VERGADERDATUM
SE CTO R/A FDELING
25 augustus 2009
SWS/WBH
ST UKDATUM
NAAM STELLER
11 augustus 2009
W. van Dijk
ALGEMENE VERG ADERING
AGENDAPUNT
ONDERWERP
wijziging periode onderhoud oevers PROGRAMMA
voldoende water PORTEFEUILLEHOUDER
J. Naaktgeboren PARAAF ADJUNCT-SECRETARIS
mr. G.J. Bos
Voorstel De Algemene Vergadering wordt voorgesteld: kennis te nemen van de uitkomsten van het onderzoek naar de verlenging van de periode waarin de aanleg en het onderhoud van oevers plaatsvindt. Om de uitvoering van de werkzaamheden aan oevers te vergemakkelijken en de kwaliteit van de werkomstandigheden en het resultaat te verbeteren, in te stemmen met de aangepaste werkwijze in de uitvoering van de aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers, inhoudende: 1 de periode van aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers te verlengen tot het gehele jaar; 2 het uit de teelt nemen van werkstroken voor de aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers gedurende het groeiseizoen mogelijk maken; 3 het uit de teelt nemen van werkstroken voor incidentele (onderhouds)werkzaamheden mogelijk maken. Dit geldt niet voor het uitvoeren van regulier baggerwerk; 4 de aangelanden schadeloos te stellen voor de gemiste inkomsten op de werkstrook. - De daarmee samenhangende structurele kostenverhoging op te nemen in de meerjarenbegroting 2010 (in het jaar 2010 gaat het om € 183.000,--). - Na twee jaren evalueren of de geschatte besparingen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd en de besparingen vanaf dat moment verwerken in de meerjarenbegroting. Samenvatting De aanleg van de duurzame oevers wordt in het najaar, na de oogst van de gewassen, uitgevoerd. De uitvoering in de (natte) wintermaanden stuit in de praktijk op enkele grote bezwaren. Bij de uitvoering van het beleid duurzame oevers zijn de laatste jaren ideeën ontstaan om de periode van uitvoering van de werkzaamheden te wijzigen. Door uw college is de vraag gesteld dit te onderzoeken. De uitkomst van dit onderzoek is dat het verruimen van de periode waarin de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd enkele belangrijke voordelen biedt. Om de werkzaamheden en de grondverwerving voorspoediger te laten verlopen kan de aanleg van duurzame oevers en incidenteel de uitvoer van andere werkzaamheden (uitgezonderd regulier baggerwerk), gedurende het gehele jaar worden uitgevoerd. Hiervoor is het noodzakelijk om een werkstrook ter beschikking te hebben. De betrokken aangelanden dienen echter wel schadeloos gesteld te worden voor de gemiste inkomsten op de werkstrook. Lelystad 25 augustus 2009, het college van Dijkgraaf en Heemraden, de secretaris-directeur,
de dijkgraaf,
ir. J.B. van der Veen.
mr. ir. H.L. Tiesinga.
