Lafarge Gips B.V. Postbus 45 9930 AA Delfzijl Tel. 0596 649300 Fax 0596 617188 www.lafargegips.nl
[email protected]
01-05
Wandsystemen
De groep Lafarge behoort wereldwijd tot de meest voor-
Lafarge Gips behoort met ca. 5000 medewerkers en
aanstaande bedrijven in bouwmaterialen. Lafarge heeft
76 fabrieken, waarvan 46 in Europa tot één van de
vier divisies: cement, beton en toeslagstoffen, gips en
belangrijkste gipsfabrikanten ter wereld. In Frankrijk
dakbedekkingsmaterialen. In elk van deze sectoren
is Lafarge marktleider.
bekleedt Lafarge topposities. Met vestigingen in meer dan 75 landen, genereert
Ook Lafarge Gips B.V. in Nederland behoort al meer dan
Lafarge met ca. 85.000 werknemers een omzet van
25 jaar tot een van de belangrijkste producenten.
ca. 15 miljard euro per jaar.
Lafarge Gips levert een totaal pakket voor de binnenafbouw voor vloeren, wanden en plafonds.
Door de jaren heen heeft Lafarge wereldwijd knowhow ontwikkeld en geïmplementeerd, gericht op het sparen
Lafarge Gips is lid van Eurogypsum en de Nederlandse
van de natuurlijke bronnen, respect voor mensen en
Branche Vereniging Gips (NBVG). Sinds 1996 heeft
hun omgeving.
Lafarge het ISO 9001 certificaat en sinds 1998 als eerste in de branche het ISO 14001 certificaat.
Lafarge gaat door met het ontwikkelen van bouwstoffen
De gipskartonplaten van Lafarge hebben een KOMO--
om ons dagelijks leven veiliger, comfortabeler en mooier
certificaat en voldoen verder aan alle relevante nationale
te maken.
en internationale kwaliteitsnormen
Hoewel deze brochure met de grootst mogelijke nauwkeurigheid is samengesteld, aanvaardt Lafarge Gips BV geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele schade die voortkomt uit fouten, van welke aard dan ook, die in deze brochure zouden kunnen voorkomen.
2
Inhoud Algemeen gedeelte
bladzijde
Droge afbouw met gipskartonplaten
4
Gips is universeel inzetbaar
6
Portret
7
Van delfstof tot gipspoeder
8
Van delfstof tot plaat
10
Milieubescherming en recycling
12
Lafarge gipskartonplaten
14
Gipskartonplaten - Designline
17
Op maat snijden en bewerking
19
Bevestiging en aansluiting
20
Lastbevestigingen
22
Afvoegen
24
Afwerking
26
De droge afbouw in badkamers
30
Lafarge constructies
bladzijde
Novlam Fireblock
32
Brandwerende beplating van houten kolommen en balken (30 tot 90 minuten)
38
De droge stucmethode met Lafarge gipskartonplaten
42
De droge stucmethode met Lafarge Purgips
45
De droge stucmethode met Lafarge PS-gips
47
Lafarge Voorzetwanden
49
Vrijstaande voorzetwanden
51
Lafarge voorzetwanden/vrijstaande voorzetwanden
53
Lafarge montagewanden
54
Overzicht wandtypen
62
Lafarge wandcodes
64
Staalskeletwand met enkele stijlen en enkele beplating E-11
65
Staalskeletwand met enkele stijlen en dubbele beplating E-22
67
Staalskeletwand met enkele stijlen en drievoudige beplating E-33
69
Staalskeletwand met dubbele niet gekoppelde stijlen en dubbele beplating EE-22
72
Staalskeletwand met dubbele gekoppelde stijlen en dubbele beplating EE*-22
74
Staalskeletwand met dubbele niet gekoppelde stijlen en drievoudige beplating EE-33
76
Staalskeletwand met dubbele gekoppelde stijlen en drievoudige beplating EE*-33
78
Lafarge installatiewanden
80
Lafarge wanden met houten stijlen
82
Lafarge schachtwanden
84
Inspectieluiken
85
Montage instructie
87
Ronde wanden
88
3
De moderne droge afbouw: flexibel, betrouwbaar en kostenbesparend
Droge afbouw met gipskartonplaten In Scandinavië en Amerika is dit systeem sedert lang in
laties kunnen eenvoudig in de spouw van wanden of
gebruik: de droge afbouw heeft zowel bij utiliteitsbouw
plafonds worden geplaatst, er hoeven geen sleuven
als in de woningbouw terrein gewonnen. De voordelen
gehakt of gefreesd te worden.
worden nu ook in Nederland duidelijk ingezien, want de systemen van Lafarge op het gebied van de droge afbouw
De Lafarge systemen voor de droge afbouw vindt u in
zijn flexibeler inzetbaar en vaak goedkoper dan tradi-
deze brochure compact en overzichtelijk beschreven.
tionele bouwdelen. Regelmatig onderzoek en testen van
Meer documentatie over ontwerp en aanbesteding
bouwdelen in alle disciplines van de bouwfysica ver-
(keuringsrapporten, meningen, etc.) kan bij Lafarge
groten voortdurend het repertoire aan Lafarge-systemen
Gips worden opgevraagd.
en tonen de hoge kwaliteit aan.
De flexibiliteit van Lafarge Gips systemen op het gebied van de droge afbouw blijkt vooral bij gebruiksverandering of verbouwingen in de utiliteitsbouw en de woningbouw: plattegronden worden veranderd, eigenaren en huurders wisselen, een nieuwe indeling van de ruimte is noodzakelijk. Met lichte plafond-, wand- en vloersystemen van Lafarge kunnen veranderingen snel en concurrerend worden
FoldDesign plafond
gerealiseerd.
Brandveiligheid met gipskartonplaten
4
Ook bij het saneren van oude gebouwen (bijvoorbeeld bij
Lafarge gipskartonplaten behoren tot klasse 2 van de bij-
houten balken plafonds) doen zich moderne oplossingen
drage tot brandvoortplanting volgens NEN 6065 en zijn
in de droge afbouw voor, want lichte wand- en plafondcon-
uitstekend geschikt als brandpreventie. De gipskern van
structies belasten de dragende bouwdelen slechts weinig.
de platen bevat ca. 20% gebonden kristalwater. Bij een
Wachttijden door van het weer of van de verwerking
plaatdikte van 12,5 mm komt dit overeen met een water-
afhankelijke droogprocessen vervallen bij de droge
hoeveelheid van ongeveer 2,0 liter per m2.
afbouw en verlagen de bouwkosten.
In geval van brand fungeert het kristalwater als “blus-
Nog een voordeel: elektrotechnische en sanitaire instal-
water”. Speciale brandwerende platen bevatten een extra
kernversterking, die de samenhang van de plaatsamen-
staat overtollig vocht uit de lucht in het vertrek op te
stelling bij brand nog meer verbetert.
nemen, tijdelijk op te slaan en bij een droog klimaat weer aan de lucht af te geven.
Warmte-isolatie met gipskartonplaten Isolatiemaatregelen voor gebouwen is in de praktijk
Geluidisolatie met gipskartonplaten
gebrachte milieubescherming; ze maken een drastische
Lafarge Gips systemen voor de droge afbouw voldoen
vermindering van de kooldioxyde uitstoot bij de ver-
uitstekend aan de eisen die aan geluidisolatie worden
warming van de gebouwen mogelijk.
gesteld.
Aan de huidige warmte-isolatie worden hoge eisen gesteld; er ontstaan nieuwe energiebesparende voor-
Constructies voor de binnenafbouw beschikken meestal
schriften met verscherpte eisen.
over een gelaagde opbouw. Deze bestaat uit gelijksoortige of verschillende lagen (gipsplaatlagen en massieve
Lafarge gipskartonplaten beschikken over een zeer
bouwdelen), die door verende isolatielagen in de spouw
gering warmtegeleidingscoëfficiënt (net als hout).
van elkaar zijn gescheiden. Met zulke constructies wor-
Daarom worden gipsoppervlakken als behaaglijk en
den hoge isolatiewaarden voor de luchtgeluidisolatie
warm ervaren. In combinatie met het gebruikelijke iso-
bereikt, terwijl dit bij een eenlagige bouwwijze slechts
latiemateriaal wordt aan alle eisen, die aan de warmte-
door het gebruik van bouwstoffen met een zeer hoge
weerstand van bouwdelen (R-waarde) worden gesteld,
massa mogelijk zou zijn.
ruimschoots voldaan . In combinatie met geschikte contactgeluid-isolatieplaten bereiken lichte vloersystemen met gipskartonplaten eveneens uitstekende waarden voor de contactgeluidisolatie.
Moderne diagnosetechniek is tegenwoordig in staat bouwkundige gebreken, zoals koudebruggen en lekken, zichtbaar te laten worden: Infrarood-thermografie en Blower-Door techniek bewijzen de hoge kwaliteitsstandaard van de droge afbouw.
Lafarge gipskartonplaten beschikken over een hoog macroporiënaandeel in de gipskern. Daardoor zijn ze in
5
Gips is universeel inzetbaar Gips is één van de oudste grondstoffen voor het maken
Door zijn neutrale pH-waarde wordt gips bovendien in
van bouwstoffen. Reeds 6000 jaar geleden werd gips bij
de geneeskunde en de cosmetica gebruikt.
de bouw van de Egyptische piramiden en tempels
Gipsverbanden die aangenaam voor de huid zijn en
gebruikt als mortelbindmiddel en als hechtlaag voor
“ademen”, ondersteunen en bevorderen het genezings-
schilderwerken in grafkamers en tempels.
proces bij botbreuken. Ook in het tandtechnisch laboratorium heeft gips zich bewezen.
Tegenwoordig wordt gips bijna overal in de bouwwereld gebruikt. De jarenlange ervaring leert dat gips een veelzijdig en probleemloos te gebruiken bouwstof voor de binnenafwerking is.
Sinds de klassieke oudheid is gips het materiaal van kunstenaars en kunstliefhebbers. In de barok- en de rococotijd beleefde gips in de vorm van indrukwekkend stucwerk zijn eerste bloeitijdperk. Tegenwoordig dient het gipsmodel nog altijd als voorstadium voor de bronzen plastiek of als afgietsel respectievelijk afdruk
Gebruik van modelgips in het tandtechnisch laboratorium.
van belangrijke kunstschatten. Ook wordt gips als toevoeging in bemestingsmiddelen in Model- en vormgips maken deze grondstof voor de
de landbouw gebruikt. Het is ook nodig voor de productie
industrie bruikbaar. Ze zijn zorgvuldig op het betreffen-
van verschillende levensmiddelen en cosmetische
de doel afgestemd (bijvoorbeeld in de fijnkeramische
middelen (bijvoorbeeld tandpasta).
industrie voor het maken van gietmallen voor kop en schotels).
Gietgips wordt gebruikt voor sanitair aardewerk. Hardvormgips is geschikt voor de matrijsconstructie bij de productie van dakpannen. Ook model- en designwerkplaatsen gebruiken gips.
6
Portret Fabriek Lippendorf
De jaarlijkse productiecapaciteit bedraagt ongeveer
Lafarge investeerde 45 miljoen euro op deze vestigings-
20 miljoen m2 gipskartonplaten. Het grootste deel van
plek en crëeert hiermee 78 arbeidsplaatsen.
de productie is voor de Duitse markt bestemd, boven-
De gipskartonplatenfabriek, 20 km ten zuiden van
dien breidt de export zich uit naar het Oosten.
Leipzig in Lippendorf, wordt vanaf 2002 berekend op een jaarlijkse productiecapaciteit van 20 miljoen m2.
Fabriek Ottmarsheim
Door de toepassing van rookgasontzwavelingsgips, ver-
In Ottmarsheim (Frankrijk), in de buurt van de Duits-
kregen van elektriciteitscentrales in de omgeving, wordt
Franse grens, werd in 1971 de eerste gipskartonplaat
een positieve bijdrage geleverd aan het milieu. Het rook-
geproduceerd. De producten gaan voor ongeveer 2/3 naar
gasontzwavelingsgips is een hoogwaardige grondstof
Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en de Benelux. De jaar-
voor de productie van gipskartonplaten.
lijkse productiecapaciteit bedraagt ongeveer 18 miljoen m2. In Ottmarsheim zijn 145 medewerkers werkzaam.
Fabriek Delfzijl De fabriek in Delfzijl werd in 1974 gebouwd en produceert sindsdien een veelzijdigheid aan gipskartonplaten, die hoofdzakelijk in de Benelux en in Duitsland hun kopers vindt. Sinds 1996 is in Delfzijl de ISO 9001 ingevoerd en sinds 1998 ISO 14001. De productiecapaciteit is 30 miljoen m2. Er zijn ca. 100 medewerkers werkzaam.
Fabriek Lübbenau In Lübbenau (Duitsland) werd in 1996 met een investering van ca. 85 miljoen mark een gipskartonplatenfabriek gebouwd. De productie-unit bevindt zich op het terrein van de voormalige VEAG-elektriciteitscentrale Lübbenau. Het benodigde rookgasontzwavelingsgips wordt uit de ongeveer 45 km verder gelegen electriciteitscentrale Jänschwalde via het spoor aangevoerd.
7
Rogips - Rookgasontzwavelingsgips
Van delfstof tot gipspoeder Rogips
steensuspensie. Het zwaveldioxide (S02) in de rookgas-
Rogips is een secundaire grondstof. Het komt vrij bij de
sen wordt door de suspensie opgenomen en oxydeert
ontzwaveling van rookgassen uit met kolen gestookte
door de in het rookgas aanwezige zuurstof en de extra
energiecentrales. Kolen bevatten zwavel. Bij de verbran-
ingeblazen lucht.
ding ontstaat zwaveldioxide (SO2). Bij contact met water ontstaat zwavelzuur, hetgeen voor een groot deel de oor-
Tegelijkertijd werkt de kalk neutraliserend. Door een
zaak is van zure regen. Bij de rookgasreiniging wordt het
chemische reactie ontstaat Calciumsulfaat (CaS04) dat
zwaveldioxide omgezet in gips. Dit gips heeft een hoge
tot gips met een zuiverheid van 98 % kristalliseert. In de,
zuiverheid. Voor rookgasontzwaveling bestaan diverse
aan de ontzwavelingsinstallatie gekoppelde, gipsinstal-
processen, waarvoor het proces dat gebaseerd is op de
latie wordt de gipswatersuspensie met behulp van
kalksteenroute met eindproduct gips het meest voor-
centrifuges van het water ontdaan. Het resultaat is een
komt. Kalksteen is CaC03.
1 Kalksteenpoeder 2 Water toevoeging 3 Rookgas 4 Afvalwater naar waterzuivering 5 Voorreiniger 6 Oxidatielucht 7 Absorber 8 Overloopwater terug in het proces 9 Herverhitter 10 Schoon afgas naar schoorsteen 11 Overlooptank 12 Indikker 13 Centrifuge 14 Gips
Korte omschrijving van het proces De door een elektrofilter voor 99% van vliegas ontdane rookgassen worden in de voorreinigingsfase eerst met water besproeid. Alle voor het produceren van gips niet noodzakelijke elementen worden uit de rookgassen gewassen. In de absorber vindt de eigenlijke ontzwaveling plaats. Hier komen de rookgassen d.m.v. een fijn sproeisysteem in aanraking met een kalk-
8
Ontzwavelingsinstallatie
Gipsinstallatie
fijn gipspoeder met een vochtgehalte van 5-8%. Het
(calciumsulfaat dihydraat), vaak dihydraat genoemd.
gebruik van rogips is vanwege de superieure eigenschap-
Door verhitting tot ca. 160ºC ontstaat een halfhydraat
pen van sterkte en zuiverheid sterk toegenomen.
CaS04.1/2H20 (calciumhemihydraat). Men noemt dit proces ook wel calcineren. Het halfhydraat is de grond-
Natuurgips
stof voor het produceren van gipskartonplaten en gips-
Natuurgips is een delfstof die veel voorkomt in
blokken. Door water toe te voegen verandert het half-
Duitsland, Frankrijk en Spanje. Gips ontstond als een
hydraat weer in dihydraat. Als men het hemihydraat nog
natuurlijk mineraal gedurende de geologische ontwikke-
verder verhit ontstaat anhydriet CaS04 (calciumsulfaat),
ling honderden miljoen jaren geleden, toen tijdens de
een mineraal dat eveneens in de natuur wordt gevonden.
geothermische processen sulfaat en calcium ionen werden gevormd, die later in het zeewater werden opgelost. Het gips is gekristalliseerd als een zout en afgezet tijdens het verdampen van binnenzeeën zo'n 280 miljoen jaar geleden in de Perm-periode. Er ontstonden geweldige lagen gips. Door andere gesteenten, afgezet boven op het gips, steeg de druk en daardoor de temperatuur. Het in het gips gebonden kristalwater werd zo uitgedreven. Zo ontstond anhydriet. Het gips kromp hierdoor tot een derde van zijn oorspronkelijke volume. Het gevolg was dat het boven gelegen
Gipskristallen
gesteente scheurde, waardoor er water doorsijpelde. Het anhydriet nam weer twee volumedelen water op en zette daardoor uit, waardoor het gips dichter naar het aardoppervlak werd gedrukt. Toen het oppervlaktewater constant inwerkte, werd het gipssteen opgelost of afgezet en er ontstonden holten. Het natuurgips is dus oorspronkelijk als hele kleine kristalletjes uit het zeewater afgescheiden en heeft zich als een fijnkorrelige brij tot dichte lagen gevormd in verschillende vastheden. Daarbij ontstonden zelfs doorzichtige gipslagen die vroeger als Mariaglas voor ruiten werden gebruikt. Gips is het in de natuur meest verspreide sulfaat en wordt in vele steenzoutafzettingen aangetroffen, waar het wegens zijn geringe oplosbaarheid in water één van de eerste mineralen is, die uit de oplossingen uitkristalliseren. Gips is bekend onder de chemische formule CaS04.2H20
Chemische formule
9
Van gipspoeder tot plaat Korte uiteenzetting
Door middel van doseringsschroeven wordt het gips
De Lafarge-plaat, de Nederlandse gipskartonplaat, wordt
naar de tweede productie-unit gevoerd waar de gips-
in één van de modernste productie-units van Europa
kartonplaten worden geproduceerd.
geproduceerd. Een moderne gipskartonplatenfabriek,
Het productieproces wordt automatisch gestuurd en
zoals Lafarge Gips, bestaat bijna altijd uit twee aaneen-
steeds door medewerkers bewaakt. In een centrale geven
gebouwde productie-units. In de ene wordt het ruwe gips
monitors continu de toestand van de installaties aan.
verwerkt, in de andere worden de gipskartonplaten zelf geproduceerd. 1
Het ruwe gips Het gips dat in de Lafarge-fabrieken wordt gebruikt is natuurgips en rookgasontzwavelingsgips. Het natuurgips, in brokken aangevoerd, wordt tot poeder gemalen.
2
3
5 4
6
7
Dit in tegenstelling tot rookgasontzwavelingsgips dat in 8
poedervorm wordt aangevoerd. Het rookgasontzwavelingsgips wordt binnen, het natuur-
9
gips wordt buiten opgeslagen. Gips in poedervorm 10
neemt meer hemelwater op dan brokken gips. Nadat het ruwe gips is gedroogd, komt het in de calcineerunit. Hier wordt het in calcineerketels verhit tot ca. 160ºC, daarbij komt 3/4 van het chemisch gebonden water vrij.
1 Opslag ruw gips 2 Droger ruw gips 3 Calcineerketel 4 Mixer 5 Karton voor voor- en achterkant 6 Verhardingsbaan 7 Afkorten van platen 8 Drogen 9 Bundelen en stapelen 10 Magazijn
De scheikundige formule van gips is CaS04.2H20 d.w.z. één molecuul calciumsulfaat en twee moleculen water.
10
Het gecalcineerde gips heeft de formule CaS04.1/2H20.
Fabricage van gipskartonplaten
Hieruit blijkt dat er nu slechts 1/4 gedeelte van het
In de tweede unit worden er water en diverse toeslag-
water over is. Het gips zal nu reageren op toevoeging
stoffen zoals zetmeel, zeep en vezels aan het gipspoeder
van water. Van de calcineerketels wordt het gipspoeder
toegevoegd. Het zetmeel dient voor een goede hechting
ter afkoeling naar een hotpit geleid waarna het wordt
van het speciale gipsplatenkarton aan het gips. De zeep
opgeslagen in grote silo's.
geeft de plaat zijn poreusheid en de vezels dienen voor
De droogoven is ingedeeld in zones, waar verschillende temperaturen heersen. In zone I en II heerst een temperatuur van ca. 250ºC in zone III 180ºC en in zone IV 120ºC. De platen verblijven ongeveer een uur in de droogoven. De snelheid op de verhardingsbaan is ca. 70 meter per minuut. De snelheid in de oven is aanmerkelijk langzamer, vandaar dat de oven 8 etages heeft. Nadat de platen, volledig uitgehard, de oven hebben verlaten, worden ze exact op maat gezaagd en naar het eind van de baan geleid waar ze worden gestapeld in Zicht vanuit de richting van de schaar naar de
pakketten van 40, 50 of 60 stuks. De plaat heeft dan
uithardingsroute en de droger.
ca. 575 meter afgelegd en wordt naar het magazijn gereden, klaar voor verzending.
een nog betere brandwerendheid. Van de mixer, waarin de verschillende componenten worden gemengd, loopt
Expeditie
de gipsbrij uit over een vormtafel, waar het voorkant-
De opslag en expeditie bieden ruimte aan ca. 1.000.000 m2
karton van de platen zich als onderlaag voor het gips-
verschillende soorten platen. In tweeploegendiensten
mengsel voortbeweegt. Via een wals wordt het achterkant-
worden dagelijks ca. 70 vrachtwagens geladen. Het overig
karton op het gipsmengsel aangebracht. De afstand tus-
benodigde materiaal wordt ook meegeleverd.
sen deze wals en de vormtafel geeft de dikte van de plaat. Na de wals is de gipskartonplaat gevormd en begint het verhardigsproces. De ‘oneindige’ plaat ligt op een rubberband welke later overgaat in een rollenbaan. Na 250 meter wordt de plaat in stukken gesneden, waarna de platen worden gekeerd en de zichtzijde boven komt. Vervolgens worden ze in een 160 meter lange droogoven, met acht verdiepingen, binnengeleid.
