Innov vatieage enda zuiv veringsb beheer Evalu uatie 201 11-2013 3, plan 2 2014-2016 Waterschap Brabanttse Delta
29 april 2014 definitieff rapport
Waterschap Brabantse Delta Bouvignelaan 5 4836 AA Breda Postbus 5520 4801 DZ Breda T 076 564 10 00 F 076 564 10 11 E
[email protected] I www.brabantsedelta.nl
Documenttitel Status Datum Corsanummer Opdrachtgever Auteur Collegiale toets
Innovatieagenda zuiveringsbeheer; evaluatie 2011-2013, plan 2014-2015 definitief 29 april 2014 14.B0127/14.ZK04444/14IT011793 A. van Rijn L. Korving, E. Wypkema J.Jonk
2 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
Inhoudsopgave 1 Inleiding ......................................................................................................................4 2 Innovatie visie en speerpunten .......................................................................................5 2.1 Innovatie bij waterschappen ....................................................................................5 2.2 Het begrip innovatie bij WBD ...................................................................................5 2.3 Innovatiedoelen WBD ..............................................................................................6 2.4 Innovatie bij Zuiveringsbeheer .................................................................................6 3 Verantwoording innovatieprogramma zuiveringsbeheer 2011-2013 ......................................8 3.1 Waarom een verantwoording? ..................................................................................8 3.2 Incrementele innovaties ..........................................................................................8 3.3 Verreikende innovaties .......................................................................................... 11 3.4 Deelnames 2011-2013 die bijdragen aan innovatie bij ZB ........................................... 13 4 Programma verreikende innovatie 2014-2016 ................................................................. 14 4.1 Herijking visie periode 2014-2016 ........................................................................... 14 4.2 Evaluatie ............................................................................................................. 16 4.3 Prioritering en focus .............................................................................................. 18 4.4 Communicatie ...................................................................................................... 21 5 Afsluiting ................................................................................................................... 22
3 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
1
Inleiding
Voor u ligt de tweede innovatieagenda van de sector zuiveringsbeheer. In 2011 werd de eerste innovatieagenda van de sector zuiveringsbeheer vastgesteld voor een periode van twee jaar. Na het verstrijken van deze periode is het tijd om de innovatie agenda te herzien en het resultaat is deze tweede innovatieagenda. De huidige manier van zuiveren van afvalwater door de waterschappen in Nederland is een bewezen en betrouwbaar proces. Voor alle organisaties is het echter van belang om alert te zijn op veranderingen in de haar omgeving en nieuwe mogelijkheden die zich voordoen. Op deze manier kan op tijd ingespeeld worden op veranderingen en kunnen nieuwe kansen worden gegrepen. In 2012 is in samenwerking tussen waterschappen en gemeenten de Routekaart Afvalwaterketen 2030 gereed gekomen en eerder is door de STOWA in 2010 het NEW-water concept uitgebracht als toekomstvisie voor de rwzi van de toekomst. Ook de concepten van de Energiefabriek en de Grondstoffenfabriek passen bij deze ontwikkelingen. Er speelt kortom al veel op het gebied van innovatie binnen de waterschappen en ook bij Waterschap Brabantse Delta. Het doel van deze agenda is deze ontwikkeling in beeld te brengen en richting te geven aan de rol van het Waterschap Brabantse Delta (WBD) op het gebied van innovatie bij zuiveringsbeheer.
4 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
2
Inn novatie visie en sp peerpunte en
Dit hoofd dstuk geeft antwoord op p de vraag w waarom innovatie van be elang is, de ssoorten van e die er zijn en welk doe innovatie el het watersschap Brabantse Delta (WBD) heeft.. Het hoofdstuk sluit af met d de speerpuntten voor inno ovatie die he et waterscha ap in de afge elopen jaren hanteerde.
2.1 In nnovatie bij b watersc chappen Door de Unie van Waterschappe W en is 2012 ee en visie uitgebracht op innovatie bij de watersch happen1. Op basis s van interviews met bes stuurders, d irectieleden en medewerkers van wa aterschappe en zijn de ervaring gen en behoe eften van wa aterschappen n op het geb bied van inno ovatie in bee eld gebrachtt. In deze visie is innovatie een middel om strrategische do oelen te realiseren en be elangrijk van nuit het besef da at de method den van vandaag niet to oereikend zijn om te voorzien in de b behoeften va an morgen.. De visie be eschrijft dat er e verschille n zijn in innovatie van “slimmer werrken” tot “ch hanging the gam me”, maar ge eeft ook aan dat de vraag g of iets inno ovatie is afhangt van he et perspectie ef dat men han nteert. Deze vis sie geeft aan n dat de nood dzaak voor iinnoveren va aak ligt binnen de region nale waterop pgaven, dus op h het niveau va an de waters schappen. D De prikkel vo oor innoveren n start dus b bij de waters schappen en kan v vervolgens op o landelijk niveau n worde en ondersteu und en geconcretiseerd. Bijvoorbeeld met steun va an STOWA. De D Unie van Waterschap ppen wil hierrbij ook een faciliterende e rol spelen. Tegelijk herkent de Unie van Wa aterschappe n dat er naa ast regionale argumenten n voor innov vatie ook bredere argumenten n zijn voor in nnovatie. Wa aterschappen kunnen bijjvoorbeeld e een bijdrage leveren aan de internationale positionering van de N Nederlandse watersectorr, ontwikkeli ngssamenwerking of aan het vraagstuk van v de besch hikbaarheid v van technisc ch geschoold personeel. De Unie van Waterschappen ziet vooral een rol voor de Unie in het scheppen va an voorwaarrden voor e, het bunde innovatie elen van krachten en de len van kenn nis.
2.2 H Het begrip innovatie bij WBD Onder in nnovatie verstaat WBD het h ontwikke elen en imple ementeren van v een nieu uwe techniek k, proces of denkw wijze met he et doel een beter b resulta at te leveren n. Naast technologische innovatie (d de Willy Wortel), is dit ook so ociale, organ nisatorische en bestuurliijke innovatie (mensen d die anders gaan denken o of functioneren). Innova atie kan op v verschillende e schalen en omvang pla aatsvinden, van v compone ent tot syste eem en van kleine verbe etering tot ee en radicale verandering. v .
Verreikend de innovatie
Inc crementele inn novatie huidig
Afbeelding 1: Incremen ntele en verre eikende innova atie. Incremen nteel is de berg beklimmen n van toenemen nde effectivite eit, verrijkend is een andere e berg beklimmen. Men mo oet door een d dal (een sterk rke veranderin ng van de huid dige structuurr en het functiioneren) om to ot veelal sterkkere verbeterin ng van resulta aat te komen.
1
Watersch hapswerk Innoveert! Visie op In nnovatie, Decem mber 2011, vers sie 8/5/2012
5 Innovatiieagenda zuiiveringsbehe eer WBD Evaluatie e 2011-2013 3, plan 2014 4-2016
Voor het begrip innovatie en de plek die het heeft in de organisatie, maken we onderscheid in incrementele en verreikende innovatie. Incrementele innovatie is het continu verbeteren van hetgeen verankerd zit in de organisatie. Verreikende innovatie is de zoektocht naar nieuwe kansen en mogelijkheden. Dit is gevisualiseerd in Afbeelding 1. Oktober 2013 is door het Dagelijks Bestuur van het waterschap geconstateerd dat “vernieuwing als vanzelfsprekend” is binnen het waterschap2. Het DB heeft toen besloten om het innovatievermogen van de organisatie verder te vergroten, met name voor de verreikende innovaties (vernieuwingen met grote sprongen). Besloten is tot: 1. het opzetten van een gestructureerd proces voor vernieuwingen met grote sprongen; 2. het organiseren van inspiratiemomenten voor medewerkers en bestuur (competentieontwikkeling op het gebied van externe oriëntatie, omdenken, netwerksamenleving); 3. het breder uitdragen van vernieuwingen; Deze innovatieagenda van de sector zuiveringsbeheer is een invulling van dit besluit om een gestructureerd proces voor vernieuwingen met grote sprongen (verreikende innovaties) te implementeren.
2.3 Innovatiedoelen WBD Oktober 2013 is het innovatiebeleid vastgesteld door het Dagelijks Bestuur. Het beoogde effect van het innovatiebeleid werd hierbij als volgt omschreven. “Een waterschap, waarvan de medewerkers op alle fronten werken aan de uitdagingen voor de toekomst: 500 innovators. Het beoogde resultaat is dat met een beperkte lastenstijging meer taken worden uitgevoerd (meer met minder). Daarbij wordt bovendien geanticipeerd op diverse ontwikkelingen zoals het klimaat, maar ook de digitalisering van de overheid, de sneller veranderende wereld. De innovaties binnen het waterschap moeten leiden tot verbeteringen op het gebied van kosten, kwaliteit of kwetsbaarheid. Zo blijft het waterschap bovendien een aantrekkelijke werkgever.”
