Gedrags – en persoonlijksheidsstoornissen. Psychose Wat moet je weten over psychose?
• • • • • • • • •
Iemand die een psychose heeft, ziet zichzelf en anderen niet zoals ze echt zijn. Soms ziet hij ook dingen die er niet zijn. Iemand met een psychose kan denken dat hij iemand anders is. Dat heet depersonalisatie. Iemand met een psychose kan zichzelf pijn doen. Of zelfmoord plegen. Sommige jongeren hebben aanleg om een psychose te krijgen. Soms krijgt iemand een psychose door erge dingen die in zijn leven gebeuren. Als iemand veel drank en drugs gebruikt, kan hij een psychose krijgen. Een psychose is een erge psychische stoornis. Iemand met een psychose moet altijd medicijnen krijgen.
Schizofrenie Schizofrenie is een psychiatrische stoornis. Iemand die schizofreen is:
• • •
kan niet meer gewoon denken en voelen. Hij raakt in de war. Meestal gebeurt dat langzaam. denkt soms dat iemand hem bedreigt. Terwijl dat niet zo is. hoort soms ook stemmen. Terwijl die er niet zijn.
Omdat het langzaam gebeurt, merken anderen soms niet dat iemand schizofreen is.
Borderline Borderline is een persoonlijkheidsstoornis. Het komt voor bij volwassenen. Waarom iemand borderline heeft, is niet helemaal duidelijk. Iemand kan borderline krijgen als hij: als kind is misbruikt. als kind is verwaarloosd. veel agressie heeft meegemaakt.
• • •
Iemand met borderline: heeft het moeilijk. Hij is vaak bang of eenzaam. Hij voelt zich leeg. kan moeilijk contact leggen. heeft vaak stemmingswisselingen. Het ene moment is hij heel blij. Het andere moment heel verdrietig. weet soms niet goed wat echt gebeurt en wat niet. raakt gemakkelijk verslaafd.
• • • • •
Psychische problemen.
Depressie Je kind kan het moeilijk hebben. Er gebeurt veel in zijn leven. En weinig is zeker. Soms lijkt het of niets goed gaat. Daar kan je kind depressief van worden.
•
Misschien weet je kind nog niet welke studie hij moet kiezen. Of welk beroep.
• • •
Je kind wil graag zelfstandig zijn. Maar misschien lijkt het hem ook moeilijk om zijn leven alleen te leiden. Veel jongeren zijn alleen. Ze willen best graag een relatie. Maar weten niet altijd hoe ze daar mee om moeten gaan. Relaties zijn spannend en nieuw. En ze gaan nog vaak uit. Je kind kan gekwetst worden.
Goed om te weten:
• •
Veel jongeren tussen de 18 en 25 zijn depressief. 80.000 jongeren hebben depressieve klachten. Sommige jongeren weten nog niet zeker of ze homoseksueel of heteroseksueel zijn. Zij zijn vaker depressief dan jongeren die al zeker zijn van hun seksualiteit.
Manisch depressief Je kind kan ook heel wisselende stemmingen hebben. Soms is hij een tijd erg blij. En daarna een tijd depressief. Heeft je kind dit? Dan is hij misschien manisch depressief.
• • • • • • •
De klachten beginnen als je kind tussen de 15 en 25 jaar is. Er zijn 3 verschillende perioden. Eerst is er een periode dat je kind heel blij is. Dat heet manisch. Daarna komt een neutrale periode. Je merkt niets bijzonders. Daarna is je kind langere tijd depressief. Deze 3 perioden samen heet een episode. Een episode duurt 3 tot 6 maanden. Als de klachten erg zijn, dan kan je kind medicijnen krijgen. Gebruikt je kind alcohol of drugs? Dan kunnen de klachten erger worden. Ook stress kan de klachten erger maken.
