Duurzaam bouwen en renoveren
Wim Gilijamse Lector Duurzame Energievoorziening
Ontwikkeling energieprestatie woningen 3,5
nieuw
3
bestaand
EPC
2,5 2 1,5 1 0,5 0 1970
1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
Energy Performance in Buildings Directive (EPBD) Invoering energielabeling op transactiemomenten
Energie-transitie Met het Transitieactieplan wil Nederland voorop gaan lopen in de overgang naar een duurzame energievoorziening Ambities voor 2050: • Energie-efficiency: besparing 1,5% à 2% per jaar tot 2050 • Substantiële inzet van hernieuwbare energie. • CO2-emissie reductie tot 50% van het niveau van 1990. • Versterking positie Nederlandse bedrijfsleven.
Energie-transitie
Platform Energie in de Gebouwde Omgeving Doelstellingen: • Aanpak bestaande bouw • 200.000-300.000 woningen per jaar • Minimaal 30% reductie energieverbruik • Aanpak op natuurlijke momenten; renovatie, wijkaanpak Maatregelen: • Na-isolatie • HR++ beglazing • Zonneboilers • HR(E) ketels
Platform Energie in de Gebouwde Omgeving Financiering: • Subsidiëring onrendabele top • Lage rente door groenkrediet + overheidsgaranties • Verlaging voorschotnota energiebedrijf
Specifiek voor huurwoningen: • Huurverhoging: Koppeling WWS aan energieprestatie • Huursubsidiegrenzen niet beïnvloed • Verlaging grens verplichte deelname (nu 70%)
Andere initiatieven in de regio Platform Energieke en Gezonde Wooninnovatie: • Initiatief Natuur en Milieu Overijssel • Overijssel is pilot voor landelijk platform • Katalysator vernieuwingsprojecten • Kennisontwikkeling en –uitwisseling • Wisselwerking tussen overheid, marktpartijen, burgers Symposia/congres gemeente Enschede: • Gemeentelijk klimaatbeleid • Gebouwde omgeving speerpunt • Partijen enthousiasmeren en bijeenbrengen • Initiëren projecten
Maatregel
Toepasbaarheid
Isolatie gevels
Bij aanwezigheid van een luchtspouw: spouwmuurvulling. Rc-waarden tot ca. 1.5.
Isolatie daken
Isolatie vloeren Isolatie koudebruggen
Kosteneffectiviteit bij: kleine renovatie ingreep + +
Alternatief of aanvullend: buitengevelisolatie. Deze heeft gevolgen voor het aanzicht (kan positief of negatief zijn). Rc-waarden > 4.0 mogelijk.
nvt
+/-
Als geen andere opties aanwezig zijn kan isolatie aan de binnenzijde worden overwogen. Rc-waarden niet hoger dan ca. 1.5.
+
+
Gevelpanelen: vervangen door (beter) geïsoleerde variant. Rc +/-waarden > 4.0 mogelijk. Schuine daken: Rc-waarden > 4.0 mogelijk in combinatie +/met dakrenovatie. Bij handhaving dakconstructie kan isolatie onder de dakpannen worden aangebracht, of aan de binnenzijde worden geïsoleerd. Platte daken: isolatie aan de buitenzijde. Rc-waarden > 4.0 mogelijk. Bij volledige vloerrenovatie: Rc-waarden > 4.0 mogelijk. In andere gevallen afhankelijk van aanwezigheid en bereikbaarheid van een kruipruimte. Koudebruggen bij lateien, dakranden, funderingsaansluitingen en balkonconstructies bij voorkeur isoleren aan de buitenzijde. Vermindert vochtrisico’s en is levensduurverlengend.
+ +
+
+
+/-
+
nvt
+
Maatregel
Toepasbaarheid
Geïsoleerde kozijnen HR-beglazing
Kozijnvervanging technisch vrijwel altijd mogelijk. Hierbij kan een beter geïsoleerde variant worden gekozen. Vervanging van enkele beglazing in sommige gevallen alleen mogelijk in combinatie met kozijnvervanging. Ook vervanging van normaal dubbelglas door HR-beglazing kan overwogen worden. U-waarden < 1.0 mogelijk. Vervanging van buitendeuren technisch vrijwel altijd mogelijk. U-waarden < 1.0 mogelijk. Dichtbouwen van balkons of galerijen technisch in veel gevallen mogelijk. Bij toepassing van enkele beglazing: ruimte onverwarmd laten (serre).
Geïsoleerde deuren Beglazing balkons/ Galerijen
Kosteneffectiviteit bij: kleine renovatie ingreep +/+ +
+
+/-
+
nvt
+/-
Maatregel
Toepasbaarheid
Kierdichtheid
Luchttoevoer moet gegarandeerd zijn, dus toepasbaar in combinatie met balansventilatie of mechanische luchtafvoer. Ruimte voor luchtkanalen nodig. Mogelijkheden zijn het nvt gunstigst als woningplattegrond worden aangepast.
Balansventilatie
Zelfregelende ventilatieroosters Lagetemperatuur verwarming
Kosteneffectiviteit bij: kleine renovatie ingreep + + +/-
Decentrale variant zonder luchtkanalen: gevelgeïntegreerd +/systeem per vertrek (bv. Climarad, Ademend Raam). Daarbij ook vraagsturing mogelijk (ventilatieniveau bv. afhankelijk van CO 2-concentratie). Mogelijk in combinatie met mechanische luchtafvoer. +/Beperkte ingreep in de gevel.
+/-
Aanvoertemperatuur < 55 oC is nodig als een warmtepomp of nvt zonverwarmingssysteem wordt toegepast. Bij ingrijpende renovatie kan vloerverwarming worden toegepast. Bestaande radiatoren mogelijk toepasbaar op < 55 oC indien verwarmingsvermogen wordt verlaagd door na-isolatie.
+/-
+
Maatregel Lagetemperatuur verwarming HR-ketel
Zonneboiler
Warmtepomp
Microwarmtekracht PV
Toepasbaarheid
Kosteneffectiviteit bij: kleine renovatie ingreep Aanvoertemperatuur < 55 oC is nodig als een warmtepomp of nvt +/zonverwarmingssysteem wordt toegepast. Bij ingrijpende renovatie kan vloerverwarming worden toegepast. Bestaande radiatoren mogelijk toepasbaar op < 55 oC indien verwarmingsvermogen wordt verlaagd door na-isolatie. Condensafvoer noodzakelijk. Winst mogelijk door ook + + tapwatervoorziening via HR-ketel te verzorgen. Ketelvervanging overwegen vóór het einde van technische levensduur. Schuin dakoppervlak nodig met oriëntatie tussen ZW en ZO. +/+/Eventueel ook plaatsing op plat dak mogelijk. Ruimte nodig voor plaatsing warmte-opslagvat. Bij vergroot collectoroppervlak (> ca. 3 m2) kan ook een bijdrage geleverd worden aan de ruimteverwarming. In combinatie met lage-temperatuurverwarming. Bodem als warmtebron: grotere opstellingsruimte nodig dan voor CV-ketel, en ruimte nodig voor aanbrengen bodemwarmtewisselaar. In combinatie met lagetemperatuurverwarming.
-
-
nvt
+/-
Ventilatielucht als warmtebron (warmtepompboiler): in +/combinatie met mechanische luchtafvoer. Ter vervanging van CV-ketel. Marktintroductie Stirling? variant aangekondigd met ca. 20% besparing t.o.v. HR-ketel. Schuin dakoppervlak nodig met oriëntatie tussen ZW en ZO. Eventueel ook plaatsing op plat dak mogelijk.
+/? -