WATERROBUUST BOUWEN
Bouwen en Renoveren in overstromingsgevoelig gebied
1
VOORWOORD VAN DE MINISTER
Onder andere door de nattere winters en hevige zomeronweders die volgens wetenschappers toe te schrijven zijn aan de klimaatverandering, neemt het risico op wateroverlast toe. De voorbije legislatuur investeerde de Vlaamse regering daarom maar liefst 25 miljoen euro extra in waterbeheersing. Maar alleen bijkomende dijken en bekkens bouwen en water meer ruimte geven, volstaat niet. Ook preventie is broodnodig. Vandaar maatregelen zoals de verbeterde en vereenvoudigde watertoets; de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater; de planologische afbakening van signaalgebieden waar de bouw van nieuwe woningen of bedrijfsgebouwen wordt tegengegaan; de verplichte keuring van privé-waterafvoersystemen; de aangepaste Code van Goede Praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen; de informatieplicht voor onder andere de notaris en de vastgoedmakelaar om bij verhuur of verkoop aan te geven of het vastgoed in een overstromingsgevoelig gebied ligt, en de verhoogde aandacht voor erosiebestrijding. Wateroverlast altijd en overal uitsluiten is echter onmogelijk. Waterveiligheid is dan ook een gedeelde verantwoordelijkheid van waterbeheerders, verzekeraars, planners, ontwerpers, burgers, hulpdiensten en lokale beleidsmensen. Vandaar mijn steun aan het NAV-project ‘Consulent waterbewust bouwen’. Dat initiatief wil architecten vertrouwd maken met waterbewust bouwen. Dat wil zeggen o.m. bouwen met oog voor een optimale waterhuishouding, en waterrobuust bouwen in risicogebieden om eventuele schade door overstromingen zoveel mogelijk te beperken. Via de architect wordt ook onrechtstreeks de bouwheer geïnformeerd en gesensibiliseerd. Deze publicatie, met essentiële informatie over waterrobuust bouwen en een pak concrete voorbeelden, kijkt naar de toekomst. Ik ben er dan ook van overtuigd dat ze een belangrijke bouwsteen wordt in het streven naar meer waterveiligheid. Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur
een publicatie van
met de steun van
INHOUD INLEIDING 4 Wateroverlast: aanpak 5 Wateroverlast: stand van zaken 6 TYPECONCEPTEN VOOR WATERROBUUST BOUWEN
8
Wet proof concept 10 Omschrijving 10 Technische aanpak en aandachtspunten 10 Toepassingsgebied 11 SWOT-analyse 11 Referentievoorbeeld algemeen 12 Dry proof concept 13 Omschrijving 13 Technische aanpak en aandachtspunten 13 Toepassingsgebied 14 SWOT-analyse 15 Referentievoorbeeld Hafencity, Hamburg (DE) 16 Referentievoorbeeld Wakefield Waterfront, Wakefield (UK) 17 Kolomgebouw 18 Omschrijving 18 Technische aanpak en aandachtspunten 18 Toepassingsgebied 19 SWOT-analyse 19 Referentievoorbeeld Nesselande, Rotterdam (NL) 20 Terpgebouw 21 Omschrijving 21 Technische aanpak en aandachtspunten 21 Toepassingsgebied 21 SWOT-analyse 21
© Tom Palmaers
4
Amfibisch gebouw 22 Omschrijving 22 Technische aanpak en aandachtspunten 22 Toepassingsgebied 23 SWOT-analyse 23 Rerentievoorbeeld De Maasvilla’s te Ohé en Laak (NL) 24 Referentievoorbeeld Port X, Praag (CZ) 25 Drijvend gebouw 26 Omschrijving 26 Technische aanpak en aandachtspunten 26 Toepassingsgebied 27 SWOT- analyse 27 Referentievoorbeeld kantoorgebouw Waternet, Amsterdam (NL) 28 Referentievoorbeeld 19 eengezinswoningen, Utrecht (NL) 29 Referentievoorbeeld 8 eengezinswoningen, Lelystad (NL) 30 WATERROBUUSTE REFERENTIEPROJECTEN IN VLAANDEREN 32 Inleiding 33 Referentieprojecten 35 Bestaande gebouwen Eengezinswoning, Grimbergen Eengezinswoning 2, Grimbergen
36 37
Nieuwbouw Eengezinswoning, B-bis Architecten, Leest (Mechelen) Eengezinswoning, CAAN Architecten, Etikhove (Oudenaarde) Eengezinswoningen, denc!-studio, Drongen (Gent) Eengezinswoning, DnA architecten ingenieurs, Wortegem-Petegem Eengezinswoning en architectenkantoor, Pascal Francois Architects, Aalst Eengezinswoning, Tanghe Desoete Architecten, Geraardsbergen Eengezinswoning, Thiers-Van Herreweghe Architecten, Schoten
38 40 42 44 46 48 50
VISIE VAN DE VERZEKERAAR
52 5
INLEIDING
Wateroverlast: aanpak Bouwen en wonen in overstromingsgevoelige gebieden vormen al geruime tijd een onderwerp van discussie. Door de klimaatverandering treden overstromingen en wateroverlast op met een hogere frequentie. Bovendien is Vlaanderen daar erg kwetsbaar voor door de aanwezigheid van veel gebouwen in overstroombare gebieden. Meer overstromingen en een dichte bebouwing verhogen uiteraard de overstromingsrisico’s. Daardoor zal de manier waarop gebouwd wordt in overstromingsgevoelige gebieden, indien dit toegelaten wordt, de komende jaren aan belang winnen. In uitvoering van de Europese overstromingsrichtlijn dienen de overstromingsrisico’s immers gereduceerd te worden.
Inleiding
Jarenlang was men van oordeel dat men het probleem van wateroverlast kon aanpakken met collectieve oplossingen, zeg maar gecontroleerde overstromingsgebieden en grote infrastructuurwerken zoals dijken en wachtbekkens. Intussen wordt steeds duidelijker dat wij wateroverlast enkel kunnen beperken door een combinatie van collectieve en individuele maatregelen. Vlaanderen moet waterrobuust (ver)bouwen. Wetenschappelijke instellingen bevestigen die visie. Ook de overheid zet daar in haar communicatie steeds vaker op in. Voor de aanpak van de overstromingsproblematiek werkt de Vlaamse overheid daarom aan een meerlaagse veiligheid. Die nieuwe, geïntegreerde aanpak bestaat uit drie lagen, de zogenaamde drie P’s: protectie, preventie en paraatheid, en gaat uit van een meervoudige verantwoordelijkheid voor het beheer van overstromingsrisico’s. Onder de noemer preventie is waterrobuust (resilient) bouwen -indien dit toegelaten wordtopgenomen als een van de belangrijkste en meest effectieve maatregelen om bij overstromingen schade aan gebouwen te voorkomen en te beperken.
De individuele maatregelen focussen op bouw- en renovatiemethodes die de schade ten gevolge van wateroverlast vermijden of sterk beperken. Naast ingrepen aan of rond gebouwen kan dat ook betrekking hebben op het compenseren van de ingenomen ruimte voor overstromingswater. Door het respecteren van deze maatregelen wordt duidelijk op welke wijze nog gebouwd kan worden in overstromingsgevoelige gebieden, indien bouwen wordt toegestaan. Uiteraard brengt dat, zowel voor nieuwbouw als voor bestaande woningen, veel vragen met zich mee. Hoe moet er juist beschermd of gebouwd worden voor een specifieke woningstijl en regio? De watertoets1 is een interessant instrument om tot gerichte aanbevelingen te komen. In die aanpak bekleedt de architect, of meer algemeen de ontwerper, een belangrijke rol. Hij is betrokken bij elk vergunningsplichtig bouwproject. In veel gevallen vormt hij het eerste aanspreekpunt van de bouwheer. Op basis van de visie van de bouwheer, de kansen en mogelijke problemen, en de elkaar soms tegensprekende eisen en verplichtingen ontwikkelt hij een concept. Waterrobuust bouwen moet integraal deel uitmaken van dat concept als men bouwt in overstromingsgevoelig gebied. De kennisopbouw rond waterrobuust bouwen is in Vlaanderen nog in volle ontwikkeling. In onze naaste buurlanden Nederland, Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk is men al langer op zoek naar kwaliteitsvolle totaalconcepten. In deze pocket bieden we architecten een overzicht van de verschillende mogelijkheden van waterrobuust bouwen. In het eerste deel bespreken we theoretische concepten van waterrobuust bouwen. In het tweede deel focussen we op waterrobuuste referentieprojecten in Vlaanderen. Tot slot bekijken we de visie van de verzekeraars op bouwen en verbouwen in overstromingsgevoelig gebied. 1 De watertoets is een instrument om alle mogelijke schadelijke effecten op het oppervlaktewater en grondwater te beoordelen. De watertoets wordt toegepast bij de goedkeuring van een plan of het uitreiken van een vergunning, dus voor de bouwwerken van start gaan.
6
7
Wateroverlast: stand van zaken
Omvang van de problematiek ‘Diverse studies wijzen uit dat de kans op schade door overstromingen in Vlaanderen toeneemt. Eerste resultaten van berekeningen door de Vlaamse Milieumaatschappij van de huidige overstromingsrisico’s en van de toestand die verwacht wordt tegen 2050, tonen aan dat klimaatverandering kan leiden tot een toename van het economische risico met 30%, terwijl ondoordachte inname van laaggelegen gebieden door bebouwing kan leiden tot een verdubbeling of zelfs verdrievoudiging van het economische risico.’ Filip Raymaekers, Vlaamse Milieumaatschappij
Naar een ruimtelijke ordening die rekening houdt met het watersysteem
Uitdaging voor de bouwsector Begin 2011 telde VMM circa 490.000 bestaande woningen in overstromingsgevoelige gebieden, die dus in aanmerking komen voor een waterrobuuste renovatie. Daarnaast lagen ongeveer 86.000 bouwpercelen in overstromingsgevoelige gebieden, waarvan 4.000 in woonuitbreidingsgebied. Deze cijfers hebben enkel betrekking op woningen, niet op industriegebouwen, openbare gebouwen of bouwwerken met een andere functie. De overstromingsgevoelige gebieden zijn gemarkeerd op basis van overstromingskansen van rivieren, en vormen slechts een deel van de wateroverlast. De rioleringsoverstromingen, verbonden met piekregenval, vormen een ander deel waarvoor nog geen volledige kaarten of een indexering bestaan. Als we die mee in kaart zouden brengen, dan zou het aantal percelen en constructies met wateroverlast dus nog een stuk hoger liggen. Cijfers voor de afgelopen vijf jaar van het Rampenfonds en de verzekeringsmaatschappijen geven aan dat jaarlijks ongeveer 10.000 residentiële panden met wateroverlast te kampen hadden en dat de getroffen regio’s per ramp afwisselen. Jaarlijks werd enkel voor de residentiële sector circa 50 miljoen euro schade uitgekeerd, met voor 2010 een piek rond 100 miljoen euro. Naast de permanente schade aan constructies veroorzaakt wateroverlast ieder jaar ook ongeveer 4.000 ton afval.
‘De budgetten die waterbeheerders inzetten in de strijd tegen wateroverlast zullen niet volstaan om de verwachte toename van de overstromingsrisico’s tegen te gaan. In de praktijk is het overigens onmogelijk om elk risico op wateroverlast uit te sluiten. De neerslag kent geen bovengrens wat maakt dat bestaande maar ook geplande waterbeheersingsinfrastructuur die laag gelegen gebieden moet vrijwaren van waterschade vroeg of laat ontoereikend is. Die logica is in het verleden om diverse redenen niet of alvast onvoldoende gecommuniceerd. Dit betekent dat naast de klassieke beschermingswerken van de overheid zoals investeringen in bufferbekkens, dijken en pompstations ook de eigenaars en bewoners van die gebieden zelf zullen moeten instaan voor het vrijwaren van hun goederen tegen waterschade.’ Filip Raymaekers, Vlaamse Milieumaatschappij
Voor de bouwsector vormt wateroverlast een uitdaging maar ook een opportuniteit. Vandaag staan ontwerpers, uitvoerders en fabrikanten veelal met de mond vol tanden wanneer iemand hen vraagt naar individuele oplossingen om schade bij een overstroming te vermijden. Concepten zoals we die in het buitenland terugvinden, zijn bij ons onbekend of staan nog in de kinderschoenen. Maar de marktvraag zal alleen maar stijgen, vooral door de frequentie van de problematiek en de gewijzigde communicatie van de overheid. De uitdaging voor de architect is duidelijk. Hij moet correcte totaalconcepten toepassen die geïntegreerd zijn in het ontwerp. Ontwerpers moeten dus al in de ontwerpfase rekening houden met die principes. In het buitenland vinden we verschillende concepten die transponeerbaar zijn naar de Vlaamse context.
‘Overstromingen veroorzaken schade, vooral daar waar in het verleden in de laagstgelegen plekken werd gebouwd. Economisch waren dit als kruispunten van waterwegen ook de interessantste plaatsen voor vestiging van steden. De watertoets kan die schade niet meer verhinderen, daarvoor zijn andere maatregelen nodig.’ Citaat uit openingstoespraak op Congres vernieuwing Watertoets, 2011 ‘Voor nieuwbouw doe ik ook inspanningen om te komen tot waterresistente woningen. De voorgaande jaren werd, ondanks de watertoets, niet elke bouwgrond in overstromingsgebied onbebouwd gelaten. Het gevolg is: een gigantische kost voor de overheid omdat daarmee zowel de druk op het watersysteem als de rechtsonzekerheid voor de burger toeneemt. We kunnen niet langer met lede ogen aanzien dat in dergelijke gebieden nog zorgeloos wordt gebouwd. Maar door het eerder verworven recht om op een bepaalde grond te bouwen terug te draaien, tast je de rechtszekerheid van de burger aan. Rechten scheppen plichten. Indien bouwen nog verenigbaar is met het lokale karakter van het watersysteem, moet er aangepast gebouwd worden. Bijvoorbeeld bouwen op palen tast het watersysteem minder aan en vermijdt materiële schade.’
Bij langdurige neerslag volstaan enkel brongerichte maatregelen zoals infiltreren en bufferen van hemelwater niet. Vandaar het belang van de watertoets, een instrument dat wordt toegepast bij de goedkeuring van een plan of het uitreiken van een vergunning. De watertoets beoordeelt alle mogelijke schadelijke effecten op het oppervlaktewater en grondwater en biedt meer garantie op voldoende ruimte voor water en op een ruimtelijke ordening die rekening houdt met het watersysteem. De watertoets kan weliswaar het overstromingsrisico voor bestaande gebouwen en infrastructuur niet terugschroeven, maar kan wel door het opleggen van voorwaarden nieuwe schade voorkomen. Naast de Watertoets bestaan er nog heel wat andere instrumenten om ruimtelijke ordening en het watersysteem op elkaar af te stemmen, zoals de Signaalgebieden, Planologische Ruil…
Citaat uit toespraak op werfbezoek aan de gecontroleerde overstromingsgebieden (GOG’s) te Lierde, 2011 Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur
8
9
TYPECONCEPTEN VOOR WATERROBUUST BOUWEN Internationaal onderzoek resulteerde in een waaier aan oplossingen om waterrobuust te bouwen, van kleinschalige tot ingrijpende maatregelen. Doorgaans worden waterrobuuste constructies ingedeeld op basis van de strategie om overstromingen te vermijden of te beperken. We kunnen volgende totaalconcepten onderscheiden. Wet proof concept Het water wordt toegelaten in de constructie, maar de schade moet beperkt blijven en de herstellingen na een overstroming gering. In Vlaanderen spreekt men ook over ‘waterbestendig’ bouwen.
Dry proof concept Het water wordt gestopt aan de gebouwschil of op de perceelgrens. In Vlaanderen spreekt men ook over het ‘waterdicht’ maken van een constructie. Dit concept kan toegepast worden op gebouw- of op buurtniveau.
Typeconcepten voor waterrobuust bouwen
Kolomgebouw De constructie wordt verhoogd op kolommen geplaatst.
Terpgebouw Het deel van het terrein waarop de constructie wordt gebouwd, wordt opgehoogd.
Amfibisch gebouw De constructie is zo opgevat dat ze bij een overstroming door de druk van het water naar boven komt en gaat drijven, zodat het water niet naar binnen kan.
Drijvend gebouw De constructie is permanent drijvend en stijgt of daalt mee met het niveau van het waterpeil.
10
11
Wet proof concept
Omschrijving In vele bestaande constructies in overstromingsgebied kunnen we niet vermijden dat het water bij een overstroming naar binnen komt. In die gevallen vormt het wet proof concept een belangrijke strategie om wateroverlast en schade aan de constructie te voorkomen. Het wet proof concept is gebaseerd op een droge uitgangssituatie. Bij een overstroming wordt het water toegelaten in de constructie. De schade en de herstellingen ten gevolge van wateroverlast worden beperkt door het gebruik van waterbestendige, dat wil zeggen waterdichte en waterdrukbestendige materialen. De structurele integriteit van het gebouw blijft intact. Drogen en schoonmaken na een overstroming worden een stuk eenvoudiger.
Technische aanpak en aandachtspunten Structuur Het wet proof concept is uitsluitend aanbevolen om bestaande constructies in overstromingsgebied waterrobuust te maken. Cruciaal is dat de bestaande structuur de opwaartse kracht van het water in geval van een overstroming moet kunnen weerstaan. Als te verwachten valt dat het water heel snel opkomt, met een hoge snelheid en een grote waterhoogte, kan dat de stabiliteit van het gebouw in gevaar brengen. Een voorafgaand stabiliteitsonderzoek is in dat geval aangewezen. Technieken Omdat het water bij het wet proof concept tot in het gebouw komt, dringt een aantal maatregelen zich op om de technieken te beschermen tegen waterschade. Watergevoelige elektro krijgen een plaats boven het waterniveau, bijvoorbeeld op een verhoog of vastgemaakt aan een wand. 12
Stopcontacten, elektriciteitskasten en meterkasten komen het best zo hoog mogelijk.
van glasvezel, tapijt, triplex, multiplex en niet onder druk behandeld hout.
