Jaargang 18 Juni 2005
www.belastingdienst.nl/ict
Waar worden niet alle oplossingen binnen werktijd gevonden?
Het bedenken van een goed idee of een oplossing is niet gebonden aan werktijden. Onze hersenen laten zich eenvoudigweg niet altijd dwingen. Veel eerder is het een kwestie van hard werken en betrokkenheid: 80% transpiratie, 20% inspiratie. Een goed idee kan je net zo makkelijk tussen 5 uur ’s avonds en 9 uur ’s morgens invallen, als tussen 9 uur ’s morgens en 5 uur ’s avonds. Tenminste: als je ervoor open staat. Als de betrokkenheid bij je werk vérder gaat dan alleen maar aanwezig zijn op de werkvloer. Bij de medewerkers van het Centrum voor ICT van de Belastingdienst is dat het geval. Iedereen zet – als het nodig is ook in zijn of haar vrije tijd – graag een stapje extra. Zo kan het voorkomen dat iemand die thuis aan het ‘gamen’ is, ineens een creatieve oplossing bedenkt voor de verbetering van een bestaand systeem. Of dat iemand die aan het hardlopen is, ineens een idee krijgt voor een snellere manier om gegevens veilig van A naar B te verplaatsen. Dat de betrokkenheid van onze medewerkers verder gaat, komt ook doordat onze betrokkenheid bij de medewerkers verder gaat. Samen met een eigen HR-manager maken zij hun eigen ontwikkelplan. Aangeven wat ze in een bepaalde periode willen bereiken. Hoe ze willen groeien als professional en als mens. Pas als je betrokkenheid geeft, kun je die ook krijgen. Bij het Centrum voor ICT word je betrokken bij de volledige automatisering van de Belastingdienst. In Apeldoorn staat niet alleen één van de grootste relationele databases van Europa, maar vind je ook een scala van geavanceerde en complexe systemen, draaiend op diverse platforms. De veelzijdigheid is ongekend. Je vindt er vrijwel alle ICT-disciplines en -toepassingen: datawarehousing, informatiebeveiliging, tooling, systeem- en netwerkarchitectuur, applicatieontwikkeling, webtechnologie, besturingssystemen en nog veel meer. Daarnaast investeren we uiteraard ook in professionaliteit. Cursussen, opleidingen, omscholing, seminars: als het goed is voor zowel de medewerker als de organisatie, lopen we ook graag hard voor onze mensen. Meer informatie? Bel (055) 528 35 55 of kijk op www.belastingdienst.nl/ict
Werk waar je trots op bent
Redactioneel
BK TRENDS Jaargang 18, nr. 5, juni 2005 Oplage 2.600 exemplaren BKtrends is een uitgave van studievereniging Stress, in samenwerking met de vereniging van afgestudeerde bedrijfskundigen Bekader en de faculteit Bedrijf, Bestuur en Technologie van de Universiteit Twente. BKtrends verschijnt vijf maal per jaar.
Pseudo-apocalyptische fin de siècle sensualiteit
Hoofdredacteur G.J. MacLean
colofon
Voorzitter C.S. Titulaer
Eindredactie J.W. Dijkshoorn, S.R. Jansen, S. van der Heide, G.J. MacLean, C.S. Titulaer Opmaak J. van Hengel, R.D. Koman, M. Oosterbaan, P.A. Stolk Acquisitie C.G. van Diest, H.J. Pol
Redactie I.K. Barge, K.G.W. van Ewijk, M.J. van Geenhuizen, M. Groote Schaarsberg, J. van Hengel, R.D. Koman, G.J. MacLean, M. Oosterbaan, S.R.S. Rahmee, M.S.A. Spek, P.A. Stolk, C.S. Titulaer, C.M. Visser, G. Weijman Bijdrage redactie F.A. Cornelissen, C.M. Nievaart, M.W. Titulaer, W.L. Zweerink Columnist F.S. Heel
Gastschrijvers H. Herbert, N. Torka, E.R. Visser, P.M. Wognum Penningmeester P.A. Stolk
Drukker Printec Offset, Kassel (Duitsland)
Abonnementen De prijs van een jaarabonnement op BKtrends bedraagt € 13,50 (€ 6,75 voor studenten). Stress- en Bekader-leden en medewerkers van de faculteit verkrijgen automatisch een abonnement op BKtrends.
Nee, deze editie gaat niet over het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Deze editie gaat over aflopende zaken. Over ups en downs, over wisselingen van de wacht. Het gaat over het aflopen van een tijdperk. Over de fin de siècle en alle weemoedigheid die dat oproept. Is dit dan de laatste editie van de BKtrends? Voor dit studiejaar wel, maar er gloort licht aan de horizon. Na de vakantie komt er gewoon weer een BKtrends. Gedragen door het enthousiasme en het talent van nieuwe redactieleden. ‘Woei’ zou Ernie gezegd hebben. Het houdt echter wel in dat wij als oudgedienden een stap terug moeten doen. Dat we onze ervaring uit de BKtrends moeten halen. Dat we onze lovebaby te vondeling moeten leggen bij de nieuwe ouders. Die nieuwe ouders hebben er zin in, dat is duidelijk. Geertjan heeft de scepter aan Coen overhandigd en die heeft niet nagelaten hiermee te zwaaien. Uit het 2004-cohort studenten is ineens een viertal nieuwe redactieleden komen bovendrijven. Tijden van droogte worden vervangen door een regenseizoen. Lafenis en verfrissing voor een aarde die smacht naar nieuwe invulling. Als een woestijn die opbloeit na de eerste slagregens van de herfst, zo zien wij ook de toekomst van BKtrends. Met frisse geuren en schitterende kleuren. Visies van de toekomst, dromen van een beter straks. Net zo visionair als de toppers in dit blad zijn we de afgelopen weken te werk gegaan. Het plan ligt er. Grote namen en goede artikelen staan op stapel voor de volgende edities. BKtrends is een mooi blad, gemaakt door een fantastische commissie. Geniet ervan!