2.4 Innovatie bij Zuiveringsbeheer De primaire taken van zuiveringsbeheer zijn het transporteren en zuiveren van afvalwater, het voldoen aan effluenteisen en zorgen dat alle afvalwater verwerkt wordt. De ambitie is om dit betaalbaar, duurzaam en betrouwbaar te doen. In de ambitienota zuiveringsbeheer3 van 2007 zijn de speerpunten voor de zuiveringstaak benoemd. Deze nota is de afgelopen jaren leidend geweest voor innovatie bij zuiveringsbeheer en waar nodig aangevuld met nieuwe inzichten. Een belangrijke aanvulling was de afvalwaterketenvisie4 van het waterschap die in 2011 is vastgesteld. Hierdoor heeft het NEW-water concept (Nutriënten terugwinning, Energie productie, Water hergebruik), later uitgebreid tot Grondstoffenfabriek, zijn intrede gedaan. Als gevolg van deze ontwikkeling is ook het onderwerp “waarde creatie uit afvalwater” toegevoegd aan de ambitie. In 2010 zijn bestuursvragen gesteld over de toxicologische effecten voor het oppervlaktewater bij het gebruik van aluminium. Naast de toxicologische aspecten spelen hierbij ook financiële aspecten en bovendien is het waterschap afhankelijk van het gebruik van aluminium voor een goede bedrijfsvoering. Daarom is reductie van het aluminiumgebruik in de afgelopen jaren een belangrijk aandachtspunt geweest. Daarnaast heeft de ‘Brabant brede samenwerking’ (“winnend samenwerken”) tussen de waterschappen zijn intrede gedaan. Programma’s zullen daarom waar mogelijk Brabant breed worden opgezet.
2 Innovatiebeledi: vernieuwing als vanzelfspreken, mededeling voor het algemeen bestuur van 13 november 2013, kenmerk 13IT022601. 3 Beleidsnota ‘Zuiveren met ambitie’, beleidsnota voor het algemeen bestuur van 18 september 2007, kenmerk 07I002360 4 Afvalwaterketenvisie waterschap Brabantse Delta, vastgesteld in het algemeen bestuur van 7 december 2011, kenmerk 11IT003645.
6 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
Tenslotte zijn in 2012 het kader van het MVO-ontwikkelprogramma5 voor het waterschap doelstellingen gedefinieerd die ook betrekking hebben op de taken van zuiveringsbeheer. Zo zijn er doelstellingen voor energiebesparing en –opwekking, terugwinnen van fosfaat en verwaarding van groene grondstoffen. Op basis van deze visiedocumenten zijn in de afgelopen jaren voor zowel incrementele als verreikende innovaties speerpunten gedefinieerd. Het volgende hoofdstuk bespreekt en evalueert deze speerpunten.
5 Naar een robuust beheer en verantwoorde bedrijfsvoering, advies aan het algemeen bestuur van 26 september 2012, kenmerk 11IT017497.
7 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
3
Verantwoording innovatieprogramma zuiveringsbeheer 2011-2013
3.1 Waarom een verantwoording? De verantwoording van het innovatieprogramma over de periode 2011 tot en met 2013 heeft twee doelen: het geeft de huidige situatie weer en is daarmee de basis voor het programma 2014-2015; een ‘echt’ innovatieprogramma is geen vaststaand uitvoeringsprogramma maar is een zoektocht naar kansen. Als een kans niet reëel blijkt moet gestopt te worden en als zich nieuwe kansen voordoen dan wordt hier direct op ingespeeld. Hierdoor wordt niet altijd uitgevoerd wat gepland is en daarom is een verantwoording of terugkoppeling over activiteiten gewenst. In dit hoofdstuk maken we een onderscheid tussen incrementele en verreikende innovatie. De lijn hiertussen is niet altijd even scherp. Als uitgangspunt voor incrementele innovatie geldt of een activiteit in een bestaand programma van het waterschap aanwezig is. Jaarlijks wordt in de “Bedrijfsresultaten Zuiveringstechnische Werken” al een overzicht gegeven van de lopende innovatie projecten en de bereikte resultaten. Deze innovatieagenda beoogt een meer algemene evaluatie te geven van deze activiteiten.
3.2 Incrementele innovaties In de innovatieagenda van 2011 werden de volgende thema’s voor incrementele innovaties benoemd: betrouwbaarheid en kostenbewustzijn; samenwerking; energie; professionalisering organisatie. Terugkijkend naar de periode 2011 tot en met 2013 zijn deze thema’s actueel gebleven en worden zo ook nog gehanteerd. Per speerpunt wordt in deze paragraaf de ondernomen acties en resultaten samengevat. Betrouwbaarheid en kostenbewustzijn Een belangrijke succes is de invoering van assetmanagement. Assetmanagement is een proces dat gericht is op het optimaal onderhouden van de bedrijfsmiddelen (“assets”) van het waterschappen. Het vervangt niet het reguliere onderhoudsproces, maar zorgt dat op basis van een risico inschatting transparante en reproduceerbare keuzes gemaakt worden. De invoering is in 2011 begonnen met het proces transport en in 2012 met de processen zuiveren en slibverwerking. Inmiddels is deze manier van werken bijna een normale activiteit geworden. Ervaringen en ontwikkelingen op dit vlak worden actief gedeeld met andere waterschappen, onder andere in het kader van “Winnend Samenwerken” in Brabant. Hoewel deze manier van werken in bijvoorbeeld de energie en drinkwater sector al normaler is, is Waterschap Brabantse Delta een voorloper op dit vlak binnen de waterschappen. De komende tijd ligt de focus op de verdere borging van dit proces in de organisatie. Verder zou dit onderwerp binnen de afvalwaterketen verder kunnen worden ingevoerd. Ook op meer technisch vlak zijn er in de afgelopen jaren diverse projecten geweest. Een speerpunt was de vermindering van het verbruik van aluminiumzouten op de verschillende zuiveringen. Dit beleid is ingezet omdat de inzet van aluminiumzouten diverse nadelen heeft in vergelijking met ijzerzouten. Onderzoek in 2011 op de rwzi Dongemond liet zien dat fors minder aluminium nodig is voor de bestrijding van lichtslib als bij de dosering ook ijzer wordt ingezet. De resultaten van dit onderzoek zijn vervolgens ook op rwzi Rijen geïmplementeerd. Invoering op de rwzi Bath vergde meer aanpassingen en zal in 2014 worden gerealiseerd. Afbeelding 2 laat zien dat de ondernomen acties effectief waren en tot een forse afname van het aluminiumverbruik hebben geleid.
8 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
Afbeelding 2: 2 Verbruik metaalzouten m v voor fosfaatbin nding en lichtt slib bestrijdin ng
en innovatie van Watersc chap Braban ntse Delta is het gebruik k van een “ke elderballon” voor Een eige geurbesttrijding op rioolgemalen. Deze innov vatie is geba aseerd op een idee dat a al in 2009 wa as ingedien nd bij de STO OWA. Het ide ee bestaat u uit een mee-ademende gaszak g die bo oven op de kelder k van een rioolgemaall wordt aang gesloten. In 2011 is sam men met STO OWA een ond derzoek ges start om dit idee uit te werke en en te teste en. Dit heeftt geleid tot de d invoering van kleinere e kelderballo onnen in Zaandam m bij Hooghe eemraadschap Hollands Noorderkwa artier en in Moorddrecht M van Hooghee emraadschap p Schieland en Krimpene erwaard. In 2014 wordt de grootste e ballon geïnstalleerd op een g gemaal bij de rwzi Zegge e van Waterrschap Braba antse Delta. Verder is s in 2011 ee en automatis sche, continu ue bezinkselmeting ontw wikkeld en in n 2012 als te est ingevoerrd op de rwz zi Nieuwveerr. Doel is om m continu info ormatie te hebben over de bezinkba aarheid van het slib om slibu uitspoeling te voorkome n en de stikstofverwijdering te optim maliseren. Inherentt aan innova atie is dat sommige proje ecten onvold doende succesvol zijn om m verder doo or te zetten. Z Zo zijn er in 2011 testen n op het perssstation Roo osendaal ged daan met een n op UV geb baseerde techniek k voor de bes strijding van n geur. Deze e techniek ko on echter nie et voldoen aa an de geureisen. In 2012 zijn op de rwzii Bath proev ven gedaan m met bacterie epreparaten voor de besttrijding van licht slib. Dez ze preparate en lieten echter geen verrbetering zie en in vergelijking met de e bestaande situatie. Samenw werking Het bela angrijkste samenwerking gsverband vo oor de sector Zuiveringsbeheer is de e samenwerk king met gemeenttes voor de afvalwaterke eten (SWWB B), de samen nwerking me et waterscha appen in het kader van “Win nnend Same enwerken” en samenwerrking met be edrijven. De same enwerking met m gemeentten en anderre waterscha appen heeft er toe geleid d dat meer afstemm ming plaatsviindt op het gebied g van d dataverwerkiing zodat data beter uitw wisselbaar is s. Met gemeentten zijn bijvo oorbeeld me eetdoelen en n –behoeften n afgestemd dat weer mo oet leiden to ot globale m meetplannen n. In sommige situaties gaat de sam menwerking al verder. In n 2013 is een n studie afgerond d waarbij me et Universite eit Twente, W Witteveen+B Bos en gemeente Breda d de Real Time Control (RTC) van een gemaal is s onderzochtt om de toev voer van rioo olwater af te e stemmen op o de capacite eit van de efffluent leiding g van rwzi N ieuwveer. Dit D onderzoek k zal de kom mende tijd no og verder w worden voorttgezet. angrijke ontw wikkeling die e voortvloeitt uit de same enwerking met m de Braba antse Waters schappen Een bela is de uitw wisseling van ervaringen n en kennis op het gebie ed van assett manageme ent. Daarnaa ast wordt intensieff samengewe erkt bij de in nvoering van n het informatiesysteem Z-info dat i s ontwikkeld d onder auspiciën van het Waterschapsh W huis en de Ve ereniging va an Zuiverings sbeheerderss. Ook mett bedrijven in de regio wordt w soms ssamengewerrkt aan proje ecten. Een la anglopend vo oorbeeld is de sam menwerking met de Efte eling waarbijj effluent van n de rwzi Kaatsheuvel w wordt ingezett op het 9 Innovatiieagenda zuiiveringsbehe eer WBD Evaluatie e 2011-2013 3, plan 2014 4-2016
k. In de afge elopen jaren werd samen n met SNB onderzocht o waar w in de affvalwaterketen pretpark stikstof het beste ka an worden affgebroken. D Dit leidde tott het besluit voor de rea lisatie van een e innovatie e zuivering voor v stikstoffverwijdering g bij SNB. Met ZLTO is gekeken g naa r de synergie tussen mestverrwerking en rioolwaterzu uivering. Dit onderzoek liet te weinig g meerwaard de zien voor samenw werking om een e vervolg te t krijgen. V Verder leidde e een gezamenlijk onderzzoek met Nu uplex tot de conclusie dat zij blijven lozen n op de rwzi.. Met Alumett wordt geke eken naar de e mogelijkhe eden om hun alum miniumrijk afvalwater nu uttig in te ze etten op de rwzi r Bath. Energie Energie besparing en productie was een belangrijjk thema in de afgelopen jaren. De meeste innovaties concentreerden zich rond dom de rwzi N Nieuwveer, die d is aangewezen als Energieffabriek. De vervanging v van v de ZIMP RO door een n slibgisting leidde al tott veel energieb besparing, maar m rondom m dit project hebben diverse projecten plaats s gevonden d die deze bes sparing groter maken.
