JAARVERSLAG 2010
Postbus 27 8300 AA Emmeloord Tel. 0527-635950
Inhoudsopgave
Pagina
Voorwoord
04
Jaarverslag 2010 Zuyderzee College
05
1. 2. 3. 4.
Inleiding Opbouw Formele gegevens Beleidsontwikkelingen 4.1 Onderwijsconcept 4.2 Onderwijsprestaties 4.3 Kwaliteitsbeleid 4.4 Regeling Kwaliteit in het VO 4.5 Samenwerking 4.6 Goed bestuur 4.7 Beheersing van uitkeringen na ontslag en bij arbeidsongeschiktheid 4.8 Afhandeling van klachten a. Bijlage 1 – Leerlingen naar leerjaar per 1 oktober 2010 b. Bijlage 2 - Organogram Zuyderzee College c. Bijlage 3 – Aantal personeelsleden Zuyderzee College 2010 d. Bijlage 4 – Onze onderwijsvisie e. Bijlage 5 – Opbrengstenkaart 2010 Zuyderzee College Emmeloord f. Bijlage 6 – Opbrengstenkaart 2010 Zuyderzee College Lemmer g. Bijlage 7 – Beleidsplan kwaliteitszorg 2009-2013 (integraal bijgevoegd) h. Bijlage 8 – Beleidsplan maatschappelijke stages (integraal bijgevoegd)
05 05 06 06 06 07 07 07 07 07 07 08 09 10 12 13 17 18
Jaarverslag 2010 Bonifatius Mavo 1. 2. 3. 4.
19
Inleiding Opbouw Formele gegevens Beleidsontwikkelingen 4.1 De onderwijsvisie 4.2 Onderwijsprestaties 4.3 Kwaliteitsbeleid 4.4 Samenwerking 4.5 Goed bestuur 4.6 Beheersing van uitkeringen na ontslag en bij arbeidsongeschiktheid 4.7 Afhandeling van klachten a. Bijlage 1 – Leerlingen naar leerjaar per 1 oktober 2009 en 1 oktober 2010 b. Bijlage 2 – Organogram Bonifatius Mavo c. Bijlage 3 – Aantal personeelsleden Bonifatius Mavo d. Bijlage 4 – Onze onderwijsvisie e. Bijlage 5 – Opbrengstenkaart 2010 Bonifatius Mavo
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
19 19 19 20 20 21 21 21 22 22 22 23 24 25 26 29
Pagina 2
Raad van Toezicht Samenwerkingsstichting Scholengroep Noordoostpolder en Lemsterland Bericht Raad van Toezicht Financieel Beleid Betrokkenheid Evaluatie Professionalisering Beloning Werkgeverschap VMBO Plus College Tot slot
Pagina 30 30 30 30 30 31 31 31 31 31 31
Leden Raad van Bestuur
32
Leden Raad van Toezicht
32
Toelichting op de jaarrekening van SSVO Noordoostpolder/Lemsterland
34
1. Financiën 1.1 Inleiding 1.2 De jaarrekening 1.3 Vermogensbeheer in het Voortgezet Onderwijs 1.4 Toetsing op het resultaat 1.5 Financiële positie op balansdatum 1.6 Investeringen 1.7 Risico-inventarisatie 1.8 Treasurybeleid 1.9 Begroting 2010 (jaar t+1)
34 34 34 35 35 36 37 37 38 38
Voorwoord Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 3
Dit jaarverslag 2010 van de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Het jaarverslag 2010 van het onder de stichting ressorterende Zuyderzee College met bijlagen. 2. Het jaarverslag 2010 van de onder de stichting ressorterende Bonifatius mavo met bijlagen. 3. Een toelichting op de jaarrekening 2010 van de Samenwerkingsstichting. 4. De jaarrekening 2010 van de Samenwerkingsstichting.
J. de Boom, directeur/bestuurder Th. Jorna, directeur/bestuurder
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 4
Jaarverslag 2010 Zuyderzee College 1.Inleiding Met dit jaarverslag legt het Zuyderzee College verantwoording af aan zijn belanghebbenden in zijn omgeving. In de ontwikkeling van good-governance in het (voortgezet) onderwijs neemt het afleggen van horizontale en verticale verantwoording een belangrijke plaats in. Voor het onderhavige jaarverslag wordt gebruik gemaakt van de opzet van vorig jaar, die aan de bestaande richtlijnen voor het jaarverslag voldoet. Naast dit jaarverslag zal er voor het afleggen van verantwoording vanaf 2011 gebruik gemaakt worden van het model Vensters voor Verantwoording van de VO-raad. Het is de bedoeling dat alle besturen in het voortgezet onderwijs dit model gaan hanteren, zodat onderlinge vergelijking (benchmark) beter mogelijk wordt. Het model Vensters voor Verantwoording gaat ook deel uitmaken van de gegevens op de website van de school, zodat de gegevens te allen tijd door belangstellenden geraadpleegd kunnen worden. 2. Opbouw Dit jaarverslag van het Zuyderzee College bestaat uit een aantal elementen. Eerst worden de formele gegevens vermeld, daarna wordt er verantwoording afgelegd voor het gevoerde beleid in het verslagjaar. Tenslotte treft u de bijlagen aan. 3. Formele gegevens Het Zuyderzee College maakt samen met de Bonifatius mavo deel uit van de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland. Deze stichting vormt sinds 1 januari 2008 het bevoegd gezag van beide scholen. De SSVO kent een Raad van Toezicht en een Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur telt twee leden die als directeur/bestuurder naast hun bestuurlijke verantwoordelijkheid tevens eindverantwoordelijk schoolleider zijn van één van de scholen die onder de stichting ressorteren. De samenstelling van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur treft u op pagina 32 en 33. Op het Zuyderzee College volgden in het verslagjaar (1 oktober 2010) 2023 leerlingen onderwijs: 1320 in de sector havo/vwo en 703 in de sector vmbo. In bijlage 1 is de verdeling van de leerlingen over de diverse leerjaren opgenomen. De school kent drie sectoren: twee onderwijssectoren (havo/vwo en vmbo) en een sector Diensten die voorwaarden schept voor de onderwijssectoren. De onderwijssectoren kennen beide een sectordirecteur en afdelingsleiders. De afdelingsleiders en sectordirecteuren vormen samen met de directeur/bestuurder de schoolleiding. Een organogram treft u in bijlage 2 aan. Bij het Zuyderzee College werkten in 2010 207medewerkers. Dit aantal wordt nader gespecificeerd in bijlage 3
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 5
Het onderwijs wordt verzorgd in vier gebouwen: het Junior College, het Senior College havo/vwo en het Senior College vmbo in Emmeloord en in het Zuyderzee College Lemmer in Lemsterland. De doelstelling van de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland, die het bevoegd gezag van het Zuyderzee College vormt, staat in de statuten:
Het doel van de stichting is het als samenwerkingsstichting bedoeld in artikel 53c van de Wet op het voorgezet onderwijs in stand houden van verschillende onderwijsinstellingen in de Noordoostpolder en omliggende gemeenten en het (doen) geven van openbaar voortgezet onderwijs, voortgezet onderwijs met een katholieke grondslag en eventueel voortgezet onderwijs van andere richtingen in één of meer scholen voor openbaar onderwijs onderscheidenlijk één of meer scholen voor katholiek en eventueel overig bijzonder onderwijs, zomede al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord. Het Zuyderzee College geeft in het bijzonder openbaar voortgezet onderwijs. In haar beleid wordt nader invulling gegeven aan de term openbaar. Deze betekent vooral dat de school wil zijn: Een school waar alle leerlingen, ouders/verzorgers en medewerkers zich thuis kunnen voelen, ongeacht hun levensbeschouwelijke, godsdienstige overtuiging en hun culturele achtergrond, omdat zij zich daarin gerespecteerd weten, en een onderwijsinstituut voor diegenen die hun kinderen juist in de ontmoeting met die anderen willen laten opgroeien. 4. Beleidsontwikkelingen Sinds 2003 wordt er op het Zuyderzee College gewerkt met een beleidscyclus van vijf jaar op strategisch(school) en tactisch beleidsniveau (onderwijssectoren) en jaarplannen op operationeel niveau (onderwijsteams). In 2008 is het strategisch beleidsplan 2003-2008 geëvalueerd en is er een nieuw strategisch beleidsplan 2008-2013 vastgesteld. Ook zijn er nieuwe sectorbeleidsplannen 2008-2013 verschenen. 4.1 Onderwijsconcept Het Zuyderzee College ontwikkelt een onderwijsconcept (zie bijlage 4) dat steunt op vier pijlers: -
maatwerk betekenisvol leren een positief pedagogisch klimaat een digitale leeromgeving.