Ondergrondse stookolietanks of tanks met te lage vulen ontluchtingsopeningen zijn te mijden. In geval van een overstroming kan de tank immers opdrijven of stookolie verliezen. Indien een ondergrondse tank de enige optie is, moet ze stevig worden verankerd. Een betonnen voetplaat of dekplaat kan de (grond)waterdruk neutraliseren.
Plaats keukenkasten en ander vast meubilair op pootjes.
Waterrobuuste maatregelen In het wet proof concept dringt het water in geval van een overstroming binnen in het gebouw. Waterrobuuste maatregelen mikken bij dit concept dan ook in eerste instantie op het beperken van schade aan het gebouw ten gevolge van binnendringend water. De overstromingsschade hangt af van de aard van de overstroming (CEPRI, 2012 en Kreibich, 2012). De belangrijkste kenmerken zijn waterhoogte, duur, stroomsnelheid en vervuilingsgraad. In de wet proof strategie wordt de bestaande constructie waterrobuust beschermd tot een vooraf bepaald hoogtepeil dat rekening houdt met het niveau van het water in geval van een overstroming met een bepaalde terugkeerperiode. Het heeft weinig zin om de constructie over haar volledige hoogte wet proof te beschermen. De maatregelen van het wet proof concept zijn permanent. Er zijn dus geen extra acties nodig vlak voor een dreigende overstroming.
SWOT-analyse (strenghts–weaknesses–opportunities–threats)
Plaats geen schadegevoelige infrastructuur in kelders of andere ondergrondse ruimten, deze worden immers het eerste getroffen bij wateroverlast; Een overstroming veroorzaakt extra druk op de openbare rioleringen. Terugslagkleppen op de afvoerleidingen kunnen terugstroom uit de openbare riolering naar het gebouw vermijden.
Waterdichting
Gebruik waterdichte en verankerde deksels voor hemelwaterputten, zodat er geen overstromingswater vermengd wordt met het recuperatiewater. Met een pomp en pompput kunt u het waterniveau tijdens een overstroming verlagen en na de overstroming alles snel laten drogen. Geautomatiseerde pompsystemen treden ook in werking als er niemand aanwezig is.
Baksteen
Toepassingsgebied Het wet proof concept is alleen aanbevolen om bestaande woningen in overstromingsgevoelig gebied te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van een overstroming. Bij nieuwbouwprojecten moet u uiteraard te allen tijde vermijden dat het water binnendringt in geval van een overstroming. Daarom past u het wet proof concept daarvoor beter niet toe.
S
Beschermt bestaande gebouwen tegen de schadelijke gevolgen van overstromingen.
Biedt een oplossing voor bestaande gebouwen in overstromingsgevoelig gebied.
Levert met een beperkte investering een grote beperking van schade op.
W
Na een overstroming zijn er schoonmaak- en herstelwerkzaamheden.
Niet geschikt voor nieuwbouwprojecten.
O
Beschermt bestaande gebouwen tegen de schadelijke gevolgen van overstromingen.
T
Technische uitvoering (hoe een bestaande structuur waterrobuust maken?).
Tekort aan technische kennis.
Marktaanbod.
Beperkingen door bestaande randvoorwaarden (bv. de structuur van een bestaand gebouw moet bestand zijn tegen overstromingen).
Waterbestendige isolatie
Voer de binnenafwerking minstens tot het kritieke waterniveau uit in waterresistente materialen. Goed bestand tegen water zijn onder andere beton, steen, baksteen, keramische tegels, epoxyverf, metaal en hout dat van nature of door behandeling resistent is tegen houtrot. Niet of slecht bestand tegen water zijn onder andere gipskartonwanden, ingeblazen isolatie, isolatie op basis Beton, foto: CG-Textures 13
Referentieproject wet proof concept
Dry proof concept
Omschrijving De internationale lectuur besteedt veel aandacht aan het dry proof concept dat toepasbaar is op verschillende schaalniveaus: de constructie, de wijk, een masterplan, … Het dry proof concept is gebaseerd op een droge uitgangssituatie. In geval van een overstroming komt het water niet tot in de constructie, maar wordt het tegengehouden aan de waterdicht uitgevoerde gebouwschil of de perceelgrenzen. Oevergebouwen zijn historische voorbeelden van dry proof constructies.
Technische aanpak en aandachtspunten Structuur
© lsuagcenter.com
Het wet proof concept zal de komende jaren ongetwijfeld meer worden ingezet om schade ten gevolge van overstromingen te voorkomen. Maar tot nog toe zijn er, zowel in het buitenland als in Vlaanderen, weinig of geen gekende voorbeelden van gerealiseerde wet proof gebouwen. In de buurlanden zijn verscheidene brochures beschikbaar waarin is opgelijst hoe we een gebouw wet proof kunnen beschermen. Die informatieve publicaties geven ook een aantal aanbevelingen wat het materiaalgebruik en de opbouw van wanden en vloeren betreft. Veelal wordt verwezen naar schematische voorstellingen van hoe een wet proof gebouw er zou kunnen uitzien en welke de aandachtspunten zijn. Omdat de eigenaar doorgaans het initiatief neemt voor een wet proof concept en zelf instaat voor de uitvoering, zonder tussenkomst van een externe partij zoals een architect of stabiliteitsingenieur, zijn er weinig referentieprojecten geregistreerd. De doe-het-zelf-aanpak is ook allerminst vanzelfsprekend. Een goede uitvoering vergt een uitgebreide technische kennis van waterdichte aansluitingen, materiaalgebruik en andere zaken. Maar die kennisopbouw is vandaag nog in volle ontwikkeling. 14
Bij een overstroming krijgt de draagconstructie van een dry proof gebouw af te rekenen met de hydrostatische druk van het water. Naargelang het waterniveau stijgt, neemt de druk op de dragende wanden toe. Bij waterstanden boven het kritieke waterniveau kan de constructie de waterdruk niet meer weerstaan en zal ze uiteindelijk bezwijken onder de hydrostatische druk. In het stabiliteitsontwerp van de constructie moet dan ook rekening worden gehouden met het kritieke waterniveau. We kunnen dat niveau vooraf bepalen op basis van de waterhoogte van een overstroming bij een vooraf gekozen terugkeerperiode waartegen bescherming voorzien zal worden. Om deze waterhoogte te bepalen kan u best op voorhand contact opnemen met de waterbeheerder. Over de uiterste limiet van de kritieke waterhoogte zijn de meningen verdeeld. Doorgaans neemt men 1 meter hoogte boven de begane grond als vuistregel. Bij een grotere waterhoogte neemt de druk op de muren te veel toe (CIW, 2011). Indien het overstromingsniveau boven deze kritieke hoogte gelegen is, zal een ander concept moeten uitgewerkt worden.
In de dry proof strategie wordt de constructie doorgaans waterrobuust gemaakt tot aan het kritieke waterniveau. Dit niveau houdt rekening met het waterpeil in geval van een overstroming met een bepaalde terugkeerperiode en is afgestemd op het draagvermogen van de constructie. Daarom heeft het weinig zin om de constructie over haar volledige hoogte dry proof te beschermen. De meeste dry proof maatregelen zijn ontworpen op basis van een kritiek waterniveau. Informatie over de overstromingspeilen kunnen opgevraagd worden bij de waterloopbeheerder. Technieken Dry proof maatregelen beschermen in eerste instantie het gebouw tegen binnendringend water. Dat betekent dat een waterdichte buitenschil niet onderbroken mag worden. Volgende maatregelen dragen daartoe bij. Breng nutsvoorzieningen het gebouw binnen met behulp van een waterdichte energieboog. De doorvoeropeningen zijn waterdicht uit te voeren door middel van speciale hulpstukken. Vermijd ondergrondse stookolietanks of tanks met te lage vul- en ontluchtingsopeningen. In geval van een overstroming kan de tank immers opdrijven of stookolie verliezen. Indien een ondergrondse tank de enige optie is, moet ze stevig worden verankerd. Een betonnen voetplaat of een dekplaat kan de (grond)waterdruk neutraliseren. Waterrobuuste maatregelen In het dry proof concept wordt het water bij een overstroming tegengehouden aan de gebouwgrens. Het ruimteverlies voor het watersysteem moet immers tot een minimum beperkt worden. Waterrobuuste maatregelen zijn in eerste instantie bedoeld om binnendringend water tegen te houden. We kunnen een onderscheid maken tussen permanente en tijdelijke maatregelen. Permanente maatregelen vergen geen extra ingreep van de bewoner bij een dreigende overstroming, tijdelijke maatregelen wel. 15
De kern van het concept is dat u een waterdicht geheel bekomt. Maar een gebouw met een waterdichte buitenschil is bouwtechnisch moeilijk te realiseren. Zelfs een ervaren vakman kan daarvoor niet altijd waterdichte garanties geven. Volgende waterrobuuste maatregelen kunnen het gebouw beschermen tegen waterschade. Extra aandacht is vereist voor de waterdichte aansluiting tussen de verschillende waterrobuuste elementen. Permanente maatregelen Een waterdichte coating op de muur of een waterdichtingsmembraan in de muur.
bouw tegen.
S
Beschermt bestaande gebouwen tegen de schadelijke gevolgen van overstromingen.
Biedt een oplossing voor bestaande gebouwen in overstromingsgevoelig gebied.
Levert met een beperkte investering een grote beperking van schade op.
W
Vergt dikwijls nog ingrepen net voor de overstroming (bv. tijdelijke schotten, zandzakjes, …).
Neemt bij nieuwbouw kostbare ruimte voor water in.
O
Is bij stadsontwikkelingsprojecten op een kwaliteitsvolle manier te integreren in het omgevingsontwerp.
Wegneembare schotten voor deuren en garagepoorten.
T
Een tijdelijke afdichting van open stootvoegen, doorvoeren van leidingen , keldergaten, kattenluiken, …
Technische uitvoering (hoe een bestaande structuur waterrobuust maken?).
Tekort aan technische kennis: hoe een integraal waterdichte gebouwschil realiseren?
Als u buitenmuren waterdicht maakt, moet u erover waken dat het warmte- en vochttransport doorheen de wand mogelijk blijven. De bescherming tegen overstromingswater mag immers geen vocht- of schimmelproblemen veroorzaken. Waterdamp in de muren moet te allen tijde kunnen ontsnappen. Tijdelijke maatregelen
Een verhoogde waterdichte kelder in waterdicht beton.
Een tijdelijke waterdichtingsfolie ter hoogte van de wand (type FloodSkirts).
Een aangepaste waterresistente isolatie (type XPS) die minder water opneemt of die voorzien is van een waterdichte coating.
Zandzakjes of speciale afdichtende zakken.
Een waterdichting onder de vloerplaat, die voorkomt dat het water via de vloer naar boven komt. Barsten en openingen herstellen.
SWOT-analyse
Waterdichte en verankerde deksels op hemelwaterputten voorkomen dat overstromingswater wordt vermengd met het recuperatiewater.
Waterdichte deur, foto: Aquobex
Wegneembaar schot, foto: overstromingsbeveiliging.be
Zelfsluitend schot, foto: Aggéres
Een stop in het toilet.
Marktaanbod.
Oude voegen opvullen. Waterresistente ventilatieopeningen (type ‘Smart airbricks’). De voeg tussen DPC-folie en dampscherm dichten. Een drempel aanleggen voor de inrit van de ondergrondse garage. Een permanente muur metselen als barrière, zo dicht mogelijk tegen het gebouw. Een muur rondom een perceel betekent immers heel wat verlies aan ruimte voor water.
16
Toepassingsgebied Op het niveau van de gebouwschil kan het dry proof concept bestaande woningen in overstromingsgevoelig gebied beschermen tegen de schadelijke gevolgen van een overstroming. Het onderzoek naar de technische detailleringen om waterdichte aansluitingen te realiseren, is vandaag nog volop bezig.
Aangepaste materiaalkeuzes voor het deel van de gebouwschil, dat in contact komt met het water.
Het concept is ook bruikbaar bij nieuwbouwprojecten, bijvoorbeeld in de vorm van een verhoogde, waterdichte kelder. Het nadeel daarvan is dat er kostbare ruimte voor water wordt ingenomen.
Een overstroming veroorzaakt extra druk op de openbare rioleringen. Terugslagkleppen op de afvoerleidingen gaan terugstroom uit de openbare riolering naar het ge-
Op het niveau van het perceel of terrein wordt het dry proof concept geregeld toegepast voor nieuwbouw- of stadsontwikkelingsprojecten.
Toiletstop, beeld: Aggéres
Zelfsluitend schot, foto: Aggéres
Zelfsluitend schot, foto: Aggéres
Wegneembaar schot, foto: overstromingsbeveiliging.be
Terugslagklep, foto: Aggéres
Waterresistente ventilatieopening, foto: Aquobex
Berperkingen door bestaande randvoorwaarden (bv. de structuur van een bestaand gebouw moet bestand zijn tegen overstromingen.
17
Referentieproject dry proof concept
Referentieproject dry proof concept 2 Wakefield Waterfront is een industriële site met een aantal mooie historische gebouwen aan de oevers van de Calder. In 2003 stelde FaulknersBrownsArchitects een masterplan op voor de site. Ondertussen is de site herbestemd tot een nieuwe, bruisende stadswijk van Wakefield. Het project omvat appartementen, kantoren, recreatiefaciliteiten en andere functies.
Hafencity is een nieuwe stadswijk aan de oevers van de rivier de Elbe in de oude haven van Hamburg. Het project, een van de grootste binnenstedelijke herbestemmingsprojecten in Europa, is ondertussen tien jaar in ontwikkeling. De voltooiing is gepland rond 2020-2030. Hafencity en het aangrenzende Speicherstadt liggen ten zuiden van de belangrijkste dijk van Hamburg en zijn daarom gevoelig voor overstromingen. De nieuwe stadsdelen beschermen tegen occasionele overstromingen was een van de randvoorwaarden bij de ontwikkeling van de wijk.
De herbestemming bracht een aantal fikse uitdagingen met zich mee, voornamelijk beperkingen betreffende de aanleg van wegen, de omgang met de historische context, de complexe financiering en het overstromingsrisico. De waterkant is namelijk onderhevig aan frequente overstromingen van de Calder.
Hafencity omringen door dijken, zou heel wat nadelen met zich mee hebben gebracht. De nabijheid van grote wateroppervlakken draagt sterk bij tot de charme van de nieuwe stadswijk. Dijken rond de stad zouden het zicht op het water vanuit de gebouwen onmogelijk hebben gemaakt. Bovendien had de bouw van de dijken volledig klaar moeten zijn voor de bouw van de gebouwen kon worden aangevat. Dat was economisch en technisch niet haalbaar of wenselijk.
De site is volledig beschermd met een onbemand, geautomatiseerd systeem van waterkeringen volgens het dry proof principe. De waterkeringen worden beheerd door een intelligent besturingssysteem dat bestaat uit een controle-unit en een lokale bestuursunit. Ultrasone watersensoren controleren voortdurend het waterniveau van de rivier en geven deze informatie door aan de controle-unit. Zodra een vooraf ingesteld waterniveau wordt bereikt, zet de controle-unit de nodige waarschuwingssystemen in werking en stuurt ze waarschuwingsberichten uit naar de mobiele telefoons van beheerders en eigenaars.
De ontwikkelaars besloten andere waterbestendige adaptieve maatregelen toe te passen bij de aanleg van de wegen, de realisatie van de gebouwen en de aanleg van de openbare ruimtes. Uitgangspunten waren de beheersing van overstromingen en de toegankelijkheid van de kades voor de bewoners. Alle nieuwe gebouwen in Hafencity staan op een kunstmatige dry proof sokkel, acht meter boven het zeeniveau en buiten het bereik van extreme overstromingen. Daardoor is het nieuwe stadsdeel bestand tegen hoog water. De zones in de sokkels worden onder andere gebruikt als parkeergarages. Daardoor waren er geen extra bovengrondse parkeergarages vereist.
Hafencity, Hamburg
Wakefield Waterfront, FaulknersBrowns Architects, Foto: Flood Control International Ltd
De waterkeringen bestaan uit panelen die in normale toestand horizontaal verzonken liggen in de omgevingsaanleg. Bij een overstroming komen ze door middel van hydraulische pompen in verticale positie. Om de openbare veiligheid te garanderen, zijn de waterkeringen uitgerust met audio- en visuele alarmen, bewegingssensoren en noodstoppen. Als extra voorzorg heeft elke waterkering een ingebouwde brandladder zodat iemand die ingesloten zit langs overstromingszijde over de waterkering kan klimmen.
Hafencity heeft vijf types van publieke ruimtes. Op het water: drijvende dokken die toegankelijk zijn op zeeniveau dat twee keer per dag wijzigt met de getijden. De relatie tussen waterpeil, kademuren en randen, pontons en gebouwen varieert dus voortdurend op basis van het waterniveau.