Lucht 1e trap 2010 0 6% Resterende energie e be ehoefte 24%
Een bela angrijke inno ovatie is de levering van Slibg gisting warmte aan een woo onwijk in Bre eda. Dit projject Warm mte 20 012 is het ge evolg van ee erdere studie es in 2011 na aar leverring 45 5% andere ttoepassingen n van het bio ogas van de Breda 2013 13% % slibgistin ng. Om dit mogelijk m te maken m zijn d e 2 nieuwe w wkk’s op de rwzi Nieuwv veer zo uitgevoe erd dat zij ee envoudig te verplaatsen Deelstroom 76% besparing b g! zijn naarr de woonwijk. Uiteindelijk blijkt de beha andeling productie van biogas s zo groot da at een derde e 2012 2 12% 1 wkk bijg geplaatst kon n worden. De eze derde w wkk levert in de woonwijjk de warmte e en de elektricitteit terug aa an de rwzi. Verder V is op d Afbeeld ding 3: Energiiebesparingen n op rwzi Nieu uwveer sinds 2010 2 rwzi een n energiezuin nige deelstro oombehande eling (DEMON N) gerealisee erd voor de verwijdering v van het stikstof. Dez ze deelstroombehandelin ng zorgt ook k voor een betere CZV ve erwijdering in de Atrap doo ordat minderr recirculatie van effluen t nodig is. Dit D heeft wee er een positie ef effect op de d biogasprroductie van n de slibgistin ng. Een andere onderzochte innovattie is benutt ing van de warmte w in he et effluent va an de rioolwate erzuiveringe en met warm mtepompen. Hierbij is he et belangrijk dat vraag e en aanbod va an warmte geografisch bij elkaar lig ggen, maar hiervoor kon nden geen gunstige loca aties worden gevonde en in het geb bied van het waterschap p. Dit onderw werp wordt in n de toekom mst mogelijk weer actueel a als warmteb bron voor de verwarming g van de slib bgisting van Nieuwveer o of voor conce epten waarbij overschotten n van elektriciteit worde en omgezet in i warmte. Proeven in 2011 me et een hybrid de beluchting g op de rwzi Halsteren le eidden tot on nvoldoende energieb besparing om m deze techn niek verder d door te zette en. Professio onalisering Organisatie O Eerder in n deze parag graaf is al aa andacht bestteed aan de professionalisering van het onderho oudsproces door d de invoe ering van assset management. In hett kader van de afstemm ming van de afvalw waterketen wordt w gewerrkt aan de affstemming en e verbetere en van de be eschikbare ge egevens. Een voorbeeld hiervan is de kop ppeling van rregenval datta aan de hydraulische a aanvoer naarr de zuivering g. Hierdoor kunnen bete ere inschattin ngen gemaa akt worden voor v ketenmo odellen en wordt w een basiis gelegd voo or real time control van de aanvoer van rioolwater naar de zzuiveringen.. Verder is eind 2 2013 het Purrgatio projec ct gestart. In n dit project zal een prom movendus va an de Univerrsiteit Tilburg o onderzoek naar de beste e manier om m prestatiecontracten voo or onderhoud d in te richte en. Dataverw werking is ook een belan ngrijk onderrdeel van hett project “Ve erkeerstoren n”. Doel is hierbij een centrale plek te hebben waar allle informatie estromen samenkomen. Het nadenk ken over dit project is gestarrt in 2011 en n heeft een grote g organiisatorische in nhoud waarb bij definitie v van scope, taken en rollen ve eel aandachtt vergt. In 20 014 is dit prroject echt gestart.
10 Innovatiieagenda zuiiveringsbehe eer WBD Evaluatie e 2011-2013 3, plan 2014 4-2016
Voor de aanbesteding van de zuiveringen voor Ossendrecht en Putte is gekozen voor een nieuwe manier van aanbesteden op basis van Best Value Procurement. Dit proces is in 2013 gestart, waarbij er veel aandacht uitgaat naar het opleiden van de medewerkers om hier op een goede manier mee om te gaan.
3.3 Verreikende innovaties In de innovatie agenda van 2011 en de behorende adviesnota6 zijn de volgende verreikende innovaties geselecteerd om in te investeren voor de periode 2012-2013: 1. Energiefabriek Nieuwveer 2. Thermofiele gisting 3. Fosfaathergebruik 4. Waarde creatie uit afvalwater De Energiefabriek Nieuwveer omvat twee verreikende onderzoeksprojecten (Dynafil en Koude Anammox) met als doel de energieopbrengst te maximaliseren. De rwzi Nieuwveer is hiervoor een unieke locatie omdat het één van de drie zuiveringen in Nederland is die uitgevoerd is als ABsysteem. Dit systeem heeft als voordeel dat in de A-trap relatief veel slib geproduceerd wordt waardoor zo veel mogelijk van het CZV in het afvalwater kan worden omgezet in biogas. Een van de onderzoeksprojecten richt zich op dynamische filtratie waardoor verwijdering van CZV in de A-trap verbeterd wordt. Voor deze filtratie gebruikt men steundoeken waarop het slib zelf als filter medium werkt. Hierbij werkt het waterschap samen met KWR, TU Delft, STOWA, Logisticon en Bert Daamen Water en Energie. In 2012 is een eerste proefinstallatie getest. De ervaringen lieten zien dat het ontwerp aangepast moest worden en in 2013 zijn deze aanpassingen doorgevoerd in een nieuwe proefinstallatie. In 2014 wordt duidelijk worden of de verbeteringen het gewenste resultaat geven. Hoewel de directe resultaten tot nu enigszins tegenvallen, zijn de ervaringen over deelname in dit soort projecten positief. De samenwerking met bijvoorbeeld kennisinstituten vergroot de inzichten in de eigen installatie en leidt tot spin-off in andere projecten en bovendien tot een grotere herkenbaarheid van het waterschap voor de buitenwereld. De grote CZV-verwijdering in de A-trap stelt hoge eisen aan de stikstofverwijdering uit het afvalwater doordat weinig CZV beschikbaar is voor klassieke denitrificatie. Bovendien vergt de klassieke manier van stikstofverwijdering veel energie. Het tweede onderzoeksproject richt zich daarom op een nieuwe manier van stikstofverwijdering door koude deammonificatie. Deze techniek is al bewezen voor warmere stromen zoals bijvoorbeeld het centraat van de slibontwatering, maar voor lagere temperaturen moet deze nog volledig worden ontwikkeld. Na een voorstudie is in 2013 besloten tot de realisatie van een proefinstallatie op Nieuwveer samen met Colsen en Universiteit Gent. In 2013 is deze installatie in gebruik genomen en de test zal ongeveer een jaar duren. Thermofiele gisting is een tweede verreikend onderzoeksproject waarin het waterschap heeft geïnvesteerd. De normale (mesofiele) vergisting van slib vindt plaats bij een temperatuur van ca. 35°C, terwijl deze bij thermofiele gisting plaats vindt bij 50-55°C. De hogere temperaturen zorgen voor een snellere afbraak van het slib en daardoor een grotere biogasproductie. De techniek wordt vaker toegepast in de industrie en ook in andere landen voor zuiveringsslib. In Nederland wordt deze echter niet toegepast voor zuiveringsslib. Een studie in 2011 liet een positieve business case zien voor deze techniek en dit leidde tot een pilot proef op de rwzi Bath in 2012. Deze pilot proef bevestigde de eerdere aannames en liet zien dat een geleidelijke overgang van mesofiele naar thermofiele gisting mogelijk is. Vervolgens is in 2013 gestart met een praktijk proef op één van de twee vergisters van de rwzi Bath. Samen met waterschap Reest en Wieden loopt het waterschap hiermee voorop met het uittesten van deze techniek. Door technische beperkingen in de warmte uitwisseling moest de proef voortijdig worden afgebroken zodat niet alle onderzoeksdoelen bereikt werden. Wel bevestigde de proef de toename van de biogasproductie en dat een stabiele bedrijfsvoering mogelijk is. Er is nog wel onzekerheid over de effecten op het vrijmaken van nutriënten en de ontwaterbaarheid van het slib. In het kader van reeds voorgenomen aanpassingen van de warmtewisseling van de slibgisting zal de gisting voorbereid worden op een langdurigere proef met thermofiele gisting. Naar verwachting kan in
6
Adviesnota aan het AB, onderwerp: innovatieagenda zuiveringsbeheer, 15/12/2012, kenmerk 11IT001621.
