPN de hele toko heeft overgenomen. Nuchter beschouwd zit er niet zoveel verschil tussen bedrijven en mensen. Als je je verleden achter je wilt laten, dan neem je gewoon een andere naam aan! Voor vrouwen is de oplossing heel simpel: trouwen! Scoor gewoon een leuke man en krijg daarna van iedereen een tweede kans, want je bent toch veranderd door je nieuwe naam. Voor ons, mannen, ligt dat allemaal een stukje moeilijker. Wij moeten, als we een andere naam willen, door zware ambtelijke procedures. Vervolgens krijgen we vooral veel rare blikken als we een andere naam aannemen. Dan rest ons, (mannelijke) journalisten, nog een laatste mogelijkheid: het pseudoniem. Je dwingt bij vriend en vijand zo een tweede kans af. Inderdaad, Frans S. Heel is al jaren een pseudoniem. Pardon: Wat zegt u? U hebt genoeg van Frans S. Heel? Dat is prima, dan neem ik toch een ander pseudoniem. Daar doe ík namelijk niet zo moeilijk over.
P. S.
"What’s in a name? That which we call a rose by any other name would smell as sweet." Shakespeare
www.belastingdienst.nl/ict
Waar is een probleem altijd het begin van een oplossing? In een mum van tijd een file aan de grens doordat vrachtwagens hun goederen niet kunnen laten inklaren. Digitale aangiften die niet door de systemen foutloos worden verwerkt. Bij het Centrum voor ICT van de Belastingdienst kan een kleine storing in de complexe automatisering direct grote gevolgen hebben. Nu zullen we niet zeggen dat we nooit fouten maken. Niets menselijks is ons vreemd. Maar wat we wél met zekerheid kunnen zeggen, is dat we alles in het werk stellen om fouten te voorkomen of dat we ze zo snel mogelijk oplossen. De Belastingdienst is altijd bezig om het voor de belastingplichtigen zo transparant mogelijk te maken om aan hun fiscale verplichtingen te voldoen. Een dergelijke belofte vraagt het nodige van de mensen van het Centrum voor ICT. Niet alleen veel kennis en flexibiliteit, ook moeten onze medewerkers zich als geen ander kunnen verplaatsen in onze klant: de Belastingdienst. Achter de schermen -letterlijk en figuurlijkzijn we dan ook dag in, dag uit bezig met het waarborgen van de continuïteit van de automatisering. Elk probleem zien we als het begin van een oplossing. Altijd kijken we of we de dienstverlening kunnen verbeteren. Soms door nieuwe technologieën te gebruiken. Maar vooral ook door bestaande producten te verbeteren, waardoor de betrouwbaarheid nog hoger wordt. Bij het Centrum voor ICT vind je een scala aan systemen, draaiend op diverse platforms. Je vindt er uiteenlopende terreinen als beveiliging, datawarehousing, architectuur, applicatieontwikkeling en webtechnologie. Natuurlijk kun je bij het Centrum voor ICT ook zelf rekenen op de nodige back-up. Cursussen, opleidingen, omscholing: als het goed is voor zowel de organisatie als voor de medewerker, investeren we ook graag in onze mensen. Meer informatie? Kijk op www.belastingdienst.nl/ict of bel voor een informatiepakket (055) 528 35 55.
Werk waar je trots op bent
BKTRENDS december 2005
r n de s va ver e e r K Unile doo n zing opa va rse L r r u e ejaa E t b s t r m n ee ide ece oor 8 d f, Pres en v a t a r nt r a G rK eme nag mbe a e M c . re de .E.S ntu 14 enten T.I.M n Acce e stud D va r mbe case ece t een d ij 15 e me ay b sed ers u Gam o i Inh seCoop uar jan terhou er 2 1 ndin ewa ijve r Pric d i Be uar jan 18
20
BKTRENDS december 2005
21
Brandstofprobleem
De brandstofproblematiek Door Michaël Spek en Coen Visser
Nederland mag dan het fietsland bij uitstek zijn, sommige mensen maken er een sport van hun stalen ros zoveel mogelijk onaangeroerd te laten. Zelfs wanneer er geld door de baas aangeboden wordt om een goede fiets aan te schaffen, die ons naar ons werk zal verplaatsen, doet slechts een enkeling dat. We willen het liefst in onze eigen auto naar het werk, al zou carpoolen veel geld schelen. Ook met de gigantische brandstofprijsverhoging van enkele maanden geleden bleven onze wegen dichtslibben met de oude, vertrouwde files. Tijd voor BKtrends om uit te zoeken wat er zoal mogelijk is. Welke oorzaken zijn er, welke oplossingen kunnen gevonden worden en wat zal in de (nabije) toekomst mogelijk zijn?
Log en zuipend Nederlanders zijn bereid op een hoop dingen te bezuinigen, dat zit ons in onze aard. Toch zijn er dingen waar men dit liever niet doet. De auto is hier een typisch voorbeeld van. Er zijn de laat-
BKTRENDS december 2005
ste jaren steeds meer grote auto’s aanwezig op de wegen. Hiervan is men in ieder geval op de hoogte, getuige de campagne die de (lokale) overheid tegen de bakbeesten voert. Ze nemen veel plek in, zouden onveiliger zijn
22
(niet voor degene die erin zit, maar voor degene tegen wie ze aanknallen), verbruiken veel brandstof en zijn daardoor een stuk vervuilender. Een oorzaak kan zijn dat vrijwel elke auto bij het uitbrengen van een nieuw type in maatvoering groeit. Dit is nadelig voor het gewicht en hetzelfde geldt voor het verbruik. Daar komt bij dat de hedendaagse auto’s steeds voller worden gegooid met gadgets die erg leuk en handig zijn, maar eveneens erg veel stroom of brandstof vreten. De laatste tijd begint de vraag te rijzen of een auto té veel brandstof kan verbruiken of té vervuilend kan zijn. De manieren waarop gewichtsbesparingen worden bereikt, wegen in de meeste gevallen niet op tegen de genoemde gewichtstoename. De markt reageert Met de hoge brandstofprijzen in het achterhoofd zijn de fabri-
kanten op zoek naar een manier om zuinigere auto’s te maken. Daarvoor ontwikkelt men nieuwe technieken. Een concreet voorbeeld hiervan is de Toyota Prius, een hybride auto die zowel een benzine als een elektromotor heeft. Het gevolg is een lager verbruik. Een andere mogelijkheid is het nog verder perfectioneren van de huidige benzine- en dieselmotoren. Hier zijn de meeste automobielfabrikanten de afgelopen decennia ook mee bezig geweest. Dit gaat hand in hand met de oliemaatschappijen, die hun brandstoffen steeds schoner en efficiënter maken. De grotere oliemaatschappijen hebben niet stilgezeten en hebben nieuwe brandstoffen ontwikkeld. Eenieder heeft intussen wel gehoord van Shells ‘V-Power’ en het misschien wat minder bekende ‘BP Ultimate’. Beiden hebben zowel een benzine- als een dieselvariant. Beide merken beloven betere prestaties, een reinigende werking, minder vervuiling en dus minder brandstofverbruik. Kortom, meer kilometers per liter brandstof. De klantervaringen zijn vaak erg positief, vooral onder rijders die de kilometers bijhouden. Zij merken dat auto’s, motoren, boten of zelfs scooters soms significant meer kilometers maken met een volle tank. Dit rechtvaardigt dan de paar cent hogere brandstofprijs.
bij de lurven gegrepen Carpoolen Wat er nou precies verkeerd ging bij de introductie van het carpoolen is nog niemand duidelijk. Was het het suffe imago dat eraan gegeven werd? Waren het de slecht beveiligde carpoolparkeerplaatsen? Of juist de populariteit van oppikplaatsen onder homoseksuelen? Legio andere argumenten zullen aanvoerbaar zijn om de ‘mislukking’ te verklaren. Feit blijft dat het wel dé oplossing bij uitstek zou zijn voor tal van problemen. Momenteel rijden er op werkdagen 483.000 mensen gezamenlijk naar het werk. Zou iedereen met de eigen auto naar het werk gaan, dan zouden er in de spits 249.000 auto’s meer op de weg zijn. Zo wordt per werkdag ruim één miljoen liter aan brandstof bespaard, waardoor er per dag 2,44 kiloton broeikasgassen minder in de lucht komen. Carpoolen is echter nog niet echt zo populair als gehoopt en misschien wel wenselijk is. Nog steeds staan er dagelijks duizenden auto’s stil op de rijbanen, enkel gevuld met de bestuurder. Als in alle auto’s vier mensen zouden zitten, dan zouden er in het woon-werkverkeer ruim zeventig procent minder auto’s rijden. Filerijden kost naast tijd ook veel energie. Het vele optrekken en stilstaan zorgt voor een inefficiënte rit, zodat het gemiddelde brandstofverbruik drastisch toeneemt. Een ander gevolg is dat
de uitstoot van schadelijke afvalstoffen toeneemt. Deze afvalstoffen zijn niet gezond om in te ademen, wat je als bestuurder in de file ongewild toch doet.
