Wat wil Greenpeace dat Volkswagen doet? Volkswagen (VW) mag niet langer zijn lobbykracht gebruiken om belangrijke klimaatwetten tegen te houden. Het moet ook zijn retoriek omzetten in daden door standaard brandstofzuiniger auto’s te bouwen in plaats van het brandstofverslindende wagenpark waarvoor het momenteel verantwoordelijk is. VW kan klimaatkoploper worden. Greenpeace wil dat VW: 1) niet langer lobbyt tegen belangrijke Europese klimaatwetten die onze afhankelijkheid van olie moeten beperken. VW moet vooral openlijk zijn steun betuigen voor de EU‐doelstelling van een emissiereductie met 30% tegen 2020 en ook steun verlenen aan ambitieuze normen voor brandstofbesparing voor nieuwe auto’s om er zo voor te zorgen dat onze auto’s minder vervuilen 2) zijn beste technologie voor zuinige auto’s als standaard gebruikt en het volledige BlueMotion‐programma toepast voor zijn hele wagenpark Lees meer in het rapport “De duistere kant van Volkswagen” Ik heb een VW – is deze campagne tegen mij gericht? Helemaal niet. We willen niet dat u uw VW verkoopt, want eigenlijk willen we uw hulp om VW zoveel mogelijk te verbeteren. VW‐klanten hebben veel invloed op het bedrijf en kunnen ons er mee helpen voor zorgen dat VW zich gedraagt als de klimaatkoploper die het beweert te willen zijn. Op die manier zal de volgende VW die u koopt een auto zijn waarmee u geld kunt besparen en veel minder zult vervuilen – en tegelijk zullen de klimaatwetten ambitieuzer zijn, waardoor de hele sector milieuvriendelijker wordt. Sluit je dus aan bij de Rebellie en gebruik uw invloed als klant van VW om de koers van het bedrijf te helpen veranderen. Welke bewijzen hebben jullie dat VW belangrijke klimaatwetten tegenhoudt? VW is de belangrijkste stem binnen een machtige lobbygroep die veel druk uitoefent om deze belangrijke wetgeving tegen te houden. Tegelijk stelt het bedrijf openlijk dat het tegen de wetten is – hoewel andere bedrijven toegeven dat die wetten belangrijk zijn om de klimaatverandering tegen te gaan, omdat ze de sector van de milieuvriendelijke technologie zullen stimuleren en zullen zorgen voor de bedrijven en de banen van de toekomst.
Maar zou een 30%‐doelstelling niet schadelijk zijn voor onze economie als de andere landen niet zouden volgen? Europa heeft zich er momenteel toe verbonden om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 te verminderen met 20% onder het niveau van 1990. Maar die doelstelling is nu hopeloos achterhaald. Omwille van piekende brandstofprijzen, energierisico’s, klimaatverandering, beperkte grondstoffenvoorraden en een groeiende concurrentie met opkomende landen is ‘business as usual’ geen optie meer voor de Europese economie. Lees meer: Mythes over Europese klimaatambities doorprikt Welk verschil zouden ambitieuze normen voor brandstofbesparing maken? Ambitieuze maar haalbare efficiëntienormen voor voertuigen (50g CO2/km voor auto’s en 88g CO2/km voor bestelwagens tegen 2030) zouden het olieverbruik van de Europese transportsector met ongeveer 13% of 1,1 miljoen vaten per dag kunnen doen dalen. Dit stemt ongeveer overeen met het totale olieverbruik van Oostenrijk, Denemarken, Portugal, Noorwegen en Finland samen en zou voor de hele sector in de EU een vermindering van 8% betekenen. Maar dat volstaat toch niet om een eind te maken aan de olieafhankelijkheid? Het verbeteren van de brandstofefficiëntie van voertuigen is niet de enige maatregel die we moeten nemen om af te stappen van petroleum, maar het is wel een levensbelangrijke stap die miljoenen vaten olie zal uitsparen. Maar natuurlijk moeten we ons olieverbruik ook nog op andere manieren beperken – door werk te maken van beter openbaar vervoer en door onnodige reizen te vermijden. We moeten ook beginnen met de op lange termijn noodzakelijke omschakeling naar slimme elektrische vervoersystemen die worden aangedreven door veilige en milieuvriendelijke hernieuwbare energiebronnen die nu al beschikbaar zijn. Wat vraagt Greenpeace aan de hele sector van de auto‐industrie? 1) Autoproducenten moeten steun verlenen aan de voorgestelde EU‐doelstelling om de CO2‐uitstoot met 30% te verminderen. 2) Zij moeten ook steun verlenen aan een Europese regelgeving die zou garanderen dat hun auto’s tegen 2020 gemiddeld niet meer dan 80 gram CO2 per kilometer uitstoten (en tegen 2025 60 gram CO2); voor de VS gaat het om de norm van 60 mijl per gallon tegen 2025.
