!"#$%&'!(&)$*%$(+,(-._Mieke De Lombaerde en Frank de Roover
/%$!0$&2,%"+&!2!.$
WALTER VAN BEIRENDONCK
DREAM THE WORLD AWAKE WALTER VAN BEIRENDONCK. DREAM THE WORLD AWAKE De modeafdeling in de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten was jong en haar studenten een gedreven bende, bezeten van mode. Samen op de schoolbanken zitten was niet genoeg; ze troffen elkaar ook tijdens modeweken in New York, Londen en Parijs. Waar op modegebied wat te beleven viel, daar waren ze. In september 1985 reizen ze samen naar Londen om daar deel te nemen aan een beurs. Marina Yee, Dirk Van Saene, Dries Van Noten, Ann Demeulemeester, Walter Van Beirendonck en Dirk Bikkembergs krijgen in de Olympia Hall een hoekje toegewezen waar geen kat passeert. Ze sturen hun mannequins dan maar uit om zich tussen de bezoekers te begeven en zo weten ze Marysia Woroniecka naar hun standje te lokken. Als persattachee vertegenwoordigt zij verschillende Britse merken en haar belangstelling voor de creaties van de pas afgestudeerde academiestudenten is oprecht. In geen tijd hebben Britse magazines de mond vol over de Antwerp Six, gemakshalve zo genoemd omdat de individuele namen onuitspreekbaar zijn voor Engelstaligen.
The fashion department at the Antwerp Academy of Fine Arts was young and its highly motivated students were possessed by fashion. Sitting together in the lecture halls was not enough; they also encountered one another during fashion weeks in New York, London and Paris. Where there was anything going on in terms of fashion, that is where they would be. In September 1985, they travelled to London together to take part in a trade fair. Marina Yee, Dirk Van Saene, Dries Van Noten, Ann Demeulemeester, Walter Van Beirendonck and Dirk Bikkembergs were given an isolated corner in the Olympia Hall that even a cat couldn’t find. In response, they sent their models out into the hall to mingle with the visitors, a tactic that lured Marysia Woroniecka to their booth. Marysia represented several British labels as a press attaché and her interest for the creations of the recently graduated academy students was sincere. In no time at all, the British print media is filled with mentions of the Antwerp Six, a name that was chosen to make it easy for the English-speakers, for whom the names of the graduates were impossible to wrap their mouths around.
poten. Jammer dat het parfum virtueel is. At that time, there was still a Belgian textile industry, but Belgian fashion was almost non-existent. It would not be long Van Beirendonck ontpopt zich. In schril before the situation had been reversed, contrast met wat in de vroege jaren 90 however. The Antwerp Six wore their bon ton is – sober op het sombere af –, name with love and daring. In 1988-1989, treedt hij voor het voetlicht als een the six held a joint show in London’s dompteur in een circus van kleur. Hij Westway Studio; over time, however, maakt kleurige composities in lagen the different personalities would profile over elkaar, zoals bij matroesjka’s, maar themselves more distinctly, until they all dan niet in een dwingende volgorde. De ultimately went their separate ways. creaties worden vaak in ongebruikelijk materiaal uitgevoerd maar zijn alle van Walter Van Beirendonck also showed meet af aan puur Van Beirendonck. Ook Walter Van Beirendonck laat zijn his unique, driven and determined self. eigenzinnige, gedreven en vastberaden By the start of the 1990s, the Yuppie Vanaf half september wijdt het MoMu zelf zien. Bij het begin van de jaren 90 euphoria had taken a hit that was also krijgt de yuppie-euforie een deuk en dat in Antwerpen een tentoonstelling aan felt in fashion. Fashion is dead! vertaalt zich ook in de mode. Fashion is Walter Van Beirendonck. Dream the dead!, zo kopt een krant die Van Beirenworld awake biedt echter geen chrono- was a headline in a newspaper that Van donck dan publiceert. In een fraaie foto in logisch overzicht. Het is veeleer een retro- Beirendonck published at that time. He was advertising a perfume in a lovely die krant adverteert hij een parfum. spectief plakboek dat een licht werpt op photograph in the newspaper. A picture Op het dopje van de blauwe flacon staat Van Beirendoncks inspiratiebronnen en Walters bulterriër Sado afgebeeld, met werkwijze. De tentoonstelling weerspie- of Walter’s bull terrier Sado adorned the cap of the blue bottle, wearing Converse hoge Converse All Stars aan z’n gelt ’s mans werkmateriaal, de boeken In die tijd bestond er wel nog een Belgische textielindustrie maar van Belgische mode was nauwelijks sprake. Het zou echter niet lang duren voordat de situatie omgekeerd was. De Antwerp Six dragen hun titel met liefde en lef. In 19881989 hebben de zes nog een gezamenlijke show in de Londense Westway Studio maar gaandeweg profileren de verschillende persoonlijkheden zich explicieter, om uiteindelijk elk hun eigen weg te gaan.