11
De overtuiging
Milieubescherming en recycling Reeds vele jaren voert Lafarge in haar productie-units
Het recyclingmateriaal wordt verzameld en naar de recy-
consequent een milieuvriendelijk beleid. Het ontwikkelde
clinginstallatie gebracht. Daar wordt het door een schroef-
milieubesef van alle Lafarge medewerkers heeft tot doel
breker fijngemaakt tot een korrelgrootte van 0-30 mm.
de belasting van het milieu te vermijden, de natuur te beschermen, her te gebruiken grondstoffen aan het
Uit een voorraad- en doseertank wordt het recycling-
productieproces toe te voegen en het verbruik van
materiaal daarna samen met het rookgasontzwavelings-
primaire energie zo laag mogelijk te houden.
gips continu in de draaioven gestort.
In omvangrijke milieu-onderzoeken, die in alle Lafarge productie-units regelmatig worden ingesteld, wordt kritisch gekeken of het gebruik van grondstoffen en energie verbeterd kan worden. Op deze manier en door aanzienlijke investeringen houdt Lafarge steeds de aansluiting met de stand van de milieutechniek.
Reeds bij de keuringsprocedure volgens de milieubeschermingswet werden alle denkbare risico’s voor het
Productie-afval wordt gerecycled.
milieu in nauwe samenwerking met de betreffende instanties onderzocht en passende maatregelen
Omgang met primaire energie
genomen om de risico’s te vermijden. Op deze manier
De warmte-intensieve processen zijn voorzien van een
werd een samenwerking tussen mens, milieu en
warmteterugwinningsinstallatie om het gebruik van
techniek tot stand gebracht. Dit resulteerde in het
primaire energie te verminderen.
ISO 14001 certificaat. Warme afzuiglucht verwarmt de voor het verbrandings-
12
Recycling van productie-afval
proces benodigde verse lucht in een lucht-lucht- en een
Bij de bouw van de fabrieken werd een installatie ont-
lucht-water-wisselaar. Tegelijk wordt ook de gehele
worpen die het eventuele productie-afval van gipskarton-
fabriek op deze manier van warm water en verwarming
platen hergebruikt.
voorzien.
Waterbescherming Alle vloeibare hulpstoffen worden in gecontroleerde containers bewaard, die bovendien in uit voorzorg gebouwde opvangkuipen staan. Zo kan worden gegarandeerd dat alleen het juiste afvalwater wordt afgevoerd. Bovendien doorloopt alle afvalwater de zuiveringsinstallaties, voordat het weer aan het productieproces wordt toegevoegd. Uniek is dat Lafarge het regenwater dat op het terrein valt opvangt en toepast in het proces. Dit geeft een jaarlijkse besparing op het gebruik van
• nemen alle personeelsleden actief deel aan de verschillende werkgroepen, • werd een bewijskrachtige rapportage opgezet om vooruitgang aan te tonen • wordt de ontwikkeling van milieuvriendelijke producten en service uitdrukkelijk bevorderd, • werkt de fabriek nauw samen met instanties en erkende instituten, • staat de fabriek iedere bezoeker toe zich van de doeltreffendheid van het milieumanagement te overtuigen.
vers leidingwater van 50% oftewel 82.000m3.
Zuiverheid van de lucht Alle betreffende installaties voldoen aan de strenge wettelijke eisen. Moderne buidelfilterinstallaties garanderen een geringe stofuitworp van de afzuiglucht uit de fabriek. Voortdurende metingen in de afzuigluchtstromen zetten direct het alarm in werking wanneer ontoelaatbare afwijkingen zouden ontstaan. Het doorlopend noteren van de meetgegevens dient als preventieve controle.
Milieumanagement Om te voldoen aan de verantwoordelijkheid en uitdaging van een zinvol milieumanagement, • wordt de doeltreffendheid van de in praktijk gebrachte milieubescherming in de fabrieken dagelijks gecontroleerd,
13
Lafarge gipskartonplaten
Lafarge gipskartonplaten Lafarge gipskartonplaten voldoen aan DIN 18 180 en
Extra brandwerende platen (NOVLAM) (type F) - zoals
hebben een KOMO-certificaat.
bouwplaten, echter met een vezelversterkte gipskern. Voor hetzelfde toepassingsgebied als de bouwplaten,
Lafarge gipskartonplaten zijn onderworpen aan een
met extra eisen voor wat betreft de brandveiligheid.
kwaliteitscontrole, bestaande uit permanente controle door eigen mensen en door derden:
Vochtwerende platen (HYDRO) (type H) - kern-
• Forschungs- und Materialprüfanstalt Baden-
geïmpregneerd, met een vertraagde en geringe water-
Württemberg, Otto-Graf Institut, Stuttgart
opname van ≤ 10%. Voor badkamers en vergelijkbare
• BV Kwaliteitsverklaringen Bouw, BKB, Rotterdam
ruimtes, alsmede als ondergrond voor betegeling.
Aanduiding
Brandwerende en vochtwerende platen (HYDROVLAM) -
Lafarge gipskartonplaten zijn aan de achterzijde met
kerngeïmpregneerd met een vezelversterkte gipskern en
productie-aanwijzingen en informatie over het type
een vertraagde wateropname van ≤ 10%. Voor badkamers
platen als volgt gemarkeerd:
met extra eisen voor wat betreft de brandveiligheid.
Achterkant:
14
Logo, DIN-norm, KOMO, Plaattype (bijv. ‘standaard
Plafondplaten
AK 12,5-1200’), Datum, Tijd
- 4 zijdig afwerkbare plafondplaten
Zijkant:
- Akoestische designplaten in 4 typen:
Plaattype (bijv. ‘standaard AK 12,5-1200’)
rechte perforatie, versprongen perforatie,
Kleurgebruik:
vierkante perforatie en willekeurige perforatie.
STANDAARD
Blauw stempel
NOVLAM
Rood stempel
HYDRO
Blauw stempel, groen karton
- Predecosysteem, de witte met primer voorbehandelde gipskartonplaat. - Decoratieve platen, gipskartonplaten bekleed met vinyl.
Lafarge Gips plaatsoorten
Geïsoleerde platen - gipskartonplaten, aan de achterzijde
Bouwplaten (type A) - bestaan uit gips, de vlakken en
voorzien van 20 mm tot 70 mm dik isolatiemateriaal, (poly-
langskanten zijn met een hechtend speciaal karton
styreen of polyurethaan). Lafarge sandwichpanelen worden
bekleed. Ze zijn geschikt voor wand- en plafond-
ter verbetering van de warmte-isolatie toegepast. Plaatdikte
beplatingen met onderconstructie.
9,5 mm en 12,5 mm, lengte 2600 mm, breedte 1200 mm.
Fresco panelen - decoratieve wand- en plafondpanelen.
5. Volle kant (VK) – wordt voornamelijk toegepast waar de naden worden afgewerkt met afdekstrips. Dit type
FoldDesign bouwplaten met V-uitfrezing - platen met
kan eventueel worden geleverd met een vinyllaag,
V-uitfrezing aan de voor- of achterzijde voor speciale
maar dan als inlegpaneel voor plafonds.
vouwtechnieken. 1 Stucplaten (type P) - gipskartonplaten voor pleisterwerk.
Kantsoorten en -uitvoeringen Lafarge gipskartonplaten hebben verschillende, voor het betreffende gebruik gevormde, met karton beklede zijkanten. De kopse kanten zijn afgezaagd. De gipskern is hier zichtbaar.
2
1. Afgeschuinde kant (AK) – kantvorm aan de Lafarge bouwplaat, brandwerende plaat en hydroplaat. Deze plaat is geschikt voor het afvoegen met wapeningsstroken en Planfix B fresh. 3 2. Halfrond afgeschuinde kant (HRAK) – kantvorm bij alle gangbare Lafarge bouwplaten, brandwerende platen en hydroplaten. De speciale kantvorm maakt met “Planfix fresh” het doelmatig afvoegen, zonder wapeningsstroken, mogelijk.
3. Ronde kanten (RK) – Lafarge gipskartonplaten met
4
ronde kanten worden voornamelijk bij plafonds toegepast en worden niet geplamuurd. De ronde kant wordt niet afgewerkt maar zorgt voor een geleidelijke overgang van de ene naar de andere plaat.
4. Facetkant (FK) – deze kantvorm wordt toegepast bij
5
plafonds. De facetkant zorgt voor een accentuering van de naden.
15
relatieve luchtvochtigheid en een binnentemperatuur van + 10ºC tot maximaal + 45ºC ligt. Na de montage dienen gipsplaatsystemen tegen te lange vochtinwerking te worden beschermd. • zie ook het boek CaSO4.2H2O, hoofdstuk 10.
Bouwplaatsvoorwaarden, transport en opslag Het afwerken met gipskartonplaten staat op een technisch
Badkamers en vergelijkbare ruimtes
hoog niveau. Desondanks kunnen bij ondeskundig gebruik
Systemen voor de droge afbouw met gipskartonplaten zijn
gebreken optreden. Om gebreken bij het afwerken met
ook geschikt en concurrerend te produceren voor badka-
Lafarge gipskartonplaten te voorkomen en de kwaliteit te
mers en douches in woningen, kantoren, hotels en zieken-
garanderen, dienen de volgende aanbevelingen en aan-
huizen, inclusief de natte ruimtes. Hiervoor worden bij
wijzingen onvoorwaardelijk in acht te worden genomen.
voorkeur geïmpregneerde Lafarge vochtwerende gipskarton-
• Lafarge gipskartonplaten worden op hun kant gedragen of
platen (Hydro) gebruikt. Om schade te voorkomen dient in
met geschikte transportmiddelen (heftruck, plaatwagen
deze vertrekken altijd voldoende ventilatie aanwezig te zijn.
e.d.) vervoerd. Bij het neerzetten dient men erop te letten
Daardoor wordt gegarandeerd dat het in de bouwdelen tijde-
dat de hoeken en kanten niet worden beschadigd.
lijk opgeslagen vocht weer aan de binnenlucht kan worden
Een ondeskundige opslag (bijvoorbeeld verticaal) kan tot
afgegeven. Aantasting door schimmel wordt vermeden.
vervormingen leiden, die een goede montage belemmeren
In ruimtes met een permanent verhoogde relatieve lucht-
en tot gebreken leiden.
vochtigheid (≥ 85%), bijvoorbeeld in openbare zwembaden,
• om eventuele beschadigingen (vervormingen of breuken)
gemeenschappelijke douches, bedrijfskeukens, slachthuizen,
te voorkomen, moeten Lafarge gipskartonplaten op een
zuivelfabrieken, autowasstraten, enz., raden wij u het
vlakke ondergrond (pallets) of op stroken op een onder-
gebruik van gipskartonplaten af.
linge afstand van max. 500 mm worden opgeslagen. Bij het opslaan van de platen dient men te letten op het draagvermogen van de vloer. 50 Lafarge brandwerende platen 12,5 mm met de afmetingen 2500 x 1200 mm belasten de draagvloer met ongeveer 5,00 kN/m2 (500 kg/m2). • platen en toebehoren dienen tegen vocht- en weers invloeden te worden beschermd. Nat geworden platen moeten vóór de montage afzonderlijk op een vlakke ondergrond volledig drogen. Gipsproducten (platen, platenlijm en voegenvuller) moeten droog (overdekt) worden bewaard. • onderzoeken tonen aan dat het voor de verwerking van gipskartonplaten gunstige klimaat tussen 40 en 80%
16
Moderne droge afbouw maakt decoratieve, veeleisende detailoplossingen in de badkamer mogelijk.
Gipskartonplaten Designline Fresco-panelen voor exclusieve wand- en plafondbekleding van uitstekende kwaliteit.
Fresco-panelen zijn 18 mm dik en 1200 mm breed.
Fresco lambriseringspanelen 3SP en 1SP – zijn te gebruiken voor de onderkant van de wand en borstwering. Naar keuze drie kleine of één grote rechthoekige spiegel. Breedte 1200 mm, hoogte 800 mm.
Fresco-wandpanelen 3SP en 1SP – zijn te gebruiken voor wandbeplatingen en in hoge ruimtes als borstweringpanelen. Naar keuze drie kleine of één grote rechthoekige spiegel. Hoogte 1600 mm, breedte 1200 mm. Fresco-plafondpanelen 9SP en 4SP – zijn te gebruiken voor plafond- en zolderbeplatingen. Naar keuze negen of vier vierkante spiegels. Afmetingen 1200/1200 mm. Fresco Fresco-trappanelen 1SP – zijn te gebruiken voor trappenhuiswanden en opgangen met een stijging tot 42%. De
dikte 6 mm. Voor scheidingswanden en plafond-
trappanelen zijn rechthoekig en zijn te combineren met
beplatingen met een radius tot 300 mm.
de lambriseringspanelen 3SP en 1SP. Hoogte 1300 mm, breedte 400 mm.
FoldDesign – is de naam van het systeem waarbij gipskartonplaten worden gebruikt waarin in de fabriek een
Fresco-lijsten – kooflijstprofielen van gips, met karton
V-groef is gefreesd. Bij het verwerken worden de platen
bekleed. Breedtes: 90 en 120 mm.
op de V-groef gevouwen.
Allform - de vezelversterkte, flexibele, droog en nat buig-
Wilt u meer informatie over de design-lijn? Vraag dan
zame gipskartonplaat. Lengte 3000 mm, breedte 1200 mm,
de brochure aan.
17
Shadowline en Softform
Profils van Lafarge Gips zijn aluminiumprofielen van uitstekende kwaliteit, met een speciale coating. Ze zijn gemakkelijk te verwerken en te monteren. Ze kunnen door middel van schroeven aan stijlen respectievelijk aan de onderconstructie worden bevestigd. De aansluitingen moeten met voegenvuller “Planfix B fresh” en tape worden afgevoegd. Voor de oppervlaktebehandeling en artistieke vormgeving zijn alle in de handel gebruikelijke verf en andere afwerkingen geschikt.
Allform
18
Verwerking
Op maat snijden en bewerking Het op maat snijden Lafarge gipskartonplaten zijn met een gipsplaat- of
1
stanleymes gemakkelijk te snijden. De platen moeten op een vlakke ondergrond, op een stapel of vlak op een snijtafel liggen. 2 Karton aan de zichtzijde insnijden (1), plaat in de gipskern breken (2) en karton aan de achterzijde doorsnijden (3). Speciale vormen kunnen worden verkregen met een fijntandige handzaag (4) of een decoupeerzaag met afzuiging. 3
Kantenbewerking Snijkanten met de Lafarge kantschaaf afschuinen en eventuele kartonrafels wegschuren. Voor het afvoegen moet de snijkant door afborstelen of
4
licht bevochtigen van gipsstof worden ontdaan om een betere hechting van de voegenvuller te garanderen.
Uitsparingen
5
Installatie-uitsparingen, gaten en doorvoeren precies opmeten, aangeven en met een gaten- of decoupeerzaag (5) respectievelijk een ronde vijl (‘rattenstaart’) (6) uitsnijden. De gatdiameter moet rondom 10 mm groter zijn dan de buisdiameter. 6 Jarenlange ervaring heeft aangetoond dat het gunstige klimaat voor de verwerking van gipskartonplaten tussen 40% en 80% relatieve luchtvochtigheid ligt, alsmede een omgevingstemperatuur boven +10ºC.
19
Verwerking
Bevestiging en aansluiting Bevestiging Lafarge gipskartonplaten kunnen op onderconstructies
Bevestigingsmiddel
van hout en metaal worden bevestigd, of met “platen-
minimum indringdieptes
lijm 60” direct op de verticale muren worden gelijmd.
snelbouwschroeven
≥ 5 x dn
Lijmen aan schuine of horizontale bouwdelen (plafonds
spreidnieten
≥ 5 x dn
en daken) is niet toegestaan.
spijkers met gladde schacht
≥ 12 x dn
Lafarge gipskartonplaten moeten dicht tegen elkaar
spijkers met gegroefde schacht
≥ 8 x dn
worden geplaatst. Ze moeten stevig tegen de onder-
dn = nominale diameter bij schroeven,
constructie worden gedrukt.
spijkers en nieten
De bevestigingsmiddelen moeten bij naden en kanten van de platen 5-10 mm worden verplaatst en de volgende
over drie bevestigingspunten.
randafstanden moeten worden aangehouden: met karton
Scheidingswanden moeten aan alle aangrenzende bouw-
beklede kanten ≥ 10 mm, niet met karton beklede
delen strak aansluiten. Akoestisch band moet op iedere
kanten ≥ 15 mm.
plaats over de volle breedte de oneffenheden van de
Schroeven of spijkers moeten haaks op het plaatvlak
ondergrond kunnen egaliseren.
worden ingebracht en zo diep worden verzonken
Aansluitingen moeten met voegenvuller worden gedicht.
(0,5 – 1,0 mm) dat het karton niet wordt beschadigd.
Bij meerlaagse beplatingen kunnen, echter niet bij
De lengte van de bevestigingsmiddelen is afhankelijk
brandveiligheidseisen, de aansluitvoegen van de boven-
van de betreffende plaat- respectievelijk beplatingsdikte
ste plaatlaag met elastisch voegmateriaal worden gevuld.
en de noodzakelijke indringdiepte in de onderconstructie. Snelbouwschroeven moeten minstens 10 mm in de
Glijdende aansluitingen
metalen profielen steken.
Glijdende wand- en plafondaansluitingen moeten
Indringdieptes van bevestigingsmiddelen in houtcon-
gebruikt worden wanneer een beweging van de aan-
structies volgens tabel hiernaast.
grenzende bouwdelen van ≥ 10 mm te verwachten is. Hierbij zijn de NPH-profielen bekleed door er Lafarge
20
Aansluitingen
plaatstroken in de goede dikte onder te leggen. De
Aansluitprofielen van hout of metaal (NPH) moeten op
bevestigingen van de platen mogen de vervorming
een onderlinge afstand van ≤ 800 mm bevestigd worden,
van de bouwdelen niet belemmeren.
zijdelingse aansluitingen moeten minimaal beschikken
Afstanden van bevestigingsmiddelen (bij meerlaagse
beplating kunnen de onderlinge afstanden van de beves-
Om het afvoegen niet onnodig te bemoeilijken, dient
tigingsmiddelen in de onderliggende lagen tot drie keer
men te letten op een goede uitlijning van de platen.
zo groot zijn):
In ruimtes met een hoge vochtigheid (bad, douche) moeten bij wandconstructies de Lafarge gipskarton-
Bevestigingsmiddel
max. afstanden bij
platen op ca. 10 mm afstand van de bovenkant van de
metalen of houten onder-
vloer worden aangebracht.
constructie (mm)
Lafarge gipskartonplaten kunnen in lengte- of dwars-
wand
plafond
richting worden aangebracht. Bij het in dwarsrichting
schroeven
≤ 250
≤ 170
plaatsen moeten de naden van de platen worden
spijkers 1)
≤ 170
≤ 120
ondersteund.
nieten 2)
≤ 80
≤ 80
Bij het in dwarsrichting plaatsen moeten de kopse
1) bij brandveiligheidseisen ≤ 120.
nadenen zo worden aangebracht, dat ze op de onder-
2) niet toepassen indien brandveiligheidseisen
constructie komen.
worden gesteld.
Dilatatievoegen Schroeflengtes afhankelijk van plaatdiktes en onder-
Dilatatievoegen in gebouwen moeten worden over-
constructie:
genomen; verder dient er een dilatatie te worden toegepast bij een wandlengte van > 12 meter.
plaatlaag/
onderconstructie
plaatdikte (mm)
metaal (mm)
onderconstructie hout (mm)
Bij plafonds moet een dilatatie worden toegepast bij een plafondoppervlakte van > 100 m2.
enkele beplating: 10,0-12,5-15,0
25
35
18,0-20,0-25,0
35
45
2 x 12,5
35
45
2 x 20,0
50
70
dubbele beplating:
Bij vertikale montage van de platen, in één laag, moet achter de kopsenaad van de plaat een onderconstructie worden aangebracht.
Bij horizontale montage van de platen hoeft bij de langskanten geen extra onderconstructie worden aangebracht.
De platen mogen nooit zodanig worden gemonteerd, dat de kopseof langs-naden in een lijn liggen of kruisen vormen.
Bij meerdere lagen platen, dienen de naden van laag tot laag verspringend te worden aangebracht. Dit geldt zowel voor de kopse- als de langskanten.