REGISTRATIENUMMER
SWS.384
1/7
Toelichting Inleiding Het aanleggen van duurzame oevers draagt naast het uitvoering geven aan het meerjarig onderhoudsplan watergangen voor een belangrijk deel bij aan het realiseren van de doelstellingen uit de KRW. Waterschap Zuiderzeeland heeft de ambitie uitgesproken de doelstellingen van de KRW versneld te willen realiseren. Het streven is om in 2021 40% van alle tochten duurzaam te hebben ingericht. Om dit doel te realiseren moet er gemiddeld 20 km duurzame oever per jaar worden aangelegd. Bij de start van de waterschappen in de vorige eeuw zijn met de landbouworganisaties afspraken gemaakt over de periode waarin onderhoudswerkzaamheden aan watergangen (waaronder aanleg van duurzame oevers) bij voorkeur uitgevoerd moeten worden, zonder dat daarvoor vergoedingen behoeven te worden gegeven. Het gevolg daarvan is dat baggerwerkzaamheden en oeveronderhoud nu moeten plaatsvinden zodra de gewassen van het land zijn. De werkzaamheden lopen vaak door tot eind december en soms over het jaar heen. Overwegingen Alles wat speelt rond het onderhoud van watergangen is aanleiding om de hele gang van zaken nog eens tegen het licht te houden en daarbij te beginnen bij de uitvoeringsperiode. Het gedurende de zomermaanden kunnen aanleggen van duurzame en natuurvriendelijke oevers heeft o.a. de volgende voordelen: • creëren van meer ‘goodwill’ bij de aangelanden, waardoor sneller meegewerkt zal worden aan de aanleg van de duurzame oevers; • snellere realisatie van de doelstelling inzake de KRW; • ruimere periode om werkzaamheden uit te voeren; • betere weersomstandigheden tijdens de werkzaamheden; • er kan aaneengesloten en dus sneller gewerkt worden door de aannemer; • vrijkomende grond kan opdrogen voordat dit verwerkt moet worden; • vrijgekomen grond en bagger kunnen direct na de oogst van de naast de werkstrook geteelde gewassen verwerkt worden, waardoor de kans op structuurschade aanmerkelijk afneemt; • minder vervolgschadeclaims; • minder erosie en herstelkosten doordat taluds groen de winter ingaan; • er kan door in de zomermaanden te kunnen werken beter worden voldaan aan de eisen uit de Arbowet; • na de aanleg van duurzame oevers wordt er vaak gebaggerd. De baggerwerkzaamheden kunnen eerder uitgevoerd worden. Hierdoor wordt er voldaan aan de eisen in de aangenomen Gedragscode Flora- en faunawet voor de waterschappen. Naast voordelen zijn er ook nadelen: • om in de zomer werkzaamheden uit te kunnen voeren zal de grondgebruiker inkomensderving betaald moeten worden; gevolg kostenverhoging; • de cyclus van voorbereiding van onderhoudswerkzaamheden moet vervroegd worden; al tijdens de uitvoering van een lopend jaarplan; • voorbereiding start al voordat begroting is vastgesteld; afspraken met ingelanden moeten worden gemaakt onder voorbehoud goedkeuring bestuur; • de gewijzigde werkwijze brengt hogere kosten met zich mee, zie financiële paragraaf. Ervaring De laatste jaren is de aanvankelijke weerstand tegen de aanleg van duurzame oevers afgenomen. De grootste weerstand bij betrokkenen zit nu veelal in het tijdstip van de werkzaamheden in het late najaar. Uitvoering van de aanleg van duurzame oevers in het najaar leidt in de praktijk tot steeds meer problemen.
REGISTRATIENUMMER
SWS.384
2/7
Door de jaren heen leert de ervaring dat het moment waarop gewassen van het land zijn nogal eens verschilt en afhankelijk is van het weerbeeld in enig jaar, maar ook van elke individuele aangeland. Daarnaast worden er meer en meer “late” gewassen als suikerbieten, witlof, bloembollen en winterpeen geteeld. Dit resulteert in een steeds later oogsttijdstip. Oogst van suikerbieten in december is niet meer uitzonderlijk. In de praktijk blijkt het bijna onmogelijk om langs een gehele tocht alle gronden op het zelfde moment vrij van gewassen te hebben. Het gevolg daarvan is dat niet vlot achtereen