Wat bepaalt in jouw leven wie en wat je bent en hoe je leeft?
2 Kor. 5:1-2 en 8-10
1 Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel. 2 Wij zuchten in onze aardse tent en zouden willen dat onze hemelse woning er nu al over wordt aangetrokken.
8 We blijven vol goede moed, ook al zouden we ons lichaam liever verlaten om onze intrek bij de Heer te nemen. 9 Daarom ook stellen wij er een eer in te doen wat God wil, zowel in dit bestaan als in ons bestaan bij hem.
10 Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht.
1 Kor. 3:10b-15
10b Laat ieder erop letten hoe hij bouwt, 11 want niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt – Jezus Christus zelf. 12 Of er op dat fundament nu verder wordt gebouwd met goud, zilver en edelstenen of met hout, hooi en stro, 13 van ieders werk zal duidelijk worden wat het waard is.
Op de dag van het oordeel zal dat blijken, want dan zal het door vuur aan het licht worden gebracht. Het vuur zal laten zien wat ieders werk waard is. 14 Wanneer iemands bouwwerk blijft staan, zal hij worden beloond. 15 Wanneer het verbrandt, zal hij daarvoor de prijs betalen; hijzelf zal echter worden gered, maar door het vuur heen.
Voor de rechterstoel van Christus?!
Vol vertrouwen… Blijf dus in hem, kinderen. Dan kunnen we vol vertrouwen zijn wanneer hij verschijnt en hoeven we ons niet te schamen bij zijn komst. (1 Joh. 2:28)
Een geluk(zalig) moment… In afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus. (Titus 2:13)
Het Griekse woord ‘bēma’
Podium, verhoging voor rechter of spreker Vertaald met ‘rechterstoel’ of ‘troon’ (‘Krisis’ = oordeel, gerecht, recht) Komt uit de Griekse Olympische spelen Alleen de winnaars kwamen voor de bēma
De dag van het oordeel… 1. De gelovigen voor de rechterstoel van Christus (Rom. 14:10; 2 Cor. 5:10) 2. Het oordeel voor de troon van Jezus’ heerlijkheid (Matt. 25:31-32) 3. Het oordeel voor de grote, witte troon (Openb. 20:11-15)
Geen oordeel meer! Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. (Joh. 3:18) Dus wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld. (Rom. 8:1)
Geen bewijsstuk meer! U was dood door uw zonden en door uw onbesneden staat, maar God heeft u samen met Christus levend gemaakt toen hij ons al onze zonden kwijtschold. Hij heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, uitgewist en het vernietigd door het aan het kruis te nagelen. (Kol. 2:13-14)
Een rechter zal nooit iemand bij hem laten komen om voor dezelfde zaak voor een tweede keer veroordeeld te gaan worden en al helemaal als er geen bewijsstuk meer is!
De rechterstoel van Christus Het gaat hier niet om welke zonden we hebben gedaan (die zijn weggedaan) Het gaat hier om de vraag wat we met ons leven als gelovige hebben gedaan Geen veroordeling, maar beoordeling
Dwars door het vuur…
Wat is het uiteindelijk waard? Vuur test wat blijvend en niet-blijvend is Goud, zilver of edelstenen Hout, hooi of stro
Hier in dit leven wordt niet alleen bepaald waar we zijn in de eeuwigheid - door geloof in de Here Jezus maar ook wat we zijn in de eeuwigheid - door de waarde van onze werken -
Wat ieders werk waard is
Bouwen op zand of een rots (Matt. 7:24) Zoek eerst het koninkrijk… (Matt. 6:33) Veel vrucht dragen... (Joh. 15:8) Vooraan staan in goede werken... (Tit. 3:8)
Wat ieders werk waard is
Had ik de liefde niet… (1 Kor. 13) Vanuit geldingsdrang… (Fil. 1:17) Die in het verborgene ziet… (Matt. 6) Het vlees of de Geest… (Rom. 8)
Zal hij de prijs betalen… Dan zal hij schade (verlies) lijden… Hij zal het loon missen… Hijzelf zal echter worden gered
Zal hij worden beloond
Onvergankelijke erekrans (1 Kor. 9:25) Krans van de gerechtigheid (2 Tim. 4:8) Kroon van het leven (Jac. 1:12) Krans van de heerlijkheid (1 Petr. 5:4)
Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen, zodat ieder van ons krijgt wat hij verdient voor wat hij in zijn leven heeft gedaan, of het nu goed is of slecht.