2013
WAARDEOVERDRACHT VAN PENSIOEN
BIJ VERANDERINGEN VAN WERKGEVER ÉN PENSIOENUITVOERDER
WAARDEOVERDRACHT VAN PENSIOEN BIJ VERANDERING VAN WERKGEVER ÉN PENSIOENUITVEORDER
In de brochure wordt een aantal regels van het pensioenreglement van het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven samengevat. Aan de brochure zelf kunnen geen rechten worden ontleend. Voor de regeling gelden dan de statuten en reglementen van het pensioenfonds. Deze vindt u op de website www.pensioenfondspgb.nl onder de Infobalie. 20099w13
WAT IS WAARDEOVERDRACHT?
Iedere werknemer die van baan verandert en daardoor deelnemer wordt in een andere pensioenregeling, kan het pensioen meenemen. De waarde van de tijdens het vorige dienstverband opgebouwde pensioenaanspraken wordt dan overgedragen van de oude uitvoerder naar de nieuwe. Pensioenuitvoerders noemen dit waardeoverdracht. In deze brochure wordt ingegaan op die waardeoverdracht. Aangegeven wordt waarom het belangrijk is om daar nu over na te denken en een keuze te maken. We geven antwoord op vragen als: ● ● ● ●
wat is waardeoverdracht? wat is pensioenbreuk? welke overwegingen spelen bij waardeoverdracht een rol? wat wordt van u verwacht?
De informatie is bestemd voor (nieuwe) deelnemers aan het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) die overwegen om elders opgebouwd pensioen mee te nemen.
Wat is waardeoverdracht? Als u bij een pensioenuitvoerder (pensioenfonds of verzekeraar) al pensioen heeft opgebouwd, vertegenwoordigen die aanspraken een bepaalde hoeveelheid kapitaal. Van dit kapitaal wordt later uw pensioenuitkering betaald. Het meenemen van dit kapitaal of deze pensioenwaarde van uw oude uitvoerder naar uw nieuwe pensioenuitvoerder wordt waardeoverdracht genoemd. Waarde blijft gelijk Bij die overdracht blijft de waarde van uw pensioen gelijk. Doordat er in Nederland verschillende pensioenregelingen met onderling verschillende pensioenpakketten zijn, wordt de opgebouwde waarde bij de overdracht omgerekend om de waarde in te passen in de regeling van de nieuwe pensioenuitvoerder.
Bezoek voor meer informatie ook de internetsite van PGB (www.pensioenfondspgb.nl). Via mijnpgbpensioen.nl heeft u digitaal toegang tot uw persoonlijke pensioengegevens.
33
OVERWEGINGEN BIJ WAARDEOVERDRACHT
Moet ik nu mijn pensioen meenemen of niet? Een eenduidig antwoord op deze vraag is moeilijk te geven. In het algemeen doet men er goed aan om het pensioen mee te nemen. Men houdt daardoor beter zicht op de totale pensioensituatie. Er zijn echter verschillende overwegingen mogelijk. Daarbij spelen financiële overwegingen een rol, de toeslagregeling maar ook de pensioenregeling zelf en vooral de keuzemogelijkheden. Wij zetten een aantal overwegingen voor u op een rij.