Op het gebied van de ontwikkeling van een digitale leeromgeving is het Zuyderzee College landelijk koploper. Vertegenwoordigers van andere (onderwijs)instellingen bezoeken bijna wekelijks het Zuyderzee College om van deze ontwikkeling kennis te nemen. Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 6
Vertegenwoordigers van het Zuyderzee College worden regelmatig gevraagd als spreker op studiedagen/seminars. 4.2 Onderwijsprestaties Jaarlijks ontvangt ook het Zuyderzee College van de inspectie een opbrengstenkaart (zie bijlagen 5 en 6) waarop de opbrengsten (“de prestaties”) van het onderwijs te zien zijn. Het Zuyderzee College kiest ervoor leerlingen ruime kansen te bieden bij de toelating op de school en bij opstroommogelijkheden als zij eenmaal op school zitten. Daardoor wordt het rendement negatief beïnvloed. De discussie over de opbrengsten, mede in het licht van het bieden van veel kansen aan leerlingen, wordt, omdat de eisen en de daaraan verbonden oordelen van de onderwijsinspectie steeds strenger worden, inmiddels volop gevoerd in de school, hetgeen kan leiden tot aangepast beleid. 4.3 Kwaliteitsbeleid Het Zuyderzee College heeft in 2010 het bestaande integrale kwaliteitsbeleid (bijlage 7) aangepast en verbeterd op basis van o.a. het vernieuwde toezichtkader van de inspectie. Een belangrijk onderdeel van de kwaliteitscyclus is een tweejaarlijks tevredenheidsonderzoek op basis van het INK-model, dat wordt afgenomen onder alle leerlingen, alle ouders, alle toeleverende basisscholen en alle medewerkers. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een extern bureau. 4.4 Regeling Kwaliteit in het VO Het Zuyderzee College ontvangt subsidie uit hoofde van de Regeling Kwaliteit in het VO. Een aantal beleidsaspecten daarvan w.o. het beleid voor het verbeteren van de taal- en rekenprestaties zijn opgenomen in het bij paragraaf 4.3 genoemde kwaliteitsbeleid (bijlage 7). Docenten hebben middelen gekregen voor het ontwikkelen/arrangeren van content voor de digitale leeromgeving die door het Zuyderzee College wordt vormgegeven. In het verslagjaar is er ook een beleidsplan voor maatschappelijke stages (burgerschapsvorming) vastgesteld (bijlage 8). 4.5 Samenwerking In het verslagjaar zijn er besprekingen gevoerd met het protestants-christelijke Emelwerda College te Emmeloord en het ROC Friese Poort om te komen tot een samenwerking in het vmbo. Beoogd wordt gezamenlijk vorm te gaan geven aan een vakschool, waarin alle vormen van beroepsgerichte opleidingen in het vmbo worden aangeboden. Het Zuyderzee College participeert met alle andere scholen voor voortgezet onderwijs in de Stichting Aandacht+, een stichting die zorg levert aan alle zorgleerlingen in de regio. 4.6 Goed bestuur Ook in 2010 heeft het bevoegd gezag van het Zuyderzee College de code “Goed Bestuur” van de VO-raad gehanteerd. De komende jaren zal deze verder worden geïmplementeerd. 4.7 Beheersing van uitkeringen na ontslag en bij arbeidsongeschiktheid Bij het Zuyderzee College is er de afgelopen jaren niet of nauwelijks sprake geweest van ontslagen. Maandelijks worden de overzichten m.b.t. WW-lasten uit het informatiesysteem van
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 7
het UWV gehaald en op eventuele fouten c.q. onterecht toegekende uitkeringen wordt vervolgens naar het UWV gereageerd. Jaarlijks wordt er een analyse gemaakt van de kosten die de school draagt voor de WGA als onderdeel van de WIA. Op basis van deze analyse wordt er besloten wel of niet te kiezen om wel of niet eigen risicodrager voor deze kosten te worden. Ook in 2010 is de keuze gemaakt geen eigen risicodrager te worden. 4.8 Afhandeling van klachten In het verslagjaar zijn er noch via de interne klachtenprocedure, noch bij de Landelijke Klachtencommissie klachten ingediend.
Bijlage 1: Leerlingen naar leerjaar per 1 oktober 2010 Bijlage 2: Organogram Zuyderzee College Bijlage 3: Aantal personeelsleden Zuyderzee College 2010 Bijlage 4: Onze Onderwijsvisie Bijlage 5: Opbrengstenkaart 2010 Zuyderzee College Emmeloord Bijlage 6: Opbrengstenkaart 2010 Zuyderzee College Lemmer Bijlage 7: Beleidsplan Kwaliteitszorg 2009/2013 (integraal bijgevoegd) Bijlage 8: Beleidsplan Maatschappelijke stage (integraal bijgevoegd)
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 8
Bijlage 1
Leerlingen naar leerjaar per 1 oktober 2010 Leerjaar Vestiging Emmeloord vmbo 1 bb/kb vmbo 1 gtl havo 1 vwo 1 vmbo 2 bb/kb vmbo 2 gtl havo 2 vwo 2 vmbo 3 bb vmbo 3 kb vmbo 3 gtl havo 3 vwo 3 vmbo 4 bb vmbo 4 kb vmbo 4 gtl havo 4 vwo 4 havo 5 vwo 5 vwo 6 Vavo Vestiging Lemmer vmbo 1 bb/kb vmbo 1 gtl havo 1 vwo 1 vmbo 2 bb/kb vmbo 2 gtl havo 2 vwo 2 vmbo 3 bb vmbo 3 kb vmbo 3 gtl HAVO 3 VWO 3 vmbo 4 bb vmbo 4 kb vmbo 4 gtl AZC – Luttelgeest
jongens
meisjes
totaal
21 18 66 30 13 17 54 47 12 43 24 45 33 15 23 28 96 49 67 37 25 12
12 25 50 38 17 24 61 37 3 16 21 59 32 2 19 38 88 49 89 48 40 8
33 43 116 68 30 41 115 84 15 59 45 104 65 17 42 66 184 98 156 85 65 20
5 18 19 12 5 19 16 19
4 17 16 14 12 17 10 10 6 9 21 13 6 3 6 15 42 997
9 35 35 26 17 36 26 29 6 10 41 24 20 7 12 40 99 2023
1 20 11 14 4 6 25 57 1026
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 9
Bijlage 2
Organogram Zuyderzee College Directeur/ bestuurder
Sectordirecteur VMBO / Plaatsvervangend Algemeen Directeur
Sectordirecteur Diensten
Afdelingsleiders
Locatiedirecteur Lemmer/ Afdelingsleiders
Stafmedewerkers/ hoofden van Dienst
- Docenten LB, LC en LD - TOA´s A en B - Onderwijsassistenten en onderwijsondersteuners
- Docenten LB, LC en LD - TOA´s A en B - Onderwijsassistenten en onderwijsondersteuners
Zie organogram Sector Diensten
Sectordirecteur HAVO/VWO
- Mediathecarissen - Assistent mediathecarissen
- Roostermaker(s)
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 10
Organogram Sector Diensten
Sectordirecteur Diensten
Hoofd Dienst Financiën
Administratief medewerkers en Administrateurs
Hoofd Dienst ICT
Applicatiebeheerder Systeembeheerders
Directiesecretaresse (Dienst Administratie)
Administratief medewerkers
Hoofd Facilitaire Dienst
Assistent conciërges Ass. Facilitaire dienst
Hoofd Dienst P&O
Administratief Medewerkers
Conciërges Facilitair medewerker Kantinemedewerkers Medewerkers schoonmaak Onderhoudsmedewerker Repromedewerkers PR medewerker
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 11
Bijlage 3
Aantal personeelsleden per 1 oktober 2010 Aantal
Fte
Schoolleiding -
directie
5
5
-
afdelingsleiders
6
5,5
OP (= cat 1 t/m 4)
132
107,9044
OOP
64
45,1576
Totaal aantal medewerkers
207
163,5620
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 12
Bijlage 4
Onze onderwijsvisie Het Zuyderzee College is een school die ernaar streeft modern onderwijs te geven, dat wil zeggen onderwijs dat zich richt op de eisen van een veranderende maatschappij. We vernieuwen het onderwijs echter met behoud van het goede uit het heden en het verleden. 1 VAK In ons onderwijs richten wij ons op drie elementen: vaardigheden, attitude en kennis. Het wordt steeds duidelijker, o.a. uit onderzoek bij vervolgonderwijs en het bedrijfsleven, dat kennis alleen niet volstaat. Vaardigheden en een juiste attitude - een juiste studie-/beroeps-/levenshoudingzijn eveneens van groot belang om goed te kunnen functioneren . Op het Zuyderzee College is er dan ook veel aandacht voor vaardigheden en attitude. Dat wil niet zeggen dat er minder aandacht is voor het element kennis. Dat zou ook niet kunnen, want kennis is een belangrijk element op het eindexamen en onze school streeft naar hoge examenresultaten. Wel worden er, mede gericht op de eindexameneisen, accenten gelegd: in het vmbo op vaardigheden en in het havo/vwo op kennis. 2 Ons pedagogisch en didactisch concept De inhoud van het onderwijs (VAK) krijgt vorm binnen een pedagogisch- didactisch concept: de manier waarop wij denken het beste met leerlingen om te kunnen gaan (het pedagogische deel) en de wijze waarop wij denken het onderwijs het beste vorm te kunnen geven (het didactische deel). Het doel daarvan is leerlingen te inspireren, te motiveren, uit te dagen en ervoor te zorgen dat hetgeen ze geleerd hebben ook langdurig onthouden en toegepast wordt. Ons pedagogisch-didactisch concept steunt op vier pijlers : 1. Maatwerk Niet alle leerlingen zijn en leren hetzelfde. Het Zuyderzee College erkent de verschillen tussen leerlingen en speelt daarop in door een aanpak op maat. Dat doen we o.a. als volgt: -Leerlingen krijgen van het begin af aan les op het niveau waarop ze zijn ingestroomd. Al snel wordt duidelijk of een leerling op het juiste niveau zit, waardoor al in een vroeg stadium , zonder tijdverlies, op- of afstroom kan plaatsvinden. De wensen van leerlingen en ouders worden daarbij van groot belang geacht: we bieden leerlingen veel kansen. Het Zuyderzee College kent de laatste jaren een veel hoger percentage “opstromers”, dan in de oude situatie van “dakpanklassen”. *) *) Dakpanklassen zijn klassen waarin leerlingen van twee niveaus zitten. Er wordt les gegeven op een niveau ergens tussen die twee niveaus in. Het gevolg daarvan is dat leerlingen of op hun tenen moeten lopen en de kans lopen af te moeten stromen of les krijgen onder hun niveau, waardoor pas veel later blijkt of zij kunnen opstromen. Ook moeten leerlingen die in de onderbouw (klas 1 en 2) onder hun niveau onderwijs hebben gekregen, in de bovenbouw (vanaf klas 3) een achterstand goedmaken. Redenen waarom wij ervoor gekozen hebben niet meer met dakpanklassen te werken.