Hafencity, Hamburg
Wakefield Waterfront, FaulknersBrowns Architects, Foto: Flood Control International Ltd
Promenades: dijkpromenades voor wandelaars en fietsers op 4,5 tot 5 meter boven zeeniveau. Naam project Hafencity Architect
-
Ligging
Rivier de Elbe, Hamburg
Bouwheer
-
Datum realisatie
2020-2030 (voltooiing stadswijk Hafencity)
Terrassen als publieke stadspleinen: terrassen vormen de overgang tussen de straat en de promenades. Straten: alle straten en gebouwen bevinden zich op opgespoten, waterbestendige sokkels op 7,5 tot 8 meter boven de zeespiegel. Boven de straten: op twintig meter boven de straat ligt een secundair netwerk van voetgangerspaden.
Naam project
Wakefield Waterfront
Architect
FaulknersBrowns Architects (masterplan site)
Ligging
Rivier de Calder, Wakefield, Groot-Brittannië
Opdrachtgever
CTP / Sint-James, in samenwerking met British Waterways
Datum realisatie
2003 opmaak masterplan – 2008 inwerkingtreding waterkeringen
Dankzij al die ingrepen blijft Hafencity ook tijdens overstromingen functioneren. 18
19
Kolomgebouw
Omschrijving Bouwen op kolommen of palen gebeurt al eeuwen overal ter wereld. Een kolomgebouw is gebaseerd op een natte of op een droge uitgangssituatie. De constructie wordt gebouwd op kolommen en bevindt zich daardoor boven het maaiveld of waterniveau. Het waterpeil kan variëren, maar het uitgangspunt is dat de constructie zelf nooit hinder ondervindt van het water dankzij de kolommen. Bouwen op kolommen of palen is een statische bouwwijze. De constructie is daardoor slechts tot een welbepaald waterniveau beschermd. Er moet dus altijd voldoende hoog worden gebouwd en rekening worden gehouden met een bepaalde zekerheidsmarge.
Technische aanpak en aandachtspunten Structuur De structuur van een kolomgebouw is drievoudig. Zij bestaat uit een fundering, een onderbouw (de kolommen of palen) en een bovenbouw (het eigenlijke gebouw). De kolommen worden verankerd in de fundering die de lasten van de bovenbouw afdraagt op de grond. Het type fundering is afhankelijk van de draagkracht van de grond. Bij een weinig draagkrachtige grond wordt dikwijls gewerkt met een paalfundering. De kolommen van de onderbouw zijn slank en ondervinden weinig rechtstreekse laterale belasting door de wind of de waterstroming. Zij moeten wel de laterale windbelasting van de bovenbouw opvangen. Voor de structuur van de bovenbouw zijn er verschillende mogelijkheden. Hij kan bestaan uit een skeletstructuur met balken en kolommen, die verder bouwt op de rooster van de kolommen. Hij kan ook rusten op een vloerplaat in beton, die 20
toelaat om onafhankelijk van het kolommenraster te bouwen. Om het gewicht van de complete structuur te beperken, kan de bovenbouw worden opgetrokken in een houtskeletstructuur. Technieken In tegenstelling tot traditionele gebouwen zijn kolomgebouwen losgekoppeld van het maaiveld. Een fysieke aansluiting tussen gebouw en maaiveld ontbreekt dus. Voor de technieken moet u rekening houden met volgende aandachtspunten. U kunt de aan- en afvoerleidingen in het gebouw trekken met behulp van energiekolommen waarin de nutsvoorzieningen lopen. Vermijd ondergrondse stookolietanks of tanks met te lage vul- en ontluchtingsopeningen. De tank kan immers in geval van een overstroming opdrijven of stookolie verliezen. Indien een ondergrondse tank de enige optie is, dan moet ze stevig worden verankerd. Een betonnen voetplaat of een dekplaat kan de (grond)waterdruk neutraliseren. Waterrobuuste maatregelen Bouwen boven het overstromingsniveau volgens het concept van het kolomgebouw moet voorkomen dat het gebouw hinder ondervindt in geval van een overstroming. Maar voor dat laatste is meer nodig. Overstromingen zijn niet altijd voorspelbaar. Het waterniveau kan sterk variëren, afhankelijk van de overstroming. Bovendien kan de impact van overstromingen toenemen onder invloed van externe factoren, zoals meer verharding en klimaatverandering. Houd daarom rekening met dit ontwerpmatig aandachtspunt. Plaats het vloerpeil op een veilige hoogte. De Vlaamse overheid (CIW) beveelt aan dat de vloer van de benedenverdieping ongeveer 30 cm hoger moet liggen dan de hoogste gekende overstromingshoogte of het gemodelleerde overstromingspeil bij een 100-jarige storm. In sommige situaties wordt 50cm opgelegd afhankelijk
van beschikbare klimaatprojecties of nauwkeurigheid van het model. Maak geen toegangen of ramen onder dat peil. De waterbeheerder zal ook steeds nagaan of er informatie is over de te verwachtte impact van de klimaatverandering, zodanig dat dit eveneens mee kan geïmplementeerd worden bij het ontwerp. Neem daarom steeds contact op met de waterbeheerder bij de start van het project.
SWOT-analyse
Toepassingsgebied Het concept van het kolomgebouw wordt geregeld toegepast voor nieuwbouwprojecten.
S
Neemt geen waardevolle ruimte voor water in.
Geeft een grote ontwerpvrijheid.
Het gaat om een statische bouwvorm die geen last heeft van beweging, scheefstand, …
Het uitzicht vanuit het gebouw.
W
Er is een duurdere fundering nodig.
De ontsluiting en toegankelijkheid van het gebouw vergen extra aandacht.
Betonnen kolommen, foto: B-bis Architecten
Het valt op een eenvoudige en vrij goedkope manier te realiseren.
Hetzelfde geldt voor de aansluiting van de nutsvoorzieningen.
Er is weinig relatie met het maaiveld.
Er zijn geen factoren (bv. scheefstand, waterdichtheid) die de ontwerpmogelijkheden van de architect beperken.
O
Het kolomgebouw ligt boven het maaiveld en neemt geen waardevolle ruimte voor water in. Daardoor is het een duurzaam concept.
Het maaiveld blijft vrij en kan worden ingezet in de functionele en ruimtelijke werking van het ontwerp.
T
Het is een statische bouwvorm. Overstromingen blijven onvoorspelbaar. Zal het voorziene peil volstaan op termijn? Het gebouw moet voldoende hoog worden gebouwd.
We herhalen nog eens dat de nulpas van het gebouw de nodige aandacht verdient om ook op langere termijn schade door overstromingen te vermijden.
Stalen kolommen
Betonnen kolommen, foto: Attika Architekten 21
Referentieprojecten kolomgebouw Het project ‘Wonen boven water’ in Nesselande (Rotterdam) bestaat uit negen paalwoningen, ontworpen door Attika Architekten. “Een afwisselend gegroepeerde cluster van negen paalwoningen in twee typen voegt een nieuw woonmilieu toe aan de Rotterdamse nieuwbouwwijk Nesselande. Met de expressieve plastiek en ruime boven het water hangende terrassen vormt het project een herkenningspunt in de wijk.” Citaat Attika Architekten Attika Architekten liet zich inspireren door de bijzondere kenmerken van de locatie en door de vraag om binnen het stedenbouwkundig plan duidelijke herkenningspunten te creëren. De woningen hebben een sterk op het water gerichte geleding, die benadrukt wordt door de dakvormen, de positie van de buitenruimten en de belangrijkste openingen voor licht en zicht. Opbouw De woningen zijn opgebouwd uit een ter plaatse gestorte vloerplaat in gewapend beton, die steunt op vierkante prefab betonnen palen. De funderingspalen steken een stuk boven het waterniveau uit en blijven daardoor gedeeltelijk zichtbaar. De woningen lijken boven het waterniveau te zweven. De bovenbouw is opgebouwd in een houtskeletstructuur.
Wonen boven water, Nesselande, Attika Architekten, Foto: Marcel Bakker
De gelijkvloerse verdiepingen hebben een gevelafwerking in rode baksteen. De bovenverdiepingen werden afgewerkt met een gevelbekleding van genuanceerde en geschubde leien, die de associatie met het water versterkt. Het terras en de loopbrug naar de woning zijn opgebouwd uit een structuur van thermisch verzinkte stalen liggers en hardhouten balken. Voor de afwerking viel de keuze op een houten beplanking.
Terpgebouw
Omschrijving
Toepassingsgebied
Het terrein of maaiveld wordt opgehoogd. Daardoor overstroomt de constructie niet en ondervindt ze uiteraard geen hinder ten gevolge van wateroverlast.
Het concept van het terpgebouw kan worden toegepast voor nieuwbouwprojecten in overstromingsgebied. Omdat het terrein plaatselijk wordt opgehoogd, waardoor ruimte voor water wordt ingenomen, geniet deze strategie niet de voorkeur en zal de ingenomen ruimte voor water steeds moeten gecompenseerd worden. Deze bouwmethode is daarnaast enkel geschikt voor gebieden waar geen belangrijke stroming van water is, aangezien hierdoor meer water naar naastliggende percelen kan gestuwd worden.
Een nadeel van dit concept is dat de ophoging van het terrein kostbare ruimte voor water inneemt, wat elders op het terrein moet worden gecompenseerd. Als het terrein in helling wordt opgehoogd, wordt het hemelwater afgeleid naar lager gelegen terreinen, zodat de overstromingsproblematiek wordt verlegd.
Technische aanpak en aandachtspunten Structuur De structuur van een terpgebouw vereist geen specifieke aandacht. Het terpgebouw kan opgebouwd worden als een traditioneel gebouw.
Technieken De afvoerbuizen van de woningen zijn uitgevoerd in PVC. Het hemelwater dat op het dak van de woningen valt, wordt via afvoeren in PVC geloosd op het open water. Wonen boven water, Nesselande, Attika Architekten, Foto: Attika Architekten
De woningen zijn uitgerust met een centrale verwarmingsinstallatie met radiatoren.
Waterrobuuste maatregelen
Naam project
Toegankelijkheid De woningen zijn gegroepeerd rond drie gemeenschappelijke parkeerzones. Elke woning beschikt over twee eigen parkeerplaatsen. Daarnaast zijn er vrije parkeermogelijkheden langs de weg. Vanaf de parkeerplaatsen geven individuele loopsteigers toegang tot de woningen.
Er zijn geen extra waterrobuuste maatregelen nodig om het terpgebouw te beschermen tegen overstromingen.
Architect Attika Architekten Ligging
Nesselande, Rotterdam
Opdrachtgever
Baas en Groen Vastgoedontwikkeling
Datum realisatie
2006
22
SWOT-analyse S
Het gebouw ondervindt geen hinder in geval van een overstroming.
Er zijn geen aangepaste fundering of bouwwijze nodig.
W
Er wordt waardevolle ruimte voor water ingenomen, zodat de overstromingsproblematiek wordt verlegd naar lager gelegen terreinen.
Technieken Omdat het terpgebouw verhoogd is ten opzichte van het omliggende maaiveld, kunnen de technieken op de traditionele manier worden aangelegd zonder extra aandachtspunten.
Wonen boven water
De ruimte voor water die wordt ingenomen, moet ergens anders op het terrein worden gecompenseerd, bijvoorbeeld door op het perceel eenzelfde volume af te graven boven de hoogste grondwaterstand en er daarnaast over te waken dat de oppervlakte overstromingsgebied eveneens constant wordt gehouden.
De ruimte voor water die het maaiveld of het gebouw inneemt, moet ergens anders op het terrein worden gecompenseerd.
Niet altijd mogelijk om op het eigen perceel ook effectief te compenseren O
Het gaat om een dynamische omgevingsaanleg, waarin een evenwicht wordt gezocht tussen de ophoging en verlagingen waar het water kan worden opgevangen.
T
Het gaat om een statische vorm van bouwen. Overstromingen blijven onvoorspelbaar. Zal het voorziene peil op termijn volstaan? 23
Amfibisch gebouw
Omschrijving De dynamische strategie van amfibisch bouwen speelt in op het waterniveau. De constructie komt bij een overstroming door de druk van het water naar boven en gaat drijven, zodat het water niet naar binnen kan dringen. Een amfibisch gebouw is gebaseerd op een natte of een droge uitgangssituatie. In een normale droge toestand rust de woning op haar traditionele fundering. Bij een overstroming komt het gebouw door het drijflichaam van de constructie los van zijn fundering en beweegt het mee met het waterniveau. Amfibisch bouwen wordt vandaag slechts sporadisch toegepast, omdat deze strategie heel wat praktische en technische aandachtspunten met zich meebrengt, zoals de toegankelijkheid en de aansluiting van riolering en nutsvoorzieningen.
Technische aanpak en aandachtspunten Structuur Dankzij de structuur van een amfibisch gebouw kunnen we inspelen op een variërend waterpeil. Amfibische gebouwen bezitten namelijk zowel een traditionele fundering als een drijflichaam. In een droge situatie draagt de traditionele fundering de lasten af op de bodem. Als het waterpeil stijgt, gaat het amfibisch gebouw drijven door middel van het drijflichaam. De traditionele fundering bestaat meestal uit een aantal funderingspalen, waarop in droge toestand het drijflichaam rust. Rubberblokken tussen de funderingspalen en het drijflichaam garanderen dat het gebouw horizontaal staat en voorkomen scheefstand. Het drijflichaam wordt doorgaans uitgevoerd als een massief betonnen, waterdichte kuip en met een koppelconstructie verankerd aan (flexibele) meerpalen. Daardoor kan de con24
structie mee bewegen met het waterniveau en wordt voorkomen dat het amfibisch gebouw bij hoog water zou wegdrijven. Om het gewicht van de bovenbouw zo licht mogelijk te houden, is een uitvoering in houtskeletbouw mogelijk. Wanden en vloeren uit massief beton kunnen een laag zwaartepunt en dus meer stabiliteit opleveren. Technieken Omdat een amfibisch gebouw dynamisch inspeelt op het waterniveau, moeten de technieken daaraan worden aangepast. De elektrische bekabeling voor telefonie, tv en internet kunt u in het gebouw brengen met behulp van een flexibele kabel.
Toepassingsgebied
SWOT-analyse
Het amfibisch gebouw heeft in Vlaanderen nog geen ingang gevonden. In Nederland werd het al enkele malen toegepast en slaagde men er in comfortabele gebouwen te realiseren. Ook in andere landen, bijvoorbeeld Tsjechië, onderzoekt men de mogelijkheden van amfibische gebouwen (zie ook referentieproject Port X, Atelier SAD). In vergelijking met een traditioneel gebouw vergt een amfibisch gebouw extra zaken zoals funderingsmethodieken, een drijfmethode en andere voorzieningen. Bovendien kunnen er heel wat praktische en technische problemen opduiken, zoals de toegankelijkheid of de aansluiting van riolering en nutsvoorzieningen. Daardoor zal het concept in Vlaanderen waarschijnlijk slechts beperkt worden toegepast.
Amfibisch gebouw, droge ondergrond. Foto: Dura Vermeer
S
Het is een dynamische vorm van bouwen.
Het concept neemt slechts een beperkte ruimte voor water in.
W
Het concept vergt een duurdere constructie.
O
Het gaat om een nieuwe bouwvorm die inspeelt op de veranderende klimatologische context/realiteit.
T
Er moeten nog veel technische en praktische problemen opgelost worden, onder andere scheefstand en de aansluiting van nutsvoorzieningen.
Wat met de ontsluiting van amfibische gebouwen bij een variërend waterpeil?
Elektriciteit, water en gas kunt u in een lus aanleggen met behulp van een flexibele kabel die u dan wel vorstvrij moet plaatsen. Verwarmen met stookolie is mogelijk. U kunt de stookolietank bovengronds opstellen en met flexibele leidingen verbinden met het amfibisch gebouw. De tank moet hoog genoeg staan, zodat hij geen hinder ondervindt bij hoger waterstanden, of hij moet stevig verankerd zijn. U kunt de stookolietank ook in het betonnen drijflichaam plaatsen indien dat laatste daarop is berekend. De stookolietank vormt in dat geval een extra gewicht dat, mits goed geplaatst, in drijvende toestand voor een extra stabilisatie van het gebouw kan zorgen.
Amfibisch gebouw, natte ondergrond. Foto: Dura Vermeer
Waterrobuuste maatregelen Amfibisch bouwen op zich voorkomt dat het gebouw hinder ondervindt in geval van een overstroming. Er zijn geen extra waterrobuuste maatregelen nodig.
Amfibisch gebouw, droge ondergrond. Foto: Port X 25
Referentieproject amfibisch gebouw
Referentieproject amfibisch gebouw 2 Het project van de Maasvilla’s te Ohé en Laak bestaat uit 16 drijvende woningen en 16 amfibische woningen. De Maasvilla’s liggen in een plas ten zuiden van het dorp Ohé en Laak in Nederlands Limburg. De plas staat in open verbinding met de Grensmaas die toegang geeft tot de Maasplassen, één van de grootste aaneengesloten watersportgebieden van Nederland. Bijzonder aan de locatie van de woningen is de buitendijkse ligging. Bouwen in een rivier is slechts op enkele locaties in Nederland toegestaan. Het project van de Maasvilla’s is een van die vijftien ‘EMAB-locaties’, gebieden die in 2005 door de toenmalige Nederlandse ministeries van VROM (volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu) en Verkeer en Waterstaat werden aangewezen om te ‘experimenteren met aangepast bouwen’ – vandaar de afkorting - in buitendijks rivierbed.
Port X is een prototype ‘amfibisch gebouw’, ontwikkeld door het Tsjechische architectenbureau Atelier SAD. Het concept bestaat uit een aantal C-vormige segmenten die aan elkaar geschakeld worden en toelaten om het gebouw te allen tijde aan te passen aan de gebruiker en zijn behoeften. Port X kan zowel op het land als op het water geplaatst worden. Opbouw Het gebouw bestaat uit twee onderdelen: de ponton die dienst doet als fundering en drijflichaam, en de geschakelde segmenten. Vloer, wand en plafond van de segmenten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden door de C-vormige opbouw van elk segment. Die opbouw laat toe om een zijde van Port X volledig open te werken en maximaal in te vullen met glaspartijen. Dat verhoogt sterk de wisselwerking tussen gebouw en omgeving.