Bij waardeoverdracht vergelijkt u de toeslagregeling, de dekkingsgraad en de pensioenregeling
Pensioenbreuk klinkt de meesten van ons slecht in de oren. En terecht, want een breuk in de pensioenopbouw betekent later in veel gevallen minder pensioen. Pensioenbreuk kan zich voordoen als u van baan verandert waarbij u tegelijkertijd overstapt naar een andere pensioenuitvoerder. De opbouw van het pensioen stopt bij de ene uitvoerder en begint opnieuw bij de andere uitvoerder. Deze versnippering van pensioenaanspraken bij verschillende uitvoerders kan gevolgen hebben voor uw pensioen. Tegen een lager pensioen loopt u in ieder geval op als de vorige pensioenuitvoerder uw opgebouwde aanspraken niet aanpast aan de jaarlijkse stijging van prijzen en/of lonen in Nederland terwijl de nieuwe uitvoerder dat wel doet. Ook een minder gunstige toeslagregeling (vroeger aangeduid met indexatieregeling) levert pensioenverlies op. Toeslagregeling PGB PGB probeert ieder jaar uw pensioen of pensioenaanspraak/opgebouwd pensioen te verhogen met de prijsontwikkeling. Dit wordt toeslagverlening genoemd. Toeslagen worden voorwaardelijk gegeven. Er is dus geen recht op toeslagverlening en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslagen kunnen worden gegeven. Er is geen geld voor gereserveerd of extra premie voor gevraagd. De toekomstige verhogingen van uw pensioen/ opgebouwd pensioen worden betaald uit het beleggingsrendement. Dat brengt met zich mee dat de pensioenen alleen dan kunnen worden aangepast als het bestuur vindt dat de financiële middelen van het fonds daarvoor toereikend zijn. Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioen Voor het antwoord op de vraag of er voldoende geld is voor toeslagen toetst
4
het bestuur jaarlijks de dekkingsgraad van het fonds aan een afgesproken richtlijn. Met deze ‘Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioen’ krijgt u inzicht in de mogelijke ontwikkeling van uw pensioen. Het bestuur kan afwijken van de richtlijn als de omstandigheden daar aanleiding toe geven. Bovendien is de richtlijn niet in beton gegoten. Onder invloed van financiële ontwikkelingen kan bijstelling nodig zijn. Hoe ziet die richtlijn er nu uit? PGB heeft de ambitie om een pensioenregeling te verzorgen waarbij de pensioenrechten van deelnemers en pensioenontvangers, nu en in de toekomst, kunnen worden uitbetaald en waarbij de koopkracht zoveel mogelijk door middel van toeslagen op peil wordt gehouden. Bij de besluitvorming over de ontwikkeling van uw pensioen is de dekkingsgraad van het pensioenfonds belangrijk. De dekkingsgraad zegt iets over de financiële gezondheid van uw pensioenfonds. Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioen Bij een dekkingsgraad:
kan uw pensioen zich als volgt ontwikkelen:
onder 105%
in het uiterste geval korting van pensioen
van 105% tot 115%
compensatie van eventuele korting + geen toeslag
van 115% tot 130%
gedeeltelijke toeslag over prijsinflatie van maximaal 4%
van 130% tot 140%
100% toeslag over prijsinflatie met maximum van 4%
van 140% tot 150%
100% toeslag over prijsinflatie zonder maximum
van 150%
100% toeslag over prijsinflatie zonder maximum + inhaaltoeslag + loonindex
Toelichting: Blijft het fonds in gebreke bij de realisering van een kortetermijnherstelplan of ligt de dekkingsgraad gedurende drie jaar onder de 105% dan kan het bestuur besluiten om de pensioenen te korten. De korting zal zodanig zijn dat het fonds weer voldoet aan de wettelijk vereiste dekkingsgraad van 105%. Bij een dekkingsgraad tussen de 105 en 115% wordt een eventuele korting ongedaan gemaakt voor zover het herstelplan dat toestaat. Tussen het moment van korten en het ongedaan maken ervan zit minimaal een jaar. Wanneer de pensioenen vaker zijn gekort, zal de korting die als eerste is doorgevoerd, als eerste weer worden gecompenseerd. Om voor compensatie van de korting in aanmerking te komen moet de (gewezen) deelnemer of de pensioengerechtigde zowel op het moment dat de korting werd doorgevoerd als op het moment van het ongedaan maken ervan bij het fonds ingeschreven zijn. Zolang de dekkingsgraad onder de 115% ligt, adviseert de richtlijn om de pensioenen niet te verhogen. Vanaf 115% tot 130% zou gedeeltelijke verhoging van de pensioenen mogelijk zijn en vanaf 130% volledige aanpassing met een maximum van 4,00%. Als de prijzen in een jaar met 2,00% stijgen, geeft de richtlijn bij een dekkingsgraad van 125% aan dat de pensioenen met 10/15 van 2,00% = 1,33% zouden kunnen stijgen. Wanneer de dekkingsgraad het niveau van 140% heeft bereikt, kan het bestuur besluiten tot volledige toeslagverlening waarbij het maximum wordt losgelaten. Indien de dekkingsgraad minimaal 12 maanden achtereen boven de 150% uitkomt, adviseert de richtlijn tot het inhalen van in het verleden gemiste verhogingen en/of tot aanpassing van het pensioen op basis van de CAO-loonstijging. Om voor inhaaltoeslag in aanmerking te komen moet de deelnemer of de pensioengerechtigde zowel op het moment dat de toeslag niet werd verleend als op het moment van inhalen bij het fonds ingeschreven zijn. De achterstand die als eerste is ontstaan, wordt ook als eerste weer ingehaald. Het recht op inhaaltoeslag vervalt 20 jaar na het ontstaan van de achterstand. Het gaat om achterstanden die zijn ontstaan na 2003. Door de inhaaltoeslag en de compensatie van een eventuele korting te geven over de waarde van de actuele aanspraken worden de aanspraken die ná het in te halen jaar zijn opgebouwd eveneens verhoogd.