De brandstof die het verst verwijderd is van invoering op grote schaal, is waterstof. Alternatieve brandstoffen Ondanks een recente prognose waaruit blijkt dat er nog genoeg olie zal zijn voor een paar decennia is het zeker de moeite waard om te gaan kijken naar de alternatieven van olie als brandstof. Inmiddels zijn er verschillende succesvolle pogingen gedaan om olie gedeeltelijk of helemaal te vervangen. Hier volgt een aantal voorbeelden. Biodiesel wordt gemaakt van koolzaad en is een milieuvriendelijkere brandstof dan diesel. Dit komt door de verminderde uitstoot van schadelijke afvalstoffen. Auto’s met een dieselmotor kunnen zonder aanpassingen rijden op biodiesel, wat al enige tijd gebeurt in bijvoorbeeld Duitsland, Oostenrijk, Spanje, Zweden, Italië en Frankrijk.
Binnen Europa nemen Duitsland en Frankrijk de leiding: in 2000 reden er in Duitsland 210.000 auto’s op pure biodiesel. Tanken is geen probleem: 1.600 pompstations met biodiesel staan over het land verspreid. In die landen heeft de overheid accijnsvrijstelling gegeven op biodiesel. Daardoor is biodiesel ongeveer vier à zes eurocent per liter goedkoper dan de gewone diesel. De brancheorganisatie UFOP bewaakt de kwaliteit van biodiesel die op de markt wordt verkocht. In Frankrijk wordt ongeveer vijf procent biodiesel met de bestaande diesel bijgemengd. Het Kabinet-Balkenende II wil in 2006 het bijmengen van twee procent biobrandstoffen bij fossiele brandstoffen fiscaal stimuleren. Dat moet gebeuren via een accijnsverlaging. Door een lagere accijns kan de prijs aan de pomp hetzelfde blijven. Voor de jaren na 2006 wordt de inzet van biobrandstoffen verplicht gesteld. Ethanol is wereldwijd de meest populaire biobrandstof. Auto’s met een normale benzinemotor kunnen zonder aanpassingen rijden op een mengsel van benzine en ethanol, mits er niet meer dan een bepaalde hoeveelheid ethanol aanwezig is. In landen als Brazilië, Frankrijk en Zweden wordt de brandstof al veel gebruikt. Echter, om een auto volledig op ethanol te laten lopen, zijn er vergaande motorische aanpassingen nodig.
BKTRENDS december 2005 23
Waterstof Een brandstof die het verst verwijderd is van invoering op grote schaal is waterstof. Deze brandstof is extreem schoon. De uitstoot blijkt namelijk beperkt tot een pluimpje waterdamp. De brandstofceltechniek zal niet snel op grote schaal ingevoerd worden, omdat de verschillende automobielfabrikanten nog volop bezig zijn met het ontwikkelen ervan. Een ander probleem dat bij waterstof als brandstof komt kijken, is de opslag van waterstof in zowel het voertuig als op het pompstation. Er zijn wereldwijd veel proefprojecten en de verschillende prototypes mogen op behoorlijk wat aandacht rekenen van de media. Shell lijkt op dit moment een voorsprong te hebben op het gebied van waterstofontwikkeling. Zo zijn er in IJsland jaren geleden
In dit voorbeeld is gewerkt met afgeronde getallen. De bedragen zijn in centen en gebaseerd op de adviesprijs. De daadwerkelijke pompprijs is in meer dan 60% van de gevallen lager dan de adviesprijs.
BKTRENDS december 2005
SNV = Shell Nederland Verkoopmaatschappij
24
al de eerste tankstations geopend waar waterstof getankt kan worden. Ook was Shell een van de partijen die deelnam aan het project van de stadsbussen die in onze hoofdstad op waterstof rij-
De brandstofindustrie noemt zichzelf soms ook wel een tweede Belastingdienst. den. De resultaten zijn geweldig en de chauffeurs zijn enthousiast. De grootste beperking is de hoogte van de bus, die door de bouw niet onder de lage bruggetjes door kan. Daarom kan deze bus niet op alle lijnen worden ingezet. Overheid De brandstofindustrie noemt zichzelf soms ook wel een tweede Belastingdienst, omdat een gigantisch deel van de opbrengst terugvloeit richting de staatskas. In de figuur zie je de opbouw van de prijs van een liter ‘Shell euro 95’ op 3 september 2005 toen deze 1,54 euro kostte. Daarvan gaat 91 cent naar de staatskas. Toch krijgt de branche amper steun van de overheid. De overheid beschouwt brandstof als chemisch afval en stelt strenge milieu-eisen. De overheid heeft met de prijs een belangrijk ‘wapen’ in handen wanneer het gaat om de promotie van de genoemde alternatieve brandstoffen. De overheid zal altijd door middel van haar belastingen het autorijden willen beperken. Op het moment dat iedereen wegenbelasting gaat betalen naar de jaarkilometrage, wordt het interessant hoe dit zich zal uiten in de brandstofprijzen. Worden deze nóg hoger, om er zo voor te zorgen dat de grootverbruikers direct worden ‘gestraft’? Of weet
men een andere creatieve manier van belastingheffing te bedenken, waardoor wel de brandstofprijs kan dalen, maar we ongetwijfeld op een andere manier uit de auto gehaald worden? Tot dusver maken we ons nergens zorgen over. Elk decennium wordt er wel weer nieuwe olie gevonden die ons nog een extra decennium zal voorzien van de nodige brandstoffen. Dat is ook wel te hopen. Zonder olie is er ook geen diesel of kerosine en ook geen vrachtvervoer meer over de weg. Gemotoriseerde scheepvaart zal ook tot stilstand komen. Nu zal iedereen de opheffing van de Formule 1 wel overleven, maar ook het personenvervoer per vliegtuig zal dan onmogelijk worden. Het beste alternatief is waterstof, maar het is nog wachten op een echt bruikbare toepassing. Minister Dekker lijkt bloed geroken te hebben, gezien de recentelijk voorgestelde ecotaks die ze over het vliegverkeer wil heffen. Andere auto’s gaan we dus niet rijden en het carpoolen zal ook niet meer schrikbarend gaan toenemen. Dit zijn dan ook de redenen dat voorlopig de ‘blends’ van biodiesel met ‘normale’ diesel en ethanol met benzine het meest interessant en realistisch zijn. Waterstof daarentegen heeft de toekomst. Hopelijk kan het de hoge verwachtingen waarmaken.
Bron • • • • • • •
www.vrom.nl www.usmarkets.nl www.atep.nl www.waterstof.info www.shell.nl www.bp.nl www.milieucentraal.nl
Diversiteit verenigt
Netwerken werkt! Afgelopen september hebben we een netwerkbijeenkomst voor zelfstandigen, ondernemers en adviseurs georganiseerd, waarin zo’n twintig enthousiastelingen elkaar hebben gevonden. Op die avond zijn we gestart met de zogenaamde elevator speech waarin je in één minuut aangeeft wie je bent, wat je doet en wat je komt halen en brengen. Dat was een leuk opwarmertje voor een avond waarin je interessante contacten opdoet. Deze avond was zo succesvol dat direct is afgesproken een volgende netwerkbijeenkomst te houden. Bovendien heeft de avond geleid tot meer intensieve contacten en tot sprankelende ideeën om Bekader te revitaliseren. Zo is er een groepje bezig met nadenken denken over de positie, het imago, de identiteit en de corporate communication van Bekader. Zeer interessant, dit krijgt zeker een vervolg! Bezoek haven Rotterdam De veelzijdigheid van onze vereniging blijkt wel uit het bezoek dat we in oktober hebben gebracht aan de Rotterdamse haven. Boven in het World Port Center (WPC), op de Kop van Zuid, hebben we een zeer inspirerende uiteenzetting gevolgd over de haven en de bouw van de Euromax Terminal. Het havenbedrijf Rotterdam heeft een brede visie, met thema’s als globalisering van de handel, de ontwikkeling van de hinterlandverbindingen en de tweede Maasvlakte. Euromax bouwt daar de meest geavanceerde containerterminal ter wereld. Robotisering en de menselijke maat, de grenzen van outsourcing en cultuurontwikkeling in een greenfield omgeving zijn voorbeelden van thema’s. De avond werd afgesloten met de behandeling van diverse dilemma’s over de bedrijfs-
kundige inrichting. Bijzonder oogstrelend is het uitzicht vanuit het WPC, magnifiek!
info
Dit is de laatste Bekader-info van dit enerverende jaar. Het jaar loopt ten einde en de meeste activiteiten zijn dan ook afgerond. Voor ons is het tijd om te gaan evalueren. Om vast een voorproefje daarop te nemen kijken we nu al even terug op de activiteiten van de afgelopen maanden. Tot slot geven we een voorzet voor het volgende jaar.
