Waarom lezen we droevige boeken? Uitkomsten surveyonderzoek Leesvoorkeuren (auteur: E.M. Koopman, promovenda Erasmus Universiteit Rotterdam )
De survey Tussen 29 november 2013 en 13 februari 2014 stond de vragenlijst voor het onderzoek Leesvoorkeuren online. Dit onderzoek maakte deel uit van het promotieproject Reading Suffering. In de survey gaven lezers aan welke genres zij het liefste lezen en in hoeverre zij boeken met een treurig of tragisch onderwerp (‘droevige boeken’) waarderen.1 Ook beantwoordden zij vragen over: a) hun demografische kenmerken: sekse, leeftijd, opleiding b) persoonlijkheidskenmerken: zelf-gerapporteerde empathie (de neiging die mensen zeggen te hebben om met anderen mee te voelen en zich in hun positie te verplaatsen), angst/bezorgdheid (een algemene neiging tot angstigheid en piekeren).2 Daarnaast gaven de deelnemers aan wat zij belangrijk vinden bij het lezen van boeken. Uit eerder onderzoek zijn meerdere redenen naar voren gekomen waarom mensen zich aangetrokken voelen tot media met een tragisch onderwerp.3 In dit onderzoek is naar de volgende redenen gevraagd, waarvan de eerste zeven algemener zijn en de laatste vier specifiek voor ‘droevige boeken’: Absorptie
(Vb: “Ik vind het belangrijk dat ik op kan gaan in de verhaalwereld”)
Identificatie
(Vb: “Ik vind het belangrijk dat ik me in de personages kan herkennen”)
Afleiding
(Vb: “Ik vind het belangrijk dat het boek me afleidt van zorgen of stress”)
Troost
(Vb: “Ik vind het belangrijk dat het boek me troost biedt bij mijn zorgen of problemen”)
Stijl
(Vb: “Ik vind het belangrijk dat het boek origineel geschreven is”)
Inzicht
(Vb: “Ik vind het belangrijk dat ik tot nadenken aangezet word”)
Meta-emoties
(Vb: “Ik ervaar graag sterke emoties als ik lees”)
Catharsis
(Vb: “Door droevige boeken kan ik negatieve gevoelens die ik had opgekropt uiten en kwijtraken”) (Vb: “Als ik een droevig boek lees vergelijk ik mijn eigen situatie met de situatie van het personage”)
Downward social Comparison Voorbereiding Persoonlijke groei
(Vb: “Door te lezen over situaties die me beangstigen, krijg ik meer controle over mijn angst”) (Vb: “Boeken over tragische gebeurtenissen maken dat ik meer waardering heb voor de goede zaken in mijn leven”)
1
Voorkeur voor droevige boeken werd gemeten met een aangepaste versie van Olivers (1993) Sad Film Scale. Om zelfgerapporteerde empathie te meten werden de schalen Emotional Concern (affectieve empathie) en Perspective-taking (cognitieve empathie) van Davis’ Interpersonal Reactivity Index gebruikt (IRI: Davis 1980; 1983). De neiging tot angst/bezorgdheid werd gemeten met de schalen Onzekerheidsangst en DwangmatigPiekerend van de Temperament and Character Inventory (TCI) (Cloninger, Svrakic, & Przybeck, 1993). 3 Zie bijv. Oliver en Raney (2011) over de voorkeur voor ‘sad films’. 2
1
Doelen De doelen van het onderzoek waren: 1. Nagaan of er in deze steekproef een relatie is tussen de voorkeur voor een bepaald genre en demografische kenmerken (sekse, leeftijd, opleiding). 2. Nagaan welke andere factoren van belang zijn bij de voorkeur voor een bepaald genre. Doen zelf-gerapporteerde empathie en neiging tot angst/bezorgdheid ertoe? Is het willen opdoen van inzichten of het willen ervaren van emoties belangrijker voor een voorkeur voor een bepaald genre? 3. Nagaan of mensen met bepaalde demografische kenmerken meer geneigd zijn ‘droevige boeken’ te lezen. 4. Nagaan welke andere factoren van belang zijn bij een voorkeur voor ‘droevige boeken’.