All-Stars on his paws. The perfume, unfortunately, existed only in a virtual world.
Van Beirendonck came into his own. In stark contrast with what was commonplace in the early 1990s – sober to the point of sombre – he presented himself as a lion tamer in a circus of colour. He made colourful compositions in layers over layers, like a Russian matryoshka nesting doll, but not in a mandatory order. The creations were often in unusual materials, but they were all pure Van Beirendonck from start to finish. Starting in mid-September 2011, the MoMu in Antwerp is devoting an exhibition to Walter Van Beirendonck. Dream the world awake is not offering the visitors a chronological presentation, however. It is more of a retrospective scrapbook that highlights Van Beierendonck’s sources of
!"#$ %"#$ %%&'(&565&7898:& !"#$%&'!(&)$*%$(+,(-.;&
)*+$)*,-$)%-'(&=6 &789>?9@:& !"#$%&'!(&)$*%$(+,(-.;&
542$9%-$%:$;!<(&/!B$+&C&D,(EFG$+:&=FHFG#&A373;&
Ronald Stoops
Ronald Stoops
Scott Trindle. _Styling: Robbie Spencer
8*"+$%"$82*63(&=6 &A377?7A:& !"#$%&'!(&)$*%$(+,(-.;&_Foto:
Ronald Stoops
34
/%$!0$&2,%"+&!2!.$
!"#$%&'!(&)$*%$(+,(-.
die hij volplakt met creatieve prikkels. Zo’n plakboek bundelt bij elkaar geraapte knipsels, schetsen, staaltjes, stoffen, stof tot nadenken, statements. Kortom, een patchwork van dingen die in confrontatie met elkaar de nodige creatieve gisting teweegbrengen. De collages vormen de voedingsbodem voor de creaties van de ontwerper, creaties die zo talrijk en divers zijn dat ze in de tentoonstelling in zes thema’s ondergebracht werden. Walter Van Beirendonck zelf en Geert Bruloot tekenden voor de scenografie.
in alle sereniteit Walters speelgoedpopjes en teddyberen plaatsgenomen. De titel van de collectie was weer veelzeggend en de enscenering – de almachtige pers moet zijn plaats afstaan aan speelgoed – spreekt boekdelen. Het geheel leek wel een fragment uit een of ander fabeltje.
Maar aan lieftallige sprookjes zit soms een duister kantje. Het sprookje van de liefde heeft vaak een dosis tragiek en ontnuchtering. Zo krijgt de soms zware tol van seks een gezicht in een show van 1996, wanneer Van Beirendonck het In het midden van de ruimte is Walter’s avontuurtje van een onwetend wicht uit Wonder Wall opgesteld, een kartonnen de Alpen en een (seropositief) geitenbokje linkt aan de aidspolemiek. De titels muur in V-vorm van 53 meter lang. Het van creaties verhullen nauwelijks de is een uitvergroting van de plakboeken van de designer. Rondom de muur vatten fascinatie van de ontwerper voor alles wat met seks te maken heeft, maar, zo op draaibare sokkels een honderdtal silhouetten post. De objecten, afbeeldin- lezen we in een essay door Kaat Debo: gen, films en foto’s op de muur verwijzen “Hoewel de ontwerper door velen sneller geassocieerd zal worden met expliciete in een stille dialoog naar de silhouetseksualiteit, blijkt hij toch vooral een ten. In een bonte collage van slogans, hopeloze romanticus. Wanneer je Walter symbolen en vedettes zien we uiteenlopende inspiratiebronnen voorbijtrekken: Van Beirendoncks interesse voor technologie even buiten beschouwing laat, Robert Mapplethorpe, Leni Riefenstahl, zou je kunnen stellen dat hij een 21steDavid Bowie, Jules Verne, The Flintstoeeuwse variant is van een 19de-eeuwse nes, Sado, uniformen, pictogrammen, romanticus.” etnische codes, pop, seks, technologie, body modification, marsmannetjes, Een ander motief dat we kunnen Amerikaanse nummerplaten, sciencefiction, schietschijven, het wereldnieuws ontwaren doorheen de collecties is de belangstelling voor alles wat met het en nog meer seks. Het tentoonstellingsbuitenaardse te maken heeft. De ontconcept wil niet bijdragen tot een of werper is in de ban van sciencefiction en ander publiek imago van de man. Het neemt ons eerder in vertrouwen, laat ons aliens. Hij heeft zelfs een eigen alien in het leven