Het niet meer zien zitten Sommige jongeren zien het leven soms niet meer zitten. Ze denken dat hun leven uitzichtloos is. Soms denken ze erover om een eind aan hun leven te maken. Dat kan door verschillende dingen komen:
• • • • • • •
Voor sommige jongeren is het lastig om zelfstandig te worden. Dat kan zorgen voor spanning. Soms kan een jongere daar niet mee omgaan. Zelfmoord lijkt dan een oplossing. Sommige jongeren kunnen niet makkelijk over problemen praten. Deze jongeren plegen vaker zelfmoord dan anderen. Ze hebben problemen met hun ouders. Ze hebben liefdesverdriet. Sommige jongeren hebben weinig eigenwaarde. Ze vinden zichzelf niet de moeite waard. Of ze haten zichzelf. Deze jongeren doen vaker een poging tot zelfdoding dan jongeren met veel eigenwaarde. Jongeren reageren vaak impulsief. Dat betekent dat ze niet lang nadenken voordat ze iets doen. Jongeren doen soms anderen na. Bijvoorbeeld een familielid of hun favoriete popster die zelfmoord heeft gepleegd.
Een scheiding Het is voor een kind heel erg als zijn ouders gaan scheiden. Zeker als er toch al zoveel verandert in zijn leven. Je kind kan zich dan onveilig voelen. Of depressief worden. Is je kind al het huis uit als jullie gaan scheiden? Dan kan het nog steeds heel moeilijk zijn voor je kind. Goed om te weten:
• •
Je kind houdt van allebei zijn ouders. Wat jullie ook zeggen of doen. Je kind kan het gevoel hebben dat hij moet kiezen. En daarvan kan hij in de war zijn. Probeer daarom geen nare dingen over je ex-partner te zeggen. Houd het zo neutraal mogelijk. Ook al ben je zelf boos of verdrietig
Rouw Je kind is heel gevoelig. Ook als hij niet meer thuis woont. Hij kan het heel moeilijk hebben als er iemand
doodgaat waar hij veel van houdt. Soms kan hij er zelfs depressief van worden. Is er iemand doodgegaan? Dan heeft hij veel verschillende gevoelens:
• • • •
De persoon die overleden is, komt nooit meer terug. Dat is voor je kind heel moeilijk te begrijpen. Het verdriet is in het begin heel groot. Dat doet echt pijn in het lichaam van je kind. Je kind kan boos worden. Omdat hij het gevoel heeft dat hij in de steek is gelaten. Of omdat hij zich afvraagt waarom juist die persoon dood is. Je kind kan zich schuldig voelen. Hij vraagt zich af of hij wel genoeg heeft gedaan.
Deze gevoelens wisselen elkaar af. Het eerste jaar is het moeilijkst. De eerste verjaardag zonder degene die dood is. De eerste kerst alleen. Na een jaar worden de gevoelens minder heftig. Je kind kan dan beter met het verdriet omgaan. Meer informatie Wil je meer weten over het omgaan met verlies? Kijk dan op de website van Verwerk of de Stichting Achter de Regenboog.
Eetstoornis De meeste mensen vinden eten gezellig. Sommige mensen niet. Voor sommige jongeren is eten een obsessie. Ze denken de hele dag aan eten. Sommigen eten te veel om zichzelf te troosten. Anderen eten juist bijna niets. Eten is voor deze jongeren niet gezellig. Het zorgt voor angst en spanning. Deze jongeren hebben een eetstoornis. Meisjes hebben vaker een eetstoornis dan jongens. Maar jongens kunnen ook een eetstoornis hebben. Ze willen meestal graag gespierd worden. En sporten daarom veel. Maar ze kunnen dezelfde eetstoornis hebben als meisjes. Alleen kunnen jongens het beter verbergen. Een eetstoornis is een ziekte. Een kind met een eetstoornis kan beter worden. Soms helemaal, soms voor een deel. Sommige jongeren genezen niet. Of sterven zelfs aan de eetstoornis. Meer informatie Wil je meer informatie over eetstoornissen? Kijk dan op de website van SABN (Stichting Anorexia en Boulimia Nervosa).