gewerkt kan worden aan aansluitende kavels en dat de aannemer meerdere keren materieel en materiaal moet aan- en afvoeren. Dit brengt extra kosten met zich mee. Soms ook moet de aannemer terugkeren als de weersomstandigheden duidelijk anders (vaak slechter) zijn dan in een eerdere periode. Aansluitend op de aanleg van de duurzame oever wordt de watergang gebaggerd. Baggerwerkzaamheden kunnen pas uitgevoerd worden als langs de gehele tochtlengte de duurzame oever aangelegd is. Dit resulteert in het feit dat het waterschap pas (eind) december baggert, dit terwijl volgens de aangenomen Gedragscode Flora- en faunawet voor de waterschappen baggerwerkzaamheden tussen 15 juli en 1 november uitgevoerd dienen te worden. Wachten op kavels die laat vrijkomen van gewassen betekent in de praktijk dat het vaak te laat is om de vrijgekomen gronden nog te kunnen verwerken zonder dat er structuurschade optreedt. Deze werkwijze leidt bij aangelanden waar nog een duurzame oever moet worden aangelegd op veel weerstand. De aanleg van duurzame oevers in 2008 is bij enkele tochten (o.a. Kuindertocht en Tollebekertocht) zeer moeizaam verlopen. Op veel plaatsen was het bij de uitvoering zo nat dat de gronden niet meer uitgeschoven konden worden zonder de structuur nog meer en over een grotere oppervlakte te beschadigen. Bij deze betrokkenen is er voor gekozen om de grond te laten liggen en achteraf een vergoeding uit te keren voor het niet kunnen betelen van de stroken. Weliswaar is er een schaderegeling die gedurende vijf jaar na uitvoering van onderhoudswerkzaamheden nog tot uitkering kan komen; uit publiekrechtelijk oogpunt is het beter schade op voorhand te voorkomen. Als gevolg van het laat uitvoeren van de werkzaamheden gaan tochttaluds zwart de winter in en kunnen deze pas in het voorjaar worden ingezaaid. Het gevolg is een hoog risico op uitspoeling als gevolg van neerslag en daarmee noodzakelijk herstelwerk (extra kosten). Bij aanleg van oevers in de zomermaanden kunnen de taluds op tijd worden ingezaaid waardoor uitspoeling wordt voorkomen. Bij de uitvoering van aanleg duurzame oevers staan werknemers van de aannemer met lieslaarzen in de tochten en moeten er werkzaamheden onder de waterlijn worden uitgevoerd. Gezien de uitvoeringsperiode in het najaar is de watertemperatuur dusdanig gedaald dat het om arbotechnische redenen niet de meest geschikte periode is om dergelijke werkzaamheden uit te voeren. In een passage uit de Arbowet wordt gesteld dat: De werkgever zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten en voert daartoe een beleid dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden, waarbij hij, gelet op de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening, het volgende in acht neemt: a. tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd organiseert de werkgever de arbeid zodanig dat daarvan geen nadelige invloed uitgaat op de veiligheid en de gezondheid van de werknemer. Waterschap Zuiderzeeland kan, als opdrachtgever, als indirecte werkgever worden gezien en heeft vanuit dat oogpunt ook een verantwoordelijkheid in dezen. De afdeling Waterbeheer van Waterschap Zuiderzeeland is een jaar rond bezig zijn taken uit te voeren. Voor de betreffende opzichters betekent dit dat bij de uitvoering van de aanleg duurzame oevers en de uitvoering van de REGISTRATIENUMMER
SWS.384
3/7