geroepen; Puk Puk is schattig kennismaken met zijn muzen, met zijn tot ze haar tong roert, want dan ventikwetsbaarheid en met de energie waarleert zij wat Walter ontstemt of frustreert. door hij wordt voortgestuwd. De marsmannetjes staan voor ‘de ander’, Van Beirendonck is een doener. Naast zijn het buitenaardse, de Polynesiër van vóór Captain Cook, het referentieloze, het ontweejaarlijkse collecties creëert hij ook besmette, het onbevooroordeelde kijken nog performances, concepten, stripvernaar … onszelf. halen (King Kong Kooks), video’s, scenografieën, shows en – niet te vergeten – zijn eigen gedaanteveranderingen. Van Beirendonck durft te choqueren, In de zomer van 1994 overtreft hij zichzelf maar dan niet bedoeld als goedkoop effect maar als betekenisvolle ervaring. in een show op de grote jeansbeurs Door ons moedwillig te confronteren in Keulen. Onder het label W.& L.T. (Wild & Lethal Trash) ontwerpt hij beoogt hij een nieuwe manier van kijken. Toen hij bijvoorbeeld in 2001 artistiek dan voor het Duitse merk Mustang. Het budget is voldoende om iets spectaculairs leider was van het stadsproject Mode te realiseren. En spectaculair wordt het. 2001 Landed/Geland, nam hij de skyHij schotelt het publiek een reuzentaart line van Antwerpen onder handen alsof met etages voor. Op en rond de taart het een lege bladspiegel was. Gevelgroot defileren 150 modellen die samen een ode kleurig canvas werd aangebracht op aan de regenboog zijn. Zeer toepasselijk iconische gebouwen en een grote rode heet de collectie trouwens ook Over the A sierde de Boerentoren. In de dagelijkse rainbow. Het werd een taart waarin de file ter hoogte van het Sportpaleis gingen toen de ogen van de automobilisten pers zich graag vastbeet. wijd open. Voor een echte cultuurschok zorgde dan weer de tentoonstelling W.& L.T. boert goed, maar na negen seizoenen Mustang wil Van Beirendonck Mutilate?-Vermink? in het MUHKA. wel eens iets anders, iets minder commercieel, iets meer integer. Met de collec- De collecties die hij op de modewereld tie No References (herfst/winter 1999- loslaat, herinneren voortdurend aan die 2000) en het bijhorende defilé in Espace tentoonstelling. Mode is dan slechts een deel van zijn visie op de atypische verschijAusterlitz is hij helemaal terug. Op de ning, de alternatieve of gemodificeerde ereplaatsen dichtbij de catwalk hebben
inspiration and techniques. The exhibition shows his working materials, the books that he fills with creative impulses. The scrapbooks bundle clippings, sketches, samples, fabrics, thoughts, and statements. In short, a patchwork of things that, in confrontation with one another, result in the necessary creative fermentation. The collages are the breeding ground for the designer’s creations, creations that are so prolific and diverse that it was necessary to group them into six theme areas for the exhibition. Walter Van Beirendonck himself and Geert Brulot were responsible for the scenography. Walter’s Wonder Wall, a 53 m long, V-shaped cardboard wall has been set up in the middle of the space. It is a blow-up of the designer’s scrapbooks. Around the wall, a hundred silhouettes have been placed on rotating bases. The objects, images, films and photographs on the wall refer to the silhouettes in a silent dialogue. A diverse range of inspirations pass by in a colourful collage of slogans, symbols and celebrities: Robert Mapplethorpe, Leni Riefenstahl, David Bowie, Jules Verne, The Flintstones, Sado, uniforms, pictograms, ethnic codes, pop, sex, technology, body modification, aliens, American licence plates, science fiction, shooting targets, world news, and even more sex. The exhibition concept is not intended to contribute to one public image of the man or another. It is actually an invitation to get closer, to introduce us to his muses, his vulnerability and the energy that drives him forward.
