Watertoets N381 Drachten – Drentse grens
Definitief
In opdracht van Opgesteld door Projectnummer Documentnaam Datum
Provincie Fryslân MWH B.V. W10B0041 W10B0041_N381_definitief03-06juno.doc 3 juni 2010
Postadres Postbus 5076 6802 EB ARNHEM Nederland T +31(0)26 7513800 F +31(0)26 7513818
Bezoekadres Westervoortsedijk 50 6827 AT ARNHEM Nederland www.mwhglobal.nl
KVK Haaglanden 27 18 43 23 ING Bank Delft 65 93 74 331 IBAN NL 63 ING B 0659 374331/BIC INGBNL2A MWH is ISO 9001:2008 en VCA* gecertificeerd
2
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 3 juni 2010 Definitief
Inhoudsopgave 1
Inleiding 1.1 Doel 1.2 Aanpak 1.3 Leeswijzer
2
Voorkeurstracé 2.1 Drachten – Donkerbroek 2.2 Profiel en inrichting 2.3 Donkerbroek – Oosterwolde 2.4 Oosterwolde – Drentse grens
7 9 9 10 11
3
Huidige waterhuishouding 3.1 Bodem 3.2 Grondwater 3.3 Oppervlaktewater
13 13 14 14
4
Ingrepen in het watersysteem 4.1 Ingrepen in het watersysteem 4.2 Effecten
17 17 17
5
Uitwerking van de wateraspecten 5.1 Veiligheid 5.2 Wateroverlast 5.3 Watervoorziening 5.4 Riolering 5.5 Bodemdaling 5.6 Grondwateroverlast 5.7 Oppervlaktewaterkwaliteit 5.8 Grondwaterkwaliteit 5.9 Verdroging 5.10 Aquatische natuur
19 19 19 19 20 21 21 21 22 22 22
6
Proces 6.1 Doorlopen proces 6.2 Betrokken partijen 6.3 Vervolg
23 23 23 24
3
5 5 5 5
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 3 juni 2010 Definitief
Bijlage 1: Bodemkaart Bijlage 2: GHG Bijlage 3: Peilenkaart Bijlage 4: Watergangen Bijlage 5: Persleiding Bijlage 6: Maaiveldhoogten
4
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 3 juni 2010 Definitief
1
Inleiding
De provincie Fryslân heeft besloten om de N381 Drachten – Drentse grens op te waarderen tot een autoweg met ongelijkvloerse kruisingen. Om dit te verwezenlijken wordt een provinciaal inpassingsplan opgesteld. Hierbij is het uitvoeren van een watertoets verplicht. De provincie heeft in 2008 Tauw verzocht om een watertoets uit te voeren voor de N381 Drachten – Drentse grens. Op verzoek van de Provincie Fryslân heeft MWH B.V deze geoptimaliseerde versie van de watertoets opgemaakt. Deze rapportage is dan ook grotendeels gebaseerd op de eerder opgeleverde watertoets van Tauw. De watertoets geeft een korte weergave van de gevolgen voor de waterhuishouding en beschrijft de afstemming tussen de betrokken gemeenten, Wetterskip Fryslân en de provincie Fryslân.
1.1
Doel
Het doel van de watertoets is een betere inbreng van wateraspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Er vindt afstemming plaats tussen de betrokken partijen (gemeenten, waterschap en provincie), met als uitgangspunt dat ruimtelijke plannen geen negatieve gevolgen mogen hebben voor de waterhuishouding. De gevolgen van de wijzigingen op de waterhuishouding zijn reeds uitgezocht in het kader van de planvorming en MER-procedure. De belangrijkste wateraspecten en hoe daarmee wordt omgegaan, staat beschreven in deze rapportage.
1.2
Aanpak
Een watertoets is het gehele proces van informeren, afstemmen en besluiten over wateraspecten in ruimtelijke plannen. De uitkomsten van de watertoets worden verwerkt in het provinciaal inpassingsplan. Dit watertoetsdocument beschrijft de huidige waterhuishouding, de effecten van ingrepen en de kansen van ingrepen voor het watersysteem, op basis van beschikbare gegevens en overleg met de betrokken partijen.
1.3
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 is het voorgenomen tracé beschreven. De waterhuishouding is beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 vindt u een beschrijving van de ingrepen in het watersysteem. De wateraspecten uit de Handreiking watertoets 3 worden uitgewerkt in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 ten slotte, bevat een beschrijving van het doorlopen proces.
5
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
6
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
2
Tracé N381
Provinciale Staten hebben op 10 februari 2010 het Realisatiebesluit van de N381 Drachten – Drentse grens behandeld. Provinciale Staten hebben gekozen voor het dubbelbaans uitvoeren van het trajectgedeelte Drachten-Donkerbroek. Vanaf Donkerbroek zal de N381 als enkelbaans weg worden aangelegd met ongelijkvloerse kruisingen.