11 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
2015 de praktijktest voortgezet worden waarna een definitief besluit kan worden genomen over toepassing van thermofiele gisting op de rwzi Bath. De prioritering in de innovatie agenda van 2011 gaf een hoge prioriteit voor het terugwinnen van fosfaat uit zuiveringsslib. Het terugwinnen van fosfaat is een belangrijk element in het Klimaatakkoord 2010-2020 tussen Rijk en Waterschappen. De productie van struviet (magnesiumammoniumfosfaat) is een manier om fosfaat uit rioolwater terug te winnen. Deze methode is voor Waterschap Brabantse Delta niet geschikt vanwege het gebruik van ijzerzouten voor de chemische defosfatering op de rioolwaterzuiveringen. Winning van fosfaat uit het slib van Brabantse Delta is wel mogelijk via de asrest die overblijft na verbranding bij SNB. SNB ontwikkelt diverse initiatieven voor het terugwinnen van fosfaat uit de as. Zo is tot 2012 slibas afgevoerd naar fosforproducent Thermphos voor de productie van fosfor uit de as. Deze route was alleen geschikt voor slibstromen met een voldoende laag ijzer gehalte. Onderzoek door het waterschap Brabantse Delta liet zien dat inzet van aluminium in plaats van ijzerzouten niet tot het gewenste lage ijzergehalte leidde voor deze route en is niet verder ingezet. Andere mogelijkheden voor terugwinning van fosfaat uit de as zijn een thermo-chemische en een nat-chemische omzetting van de as. Bij de thermo-chemische omzetting wordt de as onder toevoeging van additieven verhit tot 1000 °C. Hierdoor worden zware metalen verwijderd en het fosfaat omgezet in een vorm die biobeschikbaar is. Van 2005-2008 is deze techniek door SNB in een Europees onderzoeksconsortium onderzocht en daarna verder ontwikkeld door Outotec. Daarnaast werkt SNB sinds 2010 samen met HVC en Ecophos aan een nat-chemische techniek voor productie van dicalciumfosfaat uit de as. Hierbij wordt een techniek gebruikt van Ecophos voor het ontsluiten van fosfaat uit laagwaardig fosfaaterts. In dit proces wordt het fosfaat met zoutzuur ontsloten uit de as en daarna in zuiverdere vorm neergeslagen als dicalciumfosfaat. Bijkomend voordeel van deze route is dat er ook perspectief is op het terugwinnen van ijzerzouten voor binding van het fosfaat op de zuivering. Tenslotte is ook afzet van de as mogelijk naar ICL Fertilizers in Amsterdam. De as wordt dan bijgemengd aan fosfaaterts, waarna het fosfaat ontsloten wordt door zwavelzuur of fosforzuur. Een nadeel van deze route is dat de zware metalen in de as meegegeven worden met de kunstmest. De meest kansrijke route op dit moment is afzet van de as via de Ecophos route. Ecophos wil een fabriek in België of Nederland realiseren voor de verwerking van fosfaaterts met haar techniek. Deze fabriek zal dan ook capaciteit krijgen voor verwerking van de as van SNB en HVC. In 2014 zal hierover een definitief besluit genomen worden. SNB streeft naar een totaaloplossing voor de winning van fosfaat uit as die medio 2016 gereed is. Waarde creatie uit afvalwater is in de vorige innovatie agenda benoemd als een interessante kans voor het waterschap. Deze ontwikkeling paste goed in de regionale samenwerkingsverbanden voor stimuleren van een biobased economy zoals de BioBased Delta. Ook landelijk zijn hier veel ontwikkelingen bij de waterschappen die zich bundelen in het initiatief van de Grondstoffenfabriek. In 2012 is door het waterschap verkent welke rol zij het beste kan spelen. Deze verkenning liet zien dat er kansen liggen op het gebied van de productie van bioplastics (PHA) uit slib. Om deze kansen verder uit te werken heeft Avans onderzoek gedaan naar de potentie van het slib van de rwzi Bath om dit te doen. Dit is vervolgens verder opgepakt samen met het bedrijf AnnoxKaldnes (onderdeel van Veolia Water), KNN, waterschap De Dommel en Wageningen Universiteit. Bovendien heeft het waterschap deelgenomen aan een STOWA studie door Witteveen+Bos naar de business case hiervoor. Begin 2014 zijn alle studies afgerond en de conclusie is dat er in potentie een goede business case is voor het produceren van biologisch afbreekbaar bioplastic (PHA) met gebruik van zuiveringslib. Het secundaire slib van de rwzi Bath blijkt hiervoor bij uitstek geschikt omdat het zonder aanpassingen aan de zuivering al goede accumulatie eigenschappen heeft. Een belangrijke drempel voor verdere commercialisatie van de techniek is de afwezigheid van een goede afzetmarkt voor het PHA. De huidige informatie laat zien dat het PHA in principe goede commerciële potentie heeft, maar de ontwikkeling van deze markt vergt de beschikbaarheid van voldoende PHA zodat potentiele verwerkers proeven kunnen doen om de marktpotentie goed in te schatten.
12 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
De volgende stap in de ontwikkeling van deze innovatie zou daarom de realisatie van een demonstratie installatie moeten zijn die voldoende PHA kan maken (ordegrootte 100 kg PHA/dag). Gezien de uitzonderlijk goede eigenschappen van het slib van de rwzi Bath zou een dergelijke demonstratie installatie het beste dit slib kunnen gebruiken. Het slib van 1 van de 10 straten van de rwzi Bath is hiervoor ruim voldoende. Samen met de andere partners wordt hiervoor nu een plan van aanpak uitgewerkt. Verder wordt in een studiegroep van de Biobased Delta onderzocht welke materialen uit de rwzi interessant kunnen zijn. Via Rewin heeft een roadmap technoloog een verkenning (“aqua meets chemistry”) uitgevoerd om te bekijken welke stoffen in afvalwater relevant zijn voor de chemie. Humuszuren en lignine blijken in onvoldoende mate aanwezig in het afvalwater om interessant te zijn. Lipides en eiwitten van de bacteriën in het slib zouden dit wel kunnen zijn. Hier liggen weer raakvlakken met het project voor de PHA-productie uit slib. Het residu dat achterblijft na extractie van de PHA biedt kansen voor winnen van bijvoorbeeld lipides. Deze verkenning heeft contacten met diverse bedrijven in Brabant opgeleverd die actief zijn op het gebied van biobased ontwikkelingen. Zo zijn er contacten ontstaan met bijvoorbeeld Nuplex en Rodenburg, waardoor duidelijk is wat hun behoeften zijn en hoe het waterschap daarop kan inspelen. Andere ontwikkelingen waarbij het waterschap een rol kan spelen zijn de productie van eendenkroos en het gebruik van biobased flocculanten. Voor de productie van eendenkroos wordt samen met Avans een project ontwikkeld waarbij nutriënt rijk effluent van de Demon op Nieuwveer wordt ingezet. Ook TNO heeft hier interesse in getoond en heeft contacten met bedrijven die het eendenkroos willen gebruiken. Verder zou het waterschap door inzet van biobased flocculanten voor slibindikking en –ontwatering een vraag kunnen creëren naar dit soort materialen doordat waterschappen een belangrijke afnemer zijn voor dit soort producten.
3.4 Deelnames 2011-2013 die bijdragen aan innovatie bij ZB Verreikende innovaties doe je in samenwerking en ideeën en strategie uitzetten gebeurd ook op regionale en landelijke platforms. Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle deelnames in de periode 2011-2013 die een bijdrage leveren aan innovatie bij zuiveringsbeheer. Tabel 1: Overzicht samenwerkingsverbanden die een relatie hebben met het onderwerp innovatie Type samenwerking
Samenwerkingsverband
Onderwerpen
Waterschappen
Unie van Waterschappen
Expertgroep Zon en Windenergie Expertgroep Energiezorg BC’s diverse onderzoeken (9x) Platform Water & Energie Energie onder 1 noemer Actieteam MJA3 Leerkring Duurzame Energie Marketing, Organisatie, Communicatie Groep Realisatie Groep Fosfaat Assetmanagement Procesautomatisering Werkgroep Assetmanagement Landelijk Overleg Onderhoud Waardecreatie uit afvalwater Liquid Biomethane World Class Maintenance Waterkringen, afvalwaterketen Energiebesparing Stikstofverwijdering in de keten Synergie kalvergierverwerking en rwzi Aluminiumrijke reststroom Effluent hergebruik Reststroom digestaat Zuivering in de keten Afvalwaterverwerking Dynamische Filtratie Koude Annammox Bioplastics (PHA)
STOWA MJA 3 Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer Energie- en Grondstoffenfabriek Winnend Samenwerken VVZB Regionaal
Bedrijven waterketen
Techniek ontwikkeling
Biobased Delta Pieken in de Delta SWWB Breda’s Energie Initiatief SNB ZLTO Alumet Efteling Host Nuplex Agro & Food cluster Nieuw Prinsenland Logisticon, KWR, Bert Daamen W&E Colsen, Universiteit Gent Annox Kaldnes, KNN, WUR, Avans
13 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
4
Programma verreikende innovatie 2014-2016
Dit hoofdstuk behandelt alleen de verreikende innovaties, omdat de incrementele innovaties een eigen programma hebben. Om te komen tot een programma voor de verreikende innovaties zijn de visie en speerpunten herijkt aan de hand van recente ontwikkelingen en een dialoog met stakeholders van het waterschappen. Op basis van deze herijking wordt vervolgens een bijgestelde opzet voor het innovatieprogramma van het waterschap voorgesteld.