Van Beirendonck is a doer. In addition to his biannual collections, he also creates performances, concepts, comic books (King Kong Kooks), videos, screenplays, shows and, last but not least, his own shape-shifts. In the summer of 1994, he outdid himself with a show at the large jeans trade fair in Cologne. Under the W.& L.T. (Wild & Lethal Trash) label, he was designing for the Mustang label in Germany. The budget was enough to create something spectacular, and that is what it became. The visitors were presented with a gigantic, multi-storeyed cake. On the cake, and around it, 150 models were parading, creating together an ode to the rainbow. Quite appropriately, the collection was also called Over the rainbow. It became a cake that the journalists in attendance took rather a large bite out of. W.& L.T. was doing well, but after nine seasons with Mustang, Van Beirendonck wanted to do something else, a little less commercial and with a bit more integrity. With the No References collection (fall/winter 1999-2000) and the associated defilé in Espace Austerlitz, he was totally back. In the places of honour close
to the catwalk, Walters had placed dolls and teddy bears. The title of the collection was significant and the set design – the all-powerful press had to surrender their places of pride to mere toys – spoke volumes. Everything seemed to have been taken from a fairy tale. Some fairy tales have a somewhat darker side to them, however. A fairy tale about love can sometimes contain a dollop of tragedy and awakening realisation. The sometimes heavy toll that sex can take was given a face in a show in 1996, when Van Beirendonck linked the adventures of an innocent girl from the Alps and a (seropositive) billy goat to the AIDS discussion. The titles of the creations do little to disguise the fascination of the designer for everything related to sex, but, as we read in an essay by Kaat Debo: “Although the designer is more associated in the minds of many with explicit sexuality, he seems first and foremost to be a hopeless romantic. When you set Walter Van Beirendonck’s interest in technology to one side for a moment, you could say that he is a 21st century version of a 19th century Romantic.” Another theme that we can see throughout the collections is the interest in everything related to extraterrestrials. The designer is fascinated by science fiction and aliens. He has even created his own alien, Puk Puk, who is cute until she opens her mouth, at which point she spouts whatever is bothering or frustrating Walter. The aliens represent ‘the other’, the extraterrestrial, the Polynesia before Captain Cook, the referenceless, the uncontaminated, the unprejudiced look into … ourselves. Van Beirendonck dares to shock: not as a cheap thrill, however, but as an experience that is rich in meaning. By confronting us intentionally, he wants to create a new way of looking. When he was artistic director of the city project Mode 2011 Landed/Geland in 2001, he took over the skyline of Antwerp as if it were an empty mirror. Colourful canvases were mounted on iconic buildings and a giant red A decorated the Boeren Tower. The eyes of the commuters sitting in the traffic jams near the Sports Palace were wide with surprise. And then the exhibition Mutilate?-Vermink?, in the MUHKA created a true culture shock. The collections that he released onto an unsuspecting fashion world are a constant reminder of that exhibition. Fashion is only part of his vision of the atypical appearance, the alternative or modified bodily shapes and the unconventional beauty versus the culturally dominant beauty ideal. He refers explicitly, for example, to the manipulation of beauty
3I
542$9%-$%:$;!<(&/!B$+&C&D,(EFG$+:&=FHFG#&A373;&_Foto:
Scott Trindle.&_Styling: Robbie Spencer
542$9%-$%:$;!<(&/!B$+&C&D,(EFG$+:&=FHFG#&A373;&J,#,K&5-,##&L%*(+"$;&_Styling:
Robbie Spencer
/%$!0$&2,%"+&!2!.$
!"#$%&'!(&)$*%$(+,(-.