Onderstaande teksten zijn ontleend aan: Projectnota/MER N381; Drachten – Drentse grens Projectnota/MER N381; Donkerbroek – Oosterwolde Nota voorkeursalternatief N381; Donkerbroek - Oosterwolde Realisatiebesluit N381
7
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
Figuur 2.1: Tracé N381 Drachten – Drentse grens. De nummers verwijzen naar de benodigde ingrepen
8
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
2.1
Drachten – Donkerbroek
2.1.1 Route Het tracé van dit gedeelte volgt grotendeels het tracé van de huidige N381. Vanaf Selmien tot aan de bocht bij Wijnjewoude blijft het bestaande tracé gehandhaafd. Vanaf de bocht bij Wijnjewoude loopt de weg min of meer in een rechte lijn naar Donkerbroek. De nieuwe weg loopt hier ten zuidwesten van het bestaande tracé.
2.2
Profiel en inrichting
Het tracé tussen Drachten en Donkerbroek wordt dubbelbaans ingericht. De weg is gelegen op maaiveldniveau, uitgezonderd de directe omgeving van ongelijkvloerse kruisingen met het bestaande wegennet. 2.2.1 Maatregelen De nummers van de maatregelen verwijzen naar de locaties zoals aangegeven in figuur 2.1. 1. Bij verdubbeling van de rijbaan, komt er aan de oostzijde van de bestaande weg een nieuwe rijbaan te liggen. De parallelweg blijft gehandhaafd. Bij Selmien blijft de volledige aansluiting bestaan. 2. Bij de Bûtewei (Ureterp) komt een tunnel voor alle verkeer met gescheiden fietspad . Bij de Bûtewei komt een verbinding met de parallelweg langs de N381. 3. Ter hoogte van De Mersken komt een tunnel voor voetgangers, fietsers en huifkarren. Bij De Mersken komt een verbinding met de parallelweg langs de N381. 4. Bij het Alddjip komt een brug met een grote overspanning. waar brede plas-drasoevers worden gemaakt, die als ecologische verbindingszone worden ingericht. Er komen geen voet- en fietspaden onder de brug. 5. De bestaande oversteek voor langzaam verkeer op deze plaats komt te vervallen. 6. De Nije Heawei wordt verkeersluw. Maatregelen om het autogebruik tegen te gaan, worden nog nader uitgewerkt. 7. Tussen de Weinterp en de bocht bij Wijnjewoude blijft één rijbaan liggen voor het lokale verkeer. De lokale weg sluit aan op de Bûtewei (Wijnjewoude). 8. Vanaf de bestaande bocht in de huidige weg wordt in zuidelijke richting een nieuw tracé aangelegd. Dat tracé loopt door de Wijnjeterperstreek in de richting van Donkerbroek. 9. Ter hoogte van de Bûtewei (Wijnjewoude) komt een tunnel voor alle verkeer met gescheiden fietspad. 10. Bij de Weinterp komt een ongelijkvloerse aansluiting. De Weinterp blijft daarbij op maaiveld en de N381 kruist de weg onderlangs. 11. Maximumsnelheid wordt verlaagd. 12. De Opsterlânske Kompanjonsfeart wordt gekruist door middel van een overkluizing. Hier komt geen aansluiting. De wegen aan beide zijden van de vaart blijven toegankelijk voor alle verkeer.
9
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
13. Bij de Peelrug komt een tunnel voor alle verkeer met gescheiden fietspad. Aan de oostkant van het nieuwe tracé komt tussen de Heechfeanswei en Peelrug een fietspad, zodat fietsverkeer op de Heechfeanswei – via de tunnel in de Peelrug – de N381 kan kruisen. 14. Ter plaatse van de Moskoureed komt een tunnel voor voetgangers en fietsers. 15. De Opper Haudmare krijgt een versmald wegprofiel en een aangepaste inrichting. De maximumsnelheid wordt verlaagd, maatregelen worden nog opgesteld.