Zelfbeschadiging Zelfbeschadiging heet met een moeilijk woord ‘automutilatie’. Het betekent dat iemand zichzelf verwondt. Niet per ongeluk. Maar met opzet. Het komt meestal voor bij jongeren tussen de 17 en 25 jaar. Soms ook bij jongere kinderen. Als jongeren zichzelf verwonden, dan doen ze dat niet omdat ze zelfmoord willen plegen. Ze verwonden zichzelf met een scheermesje of een mes. Of ze maken brandwonden op zichzelf. Bijvoorbeeld met een sigaret. Of ze bonken met hun hoofd tegen een muur. Jongeren beschadigen zichzelf als ze pijnlijke gevoelens hebben. Maar deze gevoelens willen ze niet voelen. Daarom verwonden ze zichzelf. Dan voelen ze pijn op de plek waar ze zichzelf verwonden. En voelen ze even de spanning niet van de echte gevoelens.
Stress Stress is een ander woord voor spanning. Iedereen heeft wel eens stress. Jongeren ook. Wat moet je weten
over stress?
• • • • • •
Stress is eigenlijk heel gezond. Door stress blijf je scherp. Je blijft alert. Want je wilt een opdracht bijvoorbeeld zo goed mogelijk doen. Als je opdracht af is, gaat de stress weg. Soms is stress ongezond. Bijvoorbeeld als het te lang duurt. Of als je er niets voor terugkrijgt. Je kind kan stress voelen als het niet goed gaat op zijn werk. Of met zijn studie. Bijvoorbeeld als hij het niet leuk vindt. Van dit soort stress kan je kind heel moe worden. Er zijn vaak meerdere dingen tegelijk die zorgen voor stress. Sommige mensen hebben sneller last van stress dan anderen. Heeft je kind invloed op de situatie? Dan zal hij minder stress voelen. Bijvoorbeeld: als hij zelf zijn tijd kan indelen, dan heeft hij minder stress.
Burn-out Niet alleen een situatie zorgt soms voor stress. Het maakt ook uit hoe je bent. Sommige jongeren ervaren eerder stress dan anderen. Dat komt omdat ze anders met een situatie omgaan. Een tentamen maken of een feest organiseren? Voor sommigen is dit een uitdaging. Voor anderen is dit vooral stress. Hoe je kind met stress omgaat, hangt af van zijn persoonlijkheid. Soms duurt ongezonde stress te lang. Dat kost energie. Kost het meer energie dan je hebt? Dan kun je uitgeput raken. Dat heet burn-out. Ook jongeren kunnen een burn-out krijgen. Heeft je kind eigenschappen waardoor hij meer kans heeft op een burn-out? Je kind:
• • • • • •
kan zijn grenzen moeilijk in de gaten houden. is heel betrokken. Bij een onderwerp. Of een persoon. Hij is erg onder de indruk van wat er gebeurt. Dat kost hem veel energie. praat niet gemakkelijk over zijn gevoelens. vraagt niet snel om hulp. Hij doet alles het liefst zelf. kan moeilijk "nee" zeggen. vindt het niet bijzonder wat hij kan of doet.
Dwang en angsten en fobieën Bijna iedereen is wel ergens bang voor. Dat is heel normaal. Maar sommige jongeren zijn heel bang. Voor heel gewone dingen. Zij hebben een angststoornis. Ze hebben ook last van hun angst. Bijvoorbeeld omdat ze er de hele dag aan denken. Voorbeelden van angststoornissen:
• •
Sommige jongeren zijn bang om iemand op te bellen. Anderen zijn ontzettend bang voor spinnen. Zo bang dat ze er niet eens naar durven te kijken op tv.
Hoe krijg je een angststoornis?
• • •
Het kan erfelijk zijn. Het kan komen door een ingrijpende gebeurtenis. Bijvoorbeeld als er iemand doodgaat van wie je veel houdt. Of als je op jezelf gaat wonen. Sommigen kunnen niet goed over hun gevoelens praten. Of ze kunnen niet goed tegen spanning. Ze krijgen daarom ook eerder een angststoornis. Of een dwangstoornis.
Verslaving Verslaafd raken gaat ongemerkt. Het begint onschuldig. Maar langzaam wordt je kind steeds afhankelijker van de drugs. En ineens kan hij niet meer zonder.