Opschoning ledenbestand Onze vereniging blijft in beweging. Afgelopen maanden hebben we een opschoning van het ledenbestand doorgevoerd. Een aantal leden heeft zich aangemeld, maar ook een aantal leden is afgehaakt. Mocht jij ook aangeschreven zijn en heb je niet gereageerd, doe dit dan alsnog. Dit geeft een beter beeld van de populatie waar we mee aan de slag gaan. Wat resteert in 2005? Het jaarboek is zo goed als gereed en valt dit jaar nog bij de leden op de mat. De scripties voor de Bekader-scriptieprijs zijn allemaal binnen en de jury is bezig met haar beoordeling. Ondertussen heeft het bestuur de laatste vergadering van dit jaar achter de rug. Tevens kijken we vooruit naar 2006 en bereiden we ons voor op de ALV en een actieve netwerkbijeenkomst. Hierin willen we de activiteiten voor de rest van het jaar samen met de leden vaststellen. Kijk op de website en houd mailings en nieuwsbrieven in de gaten voor het laatste nieuws!
Bekader Bestuur Voorzitter: Secretaris: Penningmeester: Bestuurslid/webmaster: Adres Bekader Universiteit Twente Faculteit BBT Postbus 217 7500 AE Enschede
Lilian A.J. Hupkens Edwin van der Steeg Ramon Pijst Arjan Oude Kotte
[email protected] www.bekader.nl gironr. 5567995
BKTRENDS december 2005 25
Aan de telefoon
Als je anoniem wilt blijven, moet Aan de telefoon met Evert Santegoeds Door Annemarije Hagen & Coen Titulaer
Hij staat altijd vooraan met de laatste nieuwtjes uit de levens van Bekende Nederlanders: Evert Santegoeds, hoofdredacteur van het weekblad Privé. BKtrends belde hem op, vroeg hem het hemd van het lijf en leerde niet alleen de persoon Santegoeds kennen, maar ook de wereld achter het roddelblad.
Wat vindt u zelf leuke roddels? “Wat ik heel erg leuk vond was dat onverwachte televisiesucces van ‘Boer zoekt vrouw’. Dat programma legde het onbekende wereldje van de boeren bloot. Ik vond het erg leuk om daar van begin af aan bovenop te zitten. Letterlijk bovenop, want we hebben met een helikopter boven die boerderijen gehangen om te kijken wat er nou eigenlijk gaande was en wat het verschil was tussen die boeren.”
BKTRENDS december 2005
Wat zijn uw belangrijkste taken als hoofdredacteur van Privé? “Het maken van het blad, waarbij iedere week twéé dingen vaststaan: de plek van het logo en waar de nietjes zitten. Ook de adverteerders willen soms op bepaalde pagina’s staan. Als hoofdredacteur bepaal je de inhoud van het blad, hoe groot de verhalen zijn, welke verhalen wel en welke niet geplaatst worden, wat de invalshoek is van die verhalen en wat er op de cover komt. Privé is over het algemeen wat terughoudend als het gaat over ziektes of vreemdgaan. Mensen denken vaak dat het blad helemaal vol staat met verhalen over
26
mensen die vreemdgaan. Dat is dus helemaal niet het geval. Over Youp van ’t Hek zijn we pas gaan schrijven op het moment dat hij en zijn vrouw uit elkaar waren. Je moet voorkomen dat je als blad de schuld krijgt van het kapotgaan van een huwelijk. Dat zou verder gaan dan de lezer wenst; er moet geen bloed vloeien.”
“Naast dat werk krijg je er langzamerhand een juridische opleiding bij.” Ziet u zichzelf meer als een manager of als een persoon die op de inhoud let? “Het management dat bij het maken van het blad komt kijken -ik heb hier toch twintig mensen rondlopen- neem ik voor lief. Het inhoudelijk bezig zijn met het blad, het halen van primeurs en het uitzetten van een redactionele koers, daar gaat het mij om. Naast dat werk krijg je er langzamerhand een juridische opleiding bij, in de praktijk weliswaar. Daar heb ik echter niet zo’n last van. De rechtszaken gaan vaak toch
over ‘mag iets wel of mag iets niet’, in plaats van ‘klopt het of klopt het niet’. Rechtszaken kosten veel tijd, maar zijn ook interessant en vaak een gevolg van je eigen handelen. Als je foto’s plaatst van ‘de koninklijke familie op vakantie’, dan weet je tegenwoordig dat je daar een rechtszaak over kunt verwachten.” U ligt in de clinch met de Rijksvoorlichtingsdienst over het Koninklijk Huis? “Wij zijn van mening dat die mensen zo’n bijzondere positie hebben in Nederland, dat ze zichzelf die persaandacht moeten laten welgevallen. Zelf denken ze daar natuurlijk anders over. De stand van het huwelijk van WillemAlexander en Máxima is iets wat onze lezers heel erg interesseert en waar wij dus achteraan moeten zitten. Mensen hebben een abonnement op Privé en willen voor dat geld ook op de hoogte worden gehouden van de stand van zaken rond Willem-Alexander en Máxima."
je hoofdredacteur van Privé worden...
Is er de laatste jaren nog veel veranderd op het gebied van de roddeljournalistiek? “Er is twee jaar geleden een uitspraak geweest van de Europese rechter die paal en perk stelde aan het fotograferen van bekende mensen. Vroeger was men van mening dat die mensen een voorbeeldfunctie hadden, een rolmodel waren. Fans moesten kunnen toetsen of zij wel fan wilden zijn van iemand die snuift, zuipt of zijn vrouw slaat. Dat moest allemaal geschreven kunnen worden. Inmiddels mag je niet meer iedereen fotograferen op een moment zoals dat vroeger kon. Het moet óf een maatschappelijke discussie losmaken óf mensen betreffen die ‘in functie’ zijn.” Wat is uw grootste primeur? “Die foto’s van het huis-in-aanbouw van Máxima en WillemAlexander. Afgelopen jaar hadden we bovendien de foto’s van het interieur. Dat waren klappers zeg! Iedereen wil natuurlijk wel eens binnenkijken in Soestdijk en dat lukte ons toen voor het eerst. Echt een primeur voor Privé!” Wat is uw grootste misser? “Daar moet ik even over nadenken. Ik kan me nog herinneren dat we een keer hadden geschreven dat iemand overleden was. Dezelfde dag nog belde de persoon in kwestie op. Dat is gewoon fout. Les één om dit soort missers te voorkomen: even bellen naar de persoon waarvan je gehoord hebt dat hij dood is. Dat waren we toen dus even vergeten.”
Hoe betrouwbaar moet de informatie zijn om gepubliceerd te worden? “De informatie moet kloppen, althans zo goed mogelijk gecheckt zijn. Heel veel verhalen halen de pers nooit. Ze sneuvelen vaak, omdat ze net niet smeuig genoeg zijn. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat het verhaal niet over de moeder van een bekende Nederlander gaat, maar over de zuster van die moeder. Dan is het hele verhaal toch veel minder interessant. Het kan ook zijn dat het verhaal al vaak is rondverteld
“Inmiddels mag je niet meer iedereen fotograferen op een moment zoals je dat vroeger kon!” voordat het bij ons komt. Het is dan al verschrikkelijk overdreven en het werkelijke verhaal blijkt lang niet zo interessant te zijn. Dankzij ons uitgebreide netwerk worden wij op de hoogte gebracht van alle verhalen. Door de jarenlange ervaring van veel medewerkers hebben we een behoorlijk netwerk opgebouwd. Het kan ook zo zijn dat de mensen zelf bellen, omdat ze hun verhaal graag onder de aandacht willen brengen.”