Kopse naden Bij enkele beplating van wanden en plafonds moeten de naden van de platen versprongen ten opzichte van elkaar worden aangebracht, zodat geen kruisvoegen ontstaan (sprong ≥ 400 mm). Bij meerlaagse beplatingen moeten de afzonderlijke plaatlagen met versprongen naden worden aangebracht.
21
Lastbevestiging Consolebelastingen
door constructieve maatregelen, zoals bijvoorbeeld
Lafarge gipskartonplaten mogen een statische console-
dwarsbalken, direct in de onderconstructie of de vloer
belasting hebben van ≤ 1,5 kN/m wandlengte. Hierbij
worden bevestigd.
wordt een onderscheid gemaakt tussen “lichte console-
Bij Lafarge voorzetwanden moeten de dragende stijlen
belastingen” (tot 0,4 kN/m) en “overige console-
op een onderlinge afstand van ≤ 1200 mm op de dragende
belastingen” (tot 0,7 kN/m).
wand worden bevestigd. Voor belastingen ≥ 1,5 kN/m
De belastbare afstand (e) moet ≤ 300 mm bedragen, de
dienen verdiepingshoge metaalprofielen te worden
aan te brengen, overhangende belastingen moeten een
gebruikt. Het draagvermogen dient te worden aangegeven.
hoogte van minimaal 300 mm hebben. Bij pleisterwerk moeten belastingen met een kracht
Belasting aan plafonds
van ≤ 0,15 kN direct in de dragende ondergrond worden
Belastingen tot 0,06 kN per plaatvlak en meter kunnen
verankerd. Bij de montage van rails voor hangkasten en
met kantel- of spouwpluggen direct op de 12,5 mm plaat
planksystemen dient men te letten op een gelijkmatige
worden gemonteerd. Hierbij dient men de maximaal
lastenverdeling. De bevestiging moet in de onmiddellijke
toegestane profielafstand in acht te nemen.
nabijheid van de NPV profielen worden gerealiseerd. Vlakke en niet uitkragende belastingen, bijvoorbeeld
Belastingen van meer dan 0,06 kN kunnen bij Lafarge
schilderijen, kunnen met spijkers of schilderijhaken
plafondsystemen zonder brandveiligheidseisen direct
direct op iedere plaats op de Lafarge gipskartonplaten
aan de verdiepingsvloer worden bevestigd.
worden bevestigd. Overhangende belastingen, zoals
Brandwerende plafonds mogen niet belast worden,
bijvoorbeeld hangkasten, moeten met geschikte spouw-
tenzij de officiële instanties dit toestaan.
pluggen volgens de voorschriften van de fabrikant worden bevestigd.
Voor toegestane belastingen van bevestigingsmiddelen
Bij consolebelastingen met 0,40 kN/m tot 0,70 kN/m is
aan Lafarge-montagewanden en Lafarge-voorzetwanden,
een bevestiging op iedere plaats mogelijk, wanneer de
dient men te letten op de gegevens van de fabrikant van
plaatdikte minimaal 18 mm bedraagt of een dubbele
de pluggen.
beplating met een plaatdikte van elk minimaal 12,5 mm wordt gerealiseerd. Dit geldt ook voor wanden met dubbele aan elkaar gelaste stijlen. Indien de bevestiging uitsluitend in de beplating plaatsvindt, dient een minimale afstand van de spouwpluggen onderling van 75 mm aangehouden te worden. Consolebelastingen met 0,70 kN/m tot 1,5 kN/m moeten
22
Metalen spreidpluggen
Kunststof knooppluggen
Belasting verdelende multiplexplaat in een staalskelet.
Belasting verdelende multiplexplaten Belasting verdeling door middel van multiplexplaten wordt voornamelijk toegepast in wanden met een stalen
Schilderijhaken type 1 type 2 type 3
skelet. De multiplexplaat wordt tussen twee stijlen aangebracht en met schroeven vastgezet (zie tekening). De multiplexplaat van ongeveer 18 mm dik, zal ca. 300 mm hoog moeten zijn om een goede bevestiging te waarborgen. Met stokschroeven (met twee soorten schroef-
Voor maximale belasting per plug: zie aanwijzingen van de
draad: normaal hout schroefdraad aan de ene kant en
leverancier op de verpakking van de pluggen.
aan de andere kant schroefdraad voor moeren waaraan zware voorwerpen kunnen worden opgehangen) wordt de wasbak aan de wand bevestigd. De Lafarge-platen worden eveneens aan de multiplexplaat geschroefd met schroeven h.o.h. 200 mm.
23
Afvoegen Platenlijm
Finish 75
Voor het lijmen van Lafarge gipskartonplaten en isolatie-
Plamuur in poedervorm voor de eindafwerking van de
platen aan betonwanden en metselwerk.
naden.
Platenlijm 60
Finish 85
Verwerkingstijd ca. 60 minuten.
Plamuur in kant-en-klare vorm voor de eindafwerking van de naden.
Voegenvuller Voor het afvoegen van Lafarge gipskartonplaten.
Wapeningsstroken Wapeningsstroken van papier of zelfklevende tape
Planfix fresh
kunnen worden gebruikt.
Voor het afvoegen van Lafarge gipskartonplaten met HRAK, HRK en aangeschaafde facetkanten, zonder
Snijkanten
wapeningsstroken. Verwerkingstijd ca. 60 minuten.
Zowel bij de verwerking met wapeningsstroken alsook bij de verwerking zonder wapeningsstroken moeten de snijkanten voor het afvoegen worden afgeschuind (aan-
FUGENFÜLLER
für die Verarbeitung ohne Bewehrungsstreifen
25kg
schaven van facetkant) en stofvrij worden gemaakt.
FUGENFÜLLER
FUGENFÜLLER
FUGENFÜLLER
5kg
für die Verarbeitung ohne Bewehrungsstreifen
GIPS
Standaard plamuren
GIPS
Bij het afvoegen moeten de voegen, de bevestigingsPlanfix fresh
“Finish 75”
middelen, de aansluitingen en de doorvoeren tot het niveau van het plaatoppervlak opgevuld worden.
FUGENFÜLLER
FUGENFÜLLER
25kg
für die Verarbeitung mit Bewehrungsstreifen
FUGENFÜLLER
FUGENFÜLLER
5kg
für die Verarbeitung mit Bewehrungsstreifen
GIPS
Planfix B fresh
Aftekeningen door strijklicht kunnen niet geheel worden voorkomen.
GIPS
“Finish 85”
Deze oppervlakken zijn geschikt voor: matte of structuurverf en behang, uitgezonderd zijde-, vinyl- of gemetalli-
Planfix B fresh
seerd behang.
Voor het afvoegen van Lafarge gipskartonplaten met
24
AK en HRAK, met wapeningsstroken. Verwerkingstijd
Speciaal afvoegen
ca. 90 minuten.
Bij het afvoegen moet de ondergrond aan speciale licht-
verhoudingen (strijklichtinval) worden aangepast en
• afvoegwerkzaamheden mogen pas worden verricht,
bovendien, indien mogelijk, glad zijn.
wanneer geen grote lengteveranderingen meer te
Dit wordt bereikt door de voegen breed af te voegen of
verwachten zijn
het volledige vlak te voegen. Het totale oppervlak kan aansluitend met “Finish 75” of “Finish 85” worden geplamuurd.
• bij het lijmen van platen mag pas afgevoegd worden na uitharding van de platenlijm • zorg voor voldoende verwarming en ventilatie • in de winter te snel verwarmen vermijden
Afvoegen/praktische tips
• aansluitingen aan bouwdelen kunnen met scheidings-
Afvoegen zonder wapeningsstroken (HRAK)
stroken worden afgevoegd om een ongecontroleerd
Werkwijze:
afscheuren te vermijden
HRAK-kant met Planfix fresh vol en geheel sluitend
• indien er geen brandveiligheidseisen zijn, kunnen de
vullen en gelijk met het plaatoppervlak afstrijken. Na
voegen van aansluitingen blijvend elastisch worden
het uitharden volgt vaak nog een laag Planfix fresh.
gesloten
Nadat de laatste laag is uitgehard kan het oppervlak vrijwel zonder overgang worden geschuurd.
• de beoordeling van de oppervlakken vindt plaats volgens blz. 26.
Eventueel afwerken met “Finish 75” of “Finish 85”.
"Planfix fresh"
"Planfix fresh"
Afvoegen met wapeningsstroken (AK, HRAK) "Finish 75" of
Werkwijze: AK-kant met Planfix B fresh vol en gelijk met het plaatoppervlak vullen en vlak afstrijken.
"Finish 85"
HRAK Naadafwerking zonder wapeningstape
Papiertape in de verse voegenvuller drukken en zonder 1e laag
luchtbellen gladstrijken. Zelfklevend tape op de naad plakken. Daarna AK-kant vol en gelijk met het plaat-
"Voeg 35" of "Planfix B fresh" Wapeningstape 2e laag "Voeg 35" of
oppervlak vullen en vlak afstrijken.
"Planfix B fresh" Eind laag "Finish 75" of "Finish 85"
Na het afbinden van het voegmateriaal, opvullen tot een oppervlak zonder overgang is bereikt.
AK Naadafwerking met wapeningstape
1e laag
Eventueel afwerken met “Finish 75” of “Finish 85”.
Zelfklevend wapeningstape "Voeg 35" of "Planfix B fresh" 2e laag
Belangrijke aanwijzingen voor het afvoegen • de verwerkingstemperatuur moet boven 10ºC liggen • afvoegwerkzaamheden pas na het aanbrengen van pleisterwerk en afwerkvloer verrichten
"Voeg 35" of "Planfix B fresh" Eind laag "Finish 75" of "Finish 85"
AK Naadafwerking met zelfklevend wapeningstape
25
Afwerking Afwerkingniveaus voor gipskartonplaten op systeemwanden en plafonds Niveau
Bewerkingen
Maximaal toelaatbare afwijking van de vlakheid: het gehele oppervlak de hoeken bij een onderlinge afstand tussen de meetpunten van: 0,4 m 1m 2m 0,4 m <1 mm 1,5 mm 2 mm 2 mm
A*
Een dunne toplaag van een materiaal, dat speciaal voor dit doel is vervaardigd, wordt op het hele oppervlak aangebracht. Het verkregen oppervlak moet vrij zijn van bewerkingsgroeven en oneffenheden.
B
De op de naden en bevestigingsmiddelen aangebrachte voegvuller/finisher moet vrij zijn van bewerkingsgroeven en oneffenheden.
< 1 mm
2 mm
3 mm
3 mm
C
De op de naden en bevestigingsmiddelen aangebrachte voegenvuller moet egaal zijn aangebracht. Kleine oneffenheden en bewerkingsgroeven 1 mm zijn acceptabel.
< 2 mm
4 mm
4 mm
4 mm
D
De op de naden en bevestigingsmiddelen aangebrachte voegenvuller moet egaal zijn aangebracht. Kleine oneffenheden en bewerkingsgroeven 2 mm zijn acceptabel.
< 3 mm
5 mm
6 mm
4 mm
E
Voegenvuller op de naden moeten egaal zijn aangebracht. Oneffenheden zijn acceptabel.
nvt
nvt
nvt
nvt
F
Geen
nvt
nvt
nvt
nvt
* Deze afwerking van de hoogste kwaliteit is de meest effectieve methode om een zo gelijkmatig mogelijk oppervlak te verkrijgen door de eindafwerking te minimaliseren. Bij strijklicht blijven afwijkingen kleiner dan 1 mm zichtbaar!
Opmerking: Afhankelijk van de productspecificaties van de eindafwerking dient het verkregen oppervlak door de applicateur van de eindafwe Voor merken en eindafwerkingproducten raadpleeg de desbetreffende fabrikant.
26
De ondergrond
gewone eisen aan de vlakheid van de ondergrond wor-
De ondergrond alsmede de voegen moeten vlak, droog,
den gesteld, is het volledig afvoegen of stukadoren van
solide, stof-, vuil- en scheurvrij zijn. Aanwezige mortel-
het totale oppervlak noodzakelijk. Bij het schuren dient
en voegresten moeten verwijderd worden.Indien buiten-
men erop te letten dat het karton niet wordt beschadigd.
Toepassing
Voorbeelden van eindafwerking
Dit afwerkingsniveau is ten zeerste aan te bevelen wanneer hoogglans en zijdeglans verfmateriaal wordt gevraagd. Bij strijklicht zijn afwijkingen kleiner dan 1 mm zichtbaar!
Meerkleurenverf en muurverf in hoogglans en zijdeglans. Dun (vinyl)behang. Muurverfproducten en conventionele verfproducten.
Dit afwerkingsniveau dient te worden toegepast wanneer gematteerd verfmateriaal, een dunne en/of licht gekleurde wandbekleding of een fijn gestructureerde afwerking moet worden aangebracht.
Meerkleurenverf, muurverf- en structuurverfproducten, dun (vinyl)behang, glasvezelvlies met fijne structuur, zonder strijklicht.
Dit afwerkingsniveau dient te worden toegepast wanneer zware wandbekleding of een middelgrof gestructureerde afwerking moet worden aangebracht.
Glasvezelvlies met grove structuur Schuimvinylbehang. Spuitpleister met korrelgrootte ≤ 3 mm
Dit afwerkingsniveau dient te worden toegepast Spuitpleister met korrelwanneer een grof gestructureerde afwerking moet grootte > 3 mm worden aangebracht Stucwerk
Dit afwerkingsniveau dient te worden toegepast wanneer er geen esthetische maar alleen een functionele eis wordt gesteld.
nvt
Dit afwerkingsniveau kan gebruikt worden bij een tijdelijke constructie, wanneer nog geen eindafwerking vaststaat of bij een eindafwerking van tegelwerk, stucwerk of een aftimmering.
Tegelwerk Aftimmering Stucwerk of stucplaat
en de kans op aftekenen van de voegen en het doorschijnen van bevestigingsmiddelen
rking voorbehandeld te worden met een hechtlaag.
Het gronden
om te voorkomen dat het karton en de naden in ver-
Voordat een volgende laag verf of behang wordt aan-
schillende mate absorberen.
gebracht, moeten de gipskartonplaten en de afgevoegde vlakken van een geschikte hechtlaag worden voorzien,
27
Verven
Aanbeveling
De meeste in de handel gebruikelijke verf is geschikt,
De geschiktheid van de afwerklagen dient door de
bijvoorbeeld latexverf.
fabrikant te worden bevestigd.
Verf op mineraalbasis (kalk-, waterglas- en silicaatverf) is niet geschikt. Er zijn fabrikanten die latex-silicaatverf
Tegels
voor gipskartonplaten aanbieden. Voor gebruik moeten
Lafarge-montagewanden, waarop keramische tegels
de gebruikseigenschappen en de geschiktheid door de
worden aangebracht en met dubbele beplating zijn
fabrikant worden aangetoond en dient men te letten op
uitgevoerd, bedraagt de stijlafstand maximaal 600 mm.
de verwerkingsaanwijzingen.
Bij een enkele beplating van ≥ 12,5 mm dikke Lafarge
Onbehandelde gipsplaatvlakken kunnen door een lange
gipskartonplaten dient de stijlafstand (h.o.h.) maximaal
en intensieve lichtinwerking vergelen. In dit geval is het
400 mm te zijn. De voegen achter de tegels voorzien van
aan te bevelen een speciale grondverf te gebruiken, die
een zelfklevend tape en opvullen met tegellijm.
het doorslaan van geelstoffen voorkomt.
In badkamers en vergelijkbare ruimtes moeten bij voor-
Proeflagen over diverse plaatbreedtes, inclusief de voegen
keur Lafarge hydroplaten worden gebruikt.
en de geplamuurde vlakken, blijken zinvol te zijn.
Droge en normaalbelaste vlakken Behang en lijm
Hiervoor zijn de meeste in de handel gebruikelijke
De meeste in de handel gebruikelijke behangsoorten en
kunststof lijmen geschikt.
lijm (behangplaksel) zijn geschikt. Het is aan te bevelen om vóór het behangen een voorstrijkmiddel aan te
Het vastlijmen van de tegels gebeurt met een lijmkam,
brengen. Dit vergemakkelijkt bij eventuele latere
over het gehele oppervlak, in een dunne laag. Bij de
renovatiewerkzaamheden het verwijderen van het
bovenste rij tegels wordt de lijm horizontaal aangebracht
behang. Zonder dat het karton wordt beschadigd.
(of wordt een elastische waterkerende band toegepast),
Speciaal behang (zijde-, vinyl- of gemetalliseerd
zodat geen water achter de tegels kan komen.
behang) vereist speciale maatregelen bij de voorbehandeling van de ondergrond, bijvoorbeeld het gehele
Waterbelaste vlakken
oppervlak afvoegen of het complete oppervlak voorzien
De Lafarge gipskartonplaten moeten voor het aanbrengen
van “Finish 75” of “Finish 85”.
van de tegels van een geschikte hechtlaag worden voorzien. De waterbelaste vlakken moeten voor het aan-
Pleisterwerk
brengen van de tegels met een speciale laag waterdicht
Op Lafarge gipskartonplaten kunnen pleistersystmen
en flexibel worden afgedicht.
worden aangebracht. Voor het gebruik van pleister-
Alle snijkanten en doorvoeren met elastisch blijvende
systemen is de door de fabrikant voorgeschreven
kit afdichten.
hechtlaag noodzakelijk.
28
Afdichtingslijm Bij het gebruik van een vochtwerende afdichtingslijm behoeft geen speciale afdichting te worden gebruikt. Afdichtingslijm vlak opbrengen en laten drogen. Dezelfde lijm met een lijmkam over de voegen aanbrengen en de tegels aandrukken.
Voegen en aansluitingen De betegelde vlakken moeten met waterafstotende, scheurvrij uithardende materialen duurzaam en vochtondoordringbaar gevoegd worden. Alle aansluitvoegen, hoeken, voegen tussen wand en vloer, dilatatievoegen, alsmede alle wanddoorvoeren moeten met duurzaam elastisch voegmateriaal waterdicht worden afgesloten.
29
De droge afbouw in badkamers Materiaalkeuze
De Lafarge gipskartonplaten eindigen ca. 10 mm boven
Voor badkamers en dergelijke moeten bij voorkeur vocht-
de onbehandelde vloer. De totale vloer moet van een
werende Lafarge bouwplaten (Hydro) en brandwerende
afdichting worden voorzien, die bij alle opstaande aan-
en vochtwerende platen (Hydrovlam) worden gebruikt.
grenzende bouwdelen tot minstens 150 mm boven de dekvloer moet worden aangebracht.
Afdichtingsmaatregelen Lafarge-montagewanden moeten rondom badkuipen en
Vooral bij tegelbeplating dient men erop te letten dat
douches, met voldoende afstand vanaf de badkuip en de
geen vocht in de wandconstructie of achter de voor-
douche tegen spatwater worden afgedicht. (≥ 200 mm).
zetwand komt.
Bij wanddouches moet de afdichting tot boven de douchekop worden aangebracht (≥ 300 mm).
Voor het aanbrengen van tegels moet een speciale lijm
Het totale onderste deel van de montagewanden moet
worden gebruikt, die wateropname voorkomt. De voeg
tegen optrekkend vocht worden afgedicht. De hoogte
tussen vloer en wand moet met duurzaam elastisch
vanaf de bovenkant van de vloer bedraagt ≥ 150 mm.
schimmelwerende kit worden afgedicht.
≥ 600
niet waterbelast
≥ 200
≥ 200 ≥ 200
≥ 150 waterbelast gebied
Afdichtingsgebieden in badkamers
30
In de ten behoeve van de geluidisolatie aangebrachte
De snijkanten van de uitsparing in de beplatingen moe-
ontkoppeling tussen badkuiprand en montagewand
ten van een hechtlaag worden voorzien. Voor een betere
dient akoestisch band te worden aangebracht.
hechting van de duurzaam elastische kit.
De tegels eindigen ca. 10 mm boven de badkuiprand. De resterende voeg wordt met duurzaam elastisch schimmelwerend materiaal afgekit.
Aanbrengen voorzetwand Lafarge voorzetwanden bieden een doordachte en fraaie oplossing om buizen en leidingen aan te brengen, zonder dure breekwerkzaamheden aan wanden te moeten verrichten. De buizen en leidingen zijn aan de onbehandelde wand (metselwerk) bevestigd. Voorzetwanden met draagconstructies in de spouw moeten dubbel worden beplaat.
Isolatie Bij installatie- en voorzetwanden dienen uit geluidsisolerend oogpunt spouwvullingen in de vorm van minerale wol te worden gebruikt.
Installatie-doorvoeren Buisdoorvoeren en alle andere openingen moeten bij de vlakafdichting worden meegenomen. Eventueel kunnen afdichtmanchetten (rubber) worden aangebracht. Uitsparingen voor leidingen en armaturen in de beplating moeten 10 mm groter worden uitgezaagd dan de aangebrachte leiding- of buisdoorsnede.
31
Kolommen en balken
Novlam Fireblock Gipskartonplaten met bijzonder goede brandwerende eigenschappen. De platen hebben een versterking van glasvezel en er zijn brandwerende materialen aan
KB-clip 17 of 27
toegevoegd. Novlam is verkrijgbaar in twee dikten: 12,5 mm en 15,0 mm. Novlam fireblock in 20,0 mm en 25,0 mm. De platen worden op dezelfde manier als gewone gipskartonplaten behandeld, gemonteerd en afgewerkt.
