oorgezaagd
Tilburg WBS-werkplaats
Lessen uit de zesde stad van Nederland
1
Inhoud
2
1 3 9 10 18 19 23 30 31
Inleiding De Kloof De stadsdichter Tilburg Inside Out Een simpele bewoner T-blogs De verbeelding aan de macht? Friedberg blues Zaagsel
WBS-Werkplaats ◆ Sanae Akka ◆ Mustafa Andas ◆ Gustaaf Haan ◆ Hayte de Jong ◆ Nora Kasrioui ◆ Carine Lacor ◆ Martin Mevius (projectleider) ◆ Rachel Moolenaar ◆ Zita Schellekens◆ Ad van der Stok ◆ Michel Vols ◆ Jurjen Fedde Wiersma Postadres ◆ Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam Bezoekadres ◆ Wormerveerstraat 15, Amsterdam Tel 020 5810880, Fax 020 3868479
[email protected] www.wbs-werkplaats.nl De Werkplaats is een initiatief van Wiardi Beckman Stichting [www.wbs.nl] BKB [www.bkb.nl] Vormgeving: Marcel Bakker, De Ontwerperij Druk: EPS, Amsterdam
Tilburg Doorgezaagd
Lessen uit de zesde stad van Nederland
Wij zijn de WBS-Werkplaats. De WBS-Werkplaats is gevestigd in het penthouse van een karakteristiek oud schoolgebouw in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt. Sinds 1 mei 2006 is die ingericht als broedplaats voor progressieve beleidsvoorstellen. We zijn met elf studenten en pas afgestudeerden. We onderzoeken maatschappelijke trends en vraagstukken. We ontwerpen veranderingsstrategieën en werken plannen en ideeën uit tot werkbare politieke voorstellen. We reizen als detectives Nederland af op zoek naar ‘wat werkt en inspireert’ en naar ingrediënten voor de progressieve agenda. Deze verwerken we in maatschappelijke analyses, verkenningen, plannen en politieke voorstellen. Om te beginnen hebben we een boekje geschreven. Dat ligt nu voor u. Het is het resultaat van een driedaagse zoektocht in Tilburg. Van 6 tot en met 8 juni 2006 legden wij ruim veertig werkbezoeken af in de, qua inwonertal, zesde stad van Nederland. Met herberg Het Wapen van Tilburg als warme thuishaven en de fiets als vervoermiddel bezochten we een dwarsdoorsnede van de stad. Van hoogleraren tot bewoners in de Kruidenbuurt, van voetbalvereniging Olympus tot burgemeester Vreeman, van coffeeshopeigenaren tot kunstenaars, we spraken ze allemaal en stelden de vraag: wat leert Tilburg ons over Nederland? Ons doel was in korte tijd inzicht te krijgen in de problemen die leven in een typische Nederlandse stad. We wilden in Tilburg inspiratie opdoen voor ons landelijk onderzoek. Kan het doorzagen van een grote Nederlandse stad vragen opleveren waar we ook landelijk mee aan de slag kunnen? Dat lijkt het geval. Een terugkerend thema was de verhouding tussen politiek en burger. In de discussie over De Kloof is de conclusie vooral dat een politicus gekleed in rood windjack zo veel mogelijk de markt of de straat op moet om ‘dichter bij de mensen te staan.’ Maar in Tilburg lijkt eerder dat De Kloof wel groter mag. Bestuurders moeten meer ruimte laten aan de actieve vrijwilligers die tussen ambtelijke instanties en de mensen staan. Zij ontplooien initiatieven die nu vaak gesmoord dreigen te worden door onoverzichtelijke bureaucratische processen. In de drie artikelen die de kern vormen van dit boekje, over De Kloof, insiders en outsiders en onderwijs in Tilburg, gaan we hier op in. Verder willen we een impressie geven van ons bezoek. Citaten van Tilburgers, een selectie van de door ons in Tilburg geschreven weblogs, en gastcolumns van drie buitengewone Tilburgers geven een beeld van drie dagen Tilburg.
1
ans d’Olivat, Tilburg CowBoy: “Tilburg is een 06-stad, iedereen kent en belt elkaar.”
Gerr 2
De kloof moet groter of: de kracht van de middenvelder
rit Poels: “Waarom is een mens tegenwoordig op aarde? Om zijn vaste lasten te betalen!” Door Hayte de Jong — De Kloof. Het is een containerbegrip dat de gemoe- 3 deren in politiek Nederland bezig houdt. Vooral na de Fortuyn-revolutie tuimelden de politici en bestuurders over elkaar heen om hun schande uit te spreken over de vervreemding van ʻDe Politiekʼ en het gebrek aan kennis onder politici van ʻwat er leeft onder de mensen.ʼ De politiek moest weer begrijpelijk worden, politici moesten klare taal gaan spreken en naar de burger luisteren. Ook in Tilburg gaan politici weer de straat op in een poging om in contact te komen met de burger. In het bijzonder zoekt de Tilburgse PvdA-wethouder Jan Hamming actief de burgers in de wijk op en treedt met hen in contact. Hoewel dit in veel gevallen positieve reacties oplevert bij de burgers, heeft de wbs-Werkplaats ook de keerzijde van de pogingen tot direct contact met de burger gezien. Deze keerzijde doet de vraag rijzen of de kloof altijd slecht is en of er wellicht zaken in het ʻkloof-debatʼ over het hoofd worden gezien.
De Kloof In kranten en op televisie wordt het debat, ook onder de politici en bestuurders, gedomineerd door twee vooronderstellingen: 1) De Kloof is niet goed. 2) De Kloof is te dichten door meer direct contact met de burgers. De bovenstaande vooronderstellingen hebben het huidige politieke debat een beslissende kant opgestuwd. Politici en bestuurders doen er momenteel alles aan om ʻin contact te komen met de burgerʼ, om ʻte luisterenʼ en om ʻte weten wat er speelt in het land.ʼ Concreet vertaalt zich dit in het debat over democratische vernieuwing en de oprichting van De Nationale Conventie en het Burgerforum Kiesstelsel. Institutionele aanpassingen en veranderingen in persoonlijke politieke stijl worden gezien als sleutel tot het dichten van De Kloof tussen burger en politiek. Hiermee wordt echter de aandacht gevestigd op de verkeerde oplossingen voor een slecht gedefinieerd probleem. Na verschillende gesprekken in Tilburg is ons gebleken dat bewoners zich in eerste instantie druk maken om wonen, werk en opvoeding. Zij maken zich niet druk over hoe vaak een politicus of bestuurder hen aanhoort of langskomt. Zodra de overheid de publieke dienstverlening op orde heeft, is de onvrede bij de burger al voor een deel weggenomen. Di-
Naam: Pater Gerrit Poels Middenveld: brengt brood rond bij arme Tilburgers Zegt: ‘Er vallen niet alleen meer mensen uit de boot dan vijf jaar geleden, ze vallen bovendien definitiever.’
Gerrit Poels: “Maar ze weten me wel te vinden hoor, de politici. Dan belt zo’n wethouder va
4
recte actie wordt op prijs gesteld. Om in lulkoek-bingo termen te blijven: een hands-on mentaliteit wordt gewaardeerd.
Keerzijde De keerzijde van de ʻMethode Hammingʼ is het veelgehoorde kritiekpunt van ʻveel beloven, weinig klaarspelen.ʼ Over het algemeen is er in Tilburg veel waardering voordedoordebuurtenfietsende Hamming en zijn pogingen om dicht bij de burger te staan. Het probleem is echter het wekken van valse hoop. Burgers kregen bij een bezoek van Hamming de indruk dat problemen op korte termijn opgelost worden. Als dit door de weerbarstige ambtelijke en politieke praktijk langer op zich laat wachten dan gedacht, wordt De Kloof alleen maar groter. De kern van het probleem ligt in het feit dat de burger weinig inzicht heeft in het reilen en zeilen van het gemeentelijke overheidsapparaat. Dit feit, in combinatie met een wethouder die zich veel laat zien, zorgt voor de verwachting dat problemen met één druk op de knop verholpen kunnen worden. Duidelijk is dat dit de consequentie is van een politicus die dicht bij de burger wil staan. Zolang een wethouder niet in een blauwe cape loopt en een grote ʻSʼ op zijn borst draagt, is het uitgesloten dat hij of zij alle problemen meteen kan aanpakken. De wethouder kan het in dit geval gewoon nooit goed doen. Te weinig afstand wekt verwachtingen, te veel afstand komt regentesk over.
Middenvelders Tussen politiek en burger staat echter een derde partij: de middenvelders. Hardwerkende vrijwilligers. Ongebonden individuen, die in zeer direct contact staan met het bestuur en met de burgers in de wijken en die het vertrouwen genieten van buurtbewoners. Deze individuen kunnen in dienst zijn bij bijvoorbeeld een wijkcentrum, zorginstelling of als buurtregisseur. Mensen die met hun poten in de klei staan, om het zo te zeggen. Met middenvelders bedoelen wij niet de grote maatschappelijke organisaties die in de jaren ’80 en ’90 veel overheidstaken hebben
Naam: Mirjam Antonise Middenveld: voorzitster klankbordgroep Uitvindersbuurt Zegt: ‘Hoe hoger, hoe leuker: dan kan ik er tenminste lekker tegenaan schoppen.’
an Financiën op of ik misschien een bepaald gevalletje voor hem kan regelen.”
overgenomen. Het gaat ons om de individuen. De term ʻmiddenveldersʼ is een verwijzing naar het voetbal. In het voetbalspel zijn de middenvelders immers ook onmisbaar. Zij verbinden de aanval met de verdediging en slaan, daar waar nodig, bruggen tussen de linies. Zonder de middenvelders heerst er een gapend gat tussen aanval en verdediging, of tussen burger en politiek. Deze middenvelders zijn lang onzichtbaar gebleven in het ʻKloof-debatʼ. Waar de politiek veel naar zichzelf en de burger gekeken heeft, is zij de middenvelders vergeten als sleutel tot succes. De wbs-Werkplaats heeft in Tilburg verscheidene middenvelders gesproken, die elk hun eigen plek in de wijk hadden en in direct contact stonden met burgers. Door hun ongebonden status genieten zij veel vertrouwen van de wijk. Het ʻPremie op Actieʼ plan, een Tilburgs programma waarbij actieve middenvelders en burgers beloond worden voor hun inspanningen en actieve houding in de wijk, is een goed voorbeeld van hoe de middenvelders hun positie versterkt zien worden. De beloning betreft geld om speciale projecten voor de wijk op poten te zetten. Dit kan variëren van een buurtfeest tot een nieuwe wipkip in de speeltuin. Tilburg maakt met dit project dus ruimte voor de middenvelders en geeft hen meer verantwoordelijkheid. Hamming en het nieuwe gemeentebestuurzijnhiermee op de goede weg. De wbs-Werkplaats merkte dat de klassieke en veel gehoorde uitspraken over politici (ʻzakkenvullersʼ, ʻbeloven te veelʼ en ʻonbetrouwbaarʼ) ook in de wijken van Tilburg worden gebezigd en dat politici, hoewel ze ʻde straat op gaanʼ, een verborgen partijpolitieke agenda wordt verweten. In Tilburg kwam daarnaast duidelijk naar voren dat deze middenvelders enige ruimte nodig hebben om te handelen. Iedere wijk is anders, de problemen zijn anders en de oplossingen zijn anders. Kortom: geef de middenvelder de ruimte en sla initiatief niet dood door de middenvelders te vermoeien met eindeloze vormen van verantwoording en
5
Philomeen Sneiders, Missie Centrum Tilburg: “Bij de gemeente en het maatschappelijk we
Wanneer je echter langer in iemand inve 6
rapportage. Dit is in veel gevallen de doodsteek voor effectief ingrijpen bij problemen.