Het waterpeil in de plas kan tot acht meter schommelen.
Technieken Elektriciteit, water en gas worden in het gebouw getrokken via flexibele kabels. Het gebouw wordt verwarmd met vloerconvectors.
Vier steigers verbinden elk acht woningen. De eerste vier woningen aan elke steiger zijn amfibische gebouwen. Zij rusten in normale omstandigheden op een droge ondergrond. Als het waterniveau stijgt, gaan ze drijven. De vier woningen aan de kop van de steiger zijn permanent drijvend.
De Maasvilla’s te Ohé en Laak, Factor Architecten, Foto: Dura Vermeer
De woningen zijn V-vormig ingeplant om een maximaal uitzicht vanuit elke woning te creëren. De balkons zitten op de hoek van de woningen richting het water.
Port X, Praag, Atelier SAD, Foto: Port X
Toegankelijkheid Port X beweegt op een natte ondergrond mee met het niveau van het water. Het prototype op de Moldau is uitgerust met een flexibele loopbrug die te allen tijde de toegang tot het gebouw garandeert.
Het dak van de woningen is schuin naar de waterzijde gericht en refereert aan zeilen. Opbouw Het drijflichaam bestaat uit een betonnen kuip die werkt volgens de wet van Archimedes. De bovenbouw is samengesteld uit een houtskeletbouw om het eigen gewicht van de woningen zo laag mogelijk te houden. Tussen de betonnen kuip en de bovenbouw zijn houten kolommen met daartussen raampartijen geplaatst. Om de golfslag te breken, steekt de betonrand 60 cm boven het waterniveau uit. De Maasvilla’s te Ohé en Laak, Factor Architecten, Foto: Dura Vermeer
De Maasvilla’s (120 m²) hebben twee verdiepingen. De slaapkamers liggen gedeeltelijk onder de waterlijn.
Port X, Praag, Atelier SAD, Foto: Port X
Naam project
Toegankelijkheid De woningen zijn geclusterd per acht wooneenheden. De ontsluiting gebeurt via een loopbrug naar de steiger die de woningen met elkaar verbindt.
Naam project
Maasvilla’s Ohé en Laak
Architect Factor Architecten Ligging
Ohé en Laak – Gemeente Maasgouw(Limburg, NL)
Opdrachtgever
Dura Vermeer, Ohé en Laak VOF
Datum realisatie
2011-2012 (eerste 6 woningen opgeleverd in 2012)
26
Meer informatie over dit project op www.maasvilla.nl
Port X home
Architect Atelier SAD (architecten Jerry Koza& Adam Jirkal met ir. Tomas Kalhaus) Ligging
Vltava River, Praag (CZ)
Bouwheer - Datum realisatie
2009-2011
27
Drijvend gebouw
Omschrijving
Technische aanpak en aandachtspunten
Technieken
Een drijvend gebouw is permanent drijvend en stijgt of daalt mee met het niveau van het waterpeil.
Structuur
Net zoals een amfibisch gebouw speelt een drijvend gebouw in op het waterniveau. Voor de technieken gelden dan ook dezelfde aandachtspunten.
Een drijvend gebouw heeft altijd een natte uitgangssituatie. Drijvende constructies mogen nooit op een droge ondergrond terechtkomen, want de structuur is daar niet op berekend. De ontsluiting moet afgestemd zijn op het fluctuerend waterpeil, zodat het gebouw altijd bereikbaar blijft. Deze bouwstrategie wordt al geruime tijd toegepast in Nederland.
Het gebouw rust op een drijvende fundering die mee beweegt met het waterniveau. Het drijvend vermogen wordt ontleend aan de opwaartse druk. Hoe hoger de belasting, hoe dieper het drijflichaam in het water zakt. Het drijflichaam kan op verschillende manieren uitgevoerd worden. De oudste en meest gekende structuur voor drijvend wonen is gebaseerd op die van een schip en bestaat uit een stalen casco dat regelmatig voor onderhoud uit het water moet worden gehaald. Een tweede methode die in Nederland het meest wordt toegepast, is een betonnen waterdichte kuip. Doorgaans wordt de bovenbouw uitgevoerd in houtskeletbouw. Vergeleken met een stalen casco is deze oplossing veel minder onderhoudsgevoelig. Een nadeel is de beperkte mobiliteit. Een derde methode is geïmporteerd uit Canada en bestaat uit een kern in hoogverdichte EPS (polystyreen), waarrond een betonschil (een betonnen wapening) zit. Van dit type werden ondertussen ook varianten in aluminium ontwikkeld. Het nadeel van deze systemen is dat het zwaartepunt hoger ligt. Om de stabiliteit te waarborgen, gebruikt men doorgaans een breder platform. Een voordeel is dat alle verblijfsruimten zich boven het waterniveau bevinden. Om meerdere bouwlagen te realiseren, is wel een aanzienlijke bouwhoogte nodig. Drijvende gebouwen worden doorgaans geconstrueerd in een atelier. In tegenstelling tot een traditioneel gebouw is het bouwproces dus weersonafhankelijk. Eenmaal voltooid wordt het gebouw in zijn geheel naar de plaats van bestemming vervoerd.
28
SWOT-analyse
De elektrische bekabeling voor telefonie, tv en internet kunt u in het gebouw brengen met behulp van een flexibele kabel. Elektriciteit, water en gas kunt u in een lus aanleggen met behulp van een flexibele kabel die u dan wel vorstvrij moet plaatsen. Verwarmen met stookolie is mogelijk. U kunt de stookolietank bovengronds opstellen en met flexibele leidingen verbinden met het amfibisch gebouw. De tank moet hoog genoeg staan, zodat hij geen hinder ondervindt bij hoger waterstanden, of hij moet stevig verankerd zijn. U kunt de stookolietank ook in het betonnen drijflichaam plaatsen, indien dat laatste daarop is berekend. De stookolietank vormt in dat geval een extra gewicht dat, mits goed geplaatst, in drijvende toestand voor een extra stabilisatie van het gebouw kan zorgen.
Transport drijvend gebouw. Foto: Attika Architecten
S
Het gaat om een dynamische vorm van bouwen.
Het maakt kwaliteitsvol wonen op het water mogelijk.
W
De psychologische factor: de eigenaar bezit geen grond, maar een boot.
Wonen op het water houdt in dat het gebouw beweegt.
Uiteraard is er water als ondergrond nodig.
O
De bouwvorm kan inspelen op de veranderende klimatologisch context/realiteit.
T
Er zijn problemen mogelijk van scheefstand en beweging.
De ontsluiting van drijvende gebouwen bij een variërend waterpeil.
De ruimte voor parkeergelegenheid.
Uitloging op het water ten gevolge van een specifiek materiaalgebruik, met negatieve milieuconsequenties tot gevolg.
Het concept is alleen mogelijk op een natte ondergrond.
Waterrobuuste maatregelen Een amfibisch gebouw op zich voorkomt dat het gebouw hinder ondervindt in geval van een overstroming. Er zijn geen extra waterrobuuste maatregelen nodig.
Weersonafhankelijke constructie in een atelier. Foto: Attika Architecten
Toepassingsgebied Het drijvend gebouw heeft in Vlaanderen nog geen ingang gevonden. In Nederland werd het concept al meermaals toegepast. Drijvende gebouwen zijn ontwikkeld om op permanente wateroppervlakken te liggen. Ze bieden een hoog comfort, tenminste als problemen van scheefstand en beweging zijn opgelost. Omdat het concept uitgaat van water als ondergrond, zal het in Vlaanderen slechts een beperkte toepassing kennen.
Transport drijvend gebouw. Foto: Attika Architecten 29
Referentieproject drijvend gebouw
Referentieprojecten drijvend gebouw 2 Op 26 januari 2011 trok sleepboot Anny het door Attika Architekten ontworpen drijfgebouw voor Waternet over het IJ. Eindbestemming was de nieuwe werkhaven aan de Papaverweg, waar het drijfgebouw midden tussen de drijfvuilboten van Waternet ligt.
Het Nederlandse architectenbureau AquaTecture ontwierp aan de Burt Bacharachstraat in de Vinex wijk Leidsche Rijn te Utrecht in opdracht van ABC Arkenbouw 19 drijvende woningen. “Het bijzondere aan dit project is dat het gezien kan worden als een voorbeeld van de veranderende koers van de Nederlandse overheid ten aanzien van het waterwonen. Waar in het verleden eerder een uitstervingsbeleid werd nagestreefd ten aanzien van drijvende woningen door overheidsinstanties en stedenbouwkundigen, maakten drijvende woningen in een vroeg stadium onderdeel uit bij de ontwikkeling van deze wijk.
Het nieuwe Waternet steunpunt aan de Papaverweg vormt een bijzondere plek in het toekomstige stedelijk woongebied. Attika won de prijsvraag met een stoere, havenachtige architectuur, bijgebouwen in containerlook en een utilitaire bestrating. De hoofdvorm is een stoer en strak vormgegeven gebouw, dat met een gevel van riet ook een behaaglijk en natuurlijk karakter heeft.
Doordat stedelijke gebieden steeds dichter bebouwd worden en er door klimaatveranderingen grotere pieken in neerslag optreden, ontstaat er een groter risico op wateroverlast doordat het water niet meer op natuurlijke wijze afgevoerd kan worden. Om dit risico in de toekomst te kunnen beperken, wordt in Nederland de watertoets gehanteerd.
Opbouw Het drijflichaam van het kantoorgebouw bestaat uit betonnen, waterdichte kuipen die aan elkaar gekoppeld zijn. De buiten- en binnenwanden hebben een structuur in houtskeletbouw.
Hierbij dient bij nieuw te ontwikkelen gebieden rekening gehouden te worden met opvang van overtollig water, wat bij de ontwikkeling van Leidsche Rijn resulteerde in de aanleg van kanalen welke als waterbuffers fungeren. Noodzakelijke maar ook kostbare vierkante meters die echter niet alleen als waterbuffer gebruikt hoeven te worden.
De rieten gevel toont het duurzame karakter van het drijvend gebouw.
Waternet kantoorgebouw, Amsterdam, Attika Architekten, Foto: Attika Architekten
Het gebouw is zoveel mogelijk ontworpen in de cradle to cradle filosofie. Het gebouw kan volledig worden gedemonteerd tot herbruikbare of biologisch afbreekbare onderdelen. De structuur in houtskeletbouw en de rieten gevel spelen daarbij een zeer positieve rol. En ook het gebouw zoals het is, niet gedemonteerd, is bijzonder C2C. Het kan, als de omstandigheden er om vragen, in zijn geheel verplaatst worden om op een andere locatie een nieuw leven te beginnen.
Drijvende woningen, Utrecht, Aquatecture, Foto: Aquatecture
Door deze ruimte tevens te benutten voor drijvende woningen werd er niet alleen efficiënt omgegaan met meervoudig ruimtegebruik, maar kon men tevens tegemoet komen aan de wens van een gedifferentieerd woningaanbod. Vanuit de opdrachtgever bestond er de wens een zo gevarieerd mogelijk straatbeeld te creëren met een minimum aan middelen. Om hieraan tegemoet te komen, ontwierp AquaTecture een basiswoning welke uitgebreid kon worden met verschillende opties, zoals een omloop, luifels, relingen of een andere dakopbouw. Tevens kregen de bewoners de gelegenheid een keus te maken uit een van te voren vastgesteld kleurenpalet voor de verschillende gevelmodules. Door veel aandacht te besteden aan het ontwerpstramien en de plaatsing van de ramen en deuren is er een grote flexibiliteit aan indelingsmogelijkheden waardoor geen enkele woning hetzelfde vloerplan heeft.
Waternet kantoorgebouw, Amsterdam, Attika Architekten, Foto: ABC Arkenbouw
Drijvende woningen, Utrecht, Aquatecture, Foto: Aquatecture
Naam project
Naam project
Waternet kantoorgebouw
Architect Attika Architekten Ligging
Amsterdam, NL
Opdrachtgever
Waternet
Aannemer
ABC Arkenbouw
Datum realisatie
2011
30
19 woningen
Architect Aquatecture Ligging
Utrecht, NL
Opdrachtgever
ABC Arkenbouw
Datum realisatie
-
Stedenbouwkundig gezien is de variatie verder geoptimaliseerd door de woningen te clusteren in relatie tot de zichtassen van de omgeving en binnen elk cluster de woningen ten opzichte van elkaar te spiegelen, te roteren en te laten verspringen. Doordat de woningen in een afgesloten water kwamen te liggen, moesten de woningen nadat ze over het water naar Utrecht vervoerd waren, nog een aantal kilometers over de weg vervoerd worden om vervolgens weer in het water aan de Burt Bacharachstraat te water te worden gelaten. Door het grote volume en gewicht van ca. 85 ton per woning moest de A2 tijdelijk afgesloten worden, en omdat er ook nog een zware storm ten tijde van de tewaterlating woedde, werd het al met al een spectaculaire, maar gelukkig geslaagde operatie.” Redactie: Aquatecture 31
Referentieproject drijvend gebouw 3 Het project ‘Drijf’ bestaat uit acht drijvende woningen die werden ontworpen door Attika Architekten. De woningen liggen in de Warande, een nieuwe wijk ten zuiden van Lelystad, Nederland. De opdracht voor het ontwerp en de bouw van de woningen kwam van acht gezinnen die zich verenigden in een collectief. Attika vertaalde de ideeën van de toekomstige bewoners in een samenhangend geheel dat bestaat uit acht energiezuinige, onderhoudsarme en duurzame drijvende wooneenheden. De kleuren van de woningen verwijzen naar een groep watervogels. Het zijn samenhangende, natuurlijke kleuren met daarbinnen voor iedere woning een eigen, karakteristiek kleurenpalet. Opbouw Het drijflichaam van de woningen bestaat uit een betonnen, waterdichte kuip. Doordat er geen tussenwanden nodig waren in de betonnen kuip, is de benedenverdieping van de woningen volledig vrij indeelbaar. De buiten- en binnenwanden hebben een structuur in houtskeletbouw. Drijf, Lelystad, Attika Architekten, Foto: ABC Arkenbouw en Attika Architekten
De lengte van de woningen bedraagt 14,5 tot 18 meter. Het gemiddelde woonoppervlak bedraagt ongeveer 171 m². De inhoud van de woningen is circa 493 m³ en de waterwoningen wegen circa 150 ton. De woningen werden in een atelier gebouwd en over het water naar hun definitieve plaats gesleept. Toegankelijkheid De woningen worden ontsloten door middel van een (flexibele) loopbrug.
Drijf, Lelystad, Attika Architekten, Foto: ABC Arkenbouw
Naam project
Drijf
Architect Attika Architekten Uitvoerder
ABC Arkenbouw
Ligging
Lelystad, NL
Datum realisatie
2012 © ABC Arkenbouw en Attika Architekten
32
33
Inleiding
Toepassing
Het theoretisch kader voor waterrobuust bouwen omvat zes bouwconcepten. Drie daarvan, namelijk wet proof bouwen, dry proof bouwen en bouwen op kolommen, zijn interessant voor de Vlaamse context. Twee andere, drijvend en amfibisch bouwen, komen minder in aanmerking. Bouwen op een terp moet in principe zoveel mogelijk worden vermeden. Waterrobuust bouwen is in Vlaanderen nog in volle ontwikkeling. Toch werd de voorbije jaren een aantal kwaliteitsvolle waterrobuuste referentieprojecten in Vlaanderen ontworpen of gerealiseerd. We vroegen de architecten daarvan naar hun ervaringen bij bouwen in overstromingsgevoelig gebied, de moeilijkheden en opportuniteiten die ze ervoeren in het ontwerpproces en de opmaak van het dossier, de waterrobuuste maatregelen die ze namen en andere. Hun antwoorden hebben we per voorbeeldtraject gebundeld. We maken een onderscheid tussen bestaande gebouwen die waterrobuust beschermd werden en nieuwbouwprojecten in overstromingsgevoelig gebied. De nieuwbouwprojecten zijn stuk voor stuk voorbeelden van gebouwen waarvoor de architect de overstromingsproblematiek niet naast zich neer legde, maar in zijn concept op zoek ging naar oplossingen voor de overstromingsproblematiek. Uit de referentieprojecten blijkt dat de randvoorwaarden voor bouwen in overstromingsgevoelig gebied niet alleen moeilijkheden maar ook kansen boden voor het creatief proces.
Waterrobuuste referentieprojecten in Vlaanderen
Architecten zullen de komende jaren steeds meer moeten anticiperen op de risico’s van overstromingen. Met de referentievoorbeelden willen we twee zaken aangeven. Een: hoe kunnen we vandaag waterrobuust bouwen in Vlaanderen? Twee: het overstromingsvraagstuk hoeft een kwaliteitsvol en creatief ontwerp niet in de weg te staan.
Bestaand / nieuwbouw
We maken een onderscheid tussen bestaande gebouwen die waterrobuust worden beschermd en waterrobuuste nieuwbouwprojecten. De waterrobuuste maatregelen variëren afhankelijk van de toepassing.