NPH 27
NPH 27
Fixeren
Inknippen en ombuigen
Ondersteuning t.p.v. naden
Pas wanneer al het kristalwater is verdampt, zal de temperatuur in de plaat verder stijgen, waardoor de plaat zijn samenhang zal verliezen. Tijdens de verdamping Bekleden van kolommen
ontstaan kleine krimpscheurtjes in de plaat. Door de toevoeging van glasvezels blijft de plaat langer bij elkaar,
De brandwerende werking
ook nadat het water is verdampt.
Bij verhitting vindt er een chemische verandering in KB-clip het gips van de plaat plaats. Het chemisch gebonden kristalwater, ca. 21%, verdampt. Zolang deze verdamping plaatsvindt, wordt er energie aan het vuur onttrokken, waardoor de temperatuur van de plaat constant blijft.
32
NPH 27
De plaat zal langer op zijn plaats blijven en beschermt
Bekleding met Novlamplaten
dan ook nog beter tegen brand dan een gewone gips-
De Novlamplaten worden met gewone schroeven voor
kartonplaat al doet.
gipskartonplaten op de montageprofielen bevestigd.
Brandwerendheid naar behoefte
Laag platen,
Schroeflengte
aantal x dikte in mm
in mm
Engeland, Frankrijk of Duitsland op brandwerendheid
1 x 12,5
25
getest. Zoals uit de schema’s blijkt, kan er met een
1 x 15,0
25
bescherming van deze speciale platen aan iedere brand-
2 x 12,5
35
werendheidseis tegemoet gekomen worden. Hoe dikker
2 x 15,0
45
de laag platen, des te beter de brandwerendheid.
3 x 12,5
45
3 x 15,0
55
De getoonde brandwerende constructies zijn in
Montage met KB-clips en staal-profielen Dankzij het systeem met KB-clips en het montageprofiel NPH 27 is het gemakkelijk en probleemloos om de gipskartonplaten rond het staalprofiel te monteren. De speciale clips worden om de 600 mm op de montageprofielen NPH 27 geschoven. Het geheel wordt op de flens van het staalprofiel geschoven. Hierop worden de platen geschroefd. De KB-clip 17 is toepasbaar voor flensdiktes van 7-17 mm. De KB-clip 27 voor flensdiktes van 13-27 mm.
Indien er meer dan één laag platen gebruikt wordt, moeten de samenvoegingen in de hoeken verspringen zodat er geen doorgaande naden ontstaan. Hetzelfde geldt voor de naden tussen de platen. Hier moeten de naden min. 500 mm per laag verspringen. Bekleden van balken
Alle hoeken kunnen versterkt worden.
33
Dit kan men doen met een rechte buitenhoek of een
De details zijn getekend met twee lagen platen. Voor
hoekbeschermer die vast geplamuurd wordt.
drie of meer lagen gelden dezelfde principes.
Kolommen
Balken NPH 27 profiel
Hoeklijn NHL2525
KB-clips om de 600 mm
KB-clips om de 600 mm
Novlamplaten NPH 27 profiel Novlamplaten Hoekbeschermer of rechte buitenhoek
Hoekbeschermer of rechte buitenhoek
Kritieke staaltemperatuur van 400ºC
30 minuten
In de schema’s kunt u vinden hoeveel lagen platen en
Alle typen staalprofiel zijn gedurende 30 minuten
welke plaatdikte nodig zijn om aan de brandwerendheid in
voldoende tegen brand beschermd met één laag
de aangegeven tijdsduur te voldoen. Er moeten platen van
12,5 mm Novlamplaten.
het type Novlam gebruikt worden. Als kritieke temperatuur voor de staalprofielen is overal uitgegaan van 400ºC.
Het gaat om de totale dikte, dus in plaats van 2 x 12,5 mm Novlam kan ook 1 x 25,0 mm Novlam fireblock worden toegepast.
60 minuten Kolommen (4-zijdig bekleed)
Balken (3-zijdig bekleed)
Profiel nummer
34
IPE
HEA
HEB
HEM
IPE
HEA
HEB
HEM
100
-
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
-
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
120
-
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
-
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
140
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
1 x 15,0
160
2 x 12,5
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
1 x 15,0
180
2 x 12,5
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
1 x 15,0
200
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
1 x 15,0
2 x 12,5
1 x 15,0
1 x 15,0
1 x 15,0
220
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
1 x 15,0
2 x 12,5
1 x 15,0
1 x 15,0
1 x 15,0
240
2 x 12,5
2 x 12,5
1 x 15,0
-
2 x 12,5
1 x 15,0
1 x 15,0
-
260
-
2 x 12,5
1 x 15,0
-
-
1 x 15,0
1 x 15,0
-
270
2 x 12,5
-
-
-
2 x 12,5
-
-
-
280
-
1 x 15,0
1 x 15,0
-
-
1 x 15,0
1 x 15,0
-
300
2 x 12,5
1 x 15,0
1 x 15,0
-
1 x 15,0
1 x 15,0
1 x 15,0
-
320
-
1 x 15,0
1 x 15,0
-
-
1 x 15,0
1 x 15,0
-
330
2 x 12,5
-
-
-
1x 15,0
-
-
-
340
-
1 x 15,0
1 x 15,0
-
-
1 x 15,0
1 x 15,0
-
360-450
2 x 12,5
1 x 15,0
1 x 15,0
-
1 x 15,0
1 x 15,0
1 x 15,0
-
500-600
1 x 15,0
1 x 15,0
1 x 15,0
-
1 x 15,0
1 x 15,0
1 x 15,0
-
90 minuten Kolommen (4-zijdig bekleed)
Balken (3-zijdig bekleed)
Profiel nummer IPE
HEA
HEB
HEM
IPE
HEA
HEB
HEM 2 x 12,5
100
-
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
-
2 x 15,0
2 x 15,0
120
-
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
-
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
140
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
160
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
180
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
200
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
220
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
240
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
-
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
-
260
-
2 x 15,0
2 x 15,0
-
-
2 x 15,0
2 x 12,5
-
270
2 x 15,0
-
-
-
2 x 15,0
-
-
-
280
-
2 x 15,0
2 x 12,5
-
-
2 x 15,0
2 x 12,5
-
300
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
-
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
-
320
-
2 x 15,0
2 x 12,5
-
-
2 x 15,0
2 x 12,5
-
330
2 x 15,0
-
-
-
2 x 15,0
-
-
-
340
-
2 x 15,0
2 x 12,5
-
-
2 x 15,0
2 x 12,5
-
360
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
-
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 12,5
-
400
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
-
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
-
450
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
-
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
-
500
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
-
2 x 15,0
2 x 12,5
-
-
550
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
-
2 x 15,0
2 x 12,5
-
-
600
2 x 15,0
2 x 12,5
2 x 12,5
-
2 x 15,0
2 x 12,5
-
-
120 minuten Kolommen (4-zijdig bekleed)
Balken (3-zijdig bekleed)
Profiel nummer IPE
HEA
HEB
HEM
IPE
HEA
HEB
HEM 2 x 15,0
100
-
3 x 12,5
3 x 12,5
2 x 15,0
-
3 x 12,5
3 x 12,5
120
-
3 x 12,5
3 x 12,5
2 x 15,0
-
3 x 12,5
3 x 12,5
2 x 15,0
140
3 x 15,0
3 x 12,5
3 x 12,5
2 x 15,0
3 x 15,0
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
160
3 x 15,0
3 x 12,5
3 x 12,5
2 x 15,0
3 x 12,5
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
180
3 x 12,5
3 x 12,5
3 x 12,5
2 x 15,0
3 x 12,5
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
200
3 x 12,5
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
3 x 12,5
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
220
3 x 12,5
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
240
3 x 12,5
3 x 12,5
2 x 15,0
-
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
-
260
-
3 x 12,5
2 x 15,0
-
-
2 x 15,0
2 x 15,0
-
270
3 x 12,5
-
-
-
3 x 12,5
-
-
-
280
-
3 x 12,5
2 x 15,0
-
-
2 x 15,0
2 x 15,0
-
300
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
-
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
-
320
-
2 x 15,0
2 x 15,0
-
-
2 x 15,0
2 x 15,0
-
330
3 x 12,5
-
-
-
3 x 12,5
-
-
-
340
-
2 x 15,0
2 x 15,0
-
-
2 x 15,0
2 x 15,0
-
360
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
-
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
-
400
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
-
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
-
450
3 x 12,5
2 x 15,0
2 x 15,0
-
2 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
-
500
3 x 12,5
2 x 15,0
-
-
2 x 15,0
2 x 15,0
-
-
550
2 x 15,0
2 x 15,0
-
-
2 x 15,0
2 x 15,0
-
-
600
2 x 15,0
2 x 15,0
-
-
2 x 15,0
2 x 15,0
-
-
35
Tabel voor liggers en kolommen uitgaande van profielfactoren, met een kritieke staaltemperatuur van 400ºC.
Profiel-
minimale bekledingsdikte (mm) bij kritieke staaltemperatuur = 400ºC
factor
30 min*
60 min
90 min
120 min
≤ 60
1 x 12,5
1 x 15,0
2 x 12,5
2 x 15,0
≤ 90
1 x 12,5
1 x 15,0
2 x 15,0
2 x 15,0
≤ 120
1 x 12,5
1 x 15,0
2 x 15,0
3 x 12,5
≤ 150
1 x 12,5
2 x 12,5
2 x 15,0
3 x 12,5
≤ 180
1 x 12,5
2 x 12,5
2 x 15,0
3 x 12,5
≤ 210
1 x 12,5
2 x 15,0
3 x 12,5
3 x 15,0
≤ 250
1 x 12,5
2 x 15,0
3 x 12,5
3 x 15,0
≤ 300
1 x 12,5
2 x 15,0
3 x 12,5
3 x 15,0
* De staaltemperatuur blijft onder de 300ºC, de constructie hoeft derhalve niet berekend te worden op constructieve veiligheid tijdens brand.
Voor andere kritieke temperaturen dan 400ºC
factoren. Met behulp van de grafieken kunt u dan de
Indien u een andere kritieke temperatuur nodig heeft
benodigde platen vaststellen. Een hogere kritieke
dan 400ºC, volgt hieronder een tabel met profiel-
temperatuur heeft minder platen nodig.
Profielfactoren Kolommen (4-zijdig bekleed)
Balken (3-zijdig bekleed)
Profiel nummer
36
IPE
HEA
HEB
HEM
IPE
HEA
HEB
HEM
100
-
236
195
105
-
189
157
85
120
-
228
169
96
-
180
134
77
140
326
208
152
89
281
164
120
71
160
295
189
135
82
254
147
105
65
180
272
179
124
78
234
139
96
61
200
248
165
114
73
213
128
88
57
220
230
151
106
70
197
116
82
54
240
212
136
99
-
181
105
76
-
260
-
130
95
-
-
100
73
-
270
200
-
-
-
171
-
-
-
280
-
124
92
-
-
95
71
-
300
187
114
86
-
159
88
66
-
320
-
107
82
-
-
83
64
-
330
174
-
-
-
148
-
-
-
340
-
102
80
-
-
80
62
-
360
161
99
78
-
137
78
61
-
400
150
94
75
-
129
75
60
-
450
139
89
73
-
120
72
59
-
500
130
85
71
-
113
70
58
-
550
121
84
70
-
106
70
59
-
600
112
83
70
-
98
70
59
650
-
82
69
-
-
70
59
-
700
-
80
68
-
-
69
58
-
800
-
80
68
-
-
70
59
-
900
-
78
67
-
-
68
59
-
1000
-
78
67
-
-
69
60
-
Grafieken voor kolommen met andere kritieke temperaturen Voorbeeld: - Een kolom HEB 120
700
- Eis brandwerendheid: 90 minuten
600
staaltemperatuur˚C
- Rondom beschermd. 1) Profielfactor = 169 2) Kritieke temp.: 400º 3) Kies grafiek 90 minuten 4) Zoek snijpunt profielfactor en kritieke
500
90 minuten 2 x 12,5 mm 2 x 15 mm A
400 3 x 12,5 mm
300 200 100
temperatuur (A)
50 100 150 200 250 300 350 profielfactor
5) De curve die de lijn ONDER punt A snijdt geeft het
700
700
600 30 minuten
90 minuten 600
500
500
400 1 x 12,5 mm
300 200 100
staaltemperatuur˚C
staaltemperatuur˚C
aantal benodigde platen aan. (2 x 15 mm).
2 x 15 mm
400 3 x 12,5 mm
300 200 100 50 100 150 200 250 300 350 profielfactor
50 100 150 200 250 300 350 profielfactor
700
700
60 minuten 600
120 600 minuten120 minuten
500
1 x 15 mm 2 x 12,5 mm
400 2 x 15 mm
300 200 100 50 100 150 200 250 300 350 profielfactor
staaltemperatuur˚C
staaltemperatuur˚C
2 x 12,5 mm
500
2 x 15 mm
3 x 12,5 mm
400 300
3 x 15 mm
200 100 50 100 150 200 250 300 350 profielfactor
37
Brandwerende beplating van houten kolommen (30 tot 90 minuten) 1
① Houten kolommen dwarsdoorsnede
statisch bepaald
60 minuten
dwarsdoorsnede
statisch bepaald
90 minuten
dwarsdoorsnede
≥ 120/120 mm
2
2
e
30 minuten
e
3
15 + 20 mm Novlam
125
90 minuten
30
2 x 12,5 mm Novlam 3
30 min.
1
➂ Nieten
125
2
1e laag: l = 37,5 mm, e ≤ 120 mm
125
60 minuten
30
l = 37,5 mm, e ≤ 120 mm
125
statisch bepaald
30 minuten
3
2e laag: l = 50,0 mm, e ≤ 120 mm 60 min.
1 125
2
2e laag: l = 62,5 mm, e ≤ 120 mm
125
1e laag: l = 50,0 mm, e ≤ 120 mm
30
90 minuten
statisch bepaald
60 minuten
30
1 x 12,5 mm Novlam
statisch bepaald
30 minuten
e
➁ Lafarge gipskartonplaten
statisch bepaald
30
15 20
l = lengte van de nieten.
3
90 min. 1 30
Door de verbouwing van de tot dan ongebruikte zolders
≥ 120
Houten kolommen met Novlam 2
houten bouwdelen brandveilig te maken. Houten kolommen worden daarbij als dragende wanden beoordeeld.
38
20 15
in de woning, is het vaak noodzakelijk om dragende ≥ 120
Als basis voor het meten van de duur van de brand-
in stootgevaarlijke gebieden worden hoekbeschermers
werendheid (brandveiligheid) gelden de desbetreffende
aanbevolen. Deze zijn uit het oogpunt van brandveilig-
bouwvoorschriften.
heid echter niet nodig.
Meting Het aangegeven aantal minuten brandwerendheid geldt voor massief- en gelaagd naaldhout bij vierzijdige brandbelasting met max. knikspanning σ ≤ 8,5 N/mm2.
Beplating De houten kolommen moeten volledig bekleed worden met de beplatingsdiktes zoals in de tekeningen is aangegeven.
Bij meerlaagse beplatingen moeten de naden verticaal en horizontaal (500 mm) versprongen worden aangebracht.
Bevestiging De gipskartonplaten kunnen met nieten of schroeven, met inachtneming van aangegeven bevestigingsafstanden, direct in het hout worden bevestigd.
Afvoegen Naden en nietruggen/schroefkoppen moeten worden afgevoegd. Bij meerlaagse beplatingen moeten de naden van de onderste lagen worden opgevuld. Bij kolommen
39
Brandwerende beplating van houten balken (30 tot 90-minuten) ① Houten balken
2
30 minuten
dwarsdoorsnede
statisch bepaald
60 minuten
dwarsdoorsnede
statisch bepaald
90 minuten
dwarsdoorsnede
≥ 100/160 mm
2
3
1
e e
➁ Lafarge gipskartonplaten
60 minuten
2 x 12,5 mm Novlam
90 minuten
15 + 20 mm Novlam
Holzstütze-3
statisch bepaald
1 x 12,5 mm Novlam 3
30 min.
1 30
30 minuten
125
2 statisch bepaald
l = 37,5 mm, e ≤ 120 mm
60 minuten
1e laag: l = 37,5 mm, e ≤ 120 mm 2e laag: l = 50,0 mm, e ≤ 120 mm
60 min.
1e laag: l = 50,0 mm, e ≤ 120 mm
1 2 125
90 minuten
3
30
30 minuten
statisch bepaald
➂ Nieten
125
2e laag: l = 62,5 mm, e ≤ 120 mm statisch bepaald
l = lengte van de nieten.
≥ 160
3
Houten balken met Novlam 1 30
2
20 15
90 min. De eisen die gesteld zijn aan brandwerendheid van draagconstructies, waartoe ook belaste houten balken behoren, zijn in het Bouwbesluit vastgelegd. Voor wat betreft de brandwerendheidsduur moet gegaran-
40
≥ 100
deerd worden dat dragende bouwdelen stabiel blijven,
Afvoegen
zodat de redding van mensenlevens en een effectieve
Naden en nietruggen/schroefkoppen moeten worden
brandbestrijding kan worden gegarandeerd.
afgevoegd. Bij meerlaagse beplatingen moeten de naden
Hiervoor biedt Lafarge Gips een aantal doeltreffende
van de onderste lagen worden opgevuld.
oplossingen aan, die aan de gestelde eisen voldoen.
Meting De aangegeven classificatie geldt voor massief- en gelaagd naaldhout bij driezijdige brandbelasting met een max. knikspanning σ 10 N/mm2, bij een dwarsdoorsnede (b/d) van minimaal 100/160 mm.
Beplating De houten balken moeten volledig bekleed worden met de vereiste beplatingsdiktes volgens de desbetreffende brandwerendheidsklasse.
Bij meerlaagse beplatingen moeten de naden verticaal en horizontaal (500 mm) versprongen worden aangebracht.
Bevestiging De gipskartonplaten kunnen met nieten of schroeven, met inachtneming van aangegeven bevestigingsafstanden, direct in het hout worden bevestigd.
41
De droge stucmethode met Lafarge gipskartonplaten Technische gegevens 1 Massieve wand 2 Platenlijm 60
1
2
3 Lafarge gipskartonplaten standaard 9,5 mm en 12,5 mm 4 Planfix B fresh
Lafarge gipskartonplaten zijn uitermate geschikt voor het aan de binnenzijde bekleden van dragende en nietdragende binnen- en buitenwanden. Dit geldt vooral wanneer de afwerking snel en droog moet plaatsvinden.
De droge stucmethode bestaat uit 9,5 of 12,5 mm dikke, 1200 mm brede en bij voorkeur kamerhoge Lafarge bouwplaten, die met dotten platenlijm 60 worden aangebracht.
Elektrische leidingen kunnen op de bouwmuren worden geplaatst. Sleuven en uitsparingen in de bouwmuren zijn eveneens niet storend. Het oppervlak van de Lafarge platen is vlak en vormt een ideale ondergrond voor verdere afwerkingen. Lafarge standaard bouwplaten bevestigd met Lafarge platenlijm hebben de gebruikelijke brandwerende kwaliteit.
Eisen die aan de ondergrond worden gesteld Voor de droge stucmethode kunnen Lafarge bouwplaten met platenlijm direct aan verticale bouwdelen worden
42
3
2
3
4
bevestigd, die oneffenheden tot 25 mm vertonen.
op de schone vloer gelegd. De platen moeten zodanig op
De ondergrond moet belastbaar, krimp- en vorstvrij,
lengte worden gesneden, dat tussen de afgewerkte vloer
en tegen optrekkend vocht geïsoleerd zijn.
en plaat een voeg van ca. 15 mm en tussen plafond en
Los pleisterwerk, oude verflagen en vuil moet voor het
plaat een voeg van ca. 5 mm open blijft.
aanbrengen van de beplating worden verwijderd. Het pasta-achtige, aangemaakte, Lafarge platenlijm 60 Sterk absorberende ondergronden (bijvoorbeeld bij
wordt in een flinke strook langs de randen van de plaat
muren van cellenbeton) moeten nat gemaakt worden
aangebracht. Tevens worden klodders met een diameter
of worden voorzien van een dunne laag platenlijm of
van ca. 100 mm op de rest van de plaat gesmeerd met
met een geschikt middel worden voorgestreken. Gladde,
een onderlinge afstand van 300 tot 400 mm. Wanneer als
niet-absorberende betonvlakken en betonnen bouwdelen
beplating onbuigzame bedekking (bijvoorbeeld tegels)
moeten van een hechtlaag worden voorzien of met
wordt aangebracht, mag de onderlinge afstand van de
cementmortel worden bespoten.
klodders niet méér zijn dan 250 mm.
Kalkpleister is vanwege ontbrekende hechting niet
Bij 9,5 mm dikke Lafarge gipskartonplaten worden de
geschikt als ondergrond. Vers, nog nat beton, moet voor
dotten lijm aan de plaatrand en op een afstand van
de verdere afwerking eerst droog zijn.
ca. 400 mm (1/3 van de plaat) aangebracht, bij 12,5 mm dikke platen ook aan de plaatrand en in het midden
Bekistingsolie op betonvlakken moet worden verwijderd.
van de plaat.