Globaal gezien ging het onderzoek om deze vragen: - Wie leest welk genre en waarom? - Wie leest ‘droevige boeken’ en waarom?
Deelnemers De survey werd verspreid via de websites en Facebookpagina’s van bibliotheken door het hele land. Daarnaast plaatsten verscheidene leesorganisaties een online oproep. In totaal beantwoordden 540 mensen de eerste vraag van de survey. De gehele survey werd ingevuld door 343 mensen, voornamelijk vrouwen, namelijk 83,4% (286). Eén persoon gaf geen sekse op. Figuur 1) Percentage vrouwen en mannen gevisualiseerd
De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 46 jaar. De jongste persoon was 14, de oudste 80. De spreiding van de deelnemers over leeftijdscategorieën is gevisualiseerd in figuur 2. Het grootste gedeelte (80,5%) van de respondenten had een hbo-opleiding of universitaire opleiding gevolgd, de overige 66 hadden een ‘lager’ opleidingsniveau (mbo of vergelijkbaar, lagere of middelbare school). Over het algemeen lazen de mensen die de survey invulden veel boeken voor hun plezier, gemiddeld 38,79 per jaar.
Figuur 2) Percentage deelnemers per leeftijdsgroep
2
Uitkomsten 1. Wie leest welk genre? 4 Qua genrevoorkeur waren er enkele verschillen tussen mannen en vrouwen: de vrouwen in deze steekproef lazen liever ‘romantiek’ en ‘familieromans’, terwijl meer mannen een voorkeur voor ‘gedichten’ aangaven. Op de andere genres, zoals detectives, klassieke literatuur en thrillers, werden geen significante verschillen qua voorkeur gevonden. Het is hierbij belangrijk te benadrukken dat deze steekproef geen representatieve dwarsdoorsnede van de Nederlandse bevolking is, waardoor de conclusies die hieruit getrokken kunnen worden beperkt zijn. Het geeft vooral weer wat de samenstelling van de deelnemers was. Figuur 3 geeft een overzicht van het percentage van de mannen en vrouwen die een bepaald genre graag lezen. Deze figuur geeft ook aan dat sommige genres minder populair waren bij deze deelnemers, met name erotiek en horror.
100% 90% 80%
mannen vrouwen
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Figuur 3) Percentage mannen en vrouwen met een voorkeur voor een bepaald genre
Wat betreft leeftijd en opleiding (hbo/universitair vs. lager) waren dit de belangrijkste verschillen: Oudere mensen lezen liever biografieën, detectives, historische romans en reisverslagen. Lezers van science fiction, fantasy en horror zijn juist significant jonger. Hogeropgeleiden lezen liever klassiekers en hedendaagse literatuur dan lageropgeleiden. Opleiding is de belangrijkste voorspeller van een voorkeur voor klassiekers.
4
De resultaten bij 1) en 2) geven de uitkomst weer van logistische regressieanalyses, met als uitkomstvariabele wel/geen voorkeur voor een bepaald genre. De voorspellers waren sekse, leeftijd, opleiding, TCI (bezorgdheid/angst), IRI (empathie), meta-emoties, en inzicht. Vrouwen scoorden in deze studie noch hoger op de IRI noch op meta-emoties.