5
Wanneer het bestuur oordeelt dat er ruimte is om de opgebouwde aanspraken en pensioenuitkeringen geheel of gedeeltelijk aan te passen, wordt het consumentenprijsindexcijfer (cpi augustus alle huishoudens) van het Centraal Bureau voor de Statistiek gevolgd. Dat geeft de prijsontwikkeling weer over een jaar van een pakket goederen en diensten die huishoudens aanschaffen voor consumptie. De gemiddeld gewogen dekkingsgraad over de maanden juli, augustus en september wordt daarbij als referentie genomen om het advies voor toeslagverlening op te stellen. De dekkingsgraad van eind juli telt daarbij één keer mee, die van augustus twee keer en die van september drie keer. Vergelijk de toeslagen De pensioenen van deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden hebben zich vanaf 2004 als volgt ontwikkeld: Ontwikkeling verstrekte toeslagen vanaf 2004
PGB heeft in de periode 1970 - 2012 een gemiddeld rendement behaald van 6,7%. Het fonds heeft over die jaren ongeveer 84,6% van de prijsinflatie kunnen geven. Toelichting: De laatste jaren kunnen de pensioenen bij PGB de prijsontwikkeling niet volgen. Het totaal van de niet verstrekte toeslagen (=indexatie) bedraagt momenteel 10,52%. De gemiste toeslag op 1 januari 2005 (1,09%) is ingehaald op 1 januari 2008. Wanneer de financiële situatie van het fonds het toelaat, kan het bestuur in de toekomst besluiten om gemiste toeslagen, alsnog, al dan niet volledig, toe te kennen. Het bestuur heeft de bevoegdheid om op grond van de financiële situatie van het fonds in het uiterste geval de pensioenen van deelnemers en pensioengerechtigden te korten. Tot nu toe heeft het fonds deze maatregel niet behoeven te nemen.
Vergelijk het toeslagenlabel Of en in welke mate uw pensioen de komende jaren zal meegroeien met de stijging van de prijzen kan niemand met zekerheid zeggen. PGB heeft als ge-
6
volg van de economische crisis, net zoals de meeste andere pensioenfondsen, te maken met een financieel tekort. Van een tekort is sprake als de waarde van de beleggingen (het vermogen) minder is dan de waarde van de pensioenen en de buffer voor algemene risico’s en beleggingsrisico’s (de verplichtingen). De toezichthouder De Nederlandsche Bank, vraagt in dat geval van pensioenfondsen dat zij een herstelplan opstellen, waarin staat hoe zij het tekort gaan inlopen. De minimum dekkingsgraad zou voor PGB ongeveer rond de 115% liggen. Over de maatregelen die het fonds in het herstelplan genomen heeft, leest u meer op de website. Ook de dekkingsgraad wordt daar maandelijks gepubliceerd. PGB heeft berekeningen gemaakt om in te kunnen schatten in welke mate toeslagverlening de komende 15 jaar mogelijk zal zijn. De koopkrachtmeter laat dat zien. Uw pensioen bij PGB stijgt waarschijnlijk minder snel dan de prijzen. Daalt de dekkingsgraad dan neemt de verwachte koopkracht verder af. Stijgt de dekkingsgraad dan stijgt ook de verwachte koopkracht. KOOPKRACHTMETER: verwachte koopkrachtontwikkeling van het pensioen (eind 2012) Bij een gelijkmatige ontwikkeling van de economie en op basis van het huidige financiële beleid komen de pensioenen bij PGB volgens de koopkrachtmeter over 15 jaar gemeten uit op ongeveer 91% van een volledig geïndexeerd pensioen. Deze berekening is gebaseerd op de dekkingsgraad van 31 december 2012. Een jaar eerder lag de verwachte