Tilburgse touwtjes We spraken in Tilburg met een aantal mensen in brugfuncties, die de touwtjes van Tilburg aan elkaar knopen. Eén daarvan was Mirjam Antonise, voorzitster van de klankbordgroep in de Uitvindersbuurt, een orgaan dat de bewonersbelangen vertegenwoordigt tijdens de herstructuring van deze wijk, en winnares van de Solidariteitsprijs 2006. Als voorzitster is ze de drijvende kracht binnen de klankbordgroep, en zorgt ze ervoor dat gemeentelijk beleid en de belangen van de burger bij elkaar komen. “Bewoners verwachten het misschien niet, maar we kunnen best wat bereiken. Ik zeg altijd maar: hoe hoger en belangrijker, hoe leuker; dan kan ik er tenminste lekker tegenaan schoppen.” Communicatie is haar stokpaardje, en te vermoeien lijkt ze nauwelijks. “Hoe ik de mensen bereik? Desnoods ga ik alle deuren langs. Ik ben wel eens in een weekend een paar honderd adressen afgegaan, stuk voor stuk aangebeld.” Antonise zou voor dit vrijwilligerswerk absoluut niet betaald willen worden door de gemeente of een politieke partij. “Mensen hebben een groot gebrek aan vertrouwen in politici en alles wat daarbij hoort. Tegen mij zijn de bewoners wel eerlijk, omdat ik zonder dubbele agenda naar ze luister en me voor ze inzet. Bovendien: wie betaalt, bepaalt. En dat zou de dood in de pot zijn.” Philomeen Sneiders van het Missie Centrum Tilburg (mct) is ook een typische middenvelder. Zelf noemt ze zich het ʻvangnetjeʼ van Tilburg: dat wat de hulpverleningsorganisaties, het maatschappelijk werk of de sociale dienst laten liggen, uit onwetendheid of onvermogen, komt bij haar terecht. “Er zijn zoveel instanties, mensen raken het overzicht kwijt.” Ze komen bij het mct voor advies, hulp of gewoon een luisterend oor. “Bij de gemeente en het maatschappelijk werk gaat het om scoren: zoveel mogelijk mensen ʻbemiddelenʼ. Wanneer je echter langer in iemand investeert en uitgaat van persoonlijke dromen en mogelijkheden boek je veel meer succes.” Ook ʻTanteʼ Marga, beheerder van buurthuis de Union in de Kruidenbuurt, gaat graag uit van de dromen en mogelijkheden van kinderen én hun ouders. In haar buurt wonen veel gezinnen die te maken hebben met werkloosheid, criminaliteit en schooluitval. Problemen die van generatie op generatie worden doorgegeven, waardoor de jongeren een uitzichtloze toekomst tegemoet gaan. In de Union kunnen kinderen tekenen
Naam: ‘Tante’ Marga Middenveld: beheerder van buurthuis de Union, Kruidenbuurt Zegt: ‘De jongeren kunnen hier spelen, maar leren ook wat discipline is.’
erk gaat het om scoren: zoveel mogelijk mensen ‘bemiddelen’.
esteert en uitgaat van persoonlijke dromen en mogelijkheden boek je veel meer succes.” en spelen, maar leren ze ook discipline. De bedoeling is ze zo voor te bereiden op het werken in de maatschappij. “Bijna alle jongeren hier zijn al met de politie in aanraking geweest. Ze kunnen waanzinnig snel een fietsslot openbreken. Maar daar krijg je geen werk mee, en word je wel voor gearresteerd. Wie geeft ze dan nog een stage? Daar doen wij ons best voor.” Voor de gemeente zijn deze jongeren vaak slecht te bereiken. Door de gespannen verhouding met de politie is het wederzijds vertrouwen bovendien ver te zoeken. De Union zoekt op eigen initiatief samenwerking met bedrijven, en lobbyt zo voor stage- en werkplaatsen. “Ik stuur niet zomaar jongeren naar bedrijven toe. Pas als ze hier hebben bewezen verantwoordelijk en serieus genoeg te zijn probeer ik ze in contact te brengen met een werkgever. En dan sta ik ook voor die jongere in.” Pater Gerrit Poels is 77 jaar, en brengt elke nacht brood rond bij meer dan 150 gezinnen door heel Tilburg. Hij maakt zich erg kwaad over de ʻonverschilligheid en pietluttigheidʼ die vandaag de dag gemeentelijke en landelijke organisaties kenmerkt. Er zijn zoveel regels, dat mensen door de bomen het bos niet meer zien. “Er vallen niet alleen meer mensen buiten de boot dan vijf jaar geleden, maar ze vallen bovendien definitiever.” Subsidie wil hij niet. “Ik heb zoveel opgezet in mijn leven, en zo gauw er subsidies bij kwamen kijken, sloeg de verloedering snel toe. Je slagvaardigheid gaat eraan. Ik zou er meteen mee stoppen.” Goed communiceren en vertrouwen uitstralen; deze middenvelders hebben de belangrijkste instrumenten duidelijk onder de knie. Want contact maken is één, maar daarin ook succesvol zijn en de juiste conclusies uit trekken, is weer iets heel anders. Door de bovenstaande voorbeelden worden de voordelen van middenvelders ten opzichte van politici en bestuurders duidelijk: middenvelders weten op gelijk niveau met de burgers te communiceren en genieten eerder vertrouwen omdat hen geen verborgen politieke agenda wordt verweten.
7
Naam: Philomeen Sneiders Middenveld: vrijwilliger bij Missie Centrum Tilburg Zegt: ‘Wanneer je langer in iemand investeert en uitgaat van persoonlijke dromen en mogelijkheden, boek je veel meer succes.’
m Antonise: ‘Hoe hoger, hoe leuker: dan kan ik er tenminste lekker tegenaan schoppen.’
8
Afstand politiek – burger Er is een derde partij die zich tussen de burger en politiek plaatst. De afstand politiek-burger wordt hierdoor minder relevant. Waar het nu om gaat, zijn twee relaties: burger-middenveld en middenveld-politiek. Wanneer beide relaties goed zijn en er vertrouwen tussen de partijen is, kan iedereen zich bij zijn of haar leest houden. Politici en bestuurders kunnen besturen en lange termijn visies ontwikkelen, middenvelders vertalen beleid in actie en kunnen daar waar nodig sturen, en burgers hoeven niet het werk te doen van politici. Verscheidende voorbeelden uit Tilburg tonen aan dat deze formule werkt. Er is een verschil tussen ʻbij de burger op schoot zittenʼ en ʻkennis nemen van wat er speeltʼ. Om juist beleid te formuleren, dienen politici uiteraard op de hoogte te zijn van problemen en knelpunten. Echter, politici doen er goed aan om in het tweede stadium, dat van uitvoering van beleid, ruimte te laten aan de middenvelders. Het ʻPremie op Actieʼ plan in Tilburg is hier een goed begin van, maar zou verder uitgebouwd kunnen worden door meer zaken aan de middenvelders toe te vertrouwen.
Conclusie De Kloof moet groter worden om ruimte te bieden aan de middenvelders, zo luidt ons credo. Politici en bestuurders moeten beseffen waar hun kracht ligt en waar zij goed in zijn: besturen, langetermijnvisies ontwikkelen en geïnformeerd zijn over problemen. Middenvelders moeten het vertrouwen van politiek en burgers krijgen om te handelen naar goeddunken, zonder dat zij daarbij worden belet door eindeloze ʻverantwoordings-ellendeʼ. Burgers moeten vertrouwen hebben in de vergezichten van de diverse politici en beseffen dat de middenvelders het beste met hen voorhebben. Vertrouwen en doen waar je goed in bent, zijn dus de basis van het bovenstaande betoog. Geef de middenvelders de ruimte. Leve de middenvelders!
Stadsdichter doet Tilburgeringscursus
Nick J. Swarth is dichter, publicist, performer en illustrator. Sinds september 2005 is hij stadsdichter van Tilburg.
Ik vroeg de vuilnisman naar het laatste nieuws uit mijn stad, hij die overal komt en alles hoort. Hij stond tussen barstende containers en troep en zweeg en zwoegde voort. Zo klinken de tamelijk geniale openingregels van één van zijn stadsgedichten (‘Vertel, vertel’). Ook het zelfs op papier swingende Dans de Orang Tilbo, dans de Willem II, schud je schriele bats, doe de Typisch T, mag hier niet onvermeld blijven. Als stadsdichter lijkt hij de aangewezen persoon om de Tilburgeringscursus te doen, die de wbs-Werkplaats tijdens de Tilburg-city scan in allerijl ontwikkelde. Een lijst essentiële vragen die de ins en outs van Tilburg bloot moet leggen. Ook Nick draagt zijn steentje bij: Wat kan Nederland van Tilburg leren? Nederland kan van Tilburg leren hoe mooi het is om lelijk te zijn. Wat is het grote geheim van Tilburg? Het geheim van Tilburg is dat het zijn stedenbouwkundige lelijkheid nooit zal kunnen overwinnen. Een bevrijdend gevoel voor wie vertrouwd is met wanstaltigheid. Leg je erbij neer en laaf je aan die bittere eindeloze bron van inspiratie. Wat is de Betuwelijn van Tilburg (groot, geldverslindend en onnodig)? Het beleid van burgemeester Vreeman om huis-aan-huis wietplantages op te rollen. Een weinig stimulerend beleid. Laat hem liever uit Tilburg de wiettuin van het Zuiden maken.
Wat is de Bijlmer van Tilburg? Tilburg ís een Bijlmer, een mentale Bijlmer. Pathetisch is het aantal politici en beroeps-vvv’ers dat momenteel tracht de burger een nepgevoel van eigenwaarde aan te praten. De ‘state of mind’ van de Tilburger is geen bodyapplicatie, die je verandert wanneer je daar zin in hebt, zoals bij een mobieltje. Wat is er on-Nederlands aan Tilburg? Te weinig.
Wie is de Dirk Scheringa van Tilburg? Who the fuck is Dirk Scheringa? Wie is de hofnar van Tilburg? Hans Smolders, ex-chauffeur en doorslag van Pim Fortuyn, doet thans een gooi naar die titel. Wat moet je weten? Dat de mensen boven de rivieren pas echt slecht af zijn. Welke taal moet je spreken? Afhankelijk van de wijk waarin je bent Tilbotaal, Turks, Marokkaans, Papiamento of Somalisch. Gezien het groeiende aantal buitenlandse studenten geniet Engels dan weer de voorkeur boven abn. Hoe krijg je dingen voor elkaar? Huur een skybox bij Willem II of neem plaats in het café.
9
Bange verhalen, particuliere activiteiten 10
Door Carine Lacor —Op dit moment is Tilburg de zesde stad van
Nederland, met meer dan 200.000 inwoners. Er worden dreigende verhalen verteld over klein Mogadishu, oftewel een enorme concentratie van Somaliërs in Tilburg Noord. Er zijn wijken als de Kruidenbuurt en Broekhoven, waar volop kansarme en werkloze Tilburgers, autochtoon èn allochtoon, wonen. Volgens het insider/outsider model van de economen Assar Lindbeck en Dennis Snower (1986) zijn dit typische outsiders. In tegenstelling tot de insiders hebben zij weinig tot geen werkzekerheid, nauwelijks promotiemogelijkheden en bovendien lagere lonen dan de insiders. Een kleine verkenning van de staat van de allochtoonse outsider lijkt op zijn plaats. Maar de Tilburgse allochtoon is moeilijk te vinden, evenals het integratiebeleid. Om de outsiders die de gemeente Tilburg wél in het vizier heeft goed te helpen, ontbreekt de nodige flexibiliteit in de weten regelgeving. De Sociale Dienst, het Maatschappelijk Werk en het Welzijnswerk bijten zich stuk op lastige gevallen, en zijn niet in staat snel genoeg in te grijpen. Ambtenaren van Sociale Zaken signaleren deze problemen, en roepen om meer ruimte voor experimenten. Ondertussen zijn er voorbeelden van succesvolle outsider ‘in’ projecten en initiatieven, vaak geboren uit particulier initiatief en draaiend op vrijwilligers, die zonder (veel) hulp van de gemeente in staat blijken kansarmen wél een eerste of tweede kans te geven.