Montage
De platenlijm kan ook direct op de wand worden
Vóór het aanbrengen van de platen moeten alle inbouw-
aangebracht.
werkzaamheden klaar zijn en wandcontactdozen in de
De Lafarge platen moeten op een afstand van 15 mm
onbehandelde wand met ca. 20 mm uitsteeklengte zijn
vanaf de onbehandelde vloer en 5 mm vanaf het
aangebracht. Bij oneffen en schuine wanden moet de
plafond aan de wand worden aangebracht en tegen het
diepste afstand worden aangehouden.
metselwerk worden gedrukt. Daarna volgt het loodrecht
De Lafarge gipskartonplaten worden met hun zichtzijde
uitlijnen met waterpas en rei.
43
Als afstandhouders op de vloer worden Lafarge gipsplaatstroken geplaatst, die na het drogen van de platenlijm gemakkelijk te verwijderen zijn.
De naden tussen vloer en plafond dienen tijdens de verhardingstijd als ventilatie.
Afvoegen
Dilatatievoeg met profiel
Na het uitharden van de platenlijm kunnen de voegen met Planfix B fresh met wapeningstape worden afgevoegd.
Dilatatievoegen De dilatatievoegen van de bouwdelen moeten worden aangehouden, bij grotere wandlengtes moeten aanvullende dilatatievoegen op een afstand van ≤ 15 m worden aangebracht. De voegen kunnen met dilatatievoegprofiel worden gedicht.
Nota bene Op schoorstenen, achter wasbakken, consoles en plaatsen waar zware voorwerpen worden bevestigd en bij raam- en deurkozijndagstukken moet de ruimte tussen de achterzijde van de beplating en de wand volledig worden opgevuld.
Voorwerpen met een gewicht van ≥ 15 kg moeten direct op de dragende ondergrond worden bevestigd.
Op plafonds en andere horizontale bouwdelen mag de droge stucmethode niet worden toegepast.
44
Dilatatievoeg met gipsstrook
De droge stucmethode met Lafarge Purgips Technische gegevens 1 Massieve wand 2 Platenlijm 60 3 Lafarge sandwichpanelen
2
1
3
4
4 Planfix B fresh
Warmte-isolatie Bij een totale dikte van 39,5 mm: Rc-waarde = 1,11 m2 K/W Bij een totale dikte van 59,5 mm: Rc-waarde = 1,83 m2 K/W
Lafarge Purgips sandwichpanelen Lafarge-Purgips is samengesteld uit een 9,5 mm dikke gipskartonplaat met polyurethaanschuim op de achterkant. De plaat kan worden toegepast voor wanden. Purgips heeft afgeschuinde kanten voor een naadloze afwerking met Planfix B fresh.
Ter verbetering van de warmte-isolatie van massieve buitenwanden zijn 9,5 mm, 1200 mm brede en 2600 mm lange Purgipskartonplaten uitermate geschikt. De achterkant van de plaat is voorzien van een minstens 30 mm dikke laag polyurethaanschuim.
Dampremmingen
3
2
300 - 400 mm
Afhankelijk van de constructieve opbouw van de te bekleden wanden kunnen dampremmende lagen noodzakelijk zijn.
Op maat zagen en montage Het op maat zagen van de platen vindt plaats met
45
een fijngetande handzaag of een handcirkelzaag met afzuiging.
Lafarge Purgipsplaten worden met “platenlijm 60” op het metselwerk of andere verticale bouwdelen bevestigd.
De voorbereiding van de ondergrond, het maken van openingen, het aanbrengen van platenlijm en de installatie vindt plaats volgens de montagevoorschriften voor de droge stucmethode.
Om warmte- en geluidsbruggen te voorkomen moeten
Buitenhoek
de sandwichpanelen dicht tegen elkaar worden geplaatst, waarbij men erop dient te letten dat geen platenlijm in de naden en aansluitvoegen komt. Bij buitenhoeken wordt de isolatielaag uitgespaard. Bij binnenhoeken wordt de gipskartonplaat uitgespaard. (zie tekeningen)
Binnenhoek
46
De droge stucmethode met Lafarge PS-gips Technische gegevens 1 Massieve wand 2 Platenlijm 60 3 Lafarge sandwichpanelen
2
1
3
4
4 Planfix B fresh
Warmte-isolatie Bij een totale dikte van 52,5 mm: Rc-waarde = 1,10 m2 K/W Bij een totale dikte van 72,5 mm: Rc-waarde = 1,63 m2 K/W Bij een totale dikte van 82,5 mm: Rc-waarde = 1,89 m2 K/W
Lafarge PS-gipskartonplaat Lafarge-PS-gipskartonplaat is samengesteld uit een 12,5 mm dikke gipskartonplaat met polystyreenschuim op de achterkant gelijmd. De PS-gipskartonplaat heeft afgeschuinde kanten voor een naadloze afwerking met Planfix B fresh. Ter verbetering van de warmte-isolatie van massieve buitenwanden zijn 12,5 mm, 120 mm brede en 2600 mm lange PS-gipskartonplaten uitermate geschikt. De achterkant van de plaat is voorzien van een minstens 40 mm dikke polystyreenplaat.
Dampremmingen
3
2
300 - 400 mm
Afhankelijk van de constructieve opbouw van de te bekleden wanden kunnen dampremmende lagen noodzakelijk zijn.
Op maat zagen en montage Het op maat zagen van de platen vindt plaats met een
47
fijngetande handzaag of een handcirkelzaag met afzuiging. Lafarge PS-gipsplaten worden met “platenlijm 60” op het metselwerk of andere verticale bouwdelen bevestigd. De voorbereiding van de ondergrond, het maken van openingen, het aanbrengen van platenlijm en de installatie vindt plaats volgens de montagevoorschriften voor de droge stucmethode. Om warmte- en geluidsbruggen te voorkomen moeten de sandwichpanelen dicht tegen elkaar worden geplaatst, waarbij men erop dient te letten dat geen platenlijm in de naden en aansluitvoegen komt. Bij buitenhoeken wordt de isolatielaag uitgespaard. Bij binnenhoeken wordt de gipskartonplaat uitgespaard (zie tekening pag. 46). Het verdient aanbeveling de PS-platen aan de achterzijde in te zagen. Dit voorkomt spanningen in de PS.
48
Lafarge voorzetwanden Technische gegevens
Voorzetwanden met instelbare montagebeugels
1 Massieve wand
De onderconstructie kan van metalen profielen NPP 60
2 Montagebeugel NPVW 47/60
of van houten regels bijvoorbeeld 30/50 bij een hart-op-
3 Houtprofiel
hart afstand van ≤ 600 mm worden gemaakt.
4 Lafarge gipskartonplaat 12,5 mm 5 Planfix B fresh
Om de geluidsoverdracht te verminderen, kan het draag-
6 Minerale wol isolatie
vlak van de montagebeugels aan de achterzijde voorzien worden van akoestische tape.
Brandwerendheid Afhankelijk van de totale constructie. 2
1
3
4
6
5
Vochtwerendheid Dampremmende lagen afhankelijk van de constructieopbouw aanbrengen.
Voorzetwanden op houten regels e
De montage van de platen moet op een onderconstructie e: ≤ 250 mm
plaatsvinden. Onderzocht dient te worden of een dampremmer nodig is. De houten regels 30/50 mm tot 60 mm worden over het algemeen verticaal met pluggen en schroeven op een onderlinge afstand van ≤ 1000 mm aan de onbehandelde wand bevestigd. Oneffenheden worden door middel van hout en wiggen geëgaliseerd.
Om de warmte- en geluidisolatie te verbeteren wordt minerale wol als isolatiemateriaal tussen de houten regels aangebracht.
De bevestiging van de Lafarge gipskartonplaten vindt plaats met 35 mm lange gipsplaatschroeven op een
4
3
600 mm
6
onderlinge afstand van ≤ 250 mm. Het afvoegen van de naden vindt plaats met wapeningstape en Planfix B fresh.
49
De montagebeugels aan de wand schroeven en de benen ombuigen. Afstanden: horizontaal ≤ 600 mm / verticaal ≤ 1200 mm.
Aansluitprofiel NPH 27 moeten zijn voorzien van akoestisch band en met slagpluggen op een onderlinge afstand van ≤ 1000 mm op de vloer cq. het plafond worden bevestigd.
De 12,5 mm dikke Lafarge gipskartonplaten met 25 mm lange snelbouwschroeven op een onderlinge afstand van ≤ 250 mm vastschroeven. Bij onderconstructies van hout bedraagt de lengte van de gipsplaatschroeven 35 mm.
≤ 600 mm
Voorzetwand met NPP 60 profiel
50
Vrijstaande voorzetwanden Technische gegevens 1 Massieve wand
1
2
3
4
5
2 NPV-profiel 3 Minerale wol isolatiemateriaal 4 Lafarge gipskartonplaat 1 x 12,5 mm en 2 x 12,5 mm 5 Planfix B fresh 6 Akoestisch band
e
e: ≤ 250 mm Brandwerendheid Afhankelijk van totale constructie. 6
Vochtwerendheid Eventuele dampremmers afhankelijk van de
≤ 600 mm
constructieopbouw en het gebruik van de ruimte aanbrengen.
Wandhoogtes
4
Toepassingsgebied 1: zie tabel blz. 53 Toepassingsgebied 2: zie tabel blz. 53
Vrijstaande voorzetwanden Indien grotere installaties weggewerkt moeten worden of oneffenheden van wanden moeten worden geëgaliseerd, zijn vrijstaande Lafarge voorzetwanden uitermate geschikt. Samen met minerale wol isolatiemateriaal verbeteren deze voorzetwanden de warmte- en geluidisolatie eigenschappen van de onbehandelde wanden.
De onderconstructie kan van hout- of metaalprofielen worden gemaakt. Eerst moet de plaats van de voorzetwand op de goede afstand tot de bestaande wand op de vloer en het plafond worden aangegeven.
51
NPH-profielen met akoestisch band op vloeren en plafonds met slagpluggen op een onderlinge afstand van ≤ 1000 mm bevestigen. NPV-profielen in de NPH-profielen steken (hart-op-hart afstand ≤ 600 mm), uitlijnen en het isolatiemateriaal nauwsluitend aanbrengen.
Lafarge gipskartonplaten volgens de eisen en het gebruik, zoals omschreven, enkele of dubbele beplating met gipsplaatschroeven bevestigen en afvoegen.
52
Lafarge voorzetwanden/ vrijstaande voorzetwanden Toegestane wandhoogtes van vrijstaande Lafarge voorzetwanden met NPV-profielen.
Voorzetwandsysteem
wanddikte (mm)
plaatdikte (mm)
max. toegestane wandhoogte (mm) toepassingsgebied 1*
toepassingsgebied 2*
E-1/50/62,5
62,5
12,5
2500
-
E-2/50/75
75
2 x 12,5
2600
-
E-1/75/87,5
87,5
12,5
3000
2500
E-2/75/100
100
2 x 12,5
3500
2750
E-1/100/112,5
112,5
12,5
4000
3000
E-2/100/125
125
2 x 12,5
4250
3500
* zie pagina 54
53
Lafarge montagewanden Normen
Toepassingsgebied 1:
Lafarge montagewanden zijn gelijkwaardige alternatieven
Ruimtes met een geringe samenscholing, bijvoorbeeld
voor lichte, niet-dragende binnenwanden van massief
vertrekken in woningen, hotels, kantoren en zieken-
metselwerk.
huizen, en vertrekken die voor dezelfde doeleinden worden gebruikt, inclusief de gangen.
De montage vindt, op het afvoegen van de naden na, volledig droog plaats. De vlakke wandoppervlakken
Toepassingsgebied 2:
zijn zonder lange wachttijden klaar voor een verdere
Vertrekken of ruimtes, waar grote samenscholingen
afwerking.
plaatsvinden, bijvoorbeeld gehoorzalen, vergaderzalen of schoolvertrekken, en tentoonstellings- en verkoop-
De spouw van de wand is erg geschikt voor het wegwerken
ruimten.
van installaties, zonder dat sleuven moeten worden gemaakt.
Ter plaatse van niveauverschillen dient over de volle breedte van de wand, strak en plaatsvast tussen de stijlen
Lafarge montagescheidingswanden zijn snel en econo-
aan de belastbare zijde te worden voorzien van een plaat
misch aan te brengen en kunnen bij verandering van
triplex met een dikte van ten minste 18 mm, een breedte
gebruik van het gebouw gemakkelijk gedemonteerd
afgestemd op de stijlafstand (max. 600 mm h.o.h.) en
worden.
een hoogte van ten minste 400 mm; de onderkant van de triplexplaat dient 500 mm boven de vloer te worden
Met gewichten tot ca. 50 kg/m2 kunnen ze op elke dra-
geplaatst.
gende plafondconstructie, zoals bijvoorbeeld houten balken plafond, worden geplaatst.
Beplating De uitvoering van de beplating, alsmede de soort en
Aan alle gebruikelijke bouwfysische eisen, die aan
dikte van de Lafarge gipskartonplaten hangt af van
brandveiligheid, geluids- en warmte-isolatie en vocht-
het gebruik, bijvoorbeeld 12,5 mm dikke platen bij
wering worden gesteld, wordt door de combinatie van
standaardsystemen voor enkele of dubbele beplating.
Lafarge gipskartonplaten, onderconstructie en isolatielaag in de spouw van de scheidingswand meer dan
Indien aan eisen die aan brandveiligheid worden gesteld,
voldaan.
moet worden voldaan, kunnen Lafarge extra brandwerende platen (Novlam) toegepast, voor badkamers en
54
Niet-dragende binnenscheidingswanden moeten behalve
vergelijkbare ruimtes geïmpregneerde Lafarge gipskarton-
hun eigen gewicht ook belastingen opnemen, die af te
platen (Hydro) of bij gelijktijdige brand- en vochtwering
leiden zijn uit de toepassingsgebieden 1 en 2.
geïmpregneerde Lafarge brandwerende platen (Hydrovlam).
Montage
Onderconstructie
markering verticaal en horizontaal op de aansluitende
De onderconstructie kan uit hout- of metaalprofielen
wand en het plafond worden overgebracht.
bestaan. In de meeste gevallen worden metaalprofielen gebruikt.
Sneller, preciezer en eenvoudiger kan de onderconstructie met een laser afgetekend worden.
De maximum hart-op-hart afstanden van de stijlen bedragen 600 mm. Ze kunnen echter ook dichter op
Montage van de aansluitprofielen
elkaar geplaatst worden indien dit om constructieve
De NPH-profielen moeten van akoestisch band worden
redenen (wanden met grotere hoogte of bij te betegelen
voorzien op de vloer in de plafondaansluitingen.
wanden met enkele beplating) noodzakelijk wordt. De bevestiging gebeurt met pluggen en schroeven of met
Aftekenen
slagpluggen op een onderlinge afstand van ≤ 800 mm.
De precieze plaats van de te maken scheidingswand
Aan iedere zijde moeten minstens drie bevestigings-
wordt uitgemeten en met behulp van een smetkoord
punten aanwezig zijn.
op de vloer aangegeven. Met waterpas en rei moet de
55
Aansluitingen
Aanbrengen van de stijlen
Afvoegen
De NPV-profielen met de dichte kant in de montage-
Voegwerkzaamheden mogen pas worden uitgevoerd
richting met een h.o.h. afstand ≤ 600 mm in de
wanneer geen grote lengtewijzigingen ten gevolge van
NPH-profielen steken en uitlijnen. NPV-profielen moeten
temperatuurveranderingen van de gipskartonplaten
≥ 15 mm in de aansluitprofielen steken. Omdat samen-
meer optreden. De temperatuur in het vertrek mag hier-
drukken door doorbuiging van het plafond te verwachten
bij niet lager zijn dan 10ºC.
is, moeten de NPV-profielen bij niet flexibele plafond-
Afhankelijk van de kantvorm van de platen vindt het
aansluitingen een afstand van 15 mm tot het lijf van het
afvoegen van de naden plaats met of zonder wapenings-
NPH-profiel hebben. Zijdelings aansluitende NPV-
tape; telkens moet de juiste voegenvuller worden
profielen moeten van akoestisch band worden voorzien.
gebruikt. Bij meerlaagse beplatingen is in de onderste plaatlagen
Plaatbevestiging
het vullen van de naden aan te bevelen.
Aan de eerste wandkant wordt met de gehele plaatbreedte (1200 mm) begonnen. De bevestiging vindt plaats met
Isolatie
behulp van snelbouwschroeven. De Lafarge gipskarton-
Al naar gelang de eisen die aan de geluids- en warmte-
platen worden vanaf de zijkant beginnend op een
isolatie worden gesteld, kan isolatiemateriaal in de
afstand van ≤ 250 mm aan de onderconstructie vast-
spouw worden aangebracht.
geschroefd.
Bij toepassing van steenwol is de dichtheid minimaal 35 kg/m2 en voor glaswol geldt 16 kg/m2.
De beplating van de tweede wandkant wordt met een
De spouw wordt voor ca. 75% gevuld, voor een optimale
halve plaatbreedte (600 mm) begonnen.
geluidisolatie en om spanning op de platen te voorkomen.
Daardoor ontstaat het noodzakelijke verband ten opzichte van de tegenoverliggende wandkant.
Dilatatievoegen
De kopse naden van de platen moeten met een verband
De dilatatievoegen van verschillende bouwdelen van
van ≥ 400 mm worden gevormd. Kruisvoegen zijn niet
gebouwen moeten worden aangehouden.
toegestaan.
Voor wanden moet over afstanden van maximaal 15 m een dilatatievoeg worden aangebracht. Indien geen eisen aan
Bij wanden met enkele beplating moet achter de kopse
de brandveiligheid worden gesteld, dan kunnen in de
naden een metalen profiel worden aangebracht, en met
handel gebruikelijke dilatatievoegprofielen worden
wapeningstape worden afgevoegd. Bij meerlaagse beplatingen dient men erop te letten dat de naden van laag tot laag verspringen. Om samendrukken te vermijden moeten de platen ca. 10 - 15 mm korter zijn dan de hoogte van het vertrek en op de onderconstructie aanliggen.
56
worden gemaakt, dat de naad boven de opening komt. De naden mogen nóóit in één vlak met de deuropening liggen. Bij constructies met meer dan één plaatlaag geldt dit alleen voor de in het zicht komende laag.
Inbouwen van deurkozijnen in staalskeletwanden Uitvoering van de dilatatievoegen indien eisen aan de
Hierbij kunnen zowel stalen als ook houten kozijnen
brandveiligheid worden gesteld.
worden toegepast in diverse typen en uitvoeringen. De kozijnen kunnen zonder speciale verstijvingen aan
gebruikt. Indien wel eisen aan de brandveiligheid wor-
de stijlen worden bevestigd, indien:
den gesteld, moeten de dilatatievoegen volgens die voor-
• de kamerhoogte lager is dan 2600 mm
schriften worden aangebracht. (zie tekening).
• de deurbreedte kleiner is dan 900 mm • het gewicht van de deur, inclusief hang- en sluitwerk
Elektrische installaties en
lager is dan 25 kg
spouwisolatie
• de horizontale- en verticale profielen aan elkaar
Nadat één kant met Lafarge
worden bevestigd.
gipskartonplaten is bekleed, kan de elektrische en sani-
De horizontale profielen dienen op maximaal 100 mm
taire installatie in de spouw
van de deuropening aan het plafond of de vloer te worden
van de wand worden aange-
geplugd. Omdat openingen in een wand altijd een ver-
bracht. De leidingen zijn
zwakking van de wand zelf betekenen, is het aan te be-
eenvoudig en snel door pas-
30mm
velen om, indien de maximale toelaatbare wandhoogte
sende uitsparingen in de
is toegepast, de stijl naast het deurkozijn te verstijven.
NPV-profielen te leiden. Openingen en doorvoeren uit-
Dit kan door in het profiel een juist passend stuk hout
frezen of uitzagen en wandcontactdozen plaatsen.
te schuiven of door een dubbele stijI toe te passen, zo-
De resterende spouw met isolatiemateriaal opvullen.
danig, dat door deze twee profielen een koker naast het kozijn wordt gevormd. Uiteraard kan men als aansluiting
Deuropeningen
naast het deurkozijn ook een houten stijl plaatsen tegen
Bij deuropeningen moeten de platen zodanig op maat
het verticale profiel. De kozijnen moeten aan verzwaarde stijlen worden bevestigd, indien: • de kamerhoogte hoger is dan 2600 mm • de deurbreedte groter is dan 900 mm, • het gewicht van de deur, inclusief hang- en sluitwerk, groter is dan 25kg.
57
Meestal wordt het profiel naast het kozijn uitgevoerd in een materiaaldikte van 2 mm. Deze zwaardere stijlen worden door middel van stalen hoekstalen aan plafond en vloer bevestigd.
Aansluiting aan zwevende dekvloer
Inbouwen van deurkozijn
Hierbij dient met behulp van slobgaten in de hoekstalen een eventueel doorbuigen van vloeren te worden opgevangen. Het is aan te bevelen om direct naast het
Bevestiging aan onbehandelde vloer
2 mm dikke verstijvingsprofiel een normaal 0.6 mm wandprofiel te stellen, welke direct in de horizontale
openingen geen verticale naden in de gipskartonplaten
regels wordt geplaatst (het verticale verstijvingsprofiel
voorkomen. De naad dient boven de opening te worden
staat dus niet in de horizontale regels). Het voordeel
gepland.
hiervan is dat de platen met de normale schroeven aan
58
het 0.6 mm dikke profiel kunnen worden geschroefd.