3) Meer algemeen moet de sector bestaande technologie voor brandstofbesparing standaard invoeren op alle modellen. Heeft de auto‐industrie – en vooral VW – zich er niet al toe verbonden om de klimaatverandering te bestrijden? Dat is greenwashing. VW weet dat zijn klanten bekommerd zijn om het leefmilieu en daarom probeert VW hen ervan te overtuigen dat het bedrijf milieuvriendelijk is. Maar dat klopt niet. Lees meer in het rapport “De duistere kant van Volkswagen” Het lijkt niet eerlijk om kritiek te geven op VW. Uiteindelijk heeft het bedrijf in 2010 toch aanzienlijke vorderingen gemaakt en andere autoproducenten doen het zelfs nog slechter op het vlak van CO2‐uitstoot. Waarom dan de pijlen richten op VW? VW deed enkel waartoe het wettelijk verplicht was. Als het effectief zo goed zou zijn als zijn reclame beweert, zou het bedrijf een groot verschil kunnen maken in de vervuiling die alle auto’s veroorzaken. Dat komt doordat VW zo’n grote speler is en de macht heeft om de sector te veranderen. Produceert VW dan nu al geen zuinige en klimaatvriendelijke auto’s? VW heeft in het verleden altijd de aandacht afgeleid van zijn slechte algemene milieuprestaties door superefficiënte prototypes van auto’s te produceren die meer krantenkoppen opleveren dan echte auto’s. Draait de beperking van het brandstofverbruik of de emissie van auto’s alleen om technologie? Technologie kan een essentiële rol spelen om zowel het brandstofverbruik als de uitstoot van auto’s te beperken. Greenpeace eist dat alle nieuwe auto’s standaard worden uitgerust met de meest recente technologie voor brandstofefficiëntie en dat die dus niet mag gelden als een bijkomende luxeoptie, waarvoor de consumenten extra moeten betalen. Maar ook het ontwerp van een auto kan een grote invloed hebben op de efficiëntie ervan. We zouden willen dat de constructeurs meer inspanningen leveren om het gewicht van de auto’s te beperken, waardoor hun brandstofefficiëntie zou verhogen.
Net zo belangrijk is de omvang van de motor van de meeste gezinswagens. Het vermogen van nieuwe auto’s is veel groter dan de huidige noden en door de PK van auto’s te beperken, zou het mogelijk zijn om het brandstofverbruik drastisch te verminderen. Zullen de auto’s door de ambitieuze normen niet duurder worden? Om het brandstofverbruik en de CO2‐emissie in aanzienlijke mate te verminderen, zullen de autoconstructeurs niet alleen kleinere en lichtere auto’s moeten verkopen, maar ook ernstige technologische veranderingen moeten doorvoeren. Er zijn vodoende aanwijzingen dat die de auto’s niet duurder zullen maken. In het verleden is de gemiddelde auto die in Europa wordt verkocht voortdurend goedkoper geworden, vooral omwille van de wereldwijde overcapaciteit om auto’s te produceren en de grote concurrentie tussen de autoproducenten. De autoconstructeurs zullen er vooral op moeten letten dat ze brandstofefficiëntie verkopen in plaats van een hoge snelheid, een groot acceleratievermogen en een krachtige motor – allemaal zaken die brandstof verspillen. Dat zou betekenen dat de automobilisten minder zullen moeten uitgeven aan brandstof en dus geld zullen sparen. Uit onderzoek blijkt dat de omschakeling naar ambitieuzere normen voor brandstofbesparing arbeidsplaatsen kan opleveren, innovatie kan bevorderen en hoogtechnologische bedrijven die extra geproduceerde onderdelen leveren kan stimuleren. Bovendien kunnen ze ook het verbruik van dure en vervuilende olie beperken. De voormalige vicevoorzitter van General Motors, Bob Lutz, stelt dat een van de redenen waarom GM in de VS over de kop is gegaan, te maken had met het feit dat de Amerikaanse normen voor brandstofbesparing niet streng genoeg waren om auto’s uit de VS op de wereldmarkt te laten concurreren met minder vervuilende wagens. VW zegt dat de BlueMotion‐technologie nu beschikbaar is op bijna al zijn auto’s Dat klopt niet. VW stelt zelf dat in 2010 minder dan 6% van de auto’s die het wereldwijd produceerde voor zijn vijf hoofdmerken (VW, VW Bedrijfsvoertuigen, Audi, Seat en Skoda), was uitgerust met de meest geavanceerde brandstofbesparende BlueMotion‐technologie. Zal ik meer moeten betalen als alle auto’s van VW zijn uitgerust met de volledige BlueMotion‐technologie? Die meerprijs zal maar heel beperkt zijn. Zo zijn de kosten voor de invoering van het volledige BlueMotion‐pakket op een Golf bijvoorbeeld op korte tijd terug te verdienen door de besparingen als gevolg van
het lagere brandstofverbruik. De werkelijke kost voor het technologiepakket zou volgens de vooraanstaande technologieconsultant PA Consulting slechts 260 euro bedragen, wat betekent dat VW een aanzienlijke en onnodige prijsverhoging hanteert voor het BlueMotion‐label. De klanten worden afgezet en het klimaat is het slachtoffer. VW is toch niet verantwoordelijk voor de olierush op de Noordpool? Waarom beweren jullie van wel? Hoe meer olie onze auto’s nodig hebben, hoe meer de oliebedrijven zullen verdedigen dat ze olie moeten ontginnen op gevaarlijker en moeilijk te bereiken plaatsen. VW zou zijn auto’s veel efficiënter kunnen maken en als het bedrijf niet langer de klimaatwetten zou tegenhouden, zou het Europese wagenpark minder olie nodig hebben. Volgens ramingen zit er in het Noordpoolgebied maar olie om drie jaar aan de wereldvraag te voldoen. Met andere woorden: al door kleine besparingen in de hoeveelheid olie die we gebruiken, zouden we de oliebedrijven van de Noordpool weg kunnen houden.