koopkracht nog op circa 86%. De koopkrachtverwachting is verbeterd door de hogere premie die wordt gevraagd, de verschuiving van de pensioenrichtleeftijd van 65 jaar naar 67 voor de opbouw vanaf 2013 en de nieuwe rentemethode die gebruikt wordt om de pensioenverplichtingen te berekenen. Als de prijzen gemiddeld over die 15 jaar met 2% stijgen, verleent het fonds gemiddeld ongeveer 1,4% per jaar aan toeslag. Per jaar daalt de koopkracht in deze verwachting dus met 0,6%. De eerste jaren zal volgens de berekeningen geen of minder toeslag worden verleend. Daarna kan naar verwachting weer meer dan het verwachte gemiddelde aan toeslag worden verleend.
Ambitie PGB PGB heeft de verplichting om het opgebouwde pensioen en de al toegekende
7
toeslagen uit te keren. Alleen in zeer bijzondere omstandigheden kunnen opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenuitkeringen worden verlaagd. PGB heeft de ambitie om de koopkracht van het pensioen zoveel mogelijk op peil te houden. Maar deze toekomstige toeslagverlening is afhankelijk van het geld dat het fonds ‘verdient’ met zijn beleggingen. PGB moet daarvoor op de financiële markten risico aangaan. Daardoor kan het op langere termijn een beter rendement behalen dan alleen met sparen. Risico nemen betekent echter ook onzekerheid over de totale uitkomst van het pensioen (het pensioen en de eventueel verleende toeslag). Normaal gesproken konden (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden bij PGB rekenen op een pensioen met toeslag. Zoals het er nu uitziet, houdt uw pensioen de prijsontwikkeling de komende jaren echter niet bij. Als het op de financiële markten meezit, kan een volledige toeslag worden verstrekt. Als het gedurende langere tijd erg meezit, wordt de toeslag die in het verleden niet is verstrekt, ingehaald. De oudste rechten eerst. In het gunstigste geval worden de pensioenen verhoogd op basis van de loonindex in plaats van de prijsindex. Als het op de financiële markten tegenzit, wordt de in het verleden gemiste toeslag niet ingehaald en krijgt men minder of geen toeslag. En als het gedurende langere tijd erg tegenzit, kan het pensioen in het uiterste geval ook worden verlaagd. De risicometer laat dat zien. RISICOMETER: kans op verlaging van het pensioen in 2014 De risicometer geeft de kans weer dat PGB moet besluiten de pensioenen in 2014 te verlagen. Die kans is met ongeveer 45% erg hoog. De kans op korting is zo sterk toegenomen omdat het fonds een jaar minder de tijd heeft om een dekkingsgraad van ongeveer 105% te bereiken. Eind 2013 moet het zover zijn. PGB heeft daar een passende set van financiële stuurmiddelen voor ingezet. Pensioenfondsen zijn echter in hoge mate afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markten. Eind 2012 bedroeg de dekkingsgraad 102,3%. Bij het berekenen van de kans op verlaging van het pensioen is van deze dekkingsgraad en het huidige financiële beleid uitgegaan. Als het op de financiële markten gedurende langere tijd erg tegenzit, kan uw pensioen in het uiterste geval worden verlaagd. PGB maakt daarbij geen onderscheid tussen deelnemers, gewezen deelnemers/partners of pensioengerechtigden. De kans op een korting die de meter laat zien, zegt niets over de omvang van de korting. Zo is de kans dat de pensioenen met meer dan 10% worden verlaagd, ongeveer 9%.