Zo raakt je kind verslaafd:
• •
• •
Je kind wil wat proberen. Hij doet dat 1 of 2 keer. Daarna stopt hij. Dit heet ‘sociaal gebruik’. Je kind is even ‘van de wereld’ als hij drugs gebruikt. Dat vindt hij een lekker gevoel. Dus gebruikt hij nog een keer. En daarna nog eens. Drugs gebruiken wordt een gewoonte en dan heet het ‘excessief gebruik’. Je kind is afhankelijk van een middel (alcohol of drugs). Hij heeft de drugs nodig om zich goed te voelen. Je kind denkt dat hij het middel nodig heeft. Hij is geestelijk verslaafd. Als hij geen drugs meer gebruikt, dan krijgt hij lichamelijke klachten. Hij is ook lichamelijk verslaafd.
Jongeren die veel alcohol of drugs gebruiken:
• • • • •
hebben vaak geldproblemen. Ze proberen op allerlei manieren aan geld te komen. Ze stelen uit je portemonnee. Of uit winkels. zijn vaak prikkelbaar. Ze zijn snel boos. Of ze reageren niet als je ze aanspreekt. zijn depressief en hebben nergens zin in. zweten, gapen of rillen veel. veranderen erg. Het kan gebeuren dat je kind ineens agressief wordt.
Alcohol Jongeren beginnen op steeds jongere leeftijd te drinken. Ze weten niet hoe gevaarlijk alcohol kan zijn. In sommige groepen is het stoer om veel alcohol te drinken. Daarom drinken ze soms te veel. Of te snel. Alcohol is voor jongeren nog veel schadelijker dan voor volwassenen. Drank kopen in een kroeg is duur. Om minder uit te geven, wordt thuis begonnen met drinken. Dit heet 'indrinken'. Als je kind daarna nog uitgaat, drinkt hij gemakkelijk te veel. Soms drinkt iemand zo veel alcohol dat hij in coma raakt. Dit noemen we ‘comazuipen’. Dit is een probleem. En gebeurt ook al op jonge leeftijd! Daarom opent de overheid vier nieuwe klinieken voor kinderen met alcoholproblemen. Tips • Vertel dat af en toe een glas alcohol drinken niet verkeerd is voor volwassenen. Maar geen alcohol onder de 16! En vertel ook dat te veel alcohol zeker niet goed is. • Alcohol kan de hersenen van je kind aantasten. Ook kan het de lever, maag en darmen beschadigen. En het heeft invloed op de botontwikkeling en hormoonhuishouding. Te veel alcohol kan ook hartinfarcten en kanker veroorzaken • Leg uit dat veel alcohol drinken niet stoer is. Het is juist een teken van zwakte als je dronken bent. • Vertel ook dat je erg ziek kunt worden van te veel drinken. • Laat je kind liever niet thuis indrinken. • Jongeren doen wat anderen doen. Als ouders veel drinken, dan denken hun kinderen dat dit normaal is. Ook medestudenten, collega’s of vrienden die veel drinken, kunnen voor jongeren een slecht voorbeeld zijn. Geef dus zelf het goede voorbeeld aan je kind. En leg hem uit dat hij zijn vrienden of collega’s niet na hoeft te doen. Meer informatie Wil je meer informatie over alcoholproblemen bij jongeren? Kijk dan op de website van de Jellinek.
Roken Roken is ongezond Sigaretten, shag, sigaren of pijp roken verschillen in de kwalijke gevolgen. Maar tabak roken is voor iedereen ongezond. Kinderen en jongeren zijn gevoeliger voor de slechte gevolgen. De meeste jongeren beginnen met
sigaretten en shag roken omdat vrienden ook roken. Roken is verslavend In tabak zit een verslavende stof: nicotine. Jongeren raken gemakkelijker verslaafd aan nicotine dan volwassenen. Roken is verslavend. Daarom is het lastig om te stoppen. Rook is giftig Bij het roken adem je rook en koolmonoxide in. In de rook zitten gifstoffen die slecht zijn voor de longen en uiteindelijk longkanker kunnen veroorzaken. Ook worden er gifstoffen opgenomen in het bloed. Die zorgen voor schade aan de bloedvaten. Koolmonoxide zorgt voor hersenschade. Daardoor kan je kind zich bijvoorbeeld minder goed concentreren. Niet roken Uiteindelijk is er niemand die niet wil stoppen met roken! Daarom kun je er beter niet aan beginnen. Zo begin je een gesprek over roken:
• • • • •
Kies het juiste moment om erover te praten. Begin er niet over als jij moe bent. Of als je kind moe of chagrijnig is. Dan krijg je snel ruzie. Leg uit waarom je niet wilt dat je kind gaat roken. Zeg dat je het belangrijk vindt dat je kind gezond is en blijft. Probeer erachter te komen waarom hij wil roken. Leg uit dat roken verslavend is. En dat het heel moeilijk is om te stoppen. Reken eens uit hoeveel roken kost. Bedenk samen redenen om niet te gaan roken. En redenen om wel te gaan roken. Zijn er meer redenen om wel te gaan roken? Of om niet te gaan roken?