Redactieadres BKtrends, Het bedrijfskundig magazine van de Universiteit Twente, De Spiegel, Stresskamer Postbus 217, 7500 AE Enschede Tel.: 053-489 35 27 Fax: 053-489 55 27 E-mail:
[email protected] Bank: Rabobank Enschede, 12.96.82.276
Rutger MacLean
Foto omslag Pepijn van den Broeke Fotografie
Coen Titulaer
Hoofdredacteur
Voorzitter
Adverteerders Belastingdienst Centrum voor ICT, H&J Uitgevers, Optiver, Akzo ISSN 0927-8206 © 2005 BKtrends
BKTRENDS juni 2005 3
BK TRENDS Uniseks schoenen Mannen en vrouwen, het is als komkommer en slagroom, het kan wel samen maar zo’n geslaagde combinatie is het ook weer niet. Er zijn verschillen op allerlei gebieden die soms heel duidelijk zichtbaar zijn en soms heel diep liggen. Wat de commercie met deze verschillen doet, hoe zij haar producten aanpast en inspeelt op alle verschillen is een mistige wereld. Dit artikel gaat in op deze zaken. Het blijft lastige materie…
13 Maurice de Hond
BKTRENDS juni 2005
21
4
5
Van de voorzitter
6
Toppers Roel Pieper
9 10
Bekader-info
13
Uniseks schoenen
16
Stresspagina's
B[UITEN]ISSIG
Regelmatig komt hij in het nieuws als hij weer eens heeft onderzocht hoe de Nederlanders denken over de actualiteit. Zijn bekendste website is te vinden onder www.peil.nl. Deze website produceert bijna dagelijks statistieken, gebaseerd op de actualiteit. Maar hoe gaat hij zelf met een lijst vragen om? BKtrends nam een telefonische enquête af met Maurice de Hond om te kijken hoe hij denkt over de uitslagen van zijn eigen enquêtes, leidinggevenden in Nederland en internet.
Alumni
18
Maurice de Hond
21
De Verdieping Uitgelicht
24 28
Column
29
De Eindstreep
30
Van de voorzit Na zes maande ter n bestu ontwikk ren valt elingen o .
p dat je studie. Ontwik k De laat ste tijd elingen in het als bestuurslid van stu heb ik m land, o te mak de p de en krijg et me ero nten om wel o tm ver dat f niet d veel verschille universiteit, er zove maar n et zeer uiteen eel te n n denten d e mensen el stude lopende emen a leven je discussie atuurlijk ook an nte biedt. D binnen s gevoe it terwij n zijn die gee verschillende je eig rd o a n gebru l het be Op 19 m ik make ctiviteiten. St ver de motiva en drijfsle ei was eeds m tie n van d ven er de Stre Skills’. ee e wél om ss De dag vraagt. mogelijkheden r verbaas ik werd ge Trainingendag de cate die het . Deze opend d go dag had stuoo zijn toe rie ‘bijzonder heel to e mens r Antoon Vugt spraak. e passelij s, naar en’. Wa Wat we lie de a k e arschijn inigen o rrogant lijk zijn igen zeggen ee het thema ‘Th nt ie ter opv r n sprek velen h iel, was vandaan?” Hij gaan zal zijn, er die b ill your et met was zij doelde dat hij het knu e h h e n oort to m h h treffen llige fe eens na t de opm it dat s eel gericht de iermee op de te colle het hor erking: tudente ietwat univers ges. Da en van la “ n it W g e t n e opkom aar hale it aansp iet dee en jeze terwijl l konde n jullf he n neme rak en niet de st van die dag lijk dat te ontwikkelen t zo’n geweld . Wat e n s t ig a u bedrijv a d d e n o e m o n d r cht o e en ge de georgan en als O Univers iseerde . Hij wees ons cé – wa el te nemen a lijkheid was o iteit Tw m a a d op e n rh a n kennis niet sto te mak g door verplic ppen bij te en dat we in ij werkt – de verschillende e h t n k r e a staan s d m E uze heb iningen e lands nschede et bedr tudente . Hij m ben uit ijven goed m n te spr grenzen. Ster a achten a m k o e t e er stud e ons d ten bes k ingen o dan een ente uide eff m zulke er nog: in and dag als ere stu en dat de gren n dan die van aandac deze? denten z ht. Hoe de e n Toch ka v an ste kan je n ik nie een ver den in en buit een bedrijf t alleen concurr p e licht co n Nede de univ en rland llege da ersiteit om bek tie die er hee n belan de schu rst om end te grijker ld geve arbeids worden volgend n. Oo plaat met e bewust stap in je ontw de wereld va sen. Meegaan k wijzelf moe ten ons n te mak me ik be keling. en van bew Mijn uit drijven. Train t excursies is de vele een van ust zijn van d in d a g ging dit en volg mogelij e Ook Str de en en a jaa kheden ess zoe ctief zij eerste stappe die een r is om zowel kt men je aan n n is s studiev sen die de slag erenigin tudenten als d een goede ons volg kunt m jij volg e g e u je bied et je eig nd jaar niversit end jaa t. eit wille en id r aa dat een jaar be n wilt gaan? N eeën, waar je n opvolgen in stuurde e h leerzam j e e e m t z elf kun bestuur. dan con r zijn v e ervar t on ta Zo an een ing is! verenig ct met ons op twikkelen of z ek je een ple k waar . Ik spr ing als ij n er u eek uit deze ee Met vrie ervarin itdagingen die n zeer ndelijke g w anneer groet, ik zeg