2.3
Donkerbroek – Oosterwolde
Op dit traject wordt de nieuwe rijbaan omgeleid ten zuidwesten van de bestaande N381. 2.3.1 Route Het tracé van dit gedeelte loopt ten westen van de huidige N381. Het tracé buigt ter hoogte van ’t West af naar het zuiden. Vanaf hier loopt het nieuwe tracé ten westen van en parallel aan de Balkweg. Ter hoogte van het bestaande kruispunt tussen de Balkweg en de Tjabbekamp buigt het nieuwe tracé af richting het oosten en ligt vervolgens parallel aan De Tsjonger. Vlak voor de bestaande N381 kruist het nieuwe tracé De Tsjonger om vervolgens ter hoogte van de Duistereweg aan te sluiten op het bestaande tracé van de N381. 2.3.2 Profiel en inrichting Het tracé wordt ingericht als een autoweg met een profiel dat bestaat uit één rijbaan met twee rijstroken (1x2). Alle kruisingen met het onderliggende wegennet worden ongelijkvloers uitgevoerd. De weg is in principe gelegen op maaiveldniveau, uitgezonderd de directe omgeving van ongelijkvloerse kruisingen met het onderliggende wegennet en De Tsjonger. 2.3.3 Maatregelen Voor dit traject de volgende ingrepen benoemd: 16. Op deze locatie zal een ongelijkvloerse kruising worden gerealiseerd, waarbij de N381 verdiept onder 't West door zal gaan. 't West blijft op maaiveld. 17. In ’t Hoogezand komt een fietstunnel onder de N381. 18. De bestaande N381 wordt heringericht. De maximumsnelheid wordt verlaagd, maatregelen worden nog opgesteld. 19. Ter plaatse van de Balkweg komt een tunnel voor alle verkeer met een gescheiden fietspad. De Tjabbekamp sluit aan op de Balkweg. 20. Op deze locatie zal een ecologische brug over De Tsjonger worden gerealiseerd, waarbij er een brede plas-dras oever langs De Tsjonger kan worden aangelegd. 21. Bij de Nanningaweg komt een ongelijkvloerse aansluiting. Verkeer kan op deze plaats de N381 op- en afrijden. De N381 gaat bovenlangs kruisen. De Nanningaweg blijft op maaiveld.
10
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
2.4
Oosterwolde – Drentse grens
2.4.1 Route Het tracé van dit gedeelte volgt het tracé van de bestaande weg. 2.4.2 Profiel en inrichting Het tracé wordt ingericht als een autoweg met een profiel dat bestaat uit één rijbaan met twee rijstroken (enkelbaans autoweg). Dit betekent een verbreding van het bestaande profiel tot de huidige maatstaf. Alle kruisingen met het onderliggende wegennet worden ongelijkvloers uitgevoerd. De weg is in principe gelegen op maaiveldniveau, uitgezonderd de directe omgeving van ongelijkvloerse kruisingen. 2.4.3 Maatregelen De nummers van de maatregelen verwijzen naar de locaties zoals aangegeven in figuur 2.1. 22. In de Duistereweg komt een tunnel voor alle verkeer met gescheiden fietspad. Hierbij blijft de N381 op het bestaande niveau bovenlangs kruisen. Het Kleindiep zal in een aparte ecoduiker de N381 kruisen op de huidige locatie. Om de tunnel in de Duistereweg te kruisen wordt het Kleindiep daar iets verlegd. 23. Ten westen van Oosterwolde komt de rijbaan van de N381 grotendeels op de bestaande weg. Extra benodigde breedte wordt verkregen aan de kant van Oosterwolde. De bestaande bomenrij moet hierdoor verdwijnen, maar de aardenwal blijft in tact. Parallelweg en naastliggende bomenrij blijven ook in tact. 24. Op deze plaats (Venekoten) komt een ongelijkvloerse aansluiting. Hierbij wordt de N381 verhoogd aangelegd. 25. Tussen Oosterwolde-zuid en Appelscha blijft de weg het bestaande tracé volgen. De rijbaan wordt daarbij iets verbreed naar de westzijde. 26. De Wester Es blijft op maaiveldniveau. De N381 gaat daar met een tunnel onderdoor. 27. Ter plaatse van de Kraaiheidepollen komt een tunnel voor fietsers en voetgangers. De tunnel wordt zo gemaakt dat dieren er ook gebruik van kunnen maken. 28. Bestaande verzorgingsplaats (parkeerplaats) aan de N381 wordt opgeheven. 29. Bij het Drents-Friese Wold volgt de weg het bestaande tracé. De rijbaan wordt daarbij iets verbreed. 30. Twee bestaande verzorgingsplaatsen (parkeerplaatsen) aan de N381 worden opgeheven. 31. Op deze plaats (Hildenberg) komt een ongelijkvloerse aansluiting, waarbij de Oude Willem en de Bosberg bovenlangs de N381 kruisen. De N381 blijft op maaiveld. 32. Bestaande verzorgingsplaats (parkeerplaats) aan de N381 wordt opgeheven. 33. De Oude Willem/ Tilgrupsweg kruist de N381 door middel van een tunnel. Die tunnel is geschikt voor fietsverkeer.
11
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
12
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
3
Huidige waterhuishouding
Dit hoofdstuk beschrijft de kenmerken van het huidige watersysteem.