baggerwerkzaamheden de nadruk nu met name op het najaar ligt. Dit geeft jaarlijks een extra belasting op de betreffende medewerkers die deze werkzaamheden moeten begeleiden. Wanneer de uitvoeringsperiode van de aanleg van de duurzame oevers over een langere periode kan worden verdeeld, betekent dit dat zij op het eind van het jaar minder heftig met de werkzaamheden worden belast. Wat moet er gebeuren? De huidige uitvoeringsperiode van werkzaamheden is destijds in nauw overleg met LTO tot stand gekomen. Om in een andere periode te kunnen gaan werken is er draagvlak in het gebied nodig. Daartoe heeft er op 23 maart 2009 een informatief overleg met een delegatie van LTO-Noord plaatsgevonden. In dit overleg bleek dat er in het veld een zeer groot draagvlak is om de werkzaamheden in de zomermaanden te kunnen uitvoeren. Hierbij bleek ook het aspect van steeds vaker optredende structuurschade door de late werkzaamheden het grootste knelpunt bij de huidige werkwijze te zijn. Het komt erop neer dat de huidige uitvoering in de wintermaanden vanuit landbouwkundig oogpunt eigenlijk niet meer is vast te houden. Met de aangelanden zal op een juiste wijze gecommuniceerd moeten worden, zodat duidelijk wordt wat de veranderingen inhouden. Er dient een acceptabele regeling te komen voor het gedurende een jaar vrijgeven van een voldoende brede werkstrook op de kavel om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Financieel Om gedurende het gehele jaar te kunnen werken, dient er een strook van maximaal 20 meter breed uit de teelt te worden genomen. De grondverwerving vindt plaats op basis van volledige schadeloosstelling. De aangelanden dienen ook voor de werkstrook schadeloos te worden gesteld. Hierbij zijn de volgende vergoedingen van toepassing: • vergoeding inkomensverlies op de werkstrook; • vergoeding niet benutte aanvoerruimte mest; • eventuele vergoeding voor niet benutte toeslagrechten. Inkomensverlies werkstrook: Voor de werkzaamheden zal een strook van ca. 20 meter breed nodig zijn. Hierop kunnen materialen worden af- en aangevoerd. Tevens dient deze strook voor de opslag en eventueel begraven van de zode en de vrijkomende specie. De specie kan opdrogen en kan na de oogst van de gewassen onder goede omstandigheden worden verwerkt. Daarna is er nog voldoende tijd om de kavel winterklaar te leggen. Bij de inkomensschadeberekening wordt het saldo van het gewas vergoed dat normaal gesproken op de strook zou hebben gestaan. Bij de berekening van de hoogte van de vergoedingen worden de gemiddelde saldo’s van gewassen in het gebied aangehouden. De gewassaldo’s zijn afkomstig van accountantskantoren in de regio. De gemiddelde inkomensschade die op dit moment bij de grondverwerving wordt gehanteerd is: € 3.200,-- in de NOP, € 2.900,-- in Oostelijk Flevoland en € 2.500,- in Zuidelijk Flevoland (bedragen per ha). Dit bedrag is een gemiddelde van de gewassaldo’s dat voor de afkoop van de inkomensschade wordt gehanteerd. Bij de vergoeding van de werkstrook wordt het gewas vergoed. Per gewas verschilt dit bedrag. Over het geheel genomen zal het gemiddelde echter hetzelfde zijn als de bovengenoemde vergoedingen. Per kavel wordt een strook van ca. 20 m uit de teelt gehaald. Bij een breedte van 300 m komt dit neer op 6000 m² per kavel. Per kavel zal de gemiddelde vergoeding in de NOP ca. € 1.920,-- zijn. Uit het locatievoorstel duurzame oever (DenH 30 september 2008) blijkt dat er in de regio Noord in de jaren 2010, 2011, 2012 respectievelijk 17 km, 14 km en 9 km duurzame oever wordt aangelegd. In de regio Zuid wordt er respectievelijk 11 km, 9 km en 12 km oever duurzaam ingericht. Vergoeding niet benutte aanvoerruimte mest: De betrokken aangelanden geven normaal gesproken alle percelen op voor de landbouwtelling (=verplichting). Alle opgegeven ha tellen mee voor de REGISTRATIENUMMER
SWS.384
4/7
