Een duurzaam waterbeheer, het verspreiden van technologie en kennis, de toegang tot watervoorraden en het stimuleren van innovatie vormen de sleutel tot een wereldwijde waterzekerheid CropLife International meent dat de beschikbaarheid van water in wereldwijde, regionale en nationale plannen voor voedselveiligheid een prioriteit moet zijn. Naarmate de wereldbevolking toeneemt en de wereldwijde voedselproductie stijgt om aan de vraag te voldoen, wordt het waterbeheer in de landbouw een van de belangrijkste collectieve uitdagingen om wereldwijd een duurzame ontwikkeling te realiseren en deze cruciale hulpbron te beschermen. * CropLife International is de wereldwijde associatie van de plant- en gewasindustrie. Meer info: www.croplife.org Water is essentieel en cruciaal voor het leven. Ongeveer 1,2 miljard mensen leven vandaag echter in een gebied waar water schaars is. De landbouw is goed voor 70 procent van het wereldwijde waterverbruik, hoofdzakelijk via bevloeiing. Men neemt aan dat de wereldwijde behoefte aan water tegen 2030 met 40 procent zal toenemen. De landbouw moet dan ook de geproduceerde “crop per drop” of de opbrengst per verbruikte druppel maximaliseren en helpen om de kloof met de toekomstige vraag naar water te dichten. Nu lijdt meer dan één miljard mensen chronisch honger. De groeiende ontoegankelijkheid van watervoorraden als gevolg van de klimaatverandering kan het aantal hongerlijders aanzienlijk doen toenemen. Het merendeel daarvan woont in de armste en meest kwetsbare gemeenschappen in de ontwikkelingslanden. Onzekerheid op het gebied van watervoorziening leidt niet alleen tot honger, maar is ook een katalysator voor sociale onrust, veroorzaakt een hele reeks gezondheidsproblemen en leidt tot aantasting van het milieu. Er zijn talrijke wijzigingen in het waterbeheer nodig om de waterzekerheid te verbeteren. Een duurzaam gebruik van water in de landbouw is essentieel. Daar zal minstens een investering in bevloeiings- en waterbeheertechnologieën voor nodig zijn, naast de invoering van geavanceerde landbouwtechnieken, het optimaal inzetten van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen, en investeringen in onderzoek naar gewassen.
WAT MOETEN WIJ AANPAKKEN? Duurzaam waterbeheer Het beleid moet de meest duurzame en efficiënte landbouwmethoden mogelijk maken en stimuleren om het waterverbruik in de landbouw te optimaliseren.
Verspreiden van technologieën en kennis Het beleid moet de landbouwers toegang geven tot opleiding in optimale landbouwmethodes en zorgen dat de infrastructuur en technologie beschikbaar zijn om die toe te passen.
Toegang tot watervoorraden Het beleid moet een prioriteit maken van de toegang tot veilige en betrouwbare watervoorraden zodat de landbouwers voldoende oogst kunnen produceren om in de voedselzekerheid te voorzien.
Innovatie stimuleren Het beleid moet wetenschappelijk gebaseerd zijn en gunstig voor voortdurende innovatie in de ontwikkeling en verbetering van waterbesparende technologieën en kennis in de landbouw.
Duurzaam waterbeheer Het beleid moet de meest duurzame en efficiënte landbouwmethoden mogelijk maken en stimuleren om het waterverbruik in de landbouw te optimaliseren. Afhankelijk van de situatie kan men door bevloeiing twee tot drie keer zoveel produceren als in landbouw zonder bevloeiing1. Daardoor kunnen landbouwers de productie van hun land verhogen zonder dat zij van onbebouwd land akkerland hoeven te Ongeveer 1,2 miljard mensen leven maken. Met een inefficiënte bevloeiing kan men echter vandaag in een gebied waar water watervoorraden verspillen, en de huidige watervoorraden schaars is. De OESO voorspelt dat dit staan al erg onder druk door de ongekende tegen 2030 zal stijgen tot naar bevolkingsgroei van de laatste vijftig jaar. Het aantal schatting 3,9 miljard mensen. De bevloeide hectaren zal de komende 30 jaar naar meeste daarvan zullen in ontwikkelingslanden wonen. verwachting nog met 20 procent toenemen.