3.1
Bodem
3.1.1 Maaiveldhoogte De maaiveldhoogte varieert van circa 1 à 2 m+NAP nabij Drachten tot 11 à 12 m+NAP nabij Smilde. Zie bijlage 7 voor de maaiveldhoogten in het gebied. 3.1.2 Bodemopbouw De meest voorkomende bodemsoort in het studiegebied is humuspodsolgrond. Bijna overal wordt keileem –met een dikte van 20 cm of meer– aangetroffen, beginnend tussen 40 en 120 cm beneden maaiveld. Met name in de beekdalen (het Alddjip en De Tsjonger) worden veengronden aangetroffen. In de omgeving van Appelscha en Smilde zijn ook buiten de beekdalen hoofdzakelijk veengronden en moerige gronden aanwezig. Het eerste watervoerend pakket bestaat uit fijnzandige afzettingen en heeft een dikte van gemiddeld circa 3 meter. Onder dit pakket ligt een scheidende laag in de vorm van Drenthe-klei. Deze Drentheklei is niet continu verbreid en varieert in dikte van 1 tot 15 meter. Het tweede watervoerend pakket is gemiddeld 10 meter dik. De hieronder gelegen tweede scheidende laag kan over korte afstand sterk in dikte variëren, van circa 10 meter nabij Drachten tot meer dan 50 meter nabij het Tsjongerkanaal (tussen Donkerbroek en Oosterwolde). Soms kan de laag echter ook geheel ontbreken. Het derde watervoerend pakket ten slotte varieert in dikte van enige tientallen meters tot meer dan 100 meter.
Drachten
Drentse grens
Figuur 3.1: Geohydrologische dwarsdoorsnede Drachten – Drentse grens DKL = deklaag; WVP = watervoerend pakket; SDL = scheidende laag; DTC= goed doorlatende gestuwde pleistocene rivierzanden
In bijlage 2 is een bodemkaart opgenomen. 3.1.3 Doorlatendheid De bodemdoorlatendheid is beperkt in de venige/kleiige ondergrond. De keileemlaag, die op geringe diepte aanwezig is, veroorzaakt een schijngrondwaterspiegel. Hierdoor heersen er vrij natte omstandigheden in (delen van) het plangebied.
13
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
3.1.4 Kwaliteit In het studiegebied liggen enkele tientallen bodemsaneringslocaties. Omtrent de exacte locatie, de aard en de ernst van de verontreinigingen bestaat (enige) onzekerheid. Daarnaast liggen er enkele ernstig verzuurde bodems (pH 3-4) op de zandgronden met bos en natuur. De omvangrijkste probleemgebieden liggen in de bossen ten zuiden van Appelscha en in de natuurgebieden langs het Alddjip. De overige bodems in het studiegebied zijn licht zuur (pH 5-6), dit is de natuurlijke achtergrondwaarde.
3.2
Grondwater
3.2.1 Stroming Het grondwater stroomt in noord-noordwestelijke richting. Daardoor is er in de beekdalen sprake van een kwelsituatie en heerst er op de hogere (zand)gronden een infiltratiesituatie. 3.2.2 Diepte De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) is sterk plaatsafhankelijk. Bij het Drents-Friese Wold en in de omgeving Oosterwolde komen diepe grondwaterstanden voor (>140 cm beneden maaiveld). In de rest van het tracé zijn de grondwaterstanden ondieper. Zie bijlage 2 voor een GHGkaart. 3.2.3 Kwaliteit Nabij Terwisscha bevindt zich een waterwingebied, circa 4,5 km ten zuiden van Oosterwolde. De N381 loopt door het bijbehorende grondwaterbeschermingsgebied. In het ondiepe grondwater worden de voornaamste problemen gevormd door de concentraties van zware metalen en stikstof en fosfaat (hoofdzakelijk op de zandgronden met grasland).
3.3
Oppervlaktewater
3.3.1 Watersysteem De twee belangrijkste oppervlaktewatersystemen zijn het Alddjip (grofweg tussen Drachten en Donkerbroek) en De Tsjonger (grofweg tussen Donkerbroek en Oosterwolde). Deze watersystemen zijn vrij afstromende gebieden die afwateren op de Friese boezem. Het waterpeil wordt gereguleerd middels stuwen. Tevens zijn er enkele bemalen gebieden aanwezig. Daarnaast liggen gedeelten van de watersystemen van de Opsterlânske Kompanjonsfeart en van de Vledder en Wapserveense Aa (ten zuiden van Appelscha) in het studiegebied. Ook tussen Oosterwolde en Donkerbroek raakt het plangebied aan de Opsterlânske Kompanjonsfeart. De sloten in het gebied volgen het verloop van de hoogte in het maaiveld, waardoor veel sloten in droge perioden droog vallen. Binnen peilvakken is er om die reden sprake van variatie in waterstanden die kunnen optreden. De peilen op de peilenkaart zijn vastgesteld op basis van het benedenstrooms gelegen stuwpeil. Het gebied wordt overwegend gekenmerkt door grasland en voldoet in z’n algemeenheid aan de NBW-normen (Nationaal Bestuursakkoord Water) voor wateroverlast.