ʻTextiel in Tilburg bestaat alleen nog in het Textielmuseum.ʼ
Tilburg InsideOut & gemeentelijk beleid
W
e horen van verontruste Tilburgers verhalen over de ket-
ting-migratie van Somaliërs, zwarte scholen, en moslims. Pastoor Theodoor van de Sint Christoffelparochie benadrukt dat veel parochianen bang zijn voor de islam. De
outsiders die allochtoon zijn vereisen misschien wel een andere benadering. En überhaupt: zoeken -en vinden- organisaties en de gemeente de Tilburgse allochtoon?
Pater Gerrit Poels zet zich sinds de jaren zestig voor de armen in, heeft ver-
schillende hulporganisaties en dak- en thuislozen instellingen opgericht en brengt nu, op persoonlijke titel, brood rond bij een groep behoeftige
Tilburgers. Hij spreekt iedereen, en zegt dat zijn groep ʻklantenʼ bestaat
uit net zoveel autochtonen als allochtonen. Maar bij veel andere sociale- of buurtinitiatieven blijft het een probleem allochtonen te betrekken. Ook als het puur om inspraak gaat. Mirjam Antonise, voorzitster van de klankbord-
groep in de Uitvindersbuurt, een orgaan dat tijdens de herstructurering van deze wijk de bewonersbelangen vertegenwoordigt: “Wij streven er
naar om de wijk leefbaar te maken voor iedereen en willen dus ook graag
rekening houden met de wensen van allochtone bewoners. Maar het is heel lastig om die te achterhalen. Ondanks oproepen en zelfs langs de deuren
gaan hebben ze zich nog nooit bij ons gemeld.” Ook burgemeester Ruud Vreeman uit tijdens ons bezoek zijn zorg over het gebrek aan participatie
van allochtonen. “De verschillende etnische groepen zijn erg op hun eigen gemeenschap gericht. De Antillianen in Tilburg vieren bijvoorbeeld geen carnaval.”
Tilburg is een multiculturele stad. Het percentage niet-westerse allochtonen ligt iets onder het gemiddelde: negen procent tegenover dertien
procent in de vijftig grootste gemeenten van Nederland. Ook de mate van segregatie komt ongeveer overeen met de landelijke cijfers, hoewel er wel
een grote concentratie is van Somaliërs in Noord-Tilburg, dat om die reden ook wel Klein Mogadishu wordt genoemd. (Hoewel het de vraag is of Klein
Mogadishu werkelijk bestaat, zie inzet.) Allochtonen zijn met een aandeel van achtentwintig procent oververtegenwoordigd onder de Tilburgse werklozen.
Het Tilburgse integratiebeleid is ontstaan na de moord op Pim Fortuyn; voor die tijd had de gemeente geen specifiek beleid gericht op integratie.
Onder de noemer: “Allemaal Tilburgers” kiest Tilburg voor een op alle bur-
gers gericht integratiebeleid. Wat echter direct opvalt, is dat in de eerste zin van de ʻkaderstellende notitieʼ alleen gesproken wordt over de integratie en
11
Jeannette van der Horst, Theaters Tilburg: “Bij cabaret zit de zaal avond na avond vol. Maa
Gerrit Poels: “Mens 12
participatie van allochtonen in Tilburg. En dus over ʻalgemeneʼ integratie, van zowel allochtonen als autochtonen, met geen woord wordt gerept.
Het beleid richt zich met name op taal, onderwijs, werk en stage. Maar de
gemeente besteedt ook aandacht aan participatie en beeldvorming. Samen
met maatschappelijke organisaties, burgers en het bedrijfsleven, probeert
de gemeente ambities op deze terreinen om te zetten in concrete doelen en maatregelen.
Niet iedereen vindt het integratiebeleid geslaagd. Veel Tilburgers die wij spraken vonden dat de gemeente meer aan de bevordering van wederzijdse
integratie zou kunnen doen. Zo niet de jongerenambassadeurs van Tilburg,
een gevarieerde groep die zich inzet voor jongerenparticipatie in Tilburg.
Zij mogen per jaar 50.000 euro, afkomstig van de gemeente, verdelen om projecten voor jongeren te financieren. Ook stimuleren zij jongeren om
mee te denken over het Tilburgse jeugdbeleid. De ambassadeurs organiseren darttoernoeien, debatten over deurbeleid en gingen langs op scholen.1
Klein Mogadishu onvindbaar Door Gustaaf Haan — De Bijlmer van
reau van de politie in Noord Tilburg
Tilburg. Met die vergelijking had-
wist men niets van een Somalische
den verschillende Tilburgers ons
gemeenschap. Niet alleen bleek het
aangespoord om ook eens een kijkje
bureau nog maar pas geopend, de
te gaan nemen in Tilburg Noord.
agent die we spraken beleefde zelfs
Want na Mogadishu en London, zou
haar eerste officiële werkdag. Ze
Tilburg daar de grootste Somalische
had naar eigen zeggen nog weinig
gemeenschap ter wereld herbergen,
zicht op de problemen in de buurt.
vergeten door de rest van de stad.
Dus fietsten we maar lukraak Tilburg Noord in. We troffen prettig
Met die Somalische gemeenschap
aandoende rijtjeshuizen. Hier en
wilden we graag in contact komen.
daar vroegen we naar de ervaringen
Ons eerste aanknopingspunt was
van bewoners. De meesten waren
de qatkauwruimte, die zich volgens
tevreden, sommigen zelfs ‘dolgeluk-
verschillende bronnen boven een
kig’ in de wijk. Voor de echte pro-
belwinkel op de Besterdring zou
blemen moesten we verderop zijn.
bevinden. Qat is een populaire soft-
Verderop vonden we hoogbouw.
drug onder Somaliërs. Maar in de
Geen afgebladderde flats met scho-
twee belwinkels op de Besterdring
telantennes, maar redelijk onder-
kon niemand ons verder helpen: van
houden gebouwen tussen groen.
een qatkauwruimte had nog nooit
Naar het straatbeeld te oordelen
iemand gehoord. Ook het wijkbu-
leek het een gemengde wijk, en
ar Hamlet hoeven we niet te proberen.”
sen vragen mij: ‘houdt u dan zoveel van mensen?’ Nee hoor. Mijn drijfveer is pure woede.” We spraken vijf van hen in Tilburg, waaronder voorzitster Fidan, zelf van
Turkse komaf. Zij vinden de ophef over integratie erg overdreven, en regeren verontwaardigd op de opmerking van Vreeman over de niet meefees-
tende Antillianen. Wel geven ze toe dat er problemen waren met het deurbeleid van een disco waar Marokkanen niet naar binnen kwamen. Maar verder is de discussie nogal opgeblazen, vinden ze.
Of de integratie-problematiek in Tilburg inderdaad wordt overdreven, is moeilijk te zeggen. Het integratiebeleid moet nog goed op gang komen, en
het is lastig een beeld over de Tilburgse allochtoon te vormen, laat staan
over de allochtone outsider. Een beleid voor deze specifieke outsiders is er niet. Wel heeft de gemeente een algemeen outsider-beleid, waarmee aan de hand van verschillende projecten wordt geprobeerd kansarmen bij de stad en haar groeiende economie te betrekken.
In de Tilburger Kruidenbuurt staat sinds een aantal jaren ʻHet Huisʼ, oftewel ʻde Unionʼ, een ontmoetingsplek waar buurtbewoners samen proberen ook de naambordjes van de flats verraadden geen ongewone concentraties van bevolkingsgroepen. In het park spraken we dan eindelijk met Somaliërs. Twee bedeesde jonge mannen, die in keurig Frans vertelden hoe moeilijk het is om aan werk te komen. Hoe graag ze hun handen uit de mouwen willen steken. Van een Somalische gemeenschap was volgens hun geen sprake. ‘Er wonen hier allerlei buitenlanders, dat wel. Irakezen, Afrikanen, alles.’ Er zijn twee mogelijkheden. Of het probleem van een Somalische gemeenschap is veel kleiner dan Tilburgers denken, of het heeft de Somaliers zó goed weggestopt dat wij ze in drie dagen niet kunnen vinden.
initiatieven te ontplooien die henzelf
en hun kinderen meer uitzicht op een toekomst bieden. Het is een Nederlandse pilot van een succesvol project uit de Verenigde Staten, Local Boards
geheten. Vrijwilligers, in samenwerking met de gemeente, stimuleren
buurtbewoners hun eigen bedrijfjes te beginnen (er is bijvoorbeeld al een
schoonmaakploeg en een cateringbedrijf), en de jongeren uit de buurt
kunnen in plaats van op straat te hangen, spelen en tegelijkertijd discipline leren in ʻHet Huisʼ.
Het is verder de bedoeling dat ʻHet Huisʼ op eigen initiatief contacten legt met bedrijven, die hun projecten
willen sponsoren, en misschien zelfs wel stageplekken kunnen bieden aan de jongeren. Met een promotiebedrijf
in de buurt is op dit moment een succesvolle samenwerking tot stand ge-
13
Jos van Balveren, Welzijnswerk Tilburg: “Van alle 1500 methodes die hier in de kast staan
Laat staan dat zij wetenschappelijk onderzo 14
komen: zes jongeren lopen er stage, en volgens de vrijwilligers van ʻHet Huisʼ zijn alle partijen zeer tevreden.
Maar het is nog veel te weinig. Want alleen een ʻHuisʼ, hoe sympathiek ook,
biedt geen concrete uitweg naar betere levensomstandigheden. Volgens
de vrijwilligers uit de Kruidenbuurt zijn stageplekken en werk de crux. En
daar is moeilijk aan te komen. McDonalds heeft nu tot twee keer toe toegezegd stageplekken aan de Huis-jeugd beschikbaar te stellen, maar er komt
maar niks van. En als er contact wordt gezocht vanuit ʻHet Huisʼ wordt er bij de hamburgergigant niet thuis gegeven.
Werkloosheid Net als in heel Nederland, is ook in Tilburg gebrek aan werkgelegenheid
voor laagopgeleiden. Zeven procent van de Tilburgers is werkloos. Op nationaal niveau vormen laagopgeleiden met drieëntwintig procent in verhouding de grootste groep van de bijna een miljoen werkzoekende Nederlanders.2 In Tilburg is die groep vergelijkbaar; dertig procent van de werkloze
Tilburgers in 2005 was laagopgeleid.3 Interpolis, één van de twee grootste
werkgevers in Tilburg, werft alleen mensen van mbo+-niveau. Ook voor
functies die laagopgeleiden zouden kunnen doen. Aan de ene kant is er
sprake van verdringing: in tijden van hoge werkloosheid nemen hoogopgeleiden genoegen met lager gekwalificeerde banen. Aan de andere kant bestaat ongeschoold werk bijna niet meer. In zo goed als elke functie zijn
kunnen lezen en schrijven noodzakelijk, een formulier foutloos invullen moet geen probleem zijn.
Hier kan de gemeente een belangrijke rol vervullen, en werkgelegenheid en (bij-) scholing voor laagopgeleiden stimuleren. Bij Welzijnswerk stelt
men ontevreden vast dat de gemeente het Union-project niet ten volle lijkt te benutten: ʻHet Huisʼ staat er, maar dat wordt vervolgens niet gebruikt om met de bezoekers iets aan reïntegratie of werkgelegenheidsprojecten te doen. Hoewel de vraag óók is of het importeren van welzijnswerkers wel
succes zou hebben. En hoe de gemeente zich dan wél op een goeie manier met dit soort projecten kan bezig houden.