Juul Ja spers Voorzit ter Bes tuur 20 05
StresSMS: sms 'info stress aan' naar 4414
Deze dienst is geheel gratis en je ontvangt gegarandeerd geen reclame van andere partijen
BKTRENDS juni 2005
Stress heeft voor al haar leden een nieuwe informatiedienst. Op je mobiele telefoon kun je onder andere gratis de volgende informatie ontvangen: • sluiting boekbestelperioden • sluiting inschrijfperioden voor tentamens
5
Toppers
Driehoeksverhoudingen De geheimen achter Piepers succesvolle aanpak Door Pieter Stolk en Geertjan Weijman
“Als ik iets doe, geef ik vol gas en ga ik er volledig voor. Win ik, dan denk ik ‘Hé ik heb nog gewonnen ook!’ Win ik niet, dan is dat des te meer een reden om het de volgende keer beter te doen. In die zin is ‘ergens maximaal voor gaan’ mijn primaire doelstelling. Komt daar toevallig ook nog wat uit, dan is dat hartstikke mooi. Als ik niet win, ben ik helemaal niet teleurgesteld en ga ik gewoon naar de kroeg. Het zorgt er echter wel voor dat ik de volgende keer scherper aan de start sta, laat dat duidelijk zijn.” Het zijn de woorden van Roel Pieper, succesvol investeerder en internetgoeroe. BKtrends sprak met hem over het geheim achter zijn aanpak.
BKTRENDS juni 2005
Kort na zijn afstuderen wist Pieper al dat hij naar het buitenland moest. “Het was een dermate gekke tijd dat al vóór mijn afstuderen duidelijk was dat je, in mijn geval, in het buitenland veel geld kon verdienen. Daarnaast was het superleuk om bij een van de eerste softwarebedrijven van de wereld te kunnen beginnen. Het voelde als drie keer met je neus in de boter vallen.” Pieper viel op en ontwikkelde zich snel. “Ik heb op een gegeven moment gemerkt dat je eerder opvalt door harder en een beetje handiger te werken. Maar daarnaast merkte ik ook dat mijn toegevoegde waarde lag in het kunnen schakelen tussen techniek, markt en mensen. Je ziet heel vaak in kleine, maar ook grote bedrijven dat mensen maar één van die drie punten beheersen.” Het schakelen tussen deze drie punten breidde Pieper uit met het spiegelen van Europa en de Verenigde Staten. Deze spiegelrol vervulde hij in de VS voor
6
Software AG, een van de grootste spelers van dat moment. “In die tijd waren er al niet al te veel bedrijven en zeker niet van dat niveau. Binnen no time weet elke headhunter dan wel wie waar zit en wie wat kan, en zo kom je in het circuit. Dat heeft met geluk te maken.” Bekend zijn is één, het waarmaken van de je toegedichte kwaliteiten is twee; “Dat heeft er mee te maken dat een van de mooiste Amerikaanse uitspraken is: ‘Trust comes in the years, goes
in seconds.’ Als je met mensen samenwerkt en doet wat je zegt, dan is dat, zeker bij Amerikanen, een enorm vertrouwensplateau. Maar dat betekent wel dat je wat je belooft wáár moet maken. Want je ligt binnen no time op een zilveren tablet, maar voordat je het weet moet je weer onderaan beginnen.” Als het minder gaat, is het belangrijk om je hoofd niet te laten hangen en te proberen het positieve ervan in te zien, is de ervaring van Pieper. “De Amerikaanse mentaliteit is niet voor niets: ‘Any PR is good PR’. De basisgedachte daarachter is dat je altijd moet proberen om mee te doen. Als iemand iets positiefs zegt, of je hebt een positief bericht of een positief resultaat, dan is dat een platform om meer te doen. Die kans mag je niet zomaar voorbij laten gaan. Is het negatief dan maakt dat geen enkel verschil, ook dat is een platform om op terug te komen.” Dit geldt zeker in Amerika, is Piepers mening: “Ze geven je altijd een tweede kans. De Amerikanen belonen gewoon in de breedste zin hard werken, moed tonen en dingen proberen. Oké, het kan dan wel een keer mis gaan maar goed, volgende keer beter.” Beloningsstelsel De discussie in Nederland omtrent de topsalarissen bij onder andere Nuon en Essent is volgens Pieper