U hebt verschillende boeken geschreven over uiteenlopende onderwerpen. Wat is uw motivatie voor het schrijven van een boek? “Ik had een aantal dingen meegemaakt met voormalig koningin Juliana en daar is een boek over geschreven. Je kunt mooie verhalen schrijven, maar na een week zijn ze de winkel uit en kom je ze hooguit nog tegen in de leesportefeuille. De levensduur van een boek is wat langer en dat vind ik wel leuk. Voorlopig ben ik niet van plan om nog een boek te schrijven. Ik heb het momenteel erg druk en een boek schrijven kost veel tijd. Het zijn wel 120.000 woorden die getypt moeten worden. Daar ben je wel even mee bezig.” U bent één keer per week in de studio bij Edwin Evers, kunt u daar wat over vertellen? “Als ik daar ‘s ochtends naar toe rijd, luister ik meestal naar zijn programma. Ik vind het altijd wonderlijk om dan die ruimte binnen te lopen waar zij zitten en de stemmen te horen waar ik al een uur naar heb zitten luisteren. Ze zitten daar allemaal bij elkaar in een soort huiskamer en hebben veel lol met elkaar. Dat is ook het leuke van het programma en het is ook de reden dat ik er iedere week naartoe ga. Zoals jullie merken, kan een gesprek heel goed telefonisch, maar het is heel leuk om er naar toe te gaan, het sfeertje te proeven en even een bakje koffie te drinken. Er zitten twee BKTRENDS december 2005 27
miljoen mensen te luisteren op dat tijdstip! Ik heb er veel plezier in, maar ik doe het ook om een wat jongere doelgroep aan Privé te binden. Privé wordt toch voornamelijk door ouderen gekocht. Het blad wordt wel veel meegelezen. Mannen zullen het blad niet snel kopen, maar lezen het wel. Dat geldt over het algemeen ook voor jongeren.” Wat zijn uw plannen voor de toekomst? “Ik wil in ieder geval graag bij Privé blijven werken en ik geloof dat dat ook wel mag. Daarnaast zou ik het leuk vinden om wat
voor de televisie te doen. Dan zou je inderdaad kunnen denken aan een eigen programma. Het is wel belangrijk om jezelf af te vragen of het nog wat toevoegt aan alles wat er op dat gebied al is. Er wordt wel gewerkt aan een programma en het lijkt me duidelijk dat het programma vooral zal gaan over mijn vakgebied. Het heeft natuurlijk weinig zin om mij een voetbalprogramma te laten presenteren, want daar heb ik geen verstand van. Als er een programma komt, zal het betrekking hebben op de showbizz en misschien ook op lifestyle.”
Bron • Telefonisch interview met Evert Santegoeds gehouden op 18 oktober 2005
Dilemma's
BKTRENDS december 2005
Foto of verhaal? Ik denk dat een foto toch wel heel erg belangrijk is. Het verhaal wordt dan wel door de foto verteld. Een lekker verhaal over iets dat je nooit zou kunnen fotograferen uit een paleis of iets dergelijks, dat is ook wel wat waard. In het algemeen is een exclusieve foto meer waard dan een exclusief verhaal. Een verhaal kun je nog altijd navertellen, maar die foto die zul je toch echt zelf moeten zien en daar moet je dan een blad voor kopen.
28
Gordon of Joling? Een jaar geleden had ik automatisch Joling gezegd, maar inmiddels heb ik Gordon wat vaker meegemaakt in goede sfeer, niet alleen in de rechtbank, zoals vroeger. Nu moet ik om Gordon ook wel lachen. Als ik moet kiezen, dan kies ik toch voor Gerard omdat ik daar al twintig jaar zonder kleerscheuren goed contact mee heb.
NOS Journaal of RTL Boulevard? Het NOS Journaal, omdat ik meestal al weet wat er in Boulevard zit en ik af toe een beetje moe word van de geplande kwinkslagen in dat programma. Ik denk dat je als journalist op dit vlak beter zonder Boulevard kunt dan dat je om het NOS Journaal heen kunt.
Kroket of carpaccio? Kroket. Dat is toch lekker: na een avond stappen even langs de Febo en met je dronken hoofd het goede vakje opentrekken. Typisch Hollands hè? Ik heb het in ieder geval nog nooit ergens anders gezien.
Interesse of nieuwsgierigheid? Nieuwsgierig ben ik. Ik wil alles weten en daarna kan het uitmonden in interesse denk ik. In principe wil ik eerst alles weten en dan zie ik wel of het me interesseert.
De onderwijscommissie
Wat is het toch fijn dat er een website bestaat waar je als student met je studietechnische problemen naar toe kunt, waar je kunt zeggen wat je dwars zit, zónder dat je direct rekening hoeft te houden met de docenten. Voor de docenten is het een hele verlichting dat er een orgaan is dat ervoor zorgt dat ze niet helemaal overspoeld worden met klachten en boze mailtjes van studenten. De commissie bundelt de klachten en bespreekt deze met de betreffende docenten. Prijzen Behalve de rol van schakel tussen de studenten en docenten, verzorgen we ook de uitgebreide tentamen- en samenvattingenbank die online beschikbaar is. Het idee hierachter is dat studenten tentamens en samenvattingen bij ons inleveren en dat die door andere studenten gebruikt kunnen worden bij de voorbereidingen op hun tentamens. Om studenten te stimuleren tentamens of samenvattingen in te leveren, wordt er elk
De commissie De commissie wordt gevormd door studenten uit verschillende leerlagen en vertegenwoordigen de studies Bedrijfskunde en Technische Bedrijfskunde. Momenteel zijn er vijf leden actief. Pascal Hollman is voorzitter, Harry Talen is verantwoordelijk voor het up-to-date houden van de tentamen- en samenvattingenbank. Thomas Hoogeveen en Jos Mulder nemen de klachtenverwerking van Technische Bedrijfskunde voor hun rekening en Sijmen Steenbeek zet zich in
voor de belangenbehartiging van de Bedrijfskundestudenten. Sjors van der Heide is de nieuwste aanwinst van de commissie. Om de week vergaderen we in de Stresskamer. Een uitgebreide agenda wordt in rap tempo doorlopen. Tijdens een vergadering komen onder meer de binnengekomen klachten, de nieuwste ontwikkelingen op onderwijsgebied, voortgang van lopende projecten en de planning voor de komende weken aan bod. Visie Net als elke andere commissie is het belangrijk dat de onderwijscommissie af en toe wordt voorzien van nieuw bloed en een frisse wind. Om de aansluiting bij de commissie te vergemakkelijken, is dit jaar een nieuw draaiboek geschreven. Hierin is duidelijk aangegeven welke handelingen vereist zijn bij bijvoorbeeld de behandeling van een klacht. Voor het komende jaar wil de commissie zich vooral inzetten voor een bredere tentamen- en samenvattingenbank, het eerder beschikbaar maken van de roosters, een goede band met invloedrijke mensen binnen de verschillende onderwijsinstanties en het behouden van het niveau van de klachtenafhandeling van het afgelopen jaar. Dat doen we het liefst met een leuke groep nieuwe enthousiaste studenten. Het zijn pittige taken, die met veel voldoening worden uitgevoerd. Jos Mulder Onderwijs commissie van Stress
BKTRENDS december 2005
kwartiel een powerball verloot onder de inzenders. Ook werken we mee aan andere onderwijsgerelateerde projecten. Zo wordt jaarlijks door ons de onderwijsprijs van de faculteit Bedrijf, Bestuur en Technologie uitgereikt. De prijs wordt overhandigd aan de docent die, volgens de studenten, op de beste en leukste manier onderwijs aan-
biedt. Voor de docenten is het een mooie waardering en een leuke stimulans, voor de studenten is het een moment waarop ze nadenken over het onderwijs en over gewenste verbeteringen. Kortom, een mooie bron van verbeterpunten en voorbeeldfuncties. Dit studiejaar hebben we een propedeusebundel uitgereikt aan alle eerstejaars. Vorig jaar is dat niet gebeurd en dat vonden we een gemis. Deze bundel bevat namelijk veel informatie over verschillende onderwijsinstanties en faciliteiten, commissies bij Stress, maar ook oude tentamens en samenvattingen die de nieuwe studenten een handje kunnen helpen bij het studeren.