Persoonlijk initiatief Iemand die gelooft dat de gemeente geen echte vuist kan (én wil) maken tegen armoede en uitsluiting, is pater Gerrit Poels. Hij werkt alleen, vanuit
zijn huis, en staat door heel Tilburg bekend om zijn snelle hulp in noodsituaties. Precies de soort hulp waar de gemeente tekort schiet. Wanneer
boetes en leningen zich opstapelen, en alles gisteren betaald had moeten zijn, biedt pater Poels een uitweg. Volgens hem is de situatie de laatste jaren
zijn er 1470 niet geëvalueerd.
ocht zijn. Wie weet veroorzaken meer jongerenwerkers in een wijk wel meer criminaliteit.” verslechterd. “Vroeger viel er nog wel eens wat te regelen met een bank of een bouwvereniging. Tegenwoordig zijn de regels veel meer aangescherpt
en is het bijna onmogelijk.” Dus: een maand je huur niet betaald? Boete, in plaats van begeleiding. Uitstel en uitleg zijn bij de (gemeentelijke) instanties moeilijk te krijgen, terwijl een grote groep kansarmen daar wel afhankelijk van is. En vervolgens afhankelijk wordt van sociale initiatieven en mensen als pater Poels.
Gerrit Poels brengt elke nacht brood rond bij meer dan 150 gezinnen door
heel Tilburg. En overdag kunnen ze bij hem langskomen voor brood, spullen, goede raad, of noodhulp. Zou hij niet gesubsidieerd willen en moeten worden? Hij redt tenslotte echte kansarmen van de ondergang, iets wat de
gemiddelde ambtenaar maar moeilijk lukt. Maar hij wil absoluut geen subsidie, want hij weet uit ervaring dat zijn slagvaardigheid er dan aan gaat. Dit
geluid horen we in Tilburg vaker: regelgeving smoort sociale initiatieven.
Ook de medewerkers van ʻHet Huisʼ in de Kruidenbuurt hebben daar last
van. Door de gemeente is al verschillende malen geld toegezegd, maar ze hebben nog steeds het gevoel dat ze heel hard moeten roepen om gehoord
te worden. Doordat de gemeente vooral op regels en wetten blijft wijzen, moeten de vrijwilligers van ʻHet Huisʼ veel papierwerk regelen en in orde
brengen, terwijl er voor hun gevoel geen eind komt aan het wachten op subsidie.
De gemeente into outsiders – maar hoe? Voor de gemeente is één van de manieren om outsiders bij de samenleving te betrekken het opzetten en stimuleren van reïntegratieprojecten. Maar de meningen over de wenselijkheid, het nut en de vorm van reïntegratieprojecten lopen sterk uiteen. En het blijkt moeilijk harde cijfers over resultaten te bemachtigen. Economisch onderzoeker Bas Jacobs en hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer, beide verbonden aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), brachten een bezoek aan de WBS-Werkplaats. Zij benadrukten beiden dat de werking van reïntegratieprojecten niet bewezen heeft effectief te zijn. Bovendien worden de projecten onvoldoende geëvalueerd. De Beer schetste wel positieve neveneffecten van dergelijk beleid (de conducteur die met een Melkert-baan op de tram zit, zou voor meer veiligheid kunnen zorgen), maar de heren waren het erover eens dat inefficiëntie op de loer ligt, vooral door de grote uitgaven die ermee gemoeid zijn.4 Philomeen Sneiders van het Missie Centrum Tilburg (mct), een ideële instelling die mensen een steuntje in de rug biedt door ontmoeting en activiteiten, maakt zich vooral kwaad over de manier waaróp mensen worden geholpen. “Dan krijgen ze een cursus budgetteren. Budgetteren! Dat geloof
15
Ietje de Rooij, Zorgcentrum de Kievitshorst: “In Nederland is zorg toch wel een eenheidsw
16
je toch niet. Je moet die mensen aan het handje meenemen naar een bedrijf!”
Ook econoom Paul Tang, op bezoek bij de wbs-Werkplaats, benadrukte
het belang van de wijze van aanpak. “Bij de Sociale Dienst in Amsterdam bijvoorbeeld, daar worden alleen maar uitkeringen uitgedeeld. Er gebeurt
verder té weinig.” Misschien moet de actie uit een andere hoek komen. Er
zijntegenwoordigbijstandsconsulenten,ofklantmanagers,vanuitzendbureau Randstad, die hebben een één op één relatie met de uitkeringsgerechtigde, en bovendien kennis van zaken.5 “Misschien zijn dat wel de nieuwe helden,” aldus Tang.
Ambtenaren van de gemeente Tilburg kennen het probleem. Ook zij vragen om meer souplesse bij het opzetten en uitvoeren van reïntegratieprojecten. Ralf Embrechts, senior beleidsmaker armoedebeleid en André van Gils,
afdelingsmanager sociale zaken, willen ruimte om te experimenteren met
werken met behoud van uitkering. “Van de 5500 mensen die in Tilburg in de bijstand zitten, zijn er 2500 die vrijwel geen kans maken om weer aan de slag te gaan; zij zijn al te lang uit het arbeidsproces, hebben er nooit aan
deelgenomen, hebben psychiatrische problemen of zijn te oud. Door middel van beloning wordt een deel van deze laatste groep toch aangespoord
actief deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten. Een goed voorbeeld hiervan is de zelfopgerichte multiculturele catering van ʻHet Huis.ʼ Daar
koken vrouwen met verschillende culturele achtergronden uit de buurt op
aanvraag, tegen een lage prijs en met behoud van uitkering, voor organisaties en evenementen.”
Tilburg loopt landelijk gezien voorop met deze methode van ʻbelonenʼ, en het aanbieden van werk met behoud van uitkering.
Maar het is volgens van Gils en Embrechts niet genoeg: “Wij mogen slecht één zesde van ons budget besteden aan bemiddeling naar werk. Eén zesde.
De rest gaat naar het betalen van uitkeringen. De regels waaraan een reintegratieproject of -traject moet voldoen zijn zo rigide, dat men soms
zeer goede projecten moet laten schieten omdat ze volgens de opgestelde
criteria niet gefinancierd mogen worden. Het budget en de regels moeten daarom worden verruimd.”
Bijvoorbeeld door grootschaliger proeven met werken met behoud van uitkering. Dat gebeurt al in Dordrecht, en ook in Groningen; waar sinds april 2004 de dienst Sociale Zaken en Werk is begonnen met een alternatieve
aanpak van jeugdwerkloosheid: Groningen@Work. Alle jongeren van 18 tot
23 jaar die een bijstandsuitkering aanvragen, moeten meedoen aan dit project. Ze werken dan gedurende maximaal zes weken twintig uur per week
worst.”
Gerrit Poels: “Ik ben opa van duizenden! Allochtoon én autochtoon!” aan het vinden van een baan, en doen daarnaast eenvoudig productiewerk bij de Dienst Sociale Werkvoorziening (dws Stadspark). Wie na zes weken nog geen werk gevonden heeft, wordt verder begeleid op weg naar werk of
opleiding.6 Van Gils en Embrechts: “De politiek wil participatie, maar participatie kost geld. Dan moeten ze ook zorgen dat het geld er komt.” 7
Outside ‘in’ Er doen wilde verhalen de ronde over de vele onaangepaste Somaliërs in ʻklein Mogadishuʼ en burgemeester Vreeman maakt zich zorgen over het
gebrek aan participatie van allochtonen, maar ondertussen zien de Tilburger jongerenambassadeurs weinig integratieproblemen. De vraag of de
integratie-problematiek inderdaad wordt overdreven, kunnen wij moeilijk beantwoorden. Feit is wel dat het integratiebeleid “Allemaal Tilburgers”
nog in de kinderschoenen staat en bovendien weinig richting heeft. Het beleid is zogenaamd ʻalgemeenʼ, maar dan wel toegespitst op integratie
en participatie van allochtonen. Voor de allochtoonse outsiders in Tilburg bestaat juist geen specifiek beleid: het is dan ook lastig voor de gemeente
en haar instanties om deze mensen te bereiken. En dat terwijl allochtonen
met achtentwintig procent de grootste groep onder de Tilburgse werklozen vormen.
Het gemeentebeleid met betrekking tot outsiders kent vernieuwende reïntegratieprojecten, zoals de Union in de Kruidenbuurt, en er wordt geëxperimenteerd met werken met behoud van uitkering. Toch wordt er bij veel
sociale projecten aangelopen tegen te rigide regeltjes en een traag ambtelijk apparaat. Meer ruimte in de regelgeving lijkt een voorwaarde om als gemeente succesvol outsiders bij de stad te kunnen betrekken. 1
2
3 4
5
6
7
http://www.jongerenambassadeurs. nl/home.htm ‘Arbeidsmarktanalyse 2006’, Raad voor Werk en Inkomen. ‘Atlas voor gemeenten, 2006’, 203. Zie bijvoorbeeld: Jacobs, B, F. Kalshoven, P. Tang, ‘Noodzakelijk Links’, uit: Socialisme en Democratie, nummer 10/11, oktober 2003, blz. 23. http://www.randstad.nl/rnl/ werknemer/diensten/index.xml Zie ook de website: http://www. groningen.nl/functies Zie ook op de website: http:// www.wbswerkplaats.nl/ ‘Tilburg’s armoedebeleid: gedogen en verruimen van regels’ van Nora Kasrioui, Sanae Akka en Rachel Moolenaar.
Tegelijkertijd moeten de Tilburgse outsiders, en zeker de allochtonen onder hen, beter in kaart
gebracht worden. De problemen die in specifieke wijken, gemeenschappen en gezinnen leven
kunnen om een andere aanpak vragen dan nu
wordt gebruikt. De gemeente moet zich verdiepen in alternatieve, experimentele manieren van hulp en hiervoor ook het oor te luister leggen bij ongebonden of particuliere Tilburgers die zich
succesvol met kansarmen bezig houden. Zodat
de weg naar werk minder geplaveid is met onwetendheid, instituties en regels, en meer met kennis van zaken, flexibele regelingen, en creatieve oplossingen.
17
Mirjam Antonise is voorzitster van de klankbordgroep voor de Uitvindersbuurt in Tilburg. Deze groep behartigt de belangen van de bewoners tijdens de herstructurering van de wijk. Antonise won dit jaar de Solidariteitsprijs 2006, een jaarlijkse prijs van GroenLinks Tilburg. Onder politici en bestuurders wordt zij ook wel gekarakteriseerd als de ‘pitbull’, ze is voor niemand bang, en kent de politieke sluiproutes.
Een ‘simpele’ bewoner? Door Mirjam Antonise — Ik denk dat Tilburg door de jaren heen een hele re-
18
volutie heeft doorgemaakt. Tilburgers durven nu openlijk te zeggen wat ze ervan vinden. Jammer genoeg wordt die boodschap niet altijd goed ontvangen. Ja, en dan kom je bij mijn stokpaardje: communicatie. Wat versta ik nou onder goed met elkaar communiceren? Goed naar elkaar luisteren en met elkaar willen en durven praten. Óók als je van niveau verschilt, zeg maar. Als je allemaal hetzelfde doel wil bereiken kan je er altijd uitkomen. Wij, als klankbordgroep Trouwlaan/Uitvinders- en Zeeheldenbuurt uit Tilburg, hebben inmiddels de lokale politiek en woningcorporaties ervan weten te overtuigen hoe belangrijk het is om goed te communiceren. Dat wil nog niet zeggen dat we er al zijn, maar voorheen dacht ʻmenʼ dat er al gecommuniceerd werd door een briefje te sturen. Ik noem dat geen communicatie, maar slechts informatie. Ook werden voorheen plannen op tafel gelegd die eigenlijk al klaar waren: nu praten we voordat er iets op papier wordt gezet. Dit is wat wij in onze wijk inmiddels bereikt hebben, maar dat is niet overal zo in Tilburg. Je moet als ʻsimpeleʼ bewoner nogal wat in je mars hebben om die ombuiging te maken. Ik ben er nog niet achter wat dat is. Is dat angst voor elkaar of vertrouwt men elkaar niet? Of denken ambtenaren en corporaties misschien wel dat mensen dom zijn? Mensen willen gewoon serieus genomen worden. Ze zijn niet dom. Wat is er mis mee om met een aantal burgers van een wijk om de tafel te gaan zitten en te kijken hoe men gezamenlijk een wijk leuk en leefbaar kan maken? Voor sommige ambtenaren zou het heel verfrissend kunnen werken om te ervaren hoe creatief burgers kunnen zijn. Dat is denk ik waar de hele politiek in Nederland wat van kan leren. Gelukkig hebben we in heel Nederland mensen die iets van een ander willen leren. Zo hebben we bewonersgroepen uit Enschede, Helmond en Dordrecht op bezoek gehad, omdat zij ook bezig waren met een ʻherstructureringʼ in hun wijken. Communiceren blijft lastig. Vooral als er tussentijds regels veranderen. Vaak wordt dan ʻeven vergetenʼ om dat te laten weten. Die onduidelijkheid maakt dat mensen zich soms vernacheld voelen, terwijl met tijdige en eerlijke uitleg dit voorkomen had kunnen worden. Daarom moeten wij als bewoners alert blijven en er meteen bovenop springen wanneer iets verandert of mis dreigt te gaan. Eigenlijk zou het zo niet moeten, want de burger heeft er soms een dagtaak aan en wordt er niet voor betaald. Daarom hoop ik nog eens mee te maken dat de lokale politiek, wethouders en woningcorporaties niet alleen aan geld denken, maar ook aan het uiteindelijke rendement wat men kan halen uit het gezamenlijk opzetten van een wijk.