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 13
- Op het Zuyderzee College krijgen de leerlingen voor een deel een lesrooster dat voor iedereen hetzelfde is *) en daarnaast krijgen zij 6 maatwerkuren, uren waarin zij eigen keuzes kunnen maken. Deze keuze-uren zijn gericht op extra ondersteuning voor één of meer vakken (soms door de school verplicht gesteld als een leerling voor een vak onvoldoende staat), op examentraining (uiteraard voor de examenklassen), op projecten/modules voor onderdelen waarin leerlingen extra willen worden uitgedaagd, bijvoorbeeld ter voorbereiding op een vervolgstudie of omdat ze er “gewoon” in geïnteresseerd zijn of sportieve/ culturele/sociaalmaatschappelijke activiteiten (brede vorming, waaronder ook de binnenkort verplichte maatschappelijke stage valt). Via onze website, www.Zuyderzee College.nl , kunt u het aanbod aan keuze-uren (ZC-uren) van dit moment bekijken. *) Ook binnen klassenverband wordt zo veel mogelijk op maat gewerkt met de leerlingen. 2. Betekenisvol leren Wat leerlingen leren op school wordt door hen vaak alleen geleerd voor proefwerken of (school)examens. Veelal weten leerlingen niet welke relatie hetgeen ze geleerd hebben voor het ene vak heeft met hetgeen ze leren voor andere vakken. Ook weten ze meestal niet wat het belang van het geleerde voor hun verdere leven is. Daarom zijn ze de leerstof vaak na een proefwerk of examen voor een groot deel snel weer vergeten. Onderzoek leert dat als de lesstof van vakken met elkaar in verband wordt gebracht en er een relatie met de maatschappelijke werkelijkheid wordt gelegd bij leerlingen de lesstof blijft hangen. We noemen dat betekenisvol leren. Het Zuyderzee College geeft dat vorm via projecten. Hieronder wordt dat via een vergelijking met sport nog eens nader uitgelegd: “ Als je lid van een sportvereniging bent en je zou alleen maar trainen en nooit een wedstrijd spelen, dan zou je motivatie om te trainen afnemen. In het traditionele onderwijs wordt er alleen maar getraind: Leerlingen krijgen les via een rooster in allerlei vakken (trainingsonderdelen) die voor hen weinig samenhang vertonen en nauwelijks relatie met de werkelijkheid (een wedstrijd) lijken te hebben. In het nieuwe concept van het Zuyderzee College blijven de trainingen (de lessen) gehandhaafd, maar worden er regelmatig in het jaar wedstrijden (projecten) gespeeld. Leerlingen zijn bij deze projecten bezig met aan de praktijk gerelateerde opdrachten waarin allerlei vakken zijn geïntegreerd. Zo zien zij de relatie tussen deze vakken en de relatie tussen deze vakken en de werkelijkheid en zullen zij de vakken (trainingen) met meer motivatie volgen om zo betere wedstrijden te kunnen spelen.” 3. Een positief pedagogisch klimaat Wij vinden het van belang dat leerlingen positief benaderd worden: vanuit hetgeen ze wel kunnen en niet vanuit hetgeen ze niet kunnen. Wij zijn ervan overtuigd dat leerlingen daardoor positiever over zichzelf gaan denken en daardoor beter presteren. Wij zijn er ook van overtuigd dat ze daardoor later ook met een positieve houding in onze maatschappij staan. Om dat positieve pedagogische klimaat vorm te geven zijn er afspraken gemaakt over de manier waarop medewerkers van het Zuyderzee College leerlingen benaderen. U treft ze hieronder aan. (Er zijn ook afspraken over omgangsregels van leerlingen: die staan in de leerling-informatieboekjes.) •
Medewerkers bespreken positief gedrag en prestaties van leerlingen en creëren hier bewust gelegenheid voor.
•
Medewerkers vertonen voorbeeldgedrag door zich te houden aan gemaakte afspraken. (Zo nodig spreken zij ook elkaar daar op aan.)
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 14
•
Medewerkers kennen de leerlingen en zijn vertrouwd met hun leefwereld. Zij treden leerlingen individueel en als groep tegemoet met een open respectvolle houding met oog voor normen en waarden en met interesse voor en nieuwsgierigheid naar de ander.
•
Medewerkers maken hun eigen gedrag en de effecten daarvan bespreekbaar.
•
Medewerkers nemen verschillen tussen leerlingen serieus door hen en hun achtergronden te kennen en verschillen te accepteren.
•
Medewerkers zijn alert op pestgedrag, roddel en ruzie en treden daar actief tegen op.
•
Medewerkers communiceren zowel met leerlingen als met elkaar op een geweldloze manier.
•
Medewerkers maken contact met leerlingen en zorgen ervoor dat de leerlingen contact met hen kunnen maken en dat zij zich op hun gemak voelen.
•
Medewerkers scheppen een goed klimaat voor samenwerking met de leerlingen en tussen de leerlingen onderling.
4. ICT als hulpmiddel Informatie- en communicatietechnologie is als hulpmiddel niet meer weg te denken in onze maatschappij en zal in hoog tempo een nog grotere plaats gaan innemen. Het onderwijs dient leerlingen daarop voor te bereiden. Inmiddels heeft de Onderwijsraad, het adviesorgaan van onze regering op het gebied van onderwijs, de regering geadviseerd de digitale leeromgeving (leren zonder boeken via de computer) in het onderwijs met kracht te gaan bevorderen. Het Zuyderzee College is koploper op dit gebied in Nederland. Al 5 jaar geleden hebben wij de eerste stappen op dit gebied gezet en vele scholen komen op dit moment bij ons kijken hoe we dat hebben aangepakt. Van Apple hebben we het predicaat “Lighthouse” gekregen: voorbeeldschool in Europa. En dat is niet alleen maar omdat we met Apple computers werken er zijn veel meer scholen die voor Apple hebben gekozen -, maar zeker ook door onze aanpak op technisch, financieel, organisatorisch en vooral onderwijskundig vlak. Alle nieuwe leerlingen krijgen van de school -gratis- een laptop (een Apple MacBook) in bruikleen. Daarmee kan overal op school via een draadloos netwerk worden gewerkt. Lesstof wordt aangeboden via een DLO (Digitale Leer Omgeving). Een DLO is een programma waarin lesmateriaal wordt geplaatst dat via internet te raadplegen is en waarin leerlingen en docenten verschillende lesgebonden activiteiten kunnen uitvoeren. We doen dat om de volgende redenen: Door technologische ontwikkelingen is de leerstijl van leerlingen aan het veranderen: ze leren vooral visueler. Door gebruik te maken van een DLO leren leerlingen beter. -
De DLO sluit aan bij de vanzelfsprekendheid die ICT voor jongeren heeft. Door leerlingen aan te spreken met leermiddelen die passen bij hun belevingswereld leren ze gemotiveerder en daardoor worden de resultaten beter.
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 15
-
In tegenstelling tot een boek heeft de DLO veel meer mogelijkheden. Zo kan er bijvoorbeeld gemakkelijk gebruik worden gemaakt van video- en audio-materiaal en kennis die beschikbaar is op het internet.
-
Een DLO is , veel sneller dan een boek, aan te passen aan actuele ontwikkelingen, waardoor lesmateriaal en kennis in de DLO up-to-date is.
-
Een DLO is minder statisch dan een boek en kan dus beter gebruikt worden om aan te sluiten bij de individuele capaciteiten van een leerling (Maatwerk).