Uitgelicht
Onmisbaar voor studenten en docenten
29
Zorgstelsel
Niets is onmogelijk … Door Claudia Garritsen & Mirjam Groote Schaarsberg
Chaos, dat is het juiste woord. Het zorgstelsel in Nederland is gammel, complex en koste veel huishoudens bakken met geld. Daar gaat verandering in komen. Het wordt nóg complexer en de premie wordt voor het merendeel van de verzekerden met meer dan honderd procent verhoogd. Voor de verzekeraars is het nieuwe zorgstelsel bovendien net zo raadselachtig als voor ons het oude stelsel is. Er is jarenlang over gedebatteerd en de kranten staan vol met rekenvoorbeelden, vraag- en antwoordrubrieken, ingestuurde brieven en verslagen van debatten. BKtrends ging ook voor de bijl en keek naar het geheel door de ogen van een (Technische) Bedrijfskundestudent.
Eigenlijk is het een prachtig voorbeeld van mass customisation: één en dezelfde zorgverzekering die iedereen door aanvullende verzekeringen kan individualiseren. Minister Hoogervorst en consorten vonden dat het tijd werd de plannen tot vernieuwing en verbetering van het zorgstelsel daadwerkelijk uit te voeren. Solidariteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid zijn de pijlers van het nieuwe beleid. Dit is vertaald naar één zogenaamde basisverzekering met een basispremie van rond de 1.100 euro. Deze verzekering is voor iedereen vanaf achttien jaar verplicht en dus ook voor bijna alle studenten. Personen jonger dan achttien jaar hoeven geen premie te betalen.
Een prachtig voorbeeld van mass customisation. De feiten Vervolgens komt het proces van ‘customization’ op gang. Op de eerste plaats is er de inkomensafhankelijke bijdrage. Deze bedraagt 6,5 procent over het inkomen van werknemers en 4,4 procent over ‘winst uit onderneming’ voor ondernemers. Deze premie wordt berekend over een inkomen tot maximaal 30.800 euro. Je betaalt als werknemer dus maximaal zo`n 2.000 euro aan inkomensafhankelijke bijdrage. Niet-werkende studenten
Nominale premie Maximale zorgtoeslag No-claim De minimale premie wordt dus:
BKTRENDS december 2005
Werkende studenten
€ 1.100
€ 1.100
€ 420
€ 420
Gemiddeld krijgen studenten Gemiddeld krijgen studenten €140 €140 terug aan no-claim terug aan no-claim -----€ 540
30
Samen met de basispremie resulteert dit in een gemiddelde premie van 3.000 euro per jaar voor mensen die nu particulier verzekerd zijn. Voor hen was in 2005 de gemiddelde premie (inclusief aanvullende verzekeringen) 1.800 euro per jaar. Dit is een verschil van zo`n 1.200 euro. Ook voor ziekenfondsverzekerden zal de premie drastisch hoger liggen dan in de huidige situatie. De doelstelling ‘betaalbaar’ is in dit opzicht dus niet gehaald. Aan de andere kant zijn er ook weer rechten op de zogenaamde zorgtoeslag. Tot een inkomen van ongeveer 25.000 euro en een gezamenlijk inkomen van ongeveer 40.000 euro kan men een zorgtoeslag aanvragen. Deze toeslag kan maximaal 420 euro of, voor een gemeenschappelijk huishouden, maximaal 1.200 euro bedragen. Deze bedragen zijn aan veranderingen onderhevig aangezien er nog flink gerekend en gesleuteld wordt aan het stelsel. Ondanks de zorgtoeslag stijgt nog steeds voor velen de premie. Dan de no-claimkorting. Er is een no-claim van 255 euro. Maak je geen of niet meer dan 255 euro aan zorgkosten, dan krijg je dit bedrag helemaal of gedeeltelijk
-----€ 540 Bij bruto maandloon van € 500 per maand resulteert dat tot € 140,aan belasting per jaar.
Loonbelasting over werkgeversdeel van de premie. Dit is 6.5% over het inkomen. Kosten voor de student:
€ 540
€ 680
Kosten voor een student met maximale aanvullende beurs (€400,-)
€ 140
€ 280
toch? terug. De kosten voor huisartsenzorg, verloskundige zorg, kraamzorg en zorg voor kinderen vallen niet onder de no-claimregeling. Ook zorgkosten betaald vanuit een aanvullende verzekering, zoals die voor tandartskosten, worden niet in mindering gebracht op het noclaimbedrag. Studenten In de tabel hiernaast staat een overzicht van wat het nieuwe zorgstelsel voor studenten kan betekenen. Deze bedragen zijn gebaseerd op een gemiddelde student en staan nergens voor garant. Voorheen waren de kosten voor studenten zonder bijbaantje ongeveer 540 euro. Zij gaan er door de nieuwe zorgverzekering dus niet op voor- of achteruit. Voor de studenten met een bijbaantje verandert er echter veel, want voorheen lagen de zorgkosten rond de 500 euro. Nu komen deze kosten op zo`n 680 euro te liggen. Dit is afhankelijk van het bedrag dat je maandelijks verdient.
Kortom, de studenten zonder aanvullende beurs die tevens werken gaan er op achteruit. Het nieuwe zorgstelsel kan dus slecht uitpakken voor sommige studenten. Daarom heeft Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) in samenwerking met enkele experts een plan opgesteld dat
Men denkt aan een soort supermarktidee; de wekelijkse aanbiedingen van de zorgverzekeraar. ervoor zal zorgen dat studenten alsnog goedkoop verzekerd kunnen worden. Kern van de door het ISO gepresenteerde oplossing is dat zorgverzekeraars een goedkoop pakket creëren dat daarom aantrekkelijk is voor studenten. Voor de verzekeraar zelf zal het ook een lucratieve optie zijn, aangezien ze de zorg voor studenten dan gezamenlijk kunnen inkopen. Zowel de regering als de beide partijen zijn er nog niet over uit wat er nou daadwerkelijk gaat gebeuren. Daar staat tegenover dat 150 euro per jaar extra is opgenomen in de basisbeurs om de
studenten tegemoet te komen. Maar dit dekt nog steeds niet alle verhoogde kosten. Na alle toeslagen en beurzen ben je er nog niet. Veel mensen willen een aanvullende verzekering voor bijvoorbeeld tandartsbezoek en fysiotherapie. Deze aanvullende pakketten zijn niet nauwkeurig door de regering vastgesteld en de kosten hiervan kunnen dus flink oplopen. Afhankelijk van hoe de verzekeraars hier mee omgaan, zullen er mensen zijn die niet van de zorg gebruik kunnen maken die eigenlijk nodig is. Wat men door het nieuwe stelsel probeert te verhelpen lijkt onvermijdbaar. Er kan een tweedeling in de maatschappij ontstaan. Immers, mensen met geld kunnen zorg inkopen, terwijl chronisch zieken en ouderen, bij wie de portemonnee toch al niet zo goed gevuld is, minder mogelijkheden krijgen, omdat er alleen een basisvoorziening in de zorg is geregeld die voor iedereen hetzelfde is. De doelstelling ‘solidariteit’ lijkt ook niet gehaald. Vrije markt Een belangrijk speerpunt in het nieuwe zorgstelsel is het vrijgeven van de markt van zorgverzekeraars. Hierdoor moet de zorg klantgerichter worden. Het marktmechanisme zou bovendien moeten zorgen voor een meer passende prijs. ‘Betaalbaarheid’ komt hiermee dus terug. Door alleen het opengooien van een markt wordt deze betaalbaarheid echter niet bereikt. Daar BKTRENDS december 2005 31
Devankracht teamwork Dat maakt het werk van een market maker zo inspirerend! Je staat er nooit alleen voor.Wel krijg je meteen veel verantwoordelijkheid en een eigen fonds. Maar je maakt altijd deel uit van een team. Een succesvol team; al 18 jaar lang. Hoe word je een succesvol market maker en een goede teamspeler? Dat leer je tijdens de interne opleiding van 4 tot 5 weken. Daarnaast moet je een aantal eigenschappen hebben die niet aan te leren zijn: een competitieve geest, een resultaatgerichte instelling en een heel goed analytisch inzicht. Wij zoeken market makers; jonge, initiatiefrijke academici - liefst zonder (relevante) werkervaring - met een excellent cijfermatig inzicht.We verwachten een grote zelfwerkzaamheid want je blijft leren gedurende je
loopbaan binnen Optiver. Je moet hier zelf veel tijd en energie in steken maar er staat ook veel tegenover: Optiver biedt je de kans om jezelf te ontplooien binnen een professionele, internationale handelsorganisatie. Heb jij een sterke drive om te winnen en ben je niet bang om verantwoordelijkheid te dragen? Stuur dan een motivatie met curriculum vitae naar:
[email protected] Optiver handelt in derivaten, aandelen en obligaties vanuit het Amsterdamse hoofdkantoor en vanuit de filialen in Antwerpen, Londen, Chicago en Sydney. Kijk voor meer informatie op www.optiver.com
Optiver, afdeling Human Resources. De Ruyterkade 112, 1011 AB Amsterdam,T 020 - 5319000
Optiver zoekt market makers