Kijk voor meer informatie over roken op de website van Stivoro. Waterpijp De waterpijp komt oorspronkelijk uit India en is erg populair in het Midden-Oosten. Maar ook in Nederland wordt de waterpijp steeds vaker gebruikt. Ook door jongeren. Voor de waterpijp wordt meestal speciale pijptabak met fruitsmaak gebruikt, bijvoorbeeld appeltjestabak. Maar sommige mensen roken ook wiet of hasj met de waterpijp. De tabak wordt verbrand door een gloeiend stukje houtskool. De rook wordt vervolgens geïnhaleerd via een slang, via een waterreservoir. Onschuldig? Veel jongeren denken dat het roken van een waterpijp onschuldig is. Het smaakt zoetig en de rook prikkelt niet zo erg in je keel en longen. Dat is omdat het vermengd is met waterdamp. Maar dat betekent niet dat het water ook de rook filtert of schoonmaakt. Ongezond dus! Bij het roken van een waterpijp blijven de meeste schadelijke stoffen in de rook aanwezig. Het is daarom net zo schadelijk als gewone sigaretten. Sterker nog, als je kind een waterpijp gebruikt, doet hij er gemiddeld veertig minuten over voordat de tabak op is. Zo lang doe je niet over een sigaret. Je kind ademt dus uiteindelijk ook veel meer rook in en krijgt daardoor zeventig keer de hoeveelheid nicotine binnen. Ook krijgt hij meer koolmonoxide binnen. Risico's voor de gezondheid Voor het roken van een waterpijp gelden vrijwel dezelfde risico's als voor het roken van sigaretten of shag. Nicotine heeft een verslavende werking. Koolmonoxide kan leiden tot hersenschade en bewusteloosheid. Bovendien, als je kind een waterpijp rookt samen met anderen, loopt hij een verhoogd risico op infectieziekten zoals herpes (koortslip), hepatitis en tuberculose. Beter niet aan beginnen dus. Verslaafd? Je kind kan verslaafd raken aan het roken met een waterpijp. Het is dus beter dat hij stopt. Dat kan moeilijk zijn. Maar misschien helpen de volgende tips.
• • •
Je kind kan het beste een dag uitkiezen waarop hij gaat stoppen. In 1 keer stoppen werkt vaak beter dan alleen 'minderen'. Samen stoppen met een vriend of vriendin motiveert om vol te houden.
• • • • • •
Het beste is ook om alles weg te gooien. De waterpijp, de kooltjes, de tabak. Laat je kind iedereen vertellen dat hij gestopt is. Een verleiding weerstaan is moeilijk. Leg je kind uit dat hij bijvoorbeeld beter niet naar een feestje kan gaan, als hij van te voren weet dat ze daar waterpijp gaan roken. Blijf positief en geloof dat je kind het kan. Afleiding kan goed werken. Laat je kind dus veel andere leuke dingen doen. Beloon je kind. Bijvoorbeeld om de maand dat hij gestopt is.
Gokken Veel jongeren vinden gokspelen interessant. Is je kind gevoelig voor gokken? Dan kan hij gemakkelijk verslaafd raken. Hij kan dan niet meer zonder. De volgende gokspellen vinden jongeren vaak interessant. Maar ze hebben veel risico’s:
• • • • •
snelle spellen, bijvoorbeeld een fruitautomaat of krasloten; spellen waar je veel geld mee kunt winnen, maar dus ook veel geld mee kunt verliezen; spellen die je anoniem en alleen kunt spelen, bijvoorbeeld pokeren op internet; spellen die stoer zijn of die ‘in’ zijn, bijvoorbeeld pokeren of het casino; spellen waarbij het lijkt of je de uitkomst zelf kan beïnvloeden.