-
Via de laptop kan er gecommuniceerd worden met een docent, ook op momenten dat een leerling geen les van hem/haar heeft (plaats- en tijdonafhankelijk leren).
-
Een leerling kan op elke plaats in de wereld via elke computer voor school aan het werk
-
In het vervolgonderwijs (MBO,HBO,WO) wordt steeds meer met DLO’s gewerkt.
-
Elke sector in onze maatschappij waarin onze leerlingen later terechtkomen stelt hoge eisen aan kennis en vaardigheden op het gebied van ICT.
Omdat vernieuwingen met beleid moeten worden ingevoerd, hebben we bij de invoering van de digitale leeromgeving (DLO) de volgende aandachtspunten: -
Voor de lesstof in onze DLO is nog veel in ontwikkeling. De komende jaren blijven er dan ook voor elk vak boeken in de lokalen beschikbaar.
-
We zullen aandacht hebben voor het aantal uren dat een leerling met zijn laptop werkt. De computer is een hulpmiddel en moet op dezelfde manier gebruikt worden als een boek: naast het gebruik van de laptop blijven er in de onderwijssituatie vele andere activiteiten van belang.
-
Het Zuyderzee College zal erop toezien dat ongewenst gedrag met behulp van de laptop – het bezoeken van “verkeerde” sites en agressief/pestend mail-/MSN- verkeer- wordt voorkomen c.q. bestreden. Elke docent kan gedurende de les via zijn eigen laptop meekijken op de laptop van elke leerling. (Dit gedrag kan overigens ook buiten de school voorkomen en is dus ook voor u als ouders een aandachtspunt)
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 16
Bijlage 5
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 17
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 18
Jaarverslag Bonifatius mavo 2010 1. Inleiding Met dit jaarverslag legt de Bonifatius mavo verantwoording af aan belanghebbenden in haar omgeving. Met de ontwikkeling van good-governance in het (voortgezet) onderwijs neemt het afleggen van horizontale en verticale verantwoording een belangrijke plaats in. Met dit jaarverslag gebeurt dat wederom. De komende jaren zal dit verder worden verbeterd en uitgebreid middels het model Vensters voor Verantwoording van de VO-raad. Het model Vensters voor verantwoording gaat deel uitmalen van de gegevens op de website van de school, zodat de gegevens te allen tijde door belangstellenden geraadpleegd kunnen worden 2. Opbouw Dit jaarverslag van de Bonifatius mavo bestaat uit een aantal elementen. Eerst worden de formele gegevens vermeld, daarna wordt er verantwoording afgelegd voor het gevoerde beleid in het verslag jaar. Tenslotte treft u de bijlagen aan. 3. Formele gegevens De Bonifatius mavo maakt samen met het Zuyderzee College deel uit van de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland. Deze stichting vormt sinds 1 januari 2008 het bevoegd gezag van beide scholen. De SSVO kent een Raad van Toezicht en een Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur telt twee leden die als directeur/bestuurder naast hun bestuurlijke verantwoordelijkheid tevens eindverantwoordelijk schoolleider zijn van één van de scholen die onder de Stichting ressorteren. De samenstelling van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur treft u beide aan op pagina 32 en 33. Op de Bonifatius mavo volgden in het verslagjaar 323 leerlingen onderwijs sector vmbo-tl. In bijlage B1 is de verdeling van de leerlingen over de diverse leerjaren opgenomen. Het onderwijs wordt verzorgd in het gebouw aan de Prof. Lorentzstraat 3 in Emmeloord. De school kent coördinerende teamleiders per leerjaar die hier binnen hun aanstelling voor 0,11 FTE per persoon mee zijn belast. Vanuit hun functie vormen zij met de directie het managementteam. De adjunct-directeur vormt samen met de directeur/bestuurder de schoolleiding. De directie van deze categoriale VMBO-TL school wordt gevormd door een directeur bestuurder en een adjunct directeur (WTF 1,8). Een organogram treft u als bijlage B2 aan. Bij de Bonifatius mavo werkten in 2009 36 medewerkers. Dit aantal wordt nader gespecificeerd in bijlage B3. De leeftijdsopbouw is goed verdeeld over alle leeftijdsgroepen waarbij de twee grootste groepen zitten tussen de 20 en 30 en tussen de 40 en 50.
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 19
Ziekteverzuim is redelijk wisselend vanwege het geringe aantal personeelsleden. Een voltijd docent die langdurig ziek is laat het verzuim behoorlijk hoog oplopen, terwijl het ook zomaar kan gebeuren dat er totaal geen zieken zijn. Het ziekteverzuim wisselde daardoor van 5,54% in schooljaar 2008-2009 naar 3,03% in schooljaar 2009-2010 en 3,37% tot 1 januari in schooljaar 2010-2011. De doelstelling van de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland, die het bevoegd gezag van de Bonifatius mavo vormt, staat in de statuten: Het doel van de stichting is het als samenwerkingsstichting bedoeld in artikel 53c van de Wet op het voorgezet onderwijs in stand houden van verschillende onderwijsinstellingen in de Noordoostpolder en omliggende gemeenten en het (doen) geven van openbaar voortgezet onderwijs, voortgezet onderwijs met een katholieke grondslag en eventueel voortgezet onderwijs van andere richtingen in één of meer scholen voor openbaar onderwijs onderscheidenlijk één of meer scholen voor katholiek en eventueel overig bijzonder onderwijs, zomede al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord. De Bonifatius mavo geeft in het bijzonder katholiek voortgezet onderwijs op het niveau van vmbo-tl. In het schoolbeleid wordt nader invulling gegeven aan de term katholiek. Deze betekent vooral dat de school wil zijn: Een school waar alle leerlingen, ouders/verzorgers en medewerkers zich thuis kunnen voelen, ongeacht hun levensbeschouwelijke, godsdienstige overtuiging en hun culturele achtergrond. 4. Beleidsontwikkeling Binnen de Bonifatius mavo is een strategisch beleidsplan in ontwikkeling. Het is ter bespreking aan de MR en het personeel aangeboden en wordt nu nader uitgewerkt. 4.1 De onderwijsvisie De Bonifatius mavo stelt zich ten doel om de leerlingen op een adequaat kennisniveau te brengen, in overeenstemming met de theoretische leerweg, vaardigheden aan te leren en cultureel en maatschappelijk te vormen. Hierbij wordt aandacht geschonken aan waarden en normen die in de samenleving een rol spelen. Dit gebeurt vanuit een katholieke visie, met respect voor en in dialoog met hen die vanuit een andere grondslag zin geven aan hun leven. In de lessen levensbeschouwelijke vorming wordt voor dezelfde benadering gekozen. Veiligheid, betrokkenheid bij de leerling en wederzijds respect staan bij de Bonifatius mavo hoog in het vaandel. Op de Bonifatius mavo kent men elkaar en wordt men gekend. Dat geldt zowel voor de leerlingen als voor iedereen die betrokken is bij het onderwijs op de Bonifatius mavo. Het onderwijs is in beweging. Dat betekent dat, met behoud van het goede, nieuwe ontwikkelingen in gang gezet worden als die bijdragen aan het realiseren van de doelstelling.