8
Vergelijk de dekkingsgraad Een goede graadmeter voor de financiële situatie bij uw pensioenfonds is de dekkingsgraad. Naarmate de dekkingsgraad, dat is de verhouding tussen het vermogen en de waarde van de pensioenen, hoger is, neemt de kans op toeslagverlening in de regel toe. Een fonds met een hogere dekkingsgraad is dus aantrekkelijker. In februari 2013 was de dekkingsgraad van PGB 102,9%. De dekkingsgraad wordt maandelijks op de website gepubliceerd. Vergelijk de keuzemogelijkheden Naast de kans op toeslagverlening kunnen er meer redenen zijn om uw waarde over te dragen. Uw pensioenregeling biedt een aantal keuzemogelijkheden die ook van toepassing zijn op de pensioenaanspraken die voortvloeien uit de overgenomen pensioenwaarde. U kunt kiezen voor: ● uitruil van een deel van uw ouderdomspensioen voor partnerpensioen; ● uitruil partnerpensioen voor extra ouderdomspensioen; ● vervroegd of uitgesteld pensioen. U kunt het pensioen gebruiken om geheel of gedeeltelijk eerder te stoppen met werken of de pensioendatum uit te stellen. Ook in deeltijd. ● gelijk overlevingspensioen (GOP). Indien gekozen wordt voor het gelijk overlevingspensioen wordt bij overlijden van de deelnemer of de partner het pensioen in beide gevallen gelijk getrokken. ● getrapt pensioen. Bij een getrapt pensioen kunt u de hoogte van het ouderdomspensioen variëren. Bijvoorbeeld eerst een hoge uitkering en daarna een lage. Of omgekeerd. ● tijdelijk ouderdomspensioen. Een deel van het levenslange ouderdomspensioen kunt u omzetten in een tijdelijk ouderdomspensioen. Die uitkering, bijvoorbeeld voor tijdelijke compensatie van het ontbreken van de AOW, loopt dan vanaf het door de deelnemer gewenste moment tot de pensioendatum. Met de keuzemogelijkheden kunt u uw pensioeninkomen afstemmen op uw persoonlijke omstandigheden.
Pensioendatum: de eerste van de maand waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt.
Goed zicht op pensioensituatie Tot slot kunt u het als een voordeel zien dat uw pensioen bij één pensioenuitvoerder is ondergebracht. U heeft en houdt daarmee goed zicht op uw pensioensituatie. Een eventueel pensioentekort is bijvoorbeeld eenvoudig in beeld te brengen. Verder ontvangt u bij uw pensionering van één uitvoerder pensioen.
9
Verandering van baan vindt tegenwoordig vaker plaats dan vroeger. De tijd van 40 jaar werken bij één baas is voorbij. Met het oog op die toekomst doet u er ook goed aan om versnippering van rechten te voorkomen.
Verzoek overdragen pensioen binnen zes maanden na het begin van de deelname aan de nieuwe pensioenregeling.
10
VOORWAARDEN EN AFWIKKELING
Werknemers die van baan veranderen en daardoor met een andere pensioenuitvoerder te maken krijgen, hebben een wettelijk recht op waardeoverdracht. Uw pensioen kan worden overgedragen als: ● u in dienst bent getreden bij de nieuwe werkgever en deel bent gaan nemen in de nieuwe pensioenregeling van de werkgever; ● de deelneming in de oude pensioenregeling is beëindigd. Het kan financieel in uw eigen belang zijn om de overdracht snel af te wikkelen. Als u uw pensioen wilt overdragen, moet het verzoek tijdig ingediend worden. De wettelijke grens is zes maanden nadat u bent gaan deelnemen aan de nieuwe pensioenregeling. Als het verzoek te laat wordt ingediend of als u vóór 8 juli 1994 van baan veranderd bent, zijn uitvoerders niet verplicht om mee te werken aan waardeoverdracht.
Houdt u er rekening mee dat de afwikkeling van een waardeoverdracht 6 tot 12 maanden in
Het PGB werkt, als de overdracht in uw voordeel is, altijd mee aan waardeoverdrachten, ook bij te late aanvraag of als het situaties betreft van vóór 8 juli 1994. De waarde kan dan echter alleen overgedragen worden als de andere pensioenuitvoerder daar ook aan mee wil werken. De pensioenaanspraken bij de vorige pensioenuitvoerder moeten echter minimaal € 25 per jaar bedragen.
beslag kan nemen.