14
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
In bijlage 4 zijn de peilvakken opgenomen, in bijlage 5 de belangrijkste wateraanvoerende en waterafvoerende watergangen in het plangebied. 3.3.2 Kwaliteit De kwaliteit van het oppervlaktewater –met name voor de indicator eutrofiëring– voldoet niet aan de normen. Verder blijkt dat de hoeveelheid bestrijdingsmiddelen voldoet aan de grenswaarde, terwijl de grenswaarde van zuurstof, fosfor en nitraat wordt overschreden in zowel het Alddjip, de Opsterlânske Kompanjonsfeart als de Appelschester Vaort. Het Alddjip en de bovenlopen van De Tsjonger zijn vastgesteld als beeksystemen binnen de Europese Kaderrichtlijn Water. De Opsterlânske Kompanjonsfeart en De Tsjonger zelf zijn vastgesteld als kanalen binnen de Europese Kaderrichtlijn Water.
15
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
16
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
4
Ingrepen in het watersysteem
De aanpassing van de N381 heeft tijdelijke en permanente gevolgen voor de waterhuishouding. De hieronder beschreven effecten zijn gebaseerd op het ‘Eco- en geohydrologisch onderzoek van het wegenproject N381 Drachten – Drentse grens’, uitgevoerd door Oranjewoud (2007). Een groot deel van de effecten wordt voorkomen of gecompenseerd. Voor zover dat niet in onderstaande tekst is aangegeven, staat dit beschreven bij de wateraspecten in hoofdstuk 5.
4.1
Ingrepen in het watersysteem
Bij de opwaardering van de N381 Drachten – Drentse grens is een aantal werkzaamheden nodig die ingrijpen in het watersysteem. Het gaat om: • Toename verharding door nieuwe aanleg of verbreding van het bestaande wegdek. • Doorsnijding van belangrijke wateraan- en waterafvoerende watergangen. • Aanleg en aanpassing bermsloten voor ontwatering en afwatering van de N381. • Aanleg gesloten of open tunnels (in combinatie met viaducten). Deze aanpassingen zouden kunnen leiden tot zettingen en permanente of tijdelijke verlagingen van de grondwaterstand. De toenemende verkeersbelasting van de weg leidt daarnaast tot een groter risico voor de bodem- en waterkwaliteit.
4.2
Effecten
De effecten van de wegwerkzaamheden zijn van permanente of van tijdelijke aard. Bijlage 1 bevat een toelichting op de indicatoren die gebruikt zijn voor de effectbepaling. Effecten na aanleg De weg wordt in de lage delen aangelegd op een zandlichaam, dat aan weerszijden door bermsloten wordt ontwaterd. Het wegdekniveau is bepaald op basis van de peilen in de watergangen en zal boven maaiveld komen te liggen, zodat een drooglegging van 1,25 meter gegarandeerd wordt. Uitgangspunt is dat de hoger gelegen (droogvallende) bermsloten een bodemhoogte van 1 m-mv aangehouden wordt. In de lagere delen gelegen (watervoerende) bermsloten wordt uitgegaan van een waterdiepte van 50 cm en een bodembreedte van 50 cm. In hoger gelegen zanderige gebieden (Drents-Friese Wold) komen bestaande bermsloten te vervallen. Het overtollige regenwater op het wegdek wordt geïnfiltreerd met behulp van zaksloten. Door bovenstaande uitgangspunten te hanteren zal er ten gevolge van de aanpassingen aan de N381 niet of nauwelijks grondwater worden afgevoerd.
17
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
Effecten tijdens de aanleg (ombouw) Tijdens de aanleg van tunnels zal er, afhankelijk van de uitvoeringswijze, tijdelijk bemalen moeten worden om de grondwaterstand te verlagen. Hierdoor zullen tijdelijk hydrologische effecten optreden nabij de aan te leggen kunstwerken (met name tunnels). De tijdelijke grondwaterstandveranderingen verschillen per kunstwerk. Voor het eco- en geohydrologisch onderzoek is uitgegaan van een bemalingsniveau voor open tunnels van 7 m-mv, voor gesloten tunnels is dit 15 m-mv. In de praktijk kan blijken dat andere bemalingsniveau’s noodzakelijk zijn.1
1
In het pip wordt er vanuit gegaan dat wordt gewerkt met open constructies met slechts overkluizing onder (water)wegen.
18
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
5
Uitwerking van de wateraspecten
De gevolgen van de opwaardering van de N381 voor de waterhuishouding zijn uitgewerkt in de wateraspecten zoals omschreven in de Bestuurlijke Notitie Watertoets en de Handreiking Watertoets 3. De aspecten zijn veiligheid, wateroverlast, watervoorziening, riolering, bodemdaling, grondwateroverlast, oppervlaktewaterkwaliteit, grondwaterkwaliteit, verdroging en aquatische natuur.
5.1
Veiligheid
Veiligheid tegen overstroming is geen thema bij deze ontwikkeling. De veiligheid in de tunnels bij calamiteiten is wel een aandachtspunt en wordt bij het ontwerp van de tunnels meegenomen.