4.1 Herijking visie periode 2014-2016 In de innovatie agenda van 2011 en de behorende adviesnota7 zijn de volgende onderwerpen leidend geweest voor investeringen in verreikende innovaties in de periode 2012-2013: 1. kringloopsluiting van fosfaat; 2. energieproductie uit afvalwater; 3. waarde creatie uit afvalwater. Bij het opstellen van deze nieuwe innovatie agenda is het nodig te evalueren of deze onderwerpen nog steeds passen bij de behoeften van het waterschap en de landelijke trends. Bovendien is het belangrijk om te controleren of zich nog nieuwe ontwikkelingen aandienen die van belang zijn voor het waterschap. Afvalwaterketenvisie 2030 en Grondstoffenfabriek Voor de waterschappen is de afvalwaterketenvisie 2030 nog steeds leidend voor het ontwikkelen van innovaties voor zuivering van afvalwater. Sinds de vorige innovatie agenda is de samenwerking tussen waterschappen sterk verbeterd en georganiseerd via het gezamenlijke initiatief van de Energie- en Grondstoffenfabriek. Deze visie was al goed verwerkt in de innovatie visie van het waterschap en wordt hiermee alleen maar versterkt. Sociale innovatie Een andere belangrijke ontwikkeling is de toenemende aandacht voor het belang van sociale innovatie. In 2013 publiceerden de Rotterdam School of Management en Panteia een onderzoek naar sociale innovatie in de topsectoren8. Dit onderzoek stelt dat 77% van het innovatiesucces wordt veroorzaakt door sociale innovatie en 23% door technische innovatie. Sociale innovatie vraagt nieuwe managementvaardigheden (dynamisch managen), nieuwe organisatievormen (flexibel organiseren), hoogwaardige arbeidsrelaties (slimmer werken) en samenwerken met externe partijen (co-creatie). De sectoren Energie en Chemie lopen voorop op het gebied van sociale innovatie. Zij besteden ook het meeste geld aan R&D en zijn daardoor doordrongen van het belang van sociale innovatie. In de watersector zijn de budgetten voor R&D lager en is het nemen van risico’s die samenhangen met innovatie minder geaccepteerd. Ook op het gebied van cocreatie, zoals het samenwerken met bedrijven en kennisinstellingen, scoort de watersector minder goed. De werkgroep “sociale innovatie” vallend onder het innovatieplatform van de Unie van Waterschappen voerde eind 2013 een verkennende enquête uit onder de waterschappen. Deze enquête liet zien dat 85% van de respondenten budget heeft voor innovatie (ca. 450 keuro/jaar) en mankracht (ca. 4 fte). Verder heeft 50% een structuur voor het volgend van innovaties. Een belangrijk aandachtspunt was dat men aangaf dat 60% van de managers geen gecalculeerde risico’s ondersteunt, dat kennis maar beperkt wordt gedeeld en dat succes nauwelijks gevierd wordt. Binnen waterschap Brabantse Delta is in 2013 door een extern bureau een Organisatiescan uitgevoerd. Deze Organisatiescan laat zien dat er in de organisatie sprake is van een vicieuze cirkel in de verhouding tussen medewerkers en de leidinggevenden. Een vicieuze cirkel die de organisatieontwikkeling in de weg staat. Aan de ene kant worden veel beslissingen genomen door de leidinggevenden en wordt er weinig gedelegeerd. Hierdoor ontstaat er bij hen veel werkdruk. Dit heeft een bottleneck-effect in informatievoorziening, werkzaamheden en besluitvorming tot gevolg 7
Adviesnota aan het AB, onderwerp: innovatieagenda zuiveringsbeheer, 15/12/2012, kenmerk 11IT001621. Technologische en sociale innovatie in een concurrerende markt, Innovatie- en concurrentiemonitor topsectoren 2012, RSM en Panteia, ISBN : 978-90-371-1088-3, Rapportnummer : A201352, November 2013. 8
14 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
en zorgt er bovendien voor dat er weinig tijd is voor externe oriëntatie, lange termijn, focus op proces en coaching voor ontwikkeling van medewerkers. Aan de andere kant zorgt dit ervoor dat medewerkers gaan “leunen” en afwachten, wat een beperkte zelfredzaamheid en weinig initiatief bij medewerkers tot gevolg heeft en waardoor talenten niet tot bloei komen en onvoldoende benut worden. Deze twee tendensen versterken elkaar en houden elkaar in stand. Om een werkelijke cultuurverandering tot stand te kunnen brengen, is het van belang om deze vicieuze cirkel te doorbreken en daarmee een veranderende rol voor medewerkers en leidinggevenden te initiëren. Dit aspect heeft al aandacht gekregen in het programma voor Management Ontwikkeltraject dat in 2012 is gestart. In samenhang met andere ontwikkelingen (zoals bijvoorbeeld de HR-droom) heeft deze Organisatiescan geleid tot een beleidsvoornemen tot reorganisatie. Deze reorganisatie ‘Sterk in je Werk’ (per 1 januari 2014) richt zich op structuuraanpassing en organisatieontwikkeling. Het doorbreken van de bovengenoemde cirkel is hierbij een belangrijk onderdeel. Voor leidinggevenden betekent dit dat men meer moet delegeren door verantwoordelijkheden lager in de organisatie te leggen, maar ook medewerkers meer ruimte en vertrouwen moet geven (soms loslaten). Voor medewerkers betekent dit dat men meer vertrouwen, ruimte en verantwoordelijkheid krijgt. Maar ook dat er verwacht wordt dat men verantwoording aflegt en meer persoonlijk leiderschap toont. Dit moet zich uiten in meer verantwoordelijkheid/initiatief nemen en ondernemerschap tonen, maar ook meer bestuurlijke sensitiviteit, een waterschap brede blik (over grenzen heen kijken en stappen) en meer omgevings-gerichtheid. Stakeholderdialogen In het kader van het uitwerken van een nieuw waterbeheerplan organiseert het waterschap een aantal stakeholder dialogen. Een belangrijke eerste stap hierin werd genomen op 31 maart 2014 waarbij met verschillende stakeholders van gedachten werd gewisseld over samenwerking op dit vlak. In aansluiting hierop is een week later op 7 april ook een stakeholder dialoog georganiseerd met een speciale focus op innovatie bij het zuiveringsbeheer. Beide dialogen werden door de deelnemers als erg waardevol ervaren. Voor deze innovatie agenda leverde de dialoog op 7 april de meeste opbrengsten op. Deze opbrengsten worden echter bevestigd en versterkt door de opbrengsten van de dialoog op 31 maart met de focus op het waterbeheerplan. Bij de stakeholder dialoog over innovatie bij het zuiveringsbeheer waren 50 personen aanwezig en hen is gevraagd naar hun innovatieve ideeën en projecten waarbij mogelijk een rol voor het waterschap is weggelegd. De interesse in de ochtend was groot en de deelnemers hadden uiteenlopende achtergronden. Er waren vertegenwoordigers van de industrie, het midden en klein bedrijf, kennisinstituten, gemeenten, drinkwater bedrijven en collega waterschappen. Er werd gesproken over nieuwe verdienmodellen, het terugwinnen van grondstoffen, de relatie tussen water en gezondheid en de assets die het waterschap en gemeenten beheren. Ook het thema “de blinde vlek” kon op veel aandacht rekenen, zodat deze vlek nu wat scherper is geworden. Het belangrijkste resultaat van de dialoog was dat deze stap van het waterschap duidelijk werd gewaardeerd en dat alle deelnemers erg open stonden voor samenwerken. Er moet geen sprake meer zijn van “wij” en “zij” of doorschuiven van kosten naar anderen in de keten. Soms kunnen effecten voorin de keten effect hebben. Alleen door samenwerking kunnen winsten in geld en duurzaamheid gevonden worden. Deze ochtend leidde tot diverse ideeën voor nieuwe projecten en die ook opgevolgd worden met afspraken. Een dilemma daarbij is wel dat partijen het lastig vinden dat het waterschap ook handhaver is: er moet onderling vertrouwen zijn. Tenslotte zagen veel partijen een verbindende rol voor het waterschap. Dit moet dan vooral initiërend zijn en niet te veel sturend. Hoewel het soms een nadeel is dat het waterschap een overheid is, werd deze maatschappelijke rol toch gewaardeerd. De verbindingen die deze ochtend werden gecreëerd vond men nuttig en men hoopte op een vervolg. Op inhoudelijk vlak werden verschillende onderwerpen aangebracht die tot nu toe in de innovatie agenda minder aandacht hebben gekregen. Het gaat hier om de volgende onderwerpen. Synergie met industriële lozers. Diverse partijen gaven aan samen met het waterschap na te willen denken over optimalisatie van de afvalwaterketen. Energiebuffering. Zon en windenergie produceren overschotten aan energie. In sommige situaties kan het interessant zijn deze om te zetten in gas (power to gas), warmte of zelfs chemicaliën. Hierbij zijn ook interessante combinaties mogelijk met afvalwaterzuivering. 15 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
D De relatie tu ussen water en gezondhe eid. Medicijn nresten en antibiotica ressistentie in het h e effluent van rioolwater en e daardoor in het oppervlakte wate er werden do oor diverse partijen p a aangebrachtt als aandachtspunt waa arover zij de dialoog mett het waterscchap willen a aangaan. Centrale verrsus decentrrale zuivering C g van huisho oudelijk afva alwater. Nieu uwe vormen van z zuivering bie eden nieuwe e kansen op samenwerkiing en bewustwording biij burgers. H Het watersch hap als launching custom mer. MKB be edrijven gaven aan beho oefte te hebb ben aan interactie met het waterrschap om n ieuwe produ ucten te kunnen testen e en ontwikkelen. Waterleverin ng aan droge e gebieden in West-Brab bant. In de la andbouw is in sommige g gebieden en n in bepaalde e tijden van het jaar beh hoefte aan water. w RWZI--effluent kan n een rol s spelen om deze d watervrraag in te vu ullen.