Met de comfortabele 5 persoonsslaapszalen van Het Wapen van Tilburg als riant kantoor blogde tussen de bezoeken en interviews door de WBS-Werkplaats er lustig op los. Een selectie van www.wbs-werkplaats.nl.
T-blogs
cht zijn. Wie weet veroorzaken meer jongerenwerkers in een wijk wel meer criminaliteit.” Mijden dat stadskantoor Doodzwijgen die wethouders. Om nog maar te zwijgen over ambtenaren. Ik schreeuwde het in de aanloop naar ons detectiveonderzoek van alle daken. Mijn eerste twee afspraken waren vanochtend in, jawel, het stadskantoor. Where did it all go wrong? Stadskantoren schieten in Nederland als paddenstoelen uit de grond. De term stadhuis lijkt vandaag de dag uit den boze, of het nou in Tilburg, Zwolle of in Alphen aan den Rijn is. In die laatste stad overigens iets unieks: tussen geslaagde ingeburgerden die het volkslied zingen en oma’s die aloude postzegels halen, struinen daar methadonklanten. Dat is nou de essentie van het stadskantoor: zoveel mogelijk diensten onder een dak. Rechtsbijstand, bijstandshulp, rijbewijs vernieuwen en methadon scoren. In een huis wordt louter bestuurd, naar een kantoor ga je toe! Goed, ik dus naar de ambtenarenkolchoz van Tilburg. FransJan Lathouwers is de naam, directeur VVV / Stadspromotie. Denk je aan Deventer, dan denk je aan de boekenmarkt en bij Groningen is dat meestal uitgaan, studeren of het Groninger Museum. Bij Tilburg denk je aan... niets. Nou ja, 013 dan, maar die vergelijking gaat niet helemaal op. Zoals Frans-Jan het verwoordde: ‘Tilburg is een onduidelijke stad qua identiteit.’ De meeste mensen komen toevallig hier binnen, betoogt FransJan (‘Tja, in Kaatsheuvel stopt geen trein’). En al die creatieve opleidingen zijn natuurlijk een zegen voor studenten, maar de gemiddelde Nederlander heeft daar geen boodschap aan. Aantrekkelijkheden kent de stad genoeg: 013 dus, het Textielmuseum, de Pont en vergeet de kermis niet. Frans-Jan was twee jaar woordvoerder bij de gemeente en zit sinds een half jaar bij Stadspromotie (‘Uitgaan is heel belangrijk. Daar zijn we inmiddels wel achter’). Al snel toog hij naar Den Haag met de actie ‘Tilburg Telt’. “Zo’n actie is natuurlijk een beetje symboliek, maar bij die symboliek hoort wel een verhaal.” Wat voor Amsterdam ‘I AMsterdam’ is, poogt het roze logo ‘T’ voor Tilburg te zijn. Reden genoeg daarvoor: rondom de Tweede Kamer bleken sommigen te denken dat de stad zo’n 60.000 inwoners telt. Volgt hier voor alle leken de volledige tekst op de flyer: “Tilburg telt... meer dan 200.000 inwoners. Deze stad ademt werklust,
19
Philomeen Sneiders, Missie Centrum Tilburg: “Bij de gemeente
Wanneer je echter langer in iemand investeert en uitgaat van persoonlijke dromen en mog 20
muziek, nieuwe ideeën. Menselijke bedrijvigheid, skatende kids, toepende ouderen. Praatje op straat. Tilburg is groot aan het worden. Tilburg schrijf je met een hoofdletter T. Onverwachte combinaties. Dat maakt de zesde stad van Nederland.” — J u r j e n F e d d e W i e r s m a
Verrijk je wijk Verrijk je wijk, heet het participatie-initiatief voor wijkbewoners in Tilburg. En niemand die zich stoort aan deze onaffe woordkunst! Verrijk – je Wijk – ...
en dan komt er niets!!
Was er op het lokale ministerie van Wijkverrijking van het culturele Mekka van Brabant geen ambtenaar met literaire aspiraties te vinden die met enig gevoel voor Cadans dit motto kon vervolmaken? Verrijk je, Wijkje! — A d v a n d e r S t o k
Hel van het noorden De WBS-Werkplaats heeft de altijd lastige uitwedstrijd tegen Tilburg-Noord United met de hakken over de sloot gewonnen. Het kunstgrasveldje van de Johan Cruyff Foundation aan de Nobelstraat lag er als een biljartlaken bij. Vooral de belabberde conditie van Fedde Wiersma leek het jonge pionierselftal op te breken, maar onder leiding van veteraan Cuperus (‘Zonder een Adri van Tiggelen word je geen wereldkampioen’) werden de drie punten voor de dichtgetimmerde poorten van de hel weggesleept. Flats rondom het pleintje vormden een schril contrast met de schoonheid van het veldje. Gebroken ruiten, dichtgetimmerde kozijnen en sloophekken laten geen twijfel over het lot van die flats. De wedstrijd kende een frappant verloop. Het meest opvallende feit was nog wel dat Gustaaf Haan aan het einde van de eerste helft zijn hesje moest omruilen met eentje van de tegenpartij. Niet helemaal toevallig nadat Cuperus even daarvoor de partij had stilgelegd en Haan aansprak op diens verkeerde keuzes. Volgens Cuperus, die vond dat Haan schuld had aan een tegengoal van een Tilburgse Yildirim-look-a-like, drukte het aanvoerderschap misschien wel te zwaar op hem.
e en het maatschappelijk werk gaat het om scoren: zoveel mogelijk mensen ‘bemiddelen’.
gelijkheden boek je veel meer succes.” 21 Tussen de talrijke doelpunten alom parels. Zoals Cuperus nonchalant met buitenkantje rechts: een onvervalst Huntelaartje. Onderwijl riep linksvoor Hayte de Jong herinneringen op aan Peter Hoekstra en Glenn Helder in hun beste dagen. Dat de gemiddelde leeftijd van de tegenstander rond de tien bungelde, mocht de pret niet drukken. Goed opgevoede schoffies overigens daar in het noorden: Wiersma bewoog zich met menig uitgeslaakt ‘fuck’ en ‘kut’ over het veld. Een tegenstandertje wierp hem daarbij subtiel voor de voeten datie niet mocht schelden waar kleine kinderen bij waren. De veertien motto’s van Johan onderaan het houten scorebord werden eer aan gedaan. Techniek is de basis van alles. Creativiteit maakt de schoonheid van het voetbal. Gebruik geen drank en drugs. Dat soort open deuren. Maar toch: lach nooit als Johan wat zegt. Johan is god. Hij heeft altijd gelijk. En die conditie van Wiersma? Nog geen vijftien minuten na het laatste fluitsignaal werd hij op het beruchte Verdiplein gesignaleerd met een blikje bier. Op de fiets nog wel. Over de basiself van de volgende wedstrijd is het laatste woord door speler/coach Cuperus nog niet gezegd. Wiersma houdt zich op de vlakte, maar beseft dondersgoed dat een partijtje in Tilburg-Noord geen bezigdsheidstherapie is. — J u r j e n F e d d e W i e r s m a Posted Comments: ik ben de zoon van deze ster Cuperus en ik kan nog beter voetballen.:shock Posted By daan cuperus on 09-Jun-2006, 09:53 PM
Tilburg springplankstad Is Tilburg een mooie stad? Mwah. Maar wat heb je aan schoonheid, als je je lol op kan met gezelligheid, kermissen, en volle terrassen bij de minste geringste zonnestraal? Tilburg is een gezellige stad, dat bleek me toen ik vanochtend in het centrum wat mensen ondervroeg in het kader van de Tilburgeringscursus: Wat weet alleen de echte Tilburger? Of, wat moet je weten om een echte Tilburger te zijn? Er wordt enorm veel geld in de stad gepompt,
Tilburg wil graag een ‘eersteklas’ stad zijn, zoals Den Haag en Utrecht. Maar om die ambitie wordt door de winkelende Tilburger hartelijk gelachen. Tilburg is een durrep, een ‘volksstad’ bovendien. Een ‘springplankstad’, waar je veel kan leren, lekker kan studeren, maar je bent nooit klaar in Tilburg – je kan altijd ergens anders heen. En dat doen de meesten dan ook. — C a r i n e L a c o r
De tragiek van subsidiepotjes Vaak is het geld er wel, maar komt het om uiteenlopende redenen niet op de juiste plek terecht. Subsidie lospeuteren (lees: aanvraagformulieren invullen) bij het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing duurt vier dagen, bij het Prins Bernhard Cultuurfonds hooguit zwei uurtjes.
22
Aan de ene kant heb je personen of instanties die helemaal geen geld willen. Wie betaalt bepaalt, is daarbij steevast het angstbeeld. Aan de andere kant een ietwat meer schrijnende oorzaak. Zo stond onlangs op de voorpagina van Trouw dat de Nederlandse overheid honderden miljoenen heeft klaarliggen voor technologische ontwikkeling, maar het geld niet kwijt kan. Het geld is zeer welkom om Nederland terug te brengen in de Europese onderzoekstop, zo rept de auteur. “Gevreesd moet echter worden dat voor slechts een fractie van het geld projecten worden gevonden die aan de kwaliteitseisen voldoen. Dat is het gevolg van jarenlang bezuinigen door de overheid op het budget van universiteiten en andere instellingen, zo menen onderzoekers en bedrijfsleven in koor.” Ook in Tilburg subsidieperikelen alom. Je verliest je onafhankelijkheid, zo klinkt het bijvoorbeeld vanuit de Kruidenbuurt. En in gesprek met directeur Guus ten Hove van poppodium 013 gaat het lange tijd over, jawel, subsidie. Wil 013 geld lospeuteren bij het onder Paars-II geboren Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing (FPPM), dan is Guus naar eigen zeggen vier dagen bezig. Bij het Prins Bernhard Cultuurfonds is dat niet langer dan twee uur. Nog los van de vraag of dat bij eerstgenoemde niet wat minder bureaucratisch kan, ziet Guus een breder probleem. Bij 013 hebben ze de mankracht en de expertise wel om dagen kwijt te zijn aan het invullen van die aanvraagformulieren. Bij kleinere podia ontberen ze die. Met dus als gevolg dat het geld er wel is, maar niet op de juiste plek terecht komt. Zelfs een leek zal een wereld van verschil zien. Bij het FPPM worden omvangrijke specificaties gevraagd van uitkoopsommen, begrotingsmodellen, marketingkosten en overige lasten en baten. Bij het Bernhard Cultuurfonds blijft het bij de zogeheten kerngegevens (naam, adres, etc.). Vooral vraag 4 zal bij de Bernhardboys toch wel van belang zijn. Doet uw organisatie mee aan de Anjeractie? ja/nee. Zo nee, bent u bereid om aan deze jaarlijkse collecte deel te nemen? Bij twee keer nee zal van het formulier, hoe beknopt ook, een vliegtuigje gevouwen worden. Vermoedelijk een Dakotaatje. — Ju r j e n F e d d e W i e r s m a
De verbeelding aan de macht? Onder wijs in Tilburg
Jeannette van der Horst, Theaters Tilburg: “Bij cabaret zit de zaal avond na avond vol. Maar Hamlet hoeven we niet te proberen.” Door Sanae Akka en Nora Kasrioui — De stad Tilburg mag zich terecht een 23 onderwijsstad noemen. Tilburg heeft een eigen universiteit, een hogeschool en verschillende soorten scholen in het basis- en voortgezet onderwijs. Tilburg is innoverend op het gebied van onderwijs. Het kent de enige Rockacademie van Nederland, een brede school voor moeilijk lerende kinderen (ʻDe Brugʼ) en ook op het gebied van het voortgezet onderwijs zijn er een aantal unieke instellingen te vinden, zoals De Rooi Pannen en De Nieuwste School.