5.2
Wateroverlast
In het tracé is bekend dat op één locatie wateroverlast kan optreden. Het betreft Polder Het West bij Donkerbroek. Ten gevolge van overvloedige neerslag in combinatie met harde westenwind kan het voorkomen dat het water in De Tsjonger en de Sjabbekaampster Waeterlossing wordt opgestuwd waardoor een deel van de polder onder water loopt. In Polder Het West wordt gezocht naar extra ruimte om water uit de Sjabbekaampster Waeterlossing te bergen, waarbij tevens mogelijkheden worden onderzocht voor combinaties met meerdere functies. De aanleg van de N381 wordt ook benut om de wateroverlastsituatie te verlichten, door het creëren van extra waterberging in en om de knooppuntoplossing bij Donkerbroek. Vanwege de ligging onder maaiveld hebben de tunnels een vergrote kans op wateroverlast. Om dit te voorkomen wordt er ruimte gereserveerd voor het aanleggen van kades langs de N381 bij Donkerbroek. De toename van het verhard oppervlak zal worden gecompenseerd door de aanleg van extra waterberging in de vorm van oppervlaktewater (ter grootte van 10 % van het toegenomen verhard oppervlak). Gedempte sloten ten behoeve van de aanleg van de N381 worden voor 100% gecompenseerd door de aanleg van nieuw oppervlaktewater. De kans op wateroverlast neemt daarom niet toe ten gevolge van de aanleg van de N381.
5.3
Watervoorziening
Het tracé doorkruist diverse peilgebieden en kruist enkele grote watergangen. De kruisingen met de watergangen worden uitgevoerd als brug of overkluizing, waardoor de wateraanvoer en –afvoer niet wordt belemmerd. De huidige peilvakken blijven op hoofdlijnen bestaan, op enkele locaties kunnen de peilgebieden echter iets wijzigen.
19
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
Waarschijnlijk worden ook de peilvakken bij Het West aangepast. De wijze waarop dit gebeurt hangt af van de oplossing die wordt gekozen voor de afwatering van Polder Het West. In de huidige situatie bestaat de polder uit drie compartimenten. De N381 verstoort de afwateringsrichting, waardoor de afwatering opnieuw moet worden bekeken. Hier zal een tunnel over de watergang aangelegd worden. Het huidige gemaal komt te vervallen en wordt verplaatst naar een andere locatie. Ook wordt ruimte gereserveerd voor het omleggen van de watergang en de kades. Daarnaast is ruimte voor waterberging nodig (zie paragraaf 5.2). Waar nodig worden bestaande duikers vervangen en verlengd. In de lager gelegen delen maken de bermsloten deel uit van het hoofdwatersysteem. Bij hoofdwatergangen (in beheer en onderhoud bij het waterschap) zal er ruimte gereserveerd te worden voor het onderhoud van deze watergangen door het aanleggen van onderhoudsstroken van 5 meter breed aan weerszijden. Dit maakt geen deel uit van de begrenzing van de N381 in het provinciaal inpassingsplan, maar is een aandachtspunt voor onderhoud en beheer. Bij hoofdwatergangen wordt minimaal uitgegaan van waterdiepte van 70 cm en een bodembreedte van 70 cm. De werkzaamheden aan de N381 worden waar mogelijk benut om het watersysteem te verbeteren waarbij combinaties mogelijk zijn met maatregelen in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water of de aanleg van een Ecologische verbindingszone (EVZ). De aanpassing van de N381 biedt kansen om de verbinding tussen De Tsjonger en de meestromende nevengeul te optimaliseren. Dit betreft enerzijds het optimaliseren van het beeksysteem van de De Tsjonger (inrichting en waterhuishouding) en anderzijds de migratie mogelijkheden voor aquatische en terrestrische fauna (EVZ). Afwaterende sloten worden losgekoppeld van de EVZ, waardoor de aanvoer van eutroof water geminimaliseerd wordt. De afwatering van deze sloten zal nader worden vastgesteld. Bij het Kleindiep ter hoogte van de N381 vindt optimalisatie van het beeksysteem plaats, waarbij het oude tracé wordt hersteld. Migratiemogelijkheden van vis en ruimte voor waterberging zijn belangrijke aandachtspunten voor het Kleindiep.
5.4
Riolering
Het hemelwater dat op de weg valt, stroomt af naar de bermen, waar het infiltreert. Bij Oosterwolde loopt de N381 dicht langs een aarden wal en is er geen ruimte voor berminfiltratie. Hier wordt het hemelwater via wegriolering afgevoerd naar het oppervlaktewater. Ook bij Hildenberg wordt het hemelwater via wegriolering afgevoerd naar oppervlaktewater. Het tracé loopt op twee locaties bij Oosterwolde dwars op een persleiding van het Wetterskip. Tussen Oosterwolde en Appelscha loopt de persleiding voor een deel langs het tracé. Zie bijlage 6 voor de ligging van de persleiding. Wetterskip Fryslân stelt als voorwaarde dat de rioolpersleiding vrij in het veld bereikbaar blijft. Aanpassing van de N381 mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bereikbaarheid van de leiding.