Vloeraansluiting
Boven de opening wordt een horizontaal profiel toe-
Voor de geluidisolatie van Lafarge montagewanden zijn
gepast, waarvan de flenzen zijn ingesneden en het lijf
de aansluitingen, vooral de vloeraansluitingen, erg
minimaal 50 mm wordt omgebogen en bevestigd aan de
belangrijk.
stijlen. Zoals reeds eerder vermeld mogen naast
Lafarge montagewanden met een geluidisolatiewaarde
R-waarde ≤ 40 dB kunnen op de zwevende dekvloer
150
Bij geluidisolatie-eisen met R-waarde ≥ 41 dB is een onderbreking van de zwevende dekvloer noodzakelijk.
≥15 ≈ 25 ≥ 20 ≤ 20
worden geplaatst.
De onderbreking kan naast het NPH-profiel plaatsvinden. De overdracht van het flankerend geluid van de ruwe vloer van ≥ 300 kg/m2 (bijvoorbeeld gewapend betonvloer met een dikte van ≥ 120 mm) is gering. Glijdende plafondaansluiting (30 minuten) Met de montage van de scheidingswanden direct op de onbehandelde vloer en een uitsparing in de zwevende
plafonddoorbuiging.
dekvloer kan een optimale vermindering van de geluids-
De NPH-profielen worden met Lafarge plaatstroken in
overdracht worden bereikt.
een passende dikte en breedte bekleed en voorzien van akoestisch band aan het plafond bevestigd. (afstand
Montagewanden moeten met akoestisch band goed aan-
pluggen h.o.h. ≤ 1000 mm).
sluiten met de vloer. De aansluitvoegen tussen vloer en Lafarge gipskarton-
De beplating moet de Lafarge plaatstroken met ≥ 20 mm
platen moeten worden afgekit.
overlappen.
Aansluiting aan massieve plafonds
De NPV-stijlen moeten met circa 25 mm worden inge-
Aansluitingen van Lafarge montagewanden aan massieve
kort en moeten ≥ 15 mm in het NPH-profiel steken.
plafonds moeten met gebruik van elastische akoestisch
Het vastschroeven van de beplating aan de NPV-stijlen
band worden uitgevoerd.
vindt pas plaats ca. 150 mm onder het plafond.
De NPH-profielen van de scheidingswanden moeten met
Bij brandveiligheidseisen moeten overeenkomstig de
de juiste pluggen en schroeven of slagpluggen worden
voorgeschreven brandwerendheid bij de bovenaansluiting
bevestigd.
de volgende spouwbreedtes worden aangehouden:
De naden tegen het plafond afvoegen.
30 - 90 minuten
≥ 50 mm
120 minuten
≥ 75 mm
Glijdende plafondaansluiting
(komen bij een glijdende plafondaansluiting overeen
Indien plafonddoorbuigingen ≥ 10 mm worden ver-
met de breedte van het NPV-profiel)
wacht, moeten glijdende plafondaansluitingen worden toegepast.
Aansluiting aan verlaagd plafond
De afstand tussen beplating en onderkant van het
Bij de plafondaansluiting van Lafarge montagewanden
plafond moet overeenstemmen met de te verwachten
moet akoestisch band worden aangebracht.
59
Aansluiting aan voorgevels Bij aansluiting van scheidingswanden aan kozijnen of gevelpuien zijn eventueel verloopaansluitingen noodzakelijk. Door de verminderde wanddikte binnen het bereik van deze aansluitingen wordt de geluidisolatie van de scheidingswand sterk beïnvloed. Bij gevels dient men vanwege de windbelasting en de optredende temperatuurverschillen rekening te houden met bewegingen. Glijdende wandaansluitingen kunnen de bewegingen opnemen. Om de geluidsoverdracht te Aansluiting aan verlaagd plafond
verminderen is het noodzakelijk de wandaansluitingen af te sluiten door deze af te voegen.
Wand-wandaansluiting Wandaansluitingen met doorlopende enkele beplating mogen alleen bij scheidingswanden met geringe geluidisolatie-eisen worden uitgevoerd.
Een verbetering wordt bereikt wanneer de beplating van Aansluiting van een plafond aan montagewand
de aangrenzende wand in dit gebied door een naad wordt onderbroken. Om de bevestiging van de scheidings-
Bij hogere geluidisolatie- of brandwerendheidseisen wor-
wand te garanderen wordt in de aangrenzende wand nog
den de scheidingswanden tot het constructieve
een NPV-profiel aangebracht.
plafond doorgetrokken. Tot een geluidisolatie met een R-waarde ≤ 38 dB kan de
Bij scheidingswanden met een dubbele beplating, met
aansluiting van een scheidingswand direct aan het ver-
hoge geluidisolatie-eisen, moet de eerste plaatlaag van
laagde plafond plaatsvinden. De aansluitingen moeten
de aangrenzende, reeds aanwezige wand door een voeg
worden afgevoegd.
zijn gescheiden. De aan te brengen scheidingswand
De scheiding van het verlaagde plafond en het doortrek-
wordt met een NPV-profiel, akoestisch band en snel-
ken van de scheidingswand tot het constructieve plafond
bouwschroeven aan deze plaatlaag bevestigd. Daarna
zijn voorwaarden voor het inbouwen van scheidings-
vindt de beplating van de aangebrachte scheidingswand
wanden met geluidisolatie R-waarde ≥ 39 dB.
met één plaatlaag plaats. Op de reeds aanwezige wand wordt de tweede plaatlaag aangebracht. De aangebrachte
Ter vermindering van de geluidsoverdracht in de spouw
scheidingswand wordt van de tweede plaatlaag voorzien.
boven het plafond moet minerale wol worden aan-
De aansluiting wordt met Planfix B fresh afgevoegd.
gebracht.
60
Aansluiting aan houten voorgevel
T-aansluiting met onderbroken beplating
Aansluiting aan metalen voorgevel
T-aansluiting met onderbroken beplatingen
T-aansluiting
61
Overzicht wandtypen Wandtype
Beplating per zijde (mm)
Enkele stijlen en enkele beplating
E-11/40/70 E-11/40/70 + MW30 E-11/45/70 E-11/45/70 + MW40 E-11/50/75 E-11/50/75 + MW40 E-11/75/100 E-11/75/100 + MW60 E-11/100/125 E-11/100/125 + MW75
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
x x x x x x x x x x
15 15 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5
Enkele stijlen en dubbele beplating
E-22/50/100 E-22/50/100 + MW40 E-22/75/125 E-22/75/125 + MW60 E-22/100/150 E-22/100/150 + MW75
2 2 2 2 2 2
x x x x x x
12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5
Enkele stijlen en drievoudige beplating
E-33/50/125 E-33/50/125 + MW40 E-33/75/150 E-33/75/150 + MW60 E-33/100/175 E-33/100/175 + MW75
3 3 3 3 3 3
x x x x x x
12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5
Dubbele stijlen, niet gekoppeld en dubbele beplating
EE-22/45/145 + MW40 EE-22/45/145 + 2MW40 EE-22/50/155 + MW40 EE-22/50/155 + 2MW40 EE-22/75/205 + MW60 EE-22/75/205 + 2MW60 EE-22/100/255 EE-22/100/255 + MW75 EE-22/100/255 + 2MW75
2 2 2 2 2 2 2 2 2
x x x x x x x x x
12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5
EE-33
Dubbele stijlen, gekoppeld en dubbele beplating
EE*-22/45/145 + MW40 EE*-22/45/145 + 2MW40 EE*-22/50/155 + MW40 EE*-22/50/155 + 2MW40 EE*-22/75/205 + MW60 EE*-22/75/205 + 2MW60 EE*-22/100/255 EE*-22/100/255 + MW75 EE*-22/100/255 + 2MW75
2 2 2 2 2 2 2 2 2
x x x x x x x x x
12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5
EE*-33
Dubbele stijlen, niet gekoppeld en drievoudige beplating
EE-33/100/280 EE-33/100/280 + MW75 EE-33/100/280 + 2MW75
3 x 12,5 3 x 12,5 3 x 12,5
Dubbele stijlen, gekoppeld en drievoudige beplating
EE*-33/100/280 EE*-33/100/280 + MW75 EE*-33/100/280 + 2MW75
3 x 12,5 3 x 12,5 3 x 12,5
E-11
E-22
E-33
EE-22
EE*-22
62
Breedte profielen (mm)
Wanddikte (mm)
Minerale wol vulling (mm)
Rw in dB
Brandwerendheid in minuten
Gewicht circa (kg/m2)
40 40 45 45 50 50 75 75 100 100
70 70 70 70 75 75 100 100 125 125
50 50 75 75 100 100 50 50 75 75 100 100
Maximale wandhoogte (mm) Toepassingsgebied 1*
Toepassingsgebied 2*
– 30 – 40 – 40 – 60 – 75
34 42 34 41 34 42 36 43 38 46
> > > > > > > > > >
30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
27 28 22 23 22 23 23 24 23 24
2800 2800 2800 2800 3000 3000 4500 4500 5000 5000
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 2750 2750 3750 3750 4250 4250
100 100 125 125 150 150
– 40 – 60 – 75
42 50 45 51 47 52
> > > > > >
60 60 60 60 60 60
43 44 43 44 43 44
4000 4000 5500 5500 6500 6500
3500 3500 5000 5000 5750 5750
125 125 150 150 175 175
– 40 – 60 – 75
45 56 47 57 49 58
> > > > > >
90 90 90 90 90 90
61 62 61 62 61 62
4500 4500 6000 6000 7000 7000
4000 4000 5500 5500 6500 6500
57 61 57 61 61 63 52 62 63
> > > > > > > > >
60 60 60 60 60 60 60 60 60
46 47 46 47 46 47 45 46 47
2600 2600 2600 2600 3500 3500 4250 4250 4250
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 2750 2750 3500 3500 3500
> > > > > > > > >
60 60 60 60 60 60 60 60 60
46 47 46 47 46 47 45 46 47
4500 4500 4500 4500 6000 6000 6500 6500 6500
4000 4000 4000 4000 5500 5500 6000 6000 6000
2 2 2 2 2 2 2 2 2
x x x x x x x x x
45 45 50 50 75 75 100 100 100
145 145 155 155 205 205 255 255 255
40 40 40 40 60 60 – 75 75
2 2 2 2 2 2 2 2 2
x x x x x x x x x
45 45 50 50 75 75 100 100 100
145 145 155 155 205 205 255 255 255
40 40 40 40 60 60 – 75 75
+ 75
52 55 53 55 54 57 52 55 57
2 x 100 2 x 100 2 x 100
280 280 280
– 75 75 + 75
58 65 66
> 90 > 90 > 120
63 64 65
4750 4750 4750
4000 4000 4000
2 x 100 2 x 100 2 x 100
280 280 280
– 75 75 + 75
57 59 60
> 90 > 90 > 120
63 64 65
7000 7000 7000
6500 6500 6500
+ 40 + 40 + 60
+ 75
+ 40 + 40 + 60
* zie pagina 54
63
Lafarge wandcodes Alle wandtypes van Lafarge hebben verschillende coderingen. In onderstaand overzicht staan deze op een rij.
elke kant, 2 betekent twee lagen aan één kant en 22 twee
De coderingen maken het mogelijk de wandtypes zonder
lagen aan elke kant; 33 betekent drie lagen aan elke kant
misverstanden te benoemen. De combinatie van letters
• E-11/40/70 - 40 geeft de breedte van de stijlen aan
en cijfers hebben de volgende betekenis:
• E-11/40/70 - 70 geeft de totale wanddikte aan
• E-11/40/70 - De E betekent ‘enkele stijl’, EE betekent
• MW
= 1 laag minerale wol
dubbele stijlen naast elkaar en EE* dubbele stijlen
• 2MW
= 2 lagen minerale wol
gekoppeld
• MW40 = minerale wol 40 mm dik
Wandtype Voorzetwanden E-1/50/62,5 E-2/50/75 E-1/75/87,5 E-2/75/100 E-1/100/112,5 E-2/100/125 Vrijstaande wanden Enkele stijlen en enkele beplating: E-11/40/70 E-11/40/70 + MW30 E-11/45/70 E-11/45/70 + MW40 E-11/50/75 E-11/50/75 + MW40 E-11/75/100 E-11/75/100 + MW60 E-11/100/125 E-11/100/125 + MW75 Enkele stijlen en dubbele beplating E-22/50/100 E-22/50/100 + MW40 E-22/75/125 E-22/75/125 + MW60 E-22/100/150 E-22/100/150 + MW75 Enkele stijlen en drievoudige beplating E-33/50/125 E-33/50/125 + MW40 E-33/75/150 E-33/75/150 + MW60 E-33/100/175 E-33/100/175 + MW75
64
• E-11/40/70 - 11 betekent één laag gipskartonplaten aan
Dubbele stijlen, niet gekoppeld en dubbele beplating EE-22/45/145 + MW40 EE-22/45/145 + 2MW40 EE-22/50/155 + MW40 EE-22/50/155 + 2MW40 EE-22/75/205 + MW60 EE-22/75/205 + 2MW60 EE-22/100/255 EE-22/100/255 + MW75 EE-22/100/255 + 2MW75 Dubbele stijlen, gekoppeld en dubbele beplating EE*-22/45/145 + MW40 EE*-22/45/145 + 2MW40 EE*-22/50/155 + MW40 EE*-22/50/155 + 2MW40 EE*-22/75/205 + MW60 EE*-22/75/205 + 2MW60 EE*-22/100/255 EE*-22/100/255 + MW75 EE*-22/100/255 + 2MW75 Dubbele stijlen, niet gekoppeld en drievoudige beplating EE-33/100/280 EE-33/100/280 + MW75 EE-33/100/280 + 2MW75 Dubbele stijlen, gekoppeld en drievoudige beplating EE*-33/100/280 EE*-33/100/280 + MW75 EE*-33/100/280 + 2MW75
Staalskeletwand met enkele stijlen en enkele beplating E-11 Technische gegevens (zie systeemtekening)
Wandhoogte
1 Lafarge gipskartonplaat
Toepassingsgebied 1: van max. 2800 - 5000 mm
2 NPV-profiel
Toepassingsgebied 2: van max. 2750 - 4250 mm
3 Isolatiemateriaal (minerale wol) 4 Planfix B fresh
Gewicht inclusief isolatielaag
5 Akoestisch band
ca. 22 tot 28 kg/m2
Lafarge montagewand
Wand met enkele stijlen en enkele beplating
E-11/40/70
Het in tweeën splitsen van een ruimte kan gemakkelijk
E-11/40/70 + MW30
en economisch worden gerealiseerd met een wand met
E-11/45/70
enkele beplating van Lafarge.
E-11/45/70 + MW40
Door hun geringe wanddikte en lage gewicht zijn de
E-11/50/75
flexibele scheidingswanden overal toepasbaar. De lichte
E-11/50/75 + MW40
Lafarge scheidingswanden voldoen in alle opzichten aan
E-11/75/100 E-11/75/100 + MW60
1
2
3
4
E-11/100/125 E-11/100/125 + MW75
Brandwerendheid ≥ 30 minuten e
e: ≤ 250 mm
Wanddiktes 70 tot 125 mm 5
Geluidisolatie volgens EN-ISO 717-1
1
Rw = 34 tot 46 dB
Warmte-isolatie 600 mm
Afhankelijk van de isolatie in de spouw.
65
de eisen van het Bouwbesluit en kunnen op iedere
Beplating
belastbare vloerconstructie worden gemonteerd (en
Begin aan de ene kant met een hele plaatbreedte
indien nodig weer afgebroken).
(1200 mm) en breng aan de andere zijde eerst een
De snelle en droge montage bespaart tijd en kosten ten
halve plaatbreedte (600 mm) aan.
opzichte van conventioneel gemetselde wanden. Heel
Bevestig de gipskartonplaten met 25 mm lange zelf-
gemakkelijk is ook het wegwerken van leidingen e.d.
tappende schroeven op een onderlinge afstand van
in de spouw van de wand.
≤ 250 mm.
Het vlakke wandoppervlak kan zonder lange droogtijden direct worden geverfd, behangen of betegeld.
Voegen en aansluitingen
Aan Lafarge montagewanden kunnen, vanwege hun
Voor een betere brandveiligheid en geluidisolatie
goede stabiliteit en stevigheid, zonder problemen voor-
moeten de naden en aansluitingen van Lafarge montage-
werpen worden opgehangen (≤ 40 kg/m2) met de juiste
wanden goed zijn afgevoegd.
hollewandpluggen.
Afvoegen met Planfix B fresh met tape.
De hart-op-hart afstand tussen de stalen NPV-profielen is over het algemeen ≤ 600 mm.
Plafondaansluiting
Bij enkele beplating keramische tegels worden aan-
Staande stijlen moeten worden ingekort, zodat eventueel
gebracht, dan moet h.o.h. afstand van de profielen van
doorbuigen van het plafond ongehinderd kan plaatsvin-
≤ 400 mm worden aangehouden.
den. Ze moeten echter minstens 15 – 20 mm in het
Noodzakelijke kopse naden moeten bij voorkeur
(NPH) aansluitprofiel steken. De platen mogen niet
in het bovenste gedeelte van de scheidingswand worden
worden vastgeschroefd in het NPH-profiel.
aangebracht. Het noodzakelijke voegverband moet ≥ 400 mm bedragen.
Dilatatievoegen
Aan de brandwerendheidseis van 30 minuten kan reeds
Bij wandlengtes ≥ 15 m zijn dilatatievoegen noodzake-
met een 12,5 mm dikke Lafarge standaard gipskarton-
lijk, die zo moeten worden gevormd dat de brandwe-
plaat worden voldaan.
rendheid van de totale constructie niet wordt beïnvloed. Bovendien moeten dilatatievoegen in de ruwbouw wor-
Onderconstructie
den overgenomen in de wandconstructie.
NPH-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm), voorzien van akoestisch band, aan vloer en plafond op een onderlinge
De dilatatievoegen moeten zo worden uitgevoerd dat de
afstand van ≤ 800 mm bevestigen.
minimale beplatingsdikte voor de betreffende brandwe-
NPV-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm) met de profiel-
rendheidsklasse over de totale wanddoorsnede wordt gega-
opening in de montagerichting in de NPH-profielen
randeerd.
steken (hart-op-hart afstand ≤ 600 mm). Zijdelings aansluitende NPV-profielen voorzien van akoestisch band en op onderlinge afstand van ≤ 800 mm bevestigen.
66
Staalskeletwand met enkele stijlen en dubbele beplating E-22 Technische gegevens (zie systeemtekening)
Gewicht inclusief isolatielaag
1 Lafarge gipskartonplaat
ca. 44 kg/m2
2 NPV-profiel 3 Isolatiemateriaal (minerale wol)
Wand met enkele stijlen en dubbele beplating
4 Planfix B fresh
Indien hoge eisen aan de brandveiligheid of de geluidi-
5 Akoestisch band
solatie van lichte scheidingswanden worden gesteld, dan kunnen staalskeletwanden met enkele stijlen en dubbele
Lafarge montagewand
beplating worden toegepast.
E-22/50/100 E-22/50/100 + MW40
Door de tweede 12,5 mm dikke plaatlaag hebben Lafarge
E-22/75/125
montagewanden een duidelijk grotere stabiliteit. Dit
E-22/75/125 + MW60
heeft invloed op de toegestane wandhoogtes, die zonder
E-22/100/150
speciale maatregelen 6500 mm mogen bedragen.
E-22/100/150 + MW75
Door de onderlinge afstand van de stijlen van het staal-
1
2
3
4
Brandwerendheid ≥ 60 minuten
Wanddiktes
e
100 tot 150 mm
Geluidisolatie volgens EN-ISO 717-1 Rw = 42 tot 52 dB
e (1. laag): ≤ 750 mm 5
Warmte-isolatie
e (2. laag): ≤ 250 mm
1
Afhankelijk van de isolatie in de spouw.
Wandhoogte Toepassingsgebied 1: van max. 4000 - 6500 mm
600 mm
Toepassingsgebied 2: van max. 3500 - 5750 mm
67
skelet te verkleinen, kunnen hoogtes van meer dan
Voegen en aansluitingen
10.000 mm worden gerealiseerd.
Voor een betere brandveiligheid en geluidisolatie moeten de naden en aansluitingen van Lafarge montage-
Bij dubbele beplating worden de platen zodanig aan-
wanden goed zijn afgevoegd.
gebracht dat de naden verspringen. Over het algemeen
Afvoegen met Planfix B fresh met tape.
is het afvoegen van de buitenste (2e) beplatingslaag voldoende.
Wand- en vloeraansluiting Om de geluidsoverdracht van scheidingswanden met
De afstand tussen de schroeven bedraagt in de eerste
dubbele beplating naar aansluitende wanden te ver-
plaatlaag ≤ 750 mm en in de tweede ≤ 250 mm.
minderen, moet de beplating bij de aansluiting worden onderbroken.
In badkamers en vergelijkbare ruimtes moet voor de
Montage van Lafarge scheidingswanden direct op de
buitenste laag Lafarge hydroplaten worden gebruikt.
ondervloer, niet in aanraking met de (zwevende) dekvloer of met de vloerbedekking, zorgen voor een
Onderconstructie
optimale vermindering van de geluidsoverdracht.
NPH-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm), voorzien van akoestisch band, aan vloer en plafond op een onderlinge
Plafondaansluiting
afstand van ≤ 800 mm bevestigen.