De laatste jaren ligt het onderwijs in Nederland onder vuur vanwege gebrek aan kwaliteit. In antwoord hierop gaat men in Tilburg uit van de eigen kracht. Men zet in op het ontwikkelen van nieuwe onderwijsconcepten of het verbeteren van de bestaande praktijk. De Rooi Pannen en De Nieuwste School in Tilburg zijn daar voorbeelden van. De eerste is een vmbo-mbo, waarop de problematiek van de gemiddelde vmbo helemaal niet van toepassing lijkt. De tweede is een school voor voortgezet onderwijs voor vmbo-t, havo en vwo die niets moet hebben van de conventionele manier van lesgeven en een eigen visie op de inrichting van het onderwijs heeft.
De Rooi Pannen Bij het betreden van De Rooi Pannen raak je al gauw onder de indruk van het onberispelijke, warme interieur en de hoffelijke ontvangst. Jongemannen en -dames, strak in (mantel)pak, begroeten bezoekers uiterst vriendelijk. Later blijken dit leerlingen van de hotelopleiding, die in deze ʻlobbyʼ hun werkervaring opdoen. Het hotel vormt een integraal onderdeel van het complex en de opleiding. Voor diegenen die de schrale en soms ook vervallen gebouwen van de vmbo-scholen in de grotere steden kennen is De Rooi Pannen een verademing. Hier voeren zachte vloerbekleding, pastelkleuren en een huiselijke inrichting de boventoon. Je lijkt binnen te stappen in een Nederlandse versie van een hooggewaardeerde prep school. De sfeer die heerst op en rondom het complex lijkt er één uit een gemoedelijk all-american college, zoals wij die kennen uit zoetsappige Amerikaanse tienerfilms. “De toekomst van het vmbo in Nederland ligt in kleinschalig onderwijs”, zegt Tiny Pheninckx, voorzitter van het college van bestuur van De Rooi Pannen. In het complex zitten zowel leerlingen van het vmbo,
Wim van der Meeren, directeur St Elisabethziekenhuis: “In Den Haag heerst het gelijkheids
Maar men dur 24
als leerlingen van verschillende mbo-richtingen. Maar de gebouwen zijn onderverdeeld in verschillende kleinere afdelingen. Elke studierichting beschikt over een apart gebouw met eigen lokalen, een eigen aula, een eigen conciërge, kantinejuffrouw en medewerker van de administratie. Ook heeft elke richting eigen leraren die alleen binnen die ene richting werkzaam zijn en zo dus de hele schoolloopbaan van individuele leerlingen meemaken.
Stages: geen probleem De Rooi Pannen is zeer op de praktijk gericht. De school wil de leerlingen enthousiast maken voor de toekomst. Men is ervan overtuigd dat als de leerlingen concreet weten wat hun mogelijkheden na school zijn, zij een stuk gemotiveerder zullen zijn om hun diploma te behalen. De Rooi Pannen heeft dan ook als enige onderwijsinstelling in Nederland een eigen winkelcentrum, restaurants en een hotel op het complex. Zo kunnen leerlingen zo vroeg mogelijk in de praktijk proeven van het werkende leven. De Rooi Pannen onderhoudt sterke banden met het bedrijfsleven in de stad. Pheninckx: “Zij willen in de toekomst goede werknemers en kunnen op deze manier zelf daaraan bijdragen.” Deze samenwerking krijgt op verschillende manieren vorm. Er zijn hotelkamers van het hotel van de school, die door hotelketens worden ingericht en onderhouden. En leerlingen werken in de winkels in het winkelcentrum op het complex. Verder onderhoudt de school contacten met andere bedrijven en ex-leerlingen om een reservoir aan stages in stand te houden. “We hebben de praktijk in huis gehaald, en dat levert veel voordeel op. Wij hebben nooit problemen met het vinden van stages voor onze leerlingen”, aldus Pheninckx. Een uitspraak die de meeste vmbo scholen in hun stoutste dromen niet zouden durven doen.
Flexibel met regels Naast de kleinschaligheid en de nadruk op de praktijk is een ander belangrijk element van het succes van De Rooi Pannen de structuur en striktheid. Niet de leerling bepaalt, maar de school en de docent. Leerlingen weten vanaf dag één dat er bepaalde regels zijn die gevolgd dienen te worden, en over de schreef gaan heeft duidelijke consequenties. “De ouders zien De Rooi Pannen als een strenge school en dat vinden ze fantastisch.” Pheninckx en zijn collegaʼs zijn ervan overtuigd dat
sdenken en men zit bovenop de gezondheidszorg.
rft niet echt te kiezen. Want dan moet de politiek ook bepalen wat een dode mag kosten.” een leerling enorm gebaat is bij structuur en discipline: “De leerling is 25 zeker niet gebaat bij losse sturing en zelfbepaling.” De Rooi Pannen laat zien dat een flexibele omgang met regelgeving en beleid een vruchtbaar resultaat kan hebben. (Ook op andere gebieden in Tilburg kwamen we deze logica tegen, zie bijvoorbeeld het stuk Tilburg InsideOut.) Na de invoering van het vmbo in 1998, stond de leiding van De Rooi Pannen niet welwillend tegenover roc-vorming. Pheninckx: “Simpelweg omdat de monopolie-positie van rocʼs een slechte zaak is. Scholen kunnen er een potje van maken, omdat leerlingen geen keuze hebben.” Zich aan roc-vorming onttrekken was echter ook geen optie. Want in dat geval zou de onderwijsinstelling geen subsidie meer ontvangen. Pheninckx verzon een list: een puur formele, bestuurlijke fusering met het roc in Veghel. Pheninckx is dan ook blij dat na een wetswijziging een splitsing weer mogelijk werd gemaakt. De Rooi Pannen is geen roc, en is dat –op papier na- ook nooit geweest.
De Nieuwste School Volgens Pheninckx zijn structuur en discipline de basisvoorwaarden van zijn goed functionerende onderwijssysteem. Niet de leerling, maar de school bepaalt. De regels zijn duidelijk en de scholier heeft weinig te willen, maar veel te doen. Op die andere opvallende middelbare school van Tilburg, De Nieuwste School, is het tegenovergestelde het geval. Daar bepaalt de leerling wat hij of zij wil leren, en wordt daarin vervolgens door de school begeleid. Een rampscenario, of kan het zo ook? Ons Middelbaar Onderwijs (omo) is een onderwijsbestuur met 45 scholen voor secundair onderwijs onder haar hoede, met name in NoordBrabant. Minister van Onderwijs Maria van der Hoeven gaf omo in 2005 groen licht voor het opzetten van De Nieuwste School voor een periode van zeven jaar. De Nieuwste School krijgt zeven jaar de tijd om te experimenteren met een nieuwe manier van lesgeven en zich te bewijzen. Wel moet De Nieuwste School zich houden aan de centrale exameneisen. De gedachte achter De Nieuwste School is om leerlingen ʻmotiverendʼ onderwijs aan te bieden. Onderwijs dat een appèl doet op de nieuwsgierigheid en interesse van leerlingen. ʻVan binnenuit lerenʼ, oftewel met kennis aanhaken op de intrinsieke behoefte van leerlingen. De leerling voelt waar hij of zij goed in is of behoefte aan heeft en de school vult
Hein Meijs, plaatsvervangend directeur van dak- en thuislozenopvang Traverse: “Wil jij 10
last van hebben. Dus ze zetten een paar containerwoningen bij elkaar, zetten er een bewak 26
deze behoefte aan. De leerlingen stippelen zelf hun leerproces uit, de docenten zijn de begeleiders. Klassieke klassen verdwijnen en ʻstamgroepenʼ komen hiervoor in de plaats. De leerling kan zelf aangeven welk ʻvakʼ hij meer of minder frequent wil volgen dan in het reguliere onderwijs zou gebeuren.
Verbeelding Op De Nieuwste School is geen sprake van klassikale lessen, maar wordt gewerkt in ʻhuiskamersʼ en ʻpraktijkruimtesʼ. Het leren in een dergelijke sfeervolle ruimte, waar de leerlingen met laptops of materialen aan het werk zijn, is voor de gemiddelde puber aantrekkelijker dan het werken binnen een klassiek klaslokaal. De school bepaalt de leerthemaʼs, maar vervolgens staat de ʻleervraagʼ van de leerlingen centraal. De school begeleidt de leerling naar aanleiding van diens wensen. De wens van de leerling is dan ook het vertrekpunt van De Nieuwste School. Een geschenk uit de hemel voor leerlingen die niets met leren te maken willen hebben? Nee. Dat niet. De meeste (ouders van) leerlingen die zich voor De Nieuwste School aanmelden doen dat vanuit een bewuste overtuiging: een leerling leert het best als hij of zij mag aangeven wat er geleerd moet worden. Lijfspreuk van de Nieuwste School is de uitspraak van Albert Einstein: ʻVerbeelding is belangrijker dan kennisʼ(Imagination is more important than knowledge). Het gaat erom dat de leerling vanuit zijn wensen en verbeeldingskracht in samenwerking met een begeleider een persoonlijke aanpak ontwikkelt om tot een antwoord te komen op zijn leervraag. Alles wat een leerling uitwerkt wordt in een digitaal portfolio opgeslagen. Het portfolio neemt de leerling door alle schooljaren heen mee. Samen met de leerling en diens ouders wordt er vanuit de wensen van de leerling een leerplan opgemaakt waar de leerling de komende schooljaren mee aan de slag gaat.
‘Er moet nog veel gebeuren’ Docenten bestaan binnen De Nieuwste School niet. De leerling krijgt met een mentor, tutor en expert te maken. De mentor vervult een belangrijke rol tijdens de begeleiding en ondersteuning van de leerling. De tutor wordt als toezichthouder, ondersteuner, vraagbaak en aanspreekpunt gezien. De expert is een interne en externe deskundige. De interne expert lijkt het meeste op de docent, die we binnen het traditi-
honden hebben? Prima. Wil jij jezelf doodspuiten? Prima. Maar anderen moeten hier geen
ker op, en laten het de bewoners verder uitzoeken. Wat je dan ziet gebeuren is dat er een onele onderwijs kennen. Hij verzamelt informatie en draagt deze over. Hij onderhoudt allerlei netwerken om zijn kennis te actualiseren en is binnen de school voor de leerlingen beschikbaar. De externe expert worden gevraagd om gastlessen te verzorgen zoals een gastles voetverzorging, koken, of debatteren. Directeur van de Nieuwste School Tom van Kleef leidt ons stralend rond. Het is duidelijk zijn ʻkindjeʼ, pas begin schooljaar 2005/06 geboren. Natuurlijk, hij moet zich aan de wet houden, en aan de exameneisen. Maar dat is pas over vijf jaar, nu heeft hij alleen nog eerste klassen. Er zijn wel de nodige kinderziekten die overwonnen moeten worden. Het aangeboden onderwijsniveau is vmbo-t, havo en vwo. Het bepalen van het niveau van de brugklassers is lastiger dan gedacht en het feit dat hij docenten maar voor een jaar, of korter, aanneemt, om zoveel mogelijk docenten van buiten ʻop te leidenʼ, leidt ook tot problemen. Kinderen hechten zich immers aan docenten, en bovendien zijn ze van belang bij de continuïteit en het begeleiden van de schoolloopbaan van een kind. “Daar hebben we inderdaad geen rekening mee gehouden. Er moet nog veel gebeuren.” Vertrekken vanuit de wensen en verbeelding van de leerling is uiteraard belangrijk om tot creatieve inzichten te komen. Denken buiten bestaande kaders kan tot allerlei vernieuwende inzichten leiden. Maar kan een land als Nederland, dat op het gebied van onderwijs internationaal ver achter blijft, het maken om studenten af te leveren die kennis ondergeschikt maken aan verbeelding? Werkt deze vorm van onderwijs kennisachterstand in de hand? Kan van kinderen verwacht worden dat ze rond hun twaalfde levensjaar al weten wat ze willen leren? En als een leerling het al weet, in hoeverre is het besluit om een bepaalde leerroute te kiezen standvastig? Bij de overtuiging van rector van Kleef, dat dít het onderwijs van de toekomst is, hebben wij onze twijfels. Wij voelen veel meer voor onderwijs waarin structuur, duidelijkheid en inhoudelijke kennis keihard voorop staan.