Ligging project
Effectief / mogelijk overstromingsgevoelig gebied
De watertoetskaart van het geoloket watertoets geeft een planologisch overzicht van de overstromingsgevoelige gebieden in Vlaanderen. De vergunningsverleners gebruiken deze kaart om de watertoets toe te passen. De watertoetskaart maakt een onderscheid tussen mogelijk overstromingsgevoelige gebieden (lichtblauwe kleur) en effectief overstromingsgevoelige gebieden (donkerblauwe kleur). De effectief overstromingsgevoelige gebieden worden afgebakend op basis van in kaart gebrachte recente overstromingen en berekeningen van overstromingen met een middelgrote kans op voorkomen. De kans op een overstroming is dus reëel, want er waren recent overstromingen op het perceel of er bestaat een aanzienlijke kans op wateroverlast. De mogelijk overstromingsgevoelige gebieden worden afgebakend op basis van bodemkundige en geografische kenmerken. De kans op een overstroming is kleiner. Alleen bij extreme weersomstandigheden of als waterkeringen falen, bijvoorbeeld bij dijkbreuken, kan wateroverlast ontstaan. De watertoetskaart wordt regelmatig geactualiseerd, maar blijft een momentopname. Soms zijn percelen niet aangeduid als overstromingsgevoelig gebied maar staan ze in de buurt wel als dusdanig bekend.
Per referentieproject voegen we een projectfiche met de belangrijkste gegevens toe. Architect/uitvoerder ...
Maatregelen
Naam project ...
Waterrobuuste maatregelen variëren naargelang het gaat om bestaande gebouwen of nieuwbouw.
Toepassing
Bestaand / nieuwbouw
Type
Residentieel / utilitair / ...
Ligging project
Effectief / mogelijk overstromingsgevoelig gebied
Maatregelen
Bouwen op kolommen / overstroombare kruipkelder / waterdichte kelder / terugslagkleppen / compenserend volume / ...
Opgelegde maatregelen? Ja / nee Fase 34
Ontwerpfase / aanbestedingsfase / werffase / voltooid / on hold
Bestaande gebouwen in overstromingsgevoelige gebieden worden beschermd tegen schade door overstromingen door toepassing van het wet proof of het dry proof concept. Dikwijls worden beide concepten gecombineerd. Door dry proof maatregelen zoals waterdichte schotten voor deuren en ramen, zandzakjes, terugslagkleppen op de afvoeren en het afdichten van openingen in de gevel kan men in eerste instantie voorkomen dat het water in geval van een overstroming het gebouw binnenstroomt. Om schade door binnenstromend water te beperken als de dry proof maatregelen in extreme omstandigheden ontoereikend blijken of falen, zijn preventieve wet proof maatregelen mogelijk, zoals meubilair op pootjes of voldoende hoog geplaatste technische installaties en bekabelingen. De referentieprojecten zijn 35
dry proof beschermd door waterdichte schotten en terugslagkleppen.
Opgelegde maatregelen
Nieuwbouwprojecten in Vlaanderen worden dikwijls waterrobuust beschermd door een combinatie van of een variant op de al genoemde gebouwconcepten. De nulpas van de gebouwen komt altijd op een veilige hoogte boven het maaiveld. De Vlaamse overheid (CIW) beveelt aan dat de vloer van de benedenverdieping ongeveer 30 cm hoger moet liggen dan de hoogste gekende overstromingshoogte of het gemodelleerde overstromingspeil bij een 100-jarige storm. In sommige situaties wordt 50cm opgelegd afhankelijk van beschikbare klimaatprojecties of nauwkeurigheid van het model.
Aan de hand van de watertoets gaan de vergunningverlenende overheden na of een bouwproject schade kan berokkenen aan het watersysteem. Indien schade mogelijk is, dan bekijkt de vergunningverlener hoe die kan worden voorkomen, beperkt, hersteld of gecompenseerd. Als een perceel in een overstromingsgebied wordt opgehoogd (bouwen op een terp), kan dat er bijvoorbeeld toe leiden dat aangrenzende percelen meer schade ondervinden bij een nieuwe overstroming.
In de nieuwbouw referentieprojecten worden volgende strategieën in de praktijk gebracht.
Indien er geen aanvaardbare oplossing wordt gevonden, kan een stedenbouwkundige vergunning worden geweigerd.
Bouwen op kolommen, bouwen met een waterdichte kelder, bouwen met een overstroombare kruipkelder. De strategie is doorgaans gebaseerd op esthetische, functionele of budgettaire overwegingen. Bouwen op kolommen werd het meest toegepast bij de nieuwbouw referentieprojecten. De fundering van de kolomstructuur varieert van project tot project. Op terreinen met een weinig draagkrachtige grond werden funderingspalen gebruikt. Om het gewicht te beperken, werd de bovenbouw in sommige gevallen uitgewerkt in houtskeletbouw. Andere funderingsmethoden voor kolomgebouwen zijn betonnen funderingszolen, betonnen sleuffunderingen en andere. Bouwen op kolommen is een duurzame manier om waterrobuust te bouwen, omdat er weinig kostbare ruimte voor water wordt ingenomen. In één referentieproject op kolommen werden maatregelen opgelegd om de ruimte voor water, ingenomen door de kolommen, te compenseren.
De verspreiding van de referentieprojecten in Vlaanderen:
In het kader van de watertoets moeten vergunningverlenende overheden verplicht advies inwinnen bij de waterloopbeheerder indien het project in overstromingsgevoelig gebied of in de onmiddelijke nabijheid van een geklasseerde waterloop ligt en/of indien het project gepaard gaat met de aanleg van grote stukken verharding. De vergunningverlenende overheid meldt in de waterparagraaf of er schade kan ontstaan aan het watersysteem. Indien dit het geval is, dan beschrijft ze de maatregelen die moeten worden genomen om de schade te beperken, te vermijden, te herstellen of te compenseren. De watertoets legt twee voorwaarden op voor projecten in overstromingsgevoelig gebied: bouw waterveilig en bewaar en herstel ruimte voor water.
Bouwen met een overstroombare kruipkelder is een variant op wet proof bouwen. De wanden van de kruipkelder bestaan doorgaans uit naakt metselwerk met op regelmatige afstand verluchtingsopeningen. Via die openingen en de wanden kan het overstromingswater langs de ene kant de kruipkelder instromen en er langs de andere kant weer uitstromen. De vloer van de kruipruimte kan ook onverhard blijven. Het verschil met het standaardconcept van wet proof bouwen is dat de overstroombare kruipkelder geen verblijfsruimte vormt. Bouwen met een overstroombare kruipkelder is een duurzame oplossing om waterrobuust te bouwen omdat er weinig kostbare ruimte voor water wordt ingenomen. Bouwen met een verhoogde waterdichte kelder is een dry proof methode waarbij het water gestopt wordt tegen de gebouwschil. De wanden van de kelder moeten volledig waterdicht worden afgewerkt. Een nadeel van dit concept is dat de kelder kostbare ruimte voor water inneemt. Die ruimte wordt het best ergens anders op het terrein gecompenseerd. Een aantal projecten werd gedeeltelijk opgehoogd om het binnen- en buitenniveau gelijk te maken. Bouwen op een terp moet zoveel mogelijk worden vermeden omdat kostbare ruimte voor water wordt ingenomen. Die ruimte wordt het best ergens anders op het terrein gecompenseerd. In de meeste projecten werden terugslagkleppen geplaatst op de afvoeren. 36
37
Projectfiche
Projectfiche Waar?
Waar?
De particuliere woning ligt in effectief overstromingsgevoelig gebied.
De particuliere woning ligt in effectief overstromingsgevoelig gebied.
Maatregelen?
Maatregelen?
Om de woning tegen de regelmatig terugkerende wateroverlast te beschermen, werden in alle toegangen waterschotten geplaatst en werd een terugslagklep geïnstalleerd.
Om de woning tegen de regelmatig terugkerende wateroverlast te beschermen, werden in alle toegangen waterschotten geplaatst.
Aandachtspunten? Om een woning dry proof te maken, moeten alle toegangswegen waardoor water kan binnenkomen, afgesloten worden: garage, deuren, vensters, keldergaten, verluchtingsgaten. Ook de verbinding tussen de sanitaire afvoeren en de riolering moet afgesloten worden voor het geval de riolering haar afvoercapaciteit verliest. Ook de kelder zelf moet uiteraard waterdicht bekist zijn.
Foto: ©Aggéres
Foto: ©Aggéres
Uitvoerder Aggéres Naam project Toepassing Bestaand gebouw Type Residentieel, eengezinswoning Ligging project Grimbergen (Dijlebekken), effectief overstromingsgevoelig gebied Maatregelen Waterdichte schotten - terugslagkleppen Fase Voltooid 38
Foto: ©Aggéres
Watertoetskaart
Foto: ©Aggéres
Uitvoerder
Watertoetskaart
Aggéres
Naam project Toepassing
Bestaand gebouw
Type
Residentieel, eengezinswoning
Ligging project
Grimbergen, effectief overstromingsgevoelig gebied
Maatregelen
Waterdichte schotten
Fase Voltooid 39
Projectfiche Waar? “Het project wordt gerealiseerd in mogelijk overstromingsgevoelig gebied aan de rand van Leest, een gehucht van Mechelen. Het perceel heeft een oppervlakte van 1 200 m² en maakt deel uit van een verkaveling van vijf loten. Het heeft een spits toelopende vorm die aan de voorzijde begrensd wordt door een straat en aan de achterzijde door een gracht. Achter het perceel liggen open weilanden en de Rupel. Toen de eigenaars de nog onbebouwde grond kochten, waren zij op de hoogte van de ligging in overstromingsgevoelig gebied.” Welke problemen met wateroverlast kende de omgeving? “De omgeving kreeg in het verleden te kampen met wateroverlast. Sinds de aankoop zijn er op het perceel nog geen problemen geweest.” Een kleine aanvulling hierbij op basis van informatie uit de stedenbouwkundige vergunning: ‘bij de wateroverlast van november 2010 en januari 2011 zijn de garages en de lager gelegen gedeeltes van bepaalde woningen in de omgeving onder water gelopen’. Zijn er nog waterrobuuste gebouwen in de omgeving? Woning Vaes-den Aantrekker, B-bis architecten, Foto ©B-bis architecten
“Nee, in de buurt zijn er zelfs geen opgehoogde terreinen, ondanks de problemen met wateroverlast in het verleden.” Welke waterbestendige maatregelen legde de gemeente op? “Voor de gemeente was een ophoping op het maaiveld niet aanvaardbaar. De woning moest gefundeerd worden op een paalfundering. Wat het niveau van de nulpas van de woning betreft, waren er geen voorwaarden.” Wat is het concept?
Woning Vaes-den Aantrekker, B-bis architecten, Beeld en foto midden ©B-bis architecten, foto rechts ©Kristof Vaes
Architect B-bis architecten Naam project Woning Vaes-den Aantrekker Toepassing Nieuwbouw Type Residentieel, eengezinswoning Ligging project Mechelen (Leest), mogelijk (natuurlijk) overstromingsgevoelig gebied Maatregelen Bouwen op kolommen (paalfundering + betonnen kolommen) Opgelegde maatregelen? Ja Fase Werffase 40
“Gezien de overstromingsproblematiek kwamen we in de ontwerpfase vrij snel tot een woning die verdiepinghoog op palen rust. Zo konden we een antwoord bieden op het overstromingsrisico en een fantastisch uitzicht op de omgeving creëren. We hebben het maaiveld onder de woning doorgetrokken zodat daar geen donkere, onbenutte ruimte ontstaat. Hoe die ruimte functioneel zal worden ingevuld, zal de toekomst uitwijzen: parkeerplek voor een auto of voor fietsen, een overdekte speelruimte, een overdekt terras, …” Welke moeilijkheden hebben jullie ondervonden? “De aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning verliep erg moeizaam. Aanvankelijk stootten we op een ‘njet’, onder andere op basis van de watertoets en het advies van de waterloopbeheerder. Die laatste stelde: ‘bouwen in overstromingsgevoelig gebied houdt ernstige risico’s in op wateroverlast voor de woning in kwestie en heeft bovendien mogelijke negatieve impact voor de omliggende woningen gezien het waterbergend vermogen afneemt’. Boven-
dien moesten we een afwijking van de verkavelingsvoorschriften vragen omdat de kroonlijsthoogte te hoog was.” “De bouwheer is in beroep gegaan tegen de weigering omdat het dossier een voortraject had bij de dienst ruimtelijke ordening. Ze was immers net op palen geplaatst om een mogelijke overstroming op het terrein op te vangen. De bouwheer was bovendien bereid om de plannen zo te laten aanpassen dat er geen enkele bewoonbare oppervlakte of berging onder het straatniveau zou zitten.” “Uiteindelijk werd een gunstig bouwadvies verleend op voorwaarde dat de zone onder de woning alleen op eigen risico als garage gebruikt wordt. Bij de herziening werd onder andere rekening gehouden met het feit dat er tegenover de woning een overstromingsgebied met dijk zou worden gebouwd, die gebruikt zal worden als berging voor water met de bestemming natuurgebied met recreatie. In de winter wordt de waterberging een ijspiste. De stedenbouwkundige vergunning bekomen, had dus heel wat voeten in de aarde.” Hoe zit de structuur van de woning in elkaar? “De woning rust op een fundering van 14 palen. Op de paalkoppen wordt een tafelstructuur gerealiseerd. Boven het maaiveld gaat de paalfundering over in vierkante betonnen kolommen, waarop een betonnen vloerplaat is gestort. De afstand tussen de kolommen is bewust beperkt gehouden, zodat de betonnen structuur slank kon blijven.” “De bovenbouw, de eigenlijke woning dus, is opgebouwd in traditionele massiefbouw met een gevelafwerking in orde baksteen. Het gaat om een bungalow met dus slechts een niveau en een footprint van 144 m². Aan de tafelstructuur is een zwevend terras bevestigd. Het hellende vlinderdak heeft een houten dakstructuur.”
Snede PAALWONING IN LEEST Vaes - den Aantrekker SNEDE AA’
“Kostenefficiëntie was een belangrijk gegeven bij dit project. In de ontwerpfase hebben we verschillende constructiewijzen onderzocht. De huidige structuur bleek de goedkoopste oplossing, interessanter dan eenzelfde structuur in staal.” Hoe wordt de woning ontsloten?
Noordgevel
“Via een loopbrug die zowel de verbinding legt naar het voetpad als naar de tuin. Aanvankelijk hadden we onder de tafel een trap gepland, maar die is geschrapt om de kostprijs te drukken.” Hoe is het rioleringsplan opgebouwd? “Alle afvoeren lopen via een van de betonkolommen naar beneden. Overtollig hemelwater wordt geloosd in de Leiegracht achteraan het perceel. Afvalwater wordt opgepompt naar de openbare riolering aan de straat.”
PAALWONING IN LEEST Vaes - den Aantrekker NOORDGEVEL
Liggingsplan
Watertoetskaart
41
Projectfiche Waar? “Het perceel ligt in Etikhove, Oudenaarde en kijkt uit over de Scheldevallei. Het was voordien volledig onbebouwd weiland.” Was u van bij het begin op de hoogte van de ligging in overstromingsgevoelig gebied? “De bouwheer was daarvan op de hoogte en heeft ons meteen ingelicht. Zij woonden voorheen al in de straat en kenden de buurt dus goed.” Zijn de gebouwen in de buurt ook waterrobuust gebouwd?
Woning M, CAAN Architecten, Foto: ©Cafeine
Hoe wordt de woning ontsloten?
“Voor zover wij weten niet. Op het belendende perceel werd nagenoeg simultaan ook een nieuwbouw opgetrokken. De buren kozen er voor om op de klassieke wijze te bouwen.”
“Door een betonnen helling die is afgewerkt met siergrind.“ “Achteraan hebben we een pier ontworpen, een terras dat boven de tuin zweeft en dat vanuit de leefruimtes toegankelijk is via schuifdeuren. De uitvoering daarvan moet nog gebeuren.”
Hebt u in het concept meteen rekening gehouden met de ligging in overstromingsgebied?
Hoe is de riolering opgebouwd?
“Ja. Wij hebben gekozen voor een woning op pootjes. Het terrein ophogen was geen alternatief. Het zou het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning bemoeilijkt hebben. Bovendien wilden de bouwheren en wij het waterprobleem niet afwentelen op andere, lager gelegen terreinen, maar concreet op zoek gaan naar oplossingen binnen het ontwerp.” “Door de woning op poten te zetten, werd het risico op wateroverlast beperkt en kon het uitzicht op de Scheldevallei optimaal worden uitgespeeld. De bouwheer ging meteen mee in het concept.” “De woning zelf is opgevat als een compact, monolithisch volume. Gevel en dak zijn afgewerkt met dezelfde leien, waardoor het gebouw een geheel vormt en de woning als een volume wordt ervaren. Het natuurgrijze aspect van de leien resulteert niet in een industriële look, maar levert een lichte constructie op en geeft het gebouw een zekere zachtheid die het natuurlijke karakter van de omgeving reflecteert.” Legde de gemeente speciale maatregelen op?
Woning M, CAAN Architecten, Foto: ©Cafeine
“Neen, maar er waren wel verkavelingsvoorschriften die onder andere een hellend dak voorschreven.”
Architect CAAN Architecten Naam project Woning M Toepassing Nieuwbouw Type Residentieel, eengezinswoning Ligging project Etikhove (Oudenaarde), mogelijk overstromingsgevoelig gebied Maatregelen Bouwen op kolommen (paalfundering + stalen kolommen) Opgelegde maatregelen? Nee Fase Voltooid (2008)
Waren er problemen, moeilijkheden of vertragingen, bijvoorbeeld door de watertoets?