Wij moeten de gebruikte hoeveelheid water voor de voedselproductie verminderen. De doeltreffendste manier om het water efficiënter te gebruiken is met een stapsgewijze aanpak. Die steunt op maatregelen vanaf de bron van het water tot het gewas. Wij kunnen nu concrete maatregelen nemen om het water efficiënter te gebruiken in de gewasproductie. Bijvoorbeeld door lekken in kanalen en pijpleidingen te repareren; door de bevloeiingssystemen te verbeteren of op te waarderen; en door begroeiing met bodembedekkers aan te moedigen opdat minder water uit de bodem zou verdampen. Sensibiliseren van de landbouwers over een goed gebruik van gewasbeschermingsmiddelen helpt ook om het waterverbruik te reduceren. Niet alleen door goede praktijken voor het beheer van de watervoorraden, maar ook door verhoging van de landbouwproductiviteit kan het waterverbruik verminderen. Door de gewasopbrengsten per hectare te optimaliseren, kunnen landbouwers meer voedsel telen zonder hun watervoetafdruk te verhogen. In vele delen van de wereld haalt men slechts 20 procent van de opbrengst van de plantaardige productie in de ontwikkelde landen. Om de productiviteit te verhogen is een doeltreffender Naar raming zal de wereldwijde behoefte aan verspreiding van kennis over de landbouw water in 2030 het huidige aanbod met 40 noodzakelijk, en moet de landbouwer toegang krijgen procent overschrijden en zal een derde van de tot landbouwgrondstoffen zoals zaad van goede wereldbevolking in een stroomgebied wonen kwaliteit en gewasbeschermingsmiddelen om de waar dit tekort meer dan 50 procent zal verliezen voor en na het oogsten als gevolg van bedragen. (2030 Water Resources Group) ongedierte en ziektes te verminderen. De productiviteitsverhoging in de landbouw in de VS tijdens de laatste twintig jaar heeft de hoeveelheid water nodig voor de teelt van landbouwgewassen aanzienlijk gereduceerd. Zo is bijvoorbeeld het waterverbruik voor elke bevloeide are katoen met 30 procent gedaald. Dat betekent dat er nu ca. 190.000 l minder water nodig is om een bevloeide are katoen te kweken2.
1
VN, 2006.
2
Field to Market 2009, Keystone
Verspreiden van kennis en technologieën Het beleid moet de landbouwers toegang geven tot opleiding in optimale landbouwmethodes en zorgen dat de infrastructuur en technologie beschikbaar zijn om die toe te passen. De landbouwers moeten in staat zijn om met de bestaande technieken te werken en de bestaande praktijken toe te passen voor een efficiënt watergebruik; maar in landelijke gebieden zijn die voor hen vaak slechts in zeer beperkte mate toegankelijk. Samenwerkingsverbanden over de sectoren heen en in de hele keten voor landbouwgrondstoffen helpen garanderen dat nuttige technologieën en kennis diegenen bereiken die daaraan het meeste behoefte hebben. Men dient publiek-private partnerschappen (PPP’s) aan te moedigen als middel om op een doeltreffende manier kennis uit te wisselen en de toegang tot grondstoffen te vergemakkelijken. Zo werken bijvoorbeeld in het “Water Efficient Maize for Africa”-partnerschap (“waterzuinige maïs voor Afrika”) instellingen uit de Afrikaanse openbare sector samen met verscheidene privébedrijven en -organisaties aan de ontwikkeling van een Afrikaanse maïssoort die bestand is tegen droogte. Dankzij dergelijke partnerschappen worden op een doeltreffende manier de verspreiding van landbouwgrondstoffen (zoals zaden en gewasbeschermingsmiddelen), de bouw van landbouwinfrastructuur (zoals bevloeiingssystemen) en de aanleg van transportverbindingen die de toegang tot de meest verafgelegen regio’s waarborgen, mogelijk gemaakt. Opleidingsprogramma's bieden landbouwers ter plaatse relevante kennis aan om de efficiëntste watergebruiktechnieken toe te passen, de landbouwproductie te optimaliseren en de duurzaamste landbouwmethodes aan te wenden. Voortgezet onderzoek naar duurzame landbouwtechnieken en doeltreffende voorlichting zijn essentieel om te garanderen dat landbouwers worden opgeleid in de meest geavanceerde technieken voor een optimaal watergebruik in de plantaardige productie. Praktijken als conserverende bodembewerking kunnen een groot verschil uitmaken doordat zij het vocht in de grond houden en uitspoeling tegenhouden, waardoor de bodemerosie met 50-98 procent vermindert. Deze landbouwpraktijken met weinig of geen grondbewerking worden vaak mogelijk gemaakt door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en verbeterde zaden. Het beleid moet de landbouwers aanmoedigen om duurzame landbouwpraktijken te beoefenen om de landbouwcapaciteit te maximaliseren, wat moet leiden tot het behoud van de natuurlijke hulpbronnen. CropLife leidt elk jaar meer dan 250.000 landbouwers op in geïntegreerde teelttechnieken (Integrated Crop Management (ICM)-technieken) om zo het beheer van hulpbronnen, inclusief water, te verbeteren. Stewardship-programma's hebben ook als doel de kwaliteit en de beschikbaarheid van het water te beschermen door de bodemerosie te verminderen, de uitspoeling van gewasbescherminsmiddelen te voorkomen en de habitat van wilde fauna en flora te vergroten als onderdeel van een holistische benadering van landbeheer.