dan ook gewoon politieke ophitserij. Dat betekent overigens niet dat er in Amerika nooit discussie is over de beloning van bestuurders. “Ik heb zelf die discussie meegemaakt toen ik de leiding overnam van Tandem Computers. Op dat moment hadden zij bijna geen marktwaarde meer; het bedrijf stond gewoon aan de rand van de afgrond. Wij hebben het vervolgens in twee jaar teruggebracht tot een bedrijf in de top tien van de wereld. Op een gegeven moment kwam op een aandeelhoudersvergadering de vraag: ‘Meneer Pieper, vindt u dan niet dat u veel te veel geld heeft verdiend?’ Toen heb ik gezegd: ‘Ik heb het voor jullie uitgerekend. Ik heb elke dag voor de aandeelhouders tien miljoen dollar verdiend. Daarvan krijg ik slechts vijf cent.’ Dat zorgde ervoor, dat iedereen schaapachtig zat te kijken van: ‘shit, hij heeft er over nagedacht’. Maar als je dat dus in die context plaatst, heb ik elke dag tien miljoen dollar verdiend voor het bedrijf en daarvan kreeg ik vijf cent. Is dat oké? Iemand die zegt dat hij dat niet vindt kunnen, verliest natuurlijk de discussie. Werk je echter maar één jaar bij een bedrijf, functioneer je daar matig, maar verdien je wel plotseling twintig tot dertig miljoen dollar, dat kán gewoon niet. Dus je moet heel goed kijken naar de context waarin je dat soort opmerkingen maakt. Dat is het lastige als de overheid zich ermee gaat bemoeien, want wat weten
die er nou van? De overheid moet zich bezighouden met algemene regels, spelregels, transparantie en corporate governance, niet met beloningsvraagstukken.” De overheid in Amerika bemoeit zich volgens Pieper minder met zaken waar ze niets mee te maken hebben. “Er wordt natuurlijk in Amerika wel gesproken over misbruik in de corporate governance, maar niet als algemene discussie. In Nederland hebben ze op dit moment niet veel anders te vertellen. Het is een deels politiek opgeklopt verhaal, omdat de discussie nu over een soort semistaatsbedrijven gaat, zoals Nuon en Essent. Ik kan me goed voorstellen dat er een aantal ambtenaren in Den Haag denkt, potverdomme, die gasten kregen twee jaar geleden nog 150.000 en nu ineens 800.000 euro, het zal toch niet waar zijn. Daar zit een lekkere kinnesinne achter. Of die mensen nu werkelijk teveel of niet teveel verdienen, ik zou het niet weten.”
om iets gaat dat technisch gezien dichtbij mij staat, dan moet ik het gewoon zelf begrijpen. Ook al zegt iemand anders in mijn team dat hij het begrijpt; als ik het niet begrijp doe ik het niet. Dat klinkt misschien erg arrogant, maar zo werk ik. Het derde punt is dat ik het gevoel moet hebben dat ik waarde kan toevoegen. Dat kan in van alles terugkomen. Ik moet daarbij wel uitkijken dat ik niet te ver van mijn homebase afkom, maar aan de andere kant denk ik dat ik nog steeds aan het leren ben en derhalve ook op andere gebieden een homebase kan hebben. Misschien moet ik me dan iets anders opstellen en begrijp ik het iets minder, maar ik kan dan nog steeds waarde toevoegen. Ik ben daarin wel wat aan het verschuiven op het moment.”
Driehoeksinvesteringen Bij het beoordelen van mogelijke investeringsprojecten kijkt Pieper naar verschillende aspecten. “Ik doe nooit een investering als ik denk met de betrokken persoon op het relationele vlak niet uit de voeten te kunnen. Als dat niet lekker loopt, káppen!” Naast het persoonlijke vlak zijn er nog twee andere punten van beoordeling. “ De andere punten zijn wat vager, maar toch heel relevant. Als het
BKTRENDS juni 2005 7
Deze drie punten vormen voor Pieper een driehoek. Alleen wanneer een plan aan alledrie de punten voldoet ontstaat er een driehoek waar het plan doorheen past. Als één punt ontbreekt kan het plan er niet doorheen en gaat het niet door. “We hebben een investeringsproces met een ‘in’ en een ‘out’. Ik zit op de ‘in’ en op de ‘out’. Daartussen wordt naar de markt gekeken, naar referenties, naar de boeken, naar de accounting en naar de audit. Mijn driehoekje ligt bij de ‘in’. Als iets binnenkomt gaat het meestal wel door. Maar het kan ook zijn dat je aan het eind zegt: ‘Die dingen wist ik niet, dat is wel zo anders dan ik gedacht had… Nee, niks ervan’.” Pieper voegt hier nog aan toe dat hij het verschrikkelijk vindt om met mensen te werken die zeggen dat ze iets kunnen en dat vervolgens niet blijken te kunnen. “Ik heb een pesthekel aan amateurs. Daar kan ik niet tegen, dat vind ik verschrikkelijk. Je hebt een soort modaliteit van werken die je steeds scherper maakt en het gevaar daarbij is dat je daardoor selectiever wordt.”