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 20
Uitgangspunt van het onderwijs op de Bonifatius mavo is het aanbieden van onderwijs voor vmbo-tl. Hierbij kan ieder kind presteren overeenkomstig zijn capaciteiten en moet ieder kind kunnen terugkijken op een leuke schooltijd. De Bonifatius mavo heeft haar visie op onderwijs weergegeven in een aantal aandachtpunten waarvan het hieronder benoemde vijftal de komende jaren gerealiseerd zullen worden. (zie bijlage B4) 1.Men voelt zich gekend, gewaardeerd, geborgen op een gastvrije school. 2. De juiste vaardigheden en zelfstandig leren hebben bij gebracht. 3.De leerlingen van voldoende theoretische en praktische kennis voorzien. 4.Goed gefaciliteerd onderwijsaanbod bieden. 5.De leerling moet op de Bonifatius mavo op de juiste plaats hebben gezeten. 4.2 Onderwijsprestaties Jaarlijks ontvangt ook de Bonifatius mavo van de inspectie een opbrengstenkaart (zie bijlagen B5) waarop de opbrengsten (“de prestaties”) van het onderwijs te zien zijn. De Bonifatius mavo kiest ervoor leerlingen ruime kansen te bieden in een kleinschalige veilige omgeving. Bij de toelating op de school en bij aanmelding gaat men uit van de kennis van de aanleverende school. Dit kan het rendement negatief beïnvloeden. Tevens kiezen steeds vaker leerlingen met enige beperking voor deze kleine school. De discussie over de opbrengsten, mede in het licht van het bieden van kansen aan leerlingen, wordt, omdat de eisen en de daaraan verbonden oordelen van de onderwijsinspectie steeds strenger worden, inmiddels volop gevoerd, hetgeen kan leiden tot aangepast aanname beleid. Vooralsnog vinden wij kansen bieden belangrijker dan een (fictief) hogere score op de opbrengsten kaart. In 2010 zijn van de 84 kandidaten er uiteindelijk slechts 2 afgewezen, een resultaat van 98%. In 2010 hebben we een aanmelding gehad van 102 leerlingen voor de nieuwe brugklas. 4.3 Kwaliteitsbeleid De Bonifatius mavo heeft in 2010 het kwaliteitsbeleid aangepast en verbeterd op basis van o.a. het vernieuwde toezichtskader van de inspectie. Een belangrijk onderdeel van de kwaliteitscyclus is een tweejaarlijks tevredenheidsonderzoek op basis van het INK-model, dat wordt afgenomen onder alle leerlingen, alle ouders, alle toeleverende basisscholen en alle medewerkers. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een extern bureau. 4.4 Samenwerking In het verslagjaar zijn er besprekingen gevoerd met andere categoriale mavo scholen door heel Nederland in het kader van bestaande samenwerking in de landelijke “mavo-kring”. De Bonifatius mavo participeert met alle andere scholen voor voortgezet onderwijs in de Stichting Aandacht+, een stichting die zorg levert aan alle zorgleerlingen in de regio. Op de school is een parttime (WTF 0,6) zorgcoördinator actief die daarnaast in dienst is van de zorggroep Aandacht plus. De leerlingen die boven normale aandacht behoeven worden door haar middels handelingsplannen in kaart gebracht. Waar nodig kunnen wij voor ondersteuning Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 21
rekenen op de door het regionaal samenwerkingsverband in het leven geroepen zorggroep Aandacht plus. Verder vindt er tussen primair en voortgezet onderwijs regelmatig overleg plaats. Het overleg tussen de verschillende VO- scholen heeft geresulteerd in een Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO). Hierin heeft de Bonifatius mavo een uitbreiding van licenties gekregen zodat nu naast de theoretisch ook de gemengde leerweg (beprekt)kan worden aangeboden aan leerlingen die daar behoefte aan hebben. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de ondersteunende diensten van het Zuyderzee College. Onderwijskundig vinden er ook steeds meer contacten tussen beide scholen plaats. 4.5 Goed bestuur Ook in 2010 heeft het bevoegd gezag van de Bonifatius mavo de code “Goed Bestuur” van de VOraad gehanteerd. De komende jaren zal deze verder worden geïmplementeerd. 4.6 Beheersing van uitkeringen na ontslag en bij arbeidsongeschiktheid Bij de Bonifatius mavo is er de afgelopen jaren niet of nauwelijks sprake geweest van ontslagen. Maandelijks worden de overzichten m.b.t. WW-lasten uit het informatiesysteem van het UWV gehaald en op eventuele fouten c.q. onterecht toegekende uitkeringen wordt vervolgens naar het UWV gereageerd. Jaarlijks wordt er een analyse gemaakt van de kosten die de school draagt voor de WGA als onderdeel van de WIA. Op basis van deze analyse wordt er besloten wel of niet te kiezen om wel of niet eigen risico-drager voor deze kosten te worden. Ook in 2010 is de keuze gemaakt geen eigen risicodrager te worden. 4.7 Afhandeling van klachten In het verslagjaar is er geen gebruik gemaakt van de interne klachtenprocedure en is er geen klacht ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie, waarbij de Bonifatius mavo is aangesloten. Verder zijn er geen klachten over de school ontvangen, noch door de interne klachtencommissie, noch door de Landelijke Klachtencommissie.
Bijlage B1: Leerlingen naar leerjaar per 1 oktober 2009 en 2010 Bijlage B2: Organogram Bonifatius mavo Bijlage B3: Aantal personeelsleden Bonifatius mavo Bijlage B4: Onze onderwijsvisie Bijlage B5: Opbrengstenkaart 2010 Bonifatius mavo
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 22
Bijlage B1
Leerlingen naar leerjaar per 1 oktober 2009 en 2010 Leerjaar 2009
jongens
meisjes
totaal
VMBO 1 TL
43
49
92
VMBO 2 TL
38
35
73
VMBO 3 TL
38
36
74
VMBO 4 TL
42
42
84
VAVO
1
2
3
Totaal
162
164
326
jongens
meisjes
totaal
VMBO 1 TL
44
58
102
VMBO 2 TL
46
48
94
VMBO 3 TL
40
35
75
VMBO 4 TL
38
36
74
VAVO
0
0
0
Totaal
168
177
345
Leerjaar 2010
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 23
Bijlage B2 Organogram Bonifatius mavo
Directeur/ bestuurder
Onderwijs ondersteunend personeel
Adjunctdirecteur/ plaatsvervangend directeur
Docenten LD/ coordinatoren onder- en bovenbouw
Docenten LB en LC
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 24
Bijlage B3 Aantal personeelsleden Bonifatius mavo – september 2010
sept. 2010
Aantal:
Fte:
Directie
2
1,8
Teamleiders, deel uitmakend van de OP formatie (Aantal onderdeel van OP)
(4)
(0,44)
OP
25
20,76
OOP
9
4,49
-------
--------
Schoolleiding:
Totaal werknemers:
36
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
27,05
Pagina 25
Bijlage B4 Onze onderwijsvisie De Bonifatius mavo heeft een visie op onderwijs ontwikkeld die heeft geresulteerd in een twaalftal aandachtspunten. * Zelfstandig leren * Voldoende theoretische en praktische kennis * Actueel en maatschappijgericht zijn * Goed gefaciliteerd onderwijs * Veilige omgeving * Maatschappelijke vorming * Wanneer de leerling de Bonifatius mavo met diploma verlaat moet hij op de juiste plaats gezeten hebben * Plezier in onderwijs * Vaardigheden en zelfstandig leren * Talenten ontwikkelen en creativiteit * Gekend, gewaardeerd, geborgen voelen op een gastvrije school * Vernieuwingen vinden geleidelijk plaats Het team stelde vervolgens vast dat het wellicht een te grote opgave is om al de twaalf punten tegelijkertijd te gaan realiseren. Bovendien zit er in een aantal nogal wat overlap. Het team stelt zich ten doel de vijf meest gekozen punten in een tijdsspanne tot 2014 te gaan realiseren. Het betreft de volgende vijf punten in volgorde van belang. * Gekend, gewaardeerd, geborgen voelen op een gastvrije school * Vaardigheden en zelfstandig leren * Voldoende theoretische en praktische kennis * Goed gefaciliteerd onderwijs * Wanneer de leerling de Bonifatius mavo met diploma verlaat moet hij op de juiste plaats gezeten hebben
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 26
In het hiernavolgende wordt aangegeven wat de vijf punten inhouden. Vanuit de gedachte dat men de visie van een school adequaat moet kunnen aanduiden, gebeurt dit kort en bondig. Waar mogelijk is de overlap tussen de verschillende punten verwerkt. De leerling voelt zich gekend, geborgen en gewaardeerd op de Bonifatius mavo De docenten van de Bonifatius mavo kennen hun leerlingen bij naam en toenaam. Ze hebben kennis van de gezinsomstandigheden van de leerling. De docenten houden elkaar op de hoogte van de aanpak die bij een leerling past. In de kernteams is dit zo frequent mogelijk onderwerp van gesprek. De lijnen van school naar de thuissituatie van de leerling zijn zo kort mogelijk. De leerling voelt dit als gekend zijn, hij weet zich geborgen en voelt zich veilig op de Bonifatius mavo. De leerling ervaart waardering voor zijn successen en bemoediging bij problemen. De deur blijft in bijzonder moeilijke gevallen zo lang mogelijk op een kier staan. Mentoren nemen een bijzondere positie in in het schoolleven van de leerling. Door een duidelijke structuur te bieden, weet de leerling waar hij aan toe is. Ook de ouders of verzorgers voelen zich gastvrij ontvangen op de school. Zij worden in voorkomende gevallen onmiddellijk op de hoogte gesteld van het wel en wee van hun kinderen. Vaardigheden, zelfstandig leren Het team van de Bonifatius mavo ziet het als een uitermate belangrijk doel dat de leerling de kans krijgt zijn vaardigheden diepgaand te ontwikkelen. Het is een voorwaarde om volwaardig maatschappelijk te participeren. De leerling kan verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen leerproces en maakt waar nodig gebruik van compenserende strategieën. Om kennis te verwerven en te verwerken beheerst de leerling diverse leerstrategieën. Dit kan individueel en in groepsverband plaats vinden. Objectiviteit, beoordelingsvaardigheid en evaluatief vermogen behoren tot de vaardigheden van de leerling alsmede een kritische en reflectieve houding. De leerling kan zichzelf en zijn werk goed presenteren. Voldoende theoretische en praktische kennis De docenten van de Bonifatius mavo stellen al het mogelijke in het werk om de leerling te voorzien van meer dan voldoende theoretische en praktische kennis. De theorie wordt altijd gerelateerd aan de praktijk. Aanschouwelijk onderwijs is daarbij het uitgangspunt. Door de opgedane theoretische en praktische kennis is de leerling adequaat voorbereid op schoolonderzoeken en examens en kan hij op een goede manier deel nemen aan het vervolgonderwijs. Goed gefaciliteerd onderwijs De leerling op de Bonifatius mavo krijgt een goed gefaciliteerd onderwijsaanbod. De onderwijsleermiddelen zijn eigentijds en modern en spreken de leerling tot de verbeelding. Zowel de digitale als de traditionele leermiddelen zijn aangepast aan de eisen van de tijd. De voorwaarden voor digitaal onderwijs zijn optimaal. Het geheel aan faciliteiten is zodanig dat het de leerling uitnodigt aan het onderwijsleerproces deel te nemen. Dit geldt voor onderwijsleermiddelen maar ook voor het meubilair en de staat en de uitstraling van het gebouw. De leerling zit op de juiste plaats De leerling zit qua niveau, aanleg en talenten op de Bonifatius mavo op de juiste plaats. De Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 27
school past bij zijn mogelijkheden. Wanneer in de loop van het schooltraject blijkt dat dit niet het geval is zal er alles aan gedaan worden om de overgang naar een andere schoolsituatie zo soepel mogelijk te maken. Is de leerling eenmaal toegelaten tot de derde klas, dan gaat het team van de Bonifatius mavo er van uit dat de leerling slaagt voor zijn examen. Tenslotte Het team is zich bewust van het feit dat de vijf belangrijkste punten als speerpunten gelden voor de komende vijf jaar. Het beleid is op deze punten gericht. Het team gaat activiteiten ontplooien om de visie te vertalen naar de dagelijkse onderwijspraktijk. Vernieuwingen vinden plaats op basis van geleidelijkheid, draagvlak bij het team is daarbij onontbeerlijk. De overige punten krijgen de aandacht die ze verdienen. Zo ligt het voor het team voor de hand dat bij de onderwijsactiviteiten het maatschappelijk gebeuren en de actualiteit altijd medebepalend zijn voor de onderwijsinhoud. Ook spreekt het voor zich dat alle activiteiten op school plaatsvinden in een veilige omgeving, dat de leerling de kans krijgt op muzisch, creatief gebied zijn talenten te ontwikkelen, zodat de leerling plezier heeft aan zijn leertijd op de Bonifatius mavo.