Toegang tot watervoorraden Het beleid moet een prioriteit maken van de toegang tot veilige en betrouwbare watervoorraden zodat de landbouwers voldoende oogst kunnen produceren om in de voedselzekerheid te voorzien.
Er wordt voorspeld dat als gevolg van de invloed van de klimaatverandering en het niet-duurzame en ongelijk verdeelde waterverbruik in de hele wereld tegen 2030 ongeveer 3,9 miljard mensen in gebieden met waterschaarste zullen wonen3. Droogte en woestijnvorming zijn belangrijke belemmeringen van de voedselzekerheid. Landbouwers in droogtegevoelige gebieden ondervinden meer droge periodes als gevolg van de ingetreden klimaatverandering. In Afrika zouden tegen 2020 tussen de 75 en 200 miljoen mensen door extra waterschaarste kunnen worden getroffen. Tegelijkertijd heeft de klimaatverandering steeds vaker tot overstromingen geleid. Hoewel men in sommige landbouwgebieden in de wereld, zoals in Bangladesh, voor de productie op een jaarlijkse overstroming rekent, kunnen zeer grote overstromingen op onregelmatige tijdstippen leiden tot het verlies van oogsten en wijdverbreide schade op lange termijn aan landbouwgronden. Gewassen telen is onmogelijk zonder dat op het juiste tijdstip voldoende water beschikbaar is. Om dit mogelijk te maken is een essentiële eerste voorwaarde doeltreffende internationale actie om de klimaatverandering tegen te houden en de effecten ervan te verminderen. Het beleid moet ook de gevolgen aanpakken van de toenemende verstedelijking voor de beschikbaarheid van water doordat de vraag naar water voor huishoudelijk en industrieel gebruik systematisch stijgt, waardoor er minder water beschikbaar is voor gebruik in de landbouw. Een maatregel met belangrijke mogelijkheden is het gebruik van behandeld afvalwater voor bevloeiing in de landbouw. In Spanje en Mexico wordt dit momenteel al algemeen toegepast en er bestaan mogelijkheden om deze praktijk veel ruimer in te voeren. Er zijn wereldwijde afspraken en een gecoördineerd beleid nodig om de ongelijkmatige verdeling van de watervoorraden aan te pakken en te waarborgen dat landbouwers, vooral in droogtegevoelige gebieden, toegang kunnen hebben tot een betrouwbare en zuivere watervoorraad. Er zijn meer investeringen nodig in landbouwkundig onderzoek naar de watercrisis dat oplossingen aanbrengt in de vorm van een beschermende infrastructuur en landbouwtechnieken waarmee men een situatie van schaarste kan verminderen en zich aan steeds grotere waterschaarste kan aanpassen. Niet alleen landbouwers moeten toegang hebben tot watervoorraden, de hele bevolking moet toegang hebben tot zuivere, veilige watervoorraden. Hoewel een groot deel hiervan berust op de beschikbaarheid van een passende waterbehandeling en toeleveringsinfrastructuur, moet de landbouwgemeenschap ook een rol spelen in het voorkomen van de uitspoeling van gewasbeschermingsmiddelen. Ook hier kan een doeltreffende voorlichting helpen te garanderen dat landbouwers opgeleid worden in de beste praktijken om uitspoeling te voorkomen en de waterkwaliteit in stand te houden. Onder toezicht van de EU heeft een geslaagd multi-stakehouderproject de beste praktijken vastgelegd om puntvervuiling door gewasbeschermingsmiddelen in waterlopen tot een minimum te beperken. Het TOPPS-project4 heeft de resultaten van zijn onderzoek gebruikt om landbouwers in heel Europa op te leiden en advies te geven. Dergelijke samenwerkingsprojecten zijn een doeltreffende manier om de potentiële impact van landbouwpraktijken op de waterkwaliteit tot een minimum te beperken. Tot de stewardship-activiteiten van CropLife behoren onder meer ook opleidingen over de beste praktijken voor het behoud van de kwaliteit van de waterlopen rond landbouwgronden.