Komende driehoekvulling Dit zorgt ervoor dat Pieper niet zomaar alles zal doen in de toekomst: “Ik heb niet echt iets wat ik nog wil. Maar had ik de kans gehad om een job bij Hewlett Packard te krijgen, nou, dat had ik wel gedaan. Dat zijn zulke uit-
Zorgen over de toekomst heeft de Twentse hoogleraar niet. Een teken aan de wand is zijn glimlach na een vraag over de jaarcijfers van Google. Een lachende Pieper, uitstekende cijfers van Google en een aantrekkende IT-markt: een driehoek vol vertrouwen voor de toekomst!
zonderingssituaties, een soort resets, daar kijk ik apart naar. Maar ik heb vier, vijf, zes bedrijven achter elkaar gedaan, echt heel veel verschillende dingen in verschillende landen. Op een
BKTRENDS juni 2005
Curriculum Vitae Roel Pieper
8
gegeven moment moet je niet steeds hetzelfde doen, want dan verlies je je scherpte. Ik ben nu aan het werk in Oost-Europa omdat ik daarvan heel veel kan leren en er is niets mooier dan leren. Het is een 360-graden ervaring die je permanent in de tijd om je heen zet. Daarbij gaat het de ene keer om techniek, soms om mensen, soms om politiek, of om economie; leren geld te verdienen, leren geld te verliezen.”
1980 Cum laude afgestudeerd in Wiskunde en Computer Wetenschappen TU Delft 1980 Software AG 1990 AT&T – Unix System Laboratories 1993 UB Networks 1996 Tandem Computers 1997 Compaq Computer Corporation 1998 Royal Philips Electronics N.V. 1998 Twinning Network 1999 Hoogleraar E-commerce Universiteit Twente
Bron •Interview met Roel Pieper gehouden op vrijdag 22 april te Enschede
Een club enthousiaste, actieve leden is samen met het nieuwe bestuur aan de slag om er een mooi jaar van te maken vol fantastische evenementen. Op het moment dat je dit leest is er al heel wat uitgevoerd door en voor Bekaderleden. Zo hebben wij net de algemene ledenvergadering achter de rug en zitten met een nieuw bestuur aan het roer. Wij hebben de bijeenkomst ‘Commercialisering van de Zorg’ en ‘China Toen en Nu’ in april gehad, daarna stond in mei de ‘Managementgame’ op de agenda. We hebben het Wereldhandelsspel gespeeld dat ons allen veel energie, lol en inspiratie heeft opgeleverd. Door deelname aan zulke activiteiten leer je je collega-Bekaderleden nóg beter kennen en komen zelfs samenwerkingsverbanden tot stand!
Bekader Bestuur Voorzitter: Secretaris: Penningmeester: Bestuurslid/webmaster: Adres Bekader Universiteit Twente Faculteit T&M Postbus 217 7500 AE Enschede
Lilian A.J. Hupkens Edwin van der Steeg Ramon Pijst Arjan Oude Kotte
info
Forza!
[email protected] www.bekader.nl gironr. 5567995
Oproep voor aspirant-leden Bekader is de vereniging voor afgestudeerde bedrijfskundigen van de Universiteit Twente, van de generatie ’64 tot studenten in de laatste fase van hun studie. We organiseren diverse activiteiten, produceren een jaarboek et cetera en stimuleren daarmee de onderlinge contacten tussen onze leden. Aspirant-leden van Bekader, dit zijn de studenten in de laatste fase van hun studie, hebben net zoveel mogelijkheden als ‘gewone’ Bekaderleden. Ouderejaarsstudenten ontmoeten bij Bekader afgestudeerde collega’s en mensen op hogere posities in het bedrijfsleven en bij de overheid. Rode koontjes tijdens het spelen van het Wereldhandelsspel
Ben je geïnteresseerd in deelname aan één van deze activiteiten? Kijk eens in het schema en reserveer alvast de data. Data waar nog niets bijstaat worden in de loop van het jaar verder ingevuld. Meld je aan, stuur een mail of bel eens een bestuurslid en maak kennis met de mogelijkheden die Bekader je biedt! Groeten en graag tot ziens op één van de activiteiten!
Agenda Datum
Activiteit
Trekker
Wie doet mee?
Donderdag 30 juni
Concurrentiepositie Nederland versus Azië en Oost-Europa
Sander Koopmans
Sjouke van Houten Evert de Jong
'Netwerk Zelfstandige Adviseurs'
Cleo Kiers
Nico Janssen Frans Macklenberg Edwin van der Steeg
'Netwerk Ondernemen in China, nu en in de toekomst'
Geert Mellens
Jos Casparie Wim Lansink Lilian Hupkens
Maandag 29 augustus Dinsdag 20 september Woensdag 26 oktober
BKTRENDS juni 2005
Donderdag 1 december
9
B[UIITEN]ISSIG
Wentelteefje Door Nicole Torka
Dit keer is het niet passief afwachten totdat vriend Toeval ervoor zorgt dat B[UITEN]ISSIG een pittige vulling krijgt. Ik heb een uitje gemaakt, mezelf TBS opgelegd. Op zoek naar het antwoord op één vraag: wat te doen als je het helemaal hebt gehad met je huidige bestaan als hoogopgeleide kenniswerker? De historische achtergrond van deze vraag is een documentaire die ik tien jaar geleden heb gezien. Een manager net zo oud als ik nu ben, met een kei van een baan (200.000 Duitse Marken bruto jaarsalaris), staat ‘s ochtends op en - alsof hem plotseling de bliksem de bol heeft geperforeerd - komt tot de conclusie dat dit het toch niet helemaal is. De leipo schrijft dezelfde dag zijn ontslagbrief en vertrekt naar Zwitserland. Nee, niet om van zijn voor de Belastingdienst beschermde centen te genieten. Die vent zit nu in de alpenwei, in het gezelschap van gemene herkauwers om het beste vocht voor de Emmentaler te garanderen.