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 28
Bijlage B5
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 29
Raad van Toezicht Bericht Raad van Toezicht In 2010 kwam de Raad van Toezicht zes keer met de Raad van Bestuur in een vergadering bijeen. De Raad van Toezicht van de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland (SSVO NOP/Lemsterland) kent een tweetal Commissies, te weten de Auditcommissie en een Renumeratiecommissie. De commissies functioneren op basis van een reglement, waarin onder andere, uitgangspunten, samenstelling, vergaderingen, taken en bevoegdheden en rapportage zijn opgenomen. Financieel De Raad van Toezicht heeft - na positief advies van de Auditcommissie – de door de Raad van Bestuur vastgestelde jaarrekening 2009 en begroting 2010 goedgekeurd. Op financieel gebied werden de jaarrekening 2009, het accountantsverslag 2009, de managementletter 2009 en de begroting 2010 behandeld.. Alle stukken zijn eerst besproken in de Auditcommissie. De financiële ontwikkeling van de scholen en de scholengroep wordt nauwlettend gevolgd aan de hand van kwartaal- en halfjaarcijfers. Zowel het Zuyderzee College als de Bonifatius Mavo zijn financieel gezond en vallen voor wat betreft de solvabiliteit binnen de afgesproken en wettelijk vereiste marges. De Raad van Toezicht heeft besloten het contract met Van Ree Accountants met een jaar te verlengen. De meerjarenbegrotingen 2011-2015 met bijbehorende investeringsoverzichten van de Bonifatius Mavo en het Zuyderzee College zijn na toelichting door de Raad van Bestuur uitvoerig besproken en goedgekeurd met de aantekening dat de Raad van Toezicht nog steeds haar zorg uitspreekt over de te lage bedragen, die op basis van de huidige vergoedingen van de overheid voor toekomstig onderhoud kunnen worden gereserveerd. Beleid De Raad van Toezicht heeft zich in 2010 mede aan de hand van het Referentiekader voor Toezichthouders bezig gehouden met het toetsen en goedkeuren van het door de Raad van Bestuur geformuleerde beleid. Het Treasury Statuut en het Treasury jaarplan 2010 zijn vastgesteld en goedgekeurd. Vanuit het beleidsplan Kwaliteitszorg 2009-2013 wordt de kwaliteit van het onderwijs regelmatig getoetst aan de hand van meetbare criteria. In september is een beleidsbijeenkomst gehouden waarin naast de leden van de Raad van Bestuur tevens de overige directieleden aanwezig waren. In deze bijeenkomst is uitvoerig gesproken over onderwijsvernieuwing en het toekomstig financieel beleid binnen het Zuyderzee College en de Bonifatius Mavo. Betrokkenheid De leden van de Raad van Toezicht waren regelmatig aanwezig bij in- en externe evenementen in en bij de beide onderwijsinstellingen. Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 30
Evaluatie Naast de reguliere vergaderingen heeft de Raad van Toezicht in 2010 eenmaal vergaderd zonder de aanwezigheid van de Raad van het Bestuur. In een besloten vergadering is gesproken over het eigen functioneren van de Raad van Toezicht en het was tevens een evaluatie inzake de samenwerking met de Raad van Bestuur. Professionalisering In het kader van de verdere professionalisering van de Raad van Toezicht is gebruik gemaakt van de mogelijkheden die het lidmaatschap van de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijs Instellingen (VTOI) haar biedt. Een aantal leden van de Raad van Bestuur hebben een studiedag gevolgd in Amersfoort met het thema ‘’Leiderschap & Toezicht”. Beloning Voor het vaststellen van de hoogte van de onkostenvergoeding en vacatiegeld heeft de Raad van Toezicht besloten zich te houden aan de landelijke richtlijnen van de VTOI en zijn de vacatievergoedingen conform het advies voor 2010 vastgesteld. Werkgeverschap De renumeratiecommissie, bestaande uit de Raad van Toezichtleden J. Hoek en J. Schonewille, is nauw betrokken geweest bij de sollicitatieprocedure voor het aanstellen van de heer P. Visser in de functie van sector directeur havo/vwo en plaatsvervangend directeur/ bestuurder. Op basis van het positief advies van de renumeratiecommissie, heeft de Raad van Toezicht het voorstel van de Raad van Bestuur voor de benoeming van de heer P. Visser tot plaatsvervangend bestuurder vanuit het Zuyderzee College per 1 augustus 2011 goedgekeurd. Tevens heeft de Raad van Toezicht alsnog de benoeming geformaliseerd van de heer M. Koets op de positie van plaatsvervangend bestuurder vanuit het Zuyderzee tot 1 augustus 2011 en de benoeming tot plaatsvervangend bestuurder vanuit de Bonifatius Mavo van de heer J. Overvoorde. Er zijn in 2010 geen formele functioneringsgesprekken gevoerd met de directeur/bestuurders. VMBO Plus College Op voordracht van de Raad van Bestuur is door de Raad van Toezicht groen licht gegeven voor het opzetten van een VMBO Plus college in 2011. Deze opleiding biedt voor de betere, ambitieuze (VMBO) leerlingen een snellere doorstroming binnen beide scholen of resulteert in een hoger kennisniveau van deze leerlingen voor een vervolgopleiding. Tot slot De gesprekken tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur hebben steeds op een open wijze en in een goede sfeer plaats gevonden. De Raad van Toezicht heeft grote waardering voor de inspanningen van de Raad van Bestuur en de medewerkers van de Bonifatius Mavo en het Zuyderzee College in 2010. Namens de Raad van Toezicht De heer W.P.M. van Hooijdonk, secretaris
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 31
Leden Raad van Bestuur De heer J. de Boom (1949), directeur/bestuurder Zuyderzee College De heer De Boom is sinds 1 april 2002 algemeen directeur van het Zuyderzee College dat sinds 1 januari 2008 deel uitmaakt van de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland. Per 1 januari 2008 is de functie van de heer J. de Boom gewijzigd in directeur/bestuurder van de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland. Het contract met de heer De Boom is aangegaan voor onbepaalde tijd. Het bezoldigingsbeleid en de arbeidsvoorwaarden voor directeur is beschreven in het Functieboek Functiebeschrijving en –waardering FUWA-VO. Nevenfuncties: Voorzitter CAO-overleg voorgezet onderwijs VO-raad Lid Commissie Arbeidsvoorwaarden VO-raad De heer Th.P.G. Jorna (1952), directeur/bestuurder Bonifatius Mavo De heer Jorna is sinds 1 november 1998 directielid van de Bonifatius Mavo die sinds 1 januari 2008 deel uitmaakt van de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland. Per 1 januari 2008 is de functie van de heer Th.P.G. Jorna gewijzigd in directeur/bestuurder van de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland. Het contract met de heer Jorna is aangegaan voor onbepaalde tijd. Het bezoldigingsbeleid en de arbeidsvoorwaarden voor directeur is beschreven in het Functieboek Functiebeschrijving en –waardering FUWA-VO. Nevenfuncties: Gemeenteraadslid Gemeente Noordoostpolder
Leden Raad van Toezicht De heer J. Schonewille (1945), voorzitter Raad van Toezicht en voorzitter Remuneratiecommissie Functies buiten de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland: de heer Schonewille is gepensioneerd. Nevenfuncties: Lid Raad van Toezicht Zorggroep Oude en Nieuwe Land (daarbinnen lid van de financiële commissie) Extern vertrouwenspersoon inzake klokkenluidersregeling voor de Rabo Bank organisatie Penningmeester Stichting Emmeloord Muziek Promotie Lid Vocational Service Rotary Noordoostpolder Bestuurslid Golfclub Noordoostpolder Jaar eerste benoeming: 2008 Aftredend: 2012 Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 32