20
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
5.5
Bodemdaling
In de delen waar het tracé door gebieden met hoge grondwaterstanden loopt, zullen de bermsloten in de natte perioden een drainerende werking hebben. In veen- en kleigebieden is bodemdaling door inklinking ten gevolge van ontwatering een risico. Het tracé loopt op drie plekken door veen- of kleibodem: ten noorden van Wijnjewoude, bij Donkerbroek en ten noord-westen van Oosterwolde (zie bijlage 2). Gezien deze watergangen aangesloten worden op het huidige watersysteem, en daarmee een vergelijkbaar peil gegarandeerd wordt, wordt het risico op bodemdalingen weggenomen. Bij tijdelijke verlaging van de grondwaterstand voor de bouw van tunnels is zetting van de ondergrond en de mogelijke effecten op aanwezige bebouwing wel een belangrijk aandachtspunt. Mogelijke effecten worden vooraf in beeld gebracht en indien nodig worden maatregelen genomen om negatieve effecten te compenseren. Dit wordt geregeld in het vergunningentraject.
5.6
Grondwateroverlast
Het tracé loopt door gebieden met hoge grondwaterstanden. Om voldoende stabiliteit te bereiken voor de weg, moet daar de ontwatering worden verbeterd. Dit gebeurt door de N381 enkele decimeters boven maaiveld aan te leggen en bermsloten toe te passen. Bij het ontwerp van de weg is rekening gehouden met de huidige grondwaterstanden, waardoor geen grondwater afgevoerd hoeft te worden om de drooglegging te garanderen. Bij de aanleg van tunnels kan, afhankelijk van de uitvoering, grondwater worden onttrokken. Indien voor deze wijze van uitvoering wordt gekozen, worden mogelijke effecten daarvan vooraf in beeld gebracht en indien nodig worden maatregelen genomen om negatieve effecten te compenseren / voorkomen. Voor het eventueel bemalen van de tunnelbakken zal een watervergunning worden aangevraagd. Pompstation Terwisscha wordt mogelijk verplaatst. Het stoppen van de winning zal gepaard gaan met een stijging van de grondwaterstand. Bij het ontwerp van de N381 wordt daar rekening mee gehouden.
5.7
Oppervlaktewaterkwaliteit
Het hemelwater dat op de weg valt stroomt af naar de bermen en infiltreert daar. Eventuele verontreinigingen worden hierbij voor zover mogelijk gezuiverd. De lozing van hemelwater op het oppervlaktewater vanuit de wegriolering (zie paragraaf 5.4) is vergunningplichtig. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen ter bescherming van de oppervlaktewaterkwaliteit. Voor de KRW-waterlichamen (Europese Kaderrichtlijn Water) gelden specifieke doelstellingen met betrekking tot inrichting en ecologische kwaliteit. Waar mogelijk worden de werkzaamheden aan de N381 benut om maatregelen te treffen in het kader van de KRW doelstellingen. Met name aanleg van natuurvriendelijke oevers, inundatiegebieden, paaiplaatsen voor vissen en vispassages zijn hierbij relevante maatregelen.
21
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
5.8
Grondwaterkwaliteit
Hemelwater dat op de weg terecht komt, wordt gezuiverd door een bodempassage (berminfiltratie). Daar waar bij uitbreiding van het tracé een bodemverontreinigingslocatie zou worden doorsneden, geldt dat in samenspraak met de provincie wordt bepaald hoe daar mee wordt omgegaan. Verder geldt de zorgplicht uit de Wet bodembescherming, die vereist dat eventuele calamiteiten direct worden opgelost. In het grondwaterbeschermingsgebied van de waterwinning Terwisscha geldt de provinciale milieuverordening. De voorschriften in deze verordening gelden ook voor de aanpassingen aan de N381.
5.9
Verdroging
De N381 wordt zo uitgevoerd dat de insnijding van het grondwater door de bermsloten minimaal is. Ter hoogte van Appelscha doorsnijdt het tracé het natuurgebied Drents Friese Wold. De weg wordt hier op de hoge delen aangelegd, zodat er geen negatieve effecten zullen zijn voor de grondwaterafhankelijke natuur.
5.10
Aquatische natuur
De N381 heeft geen directe gevolgen voor de aquatische natuur. Waar mogelijk worden kansen benut om de waterhuishouding te verbeteren. Het verbeteren van de kansen voor aquatische natuur (bijvoorbeeld door natuurvriendelijke oevers aan te leggen, paaiplaatsen voor vis te creëren en vismigratie mogelijk te maken) is daar onderdeel van.
22
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
6
Proces
Het voorliggende watertoetsdocument zal dienen als basis voor de op te stellen waterparagraaf in het provinciale inpassingsplan. De watertoets is een procesinstrument. Tijdens dit proces worden door de betrokken overheden afspraken gemaakt over de wijze waarop water wordt betrokken in het planproces om negatieve gevolgen voor het watersysteem te voorkomen.