Een einde aan experimenten Zowel in de visie van De Rooi Pannen als die van de Nieuwste School zijn leerlingen niet gebaat bij grootschalig onderwijs in enorme gebouwen, waar iedereen maar een beetje langs elkaar heen leeft. Opmerkelijk is wel dat de aanpak van de scholen wezenlijk van elkaar verschilt.
27
Hans d’Olivat, Tilburg CowBoy: “Tilburg is een 06-stad, iedereen kent en belt elkaar.”
Hans Steenhof, bestuurslid van stichting Brood 28
Op De Nieuwste School staat alles in het teken van vrijheid van keuze van de leerling. De overtuiging is dat die vrijheid zorgt voor een intrinsieke motivatie van een leerling om te leren. Dit concept legt de nadruk op de creativiteit en de wil van de leerling om naar school te komen en te leren. Het is zeker bewonderenswaardig wanneer een school deze zaken centraal stelt. Maar kan het echt de basis zijn voor een nieuwe onderwijsmodel, dat navolging moet vinden op andere scholen? Dat is immers de ambitie van De Nieuwste School. De uitspraak “verbeelding is belangrijker dan kennis”, is leuk en aardig als je, zoals Albert Einstein, een van de meest intelligente personen in de wereldgeschiedenis bent. Maar hoe zit het met kinderen, die voor de eerste aanzetten van de opbouw van hun intellect sterk afhankelijk zijn van het onderwijs dat ze genieten? Het is wel zo eerlijk te zeggen dat het voor de Nieuwste School nog te vroeg is om ze af te rekenen op hun resultaten. Het hele concept van deze school staat nog in de kinderschoenen. Maar ons lijkt het geen passende onderwijsvorm voor de meeste middelbare scholen, en met name niet voor vmbo-scholen. Het concept van De Rooi Pannen staat haaks op de meer vrije vorm van onderwijs van De Nieuwste School. Kleinschalig en praktijkgericht onderwijs staan centraal. Daarnaast streeft de school naar een strikte handhaving van de orde. Hier leeft de visie dat leerlingen het meest gebaat zijn bij een duidelijke structuur en discipline. Het bestuur is bereid om de kop boven het maaiveld uit te steken en creatief om te gaan met het beleid om de kwaliteit van het onderwijs te garanderen. Of deze (v)mbo-school representatief is voor (v)mbo-scholen in de grote steden is natuurlijk de vraag. De veiligheidsproblematiek op scholen van deze steden is vaak nijpender en zowel de achtergrond als de problematiek van de leerlingen is vaak meer divers van aard. Toch kan De Rooi Pannen als inspiratiebron dienen voor (v)mbo-scholen. De kleinschaligheid, het praktijkgericht werken en de striktheid ontbreken nog wel eens op de (v)mboʼs in de Randstad. Op die punten zou De Rooi Pannen dan ook zeker als inspiratie kunnen dienen. Dat het een goed voorbeeld is van een creatieve en vruchtbare manier van besturen en van het integreren van een onderwijsinstelling in de omgeving, is meer dan zeker. Ondanks het feit dat het gaat om verschillende schooltypes kunnen de beide instellingen toch op één punt vergeleken worden, en dat is de relatie die zij hebben met de overheid. Die verschilt wezenlijk van
d Nodig: “Twintig procent van de mensen is te dom om mee te draaien. Zo is het gewoon.” elkaar. De Nieuwste School is een door de overheid gesponsorde onderwijsvernieuwing die het doel heeft nationaal navolging te krijgen. De Rooi Pannen moet creatief met de regels omgaan om de schade van de laatste door de overheid ingevoerde onderwijsvernieuwing te herstellen. Wij willen niet dat een hele generatie schade ondervindt van de drang van politici en (school)bestuurders om te experimenteren met onderwijs. Veel van de huidige onderwijsconstructies, waaronder het vmbo en het studiehuis, hebben we te danken aan onze paarse periode, en met name, maar niet uitsluitend, aan de PvdA. Het vmbo werd in 1994 voorbereid in een commissie onder leiding van een cdaʼer, Chris van Veen. Het werd in 1998 door Tineke Netelenbos – met een ruime meerderheid – door de Kamer geloodst. Voor problemen in het onderwijs is de PvdA deels verantwoordelijk. Het is dan ook niet meer dan redelijk om te eisen dat de PvdA keuzes maakt om de kwaliteit van het onderwijs, en met name op het vmbo, te verbeteren. Er is voldoende geëxperimenteerd. Er zijn de afgelopen jaren meer dan voldoende onderwijsconstructies geïntroduceerd en hervormingen doorgevoerd. Er moet vanuit politiek en bestuurlijk Nederland meer aandacht komen voor kleinschaligheid en betrokken bestuur. Scholen moeten meer inzetten op een betrokken directie die er niet voor terugdeinst om creatief met beleid om te gaan en het niet schuwt orde op school strikt te handhaven. In Tilburg hebben we bij De Rooi Pannen gezien dat dit kan. Beleidsmakers moeten zorgen dat hier ruimte voor komt. Een einde aan groootschalige politieke experimenten en meer vrijheid voor scholen. Dát is de toekomst van de middelbare scholen in Nederland. Links: www.derooipannen.nl www.denieuwsteschool.nl www.minocw.nl www.omo.nl
29
Friedberg Blues
Elvis dit Elvis dat — Elvis
dit en Elvis dat. Hans d’Olivat van kunstenaarscollectief Tilburg CowBoys praat over Elvis alsof de aardbol zonder stil zou komen te staan. Vraag Hans wat Nederland van Tilburg kan leren en onderstaand verhaal vloeit uit zijn doorgaans dichtende pen. “Dat tussen Bad Nauheim en Breda Tilburg ligt, mag de lezer zelf verzinnen, evenals de gevolgtrekking dat in het leven van Elvis Tilburg van nul tot generlei betekenis kan zijn geweest, of je moet ’t heel erg graag willen (hoe graag?).”
Door Hans d’Olivat— Bad Nauheim (D), april 2000
Niemand weet meer precies wie wat wanneer ook al weer had gezegd. Laat staan waar. Alhoewel...
Waarover was wel duidelijk. Elvis. Daarom waren we hier. Op zoek naar
Zijn nagelaten sporen, of wat daar nog van over was, veertig jaar nadat hij als sergeant ondertussen zijn Duitse periode achter Zich gelaten heeft. En 30
Lief(je) Priscilla, maar die mocht - schrale troost- misschien langskomen
komende kerst. Elisabeth, Zijn secretaresse alhier (& bijslaap, waar zij zich beduidend beter van kweet) Nee, zij niet. Maar zij was dan ook ervandoor
gegaan met hoeheettie ookalweer, dus die had haar portie wel gehad. Biertje, iemand? und so weiter
Naar Frau Rita & her schwere Pferden in hotel Grünewald geslapen op kamer 11, jawel & het brugje, de bogen, de kroeg van Red & Lamar, wier schuld
het allemaal was dat ze het hotel uitgegooid werden. Hadden ze maar geen brandende krant onder Zijn deur door moeten schuiven. Zeker niet als Hij daar met Elisabeth, godverdomme ga maar aanbellen dan, tot je een huis voor Elvis hebt gevonden.
Al te ver hoefden ze niet te lopen, Red & Lamar. Frau Pieper vond het goed, maar ze bleef wel op zolder wonen.
Op geen der deurbellen gehoor, maar achter de ruit van de dakkapel beweegt duidelijk een gordijn. We houden onze adem in. Wie het ook was weet
niemand meer, maar het meegebrachte cd’tje met zelfopgenomen liedjes
achter de piano, thuis op Goethestrasse 14, meer dan veertig jaar geleden, doet zijn dienst. Elvis toch!
We zwijgen devoot en saamhorig horen we Mona Lisa, I’m beginning to
forget you, Que sera, Danny boy, The fool & Every effort has been made…. Toen.
Nog geen 10 meter van hier (de luiken gesloten wegens luidruchtig vrouwelijk (niet per se) schoon) Hier Nu Elvis In Zijn Eentje thuis op de piano Alles geven Nou eens Een keer Niet Voor de baas Zijn portemonnaie & die kwam dan weer Uit Bred Onzen Dries
Zaagsel het Nieu w Tilburgs M odel
Gerrit Poels: “Maar ze weten me wel te vinden hoor, de politici. Dan belt zo’n wethouder Financiën op of ik misschien een bepaald gevalletje voor hem kan regelen.” WBS-werkplaats — Tilburg is een tijdens de industriële revolutie aan elkaar 31 gegroeide verzameling dorpen. Nog altijd is het geen eenvormige stad,
maar een nauwelijks in elkaar overlopend cluster wijken. Typische achterstandswijken als Broekhoven en de Kruidenbuurt, met problemen als
(jeugd-)werkloosheid en criminaliteit, liggen mijlenver van een blanke
slaapwijk als de Reeshof, waar jonge, bemiddelde gezinnen achter de voordeur hun eigen sores kennen. De Universiteit van Tilburg is een intellectuele enclave, zonder veel binding met de stad. Veel professoren en studenten wonen buiten Tilburg, wetenschappers hebben ʻniet veelʼ met
de stad zelf. Bevolkingsgroepen leven langs elkaar heen, burgermeester
Vreeman beklaagt zich dat Antillianen niet meedoen aan het Carnaval.
Pastoor Theodoor van de Sint Christoffelparochie meent dat veel parochianen ʻbang zijn voor de islamʼ. Terwijl de jongerenambassadeurs dat maar overdreven vinden.
Tilburg is een verdeelde stad. In Theaters Tilburg mist men de middenklasse: als Hamlet geprogrammeerd wordt, komt er niemand. Het ontbreken
vandietussenlaagheeftgevolgenvoordelokaledemocratie.Volgenshoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg Pieter Tops wordt het
publieke debat niet aangezwengeld omdat er een ʻhogere middenklasseʼ,
een ʻintellectuele eliteʼ, ontbreekt die zich met het openbaar bestuur be-
moeit. De lokale pers laat in omvang en diepgang te wensen over, onafhankelijke en kritische media ontbreken. De onnavolgbare website www. tilburgzeikt.com springt eenzaam in dat gat, maar kan het niet vullen. Ook
binnen de gemeentelijke politiek zijn de verhoudingen scheef. In de jaren
tachtig maakte Tilburg furore met het ʻTilburgs modelʼ: een manier van rekenschap afleggen voor gemeentelijke instanties waarbij uitgaven van de
gemeenten veel inzichtelijker en opener werden. Hoewel het model veel navolging heeft gekregen zijn de nadelen ook duidelijk: er is onevenredig
veel macht geconcentreerd in de handen van de acht directeuren van de acht grote gemeentelijke diensten, aan wie die verantwoordelijkheid moet worden afgelegd. Bovendien smoort een cultuur van rekenschap afleggen creativiteit en initiatief op de werkvloer.