Afwikkeling waardeoverdracht? De afwikkeling van de waardeoverdracht vindt stapsgewijs plaats. Stap 1
Als u wilt nagaan of waardeoverdracht voor u voordelig is, kunt u binnen zes maanden na aanvang van de deelname aan de pensioenregeling vrijblijvend een offerte aanvragen. Het aanvragen moet schriftelijk gebeuren. U kunt daarvoor het bijgevoegde formulier ‘verzoek om offerte waardeoverdracht’ invullen en na ondertekening naar ons toesturen. Stap 2
Nadat wij uw aanvraag hebben ontvangen, informeren wij binnen drie maanden, bij de oude pensioenuitvoerder naar het opgebouwd pensioen en de waarde daarvan. U ontvangt vervolgens binnen twee maanden van het PGB een overzicht van die gegevens en een offerte. In de offerte wordt
11
aangegeven welke extra PGB-pensioenaanspraken1 u ontvangt in ruil voor de overgenomen pensioenwaarde. U kijkt vervolgens of waardeoverdracht voor u zinvol is. Als u niet binnen twee maanden reageert, gaan wij ervan uit dat u afziet van de overdracht. Stap 3
Als u na ontvangst van onze offerte besluit om uw pensioen over te dragen, geeft u dit binnen twee maanden weer schriftelijk door aan PGB. U verklaart dan akkoord te gaan met de overdracht. Na deze verklaring kunt u niet meer op uw beslissing terugkomen. U heeft ook geen aanspraken meer bij uw oude pensioenuitvoerder. De overdracht heeft dan plaatsgevonden. De afwikkeling van de waardeoverdracht neemt gemiddeld tussen de zes en twaalf maanden in beslag. Er zijn van de kant van PGB geen kosten aan verbonden. Van uw kant zijn er dus twee acties: 1. aanvragen offerte (met bijgaand formulier); 2. invullen van de akkoordverklaring (wordt te zijner tijd toegezonden). Waardeoverdrachten kunnen uitsluitend plaatsvinden wanneer de beide uitvoerders een dekkingsgraad hebben van minimaal 100%. Stap 4
De aanspraken die u ontvangt door de waardeoverdracht, worden toegevoegd aan de aanspraken die u bij PGB heeft opgebouwd of gaat opbouwen. In het uniform pensioenoverzicht (upo) worden in het jaar volgend op de waardeoverdracht alle bij PGB geregistreerde aanspraken weergegeven.
1. Als het een beleggingspolis betreft ontvangt u een voorlopige opgave. De feitelijke waarde is pas bekend op het moment dat het pensioenkapitaal wordt overgedragen.
12
TOT SLOT...
Mocht u na het lezen van deze brochure nog vragen hebben, dan helpen wij u graag verder. Voor meer informatie over de pensioenregeling of uw persoonlijke situatie kunt u ons bellen, e-mailen of schrijven. U kunt natuurlijk ook terecht op onze website. De internetsite biedt veel informatie, actueel nieuws en mogelijkheden om uw pensioen te berekenen. Via MijnPGBpensioen kunt u uw persoonlijke pensioensituatie en die van uw eventuele partner in beeld brengen. Inclusief het pensioen van de overheid (AOW en Anw). Ook kunt u zich via MijnPGBpensioen aanmelden voor de digitale nieuwsbrief. In de toekomst wordt ook andere informatie digitaal verzonden. Dat bespaart het pensioenfonds kosten. Wanneer u nog niet over een account beschikt kunt u zich registreren via www.mijnpgbpensioen.nl. De afdeling Klantenservice is iedere werkdag tussen 8.00 en 17.00 uur bereikbaar via 020 5418200 of via
[email protected]. U kunt het telefoonnummer of e-mailadres ook gebruiken voor het aanvragen van brochures, informatie over het pensioenfonds, het pensioenreglement en het gevoerde (beleggings)beleid, het jaarverslag en het uitvoeringsreglement. Deze informatie is ook te vinden op de website van het pensioenfonds.