BKTRENDS juni 2005
Toen dacht ik: “die vent heeft alle schroeven die je kunt hebben los zitten.” Inmiddels ben ik tot de conclusie gekomen dat vluchtende dagdromen vanaf een bepaald levensmoment een van de weinige trouwe begeleiders zijn, die je dag al bij het afgaan van de wekker inluiden. Zeker sinds ik net van een conferentie terug ben gekomen, waar ik me qua kleding en gedrag op een conventie van stofzuigervertegenwoordigers waande. Alleen de omzetting van de vlucht naar het onbekende; da’s een
10
echt probleem. Ik bedoel; de leeftijd achttien is definitief geschiedenis. Toen flikte ik het wel om mijn baas de middelste vinger te showen en zonder rekening te houden met enige opzegtermijn te vertrekken. Zo ben ik ook in de Twentse oerbossen verzeild geraakt. In mijn eentje naar Nederland gelift en twee weken later mijn ma een kaart gestuurd met twee mededelingen: (1) “Alles super hier” en (2) “Komme nicht mehr zurück, bin emigriert.” Toen kon ze tenminste de aangifte van mijn vermissing bij de plaatselijke politie intrekken. Nee, shit, ik heb tegenwoordig een zogenaamde H-3-verslaving: Hypotheek, Huisgenoot en Hond. En bovendien: vroeger kon je nog relatief anoniem oprot-
ten. Ik bedoel: toen had de televisie een strak regime van acht uur zendtijd en naast volksmuziekprogramma’s en andere ongein was er geen ruimte voor datgene waarmee ze je tegenwoordig allemaal lastigvallen. Zit je eindelijk ondergedoken bij een wijnboer in de Champagne, heb je opeens van die gillende ex-landgenoten op je lip zitten die beweren je portret bij ‘Spoorloos’ te hebben gezien. Tegenwoordig moet je er dus met beleid vandoor gaan. Huisvrouw worden, een van de geoorloofde opties voor mijn sekse, zit er niet in. Zeker niet sinds ik de ‘Desperate Housewives’ volg. Want iedere keer als ik droom van een bestaan als full-time manager van onze residentie herinnert deze serie mij er weer aan dat voor schone lakens allereerst vuile was een noodzakelijke randvoorwaarde is. Alleen voor die lekkere tuinman van Gabrielle zou ik wel willen tekenen: want dames, zo’n vent die zich in ontbloot en strak bovenlijf door je coniferen werkt, dat doet je wel wat. Mijn halfslachtig vluchtplan (of beter experiment) houdt dus het volgende in: je blijft waar je bent, maar gooit je WERKelijke bestaan om. De dr. en de universiteit laten voor wat ze zijn en een woeste draai aan het nogal ingedutte leven geven. En wat doe je dan in onze mooie nieuwe wereld van de arbeid? Je gaat bij uitzendbureaus langs en verkent je mogelijkheden, jouw mate van ‘employabilty’. Hier volgen mijn ervaringen.
Ik sta de etalage van de eerste arbeidsbemiddelaar te verkennen. Vanzelfsprekend heb ik mijn originele c.v. in de tas, maar zonder enige hinder daarvan te ondervinden gaat mijn oog uit naar een vacature ‘leerling metaalbewerker’. Ik bedoel; in zo’n functie maak je tenminste nog echt een tastbaar, gewaardeerd (mits vakkundig gedaan) iets. Ongeveer twee minuten na mijn entrée bemoeit een grietje van heel vroeg in de twintig zich met mij. Nog kauwend op haar middagsnack, haar vuisten kenauachtig in haar nog slanke taille geduwd: “Wat kan ik voor je doen?” Ik geef te kennen mij aan te willen melden als leerling in de zwaar-metaal. “(Bijna gillend) Jij? Heb je wel ervaring?”. “Weinig, maar ik ben wel goed gemotiveerd. Daarom wil ik ook leerling worden.” Het meisje beweert dat ze wel leerlingen met ervaring zoeken en dat ik eerst naar het ROC moet om aldaar een opleiding te volgen. Op de vraag of ze het nu over een opleiding op niveau 1, 2, 3 of 4 heeft, weet ze mij geen antwoord te geven. “Heb jij wel de juiste toelatingspapieren voor het ROC en misschien een c.v. want dan kan ík dat beoordelen.” Zonder blikken of blozen overhandig ik haar de gewenste papieren. “Wat moet jíj dan in de metaal?” “Gewoon het roer om, wat nieuws”. Binnen twee minuten sta ik weer buiten, want zonder ervaring, geen contract als leerling. “Doos…”, denk ik bij