plaatsingsruimte van dierlijke mest en voor de totale gebruiksnormen van nutriënten. Percelen die tijdelijk uit de teelt zijn genomen mogen niet opgegeven worden bij de landbouwtelling en tellen ook niet mee voor de plaatsingsruimte. De aangelanden kunnen op de werkstrook geen dierlijke mest meer aanvoeren. De maximale aanvoernormen van nutriënten uit dierlijke mest is op dit moment maximaal 170 kg stikstof en 85 kg fosfaat per ha. In de toekomst zullen deze hoeveelheden naar beneden toe worden bijgesteld. Rekening houdend met de gemiddelde gehalten in dierlijke mest kan er maximaal ca. 25 ton varkensdrijfmest per ha worden uitgereden. De gemiddelde vergoeding voor aangevoerde varkensdrijfmest is ca. € 7,-- per ton. Per ha is dit: € 175,--. Vergoeding voor niet benutte toeslagrechten: De landbouwtelling is eveneens de basis voor de uitbetaling van toeslagrechten. In 2006 is het stelsel van toeslagrechten in de plaats gekomen van de productiegebonden landbouwsubsidies. Landbouwsubsidies zijn omgezet in toeslagrechten. Over het algemeen hebben de meeste agrarische ondernemers meer ha grond ter beschikking dan ze toeslagrechten ter beschikking hebben. Het uit de teelt nemen van de werkstrook zal in de regel geen gevolgen hebben voor de benutting van de toeslagrechten per betrokkene. Mocht dit wel het geval zijn, dan dient een teler dit via zijn boekhouding/opgave landbouwtelling aan te tonen. De niet benutte toeslagrechten zullen dan voor de waarde die ze vertegenwoordigen worden vergoed. De verwachting is dat deze situatie slechts in zeer uitzonderlijke gevallen zal voorkomen. Totale kosten werkstrookvergoeding bij de aanleg duurzame oevers: Regio Noord: jaar Lengte (m) 2010 17000 2011 14000 2012 9000
Werkstrook (ha. totaal) 34 28 18
Kosten/ha
Regio Zuid: jaar Lengte (m) 2010 11000 2011 9000 2012 12000
Werkstrook (ha. totaal) 22 18 24
Kosten/ha
€ 3.200 + € 175 € 3.200 + € 175 € 3.200 + € 175
€ 2.900 + € 175 € 2.900 + € 175 € 2.900 + € 175
Totaal € 114.750,-€ 94.500,-€ 60.750,--
Totaal € € €
67.650,-55.350,-73.800,--
Huidige kosten gewasschade vergoedingen: Zoals eerder genoemd blijkt in de praktijk steeds vaker dat late werkzaamheden zorgen voor meer vervolgschade door structuurbederf. Een overzicht van de uitgekeerde schadevergoedingen vanaf 2006 is hieronder weergegeven: Jaar uitvoering 2006 2007 2008
Bedrag € 20.080,44 € 13.659,63 € 55.000,--* (schatting)
* De exacte vervolgschade van uitvoeringsjaar 2008 is nog niet bekend. Op 18 kavels is door de natte omstandigheden en de late uitvoering van de werkzaamheden, de vrijkomende grond niet uitgeschoven. De betrokken telers hebben een strook van ca. 20 meter laten liggen. De inkomensschade van het gewas dat niet geteeld kan worden op deze strook zal aan de betrokken telers worden vergoed. De schade op deze kavels alleen al bedraagt ca. € 40.000,--. De exacte hoogte van de schade zal in de loop van het seizoen worden vastgesteld. Daarnaast is het de verwachting dat er op andere kavels waar in 2008 een duurzame oever is aangelegd ook schademeldingen zullen komen. Een inschatting van deze schade is vooralsnog niet te maken. De verwachting REGISTRATIENUMMER
SWS.384
5/7
is echter wel dat de omvang van de schade in de lijn van voorgaande jaren zal liggen. Indien de onderhoudswerkzaamheden gedurende het hele jaar kunnen worden uitgevoerd, zal het aantal schademelding door structuurbederf dalen. Er zullen echter altijd schadegevallen blijven. De verwachting is echter dat dit fors minder zal zijn. De gewijzigde werkwijze zal geen wijziging in de planning tot gevolg hebben; wel zullen planningen beter gehaald kunnen worden door betere medewerking van agrariërs. Personele consequenties De grondverwerving zal dankzij dit voorstel eenvoudiger verlopen. De kosten van de ingehuurde grondverwerver zullen hierdoor stabiliseren en bij vlottere medewerking van de agrariërs dalen. Door betere spreiding van de werkzaamheden en minder nazorg een lagere belasting van de medewerkers. De arboregels kunnen door de aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers in de zomermaanden beter worden nageleefd. Financiële consequenties De extra jaarlijkse kosten voor het uit de teelt halen van de werkstroken zijn maximaal (bij benadering): 2010: € 183.000,-2011: € 150.000,-2012: € 135.000,-Uitgaande van 20 km duurzame oever per jaar zullen de kosten voor het uit de pacht halen van een werkstrook jaarlijks € 140.000,-- bedragen voor de jaren na 2012. Deze kosten zijn gebaseerd op het vasthouden aan het volledige programmaonderhoud. De extra kosten zullen worden opgenomen in de exploitatiebegroting van de betreffende jaren en leiden tot een verhoging van de meerjarenbegroting. De verhoging van € 183.000-- in 2010 komt overeen met een stijging van de heffingsopbrengst van de watersysteemheffing met ca 0,45%. De uitvoering van de werkzaamheden brengt ook financiële voordelen met zich mee; zoals minder vervolgschade, lagere uitvoeringskosten (goedkopere bestekken), lagere personeelskosten, minder herstelschade etc. Deze kosten zijn op dit moment echter nog niet te kwantificeren. De verwachting is echter dat deze besparingen significant zullen zijn. Een voorzichtige raming levert op dat dit voordeel maximaal € 100.000,-- zal omvatten door lagere kosten voor de grondverwerver, lagere aanbestedingskosten en minder schadeclaims van agrariërs in volgende jaren. Na twee jaar zal de werkwijze geëvalueerd worden; op dat moment zijn de besparingen ook kwantificeerbaar en zal dat tot uiting komen in de meerjarenbegroting door lagere ramingen voor het bestekswerk, lagere kosten voor inhuur grondverwerver en minder vergoedingen. De vergoedingen voor de werkstroken zullen jaarlijks worden aangepast. Hierdoor blijven de vergoedingen op een marktconform niveau. Juridische consequenties Voor het overheidshandelen als in dit geval geldt dat de werkzaamheden mogen worden uitgevoerd, maar dat de schade vergoed moet worden. Het strikt hanteren van de beleidsuitgangspunten zal aan te merken zijn als onbehoorlijk bestuurlijk handelen; immers als de belanghebbende nu gevraagd wordt de vrijkomende grond onder slechte omstandigheden over een groter oppervlak uit te schuiven, is het nagenoeg zeker dat in het volgende teeltjaar structuur- en inkomensschade uitbetaald moet gaan worden. Met de voorgestelde werk- en handelwijze wordt de verwachte schadeomvang beperkt. REGISTRATIENUMMER
SWS.384
6/7
Uitgangspunt is dat bij grondverwerving overeenkomstig de methodiek van de Onteigeningswet geldt dat de eigenaar/gebruiker recht heeft op volledige schadeloosstelling; in overeenstemming met de geldende marktwaarde. Met dit voorstel wordt aan dit uitgangspunt voldaan. Daarnaast zal dit voorstel leiden tot minder weerstand bij de aangelanden waardoor het instrument duldplicht minder vaak ingezet hoeft te worden. Consequenties voor Communicatie De wijzigingen zullen moeten worden gecommuniceerd met de betrokken aangelanden. Voorstel: De Algemene Vergadering wordt voorgesteld: kennis te nemen van de uitkomsten van het onderzoek naar de verlenging van de periode waarin de aanleg en het onderhoud van oevers plaatsvindt. Om de uitvoering van de werkzaamheden aan oevers te vergemakkelijken en de kwaliteit van de werkomstandigheden en het resultaat te verbeteren, in te stemmen met de aangepaste werkwijze in de uitvoering van de aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers, inhoudende: 1 de periode van aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers te verlengen tot het gehele jaar; 2 het uit de teelt nemen van werkstroken voor de aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers gedurende het groeiseizoen mogelijk maken; 3 het uit de teelt nemen van werkstroken voor incidentele (onderhouds)werkzaamheden mogelijk maken. Dit geldt niet voor het uitvoeren van regulier baggerwerk; 4 de aangelanden schadeloos te stellen voor de gemiste inkomsten op de werkstrook. - De daarmee samenhangende structurele kostenverhoging op te nemen in de meerjarenbegroting 2010 (in het jaar 2010 gaat het om € 183.000,--). - Na twee jaren evalueren of de geschatte besparingen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd en de besparingen vanaf dat moment verwerken in de meerjarenbegroting. Bijlagen geen
REGISTRATIENUMMER
SWS.384
7/7