Stalen stijlen moeten worden ingekort, zodat eventueel
NPV-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm) met de profiel-
doorbuigen van het plafond ongehinderd kan plaats-
opening in de montagerichting in de NPH-profielen
vinden. Ze moeten echter minstens 15 – 20 mm in het
steken (hart-op-hart afstand ≤ 600 mm).
(NPH) aansluitprofiel steken. De platen mogen niet worden vastgeschroefd in het NPH-profiel.
Zijdelings aansluitende NPV-profielen voorzien van akoestisch band en op onderlinge afstand van
Dilatatievoegen
≤ 800 mm bevestigen.
Bij wandlengtes ≥ 15 m zijn dilatatievoegen noodzakelijk, die zo moeten worden gevormd dat de brandwe-
Beplating
rendheid van de totale constructie niet wordt beïnvloed.
Begin aan de ene kant met een hele plaatbreedte
Bovendien moeten dilatatievoegen in de ruwbouw wor-
(1200 mm) en breng aan de andere zijde eerst een
den overgenomen in de wandconstructie.
halve plaatbreedte (600 mm) aan. Bevestig de eerste gipskartonplaten met 25 mm lange
De dilatatievoegen moeten zo worden uitgevoerd dat de
zelftappende schroeven op een onderlinge afstand van
minimale bekledingsdikte voor de betreffende brand-
≤ 750 mm.
werendheidsklasse over de totale wanddoorsnede wordt
De tweede plaatlaag verspringend, met 35 mm lange
gegarandeerd.
zelftappende schroeven op een onderlinge afstand van ≤ 250 mm, bevestigen.
68
Staalskeletwand met enkele stijlen en drievoudige beplating E-33 Technische gegevens
Wandhoogte
1 Lafarge gipskartonplaat
Toepassingsgebied 1: van max. 4500 - 7000 mm
2 NPV-profiel
Toepassingsgebied 2: van max. 4000 - 6500 mm
3 Isolatiemateriaal (minerale wol) 4 Planfix B fresh
Gewicht inclusief isolatielaag
5 Akoestisch band
ca. 62 kg/m2
Lafarge montagewand
Wand met enkele stijlen en drievoudige beplating
E-33/50/125
Indien hoge eisen aan de brandveiligheid of de geluidi-
E-33/50/125 + MW40
solatie van lichte scheidingswanden worden gesteld, dan
E-33/75/150 1
2
3
4
E-33/75/150 + MW60 E-33/100/175 E-33/100/175 + MW75
Brandwerendheid
e
> 90 minuten
Wanddiktes 125 tot 175 mm
e (1. laag): ≤ 750 mm 5
e (2. laag): ≤ 750 mm e (3. laag): ≤ 250 mm
Geluidisolatie volgens EN-ISO 717-1
1
Rw = 45 tot 58 dB
Warmte-isolatie Afhankelijk van de isolatie in de spouw.
600 mm
69
kunnen staalskeletwanden met enkele stijlen en drie-
(1200 mm) en breng aan de andere zijde eerst een
voudige beplating worden toegepast.
halve plaatbreedte (600 mm) aan.
Door de derde 12,5 mm dikke plaatlaag hebben deze
Bevestig de eerste en tweede laag (verspringend) gips-
Lafarge wanden een nog grotere stabiliteit dan de
kartonplaten met 25 mm respectievelijk 35 mm lange
montagewanden met dubbele beplating. Dit heeft
zelftappende schroeven op een onderlinge afstand van
invloed op de toegestane wandhoogtes, die zonder
≤ 750 mm.
speciale maatregelen 6500 mm mogen bedragen.
De derde plaatlaag verspringend, met 55 mm lange
Door de onderlinge afstand van de stijlen van het staal-
zelftappende schroeven op een onderlinge afstand van
skelet te verkleinen, kunnen hoogtes van meer dan
≤ 250 mm, bevestigen.
10.000 mm worden gerealiseerd.
Voegen en aansluitingen Bij drievoudige beplating worden de platen zodanig aan-
Voor een betere brandveiligheid en geluidisolatie
gebracht dat de naden verspringen. Over het algemeen
moeten de naden en aansluitingen van Lafarge montage-
is het afvoegen van de buitenste (3e) beplatingslaag
wanden goed zijn afgevoegd.
voldoende.
Afvoegen met Planfix B fresh met tape.
De afstand tussen de schroeven bedraagt in de eerste
Wand- en vloeraansluiting
en in de tweede plaatlaag ≤ 750 mm en in de derde
Om de geluidsoverdracht van scheidingswanden met
≤ 250 mm.
drievoudige beplating naar aansluitende wanden te
In badkamers en vergelijkbare ruimtes moet voor de
verminderen, moet de beplating bij de aansluiting
buitenste laag Lafarge hydroplaten worden gebruikt.
worden onderbroken. Montage van Lafarge scheidingswanden direct op de
Onderconstructie
ondervloer, niet in aanraking met de (zwevende)
NPH-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm), voorzien van
dekvloer of met de vloerbedekking, zorgen voor een
akoestisch band, aan vloer en plafond op een onderlinge
optimale vermindering van de geluidsoverdracht.
afstand van ≤ 800 mm bevestigen. NPV-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm) met de profiel-
Plafondaansluiting
opening in de montagerichting in de NPH-profielen
Stalen stijlen moeten worden ingekort, zodat eventueel
steken (hart-op-hart afstand ≤ 600 mm).
doorbuigen van het plafond ongehinderd kan plaatsvinden. Ze moeten echter minstens 15 – 20 mm in het
Zijdelings aansluitende NPV-profielen voorzien van
(NPH) aansluitprofiel steken. De platen mogen niet
akoestisch band en op onderlinge afstand van
worden vastgeschroefd in het NPH-profiel.
≤ 800 mm bevestigen.
Dilatatievoegen
70
Beplating
Bij wandlengtes ≥ 15 m zijn dilatatievoegen noodzake-
Begin aan de ene kant met een hele plaatbreedte
lijk, die zo moeten worden gevormd dat de brand-
werendheid van de totale constructie niet wordt beïnvloed. Bovendien moeten dilatatievoegen in de ruwbouw worden overgenomen in de wandconstructie. De dilatatievoegen moeten zo worden uitgevoerd dat de minimale bekledingsdikte voor de betreffende brandwerendheidsklasse over de totale wanddoorsnede wordt gegarandeerd.
71
Staalskeletwand met dubbele, niet gekoppelde stijlen en dubbele beplating EE-22 Technische gegevens (zie systeemtekening)
Warmte-isolatie
1 Lafarge gipskartonplaat
Afhankelijk van de isolatie in de spouw.
2 NPV-profiel 3 Isolatiemateriaal (minerale wol)
Wandhoogte
4 Planfix B fresh
Toepassingsgebied 1: van max. 2600 - 4250 mm
5 Akoestisch band
Toepassingsgebied 2: van max. 2750 - 3500 mm
Lafarge montagewand
Gewicht inclusief isolatielaag
EE-22/45/145 + MW40
ca. 45 tot 47 kg/m2
EE-22/45/145 + 2MW40 EE-22/50/155 + MW40 1
4 3
2
EE-22/50/155 + 2MW40 EE-22/75/205 + MW60 EE-22/75/205 + 2MW60 EE-22/100/255
e
EE-22/100/255 + MW75 EE-22/100/255 + 2MW75
e (1. laag): ≤ 750 mm Brandwerendheid
5
e (2. laag): ≤ 250 mm
> 60 minuten
1 Wanddiktes 145 tot 255 mm
Geluidisolatie volgens EN-ISO 717-1 Rw = 52 tot 63 dB
72
≥ 600 mm
Wand met dubbele stijlen en dubbele beplating
Beplating
Indien hogere eisen aan de geluidisolatie van lichte
Begin aan de ene kant met een hele plaatbreedte
scheidingswanden worden gesteld, dan kunnen staal-
(1200 mm) en breng aan de andere zijde eerst een
skeletwanden met dubbele stijlen en dubbele beplating
halve plaatbreedte (600 mm) aan.
worden toegepast.
Bevestig de eerste gipskartonplaten met 25 mm lange zelftappende schroeven op een onderlinge afstand van ≤ 750 mm.
Door de gescheiden stijlen wordt een verbetering van de
De tweede plaatlaag verspringend, met 35 mm lange
geluidisolatiewaarde bereikt.
zelftappende schroeven op een onderlinge afstand van ≤ 250 mm bevestigen.
Lafarge dubbele stijlen worden ook gebruikt voor het wegwerken van installaties, bijvoorbeeld in ziekenhuizen.
Plafondaansluiting
De volgende punten zijn van belang voor het goed
Stalen stijlen moeten worden ingekort, zodat eventueel
functioneren van de Lafarge montagewanden met
doorbuigen van het plafond ongehinderd kan plaats-
dubbele stijlen:
vinden. Ze moeten echter minstens 15 – 20 mm in het
• stijlen op 5 mm afstand naast elkaar plaatsen
(NPH) aansluitprofiel steken. De platen mogen niet
• onderlinge afstand hart-op-hart van de stijlen
worden vastgeschroefd in het NPH-profiel.
(NPV-profielen) ≤ 600 mm. • aansluitprofielen voorzien van akoestisch band
Dilatatievoegen
• bij glijdende wand- en plafondaansluitingen moeten
Bij wandlengtes ≥ 15 m zijn dilatatievoegen noodzake-
de Lafarge plaatstroken gescheiden zijn • aan alle randaansluitingen ter plaatse van de eerste plaatlaag rondom afkitten.
lijk, die zo moeten worden gevormd dat de brandwerendheid van de totale constructie niet wordt beïnvloed. Bovendien moeten dilatatievoegen in de ruwbouw worden overgenomen in de wandconstructie.
Onderconstructie NPH-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm), voorzien van
De dilatatievoegen moeten zo worden uitgevoerd dat de
akoestisch band, aan vloer en plafond op een onderlinge
minimale bekledingsdikte voor de betreffende brand-
afstand van ≤ 800 mm bevestigen.
werendheidsklasse over de totale wanddoorsnede wordt
NPV-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm) met de profiel-
gegarandeerd.
opening in de montagerichting in de NPH-profielen steken (hart-op-hart afstand ≤ 600 mm).
Zijdelings aansluitende NPV-profielen voorzien van akoestisch band en op onderlinge afstand van ≤ 800 mm bevestigen.
73
Staalskeletwand met dubbele gekoppelde stijlen en dubbele beplating EE*-22 Technische gegevens
Warmte-isolatie
1 Lafarge gipskartonplaat
Afhankelijk van de isolatie in de spouw.
2 Gipskartonstrook hoog 300 mm 3 NPV-profiel
Wandhoogte
4 Planfix B fresh
Toepassingsgebied 1: van max. 4500 - 6500 mm
5 Akoestisch band
Toepassingsgebied 2: van max. 4000 - 6000 mm
6 Isolatiemateriaal (minerale wol) Gewicht inclusief isolatielaag Lafarge montagewand
ca. 45 tot 47 kg/m2
EE*-22/45/145 + MW40 EE*-22/45/145 + 2MW40 1
2
3
4 6
EE*-22/50/155 + MW40 EE*-22/50/155 + 2MW40 EE*-22/75/205 + MW60 EE*-22/75/205 + 2MW60
e
EE*-22/100/255 EE*-22/100/255 + MW75 EE*-22/100/255 + 2MW75
e (1. laag): ≤ 750 mm 5
e (2. laag): ≤ 250 mm
Brandwerendheid
1
> 60 minuten
Wanddikte 145 tot 255 mm ≥ 600 mm
Geluidisolatie volgens EN-ISO 717-1 Rw = 52 tot 57 dB
74
Wand met dubbele gekoppelde stijlen
halve plaatbreedte (600 mm) aan.
en dubbele beplating
Bevestig de eerste gipskartonplaten met 25 mm lange
Indien hogere eisen aan de wandhoogte van lichte
zelftappende schroeven op een onderlinge afstand van
scheidingswanden worden gesteld, dan kunnen staal-
≤ 750 mm.
skeletwanden met dubbele gekoppelde stijlen en
De tweede plaatlaag verspringend, met 35 mm lange
dubbele beplating worden toegepast.
zelftappende schroeven op een onderlinge afstand van ≤ 250 mm bevestigen.
Door de gekoppelde stijlen kan hoger worden gebouwd.
Plafondaansluiting De volgende punten zijn van belang voor het goed
Stalen stijlen moeten worden ingekort, zodat eventueel
functioneren van de Lafarge montagewanden met
doorbuigen van het plafond ongehinderd kan plaats-
dubbele gekoppelde stijlen:
vinden. Ze moeten echter minstens 15 – 20 mm in het
• stijlen op 5 mm afstand naast elkaar plaatsen
(NPH) aansluitprofiel steken. De platen mogen niet
• onderlinge afstand hart-op-hart van de stijlen
worden vastgeschroefd in het NPH-profiel.
(NPV-profielen) ≤ 600 mm. • aansluitprofielen voorzien van akoestisch band
Dilatatievoegen
• bij glijdende wand- en plafondaansluitingen moeten
Bij wandlengtes ≥ 15 m zijn dilatatievoegen noodzake-
de Lafarge plaatstroken gescheiden zijn • aan alle randaansluitingen ter plaatse van de eerste plaatlaag rondom afkitten.
lijk, die zo moeten worden gevormd dat de brandwerendheid van de totale constructie niet wordt beïnvloed. Bovendien moeten dilatatievoegen in de ruwbouw worden overgenomen in de wandconstructie.
Onderconstructie NPH-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm), voorzien van
De dilatatievoegen moeten zo worden uitgevoerd dat de
akoestisch band, aan vloer en plafond op een onderlinge
minimale bekledingsdikte voor de betreffende brand-
afstand van ≤ 800 mm bevestigen.
werendheid over de totale wanddoorsnede wordt
NPV-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm) met de profiel-
gegarandeerd.
opening in de montagerichting in de NPH-profielen steken (hart-op-hart afstand ≤ 600 mm).
Zijdelings aansluitende NPV-profielen voorzien van akoestisch band en op onderlinge afstand van ≤ 800 mm bevestigen.
Beplating Begin aan de ene kant met een hele plaatbreedte (1200 mm) en breng aan de andere zijde eerst een
75
Staalskeletwand met dubbele, niet gekoppelde stijlen en drievoudige beplating EE-33 Technische gegevens
Gewicht inclusief isolatielaag
1 Lafarge gipskartonplaat
ca. 63 tot 65 kg/m2
2 NPV-profiel 3 Isolatiemateriaal (minerale wol)
Wand met dubbele stijlen en drievoudige beplating
4 Planfix B fresh
Indien zeer hoge eisen aan de geluidisolatie van lichte
5 Akoestisch band
scheidingswanden worden gesteld, dan kunnen staalskeletwanden met dubbele stijlen en drievoudige
Lafarge montagewand
beplating worden toegepast.
EE-33/100/280 EE-33/100/280 + MW75
Door de gescheiden stijlen wordt een verbetering van de
EE-33/100/280 + 2MW75
geluidisolatiewaarde bereikt. 1
3
2
4
Brandwerendheid > 90 minuten
Wanddikte
e
280 mm
Geluidisolatie volgens EN-ISO 717-1 Rw = 58 tot 66 dB
e (1. laag): ≤ 750 mm 5
e (2. laag): ≤ 750 mm e (3. laag): ≤ 250 mm
1
Warmte-isolatie Afhankelijk van de isolatie in de spouw.
Wandhoogte Toepassingsgebied 1: max. 4750 mm ≥ 600 mm
Toepassingsgebied 2: max. 4000 mm
76
Lafarge dubbele stijlen worden ook gebruikt voor het
Plafondaansluiting
wegwerken van installaties, bijvoorbeeld in ziekenhuizen.
Stalen stijlen moeten worden ingekort, zodat eventueel
De volgende punten zijn van belang voor het goed
doorbuigen van het plafond ongehinderd kan plaats-
functioneren van de Lafarge montagewanden met
vinden. Ze moeten echter minstens 15 – 20 mm in het
dubbele stijlen:
(NPH) aansluitprofiel steken. De platen mogen niet
• stijlen op 5 mm afstand naast elkaar plaatsen
worden vastgeschroefd in het NPH-profiel.
• onderlinge afstand hart-op-hart van de stijlen (NPV-profielen) ≤ 600 mm.
Dilatatievoegen
• aansluitprofielen voorzien van akoestisch band
Bij wandlengtes ≥ 15 m zijn dilatatievoegen noodzake-
• bij glijdende wand- en plafondaansluitingen moeten
lijk, die zo moeten worden gevormd dat de brand-
de Lafarge plaatstroken gescheiden zijn • aan alle randaansluitingen ter plaatse van de eerste plaatlaag rondom afkitten.
werendheid van de totale constructie niet wordt beïnvloed. Bovendien moeten dilatatievoegen in de ruwbouw worden overgenomen in de wandconstructie.
Onderconstructie
De dilatatievoegen moeten zo worden uitgevoerd dat de
NPH-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm), voorzien van
minimale bekledingsdikte voor de betreffende brand-
akoestisch band, aan vloer en plafond op een onderlinge
werendheid over de totale wanddoorsnede wordt
afstand van ≤ 800 mm bevestigen.
gegarandeerd.
NPV-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm) met de profielopening in de montagerichting in de NPH-profielen steken (hart-op-hart afstand ≤ 600 mm).
Zijdelings aansluitende NPV-profielen voorzien van akoestisch band en op onderlinge afstand van ≤ 800 mm bevestigen.
Beplating Begin aan de ene kant met een hele plaatbreedte (1200 mm) en breng aan de andere zijde eerst een halve plaatbreedte (600 mm) aan. Bevestig de eerste en tweede gipskartonplaten verspringend met 25 respectievelijk 35 mm lange zelftappende schroeven op een onderlinge afstand van ≤ 750 mm. De derde plaatlaag verspringend, met 55 mm lange zelftappende schroeven op een onderlinge afstand van ≤ 250 mm bevestigen.
77
Staalskeletwand met dubbele gekoppelde stijlen en drievoudige beplating EE*-33 Technische gegevens
Wandhoogte
1 Lafarge gipskartonplaat
Toepassingsgebied 1: max. 7000 mm
2 Gipskartonstrook hoog 300 mm
Toepassingsgebied 2: max. 6500 mm
3 NPV-profiel 4 Isolatiemateriaal (minerale wol)
Gewicht inclusief isolatielaag
5 Akoestisch band
ca. 63 tot 65 kg/m2
6 Planfix B fresh
Wand met dubbele gekoppelde stijlen Lafarge montagewand
en drievoudige beplating
EE*-33/100/280
Indien hoge eisen aan de brandwerendheid van lichte
EE*-33/100/280 + MW75
scheidingswanden worden gesteld, dan kunnen staal-
EE*-33/100/280 + 2MW75 1
2
3
4
6
Brandwerendheid 90 tot 120 minuten
Wanddikte e
280 mm
e (1. laag): ≤ 750 mm Geluidisolatie volgens EN-ISO 717-1
5
e (2. laag): ≤ 750 mm e (3. laag): ≤ 250 mm
Rw = 57 tot 60 dB
1 Warmte-isolatie Afhankelijk van de isolatie in de spouw.
≥ 600 mm
78
skeletwanden met dubbele gekoppelde stijlen en
Plafondaansluiting
drievoudige beplating worden toegepast.
Stalen stijlen moeten worden ingekort, zodat eventueel
De volgende punten zijn van belang voor het goed
doorbuigen van het plafond ongehinderd kan plaats-
functioneren van de Lafarge montagewanden met
vinden. Ze moeten echter minstens 15 – 20 mm in het
dubbele gekoppelde stijlen:
(NPH) aansluitprofiel steken. De platen mogen niet
• stijlen 5 mm afstand naast elkaar plaatsen
worden vastgeschroefd in het NPH-profiel.
• onderlinge afstand hart-op-hart van de stijlen (NPV-profielen) ≤ 600 mm.
Dilatatievoegen
• aansluitprofielen voorzien van akoestisch band
Bij wandlengtes ≥ 15 m zijn dilatatievoegen noodzake-
• bij glijdende wand- en plafondaansluitingen moeten
lijk, die zo moeten worden gevormd dat de brand-
de Lafarge plaatstroken gescheiden zijn • aan alle randaansluitingen ter plaatse van de eerste plaatlaag rondom afkitten.
werendheid van de totale constructie niet wordt beïnvloed. Bovendien moeten dilatatievoegen in de ruwbouw worden overgenomen in de wandconstructie.
Onderconstructie
De dilatatievoegen moeten zo worden uitgevoerd dat de
NPH-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm), voorzien van
minimale bekledingsdikte voor de betreffende brand-
akoestisch band, aan vloer en plafond op een onderlinge
werendheid over de totale wanddoorsnede wordt
afstand van ≤ 800 mm bevestigen.
gegarandeerd.
NPV-profielen (bijvoorbeeld 50 x 0,6 mm) met de profielopening in de montagerichting in de NPH-profielen steken (hart-op-hart afstand ≤ 600 mm).
Zijdelings aansluitende NPV-profielen voorzien van akoestisch band en op onderlinge afstand van ≤ 800 mm bevestigen.