De heer W.P.M. van Hooijdonk (1954), secretaris Raad van toezicht en lid van de Auditcommissie Functies buiten de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland: Algemeen directeur Tolsma Techniek Emmeloord B.V. Nevenfuncties: D.G.A. Tolsma Beheer Emmeloord B.V. Bestuurslid Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Flevoland Noord-Midden. Jaar eerste benoeming: 2008 Aftredend: 2012 De heer J.W. Hoek (1954), voorzitter Auditcommissie en lid Remuneratiecommissie Functies buiten de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland: partner en accountant Meeuwsen Ten Hoopen, Accountants en Belastingadviseurs te Emmeloord. Nevenfunctie: Penningmeester van Stichting Revitalisering Tuinbouwgebied Ens Jaar eerste benoeming: 2008 Jaar herbenoeming: 2009 Aftredend: 2013 De heer J.G.J. Holtmaat (1953), lid Functies buiten de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland: Eigenaar akkerbouw/bloembollenbedrijf en eigenaar bemiddelingsbureau voor buitenlandse werknemers. Nevenfuncties: Voorzitter van de KAVB Product Groep Gladiool in Hillegom Bestuurslid van de Bloembollen Keuringsdienst BKD in Lisse Bestuurslid SOKON in Emmeloord Jaar eerste benoeming: 2008 Jaar herbenoeming: 2010 Aftredend: 2014 De heer W. Wildeboer (1960), lid Functies buiten de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland: Regiomanager SVO en eigenaar Adviesbureau op het gebied van Personeel en Organisatie. Aandeelhouder van een Uitzendbureau. Nevenfunctie: lid commissie FUWA Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland Jaar eerste benoeming: 2008 Aftredend: 2011
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 33
Toelichting op de jaarrekening 2010 van SSVO Noordoostpolder/Lemsterland 1. De financiën Hierna wordt er een toelichting gegeven op de financiële gegevens zoals die in de jaarrekening 2010 zijn opgenomen. De jaarrekening is als bijlage bij dit bestuursverslag gevoegd. 1.1 Inleiding Het Zuyderzee College (brin.nr 20CR) en de Bonifatius mavo (brin.nr. 02KR) zijn op 1-1-2008 een bestuurlijke samenwerking aangegaan. Vanaf 1-1-2008 vallen beide instellingen onder de Samenwerkingsstichting Scholengroep Voortgezet Onderwijs Noordoostpolder en Lemsterland. (SSVO NOP/Lemsterland). Ten behoeve van het ministerie van OCW moet één geconsolideerde jaarrekening worden opgesteld (bestuursnummer 41195). Voor beide instellingen is voor intern gebruik een afzonderlijke jaarrekening 2010 opgesteld. 1.2 De jaarrekening Vanaf het verslagjaar 2008 zijn door de overheid bekostigde instellingen verplicht de (nieuwe) richtlijnen voor de jaarverslaggeving te hanteren die de Raad voor de Jaarverslaggeving(RJ) voorschrijft. De basis is het Burgerlijk Wetboek- 2 - met daarin opgenomen een nieuw hoofdstuk RJ 660 met specifieke bepalingen en modellen voor onderwijsinstellingen. Naar aanleiding van deze specifieke bepalingen is er vanaf 1-1-2008 een brede discussie gevoerd v.w.b. de personeelsbeloningen en dan voor met de name de toepassing van de RJ ten aanzien van de kosten van Bapo (Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen). Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een regeling van het Ministerie van Onderwijs, gepubliceerd in de Staatscourant van 4 oktober 2010. De lasten van de Bapo moeten verantwoord worden in de staat van baten en lasten. Dit had wel een stelselwijziging tot gevolg. De voorziening (spaar) Bapo moest volledig vrijvallen ten gunste van het eigen vermogen. Voor reeds bekende toekomstige verplichtingen (spaarbapo) is het mogelijk om het eigen vermogen te beperken door het vormen van een (publieke) bestemmingsreserve. Het bestuur van de SSVO heeft besloten om de reeds bekende Bapo verplichtingen in een bestemmingsreserve vast te leggen. Er heeft derhalve een wijziging op 1-1-2010 plaatsgevonden van € 507.361van de voorziening naar de bestemmingsreserve. De SSVO had de salarisadministratie uitbesteed aan het administratiekantoor Dyade te Amersfoort. Per 1-1-2008 is dit kantoor overgegaan van het gebruik van het software pakket CASO naar RAET. Dit heeft in 2008, 2009 en ook nog in 2010, voor grote problemen, ergernis en tijdsverlies gezorgd. Cijfers konden niet geleverd worden, niet correct, lijstwerk was niet met elkaar in overeenstemming, aangiftes loonheffing die niet correct waren. Eind 2010 is besloten om afscheid te nemen van Dyade. Per 1-1-2011 is de salarisadministratie grotendeels in eigen beheer genomen met een ondersteuning van het bureau Pro-Management, onderwijs support uit Delft. Tot op heden werkt dit naar volle tevredenheid.
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 34
De financiële administratie is ingaande 1-1-2008 gaan werken met het financiële pakket Profit van AFAS (voorheen werd gebruik gemaakt van Exact). Gelijktijdig is gestart met het digitaliseren van de inkoopfacturen. Tevens is gedurende 2008 de inkoop centraal geregeld en worden de te betalen nota’s digitaal door de budgethouders geaccordeerd. De materiële vaste activa is vanaf 1-1-2008 ook vastgelegd binnen het pakket van AFAS. 1.3 Vermogensbeheer in het Voortgezet Onderwijs De omvang van de reserves van onderwijsinstellingen, van hun bezittingen, beleggingen en leningen staan in de belangstelling. In november 2008 is de Commissie vermogensbeheer onderwijsinstellingen ingesteld onder leiding van prof. Dr. F.J.H. Don. Eind 2009 heeft de Commissie Don de bevindingen gepubliceerd. De commissie Don signaleert dat bij veel onderwijsorganisaties nog grote verbeterslagen kunnen worden gemaakt op het gebied van financieel management. De commissie doet aanbevelingen inzake het financiële beleid, het beoordelingsinstrumentarium, het toezicht en het beleid van het ministerie. Door middel van kengetallen: kapitalisatiefactor, solvabiliteit, rentabiliteit en liquiditeit wordt door Don een beoordelingskader geschetst op basis waarvan, via onder- bovengrenzen, kan worden bepaald of instellingen al dan niet te rijk zijn. Don vervangt hiermee het kengetal weerstandsvermogen. (TV/TB, onder- bovengrens 10%-40%) Kengetallen Don: 1) 2) 3) 4)
Solvabiliteit Kapitalisatiefactor Liquiditeit Rentabiliteit
Formule
Ondergrens
Bovengrens
EV/TV (TK-G&T)/TB vl.act/k.sch resl/TB
20% geen 0,5 0%
geen 35-60% 1,5 5%
Er is echter vanuit het veld ook kritiek op de door Don aangedragen kengetallen. Financieel sturen is maatwerk: generieke kengetallen zijn slechts indicatief. De boven- en onderwaarden die door Don aan de kengetallen zijn gehangen zijn discutabel. Via de VO-raad (werkgeversorganisatie VO) wordt hier over gecommuniceerd met OCW. De VO-raad heeft de bovengrens van de kapitalisatiefactor berekend en komt op 35% voor grote besturen ( vanaf € 12 milj. baten) en 70% voor kleine besturen. Volgens Don geeft een te hoge kapitalisatiefactor aan dat er meer kapitaal aanwezig is dan past bij de jaarlijkse baten. Het kapitaal wordt kennelijk niet efficiënt gebruikt. De Inspectie heeft in 2010 bij een aantal scholen met een hoge kapitalisatiefactor een nader onderzoek ingesteld. Ook de Inspectie komt er enigszins van terug om alleen naar de kapitalisatiefactor te kijken. Het gaat om het geheel en samenhang van de kengetallen. De VO-raad erkent het belang van het opstellen van een meerjarige financiële planning en risicoanalyse en is het eens met de commissie dat reserves waar dat kan moeten worden ingezet voor goed onderwijs. Bij de SSVO Nop/Lemsterland worden er meerjarenbegrotingen opgesteld en is reeds tweemaal (in 2008 en begin 2010) een risicoanalyse vastgesteld. 1.4 Toelichting op het resultaat Er was begroot een negatief resultaat van € 136.265. Het werkelijke resultaat is € 10.792 negatief. Verschil tussen begroting en werkelijke cijfers is € 125.473 positief. Het positieve resultaat wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 35