42
vangt een stijve koker de laterale bewegingen van het gebouw op. Die koker omvat ondergronds een kelder en bovengronds twee wanden en een betonnen trap. Verder hebben we vloerplaten in ter plaatse gestort beton en predallen met een druklaag gebruikt.” “Om het gewicht te beperken, is de rest van het gebouw uitgevoerd in houtskeletbouw.” “Het dak en de gevel zijn afgewerkt met dezelfde ruitleien.” “De glooiende oprit heeft zijkanten in beton en een bestrating in siergrind.” “Dankzij de beperkte structuur en het compacte volume gaat het om een betaalbaar project.”
“Nee, de opmaak van het dossier en de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning zijn vlot verlopen.” Hoe is de constructie opgebouwd? “De ligging in overstromingsgevoelig gebied betekende ook dat de draagkracht van de grond beperkt is, zodat we twee problemen moesten oplossen.” “Het gebouw heeft een paalfundering die doorloopt in I-vormige stalen kolommen. Centraal
Snede
“Het terrein ligt lager dan het straatniveau, zodat een gravitaire afvoer naar de openbare riolering niet evident was. Om dat toch mogelijk te maken, hebben we alle afvoerleidingen opgehangen aan de vloerplaat en de regenwaterput en septische put ondergebracht in de helling van de woning.” Is er specifiek aandacht besteed aan energiezuinigheid? “Neen, de woning voldoet aan de toen geldende energie-eisen. Er zijn geen specifieke technische installaties.” Hoe hoog zit de nulpas boven het maaiveld?
Detail
Zijgevel
Liggingsplan
Watertoetskaart
“Het gebouw staat ongeveer een meter boven het straatniveau.” Zijn er achteraf problemen geweest met wateroverlast? “Voor zover wij weten niet. Onder het huis blijft af en toe water staan, maar dat is eerder te wijten aan oppervlaktewater dat onvoldoende afstroomt.” Hebt u nog projecten gerealiseerd in overstromingsgevoelig gebied? “In Maarkedal (Oudenaarde) hebben wij een woning gerealiseerd in effectief overstromingsgevoelig gebied. Daar hadden we in ons eerste ontwerp het gebouw verdiepinghoog op palen boven het maaiveld gezet, waardoor de leefruimtes een spectaculair uitzicht op de Maarkedalvallei zouden bieden. Maar de bouwheer zag dat concept niet zitten omdat hij een meer directe relatie met het maaiveld wou. In ons definitieve ontwerp volgt het gebouw trapsgewijs de helling van het perceel, zodat het laagste punt van de woning rechtstreeks aansluit bij het maaiveld. De woning zelf werd buiten het effectief overstromingsgevoelig gebied ingeplant.”
43
Projectfiche Was u op de hoogte van de ligging in overstromingsgevoelig gebied?
Hoe zit de riolering in elkaar?
“Wij hadden al vroeger contact met de bouwheren die perceel 1 hebben gekocht. Voor de aankoop hebben wij contact opgenomen met de dienst stedenbouw en zijn wij op de hoogte gebracht van de ligging in effectief overstromingsgevoelig gebied. De bouwheer was voor de aankoop van het perceel eveneens op de hoogte hiervan, alsook van de te nemen maatregelen. De bouwheren van perceel 2 zijn via de bouwheren van perceel 1 bij ons terecht gekomen. Ook zij waren voor de aankoop van het betreffende perceel dus op de hoogte van de te nemen maatregelen.”
“Alle afvoerleidingen lopen maximaal over de vloerplaat van het gelijkvloerse niveau. Het aantal openingen doorheen de betonplaat hebben we zoveel mogelijk beperkt met het oog op mogelijke vriesschade. Er komen een doorvoer DWA, een doorvoer FE en een doorvoer RWA. Het rioleringsplan moet vermoedelijk nog herbekeken worden, aangezien de openbare riolering heel ondiep zit. We wachten daarvoor nog op meer informatie van de gemeente.”
Welke maatregelen legde de gemeente op?
Woning baksteen op perceel 1, denc!-studio, Beeld: ©denc!-studio
Woning hout op perceel 2, denc!-studio, Beeld: ©denc!-studio
Wanneer worden de woningen opgeleverd? “De voorlopige oplevering is gepland voor het najaar van 2015. Momenteel is het project in aanbestedingsfase. De werf wordt opgestart in de zomer van 2014.”
“De gemeente legde twee maatregelen op. De nulpas van de woningen moest 30 cm boven het hoogst gekende overstromingsniveau komen. Het niveau van de weg ligt op niveau TAW 6,60m. De hoogst gekende waterstand is TAW 7,40m. De nulpas van de woningen is bijgevolg op TAW 7,70m vastgelegd. De afgewerkte vloerpas van de woningen ligt daardoor circa 1,10 m boven het maaiveld. Een tweede voorwaarde was dat we moesten bouwen met een overstroombare kelder of op kolommen. Wij hebben gekozen om beide woningen op kolommen te plaatsen.” Wat is het concept? “De woningen zijn ontworpen als twee verschillende entiteiten. Ze rusten allebei op stalen kolommen, maar krijgen een verschillende afwerking. De ene krijgt een afwerking in beton en hout, de andere een bakstenen façade.” Hoe zit de structuur van de woningen in elkaar?
Woning baksteen op perceel 1, denc!-studio, Beeld: ©denc!-studio
Architect denc!-studio bvba Naam project Toepassing Nieuwbouw Type Residentieel, 2 vrijstaande eengezinswoningen Ligging project Drongen (Gent), effectief overstromingsgevoelig gebied Maatregelen Bouwen op kolommen (betonnen funderingszolen + stalen kolommen) - terugslagkleppen Opgelegde maatregelen? Ja Fase Aanbesteding - start werf is voorzien in zomer 2014 44
Woning hout op perceel 2, denc!-studio, Beeld: ©denc!-studio
Waar? “Het project ligt in effectief overstromingsgevoelig gebied in Drongen, Gent. De omgeving staat gekend onder de naam de Assels.” De Assels is gelegen ten oosten van het centrum van Drongen. Het gebied bestaat uit een soort eiland, gevormd door twee Leie-armen en de Ringvaart van de stad Gent. Ongeveer de helft van de Assels is grotendeels natuurlijk gebleven en bestaat uit meersen. Verder zijn er enkele woonkernen. Van zuid naar noord loopt doorheen het gebied een oude Leie-arm. “Het project betreft de bouw van twee vrijstaande eengezinswoningen op twee verschillende percelen, in opdracht van twee verschillende bouwheren. De achterzijde van de percelen grenst aan de oude Leie-arm.”
“Het funderingsprincipe bestaat uit een aantal betonnen funderingszolen met afmetingen 1,30 op 1,30 m, die in grond zitten. In die funderingszolen zitten de stalen kolommen ingewerkt die met elkaar zijn verbonden door middel van stalen liggers. De gewelven liggen erop en erin. De structuur van de bovenbouw bestaat bij beide woningen uit massief traditioneel metselwerk.” Hoe zijn de woningen ontsloten?
Fundering woning baksteen op perceel 1
“De ontsluiting gebeurt via trappen.” Hebben jullie moeilijkheden ondervonden? “Wij waren van in het begin op de hoogte van de ligging van het project in effectief overstromingsgevoelig gebied. Daarmee hebben we van de beginfase rekening gehouden, zodat wij geen problemen hebben ondervonden.” Welke technieken zijn er? “De woningen worden uitgerust met een warmtepomp, hetzij lucht-water, hetzij via een geothermische boring. Beide woningen hebben een E-peil onder E50.”
Gevels woning baksteen op perceel 1
Watertoetskaart 45
Projectfiche Waar? “Het project ligt op een perceel van 11 000 m² in Wortegem-Petegem, dat licht afhelt naar achter en op de watertoetskaart gedeeltelijk is ingekleurd als mogelijk overstromingsgevoelig gebied. De omgeving is zeer landelijk. De overkant van de straat is landbouwgebied. Tussen het perceel en de buurman loopt een doorgang voor tractoren. Aan beide zijden van de straat ligt een gracht.” “Toen de bouwheer het terrein enkele jaren geleden kocht, stond er een oude hoeve op die in de loop der jaren meermaals onder water was gelopen. Gezien de slechte bouwfysische staat en de risico’s op blijvende wateroverlast, werd besloten de oude constructie af te breken en een nieuwe waterbestendige woning te bouwen.” Waaraan is de wateroverlast op het terrein te wijten?
Woning H te WP, DnA architecten ingenieurs, Foto ©Tim Van de Velde
Woning H te WP, DnA architecten ingenieurs, Foto links: perceel met oude hoeve, Foto midden, werffoto van de overstroombare kruipkelder, Foto links en midden: ©DnA architecten , Foto rechts ©Tim Van de Velde
Architect DnA architecten ingenieurs Naam project Woning H te WP Toepassing Nieuwbouw Type Residentieel, eengezinswoning Ligging project Wortegem-Petegem, deels in mogelijk overstromingsgevoelig gebied Maatregelen Overstroombare kruipkelder (sleuffundering + kruipkelder) terugslagkleppen Opgelegde maatregelen? Nee Fase Voltooid (2007) 46
“De oorzaak van de wateroverlast op het perceel is dubbel. De voorbije jaren werden heel wat percelen in de omgeving opgehoogd. Daardoor ligt de nulpas van de oorspronkelijke bebouwing circa 50-60 cm lager dan de nulpas van de nieuwbouwconstructies en ondervinden de lager gelegen percelen en bebouwing overlast van hemelwater dat afvloeit van de hoger gelegen terreinen.” “De huidige woning stond kort na de verhuizing met de sokkel in de modder ten gevolge van een modderstroom van hoger af. Aan de overzijde van de straat ligt een groot veld dat schuin afhelt naar de straat. Als de boer het veld in de verkeerde richting ploegt, ontstaat een risico op wateroverlast. Bij een hevige regenbui neemt het water dat van het veld afvloeit aarde mee. Op het ogenblik dat de grachten langs de straat het hemelwater niet meer kunnen slikken, loopt het perceel van de bouwheer onder.” “De bouwheer was bij de aankoop van het perceel op de hoogte van de problemen met water, maar wist ook dat de gemeente grote inspanningen leverde om de grachten vrij te krijgen. Sinds die ene modderstroom is er geen wateroverlast meer geweest.” Legde de gemeente voorwaarden op? “Het perceel is slechts gedeeltelijk ingekleurd als mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Hoewel alle huizen in de straat al te kampen hadden met wateroverlast, eiste de gemeente geen compenserende maatregelen. De waterbestendige ingrepen die wij hebben genomen, zijn gebaseerd op kennis van de situatie en op gezond verstand.” Welke maatregelen hebt u genomen? “Van bij de aanvang stelde de bouwheer duidelijk dat een terreinophoging voor hem geen optie was. Hij had daarvoor twee redenen. Een: hij wou de overstromingsproblematiek niet verleggen naar lager gelegen terrein door zijn eigen terrein op te hogen, hoewel enkele omwonenden dat wel hebben gedaan. Twee: hij wou het maaiveld op de oorspronkelijk pas houden omwille van de waardevolle vegetatie op het perceel. Uiteindelijk hebben we in overleg besloten om de
woning verhoogd te bouwen op een overstroombare kruipruimte. Zo krijg je vanuit het huis het aangename effect dat je een beetje boven het maaiveld zit.” “De nulpas van de woning ligt ongeveer een meter boven het maaiveld. Het straatniveau ligt ten opzichte van de nulpas van de woning op -22cm. De woning ligt dus lager dan de straat. Op de afvoeren hebben wij de nodige terugslagkleppen geplaatst en achteraan de woning hebben wij een grote zwemvijver laten aanleggen.” Hoe zit de structuur in elkaar? “De woning is gefundeerd op een overstroombare kruipkelder met niet-waterdicht afgewerkte wanden, waarin op regelmatige afstand verluchtingsopeningen zitten. Eventueel overstromingswater kan daardoor langs de ene kant de kruipkelder instromen en er langs de andere kant weer uitstromen. Voor de rest gaat het om een traditionele massiefbouw met een façade in geelbruine parementsteen. De buitenzijde van de kruipkelder is uitgevoerd in zichtbeton.”
Snede
Hoe zit het rioleringsplan in elkaar? “Het zwart en grijs water zijn aangesloten op een IBA, een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater. Het hemelwater is aangesloten op een hemelwaterput. De overloop van de hemelwaterput loopt naar een open gracht. Op de afvoeren zitten de nodige terugslagkleppen.” Wanneer werd het project opgeleverd? “Het dossier voor de bouw van de woning is opgestart in 2005. De bouwaanvraag werd in december 2005 uitgereikt en in 2007 vond de voorlopige oplevering plaats.” Hebt u nog projecten gerealiseerd in overstromingsgevoelig gebied? “Ja. In Avelgem hebben wij een woning gerealiseerd in overstromingsgevoelig gebied. Tijdens de opmaak van het dossier werd het perceel getroffen door een overstroming ten gevolge van een wolkbreuk. Wij hebben toen het niveau van de nulpas van de woning 35 cm verhoogd. De onderzijde van de betonplaat van het gelijkvloerse niveau zit daarmee net boven het niveau van het water bij de wolkbreuk.” “In Oostakker hebben wij een woning gerealiseerd in een straat die kampt met wateroverlast ten gevolge van een hoge grondwaterstand. Onder die woning zit een waterdichte kelder. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de inplanting van de verluchtingsopeningen, om indringend water te voorkomen. Wij hebben die niet in de muren van de kelder gestoken, maar gekozen voor een verluchtingsbuis doorheen het plafond van de kelder en de muren van de gelijkvloerse verdieping, die boven het plafond van het gelijkvloerse niveau op een waterveilig niveau uitkomt.” “Bij de inplanting van een woning in overstromingsgevoelig of waterziek gebied vertrekken wij in eerste instantie vanuit het gezond verstand: hoe houd je de voeten droog. Dat doen we ook als de gemeente minder strenge voorwaarden oplegt dan we zelf geschikt vinden.”
Plattegrond
Liggingsplan
Watertoetskaart 47
Projectfiche Waar? “Het gebouw dat dienst doet als woning en architectenkantoor, ligt in effectief overstromingsgevoelig gebied te Aalst.” Was u op de hoogte van de mogelijke risico’s op wateroverlast bij aankoop van het perceel? “Ik ben zelf afkomstig uit de onmiddellijke omgeving en wist dat er verderop in de straat af en toe problemen met wateroverlast waren. De laag gelegen omgeving bevindt zich in de nabijheid van een beek. De aankoop gebeurde eerder toevallig: de buren verkochten een deel van hun eigendom.” Legde de gemeente maatregelen op? “Neen. De omgeving stond weliswaar gekend als een gebied waar men de nodige omzichtigheid aan de dag moest leggen, maar was nog niet ingekleurd als overstromingsgevoelig gebied.” Welke waterrobuuste maatregelen hebt u genomen?
Woning en architectenbureau, Pascal Francois, Foto: ©Grazia Ike Branco en Bieke Claessens
“De buurman van wie ik het stuk grond kocht, woonde er al heel zijn leven. Hoewel er in het verleden problemen met wateroverlast waren, had hij zelf nog nooit water in zijn woning gehad. We hebben daarom dezelfde nulpas genomen als bij hem. De woning is gefundeerd op een overstroombare kruipruimte en de nulpas ligt ongeveer een meter boven het straatniveau.” “Een deel van het perceel is opgehoogd waar tuin en leefruimtes aan elkaar grenzen, zodat binnen en buiten een doorlopend geheel vormen. Aan de voordeur hebben we dat niet gedaan, waardoor de wand van de kruipkelder daar over circa een meter hoogte zichtbaar is.”
“Een tijdje geleden stond onze verzekeringsmaatschappij aan de deur met de mededeling dat onze woning in risicogebied voor overstromingen ligt. Wij hebben toen gereageerd dat we nog nooit schade hebben ondervonden. De verzekeringsmaatschappij had bovendien geen rekening gehouden met de investeringen die Aquafin de laatste jaren had gedaan, onder andere in de aanleg van een grote rioleringscollector in de straat. Uiteindelijk is onze makelaar tussenbeide gekomen.” Hoe is het gebouw ontsloten? “Aan de voorzijde via een langzame helling. Aan de achterzijde bevinden binnen en buiten zich op hetzelfde niveau.” Hoe is de woning opgebouwd?
Snedes
“De woning is gefundeerd op stroken. Tussen de vloerplaat en de fundering bevindt zich de overstroombare kruipkelder die 1,30 meter diep is. Je kunt er gebukt rondlopen. Het ondergronds metselwerk is aan de binnenzijde onbehandeld gebleven. In de kruipkelder is een vloer in zuiverheidsbeton gestort. De afvoerleidingen zijn bevestigd aan de vloerplaat van de gelijkvloerse verdieping.” “Constructief is de woning een traditionele massiefbouw met een gevelafwerking in rode parementsteen.” Hoe werkt de riolering? “Het RWA-tracé is aangesloten op een hemelwaterput. Een buffering is er niet. In Aalst zijn het hoofdzakelijk kleigronden, dus infiltratie werkt hier niet.” “Er zijn geen terugslagkleppen op de afvoerleidingen. Omdat de woning een meter boven straatniveau is gebouwd, konden de afvoeren gravitair verlopen.”