Bezoekadres: Pensioenfonds PGB Zwaansvliet 3 1081 AP Amsterdam Correspondentieadres: Pensioenfonds PGB Afdeling Klantenservice Postbus 7855 1008 CA Amsterdam Telefoon: 020 5418200 Internet: www.pensioenfondspgb.nl en www.mijnpgbpensioen.nl E-mail:
[email protected]
13
RUIMTE VOOR AANTEKENINGEN
14
VERZOEK OFFERTE WAARDEOVERDRACHT
Waardeoverdracht is alleen mogelijk als u bij een andere pensioenuitvoerder pensioen heeft opgebouwd. Indien u niet weet of u pensioen heeft opgebouwd of bij welke pensioenuitvoerder de verzekering is ondergebracht kunt u het best contact opnemen met uw vorige werkgever. Huidig pensioenfonds
:
Gegevens werkgever naam huidige werkgever
:
adres
:
postcode/vestigingsplaats.
:
Gegevens aanvrager/deelnemer naam en voorletters
:
adres
:
postcode/woonplaats
:
geboortedatum/geslacht
:
datum indiensttreding
:
burgerservicenummer
:
e-mailadres
:
■ man
■ vrouw
Indien ongehuwd (PGB kent een regeling van partnerpensioen voor ongehuwd samenwonenden) Voert u een gezamenlijke huishouding met een ongehuwde persoon?: ■ ja, een formulier ‘aanmelding partnerpensioen’ alsmede een brochure over de regeling wordt u toegestuurd. ■ nee Gegevens vorige pensioenuitvoerder Let op: als er geen andere pensioenuitvoerder is, het formulier niet terugsturen (zie toelichting bovenaan). naam vorige pensioenuitvoerder : vestigingsplaats
:
polis-/registratienummer
:
Ondergetekende verklaart akkoord te gaan met het opvragen en uitwisselen van gegevens ten behoeve van zijn/haar verzoek om een offerte inzake waardeoverdracht met gebruikmaking van het burgerservicenummer. plaats en datum
handtekening aanvrager/deelnemer
Dit formulier kunt u sturen naar: PGB/VZA, Postbus 7855, 1008 CA Amsterdam. 15
PENSIOENFONDS VOOR DE GRAFISCHE BEDRIJVEN (PGB)
PGB verzorgt in opdracht van werkgevers- en werknemersorganisaties de pensioenregeling voor deelnemers en gewezen deelnemers die werken of gewerkt hebben in de grafimediabranche, het kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf en de verf- en drukinktindustrie. De pensioenregeling voor deze branches is verplicht gesteld. Zo willen cao-partijen door eenvoudige toegang tot de regeling solidariteit onder alle werknemers bereiken met als nevendoelstelling een kostenefficiënte levering zonder winstoogmerk. Het fonds biedt verwante ondernemingen en verwante branches de mogelijkheid tot vrijwillige deelname en aansluiting. De uitgeverijsector maakt daar vanaf 2008 gebruik van. Veel uitgeverijen hebben hun pensioenregeling sindsdien bij PGB ondergebracht. Met ingang van 2012 verzorgt het fonds ook de pensioenregeling voor een aantal bedrijven uit de papier-, kunststof- en rubberindustrie. En met ingang van 2013 neemt ook een aantal bedrijven uit de chemische en farmaceutische industrie deel. Op verzoek van ondernemingen uit die sectoren is de werkingssfeer uitgebreid. Schaalgrootte wordt steeds belangrijker om de pensioenperspectieven van de deelnemers en pensioengerechtigden veilig te kunnen stellen. PGB wil daarom zijn financiële kracht en buffers, in samenwerking met ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen, verder versterken met pensioenfondsen van verwante branches en ondernemingen, onder meer in de informatie- en mediasector, ook wel de creatieve sector genoemd.
Zwaansvliet 3 | 1081 AP Amsterdam | Postbus 7855 | 1008 CA Amsterdam Tel. 020 5418200 |
[email protected] | www.pensioenfondspgb.nl