moet de overheid de zorgverzekeraars een handje bij helpen. Ze hebben sturing nodig. De gevolgen zijn nieuwe regels, eisen en procedures. Er moeten nieuwe contracten worden afgesloten tussen zorgverzekeraars en instanties als ziekenhuizen en huisartsenpraktijken over behandelingen en vergoedingen. De huidige tariefstructuur van huisartsen, ziekenhuizen, verzekeraars en apotheken is zeer complex. De gemiddelde burger doet dan ook geen poging om het te begrijpen. De vraag is dus niet alleen hoe de burgers geïnformeerd kunnen worden over de verschillende soorten pakketten die er zijn. Maar hoe laten we het aanbod constant aansluiten op de markt? De consument moet telkens weer geïnformeerd worden over de aanpassingen. Men denkt dus aan een soort supermarktidee, de wekelijkse aanbiedingen van de zorgverzekeraar. Dit geldt dan voor de aanvullende verzekeringen. Probleem is echter dat men met de boodschappen wel dagelijks bezig is, maar met verzekeringen absoluut niet. Bovendien is een verzekering veel te complex om door middel van een supermarktconcept te verkopen. Om de doelstelling ‘toegankelijkheid’ te realiseren is het voor de verzekeraar dus
tijd voor een nieuwe marketing en verkoopafdeling en een bijbehorende grondige marketingcampagne. Voorzieningen Eigenlijk is men al met deze campagne begonnen. De burger moet eerst klaargestoomd worden voor een nieuwe verzekering. Ondanks het vele geklaag blijkt uit peilingen van juni dat bijna iedereen toch redelijk tevreden is over zijn of haar ‘zorgvuldig’ uitgezochte, huidige, verzekering. Vervolgens is er een flinke campagne tegen aangegooid om de burger te overtuigen van de verbeteringen die het nieuwe zorgstelsel biedt. Er blijkt hieraan al gemiddeld zo'n 54 euro belastinggeld per persoon te zijn uitgegeven. Dit bedrag blijft stijgen. Uit recent onderzoek is gebleken dat burgers de prijs, persoonlijke aandacht en de lengte van de wachtlijsten de belangrijkste aspecten van zorgverzekeraars vinden. Over de prijs valt te twisten, maar meer persoonlijke aandacht is er zeker. Bovendien heeft iedereen nu de kans van verzekeraar te veranderen of een ander pakket samen te stellen. Iets dat voorheen een administratieve rompslomp was. Tevens wordt beweerd dat de nieuwe manier van zorg inkopen de wachtlijsten zal verkorten, omdat er nu veel meer ‘zorgmarkten’ zijn. Een zorgverzekeraar kan bijvoorbeeld speciaal voor mensen met hart- en vaatziekten ziekenhuiszorg inkopen. Dit zal echter niet alleen bij de zorgverzekeraars liggen. Hans Wiegel, in zijn rol als voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland, zei ooit dat er nu allemaal paniek wordt gezaaid over het nieuwe stelsel, maar dat het uiteindelijk allemaal wel op zijn pootjes terecht zal komen. Belangrijkste winst van de ver-
nieuwing is dat het veel eenvoudiger wordt en dat een hoop overbodige regels en procedures uit het complexe tweeledige stelsel zijn gehaald. Dit is een zeer optimistische visie, maar misschien heeft hij wel gelijk. Verandering kost tijd en de Nederlander is gierig, kritisch en soms ook een beetje lui. De overheid, de zorgverzekeraars en de zorgaanbieders zouden hier rekening mee moeten houden. De drie doelstellingen solidariteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid hadden een goede insteek. De uitvoer laat echter nog te wensen over. Of de marktwerking in de nieuwe zorgwet een positief gevolg zal hebben, zal nog moeten blijken. Langzamerhand komen er concrete aanbiedingen en voorstellen van de verschillende zorgverzekeraars. Daarmee zal een deel van de onzekerheid onder de bevolking opgelost worden. Het bereiken van de drie doelen afzonderlijk is een realiseerbare opgave, maar allemaal tegelijk lijkt Mission Impossible.
Bron • www.denieuwezorgverzekering.nl • www.mijnopinie.nl • www.minvws.nl
BKTRENDS december 2005 33
De Verdieping BKTRENDS december 2005 34
Ondernemerschap Door Ringo Ossewaarde
Toen de grote Montesquieu (1689-1755) ons land, dat toen nog zo'n beetje in de Gouden Eeuw vertoefde, vereerde met een hooggeëerd bezoek, was hij weinig onder de indruk van die Hollanders. Hoewel de Nederlanden in die tijd tot de meest welvarende landen behoorden, de allergrootste kunstschilders schonken en af en toe zelfs een originele dichter aan de man brachten, kon dit volkje Montesquieu toch maar weinig bekoren. De Hollander werd wel oud, maar stierf, doorgaans op eerbiedige leeftijd, alvorens ook maar één goede daad te hebben verricht. De Gouden Hollander was bijzonder druk in de weer met zijn schepen, zijn handel en zijn kunsten en dan vooral voor zichzelf; voor zijn landje en voor zijn kerkje. Waar het hem (of haar) aan ontbrak, was vooral diepgang en inzicht, het gevoel voor traditie, voor taal en voor de eenheid van de wonderschone deugden. De Hollander was niet in staat om zichzelf te verloochenen, maar verkocht zijn ziel, als het tenminste wat opleverde. In Holland waren geen burgers, citoyens, te vinden. Een eeuw later sprak Victor Hugo (1802-1885) nog steeds van die kille, nuchtere, doodgewone Nederlanders. Volgens de grote poëet was het Nederlandse hart te weinig verbonden met het mooie, het juiste en het goede. Buitenlandse waarnemers waren niet altijd even vleiend als het ging om het karakter van de Nederlandse natie. Dit had alles te maken met het sociale feit dat Nederland bovenal een handelsnatie was. Als handelaren, kooplieden en buitenlui stonden Nederlanders niet bepaald bekend om hun edelheid, hun waardigheid of hun grootsheid. Zij waren bourgeois tout court. Zij dachten niet op intellectuele wijze, in overeenstemming met de tradities, maar waren goed in rekenen en hielden het zicht op de winsten en de pepers die voor het oprapen lagen. Zij handelden niet in overeenstemming met stokoude principes, maar grepen hun kansen, op ieder opportuun moment. Als er iets was waar de bourgeois een broertje dood aan had, dan waren het wel de deugden van het burgerschap, die zijn comfort in de weg stonden en die hem de weg van verlichting lieten bewandelen, die hij liever niet insloeg. Die Hollandse bourgeois, die niet goed kon denken, maar bijzonder op dreef was met zijn berekeningen, probeerde overal zo zijn voordeel uit te halen, zelfs uit de nadelen. Maar zonder de deugden stierf hij
alvorens een goede daad te hebben verricht. Bouwfraude en koehandel Het neoliberalisme, dat zijn langste tijd wel heeft gehad, heeft die plunderende bourgeois altijd verheerlijkt. Voor haar was de wereld niet de wereld van de grote Grieken en de machtige Romeinen, maar een markt. Die markt, zo meende het neoliberalisme, was als een geldgod. Tot aan de invoering van de euro was op die markt een gulden nog wel een daalder waard! Nog voordat het neoliberalisme was geboren, zongen alle socialisten en andere afvalligen in koor dat de markt geen heil brengt. “Weersta de verleiding”, zo sprak de sociaaldemocraat, “want het gif van de verboden markt produceert een verdorven hebzucht”. Denk aan de dubbele boekhoudingen van Ahold, het corruptieschandaal van Enron, de bouwfraude, het graaigedrag en bonusregelingen voor topmanagers: verdorvenheid. De neoliberale kerk verheerlijkt deze plundering van Rome door te verwijzen naar de wereldmarkten van bestuurlijk toptalent. De linkse kerk ziet vooral het werk van
Montesquieu (1689-1755)
de duivel, in de gedaante van de kapitalist. Montesquieu oordeelde over ons Hollanders, maar niet als neoliberaal en ook niet als sociaaldemocraat. Zijn conclusie was dat de Hollanders tekort schoten in hun burgerschap. De bourgeoisie hollandaise had haar vizier niet gericht op de res publica. Zij handelde liever in spiegeltjes en kraaltjes dan dat zij politieke conflicten uitvocht in de fora. Zij zat liever thuis met moeder de vrouw dan dat zij politieke en morele discussies aansneed met medeburgers. Voor de bourgeois was het bedrijven van politiek een noodzakelijk kwaad - niet de weg tot zelfverwezenlijking, niet de weg om de eigen persoonlijkheid te vormen - om een grote meneer te worden. De bourgeois vond zijn heil, zijn ziel en zaligheid, niet in de politiek of onder het publiek, niet in de vrijheid als burger, maar vooral thuis, met het eigen gezin, het eigen clubje, de eigen kerk, de eigen partij of de eigen stam. Politiek was voor hem slechts een middel en beslist geen doel op zich – de oude wijze Aristoteles, Montesquieus voorbeeld, zou zich in zijn graf omke-
als burgerschap ren. Sterker nog, politiek was voor hem helemaal geen gevecht over conflicterende waarden, beginselen, wereldbeelden en belangen, maar vooral een instrument, als geld, waarmee je handel kon bedrijven. En zo werd politiek koehandel.