6.1
Doorlopen proces
Voor de watertoets N381 Drachten – Drentse grens is het volgende proces gevolgd: • Het overleg met de waterbeheerder is in een vroegtijdig stadium opgestart. Dit heeft in 2005 geresulteerd in het eerste formele wateradvies van Wetterskip Fryslân over het voorkeurstracé N381 Drachten – Drentse grens als input voor de ‘Nota uitgangspunten voor het ontwerp’; • In 2007 en 2008 is enkele malen overleg geweest tussen het projectbureau N381 en Wetterskip Fryslân over de detailuitwerking van het traject; • Er is een startnotitie opgesteld met een beschrijving van het tracé, een beschrijving van het watersysteem en een opsomming van de voorgenomen ingrepen; • Deze startnotitie is 19 februari 2008 besproken door de betrokken overheden. Hierbij zijn de waterthema’s benoemd en uitgewerkt; • De resultaten van het overleg zijn verwerkt in het eerste concept watertoetsdocument; • Het eerste concept watertoetsdocument is 17 maart 2008 besproken door de betrokken overheden; • De opmerkingen van het overleg zijn verwerkt in het tweede concept watertoetsdocument; • Het tweede concept watertoetsdocument is schriftelijk becommentarieerd door de betrokken overheden; • De opmerkingen zijn verwerkt in het definitieve watertoetsdocument; • 19 mei 2010 heeft een overleg plaatsgevonden tussen de initiatiefnemer en Wetterskip Fryslân over een actualisatie van de watertoets; • De opmerkingen van Wetterskip Fryslân zijn verwerkt in het voorliggende watertoetsdocument.
6.2
Betrokken partijen
De volgende partijen zijn betrokken geweest bij het opstellen van dit watertoetsdocument: • Projectbureau N381; • Provincie Fryslân; • Wetterskip Fryslân; • gemeente Opsterland; • gemeente Heerenveen; • gemeente Ooststellingwerf;
23
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
6.3
Vervolg
Het voorliggende watertoetsdocument zal dienen als basis voor de op te stellen waterparagraaf in het provinciale inpassingsplan. De uitgangspunten voor de waterhuishouding die in het watertoetsdocument zijn vastgelegd, worden nader uitgewerkt bij het ontwerp van de N381. Bij de nadere detaillering vindt stelselmatig overleg plaats met Wetterskip Fryslân.
24
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 2 juni 2010 Definitief
Bijlage 1: Bodemkaart
Bijlage 2: GHG
Bijlage 3: Peilenkaart
208,000
214,000
217,000
220,000
567,000
2, 10
Titel:
Peilgebieden die het tracé van de N381 tussen Drachten en de Drentse grens doorsnijden Projectnaam:
vp
vp 1 ,00
vp 0
567,000
211,000
vp 1,3 5
205,000
,95
202,000
Watertoets N381, Drachten-Drentse Grens vp 0,55 564,000
75 1,
564,000
vp
vp 1,50 vp 1,75
Projectnummer:
vp 2,05
vp
vp
vp 2,60
2, 10
Opdrachtgever:
Provincie Fryslân
40 2,
Legenda
vp 3,20
vp 3,70 vp 561,000
W10B0041
3, 50
vp
Peilgebieden
3, 86
Tracé N381
561,000
vp 1,45
vp 1,60
zp 3,70, wp 3,50
vp 1,60
vp 3,86
2 vp
558,000
558,000
vp 2,10 ,35
vp 2,50 vp 2,10
vp 3 ,86 65 vp 3,
555,000
555,000
vp 4,10
4 zp
zp 5,20, wp 5,00
, ,60 wp 4,4 552,000
552,000
zp 5,90, wp 5,60
0
549,000
zp 8,60, wp 8,30
549,000
zp 9,40, wp 9,20
Schaal:
1:75.000 0
202,000
205,000
208,000
211,000
214,000
217,000
220,000
Datum:
500 1,000
31-05-2010 2,000
3,000
4,000 Meters
Bijlage 4: Watergangen
208,000
211,000
214,000
217,000
220,000
567,000
205,000
567,000
202,000
Titel:
Hoofdwatergangen die het tracé van de N381 tussen Drachten en de Drentse grens doorsnijden Projectnaam:
Watertoets N381, Drachten-Drentse Grens
564,000
564,000
Projectnummer: W10B0041
Opdrachtgever:
Provincie Fryslân Legenda
561,000
Tracé N381
558,000 555,000 552,000 549,000
555,000 549,000
552,000
558,000
561,000
Hoofdwatergangen
Schaal:
1:75.000 0
202,000
205,000
208,000
211,000
214,000
217,000
220,000
Datum:
500 1,000
31-05-2010 2,000
3,000
4,000 Meters
Bijlage 5: Persleiding
Bijlage 6: Maaiveldhoogten