Een analyse van het verschil tussen begroting en werkelijke cijfers: 1)hogere normvergoeding 2)hogere overige baten 3)hogere kosten 4)hogere rente opbrengsten
630.861 70.217 -603.791 28.186
125.473
1) Betreft o.a. aanpassing van de GPL (gemiddelde personeelslast) voor met name de uitvoeringskosten van de aktie Leerkracht, verkorting van de salarisschalen en de funktiemix. Tevens is hierin opgenomen de zgn. “Kasschuif 2010”, € 130.000. Een soort voorschot op de GPL van 2011. Mocht de GPL in 2011 onverhoopt niet worden verhoogd dan moet dit bedrag terugbetaald worden. De kasschuif is in 2010 toegevoegd aan de algemene reserve. Daarnaast waren de ontvangsten o.g.v. de regelingen Nieuwkomers en Vreemdelingen aanzienlijk hoger dan begroot ( plus € 235.000). Dit als gevolg van het feit dat het aantal kinderen wat les krijgt op het Asielzoekerscentrum in 2010 behoorlijk hoger was dan in 2009. Daarnaast waren de ontvangsten ( en doorbetalingen) van de Stichting Aandacht+ hoger dan begroot (plus € 48.000) 2) De hogere overige baten bestaan deels uit overige subsidies, kennisnet, Universum etc. Daarnaast waren de ouderbijdragen voor excursies en werkweken hoger dan begroot. Tevens zijn er 2 personeelsleden gedetacheerd geweest voor een aantal uren. 3) Dit betreft voornamelijk hogere loonlasten. Daarnaast is dit inclusief de kosten van verbouwing van de Bonifatius Mavo € 57.000. Het hogere aantal leerlingen op het AZC zorgde voor meer inkomsten maar ook de uitgaven waren daardoor hoger dan begroot. 4) De rente opbrengsten worden veelal pessimistisch begroot. Daarnaast was er een voordelig saldo op de uitstaande aandelen. Voor een meer specifiekere toelichting op de onderscheiden posten wordt verwezen naar de blz 21, 22 en 23 van de jaarrekening. 1.5 Financiële positie op balansdatum In 2008 was het balanstotaal € 7.2 milj., eind 2009 € 7,0 milj. en eind 2010 weer € 7,2 milj. Het eigen vermogen op balansdatum 31-12-2010 is € 3,1 milj. (2009 € 2,6 milj. 2008 € 2.8 milj). Het grote(re) verschil tussen 2009 en 2010 wordt veroorzaakt door de stelselwijziging. De Bapo voorziening € 507.631 moest worden omgezet naar een (bestemmings) reserve Het vermogen op 31-12-2010 is € 3,1 milj. dit is inclusief € 1,1 milj. bestemmingsreserves. ( 2009 € 1,2 milj en in 2008 € 1,23 milj)
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 36
De bestemmingsreserves zijn aan de ene kant afgenomen door de vrijval als gevolg van de verbouwingen bij de Bonifatius Mavo. Aan de andere kant zijn de bestemmingsreserves toegenomen vanwege de stelselherziening, de (spaar) Bapo reserve De voorziening groot onderhoud is iets toegenomen t.o.v 2009. Bij het Zuyderzee College is schilderwerk uitgesteld naar een volgend jaar en bij de Bonifatius Mavo was nog geen sprake van groot onderhoud (vernieuwbouw in 2008-2009) In de voorziening jubilea hebben geen grote wijzigingen plaatsgevonden. De voorziening spaarverlof is toegenomen als gevolg van het feit dat spaarverlof van een voorgaande werkgever is overgenomen. De financiële positie van school wordt toegelicht met behulp van onderstaande kengetallen. 2010
2009
2008
Solvabiliteit (ev incl. reserve ver- nieuwbouw/tv)
0,43
0,38
0,39
Liquiditeit, (current ratio- vl.act/kort.schulden) Rentabiliteit (resultaat/baten)
1,54 -0.06%
1,43 -1,20
1,42 -2,05%
Weerstandsvermogen (ev/baten)
18,52%
16,29%
17,47%
Weerstandsvermogen (minus bestemmingsres.)
11,78%
14,70%
12,97%
Kapitalisatiefactor
0,40%
0,41%
0,42%
Het weerstandsvermogen van 11,52% ligt binnen de signaleringsgrenzen van OCW, ondergrens 10% en bovengrens 40%. De commissie Don (zie hierboven 1.3) adviseert om het kengetal weerstandsvermogen niet meer te hanteren. Wel om de kengetallen in onderlinge samenhang te bezien. De VO-raad adviseert om daarbij toch ook het weerstandsvermogen in ogenschouw te nemen. Op basis van bovenstaande kengetallen kan gesteld worden dat de financiële positie van het SSVO NOP/Lemsterland goed is. De kengetallen voldoen aan de grenzen die worden gesteld. 1.6 Investeringen Voor wat betreft de investeringen zijn er geen bijzonderheden te vermelden. Er is regulier geïnvesteerd in inventaris, laptops leerlingen en het boekenfonds. In 2010 zijn op de Bonifatius Mavo de laatste bouw activiteiten afgerond. De planning is om voor de begroting 2012 een meerjaren investeringsbeleidsplan te hebben opgesteld. Tussen nu en 5 jaar dient er een behoorlijk groot deel van de inventaris te worden vervangen. 1.7 Risico-inventarisatie De reserve positie van schoolbesturen in het Voortgezet Onderwijs is een actueel thema. Het Ministerie van OCW heeft de bevoegde gezagen geadviseerd een goede balans te vinden tussen het opbouwen van noodzakelijke buffers en het inzetten van geld voor goed onderwijs. Het ministerie OCW had hierover overeenstemming bereikt met de VO-raad d.m.v. het gebruik van het kengetal het weerstandsvermogen. De commissie Don is van mening dat di kengetal niet meer gehanteerd dient te worden en heeft daarvoor in de plaats de kapitalisatie factor Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 37
geïntroduceerd. (zie paragraaf 1.3) Ervaringscijfers zijn er nog niet met de kapitalisatiefactor. Derhalve worden voorlopig m.b.t. de risicoanalyse de signaleringsgrenzen van het weerstandsvermogen gehanteerd. Het weerstandsvermogen is het “eigen” vrije vermogen dat kan worden aangewend om onvoorziene tegenslagen op te vangen. Het weerstandsvermogen dient te liggen tussen de 10% en 40% van de jaarlijkse baten. In 2008 heeft er voor de eerste keer een inventarisatie plaatsgevonden op het Zuyderzee College en op de Bonifatius Mavo om deze risico’s in te kunnen schatten. Deze inventarisatie is herhaald eind 2009-begin 2010. De planning is om in de 1e helft van 2011 de inventarisatie te herhalen. Het SSVO moet op grond van deze risico-inventarisatie een minimaal eigen vermogen hebben van € 1.099.000,= of te wel een weerstandsvermogen van 6,4%. Dit ligt onder de minimum grens van 10% zodat dat percentage gehanteerd wordt. Het weerstandsvermogen is 11,81% c.q. 18,55% en derhalve voldoende. 1.8 Treasurybeleid Zowel op het Zuyderzee College als wel op de Bonifatius Mavo was er in het verleden een treasury-statuut opgesteld. Gezien de nieuwe samenwerkingsstichting vanaf 1-1-2008 en de nieuwe regels omtrent beleggen en lenen van het ministerie van OCW ingaande 1-1-2010 is er een nieuw treasury-statuut opgesteld voor de SSVO NOP/Lemsterland. In het treasury-statuut zijn de uitgangspunten en kaders vastgelegd welke in acht genomen moeten worden bij het aantrekken en uitzetten van financiële middelen. Het statuut regelt de afbakening van de verantwoordelijkheden, taken, bevoegdheden en verantwoording. Daarnaast is er een treasury jaarplan opgesteld waarin de activiteiten voor het komende jaar in worden beschreven en worden afgezet tegen de kaders vanuit het treasury-statuut.| Tevens is voor beide scholen voor het jaar 2011 een liquiditeitsplanning uitgewerkt. 1.9 Begroting 2011 (jaar t+1) Eind 2010 zijn de meerjarenbegrotingen van beide instellingen voor de jaren 2011-2015 vastgesteld. De meerjarenbegrotingen zijn opgesteld op basis van leerlingenprognoses aangeleverd door de gemeenten Noordoostpolder en Lemsterland. Voor de jaren t-m 2015 is inzichtelijk gemaakt wat dit betekent voor de budgetten. Met behulp van het jaarlijkse formatieplan wordt hierop, voor wat betreft de personele kosten, uitdrukkelijk gestuurd. 1.10 Integraal bijgevoegd: Jaarrekening 2010 SSVO NOP/Lemsterland
Jaarverslag SSVO NOP/Lemsterland 2010
Pagina 38