4.2 Evaluatie Op basis s van de afva alwaterketen nvisie en de resultate en van de sttakeholderdia alogen zijn e er een aantal th hema’s te on nderscheiden n die van be lang zijn voor de sector zuive eringsbeheerr. Afbeelding g 4 geeft deze the ema’s figuurlijk weer. Er zijn v vier inhoudelijke thema’s s te ondersch heiden en 2 overko oepelende th hema’s. De inhoudelijke thema’s zijn de v volgende. De riolerring en rwzi als asset. Samen m met haar partners, de ge emeenten, b beheert het wate erschap een infrastructuur die een melen en belangrijjke logistiek ke taak vervu ult: het inzam verwerken van rioolwater. Binne en dit thema a vallen alle inno ovaties die ziich richten op o het beter benutten van deze e infrastructuur. De inno ovatie kan ziich richten o op betere mo onitoring, stturing, bedrijjfsvoering of onderrhoud van he et systeem. De innovatie e kan zich echter o ook richten op o het toeken nnen van nie euwe functies aan dit systteem (bv. inz zameling gro oente en fruit afva al via het rio ool of netwerrkkabels via het riool) of altern natieve syste emen voor in nzameling va an aan huishoud delijk afvalw water (denk bijvoorbeeld b decentra ale sanitatie)).
Afbeelding g 4: thema's voor innovatie e bij de sectorr zuiveri ringsbeheer
Energie Energieb besparing en n de opwekking van hern nieuwbare energie zijn met m de introd ductie van het Energieffabriek-conce ept en MJA-afspraken all langer bela angrijke aand dachtspunte en voor innov vatie binnen h het watersch happen. De stakeholderd s dialoog heeftt ook de bufffering van en nergie uit hernieuw wbare bronn nen als een belangrijk b on nderwerp geagendeerd. De buffering g van energie kan plaatsvin nden via kou ude en warm mte opslag, m maar zou ook kunnen via a het concep pt van “powe er-togas”. Waarde creatie Nieuwe o gen laten zie en dat er goe ede kansen zijn z om waardevolle stofffen te winne en uit ontwikkeling rioolwate er. Winning van fosfaat is een onderrwerp dat al langer in de e aandacht sstaat, maar het is ook mog gelijk om wa aardevolle orrganische sto offen te winn nen uit rioolw water, denk hierbij aan afbreekb bare bioplasttics (PHA), vetzuren, v celllulose vezels, alginaat of o cyanofycin ne. Schoon en gezond water w De inzam meling en ve erwerking va an rioolwaterr is ooit bego onnen vanwe ege problem men met ziek ktes in de stad en eutrofiering van het opp pervlakte wa ater. Het zuiv veren van water is nog ssteeds een primaire p taak van n het waterschap en is daarom d een b belangrijk th hema. In de jaren negen ntig is er vee el e geweest voor het hale innovatie en van streng gere eisen voor v stikstof en fosfaat. D De laatste ja aren is er een soorrt status quo o ontstaan waarbij w weiniig ontwikkeliing in de eisen aan de efffluentkwalitteit plaatsvo ond. Niettem min zijn er do oor een integ grale aanpak k tussen watersysteem e en waterkete en nog verbeterringen te beh halen. Verde er maken ste eeds meer partijen zich zorgen overr prioritaire stoffen s 16 Innovatiieagenda zuiiveringsbehe eer WBD Evaluatie e 2011-2013 3, plan 2014 4-2016
zoals bijvoorbeeld medicijnresten en antibiotica resistentie in het oppervlakte water. Een deel hiervan is afkomstig van het effluent van rioolwaterzuiveringen. In Zwitserland hebben maatschappelijke zorgen hierover al geleid tot eisen tot verwijdering van deze stoffen uit het effluent van rioolwaterzuiveringen. Tenslotte zijn er twee thema’s die deze inhoudelijke thema’s overkoepelen. Sociale innovatie Technische innovaties kunnen alleen slagen als zij ook ingebed zijn in een organisatie die om kan gaan met de nieuwe perspectieven die deze innovaties met zich meebrengen. Soms is ook al veel te bereiken door op een andere manier met partners samen te werken. Bovendien is het belangrijk dat medewerkers de ruimte krijgen om nieuwe ideeën op te volgen. Daarom is het van belang dat het waterschap ook aandacht besteed aan sociale innovatie opdat goede ideeën ook echt tot wasdom komen. Sociale innovatie vormt daarom het fundament waardoor de inhoudelijke innovaties mogelijk worden. Maatschappelijk effect Dit is eigenlijk geen thema op zich zelf, maar meer een soort randvoorwaarde omdat een innovatie een doel heeft. Voor het waterschap is dit doel dat het maatschappelijk effect van haar handelen zo groot mogelijk is. Hierbij moet het waterschap de effecten op kosten (profit), milieu (planet) en maatschappij (people) afwegen en optmaliseren. Dit is in Afbeelding 4 gevisualiseerd door het effect van innovatie op deze onderwerpen als een dak op het innovatiehuis te zien. In veel gevallen en bij voorkeur zal de innovatie de kosten verlagen, hoewel soms een voorinvestering nodig is. In sommige gevallen kan de innovatie ook tot meer kosten leiden, maar dit kan acceptabel zijn als er een maatschappelijk belang wordt gediend. Op basis van deze innovatiethema’s zijn de innovatiespeerpunten van het waterschap in de afgelopen periode 2011 tot en met 2013 verdeeld en in Tabel 2 samengevat. Per thema is met een kleur aangegeven in welke mate het waterschap activiteiten heeft verricht op dit thema. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen incrementele innovaties en verrijkende innovaties. Tabel 2: Overzicht verdeling projecten 2011-2013 over de innovatie thema’s. NB het thema “kosten” is niet meegenomen omdat dit onderwerp leidend en overkoepeld is voor alle thema’s. Groen: veel activiteiten, Blauw: enkele activiteiten, Rood: nauwelijks activiteiten. Thema
Incrementeel
Verreikend
Sociale innovatie
Samenwerking Grondstoffen fabriek
Assets
Real Time Control gemalen Breda (Valorius) Purgatio: onderzoek naar prestatiecontracten voor onderhoud.
Energie
Waarde creatie
-
Schoon en gezond water
SWWB Winnend samenwerken Verkeerstoren Best value procurement Ketenonderzoeken met bedrijven: SNB, Nuplex, ZLTO, Alumet Invoering assetmanagement OAS studies Geurbestrijding gemalen: o Kelderballon o UV Energiefabriek Nieuwveer: Slibgisting o Warmtelevering o Demon
Reductie Al-gebruik Continue bezinkselmeting
-
Energiefabriek Nieuwveer: o UNAS o Dynafil Thermofiele gisting Fosfaathergebruik via SNB Bioplastics uit rwzi-slib Eendekroos
De tabel laat zien dat voor het onderwerp incrementele innovaties de focus tot nu toe ligt bij asset management en energie. Sociale innovatie vindt hierbij vooral plaats door samen te werken met andere waterschappen, met bedrijven die lozen op de rwzi en met gemeentes in de waterkringen.
17 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
Voor verreikende innovaties ligt de focus vooral op energie en waarde creatie. Deze focus past goed bij de Afvalwaterketenvisie voor de waterschappen. Verreikende sociale innovatie blijft vooralsnog beperkt tot samenwerking in het kader van de Grondstoffenfabriek tussen de waterschappen. Tabel 3 vat vervolgens de ideeën en kansen samen voor nieuwe activiteiten voor het waterschap voor innovatie op de verschillende thema’s. Dit overzicht is tot stand gekomen op basis van de stakeholderdialoog op 7 april 2014 met partners van het waterschap, aangevuld met ideeën die intern binnen het waterschap zijn geopperd. De bestaande inspanningen van het waterschap sluiten voor een aantal thema’s al goed aan bij de nieuwe kansen die uit deze inventarisatie naar voren komen. Hierbinnen vallen bijvoorbeeld nieuwe ideeën voor energiebuffering. Opvallend is de partners van het waterschap een sterke behoefte hebben aan samen te werken met het waterschap, meer dan nu nog gebeurd. Hier is kennelijk behoefte aan meer sociale innovatie. Verder valt op dat er veel ideeën zijn genoemd die te maken hebben met nieuwe sanitatie systemen en een andere omgang met de bestaande assets van het waterschap inhouden. Ook medicijnresten en antibiotica resistentie in oppervlakte water is een onderwerp dat diverse partners hebben aangedragen, maar waarop het waterschap nog geen activiteiten onderneemt. Tabel 3: Overzicht kansen voor nieuwe projecten. NB het thema “kosten” is niet meegenomen omdat dit onderwerp leidend en overkoepeld is voor alle thema’s. Thema
Incrementeel
Verreikend
Sociale innovatie
Synergie zoeken met industriële lozers Dialoog met partners intensiveren Handhaven vs verbinden Intensievere communicatie met burgers
Assets
Kabels door het riool Afkoppelen: regenwater/dik water Nieuwe aanbestedingsvormen Verbeteren slibontwatering Buffercapaciteit riolering beter inzetten Chemicaliën verbruik minimaliseren en vergroenen (biobased).