Jongeren die gokverslaafd zijn, zijn ook vaak verslaafd aan alcohol of drugs, maar niet altijd. Het is niet gemakkelijk om van een gokverslaving af te komen. Daar heeft je kind altijd hulp bij nodig. Tips Denk je dat je kind verslaafd is aan gokken? Praat dan met hem. En probeer samen afspraken te maken. Dit kun je afspreken met je kind:
• • • • • • •
Bepaal met hoeveel geld je speelt, en neem alleen dat mee. Niet meer. Neem ook geen pinpas mee. Spreek met jezelf af hoeveel tijd je eraan besteedt, en houd je daar ook aan. Houd je aan je afspraken met anderen. Zeg geen afspraken af omdat je verder wilt spelen. Onthoud goed: je verliest altijd meer dan je wint. Heb je winst? Stop dan! De kans is groot dat je het weer verliest als je doorspeelt. Ga niet proberen om je verlies terug te winnen. Blijft het gokken een probleem? Schakel dan hulp in!
Meer informatie Op de website van de Jellinek staat een test. Met deze test kun je kijken of je kind gokverslaafd is.
Drugs Er zijn jongeren die drugs gebruiken als ze uitgaan. Misschien gebruikt jouw kind ook drugs. Het is belangrijk dat je weet of je kind drugs gebruikt. Praat erover met je kind. Probeer erachter te komen welke drugs je kind gebruikt. En hoeveel en waarom hij gebruikt. Je kind kan verschillende redenen hebben om drugs te gebruiken. Hij:
• • • •
wil stoer doen; wil erbij horen; is nieuwsgierig naar drugs; wil nare gevoelens of problemen vergeten.
Harddrugs In de Opiumwet staat dat harddrugs een heel groot risico voor de gezondheid zijn. Voorbeelden van harddrugs zijn:
• • • •
heroïne; cocaïne; LSD; XTC.
Lees hier meer over harddrugs. Softdrugs Softdrugs zijn drugs gemaakt van hennep. Slaapmiddelen en kalmeringsmiddelen noemen we softdrugs als ze niet als medicijn gebruikt worden. Voorbeelden van softdrugs zijn:
• • • •
weed; hasj; slaapmiddelen; kalmeringsmiddelen.
Het verschil tussen harddrugs en softdrugs is niet heel duidelijk. Volgens de wet zijn harddrugs gevaarlijker. Daarom krijg je een hoge straf als je harddrugs koopt of verkoopt. Softdrugs zijn toegestaan. Maar alleen onder bepaalde voorwaarden. Officieel zijn ze minder schadelijk dan harddrugs. Maar als je veel softdrugs gebruikt, kan dat net zo schadelijk zijn als het gebruik van harddrugs. Meer informatie Wil je meer informatie over drugs? Kijk dan eens op de websites van Tactus verslavingszorg, het Trimbos Instituut of Brijder.
Kijk ook bij: Effecten van drugs Blowen Harddrugs
Tips Een alcohol-, gok- of drugsverslaving is niet gemakkelijk. Je kind is er niet zomaar vanaf. Het is belangrijk dat jij er voor je kind bent. Samen kunnen jullie hulp zoeken. Een verslaving is zwaar. Je kind is afhankelijk van alcohol en/of drugs. Daar verandert hij door. En dat kan voor jou heel moeilijk zijn. Misschien ben je hier wel erg boos of verdrietig over. Je mag je kind best laten weten dat je boos of verdrietig bent. Maar probeer toch je kind te helpen. Want als je ruzie krijgt, dan kan je kind ook juist meer drugs gaan gebruiken. Zorg niet alleen voor je kind. Maar ook voor jezelf. Want je kunt je kind alleen helpen, als het met jezelf goed gaat.
Bron: Website oképunt.nl