Grondplan
Wanneer werd de woning opgeleverd? “In 1999.” Woning en architectenbureau, Pascal Francois, Foto’s: ©Grazia Ike Branco en Bieke Claessens
Architect Pascal Francois Architects Naam project Eigen woning en kantoor Toepassing Nieuwbouw Type Residentieel en utilitair, eengezinswoning en architectenbureau Ligging project Aalst, effectief overstromingsgevoelig gebied Maatregelen Overstroombare kruipkelder - gedeeltelijke ophoging Opgelegde maatregelen? Nee Fase Voltooid (1999) 48
Hebt u sindsdien problemen van wateroverlast gekend? “We zijn in 1999 verhuisd. Achter de tuin loopt een beek die Aquafin gebruikt als back-up wanneer de Molenbeek verzadigd geraakt en het hemelwater niet meer kan slikken. Eind 1999 hadden we wateroverlast doordat een boer de beek had afgedamd om zijn dieren drinkwater te kunnen geven. Daardoor fungeerde de overstort niet meer en kwam het terrein blank te staan. Achteraan de tuin had zich een echt meer gevormd. Ter hoogte van de niet opgehoogde delen aan de woning ontstond een snel stromend riviertje dat het water naar de straat loodste, waar een paar centimeter water stond. Verder hebben we geen wateroverlast gehad. Als het gedurende een paar weken regent, staat er een paar centimeter water in de kruipruimte, maar dat komt eerder van onderuit.”
Liggingsplan
Watertoetskaart 49
Projectfiche Hoe wordt de woning ontsloten?
175
700 785
5 150
145
160
75
12.053 SA02
625 550 75 85
160
T
WOLTERSLAAN 76
75 160
25
360
25
360
25
185
25
255
25 25
25
175 70
25
360
25 360 30
100
448
185
255 1200
423
foto 4
442
440
1800
30
360
90
nr. 5
nr. 3 GANG
900
oprit waterdoorlatende SLAAPKAMER 2 verharding grind opp. 13,77m²
357
1440
A
1440
1319
110
126
395
1295
A
opp. 11,42m²
A
1800
570
101
337
trap in beton 282
423
119
235
1365
30
A
700 135
SLAAPKAMER 3
65
237 opp. 17,53m²
180 30
100
101
120
30
30
93
60
770 119
235
wit grind op grindstabilisatie
+290
307
hemelwaterpomp
1 ld
bee
±255
500
WASPLAATS
5
±975
120
as van de weg
to 360
eld
2
verharding perceelsgrens tot straat volgens voorschriften gemeente
1
107 124
be
50
opp. 17,53m²
INPLANTING - 1/250opp. 4,09m²
opp. 17,81m²
SLAAPKAMER 3
211
WC
70
366
70
235 hwa
hwa
75
32
34
142
hwa
gras
503
opp. 4,14m²
+310
KEUKEN
107
BADKAMER verlaagd plafond
opp. 1,46m²
dwa
101
1370 tuinmuur
135 ventilatie unit
trede
307
333
137 koker
141
55
positie leidingen is schematisch standleidingen te plaatsen tegen kolom
hwa
770
fo
165 fwa
235
90
HAL opp. 4,55m²
110
VERDIEPING
400
70
395
CV
357
198
75
eg tew hwa
en
me
ge 670
282 366
307
opp. 2,37m²
70
tellers
360
110
000
BERGING
90
120
grastegels
126
120
75
307
verlaagd plafond 30
451
opp. 4,14m² 102
opp. 4,09m²
950
BADKAMER
trede
+310 WASPLAATS
141
KEUKEN
±4000
245
ventilatie unit
451
137 koker
503
drijvende aanzuigleiding
enkele verzamelput Ø31,5 met reukafsnijder aan de rooilijn
AANSLUITEN OP HET OPENBARE RIOLERINGSSTELSEL VOLGENS DE VOORSCHRIFTEN VAN DE PLAATSELIJKE TECHNISCHE DIENST
FUNDERING & RIOLERING Alle funderingen tot op draagkrachtige grond en vorstvrije diepte
LEGENDE HEMELWATER / VERHARDINGEN
230 900
dwa - droog weer afvoer
GELIJKVLOERS
hwa - hemelwater
Watertoetskaart 670
770
Plan op basis van de metingen dd. 28/01/2013 van beëdigd landmeter-expert Kris Audenaert, Cijnsakkerweg 8, 9080 Lochristi, 09 367 08 10,
[email protected]
VERDIEPING
Grenzen met VEN-gebied en grenzen van het parkgebied zijn op basis van digitaal gewestplan schaal 1:17500 en digitale kaart met VEN-gebieden schaal 1:17500 van het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen en vormen geen referentie v
fwa - fecaal water
dakoppervlakte aangesloten op hemelwaterput horizontale dakoppervlakte : dakoppervlakte : aangesloten dakoppervlakte :
111 m² 111 m²
inhoud hemelwaterput : 10.000 liter afwatering terras op natuurlijke wijze naar tuin inhoud infiltratievoorziening : 1.140 liter
51
Funderingen uit te voeren volgens studie ingenieur stabiliteit en volgens resultaten grondsondering Alle leidingen in dikwandig PVC, Benor gekeurd - helling en dimensionering volgens studie technieken
aftappunten hemelwater
elling ter plaatse.
. 18
2 toiletten, 1 dubbeldienstkraan en 1 wasmachine
beeld 3
T
Liggingsplan
10
aftappunten hemelwater 2 toiletten, 1 dubbeldienstkraan en 1 wasmachine
beeld 1
100 340
395 357 25
60
+290
LIGGING - 1/20.000
ondergrondse leidingen Ø125 / helling 1% slagvast PVC / BENOR gekeurd
466
90 883
337
300
1365
1295
1440
120
met cycloonfilter en rustige toevoer
Funderingen uit te voeren volgens studie ingenieur stabiliteit en volgens resultaten grondsondering Alle leidingen in dikwandig PVC, Benor gekeurd - helling en dimensionering volgens studie technieken
1319
30
overloop met sifon en terugslagklep
GELIJKVLOERS
inhoud infiltratievoorziening : 1.140 liter
5
30 1800
30 90 34 900
opp. 55,82m²
100
met mangat 60x60cm en gietijzeren deksel met belastingsklasse volgens EN124-B125=125kN
32
90 75 425
10
dwa
leiding tegen vloerplaat Ø110 / helling 1% / PE
165 230
142
366
hemelwaterput 10.000 liter
107
110
WC
opp. 1,46m²
230
TUIN
90
111 m² 111 m²
inhoud hemelwaterput : 10.000 liter afwatering terras op natuurlijke wijze naar tuin
124
be
KAART 'GEBIEDEN VAN HET VEN' scheiding tussen VEN-gebied en NIET VEN-gebied
2
horizontale dakoppervlakte : dakoppervlakte : aangesloten dakoppervlakte :
55
opp. 13,77m²
WOONKAMER 245
HELLING
101
opp. 17,81m² 107
opp. 16,08m²
180 30
standleiding
211 PE aanzuigleiding
WEILAND SLAAPKAMER 1
GEWESTPLAN scheiding tussen woongebied met landelijk karakter en parkgebied
to
dakoppervlakte aangesloten op hemelwaterput
afleiding naar infiltratievoorziening
237
395
HAL opp. 4,55m²
dwa
opp. 12,73m²
A
SLAAPKAMER 2
GANG opp. 11,42m² 100
75
fwa - fecaal water
A
230
hwa - hemelwater
OMGEVING - 1/1000
dwa - droog weer afvoer
395
NR. 1 357
333
90
ondergrondse leidingen Ø125 / helling 1% / slagvast PVC / BENOR gekeurd
NR. 3 tellers
198
NR. 7
opp. 2,37m²
standpunt perspectief
75
883
25 leiding tegen vloerplaat Ø110 / helling 1% / PE
1200
NR. 5
BERGING
foto
340 300
425
leiding tegen vloerplaat Ø110 / helling 1% / PE
hwa
LEGENDE HEMELWATER / VERHARDINGEN
AANSLUITEN OP HET OPENBARE RIOLERINGSSTELSEL VOLGENS DE VOORSCHRIFTEN VAN DE PLAATSELIJKE TECHNISCHE DIENST
425
ondergrondse leidingen Ø125 / helling 1% / slagvast PVC / BENOR gekeurd
425 425
dwa
FUNDERING & RIOLERING
65
000
CV
fwa
Alle funderingen tot op draagkrachtige grond en vorstvrije diepte
93
120
positie leidingen is schematisch standleidingen te plaatsen tegen kolom
enkele verzamelput Ø31,5 met reukafsnijder aan de rooilijn
30
fotostandpunt
beeld 1
fo
landmeter-expert Kris Audenaert, Cijnsakkerweg 8, 9080 Lochristi, 09 367 08 10,
[email protected]
ondergrondse leidingen Ø125 / helling 1% slagvast PVC / BENOR gekeurd
A
standleiding
hemelwaterpomp
VEN-GEBIED
BADKAMER / DRESSING
foto 1
4
infiltratievoorziening type Wavin Azura 1.140 liter (6x190 liter) bestand tegen hoge verticale druk >40ton/m²
trap in beton
102
366
eld
drijvende aanzuigleiding
657 70
be
dwa
PE
A
opp. 55,82m²
/
overloop met sifon en terugslagklep
met cycloonfilter en rustige toevoer
366
WOONKAMER
1%
met mangat 60x60cm en gietijzeren deksel met belastingsklasse volgens EN124-B125=125kN
HELLING
standleiding
PE aanzuigleiding
ng lli he
hemelwaterput 10.000 liter
70
442
440
70
466
395
425 leiding tegen vloerplaat Ø110 / helling 1% / PE
/
afleiding naar infiltratievoorziening
222
haag
loofboom
100
0
11
standleiding
dwa
an de brug over de Gavergracht
gebouwen bouwvrij onderhoud havergracht
openbare verlichting
Ø
/01/2013 van dhr. Guido De Rycke, Deskundige technisch ingenieur, Dienst Veiligheid, Stadsbestuur Geraardsbergen, Weverijstraat 20, 9500 Geraardsbergen, 054 43 44 22,
[email protected]
gebouwen omgeving 70
noodoverloop naar gracht
at
grens gewestplan grens VEN-gebied 700
20
hwa
boordsteen wegenis
la
1800
75
bovenliggende constructie
cementering op EPS-isolatie
rp
360
100
oe
-160
opp. 16,08m²
657
vl
1440
grens verharding gracht
SLAAPKAMER 1 625
n ge
-173
10
hwa 12,73m² opp.
te
950
120
6
infiltratievoorziening type Wavin Azura 1.140 liter (6x190 liter) bestand tegen hoge verticale druk >40ton/m²
g
-183 -184
70
hoogst gekende overstromingspeil (2010) -120 -123 -141
425
dwa
in id le
000
PE
-183
ACHTERGEV
foto
hwa
/
625 -30
1%
+290
Reliëf blijft nagenoeg ongewijzigd
4
perceelsgrens
BADKAMER / DRESSING
ng
+625
Hoogst gekende overstromingspeil = 160
Hoogtepeilen op basis van de metingen d
draadafsluiting max. 2 m lli
1
TERREINPROFIEL -
Hoogst gekende overstromingspeil op ba
he
schuivend
-
-170
verharding grind
/
2270
366
TERRAS opp. 17,72m²
0
1370
-1752
LEGENDE
657 70
11
verzamelputje
222
100
Ø
240
hwa
70
noodoverloop naar gracht
at
perceelsgrens volgens PV 16/4/1991 rooilijn volgens KB 22/02/1950
20
schuivend
ri
-146
5
la
1
625
657
rp
vend
hwa
10
cementering op EPS-isolatie oe
50
120 425
vl
“De kolommen, de trap en de tuinmuur nemen ruimte voor water in, die moet gecompenseerd worden. De funderingsbalken zitten 80-90 centimeter diep onder het maaiveld. Door de ruimte tussen de funderingsbalken niet meer aan te vullen met grond, houden we die vrij voor water. De zone tussen de funderingsbalken kunnen we afschermen met gaas.”
2
5
685
75
TERRAS opp. 17,72m²
n
Welke ruimte moet u compenseren?
2
ACHTERGEVEL
ZIJGEVEL RECHTS
ACHTERAANZICHT
2
3
1
3
9000 GENT
5
ge te
“De woning is gefundeerd op palen die met elkaar verbonden zijn door funderingsbalken. Boven het maaiveld gaan de palen over in acht kolommen in geprefabriceerd beton, die de woning dragen. De wanden bestaan uit prefab betonnen panelen met PIR isolatie tussen twee betonplaten. Dankzij die geprefabriceerde wanden zal de constructietijd beperkt blijven.”
625
2
gsm 0476 68 31 09
[email protected]
2
550
1
540
hwa dwa
g
Architect Tanghe Desoete Architecten Naam project Woning Michiels-Stes Toepassing Nieuwbouw Type Residentieel, eengezinswoning Ligging project Geraardsbergen, effectief overstromingsgevoelig gebied Maatregelen Bouwen op kolommen (paalfundering - funderingsbalken + betonnen kolommen) – terugslagkleppen - compenserend volume Opgelegde maatregelen? Ja Fase Stedenbouwkundige vergunningsaanvraag is ingediend project on hold
Hoe is de constructie opgebouwd?
VOORGEVEL TUINMUUR 1 2
2
75
in id le
Woning Michiels-Stes, Tanghe Desoete Architecten, Foto en beelden: ©architect Kurt Desoete
350 625 85 275
75
ZIJGEVEL LINKS
25
Snede en zijgevel
beeld 4
448
beeld 2
Wat is het concept? “We zijn meteen uitgegaan van een gebouw op kolommen. In het schetsontwerp stond een deel van de woning op 3 meter hoge kolommen. Daarvan zijn we later afgestapt omdat een compact volume energiezuiniger was. Het E60-peil dat we voor ogen hadden, bleek moeilijker haalbaar omdat er veel energie verloren gaat via de vloer.”
opdrachtgever
625 275 160
3
Kurt DESOETE
75 625 550
INR
1
1
4
85
700
550
30 260 54 21
685
5
VOORGEVEL MET T
ARCHITECT KURT DESOETE
25
25
SNEDE A
Parelhoenstraat 22 - 9080 LOCHRISTI
75
-160
betontegel
cellenbeton
OPDRACHTGEVER
aardingslus
000
85
18
gecacheerde EPS isolatie 16cm
18 20
vloerplaat 18cm
1
106
uitvulling PUR isolatie 10cm
18
provincie OOST - VLAANDEREN
PROJECT
vloer gepolierd beton 10cm
ZIJGEVEL RECHTS
+290
Majoor Van Lierdelaan 1
vloerplaat 18cm
Koen en Astrid MICHIELS-STES
18 260
uitvulling, dekvloer en vloerafwerking 12cm
25
SNEDE A
9500 GERAARDSBERGEN
PIR isolatie 16cm betonplaat 12-15cm
75
aardingslus
-116
betonplaat 6-8cm
160
-160
540
3
85
106
85
21
54
18 20
18
betontegel
cellenbeton
zwart paneel
625
gecacheerde EPS isolatie 16cm
000
75
625
vloerplaat 18cm
-112
+625
gewelven 18cm
550
700
550
30
18
260
-118
vloer gepolierd beton 10cm
uitvulling PUR isolatie 10cm
-114
dakdichting EPDM isolatie PUR 18cm hellingsbeton
VOORGEVEL
75
balustrade in glas en aluminium
2 2
5
160
1 trap en helling in zichtbeton zijkanten bekleed met zwart paneel
5
3
projectarchitect
4
4e Afdeling, Sectie B, nr. 221 X 2 verkaveling "Hitchinson-Van Trimpont" lot 5
BOUWEN van een EENGEZINSWONING
625
-134
+290
“Het rioleringsplan zal hier en daar nog aangepast moeten worden. Momenteel is er nog een infiltratievoorziening opgenomen, maar die zal vermoedelijk vervallen, gezien de ligging in overstromingsgevoelig gebied en gezien de kleigrond. We plannen terugslagkleppen op de afvoerleidingen.” VEN-GEBIED
vloer in beton (semi-prefab of in situ)
1
5
85
18
uitvulling, dekvloer en vloerafwerking 12cm vloerplaat 18cm
Hoe zit het rioleringsplan in elkaar?
MAG NIET VERTUIND WORDEN
aluminium buitenschrijnwerk zwart
prefab betonelementen
260
schuivend
volkern paneel zwart
3
5
01 / 01
75
75
-144-165
500
glad zichtbeton lichtgrijs
2
niet dragend metselwerk
Zijgevel en voorgevel
PIR isolatie 16cm
schuivend
1
isolatie
zwart paneel
betonplaat 12-15cm
“Ja, zij legde twee voorwaarden op. De afgewerkte vloerpas van de woning moest minstens 30 centimeter boven het hoogste gekende overstromingspeil – de overstromingen van 2010 - zitten en de ruimte voor water die we innemen, moet worden gecompenseerd. Een tweede voorwaarde was dat we alleen waterdoorlatende verhardingen mochten aanleggen.”
GEVELMATERIALEN
houten constructie-element
+625
2
BLAD
-337
ZIJGEVEL LINKS LEGENDE ARCERINGEN
dakdichting EPDM
AANVRAAG STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING 27-06-2013
balustrade in glas en aluminium
2
FASE, DATUM
trap en helling in zichtbeton zijkanten bekleed met zwart paneel
5
gewelven 18cm
Legde de gemeente maatregelen op?
0473 44 99 96 / 0475 36 19 31
aluminium buitenschrijnwerk zwart
4
isolatie PUR 18cm
2
DOORGANG 5M. STEEDS VRIJ TE HOUDEN
POORT TE OPENEN VOOR ONDERHOUD GRACHT
volkern paneel zwart
3
vloer in beton (semi-prefab of in situ)
hellingsbeton
perceelsgrens volgens PV 16/4/1991
TE OPENEN DOOR DE BEVOEGDE STEDELIJKE DIENSTEN
glad zichtbeton lichtgrijs
2
niet dragend metselwerk
prefab betonelementen
as van de gracht
2
1
isolatie
betonplaat 6-8cm
“De woningen in de omgeving zijn typische terpgebouwen, met rond de woning opgehoogde grond. De nulpas ligt hoger dan gemiddeld, maar dat volstaat blijkbaar niet, want de meeste woningen werden getroffen door de overstromingen van 2010. Slechts een huis is gebouwd op een echte heuvel en ondervond geen wateroverlast.” schuivend
GEVELMATERIALEN
houten constructie-element
LIGGING
5
LEGENDE ARCERINGEN
“In 2010 had de omgeving zwaar te kampen met wateroverlast ten gevolge van overstromingen. Er stond toen circa 1,20 meter water op het terrein. De bouwheer was toen al eigenaar. Hij kocht het perceel in 2007-2008.”