3
2. Waarom hebben mensen een voorkeur voor een bepaald genre? Vervolgens is gekeken of mensen die een bepaald genre graag lezen anders scoren op de persoonlijkheidsschalen empathie en angst/bezorgdheid, en of zij een andere behoefte aan het ervaren van emoties (‘meta-emoties’) en aan ‘inzicht’ aangeven. Mensen die hoog scoren op ‘metaemoties’ waarderen het zeer als een boek bij hen gevoelens opwekt. Die gevoelens hoeven zelf niet plezierig te zijn, dit kan ook angst, verdriet of woede zijn. Empathie en angst/bezorgdheid bleken niet samen te hangen met een voorkeur voor een specifiek genre. Er waren echter duidelijk verschillen wat betreft meta-emoties en de behoefte aan inzicht. Sommige genres spelen meer in op meta-emoties, andere meer op inzicht. Een overzicht van de resultaten per genre is te zien in tabel 1. Figuur 4 geeft twee voorbeelden: mensen met een voorkeur voor horror scoren gemiddeld hoger op meta-emoties en hebben een lagere behoefte aan inzicht, terwijl dit voor mensen met een voorkeur voor gedichten juist andersom is. Dit wil niet zeggen dat gedichten geen emoties opwekken en een spannend boek nooit inzichten kan opleveren, het geeft alleen aan dat mensen die algemeen de behoefte hebben om inzichten op te doen vaak ook mensen zijn die graag gedichten lezen.
Figuur 4) Samenhang behoefte aan inzicht en meta-emoties en genrevoorkeur (horror en gedichten)
Inzicht + + + + +
Meta-emoties
Hedendaagse literatuur O Psychologische roman O Klassiekers Reisverslagen Gedichten Biografie/Autobiografie O Historische romans O O Familieroman O O Romantiek O O Science Fiction O O Erotiek + O Spanning/Thriller + Detective + Fantasy + Horror + Tabel 1) Samenhang tussen genrevoorkeur en behoefte aan inzicht en meta-emoties (+ geeft een positieve, een negatieve, en o geen samenhang aan)
4
3. Welke droevige boeken maken indruk? Voordat ik inga op de vraag wie ‘droevige boeken’ leest en waarom, eerst een klein overzichtje van wat de deelnemers verstonden onder ‘droevige boeken’. Op de open vraag ‘Kunt u één droevig boek noemen dat indruk op u maakte?’ werden uiteenlopende antwoorden gegeven, maar veel boeken werden vaker dan één keer genoemd. Zo kwamen Camus’ De vreemdeling, Yvonne Keuls’ Het verrotte leven van Floortje Bloem en Het Dagboek van Anne Frank elk twee keer terug, werd Tolstojs Anna Karenina drie keer genoemd, Siebelinks Knielen op een bed violen vijf keer en John Williams’ Stoner negen keer. Deelnemers noemden opvallend vaak boeken over de Tweede Wereldoorlog (bijv. Haar naam was Sarah) en jeugdboeken met tragische gebeurtenissen (bijv. Alleen op de wereld). De absolute ‘winnaars’ waren Haar naam is Sarah en A.F.Th. van der Heijdens Tonio, die elk dertien keer genoemd werden (zie ook figuur 5).
Figuur 5) Frequenties van enkele indrukwekkende droevige boeken (open vraag) ‘Droevig’ heeft verschillende betekenissen voor de deelnemers. Zo maakte een deelnemer een onderscheid tussen bitterzoete melancholische boeken (‘droevig op een mooie manier’, zoals Hardy) en rauwe, vervreemdende boeken (‘droevig op een minder plezierige manier’, zoals Camus). Over het algemeen werden vooral boeken genoemd waarbij men hevig meeleefde, soms zelfs moest huilen. ‘Droevige boeken’ worden niet zelden als schokkend ervaren, maar dat wordt niet door iedereen gewaardeerd. Zo zegt iemand over Alleen op de wereld:
Ik haatte dat boek en doe het nog steeds. Vanwege de onrechtvaardigheid, denk ik. Alle lieve dieren en mensen dood. Het heeft mijn jeugdig leesplezier een tijdlang totaal verpest. Anderen gaven aan dat identificatie en meeleven geen voorwaarden zijn om een droevig boek te waarderen, maar dat het belangrijker is wat ze ervan kunnen leren of hoe het geschreven is:
Anna Karenina heb ik onlangs voor de tweede keer gelezen. Loopt tragisch af voor de hoofdpersoon, maar dit verhaal heeft op geen enkele manier een verband met mijn eigen leven. Ik lees graag, maar identificeer me zelden met de hoofdpersonen. Wanneer in een goed geschreven roman tragische gebeurtenissen staan sla ik deze boeken niet over.