3
OESO, 2010.
4
Zie http://www.topps-life.org/
Innovatie stimuleren Het beleid moet wetenschappelijk gebaseerd zijn en gunstig voor voortdurende innovatie in de ontwikkeling en verbetering van waterbesparende technologieën en kennis in de landbouw. Gewasbeschermingsmiddelen spelen een belangrijke rol in het waterbehoud doordat zij op een efficiënte manier invasieve uitheemse planten onder controle houden die de schaarse watervoorraden bedreigen. Door de concurrentiestrijd van de gewassen met de onkruiden om water te verminderen, helpen gewasbeschermingsmiddelen ook om met dezelfde hoeveelheid water een grotere opbrengst te realiseren. Het onderzoek naar en de ontwikkeling van betere gewasvariëteiten biedt vele mogelijkheden voor de toekomst van de landbouw. Als gevolg van de klimaatverandering zullen steeds meer slechte weersomstandigheden zoals droogte en overstromingen van invloed zijn op de kwaliteit en de beschikbaarheid van de bodem. Droogte en verzilting leiden tot bodemvervuiling, terwijl overstromingen van invloed zijn op de oogst en het voor sommige gebieden nog lang nadien onmogelijk maken om deze te bebouwen. Biotechnologische eigenschappen die planten in staat stellen om droogte en andere aan water gerelateerde stressfactoren te overwinnen, zoals overstromingen en sterke verzilting, bieden vele mogelijkheden voor een zuiniger waterverbruik. Naar verwachting zullen de eerste droogtebestendige gewassen, afhankelijk van goedkeuring door de overheid, tegen 2012 gecommercialiseerd worden. Volgens de planning zullen zij tegen 2017 in Afrika ten zuiden van de Sahara toegepast worden. Wetenschappers schatten dat droogtebestendige maïs bij matige droogte ongeveer 25-30 procent meer oogst zou kunnen opleveren dan niet-biotechnologische maïs. Dat zou betekenen dat er in tijden van droogte twee miljoen ton meer voedsel beschikbaar zou zijn. Er wordt ook onderzoek verricht naar ‘waterbestendige’ rijst, die bestand is tegen onderdompeling gedurende een langere tijd, en naar zoutbestendigheid en bestandheid tegen hoge temperaturen. De biotechnologie heeft veel meer potentieel dan voedselproductie alleen. De toepassing ervan voor de afvalwaterbehandeling en het herstel van vervuilde gronden wordt ook bestudeerd. De privésector verricht een derde van alle onderzoek en ontwikkeling op landbouwgebied5. Zij investeert hiervoor in een langdurig proces van onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe, betere oplossingen om op een duurzame wijze meer voedsel te telen. Deze belangrijke investeringen in oplossingen voor de toekomst veronderstellen een tegemoetkomend, wetenschappelijk gebaseerd beleid dat een dergelijke innovatie bevordert en aanmoedigt. Voortdurend onderzoek naar en innovatie in duurzame landbouwpraktijken, doeltreffender methoden voor de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, infrastructuur voor waterbehandeling en –voorziening en praktijken voor zuinig watergebruik in alle sectoren kunnen een aanzienlijk verschil uitmaken voor het vermogen van de landbouwers in de hele wereld om op
5
Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR), 2007
een duurzame manier gewassen te telen wanneer zij geconfronteerd worden met problemen zoals waterschaarste. CropLife International legt zich ook toe op het leveren van de technologie aan landbouwers die zij nodig hebben om hun opbrengst te optimaliseren en hun waterverbruik zuiniger te maken. Tegelijkertijd is CropLife International er zich van bewust dat actie nodig is voor elk van de bovenvermelde principes om de waterschaarste doeltreffend aan te pakken. CropLife International doet een oproep om een beleid in te voeren dat deze prioriteiten weergeeft en ondersteunt.