Energie
Waarde creatie
Schoon en gezond water
Warmte in rioolwater benutten (riothermie) Biogas anders benutten (alternatief WKK) Zon en wind energie op rwzi’s Effluent hergebruik voor landbouw in droge tijden
Riool overstorten beperken
o o o
Waterschap als launching customer Nieuwe sanitatie systemen uitproberen Verbindende waterautoriteit Samenwerking zoeken met kennisinstituten ESCO’s oprichten voor energiekansen Werknemers ruimte geven voor oppakken innovatiekansen Reorganisatie “Sterk in je werk” Nieuwe sanitatie systemen GF en/of andere afvalstromen ook inzamelen via de riolering Hergebruik oude drinkwaterleidingen Brabant Water voor nieuwe sanitatie. Verbeterd gescheiden stelsel 3.0: sensoren sturen waterflows Energiebuffering: Power-2-gas Koude & Warmte opslag Smartpolder
Cellulose vezels uit rioolwater Vetzuren produceren uit slib. Stikstof terug winnen in plaats van afbreken. CO2 als grondstof Nieuwe manieren voor aanpak medicijnen en antibiotica resistentie Water als koelmiddel voor de stad (voorkomen hitte stress)
4.3 Prioritering en focus In paragraaf 4.2 zijn een aantal thema’s geïntroduceerd waarop het waterschap kan innoveren. Al deze thema’s zijn van belang en hebben een relatie met de kernactiviteit van de sector zuiveringsbeheer. Idealiter werkt het waterschap dan ook aan innovaties op al deze thema’s. Toch zijn er praktische beperkingen in budget en capaciteit binnen het waterschap zodat het onvermijdelijk is om accenten te leggen op een aantal onderwerpen.
18 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
In deze paragraaf wordt een voorstel gedaan voor de accenten binnen het innovatieprogramma voor de komende jaren. Leidend is daarbij dat het van belang is om continuïteit te houden op gebieden waar het waterschap al eerder activiteiten heeft ingezet. Daarnaast is het van belang dat er voldoende interesse en energie bij partners is om hier met het waterschap acties te ondernemen. Tenslotte moet er vanzelfsprekend een (maatschappelijke) relevantie zijn voor het waterschap. In deze innovatie agenda wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen “focus” onderwerpen en ‘verkennende” onderwerpen. De “focus” onderwerpen zijn onderwerpen waarop het waterschap zwaar inzet in capaciteit en investeringen. Dit doet zij omdat voor deze onderwerpen duidelijk is geworden dat het waterschap hier een bijzondere rol kan spelen en/of er een sterke behoefte is. “Verkennende” onderwerpen zijn onderwerpen die potentieel van belang zijn voor het waterschap en waarvan partners aangeven dat zij het waterschap willen betrekken bij deze onderwerpen. Op dit moment is echter nog onvoldoende duidelijk welke mogelijkheden er precies zijn en welke rol het waterschap hierbij kan spelen. De komende tijd zal het waterschap deze onderwerpen nader verkennen. Het resultaat kan zijn dat deze onderwerpen bij een positieve verkenning doorgroeien tot een focus onderwerp. Er zijn in totaal vijf focus onderwerpen geïdentificeerd en vijf verkennende onderwerpen. Van de vijf focus onderwerpen hadden drie onderwerpen al een belangrijke focus in de vorige innovatie agenda en deze focus wordt de komende jaren gehandhaafd. Daarnaast worden er twee nieuwe focus onderwerpen toegevoegd. Deze nieuwe focus en verkennende onderwerpen volgen uit de evaluatie die in het kader van deze innovatie agenda is uitgevoerd. De focus onderwerpen zijn: Energiefabriek Nieuwveer Thermofiele gisting Bath PHA demonstratie rwzi Bath Fosfaatwinning Verbindend waterschap
(thema: (thema: (thema: (thema: (thema:
Energie) Energie) Waarde creatie) Waarde creatie) Sociale Innovatie)
Verkennende onderwerpen: Energiebuffering Decentrale sanitatie systemen Medicijnen en antibiotica resistentie Waterlevering tijdens droogte Waterschap als “launching customer”
(thema: (thema: (thema: (thema: (thema:
Energie) Assets) Gezond en schoon water) Waarde creatie) Sociale Innovatie)
Per onderwerp volgt nu een korte toelichting op het onderwerp en de motivatie voor dit onderwerp. Focus: Energiefabriek Nieuwveer De rwzi Nieuwveer beschikt over een uniek zuiveringssyteem (het AB-systeem). Maar drie zuiveringen in Nederland gebruiken dit systeem. Het systeem heeft hernieuwde belangstelling gekregen doordat het een interessant perspectief biedt op een energie neutrale zuivering. Hiervoor zijn dan wel verreikende innovaties nodig zoals bijvoorbeeld een andere manier van stikstofverwijdering door deammonificatie en het verbeteren van de slibafvang in de A-trap. Hiervoor zijn al onderzoeksprojecten in gang gezet die het waterschap doorzet. Een nadeel van dit systeem is dat fosfaat alleen chemisch kan worden verwijderd, waardoor de kansen voor fosfaathergebruik beperkt worden. SNB werkt aan mogelijkheden om dit in toch mogelijk te maken. Verder werkt ook kennisinstituut Wetsus aan technieken voor fosfaatwinning die passen in het concept van een AB-systeem. Focus: Thermofiele gisting Bath Thermofiele gisting van slib is een onderwerp waar het waterschap Brabantse Delta in de afgelopen jaren veel in heeft geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling. Deze inzet heeft er voor gezorgd dat het onderwerp bij de Nederlandse waterschappen veel aandacht heeft gekregen en dit wordt gewaardeerd getuige het feit dat een artikel over dit onderzoek in het vakblad H2O de H2O-prijs kreeg voor het beste artikel in jaargang 2013. Op dit moment is het meeste onderzoek gereed en is het de bedoeling om in 2015 de slibgisting op de rwzi Bath gereed te maken voor een full scale duurproef met thermofiele gisting. Focus: PHA Demonstratie rwzi Bath 19 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
In de afgelopen 2 jaar zijn diverse onderzoeken uitgevoerd naar de mogelijkheden voor het creëren van waarde uit slib. Daaruit kwam naar voren dat het slib op de rwzi Bath unieke mogelijkheden heeft om het bioplastic PHA in hun lichaam op te slaan. Binnen het samenwerkingsverband van de Grondstoffenfabriek is er bij veel waterschappen interesse om dit onderwerp verder te ontwikkelen. De rwzi Bath biedt daarbij een unieke kans om deze techniek een stap verder op te schalen en aan te tonen dat er daadwerkelijk een waardeketen kan worden gecreëerd om het PHA niet alleen te winnen, maar ook te verkopen. Het waterschap kan hier in Nederlands verband een unieke rol vervullen en tegelijk kansen voor nieuwe verdienmodellen onderzoeken. Bovendien is er in de regio interesse in dit onderwerp (in het kader van de Biobased Delta en de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom). Om deze reden is dit een focus onderwerp voor het waterschap. Focus: Fosfaatwinning Fosfaat winning was uit rioolwater was in de vorige innovatieagenda een belangrijk thema en is dit nog steeds. In het klimaatakkoord tussen Rijksoverheid en waterschappen is afgesproken dat de waterschappen diverse installaties realiseren voor het terugwinnen van fosfaat uit rioolwater. Het waterschap is hierbij echter vooral afhankelijk van het succes van SNB in de ontwikkeling van initiatieven om het fosfaat terug te winnen uit de as van zuiveringsslib. Dit komt doordat het waterschap vooral vertrouwt op chemische defosfatering voor de verwijdering van het fosfaat. Voor deze wijze van fosfaatverwijdering zijn nog geen technieken beschikbaar om het fosfaat ook op de rioolwaterzuivering al terug te winnen. De komende jaren zal het waterschap dan ook de bestaande initiatieven van SNB voor het terugwinnen van fosfaat uit de as ondersteunen. In aanvulling daarop zal het waterschap ook initiatieven voor de winning van fosfaat bij chemische defosfatering op rwzi niveau ondersteunen. Focus: Verbindend waterschap Eerder is al beschreven dat sociale innovatie van groot belang is om successen te bereiken op het gebied van innovatie. Co-creatie is een belangrijk element van sociale innovatie. Dit werd bevestigd door de stakeholderdialogen die het waterschap organiseerde in het kader van deze innovatie agenda en het waterbeheerplan. De deelnemende partijen gaven aan dat zij waardeerden dat het waterschap op deze manier de dialoog aan ging. Daarbij werd ook de hoop uitgesproken dat er sprake zou zijn van een continue dialoog. Hier ligt een kans voor het waterschap om de basis die is gelegd met deze dialogen uit te bouwen. De vorm zal daarbij nog verder vastgesteld moeten worden, maar gedacht kan worden aan regelmatige dialoog sessies en bijvoorbeeld het actief bijhouden van een linkedin-groep of website. Hier kan aansluiting gezocht worden met de acties die in het kader van het Waterbeheerplan ook al worden uitgevoerd. Verder zou ook de interactie