lichaamsvorm en de niet-conventionele schoonheid versus het geldende schoonheidsideaal. Hij verwijst bijvoorbeeld expliciet naar de manipulatie van schoonheid wanneer hij scarificaties van de Nuba of tatoeages van de Maori toepast in een kleefbare latexversie. Modellen tonen preoperatieve tekeningen (als leidraad voor de plastisch chirurg) op hun gezicht of dragen medische prothesen of andere ‘versieringen’ zoals hoorns of schubben (A Fetish for Beauty, 1998).
silhouettes become icons. Men in tightfitting trousers and Tyvek vests, with half-high All Stars and white socks or knit shorts with suspenders; the models from Paradise Pleasure Productions (1995-1996) and Wonderland (1996-1997), for example, have already achieved that level of indelibility. Just like the iconic mascots and figures on packaging and labels of consumer products, they have already stamped themselves definitively on our visual memories. After all, the once-shocking oftentimes suddenly becomes ‘classic’. Viva! ¶
The degree to which clothing contributes to such alternative body shapes is substantial in Van Beierendonck’s work. In addition to air, there is also humour in the clothing with inflatable muscles. That inflatable clothing appeared in a period during which the cult of the perfect body achieved its zenith. As we can see in one of his scrapbooks, the Michelen man, Bibendum, was also the inspiration for his thinking about bodily aesthetics. He presents creations that are more marvellous than anything that the history of costumes has every shown, more marvellous than the cardboard bellies and horse hair derrieres of the Incroyables et Merveilleuses of the end of the 18th century. Walter Van Beirendonck: Dream the Some of Van Beierendonck’s pieces of clothing seem to have taken on a life of their own, separate from the body. His
!"#$%&'#()*&=6 &A337?3A:& !"#$%&'!(&)$*%$(+,(-.;_Foto:
/%$!0$&2,%"+&!2!.$:& !"#$%&'!(&)$*%$(+,(-.;&
Walter Van Beirendonck: Dream the world awake loopt van 14 september 2011 tot en met 19 februari 2012 in het ModeMuseum in Antwerpen. Een bijhorende catalogus wordt uitgegeven in samenwerking met Lannoo en ACC. www.momu.be www.waltervanbeirendonck.com
when he presents the scarifications of the peoples of the Nuba Mountains in Sudan, or the tattoos of the Maoris of New Zealand in an adhesive latex version. Models show preoperative drawings that are used as a guide for the plastic surgeon on their faces or wear medical prosthetic devices or other ‘decorations’ such as horns or scales (A Fetish for Beauty, 1998).
_Foto: Jean Baptiste Mondino
De mate waarin kleding bijdraagt tot dergelijke alternatieve lichaamsvormen is bij Van Beirendonck aanzienlijk. Behalve lucht zit er ook humor in de kleren met opblaasbare spieren. Die opgeblazen kleding verschijnt in de periode waarin de cultus van het perfecte lichaam zijn toppunt bereikte. Zoals één van zijn plakboeken aantoont, is het Michelin-mannetje Bibendum evengoed een inspiratiebron voor het denken over lichamelijke esthetiek. Hij stelt creaties voor die wonderlijker zijn dan alles wat de kostuumgeschiedenis ooit heeft vertoond, wonderlijker dan de kartonnen buiken en paardenharen konten van de Incroyables et Merveilleuses van het einde van de 18de eeuw.
Sommige kledingstukken van Van Beirendonck lijken een eigen leven te leiden, los van het lichaam. Zijn silhouetten worden iconen. Mannen in nauwsluitende broeken en Tyvek-vesten, met halfhoge All Stars en witte sokken of in gebreide shorts met bretelles; de modellen uit bijvoorbeeld Paradise Pleasure Productions (1995-1996) en Wonderland (1996-1997) hebben nu reeds dat onuitwisbare. Net zoals de iconische mascottes en figuurtjes op verpakkingen, labels en etiketten van consumptieproducten hebben ze hun definitieve stempel al op ons visuele geheugen gedrukt. Het gebeurt immers dat wat ooit choquerend was, plots ‘klassiek’ geworden is. Lang mogen ze leven. ¶
world awake runs from 14 September 2011 to 19 February 2012 in the ModeMuseum in Antwerp. A catalogue of the show will be produced in collaboration with Lannoo and ACC.
Elisabeth Broekaert
3@