mezelf. Opeens begrijp ik wel een stuk meer van de jeugdwerkloosheid, want hoe moet dat dan met al die nieuwkomers op de arbeidsmarkt? Met een nieuwe strategie stap ik de tweede bemiddelingsinstantie binnen. “Hoi, wat kan ik voor je doen?” Ik wil een uitdaging en dan eentje waar ik mijn billen niet in een stoel moet persen en in mijn hoofd moet wroeten. Beweging, sociale contacten, misschien in combinatie met de gezonde buitenlucht. Of ik iets met dieren wil, mijn vingers in Moeder Aarde wil stoppen of uitstapjes met bejaarden. Kinderen zijn ook in de aanbieding, maar monsters van onder de dertien zijn niet voor mij weggelegd. Mijn c.v. overhandig ik gewillig, maar met een waarschuwing vooraf: “Niks van aantrekken. Ik wil mijn loopbaan vijf keer 180 graden draaien.” Na vijf minuten zwijgend inzage in mijn levensloop te hebben genomen: “Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Dit alles wil je opgeven?” “Lisbeth, ik doe alles, als het maar niets met management en vooral HRM te maken heeft.” Lisbeth is echt aardig en ook nog creatief want ze heeft wel een idee dat zelfs in mijn verknipte hoofd nog niet op is gekomen. Ze kent een bureau dat avontuurlijke reizen organiseert over de hele wereld. “Weet je wat, ik bel ze nu gewoon op,
want ik zie je echt wel groepen in Peru begeleiden.” “Hemels”, denk ik, “da's niet stom.” Maar wat dan met mijn 3 H’s? Toch lijkt het er op dat bij een vrijwillige demotie ballingschap sowieso onvermijdelijk is. Het telefoontje levert helaas niet veel op, want het werk is onbetaald en je moet bovendien zelf de kosten voor vluchten en verblijf betalen. Wederom bestudeert ze mijn c.v. en dit keer mijn publicatielijst. “Heb jij dat geschreven? Met die Van Riemsdijk heb je veel gedaan. Wat vindt die daar nou van en zal die jou niet missen?” Als de jicht grinnik ik in mezelf, maar het mondje piept wat anders: “Die is niet op de hoogte, maar als het zover is komt die om van jaloezie.” “Je hebt ook een boek geschreven, ben je weer zoiets van plan?” “Torka” moedig ik me aan “zet dat maagdelijke gezicht van je eerste communie weer op.” “Nee, dat stadium ligt achter mij.” Puffend bekijkt ze met mij de stadia van mijn beroepsleven. Gezien het feit dat het toch zeer rustig is, betrekt ze haar twee collega’s bij mijn geval. De
BKTRENDS juni 2005 11
BKTRENDS juni 2005
‘Emergency Room’ heb ik blijkbaar al gepasseerd en lig nu op de sectietafel, omringd door de patholoog-anatoom (de vestigingsmanager) en zijn assistentes. De vestigingsmanager stelt me een baan als cateringmedewerkster voor en belt zijn kameraad die daar meer van weet. Met de woorden “Hé Bart, ik zit hier met een probleem”, legt hij de casus Torka aan hem voor. “Zieleknijper, ik kom” ruist het door mijn hoofd en die gedachte wordt niet versoepeld als ik de volgende zin opvang: “Een aardige vrouw, kun je uren mee kletsen over personeelsmanagement, maar wat móet je er nou mee?” Het gesprek valt voor mijn doel vernietigend uit. Ik mag onmiddelijk naar een functie als rayonmanager solliciteren, maar tussen de ‘gewone’ mensen wil hij mij niet hebben, want die kun je niet met ‘zo iemand’ confronteren. De heer des huizes heeft nog andere ideeën: ze zoeken zelf een intercedente en een hoofd Personeelszaken in Den Haag, ik kan trainingen geven aan medewerkers van uitzendbureaus, teamleider van call centermedewerkers worden of gezien mijn werkervaring bij vluchtelingenwerk aan de andere kant van de tafel plaatsnemen: lekker bij de IND. “Nee,” roep ik herhaaldelijk wanhopig, want dat wil ik nou juist niet. De vestigingsmanager en zijn catering-maat hebben wel
12
een serieus bedoelde tip voor mij. Ik moet mijn c.v. veranderen. Hier wat weglaten, daar een functie veranderen. Zeg maar gewoon wat ‘down-tuning’. We zitten verder met z’n vieren met mijn c.v. te stoeien en in een keer valt mijn oog op een chronologisch gat. De periode 1986-1989. Dat had ik er niet opgezet, want niet eens in mijn stoutste dromen zag ik enige relevantie voor de verdere loop van mijn leven. Nadat ze mij in 1986 officieel tot ongewenste gast van het voortgezet onderwijs hadden verklaard, heb ik namelijk in de paarden gezeten. Knecht ben ik geweest, heb uitwerpselen van edele viervoeters verzameld, voor het fysieke en mentale welzijn van de rossen gezorgd en ze ook op het racecircuit bereden. Het gezicht van Lisbeth klaart op: “Ik heb wat voor je!” Uitgerust met de afspraak dat ze voor mij een oogje in het zeil houden en het mobiele telefoonnummer van een paardenhandelaar in Oldenzaal verlaat ik enigzins opgetogen de zaak. Zo, en wat is nu de moraal van dit verhaal? Allereerst moet ik mijn ouders de les lezen. Er zit dus wèl toekomst in de knollen en bovendien is het allemaal gelul: ‘Met een goeie opleiding kom je er wel’. Waar moeten we dan heen, lieve opvoeders?