met de grote lozers versterkt moeten worden, waarbij ook duidelijkheid moet worden gecreëerd over de spanning tussen de dialoog over innovatie en de handhavende taak van het waterschap. Verkennend: Energiebuffering Zon en windenergie produceren overschotten aan energie. In sommige situaties kan het interessant zijn deze om te zetten in gas (power to gas), warmte of zelfs chemicaliën. Hierbij zijn interessante combinaties mogelijk met de rioolwaterzuivering doordat in sommige concepten zuurstof en waterstof wordt geproduceerd. De zuurstof is inzetbaar in het zuiveringsproces. Verder zijn voor zowel waterstof als zuurstof synergiën mogelijk met de benutting van biogas en CO2. Voor dit onderwerp is door Eneco aangegeven dat zij interesse hebben om dit idee samen met het waterschap verder uit te werken. Verkennend: Decentrale waterbehandeling Decentrale waterbehandeling kan in sommige situaties voordelen bieden doordat bijvoorbeeld kosten bespaard worden op de aanleg van een riolering. In combinatie met waterbesparende maatregelen (bijvoorbeeld vacuumtoiletten, waterloze urinoirs) wordt het ook technisch eenvoudiger om energie en grondstoffen te winnen uit het huishoudelijk afvalwater. Bij de stakeholderbijeenkomsten is door diverse partijen aangegeven dat er in West Brabant nog te weinig gebeurt op dit vlak. Brabant Water heeft concreet aangegeven dat zij in sommige gebieden nieuwe drinkwaterleidingen gaan aanleggen, waardoor oude leidingen beschikbaar kunnen komen voor nieuwe toepassingen. Om deze redenen wordt voorgesteld de kansen voor dit onderwerp de komende tijd te verkennen. Verkennend: Medicijnen en antibiotica resistentie Drinkwater bedrijven maken zich in toenemende mate zorgen over de mogelijke ophoping van medicijnen in oppervlakte water. Deze verbindingen zijn ontworpen om slecht afbreekbaar te zijn 20 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
en een werking te hebben bij lage concentraties. Van antibiotica is bijvoorbeeld bekend dat zij al bij zeer lage concentraties kunnen leiden tot antibiotica resistentie. Omdat drinkwater bedrijven bij voorkeur drinkwater maken uit schone bronnen, pleiten zij voor verwijdering van dergelijke verbindigen uit het effluent van rwzi’s. Daarentegen is de rioolwaterzuivering weliswaar een relevante bron voor humane medicijnen, maar zijn er ook andere bronnen zoals bijvoorbeeld de veehouderij. Bovendien kost het verwijderen van medicijnresten uit het effluent van rwzi’s veel geld. Vanwege de relevantie van dit onderwerp is er aanleiding om hierover in dialoog te gaan met belanghebbenden zoals de drinkwater bedrijven. Zij hebben al aangegeven hier voor open te staan. Deze verkenning moet inzichtelijk maken hoe relevant dit probleem is voor de regio West-Brabant en welke rol hier ligt voor het waterschap. Verkennend: Waterlevering tijdens droogte In de stakeholderdialogen voor het waterbeheerplan en de innovatie agenda zuiveringsbeheer kwam naar boven dat er de landbouw in sommige perioden te maken heeft met een tekort aan water. Dit geldt vooral voor de zandgronden in het zuiden. Daarbij werd het idee geopperd om dit tekort aan te vullen met effluent van de rioolwaterzuivering of door buffering van water. Eerdere projecten hebben laten zien dat hergebruik van effluent financieel soms moeilijk is, maar hier lijkt er sprake te zijn van een concrete behoefte. Daarom lijkt het relevant om dit idee samen met de vertegenwoordigers van de landbouw verder uit te werken om duidelijker te krijgen welke kansen hier liggen. Verkennend: Het waterschap als launching customer Het waterschap wordt regelmatig benaderd door bedrijven die een nieuw concept willen testen. De reactie hierop is nu vaak opportunistisch. Het kan echter helpen om hier een duidelijker beleid te hebben zodat nieuwe ideeën of producten een goede kans krijgen. Daarnaast helpt het als bedrijven weten welke vraagstukken er leven bij het waterschap opdat zij hun innovatie kunnen richten op de behoefte van het waterschap. Tenslotte is het voor Nederlandse bedrijven belangrijk dat zij innovaties op hun thuismarkt kunnen uittesten, zodat zij dun producten beter kunnen exporteren. Het doel van dit onderwerp is te verkennen hoe het waterschap innovatie het beste kan faciliteren door actief op te treden als launching customer. Tenslotte: prioritering is nodig om de beperkte middelen en capaciteit van het waterschap zo effectief mogelijk in te zetten. Dat is de reden voor de keuze van focus onderwerpen en verkennende onderwerpen. Dit zijn de hoofdthema’s. Deze prioritering moet echter niet te rigide zijn. Sommige onderwerpen blijken bij nadere bestudering toch minder interessant, terwijl zich ook andere kansen kunnen voordoen. Sommige projecten zijn minder groot, maar daarom niet minder interessant. Hiervoor moet ook ruimte zijn en blijven buiten de in deze agenda benoemde om. Een randvoorwaarde is dan wel zijn dat er budget en capaciteit beschikbaar is en de hoofdthema’s voorrang hebben bij budget toekenningen.
4.4 Communicatie Communicatie op allerlei gebieden is essentieel voor een goede daadkrachtige innovatie. Het is immers van belang om vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen en verwachtingen te managen. De stakeholderdialogen hebben laten zien dat dit een effectieve manier is om met partners in gesprek te gaan. Voorgesteld wordt dan ook om deze manier voort te zetten. In toekomstige bijeenkomsten kunnen dan enkele van de verkennende onderwerpen geagendeerd worden en een terugkoppeling worden gegeven op de acties die het waterschap onderneemt naar aanleiding van de vorige bijeenkomst. Daarnaast kan overwogen worden om actief te communiceren over de doelstellingen voor innovatie bij het waterschap door bijvoorbeeld het oprichten van een linkedin-groep, een deel op de website van het waterschap of andere social media. Daarbij is het wel van belang dat een of meer personen actief bezig zijn met het genereren van “content” en modereren van discussies.
21 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016
5
Afsluiting
Innovatie bij zuiveringsbeheer vindt op verschillende niveaus, onderwerpen en uitvoeringsvormen plaats. Uiteindelijk dient een innovatieve houding iets te zijn wat uitgedragen wordt door alle medewerkers van het waterschap. Dit vergt soms een verandering in houding en gedrag die niet vanzelfsprekend is. Deze verandering is echter wel essentieel en voldoende aandacht voor sociale innovatie is daarom een belangrijk fundament voor deze innovatie agenda. Gelukkig wordt dit aspect binnen het HR-beleid ook herkent en is dit een belangrijk aandachtspunt in de voorgenomen reorganisatie “Sterk in je werk”. Met de eerste innovatie agenda voor de periode 2011-2013 is de sector zuiveringsbeheer begonnen met het structureren van haar innovatie programma. Dit heeft in de afgelopen jaren al geleid tot enkele aansprekende resultaten en bovendien tot een andere houding van de medewerkers. Als voorbereiding op deze tweede agenda is een stakeholder dialoog georganiseerd die door alle deelnemers positief ervaren werd en waaruit naar voren kwam dat het waterschap een verbindende factor kan zijn voor innovaties op watergebied in de regio. Dit zonder dat zij daarin al te veel een sturende rol speelt. Deze tweede innovatie agenda voor de periode 2014 tot 2016 bouwt voort op de initiatieven die door de eerste agenda zijn ingezet. Daarbij is er bewust voor gekozen om continuïteit te houden in de speerpunten die toen zijn ingezet. Binnen de projecten die horen bij deze speerpunten zal wel continu geëvalueerd moeten worden of de oorspronkelijke doelstellingen nog wel gehaald kunnen worden. In de agenda voor 2014 – 2016 zijn daarnaast enkele nieuwe onderwerpen geagendeerd. De doelstelling voor een realisatie van een PHA-demo op de rwzi Bath is het resultaat van een verkenning die plaatsvond in de afgelopen periode. Naar aanleiding van de stakeholder dialoog zijn er nu ook enkele nieuwe onderwerpen geïdentificeerd waarvoor een nadere verkenning uitsluitsel moet geven of hier een rol met toegevoegde waarde is weggelegd voor het waterschap. Deze agenda focust op de verreikende innovaties, maar incrementele innovaties leveren ook een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen van het waterschap. Hiervoor is het belangrijk dat de medewerkers van het waterschap dergelijke kansen herkennen en deze binnen de bestaande organisatiestructuren kunnen agenderen. De verreikende innovaties kunnen hierbij werken als inspirerend voorbeeld.
22 Innovatieagenda zuiveringsbeheer WBD Evaluatie 2011-2013, plan 2014-2016