Ondernemers Het is dan ook beslist onrechtvaardig om het ondernemerschap aan te duiden als een kwaad of als een middel tot zelfverrijking of hebzucht. Hoewel ongetwijfeld sommige ondernemers zeer hebzuchtig zijn, volgt daaruit nog niet dat het nastreven van winsten als ondernemersdoel, dé norm is van het ondernemerschap. Integendeel, ondernemerschap moedigt creativiteit, ontwikkeling, ontdekking en assertiviteit aan. Daarmee kunnen zij van hun idealen werkelijkheid maken. Ondernemers worden geïnspireerd door uitdagingen. De welvaart die ondernemers dan ook genereren, is bovenal gebaseerd op menselijk kapitaal – op de creatieve vermogens, moed en inzicht van ondernemers. Door dit intellectuele eigendom of culturele kapitaal wordt ondernemerschap mogelijk gemaakt; worden ondernemers in staat gesteld om marktkansen te zien; te handelen op basis van hun inzicht; te organiseren op basis van een gemeenschappelijk doel en te voorspellen
wat de behoeften zijn van anderen. Ondernemerschap als burgerschap betekent dat ondernemingen als werkgemeenschappen worden georganiseerd die hun plaats vinden binnen een grotere gemeenschap, als deel van het grotere geheel dat innerlijke beschaving kan worden genoemd. Indien een onderneming als werkgemeenschap functioneert, dan betekent dit dat ondernemers, managers en medewerkers zelf hun eigen gedrag van binnenuit in de gaten kunnen houden en kunnen sturen naar het hogere doel van de grotere gemeenschap, zonder tussenkomst van de politie of FIOD. Ondernemerschap als burgerschap betekent dat het doel van business niet simpelweg het maximaliseren van de buit is, maar vooral het sturen van een onderneming naar hogere beschavingsdoelen, in dienst van anderen, door het creeren van nieuwe arbeidsplaatsen en nieuwe welvaart, de ontwikkeling van creativiteit en het verlenen van diensten aan klanten en investeerders. De winsten zijn de stok achter de deur. Ze zorgen ervoor dat er geen schaarse middelen worden verspild. Maar een werkgemeenschap van creatieve, kritische en vaardige medewerkers die kundig genoeg zijn om praktisch te oordelen en verantwoordelijke besluiten te nemen, maakt een gemeenschappelijke onderneming pas tot een echt succes.
Bron • Michael Novak (1996), Business as a Calling: Work and the Examined Life, New York: The Free Press • Montesquieu (1949), Oeuvres Completes, Paris: Gallimard, Tome I, pp. 862-874
BKTRENDS december 2005
Zelfontwikkeling Mogen we van koopmannen, handelaren, ondernemers, winkeliers en managers dan echt geen goede daad verwachten? Is Nederland nu werkelijk gedoemd onder het eigen juk van de bourgeoisie? Aristoteles en Montesquieu zouden niet langer bestudeerd te hoeven worden als dat waar zou zijn. Maar dat is goddank niet het geval. Er is hoop, veel hoop. Het beeld van de ondernemer als bourgeois, rechtsom bejubeld en linksom verketterd, is niet bepaald waarheidsgetrouw, maar vergiftigd met de nare smaak van ideologie. Het beschavingsoffensief tegen de barbaren waar wij vandaag voor staan, bestaat niet uit de verheerlijking van de bourgeois, van ons burgerlijk fatsoen, van onze normen en waarden of van ons comfort. Zij bestaat ook niet uit de terroristische aanslag op de bourgeois uit naam der gerechtigheid. Zij bestaat uit de wederopstanding van de burger uit de bourgeois. Ondernemerschap als burgerschap betekent bovenal dat de ondernemer (of manager) een publieke voorbeeldfunctie weet te vervullen vanuit zijn ondernemerschap, als de ingeslagen weg naar een hoger doel. In zijn Business as a Calling geeft de Amerikaanse socioloog Michael Novak aan dat ‘de ondernemer’ een identiteit is die wordt gedefinieerd door het doorzettingsvermogen waarmee wordt getracht om een betekenisvol bestaan op te bouwen. Ook noemt
hij de capaciteit om die identiteit te vermengen met het werk dat door ondernemers wordt verzet. Ondernemers, zo stelt Novak vast, hebben veel meer ambitie dan het dienen van mammon (winst maken). Zij willen bovenal zichzelf ontwikkelen, in alle vrijheid, door het zelfbestuur van het vrije ondernemerschap, waarin zij hun eigen initiatieven, creativiteit en spontaniteit de vrije loop laten. Ondernemers vullen hun bestaan niet met gelden, omdat zij hierdoor hun bestaan als leeg en zinloos ervaren. Ondernemers geven er de voorkeur aan om hun bestaan te vullen met daden, voor zichzelf, maar ook voor anderen.
35
De meeste mensen zien een ingenieur.
Wij een veelzijdige manager. Als je een exacte studie afrondt, ligt een loopbaan in de techniek of wetenschap eerder voor de hand dan een carrière in de financiële dienstverlening. Toch is dat laatste een kleinere stap dan je denkt. Bij ING kijken we namelijk anders naar studies
Het ING Talent Programme is een traineeship voor academici en kent maar liefst zes verschillende startrichtingen. Het is een driejarig programma voor studenten die zichzelf én hun talenten verder willen ontwikkelen.
ING Talent Programme
Voor het ING Talent Programme zoeken we veelbelovende starters met hooguit twee jaar werkervaring. Alle academische studierichtingen (master) zijn welkom. Ontdek je mogelijkheden op:
ING is een internationaal, financieel concern dat actief is in ruim zestig landen. Wereldwijd biedt ING producten en diensten op het gebied van
en de ‘traditionele’ carrières die daarbij horen. Bij ons kan een ingenieur bijvoorbeeld uitgroeien tot een projectleider. Of tot een veelzijdige manager bij een van onze bedrijfsonderdelen.
bankieren, verzekeren en vermogensbeheer. Altijd klantgericht en pro-actief in hun aanpak: dat is wat onze 115.000 medewerkers wereldwijd kenmerkt en dat is ook wat ING maakt tot een uitstekende plek om een professionele toekomst
www.recruitment.ing.nl
op te bouwen.