Beplating Begin aan de ene kant met een hele plaatbreedte (1200 mm) en breng aan de andere zijde eerst een halve plaatbreedte (600 mm) aan. Bevestig de eerste en tweede gipskartonplaten verspringend met 25 mm resp. 35 mm lange zelftappende schroeven op een onderlinge afstand van ≤ 750 mm. De derde plaatlaag verspringend, met 55 mm lange zelftappende schroeven op een onderlinge afstand van ≤ 250 mm bevestigen.
79
Lafarge installatiewanden Technische gegevens
installaties geschikt zijn. Waterleidingen moeten
1 Lafarge gipskartonplaat
geïsoleerd worden, stroom- en spoelgeluiden van
2 Gipskartonstrook hoog 300 mm
sanitaire installaties kunnen door het aanvullend
3 NPV-profiel
aanbrengen van minerale wol isolatiemateriaal worden
4 Isolatiemateriaal
verminderd. (verantwoordelijkheid installateur)
5 Akoestisch band 6 Planfix B fresh
Onderconstructie NPH-profielen voorzien van akoestisch band en aan
Wanddiktes
vloer en plafond op een onderlinge afstand van
Afhankelijk van de ruimte tussen de stijlen.
≤ 1000 mm bevestigen.
Lafarge installatiewand
NPV-profielen ≥ 50 x 06 met de profielopening in de
Lafarge installatiewanden bestaan uit een dubbele stijlen-
montagerichting in de NPH-profielen steken (hart-op-
constructie van NPH-profielen (aansluitprofielen) en
hart afstand ≤ 600 mm).
NPV-profielen, die in de NPH-profielen worden gestoken
Stijlen met Lafarge plaatstroken en snelbouwschroeven
(hart-op-hart afstand 600 mm).
druk- en trekvast verbinden.
De verbinding vindt plaats met 300 mm brede Lafarge
Beplating
plaatstroken, met een tussenafstand van 1/3 van de 1
2
3
6
4
wandhoogte.
De beplating wordt dubbel uitgevoerd met geïmpregneerde Lafarge gipskartonplaten (HYDRO) of enkel met
e
HYDROVLAM gipskartonplaten uitgevoerd.
De afstand tussen de stijlen bedraagt 600 mm.
e (1. laag): ≤ 750 mm 5
e (2. laag): ≤ 250 mm
Bevestiging van sanitaire installaties
1
Voor de bevestiging van sanitaire installaties (bijvoorbeeld wastafels en wandclosets) zijn diverse systemen op de markt.
Er zijn installatiehandleidingen beschikbaar die ook voor een dubbelzijdige bevestiging van sanitaire
80
≥ 600 mm
Bij de eerste wandkant met een hele plaatbreedte (1200 mm) beginnen.
Tussen vloer en plaatkant ca. 10 mm voeg aanhouden.
De bevestiging vindt plaats met 25 mm lange snelbouwschroeven op een onderlinge afstand van ≤ 750 mm. Tweede plaatlaag verspringend, met 35 mm lange snelbouwschroeven, op een onderlinge afstand van ≤ 250 mm bevestigen.
Installatie-doorvoeren Uitsparingen voor leidingen e.d. in de beplating moeten 10 mm groter worden uitgezaagd dan de buisrespectievelijk leidingdwarsdoorsnede.
De zaagranden moeten worden voorbehandeld en de overblijvende ruimte rondom de doorvoer moet met schimmelwerend duurzaam elastische kit worden afgedicht.
Voor de afdichting van buisdoorvoeren zijn geschikte rubber afdichtingsmanchetten beschikbaar.
81
Lafarge wanden met houten stijlen Technische gegevens
het knooppunt met telkens twee spijkers of schroeven.
1 Lafarge gipskartonplaat
De Lafarge gipskartonplaten worden met snelbouw-
2 Hout en stijl 38 x 89 mm
schroeven op een onderlinge afstand van ≤ 250 mm
3 Isolatiemateriaal
bevestigd.
4 Akoestisch band 5 Planfix B fresh
Bij meerlaagse beplating mogen de schroefafstanden van de onderste plaatlaag 750 mm bedragen.
Brandwerendheid 30 tot 60 minuten
Wanden met dubbele houten stijl Indien hoge eisen aan de geluidisolatie worden gesteld,
Wanddiktes
is het gebruik van Lafarge wanden met dubbele stijl aan
114 tot 280 mm
te bevelen. De houten aansluitprofielen worden net zoals bij de
Geluidisolatie
wanden met enkele stijl voorbehandeld en bevestigd.
Rw = 35 tot 56 dB
De beide stijlrijen staan parallel gescheiden naast elkaar. De houtdwarsdoorsnede van de stijlen bedraagt
Wand met enkele stijlen
minstens 38/89 mm.
De houten aansluitprofielen 38/89 mm worden voorzien
Om voldoende brandwerendheid en een goede geluidiso-
van scheidingswandafdichtingstape en met pluggen en
latie van scheidingswanden met houten stijlen te
schroeven aan de aangrenzende bouwdelen bevestigd.
krijgen, moet in de spouw van de constructie minerale
De afstanden van de bevestigingspunten bedragen
wol isolatiemateriaal worden aangebracht.
≤ 800 mm. De bevestiging van de Lafarge gipskartonplaten vindt
82
De houten stijlen moeten met een minimum dwarsdoor-
eveneens plaats met snelbouwschroeven op een onder-
snede van 38/89 mm met een hart-op-hart afstand van
linge afstand van ≤ 250 mm.
≤ 600 mm tussen de houten stijlen worden geplaatst en
Sanitaire en elektrische installaties kunnen in de
loodrecht worden uitgelijnd. De bevestiging van de
tussenruimte van de scheidingswand worden onder-
stijlen aan de houten aansluitprofielen vindt plaats op
gebracht.
Houten onderconstructie 2
De houten aansluitprofielen ≥ 38/89 mm voorzien van
3
1
5
scheidingswandafdichting, aan vloer en plafond alsmede de aangrenzende bouwdelen op een onderlinge afstand van ≤ 800 mm bevestigen.
e
De houten stijlen 38/89 mm met een hart-op-hart e: ≤ 250 mm
afstand van ≤ 600 mm op de houten aansluitprofielen plaatsen, uitlijnen en met twee spijkers bevestigen.
Beplating 4
Op de eerste wandkant wordt met een hele plaatbreedte (1200 mm) begonnen.
1
Bij dubbele beplatingen moet de tweede plaatlaag verspringend worden aangebracht. 30 min.
Op de tegenoverliggende wandkant wordt met een halve
600 mm
plaatbreedte (600 mm) verspringend begonnen.
1
60 min.
600 mm
1
60 min.
600 mm
83
Lafarge schachtwanden 1 NPV-profiel
NPV-profielen in de NPH-profielen aangebracht.
2 Lafarge gipskartonplaten 1e laag Novlam
De 2 x 12,5 mm dikke Novlam brandwerende platen
3 Lafarge gipskartonplaten 2e laag Novlam
moeten verticaal aangebracht worden. Bij de
4 Planfix B fresh
eerste laag wordt met een complete plaatbreedte (1200 mm) begonnen. De platen worden verspringend
Brandwerendheid
aangebracht met een halve plaatbreedte (600 mm).
Meer dan 60 minuten bij een steenwol isolatielaag van
De bevestiging vindt plaats in de eerste laag met 25 mm
40 mm.
lange en in de tweede laag met 35 mm lange snelbouwschroeven op een onderlinge afstand van ≤ 750 respectie-
Theoretisch is aan te geven welke constructie zou
velijk 250 mm.
kunnen voldoen. Volgens NEN 6073 is de brandwerendheid als volgt te benaderen:
1
tS;d = tD;p;d + 0,65tD;p;d + tS
2
3
4
De opbouw is als volgt: profielen NPV 45 h.o.h. 600 mm waarbij twee profielen met de ruggen tegen elkaar e
worden geplaatst. Steenwol dikte minimaal 40 mm, ρ45 kg/m3, 2 x 12,5 mm Novlam.
e (1. laag): ≤ 750 mm e (2. laag): ≤ 250 mm De brandwerendheid wordt dan: 3
tS;d = 2,5 d – 9 + 0 + Kb x di-20 x √ ρi2 Ki 3
= 53 + 0 + (1 x 40-20 x √ 452) 30 = 53 + 0 + 8 = 61 minuten 600 mm
De constructie kan ook als brandwerende voorzetwand worden gebruikt. Met een hart-op-hart afstand van ≤ 600 mm worden twee naast elkaar (lijf aan lijf) staande
84
Inspectieluiken Het productassortiment
Standaard
Type
Formaat
Bevestigings-
Sluitings-
profielen
mechanisme
m.m.
aantal
S
200x200*
2
nee
S
300x300*
2
nee
S
400x400*
4
nee
S
500x500*
4
ja
S
500x600*
4
ja
B
200x200*
2
ja
B
300x300*
2
ja
B
500x600
4
ja
voorzetwanden en andere Lafarge-constructies toegepast. Op eenvoudige en practische wijze geeft het luikje toegang tot installaties, die in de wand zijn ingebouwd. De montage geschiedt snel en eenvoudig. Het inspectie-
Met minerale wol
Het inspectieluikje wordt zowel voor binnenwanden,
luikje wordt in 5 verschillende groottes in wit gelakt gegalvaniseerd staal geleverd.
* Op voorraad
Het eenvoudige bevestigingsprofiel houdt het inspectie-
Voor de overige luikjes moet met een levertijd
luikje op zijn plaats, zonder schroeven of spijkers.
worden gerekend. De luikjes worden in een
Dit profiel past zowel bij wanden met één als met een
standaardverpakking van 5 stuks geleverd.
dubbele laag Lafarge platen.
Er zijn vele voordelen verbonden aan het verborgen aanbrengen van installaties in de Lafarge-wanden. Zo ziet het gemonteerde luikje eruit, gezien vanaf de achter-
Wanneer men de inspectieluikjes op de juiste, strategi-
zijde. Bij de kleinere
sche punten aanbrengt, is het verschaffen van toegang
luiken zijn twee
tot de knooppunten van die installaties bij reparaties of
bevestigingsprofielen
servicebeurten een eenvoudige zaak. Ze kunnen zelfs
voldoende.
worden toegepast bij plafonds met Lafarge-platen.
85
1
1 2
2
Het inspectieluikje gemonteerd in een wand met één laag Lafargeplaten. Het inspectieluikje gemonteerd in een wand met twee lagen Lafargeplaten.
A
A B
B
De grotere maten worden met een sluitingsmechanisme geleverd. Het inspectieluikje kan voor de wanden met een brandwerendheid van 30 tot 60 min. met een vulling van minerale wol worden geleverd.
a.
Het bevestigingsprofiel moet op deze wijze in de wand met één laag Lafarge-platen
e.
worden aangebracht. b.
86
Op deze wijze moet het bevestigingsprofiel
Opening voor het openen met een kleine schroevendraaier.
f.
Sluiting.
worden aangebracht in wanden met een
De sluitingspal kan met een normale
dubbele laag.
schroevendraaier open en dicht worden
c.
Luikje.
gedraaid.
d.
Lijst.
g.
Een vulling van minerale wol, 30 mm.
Montage instructie 1
Geef aan waar het luik moet worden aangebracht. Gebruik eventueel het luikje om de grootte aan te geven. De opening dient 1 mm groter te zijn. Zaag de opening met een fijngetande zaag. Pas op, niet te diep zagen.
2 3
Breng het luikje in de opening aan.
Druk het bevestigingsprofiel in de gleuf op de achterzijde van de lijst. De bevestigingsprofielen moeten afhankelijk van één of twee lagen Lafarge-platen in de juiste richting worden gedraaid. Bij twee bevestigingsprofielen worden deze aan de boven- en onderzijde aangebracht.
Het luikje wordt met behulp van een kleine schroevendraaier geopend.
87
Ronde wanden De mogelijkheden.
De platen.
De mogelijkheden voor het buigen en monteren van de
De gewone 12,5 mm en 9,5 mm Lafarge-platen kunnen
platen zijn beschreven in schema 1. De informatie dient
worden gebruikt. Lafarge Gips kan ook een 6 mm plaat
als oriënterend te worden beschouwd.
leveren. De verschillende plaatdiktes kunnen in combi-
• Er kan met een straal van minimaal 300 mm worden
natie worden gebruikt. Waar aan bepaalde brand en
gewerkt. Bestaat de behoefte aan een kleinere straal,
geluid-normen moet worden voldaan, dienen de gebo-
dan dient contact met Lafarge Gips te worden
gen gedeelten te worden uitgevoerd in een even dikke
opgenomen.
laag gipskartonplaten of in hetzelfde aantal platen dan
• Bij een grotere straal kunnen de platen direct tegen
de wand zelf.
het staalskelet aan worden gebogen. Bij een relatief kleine straal moet de plaat op een mal worden
Het staalskelet
voorgebogen. Zie schema 1.
Hier kunnen staalprofielen in alle normale maten wor-
• Een vochtige plaat laat zich gemakkelijker buigen dan
den gebruikt. De onder- en bovenregel worden uitge-
een droge plaat. Na het opdrogen behouden ze de
voerd door 2 hoekprofielen 50x50 mm.
nieuwe vorm.
De verticale profielen worden aan de horizontale profielen bevestigd. De onder- en bovenregel worden in de juiste vorm gebogen. De stijlafstand varieert met de straal. Hetzelfde geldt voor het opensnijden van de ene flens van de onder- en bovenregel, hetgeen noodzakelijk is voor het buigen. Voor de afstand van de profielen en
Gebogen in
Gebogen in
breedterichting
langsrichting
het in-knippen van de flenzen - zie schema 2.
Het is eenvoudiger de platen in breedterichting dan in
Het bevochtigen van de platen
langsrichting te buigen. In het bijzonder bij een kleine-
Inwendige wandzijde. De platen worden aan de voorzij-
re straal is de verticale platenmontage daarom aan te
de vochtig gemaakt. Uitwendige wandzijde. De platen
bevelen. Bij een kleinere straal kan het moeilijk zijn de
worden aan de achterkant vochtig gemaakt
verticale naad van de gebogen stukken gelijk te krijgen,
➔
wanneer de platen niet over een mal worden voorgebogen. Horizontale platenmontage maakt het plamuren van de
geschikt voor de grotere straal.
88
➔
voeg gemakkelijker, de horizontale montage is het meest
Schema 1 Mogelijkheden voor het buigen en monteren van de platen Straal in mm
12,5 mm plaat Vochtig Gebogen in
9,5 mm plaat
Droog
Vochtig Gebogen in
6 mm plaat
Droog Gebogen in
Vochtig Gebogen in
Droog Gebogen in
A
B
A
B
A
B
A
B
A
B
> 3500
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
3500 - 2600
1
1
1
1
2
2
1
1
1
1
2600 - 2000
2
2
1
1
2
1
2000 - 1500
2
1
2
2
1500 - 1200
2
1200 - 900
2
2
2
1
2
2
2
2
2
2
l
2
2
2
2
1
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
900 - 600
2
2
600 - 400
2
2
400 - 300
2
Schema 2 Stijlafstand Straal in mm
Stijlafstand in mm voor: 12,5 mm plaat
6 mm plaat
zonder voorbuigen
met voorbuigen
zonder voorbuigen
met voorbuigen
zonder voorbuigen
met voorbuigen
> 3500
300
600
300
400
300
300
3500 - 2600
200
600
200
400
200
300
2600 - 2000
150
300
150
300
150
300
2000 - 1500
150
300
150
300
150
300
1500 - 1200
300
150
200
150
200
1200 - 900
300
100
200
150
200
900 - 600
300
200
100
200
600 - 400 400 - 300
A: B: 1: 2: : : :
9,5 mm plaat
150
150 150
Breedterichting Langsrichting Het is eenvoudig de platen te buigen en te monteren Het is mogelijk de platen te buigen. De montage dient voorzichtig te gebeuren Het wordt aanbevolen de platen van te voren te buigen Het is noodzakelijk de platen van te voren te buigen Niet mogelijk
89
Het bevochtigen van de platen dient geruime tijd voor
Het buigen over een mal
het gebruik plaats te vinden. Het kan noodzakelijk zijn meerdere malen water aan te brengen. De platen moeten altijd worden bevochtigd op die kant die naar het midden is gekeerd, de kant die druk krijgt. De platen aan de inwendige kant moeten altijd aan de voorzijde bevochtigd worden en platen aan de uitwendige kant aan de achterzijde.
Het is mogelijk voorgebogen platen te monteren voordat
Bevochtig de platen met schoon water, waaraan een paar
ze helemaal droog zijn. De mal dient in dit geval te zijn
druppels zeep zijn toegevoegd, door middel van een
uitgevoerd in een iets kleinere straal dan de beoogde
kwast of roller.
ronding. Gebruikelijk is echter te wachten met het
De platen moeten goed de tijd krijgen om het water op
monteren tot de platen door en door droog zijn. De mal
te zuigen, voordat ze zonder te breken kunnen worden
heeft in dit geval dezelfde straal als de uiteindelijke
gebogen. De tijd is afhankelijk van de plaatdikte. Bij de
ronding. Maak de gipskartonplaat vast aan de ene zijde
12,5 mm platen duurt het intrekken 2 uur, bij de 6 mm
van de mal met behulp van een plank van b.v.
platen een half tot een heel uur. De platen kunnen in
48x98 mm. Het geheel wordt vastgezet met ten minste
deze tijd met de vochtige kanten tegen elkaar worden
3 schroefklemmen.
gelegd om het opdrogen te vermijden.
➔
De hoogte van voorgebogen platen dient 15-20 mm
➔
Het voorbuigen van platen
minder te zijn dan de eigenlijke wandhoogte. Bij het voorbuigen worden altijd vochtige platen gebruikt. Het voor buigen geschiedt gewoonlijk met een
Druk de plaat voorzichtig tegen de mal met behulp van
mal. Het is ook mogelijk de platen zonder mal te bui-
een tweede plank. Begin bij de kant die vastzit en trek
gen. Dit is mogelijk wanneer het gebogen stuk slechts
de plank langzaam over de plaat. Maak de plaat aan de
een gedeelte van de plaat beslaat. Deze methode is het
andere kant van de mal vast met behulp van de plank
meest geschikt voor platen die horizontaal worden
en schroefklemmen. Indien twee lagen gipskartonplaat
gemonteerd. De vochtige plaat wordt tegen een wand
met dezelfde ronding nodig zijn, kunnen de twee platen
gezet en men drukt voorzichtig op de bovenkant van de
tegelijk gebogen worden. Het is gebruikelijk de platen
plaat, totdat de plaat zijn juiste gebogen vorm heeft
voor het monteren te laten drogen b.v. in het magazijn.
gekregen. De plaat moet minstens een uur drogen,
De droogtijd van platen die over de mal zijn gespannen
voordat de montage kan plaatsvinden. De plaat dient op
bedraagt ongeveer 2 uur. De droogtijd kan worden
de vloer te worden klemgezet zodat wegglijden wordt
verkort door gebruik van b.v. een hete luchtkanon.
vermeden.
90
De montage van het staalskelet
Het aanbrengen Geef de buitenkant aan. De ronding van de wand wordt op de vloer en het plafond afgetekend. Teken de buitenkant van de ronding af. Gebruik eventueel een plaat als maat.
De montage van de stijlen De stijlen worden aan beide kanten van vloer- en plafondregel bevestigd, b.v. met een fixeertang. Bij verticale montage van hele platen kan het noodzakelijk zijn een extra stijl bij de beide uiteinden van de gebogen plaat aan te brengen daar er verschil ontstaat tussen inwendige en uitwendige straal.
Middelpunt
X
Montage van de regels Monteer het buitenste hoekprofiel langs de gebogen lijn. Daarna wordt het binnenste hoekprofiel gemonteerd, een stuk verticale stijl kan als afstandhouder dienen. Ook bij dubbele beplating is een extra stijl aan te bevelen. Worden de platen direct tegen het frame aan gebogen dan is het noodzakelijk een bandijzer ongeveer in het midden van het frame aan te brengen om te voorkomen, dat dit tijdens het monteren van de plaat uitbuigt.
91
Montage van de platen
Horizontale montage
Platen zonder voorbuiging
Verticale montage
Schroefafstand in mm
Droge
Vochtige
plaat
plaat
a Bij de langskant
200
100
b Bij de kopse kant
200
150
c Bij de stijlen
300
200
Begin met de montage van de platen aan de buitenkant. Gebruik een stevige plank om de plaat tegen het frame aan te drukken. Begin aan de ene kant van de ronde hoek en schroef de plaat vast stijl na stijl. De binnenkant van de ronde hoek wordt op dezelfde wijze gemonteerd.
d Vanaf de platenzijde met karton
min. 10
e Vanaf de platenzijde zonder karton
min. 15
Voegen Bij kleinere stralen moet de naad van de verticaal
Platen die al zijn voorgebogen
gemonteerde platen door een houten regel op zijn plaats
De hoogte van de voorgebogen platen dient 15-20 mm
worden gehouden. B.v. een 48x98 regel die zowel onder
korter te zijn dan de hoogte van de wand. Een hand- of
als boven met een wig wordt klemgezet.
voethefboom kan de platen dan gemakkelijk tegen het
Laat het frame 24 uur zo staan.
plafond drukken.
Gebruikt men bevochtigde platen, dan worden deze op dezelfde wijze gemonteerd als de niet voorgebogen platen. Voorgebogen en droge platen worden op dezelfde manier als normale gipskartonplaten bevestigd. Het is aan te bevelen dat het vastschroeven vanuit het midden gebeurt naar de kanten toe.
92
93
94
95
96