5
4. Wie leest graag droevige boeken en waarom? In deze steekproef verschilden mannen en vrouwen niet op hun voorkeur voor ‘droevige boeken’. Ook opleiding maakte niet uit en het effect van leeftijd was verwaarloosbaar. Wat bepaalt dan waarom mensen dit soort boeken lezen? In een analyse met de twee persoonlijkheidskenmerken (empathie en angst/bezorgdheid) en alle redenen om te lezen, kwamen vier aspecten naar voren die mensen met een voorkeur voor ‘droevige boeken’ konden onderscheiden van mensen die hier niet bijzonder in geïnteresseerd zijn5: 1. Meta-emoties (graag geëmotioneerd raken door het lezen) 2. Persoonlijke groei (het kunnen inzetten van boeken voor het veranderen of beter waarderen van het eigen leven) 3. Angst/bezorgdheid (een algemene neiging tot angstigheid en piekeren) 4. Inzicht (tot nadenken aangezet willen worden) Van deze zogenaamde ‘voorspellers’ van de voorkeur voor ‘droevige boeken’, hebben meta-emoties en persoonlijke groei het sterkste effect (zie figuur 6).
Figuur 6) Voorspellers van een voorkeur voor droevige boeken
Conclusie Willen voelen en willen leren lijken bepalend voor leesvoorkeuren. Sommige genres passen beter bij de behoefte emoties te ervaren, andere beter bij de behoefte inzichten op te doen. Bij ‘droevige boeken’ lijken beide behoeftes samen te komen. ‘Droevige boeken’ worden zowel gelezen om inzichten op te doen (die eventueel ingezet kunnen worden voor het eigen leven), als om emoties te kunnen ervaren. Dat de neiging bezorgd te zijn een (kleine) rol speelt, heeft er wellicht mee te maken dat lezen een ‘veilige’ manier is om met zorgwekkende situaties kennis te maken. De ellendige gebeurtenissen uit een boek kunnen hard aankomen, maar je hebt altijd nog zelf de macht om het boek dicht te slaan of een alternatief einde te verzinnen.
5
Deze uitkomst is gebaseerd op meerdere regressie-analyses. In de eerste regressie-analyse werden alle redenen om te lezen, de demografische kenmerken (sekse, leeftijd, opleiding) en de persoonlijkheidskenmerken (TCI en IRI) meegenomen. Vervolgens werden alleen de variabelen die significant waren meegenomen. Dit leidde tot een model met TCI, inzicht, persoonlijke groei en meta-emoties, dat 23,5% van de variantie in de voorkeur voor droevige boeken verklaart (R2), F(4,323)= 26.13, p <.001.
6
Referenties Cloïn, M., Kamphuis, C., Schols, M., Tiessen-Raaphorst, A., & Verbeek, D. (2011). Nederland in een dag. Tijdbesteding in Nederland vergeleken met die in 15 andere Europese landen. Zie: http://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2011/ Nederland_in_een_dag Cloninger, C. R., Svrakic, D. M., & Przybeck, T. R. (1993). A psychobiological model of temperament and character. Archives of General Psychiatry, 50(12), 975-990. doi:10.1001/archpsyc.1993.01820240059008 Davis, M. H. (1980). A multidimensional approach to individual differences in empathy. JSAS Catalogue of Selected Documents in Psychology, 10, 85. Davis, M. H. (1983). Measuring individual differences in empathy: Evidence for a multidimensional approach. Journal of Personality and Social Psychology, 44, 113-126. doi:10.1037/00223514.44.1.113 Oliver, M. B. (1993). Exploring the paradox of the enjoyment of sad films. Human Communication Research, 19(3), 315-342. doi:10.1111/j.1468-2958.1993.tb00304.x Oliver, M. B. & Raney, A. A. (2011). Entertainment as pleasurable and meaningful: Identifying hedonic and eudaimonic motivations for entertainment consumption. Journal of Communication, 61, 984-1004. doi:10.1111/j.1460-2466.2011.01585.x
7