@# 36
Van de nieuwe voorzitt er Niet lan g mij is d meer en het m at hét m oment is daar: oment tiviteite waarop ‘ n weer het ein Last Christmas aantred maande de van en. Gee n. Hier het jaa ’ van Wham ve n enkele zal 200 r in zic 5 zeker p e r ht is en rschijnt weer io de van geen uit Voordat op de r dat de h e z t o j ndering ik bego a a n aan m hebben op vorm ar kent zovee traditionele ein dio. Voor l tradit ijn inwe van Str en. dejaars ie e r s ack s Stress. s. Echte p als de la Zo r, zoals eriode als kan atste tw didaats het huid blijkt dat ook zo vaak ee bestuur ig k Stress n der dac iet vies rijg je in een uit de v e bestuur de ht ik al d ‘Club v ijf ouds e an 5’ op is van traditie ergelijke per te bedr Nyenro iode ee en aardig bee s. Wij h ijfskund bezoek de, Rot ld te n heel adden a ige stud terdam in Ensc vier uit andere ls kand hede. D ieveren en Ensc nodigt k ij id e k op ig h a o ede. Eé atsbest ‘Club v ingen. D m Wannee an 5’ is u nv ez r het ga een dag naar een clu ur samen met haar sta an de traditie e zijn afkoms at om t Tijdens b same t s van d radities d te ko het bor ngesteld eze clu ig uit Groning men. van de re met de b is dat en, Ein ‘Club v ze hand len is het de d e hov a lk n b e veren edoelin gedronk 5’ kan ik jes iem iging de en, g da en an n andere dat het d de 'droge' ha wordt. Hierdo t het glas in d iet om de zog enaamd or word n glas in e linker één kee d kan schudd e t h er een a e ‘ B n e uf d n droge en. Wo r leeg m volgend rechter wordt vastgeh falo’ heen. rdt o glas te hand be ouden e wachte et. Dit moet u er toch met d h n dat oude er n. iteraard Ik hech wel me echterhand ge n zodat men n ook tv t de lin og netd r als stud eel waarde aa o n ken, kerhand n en gebeure dan is de stra aanspre t, continu bez tradities, maa f n, ande rd ek ig rs staat insteek t. Ik heb bijvo te zijn met ve esondanks be n ik van orbeeld van de randerin nieuwe mening menig s gen. ‘S gericht rec tilstand .M d tu is achte at het ook bela den kun ijn advies luid tor magnificus dent horen ze r g ngrijk is u t dan o t aanpa g d itg e h n dat z r. Zij ok: Vre kken. om, e niet p ang’ is een m es dit n m. Zijn instee otto da o s it ie iet, ma k zou te f t s Graag z t mij a an tege ar zie h technis ou ik m nover d et als e ch zijn ijn lof w introdu e e n e n uitdagin il ctie en g die je niet studentde man len uitspreken niet da met be ier waa o t wij, a v e r h ide han et Stres ro ls bestu verbete sbestuu ur 2006 p ze gezelligh ringen r van 2 eid cre , daarm aanbren gen en 0 ë 0 erden, ee klaa 5 . gen. On zo doelg V o o ra vond ik r zij ze visie erichte creatie een gro l hun aanpak is om m n. Ook wij he rm fe t ot succ bben gr eer div maken. n hecht team, ensen te bere es. Maa ijdens de ersifica ootse p iken. H dat er s r v t la erw ie n e nen en te t amen m willen g acht et jullie bestuur 2006 is brenraag een mo Ik wens een oi jaar iederee van gaa n fijne Geniet t ker va ‘Last C n de mooie tra stdagen en ee hristma n d it m ies die s’ maar de kom ooie jaarwisse komen! ende tij li d te bie ng toe. den hee ft. Laat Met vrie ndelijke groet,
Danny W e Voorzit mmenhove ter Bes tuur 20 06
StresSMS: sms 'service stress aan' naar
4999
Deze dienst is geheel gratis en je ontvangt gegarandeerd geen reclame van andere partijen
BKTRENDS BKTRENDS december 2005 december 2005
Stress heeft voor al haar leden een nieuwe informatiedienst. Op je mobiele telefoon kun je onder andere gratis de volgende informatie ontvangen: • sluiting boekbestelperioden • sluiting inschrijfperioden voor tentamens
3737
De Eindstreep
Management van technologische kennis Door Lennart Knot Het brede karakter van de studie Technische Bedrijfskunde was voor mij destijds een van de redenen om voor deze studie te kiezen. Eenmaal toe aan het zoeken haar een afstudeeropdracht heb ik mij wederom breed georiënteerd, maar wel met een voorkeur voor een internationale werkomgeving. Mijn interesse hiervoor was gewekt door de ervaringen die ik heb opgedaan met het organiseren van een studiereis naar China en ook door een stage in Indonesië.
De opdracht Via een oproep heb ik uiteindelijk een opdracht gevonden bij de afdeling Research & Development van Shell Exploratie en Productie. Deze divisie houdt zich onder meer bezig met het zoeken en produceren van olie en gas. De overheersende rol van technologie binnen deze organisatie was voor mij een reden om te kiezen voor deze opdracht. Ook met het internationale karakter zat het wel goed. Binnen mijn team van zes mensen waren maar liefst vijf verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd.
BKTRENDS december 2005
Het team waarmee ik mijn opdracht uitvoer richt zich op het vergroten van de toepassingsmogelijkheden van technologieën die zowel binnen de eigen afdeling, als daarbuiten ontwikkeld worden. Het blijkt dat ontwikkelde innovaties op het gebied van exploratie en olie- en gaswinning bij Shell niet altijd zodanig in de praktijk worden toegepast dat ze het meeste opleveren. De toepassing van technologieën komt in veel gevallen langzaam op gang of vindt slechts op beperkte schaal
38
plaats. Het is juist de bedoeling dat de technologieën op zoveel mogelijk locaties worden toegepast; locaties waar deze technologieën van grote waarde kunnen zijn. Eén van de oorzaken van het bovengenoemde probleem is dat mensen simpelweg niet op de hoogte zijn van het bestaan van een technologie. Daarbij kan het voorkomen dat men de technologie wel kent, maar de mogelijkheden en toepasbaarheid niet. Mijn onderzoek heeft zich toegespitst op de vraag hoe de bekendheid vergroot kan worden door het gebruik van een online informatiedienst. Een informatiedienst distribueert ‘informatiegoederen’ van producenten naar gebruikers. Een dergelijke dienst kan gebruikt worden om vraag en aanbod van informatie met elkaar in balans te brengen, gebaseerd op de waarde die de informatie heeft voor de eindgebruiker. Binnen het kader van mijn opdracht bestaat deze waarde uit de toegenomen of afgenomen kosten door het gebruik van de nieuwe technologie.
Richting een oplossing Tijdens mijn onderzoek heb ik eerst gezocht naar een geschikte methode voor het ontwerp van een informatiedienst. Vervolgens heb ik dat ontwerp toegepast op verschillende situaties in het bedrijf. Tijdens de toepassing heb ik een analyse gemaakt van de gereedschappen en activiteiten die gebruikt worden om kennis van nieuwe technologieën te delen. Vervolgens heb ik bepaald wat de belangrijkste vereisten zijn voor een informatiedienst die dit proces moet ondersteunen. Dit heb ik tenslotte gebruikt om een conceptueel ontwerp te maken. Het einde nadert… Het afstudeerproject is voor mij een belangrijke en leerzame ervaring geweest. Het onderzoek is niet altijd even vlot verlopen. Voornamelijk in de beginfase was het zoeken naar een goede afbakening. Het opzetten van een onderzoek zou daarom naar mijn mening wat uitgebreider aan bod mogen komen binnen de opleiding. Aan de andere kant zijn er veel aspecten van mijn studie geweest die ik in de praktijk terug heb kunnen zien. Al met al ben ik blij dat ik de kans heb gekregen om binnen een organisatie als Shell kennis te maken met het managen van een Research & Developmentproces. Ik weet zeker dat deze kennis en ervaring van pas gaan komen als straks het studentenleven voorbij is en het echte werk gaat beginnen!
je inzicht en talent inzetten voor een goede zaak.*
Inhouse-dag voor innovatieve studenten 12 januari 2006 Rotterdam Bij PricewaterhouseCoopers gaan we uitdagingen niet uit de weg. De kans om dat te laten zien, krijg je tijdens onze inhouse-dag voor studenten (technische) bedrijfskunde, bestuurlijke informatiekunde, informatica, econometrie, economie of wiskunde. We nodigen je daarom uit om je kennis en talent in te zetten voor De Slinger, een organisatie die zich sterk maakt voor een positieve samenleving. Je werkt met onze Systems and Process Assurance experts aan aansprekende voorbeelden uit de praktijk. Meld je aan door je cv vóór 12 december te mailen naar
[email protected]. Neem voor meer informatie contact op met Patty Vulto, (030) 219 40 86 of kijk op www.pwc.nl/careers (zie activiteitenkalender).
TM
*connectedthinking ©2005 PricewaterhouseCoopers. Alle rechten voorbehouden.