Woning Michiels-Stes, Tanghe Desoete Architecten, Beeld: ©architect Kurt Desoete
“Het project staat momenteel on hold. Het dossier voor verkavelingswijziging zit momenteel vast in een procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, na het verzoekschrift tot vernietiging door een lokale milieuvereniging. De verkavelingswijziging is nodig om het vloerpeil hoger te leggen, zoals opgelegd door de gemeente. De milieuvereniging had eerst ook beroep aangetekend bij de provincie, maar de provincie besliste in beroep in het voordeel van mijn klant. Eenmaal duidelijk is dat de verkavelingsvergunning goedgekeurd kan blijven, kunnen we de stedenbouwkundige vergunning aanvragen.”
3
25
150 145
Waren er problemen met wateroverlast?
Zijn de gebouwen in de buurt ook waterrobuust gebouwd?
1
Op welke moeilijkheden bent u tot nog toe gestuit?
1
350
“Via een helling naar de voordeur en achteraan via een terras met een trap naar de tuin.”
“Het project ligt in een vergunde verkaveling in effectief overstromingsgevoelig gebied te Geraardsbergen. Het terrein is licht hellend en wordt achteraan en langs een zijde begrensd door een gracht.”
LIGGING - OMGEVING - INPLANTING - TERREINPROFIEL PLANNEN, GEVELS & SNEDE 1/50
Waar?
Projectfiche Waar? “Het project ligt in een waterwingebied van de Antwerpse drinkwatermaatschappij Pidpa nabij het Klein Schijn te Schoten, in effectief overstromingsgevoelig gebied.” Was er wateroverlast op het perceel? “Na aankoop van de oorspronkelijke woning bleek de waterspiegel gelijk te liggen met de inkomdrempel. Een jaar na de aankoop kreeg de oorspronkelijke woning dan ook af te rekenen met wateroverlast door overstromingen.”
pacttoestel voor zowel vloerverwarming-balansventilatie-luchtverwarming en sanitair warm water.” Hoe zit de riolering in elkaar? “De hemelwaterafvoer van de daken is aangesloten op een hemelwaterput. Het zwart water is aangesloten op een septische put van 7EI. Er is een aansluiting op de openbare riolering.”
Wat is het concept?
Woning AKE10, Thiers-Van Herreweghe, Foto: ©Thiers-Van Herreweghe
“Na een grondig vooronderzoek en een kostprijsvergelijking tussen renovatie en nieuwbouw, besloten we in overleg met de eigenaar de oorspronkelijke villa uit de jaren 1950 af te breken, inclusief fundering, en een waterbestendige nieuwbouwwoning te bouwen op een meter boven het maaiveld. De stedenbouwkundige voorschriften lieten een kroonlijsthoogte van zeven meter toe, een meter meer dan de standaard. Daardoor konden wij de woning een meter hoger plaatsen dan de nulpas van de oorspronkelijke woning, zonder een afwijking te moeten vragen.”
Snede
“De bio-ecologische woning in houtskeletbouw met bijhorende oranjerie fungeert als zomerwoning. De oranjerie is een polyvalente ruimte die onder andere dienst doet als sportruimte en muziekatelier. De ondergrondse kelder wordt gebruikt als garage en als werk- en bergruimte.” Welke waterbestendige maatregelen hebt u genomen? “De nulpas van de woning ligt een meter hoger dan het maaiveld. De ondergrondse kelder werd uitgevoerd als een waterdichte betonnen kuip die voldoende hoog boven het maaiveld uitkomt, zodat ventilatieopeningen mogelijk waren.” Woning AKE10, Thiers-Van Herreweghe, Foto’s: ©Thiers-Van Herreweghe
Architect Thiers-Van Herreweghe architecten Naam project Woning AKE10 Toepassing Nieuwbouw Type Residentieel, eengezinswoning Ligging project effectief overstromingsgebied Maatregelen Waterdichte kelder – terras op kolommen gedeeltelijke ophoging
“Het terrein werd aan de voorzijde mee opgehoogd om wateroverlast te voorkomen in geval de gracht aan de straat vol komt te staan. De oprit gaat eerst lichtjes omhoog voor hij afhelt naar het kelderniveau. Het terras achteraan rust op houten kolommen boven het maaiveld. Achter in de tuin werd een natuurlijke zwemvijver aangelegd.” Wat is de structuur van de woning? “De woning werd gebouwd met een betonnen, waterdichte kuip als fundering. Daarin zit een ondergrondse parkeerruimte met berging. Bovenop de kuip werden welfsels geplaatst. De rest is opgebouwd als een prefab houtskeletbouw.”
Opgelegde maatregelen? Nee
Welke technieken zijn er?
Fase
“De woning is uitgerust met een geothermische warmtepomp (grond-water) en een com-
52
Voltooid (2010)
Watertoetskaart
53
VISIE VAN DE VERZEKERAAR
De verzekering tegen natuurrampen Sinds 1 maart 2006 moeten alle brandverzekeringen ‘eenvoudige risico’s’ (woningen, kleine handelszaken, …) het gevaar natuurrampen omvatten. Dat dekt overstromingen, aardbevingen, het overlopen of opstuwingen van openbare riolen en aardverschuivingen of grondverzakkingen (wet van 17 september 2005). Onder overstroming wordt begrepen het buiten de oevers treden van waterlopen, kanalen, meren, vijvers of zeeën ten gevolge van atmosferische neerslag, het smelten van sneeuw of ijs, een dijkbreuk of een vloedgolf. Het begrip overstroming omvat eveneens het afvloeien van water wegens onvoldoende absorptie door de grond ten gevolge van atmosferische neerslag. Natuurrampen zijn verzekerd ten belope van dezelfde bedragen als degene die voorzien zijn in de brandverzekering.
Visie van de verzekeraar
Tot 1 maart 2006 vergoedde het Rampenfonds de slachtoffers gedeeltelijk en dikwijls na een lange procedure, voor zover de gebeurtenis die aan de oorsprong van de ramp lag (overstroming, aardbeving, … ) bij koninklijk besluit als ramp werd erkend. Dankzij de veralgemening van de verzekering hebben de slachtoffers van een natuurramp de zekerheid dat ze snel en volledig zullen worden vergoed, na aftrek van de eventuele vrijstelling, in overeenstemming met de voorwaarden van hun contract. De wet maakt het mogelijk om bepaalde goederen van de dekking uit te sluiten, zoals de voorwerpen die zich buiten de gebouwen bevinden en die niet blijvend bevestigd zijn, de tuinhuisjes, de schuurtjes, de voorwerpen die gemakkelijk verplaatsbaar zijn, luxegoederen zoals zwembaden, tennisen golfterreinen, constructies en hun eventuele inhoud die bouwvallig of in afbraak zijn, behalve indien deze constructies als hoofdverblijf van de verzekerde dienen, de gebouwen of gedeelten van gebouwen in opbouw of verbouwingen die niet bewoond zijn of normaal bewoonbaar zijn, alsook de voertuigen. Met uitzondering van de verwarmings-, elektriciteits- en waterleidingen die er blijvend zijn bevestigd, mag ook de inhoud van kelders, die op minder dan 10 centimeter van de grond is opgesteld, worden uitgesloten voor het gevaar overstroming en overlopen of opstuwing van de riolen. Onder kelder verstaat men elk vertrek waarvan de vloer zich bevindt op meer
54
dan 50 centimeter beneden het niveau van de hoofdingang die leidt naar de woonvertrekken van het gebouw, met uitzondering van de kelderlokalen die blijvend als woonvertrekken of voor de uitoefening van een beroep zijn ingericht. De verzekeraar moet natuurrampen dekken minstens in overeenstemming met de wettelijke bepalingen. Een verzekeraar moet een voorstel maken tegen de maximumtariefvoorwaarden, vastgelegd door het Tariferingsbureau voor natuurrampen, indien hij geen dekking wil verlenen voor natuurrampen tegen zijn eigen tarief (premie of een vrijstelling) of wanneer zijn voorstel hoger ligt dan dit maximum. Hij moet de kandidaat-verzekeringsnemer ook meedelen dat die zich eventueel kan wenden tot een andere verzekeraar. Het Tariferingsbureau hanteert een premievoet van 0,9‰ (90 euro per 100.000 euro verzekerde waarde - 104,17 euro, taksen en bijdragen inbegrepen), en een vrijstelling van 610 euro geïndexeerd, hetzij 1.196 euro op 1 april 2014. De wet bepaalt voor een geval dat een risico tegen overstromingen niet verplicht in de brandverzekering gedekt moet zijn. Het betreft een gebouw of gedeelte van een gebouw (en de inhoud), gebouwd na meer dan achttien maanden na de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit dat de zone waarin het gebouw zich bevindt als risicozone klasseert. De wetgever was van oordeel dat de solidariteit tussen verzekerde ophoudt ten opzichte van diegene die bewust nog in een officiële risicozone bouwt. Er is trouwens een informatieplicht in de wet op de natuurrampenverzekering wat eenvoudige risico’s betreft (artikel 68.7 § 4 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst) wanneer een goed in een officiële risicozone gelegen is en dat voor onder andere notarissen, architecten, gemeentelijke administraties, … De officiële risicozones zijn terug te vinden op de site: http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/watertoets2012/#. De termijn van 18 maanden liep tot 23 september 2008 voor alle officiële risicozones in Vlaanderen. Sedert, en dit specifiek voor Vlaanderen, is er ook het decreet van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid verschenen die bijkomende informatieplichten invoert over de ligging van een onroerend goed in overstromingsgevoelig gebieden. De informatieplichten gaan verder dan deze die opgelegd worden door de wet op de natuurrampenverzeke55
ring en voor uitgebreider zones in omvang dan de risicozones voor overstromingen die de federale regering afbakende in dat kader. Als gevolg van het decreet dient de ligging van een onroerend goed in en effectief overstromingsgevoelig gebied, en afgebakende oeverzone en een afgebakend overstromingsgebied opgenomen te worden in de (verkoops)publiciteit over het onroerend goed alsook in de onderhandse en authentieke akten. Het decreet is in werking getreden op 10 oktober 2013. Deze uitzondering is niet van toepassing op gebouwen gebouwd vóór 23 september 2008 in officiële risicogebieden en gebouwen die worden heropgebouwd na een schadegeval.
De houding van de verzekeraars ten opzicht van preventiemaatregelen De verzekeringssector benadrukt vooral het belang van een goede sensibilisatie en een goede informatie vooraf van de kandidaat-(ver)bouwers in risicogebieden met betrekking tot mogelijke wateroverlast. Ze moeten met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen. Als toch wordt beslist om in een overstromingsgevoelige risicozone te (ver)bouwen, kunnen ze dan ook tijdig de best mogelijke maatregelen nemen om de nadelige gevolgen van een overstroming zo veel mogelijk te beperken. In dergelijk geval, kan men het nemen van maatregelen die bijdragen tot een betere bescherming tegen wateroverlast, zoals waterrobuust bouwen, alleen maar toejuichen. Elke verzekeraar heeft zijn eigen beoordelingscriteria en bepaalt vrij zijn tarief. Hij beoordeelt geval per geval en houdt daarbij, op de eerste plaats, uiteraard rekening met de ligging van de woning. Zoals al vermeld, kan hij de dekking tegen overstroming weigeren als het over een nieuwbouw gaat die opgericht wordt in een officiële risicozone. De eventuele preventiemaatregelen die een (kandidaat-) verzekerde genomen heeft, kunnen echter een gunstige invloed hebben op de risicobeoordeling door de verzekeraar. De verzekeraar zal logischerwijze de voorkeur geven aan permanente boven tijdelijke maatregelen. Bij tijdelijke preventiemiddelen die ingezet worden op het moment van (dreiging van) wateroverlast, bestaat immers altijd het risico dat ze niet op tijd worden geïnstalleerd, bv. indien de inwoner niet op tijd werd 56
gewaarschuwd, het gevaar slecht heeft ingeschat of gewoon afwezig is. De verzekeraars baseren zich op hun ervaring uit het verleden om hun verzekeringsvoorwaarden te stellen. Zij zullen ook niet nalaten om hun voorwaarden aan te passen in de loop der tijd, in geval van verbeterde schadestatistieken als gevolg van genomen preventiemaatregelen of in geval van verslechterde schadestatistieken als gevolg van bv. de impact van een nieuwe woonwijk op het watersysteem. Ze kunnen zich vandaag moeilijk een beeld vormen in welke mate waterrobuust bouwen een “positieve impact” met zich zou kunnen meebrengen betreffende schadebeperking. Dat zal de toekomst moeten uitwijzen. Dit mag echter de ontwikkeling van nieuwe preventiemaatregelen niet belemmeren, want indien effectief blijkt dat ze efficiënt zijn, zullen ze op termijn een gunstige invloed hebben op de risicobeoordeling van de verzekeraar. Maar preventiemaatregelen worden nog altijd op de eerste plaats genomen om zich heel wat leed en kosten te besparen als gevolg van bepaalde gebeurtenissen.
Meer informatie? Zie brochure ‘Overstromingsveilig bouwen en wonen’ (Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid) en www.integraalwaterbeleid.be Zie website ‘www.watertoets.be’
Bronnen
Internet
Publicaties en onderzoekswerk
www.amfibischwonen.nl
Ann Karina Lassen, Andy van den Dobbelsteen en Michiel Fremouw. Onderzoekswerk: The 1.3 Meter Plan. TU Delft, Delft, NL.
www.aquatecture.nl www.arkenbouw.nl www.attika.nl bouwwereld.nl www.building.co.uk/batten-down-the-hatches deltaprogramma.pleio.nl www.deltares.nl www.deltasync.nl www.duravermeer.nl www.ecoboot.nl www.emd.wa.gov/preparedness/document/WetFloodproofing www.europaverband-hochwasserschutz.eu www.fema.gov www.floodresiliencity.eu www.floatinghomes.com www.groenblauwenetwerken.com www.integraalwaterbeleid.be www.knowyourfloodrisk.co.uk www.levenmetwater.nl www.lsuagcenter.com nationalfloodforum.org.uk www.noorderplassen.nl
[email protected] www.ruimtevoorklimaat.nl (Praktijkboek Ruimte voor klimaat) www.waterarchitect.nl www.waterbestendigbouwen.nl www.water-in-zicht.nl www.waterzonderruimte.nl www.worldchanging.com www.wonenopwater.nu www.thefpa.org.uk
Anteagroup i.o.v. VMM. 2013. Literatuurstudie: Ontwikkelingen rond het waterdicht en waterbestendig maken van bestaande woningen als onderdeel van overstromingsrisicobeheer. Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. Brochure: Overstromingsveilig bouwen en wonen. Riba. Publicatie: Climate Change Toolkit – Designing for flood risk. Riba (Royal Institute for Britisch Architects) Dries Schuwer. 2007. Publicatie: Wonen op het water: succes en faalfactoren. Een onderzoek naar 5 case studies met waterwoningen. Wageningen Universiteit. Oranjewoud. Heymans Koen en Van Tornhaut Lorenzo. 2010-2011. Masterscriptie: Ontwerp en ontwerpend onderzoek naar nieuwe woonvormen: wonen in overstromingsgebied in Vlaanderen. UGent, Gent.
57
Colofon
Belangrijke Noot:
Redactie:
NAV en zijn auteurs kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de inhoud van de teksten of eventuele onjuiste gegevens. Alle oplossingen en voorbeelden voorgesteld in het kader van deze pocket zijn puur informatief. Bij gebruik van deze informatie dient steeds de toepasbaarheid en relatie met alle bouwaspecten gecontroleerd te worden. De stellingen, visies en/of oplossingen zijn voor rekening van de betreffende auteurs die optreden in hun naam of hoedanigheid in deze pocket. NAV kan hiervoor niet aangesproken worden.
Ir-Arch. Julie Alboort, Consulent Waterbewust Bouwen, NAV Bernard Desmet, Werkgroep Overstromingen, Assuralia Eindredactie: Staf Bellens, CD Media Met dank aan: ABC Arkenbouw Aggéres Flood Solutions
Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzondering mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de auteurs. Deze gids is louter ter informatieve titel opgesteld. Gezien deze brochure een jaarlijkse uitgave is, bestaat de mogelijkheid dat tekstelementen door nieuwe wetgeving of besluiten achterhaald zijn. We excuseren ons hiervoor. Deze gids is bijgewerkt tot april 2014.
AquaTecture
Dit is een uitgave van NAV, de Vlaamse Architectenorganisatie, Willebroekkaai 37, 1000 BRUSSEL, Tel. 02 212 26 99, Fax 02 400 71 72, www.nav.be,
[email protected]
Aquobex
Verantwoordelijke uitgever: Kris Baetens
Atelier SAD Attika Architekten B-bis Architecten CAAN Architecten denc!-studio DnA architecten ingenieurs Dura Vermeer Flood Controle International Ltd Overstromingsbeveiliging.be Pascal Francois Architects Tanghe Desoete Architecten Thiers-Van Herreweghe architecten VMM (Nils Ottoy, Bram Vogels, Wim Verhaeghe…) We excuseren ons als we redactieleden vergeten zouden hebben.
58
een publicatie van
met de steun van