Bij het overgrote deel van de werkbezoeken bleken vooral klachten te
bestaan over verstikkende regelgeving en bureaucratie. Het is voor ondernemers in Tilburg makkelijk klapwieken, maar moeilijk opvliegen. We
spraken ondernemers (TailorMadeSuits) die bedolven werden onder gratis
goede raad, maar vervolgens bij de gemeente niet terecht konden voor startkapitaal of zelfs maar bedrijfsruimte. Van een ambtenaar kregen ze
Philomeen Sneiders, Missie Centrum Tilburg: “Bij de gemeente
Wanneer je echter langer in iemand investeert en uitgaat van persoonlijke dromen en mog 32
te horen dat hun businessplan te kansrijk was om in aanmerking te komen voor financiële hulp.
Andere ondernemers zijn inmiddels succesvol gestart binnen de creatieve broedplaats VillaMedia. Zij zouden daar graag groeien, maar door de starheid van het concept zijn ze gedwongen te verhuizen. Bijkomend probleem: VillaMedia is eigenlijk te duur voor de échte startende ondernemer,
waardoor het zijn doel voorbij streeft. De Kamer van Koophandel geeft aan dat ze doorgroeiers graag net zo goed zouden willen ondersteunen
als starters, maar dat regelgeving dat belemmert. Het adviseren van doorgroeiers zou commerciële adviesbureaus benadelen. Regels die maken dat
studenten niet in het onderzoek mogen worden ingezet, belemmeren een efficiënt samenspel tussen ondernemerschap en universiteit.
Ook de dertien Tilburgse coffeeshops klagen over gebrek aan flexibiliteit.
Volgens bepaalde ambtelijke berekeningen mogen er op het aantal inwo-
ners van Tilburg maar twaalf coffeeshops zijn. Sinds dat bekend is, leven dertien ondernemers in voortdurende onzekerheid over de vraag wie er straks moet sluiten. Niet omdat er geen klanten zijn, maar omdat de regel het wil.
Klassieke sociaal-democraten storen zich wellicht minder dan wij aan de
lasten die regels opwerpen voor ondernemers. Maar ook overheden en
semi-overheden in Tilburg zelf ondervinden last van regeldruk. Op de
afdeling Milieu van het stadskantoor klagen beleidsmedewerkers dat regelgeving van de rijksoverheid de grote belemmerende factor is om met
innovatieve ideeën voor duurzaamheid te beginnen. Wil Poppodium 013
geld lospeuteren bij het onder Paars-II geboren Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing (fppm), dan is directeur Guus van Hove naar eigen zeggen vier dagen bezig. Bij het Prins Bernhard Cultuurfonds is dat niet langer dan twee uur. Door sterke landelijke centralisatie van beleid
op het gebied van ruimtelijke ordening is lokaal milieubeleid star en inefficiënt. En wellicht het belangrijkst voor een progressieve beweging:
een te starre houding van de overheid blijkt ook een hindernis voor sociale hulpverlening. Vooral voor vrijwilligers, die in de wijken aan de wieg
staan van veel sociale projecten, is dit een hindernis. In het buurtcentrum Union (ʻHet Huisʼ) in de Kruidenbuurt vindt men dat er meer gedaan zou
kunnen worden op het stadskantoor. Ze hebben het idee hard te moeten
schreeuwen voor er wordt geluisterd. Bovendien moeten de mensen die het buurcentrum draaiende houden veel papierwerk regelen. Ze hebben het gevoel dat beloftes niet worden nagekomen en procedures met de week veranderen. Dit gevoel leeft niet alleen in ʻHet Huisʼ, maar ook in
VrouwKindCentrum Even-naar, bij voetbalverenigingen, het jongeren-
e en het maatschappelijk werk gaat het om scoren: zoveel mogelijk mensen ‘bemiddelen’.
gelijkheden boek je veel meer succes.” werk, bij de jongerenambassadeurs en het Welzijnswerk. Het succes van sociale projecten lijkt hierdoor vaak meer ondanks in plaats van dankzij de gemeente tot stand te komen.
De sleutel tot succes ligt in het oprekken van regels. De coördinator van het mkb-loket vertelt dat ze uiterst creatief moeten omgaan met de regels
voor het aannemen van innovatievouchers. Want: de vouchers van minder
dan zevenduizend euro zijn te klein om de ondernemers van dienst te kunnen zijn. De Rooi Pannen is een lichtend voorbeeld voor het Nederlands
vmbo. Door alleen op papier te fuseren met een roc, kon de Rooi Pannen
de subsidies behouden en tegelijkertijd haar eigen visie uitvoeren op het gebied van kleinschalig onderwijs. Gerrit Poels, die dagelijks voor dag en
dauw de wijken rondfietst om brood uit te delen aan gezinnen die het
moeilijk hebben, krijgt geen druppel subsidie en moet daar ook niets van hebben. Zodra de gemeente zich ermee gaat bemoeien, zegt hij, loopt de zaak vast.
Deze mensen zijn voorbeelden van wat we, naar analogie van het voetbal, middenvelders hebben genoemd. Zij zijn het die in hun buurt, school of
instelling dingen voor elkaar krijgen. Zij zijn de middenman tussen open-
baar bestuur aan de ene kant en bewoners van wijken, ouders en achtergestelden aan de andere. In tegenstelling tot de radeloze burger weten ze
hoe het ambtelijke en politieke spel gespeeld of ontweken moet worden. Ze zorgen voor smeerolie in het radarwerk van de samenleving. Zij moeten nu de ruimte krijgen.
De overheid moet haar houding tegenover de actieve burger drastisch
veranderen. Al voor de Fortuyn-revolte kende de PvdA een nieuwe generatie
wethouders die politiek op een nieuwe manier aanpakten. Mensen als Hans
Spekman in Utrecht en Jan Hamming in Tilburg, die het gemeentehuis uitliepen en de wijken in, en hun oren te luisteren legden bij de burger.
Dat is nuttig en nodig maar, zoals in Tilburg blijkt, niet voldoende. Een in de wijk rondfietsende politicus wekt puur door zijn aanwezigheid alleen al verwachtingen. Als die door ondoorzichtige ambtelijke processen
vervolgens niet of te laat waar worden gemaakt, is de spreekwoordelijke kloof alleen maar groter geworden.
Wat dit betreft waren we ook in Tilburg op de goede plek. Het programma
van het nieuwe college, ʻPremie op Actieʼ, is precies gericht op het verlich-
ten van regeldruk en verantwoordingsdrang bij de overheid en het belonen van geslaagde sociale initiatieven. Het begin is nog aarzelend. Maar wij zullen Tilburg nieuwsgierig blijven volgen, in de hoop dat zich een nieuw Tilburgs model ontwikkelt, dat landelijk navolging kan krijgen. ■
33
Tilburg doorgezaagd
Met dank aan: Linda Amts, Tilburgs Overleg Gehandicaptenorganisaties ◆ Mirjam Antonise, klankbordgroep Uitvindersbuurt/Trouwlaan ◆ Jos van Balveren, directeur welzijnswerk Twern ◆ Joke Bekers, Tilburgs Overleg Gehandicaptenorganisaties ◆ Floor van Berkel, jongerenwerker V39 ◆ Peter Biemans, beleidsmedewerker duurzaamheid gemeente ◆ Joep en Joost Blom, herbergiers Het Wapen van Tilburg ◆ Willem Bongaarts, projectleider gebiedsteam West ◆ Walter van Brakel, locatiedirecteur basisschool Don Sarto ◆ Sander van Bussel, kunstenaarscollectief Tilburg CowBoys ◆ Mustafa Demirtas, intermediair allochtonen in sportverenigingen ◆ Hans D’Olivat, kunstenaarscollectief Tilburg CowBoys ◆ Diane van Dooren, verpleegkundige ◆ Bas van Driel, wijkagent Kruidenbuurt ◆ Jan Drijvers, bestuurder voetbalvereniging Olympus ◆ Gert van den Elsen, medewerker duurzaamheid, gemeente ◆ Ralf Embregts, senior beleidsmaker armoedebeleid ◆ Jan van Esch, raadslid Pvda ◆ Anne van Esch, voormalig programma-manager integratie ◆ Ilse Fliers, welzijnswerk De Reeshof ◆ André van Gils, afdelingsmanager sociale zaken ◆ Marjolein de Graaff, ouderenwerker ◆ Chris Gribling, kunstenaarscollectief Tilburg CowBoys ◆ Erik Hamburg, Kamer van Koophandel – Midden Brabant ◆ Jan Hamming, wethouder ◆ Jeanet van der Horst, Theaters Tilburg ◆ Johan van den Hout, fractievoorzitter SP ◆ Angelique van Houten, sociaal cultureel werker ◆ Guus ten Hove, directeur van cultuur- en poppodium 013 ◆ Paul Huijgen, gemeenteraadslid SP ◆ Tom van Kleef, directeur Nieuwste School ◆ Helma de Kok-Ooms, HR consultant Interpolis ◆ Jenny Krebbers, MKB-Loket UvT ◆ Frans Jan Lathouwers, hoofd Stadspromotie/VVV stadskantoor ◆ Albert Latijnhouwers, beleidsmedewerker Wonen, gemeente ◆ Roel Lauwerier, raadslid VVD ◆ Guido van Leerzem, stichting Nieuwkomers enVluchtelingenwerk ◆ Jannes Ligtenberg, Tilburgs Overleg Gehandicaptenorganisaties ◆ Machiel van Lieshout, Inobit -software ontwikkeling (Villamedia) ◆ Bram Luijten, beleidsmedewerker Wonen, gemeente ◆ ‘Tante Marga’, beheerder van de Union / ‘Het Huis’ ◆ Hein Meijs, plaatsvervangend directeur Traverse ◆ Otto van der Meulen, directeur Tilburgse woonstichting TIWOS ◆ Wim van de Meren, directeur St. Elisabeth ziekenhuis ◆ Peter Mohnen, Schepnet -internet communicatie (Villamedia) ◆ Bert Mulder, voorzitter wijkvereniging De Reeshof ◆ William Peters, BUS (Brabantse Uitkeringsgerechtigden Samen) ◆ Tiny Pheninckx, voorzitter college van bestuur De Rooi Pannen ◆ Gerrit Poels, pater/Stichting Brood Nodig ◆ Ietje de Rooij, directeur zorgcentrum de Kievitshorst ◆ Anny van Rooij, manager welzijnswerk Twern ◆ Marieke Sarton, Stichting Nieuwkomers en Vluchtelingenwerk ◆ Philomeen Sneiders, vrijwilliger Missie Centrum Tilburg ◆ Hans Steenhof, bestuurslid Stichting Brood Nodig ◆ Theodoor, pastor St. Christoffelparochie ◆ Thijs Thijssen, algemeen directeur Bierbrouwerij Koningshoeven ◆ Pieter Tops, hoogleraar bestuurskunde UvT ◆ Marianne Toussaint, onderwijsmanager Rockacademie ◆ Nol van Trier, gemeenteraadslid PvdA ◆ Gerard Tromp, barman café ’t Buitenbeentje en CowBoy-adept ◆ Geert-Jan Truijen, concernfinanciën, gemeente ◆ Jan Vermeer, bestuurder voetbalvereniging Olympus ◆ Ruud Vreeman, burgemeester ◆ Harmen Venmans, TailorMadeSuits. nl ◆ Sjeng Verhulst, tilburgzeikt.com ◆ Joop Vianen, hoogleraar ondernemerschap UvT ◆ Jan Willem Vromans, TailorMadeSuits.nl ◆ Willem Vugs, eigenaar coffeeshop Toermalijn ◆ Jan Walen, radiomaker Omroep Brabant ◆ Rick van Wandelen, hoofd communicatie gemeente ◆ Bea van Wijk, beheerder Union ◆ Jessica, Joseph, Mounir, Fidan en Faisel, jongerenambassadeurs ◆ Ouderen op straat, onderzoek Tilburgse Ouderen Partij (TOP) ◆ Snackbarhouder Tilburg-Noord ◆ Bewoners woonpaviljoen Traverse ◆ Voorbijgangers in kader van Tilburgeringscursus ◆ Voetballertjes op het Johan Cruijffcourt