Nee, beste wijsneuzen, eenrichtingsverkeer is het. Draaien mag alleen binnen de door opleiding geoorloofde kaders, want als je voor sociaal-maatschappelijke suïcide kiest, dan knalt de stempel ‘pathologisch’ op je voorhoofd. ‘Eerlijk duurt het langst’ ook een waardeloos gezegde in deze context. Dus, als jíj het hebt gehad: oefen in understatements, wees nederig, bereid je voor op professionele ontleding en houd er terdege rekening mee dat je moet afkicken van alle verslavingen, inclusief je Nederlandse huis en haard. Dus, jongelui: bezint eer ge aan een academische opleiding, en zeker carrière, begint.
Bron •Dr. Nicole Torka is mede– werker faculteit Bedrijf, Bestuur en Technologie. In juni 2005 heeft zij de onderwijsprijs gewon– nen voor Technische Bedrijfskunde als docente Innovatiemanagement & HRM. Zij ontving deze prijs vanwege haar enthousiasme, levendigheid, bereikbaarheid (zelfs thuis!), voorbereiding op colleges en openheid voor vragen.
De nieuwste rage Door Mirjam Groote Schaarsberg, Rutger MacLean en Sharon Rahmee
Imelda Marcos, de vrouw van de voormalige dictator van de Filippijnen, bezat drieduizend paar schoenen, alsmede een indrukwekkende garderobe aan kleding met bijbehorende andere accessoires. Gelukkig voor de gemiddelde man heeft de gemiddelde vrouw een wat bescheidener eisenpakket, al is het alleen vanwege een te krappe portemonnee. Maar als ze de kans kreeg, zou ze kleine kapitalen spenderen aan een immer uitdijende collectie. Over hoe dat zo komt zijn de meningen verdeeld. De een beweert dat bij vrouwen eigenlijk alles goed staat, waardoor er meer variatie aan kleding wenselijk, zo niet nodig is. De ander heeft het meer over het typisch vrouwelijke instinct om nooit tevreden te zijn met wat je hebt. Geen enkele man kan begrijpen waarom zijn vrouw, of de vrouw überhaupt, aan een dergelijke chronische koopverslaving lijdt. Omgekeerd kunnen vrouwen weinig begrip opbrengen voor de aanschaf van snelle, glimmende auto’s of compleet nutteloze hightech gadgets. Al deze verschillen vormen een barrière voor het gelukkig samenleven van de geslachten. Na rozengeur en maneschijn groeit er het onbegrip wanneer er weer drie uur door het winkelcentrum moet worden geslenterd zonder ook maar tot een enkele aankoop over te gaan. In feite vertonen mannen echter hetzelfde gedrag als vrouwen bij de zoektocht naar de perfecte broek. Namelijk bij elektronica-aanschaf, dan nemen juist mannen rustig de tijd. Voor vrouwen zijn duurzaamheid, garantie en prijs belangrijk. Mannen vallen meer op de technische snufjes. Mannen en vrouwen delen wel hun interesse voor kwaliteit, gebruiksvriendelijkheid en degelijkheid. Maar waar elektronica een levensduur van een paar jaar heeft denken vrouwen om de paar weken nieuwe kleding nodig te hebben. Daardoor ontstaat het beeld dat vrouwen altijd willen winkelen.
Om een verklaring te kunnen vinden waarom vrouwen zoveel genot vinden in het kopen of soms alleen al bekijken van schoenen en mannen hun ego enorm zien groeien als zij weer vier nieuwe wielen onder hun achterste kan plaatsen, gaan we toch weer terug in de tijd. Tot ongeveer de jaren vijftig was er een klassieke rolverdeling, die nu nog steeds vaak voorkomt. De vrouw was verantwoordelijk voor de huishouding, het gezin, ze was georienteerd op het kleine en had oog voor detail. De man bekeek het meer vanuit het grotere geheel. Hij had de baan en verdiende geld. Dit betekende dat de vrouw kleren kocht voor de kinderen, omdat zij daar verantwoordelijk voor was. Manlief zocht een auto uit, omdat hij daarmee naar zijn werk reed. Deze rolverdeling is enigszins veranderd, maar de interesses en trekjes zijn van generatie op generatie ingesle-
Uniseks schoenen
Uniseks schoenen ten. Zelfs twee feministische golven hebben dit beeld niet kunnen veranderen. Ondanks de drang tot emancipatie en gelijkheid is het nog nooit gelukt om mannen en vrouwen helemaal hetzelfde te laten zijn. Uiteindelijk accepteert men dat en is de emancipatie op haar retour. Vrouwen en mannen mogen weer verschillend zijn. In plaats van de verschillen krampachtig weg proberen te poetsen ligt nu de trend in het accepteren van de verschillen en er zo goed en zo kwaad als het gaat mee te leven. Dat houdt in dat vrouwen proberen te begrijpen wat er in mannenhoofden om gaat, maar de mannen op hun beurt interesseren zich bar weinig voor wat er in vrouwenhoofden omgaat. Daardoor voelen de vrouwen zich nog minder begrepen dan ze eerst al deden. Al met al komen we in een cirkeltje terecht waarin de man de vrouw niet begrijpt en de vrouw zich onbegrepen voelt.
BKTRENDS juni 2005 13
Er zijn verschillen in interesses en deze blijken na jaren van gelijkwaardigheid nog steeds de doorslag te geven in studie- en beroepskeuze. De verschillen schijnen fysisch en psychisch te zijn, aangeboren dan wel aangeleerd. Ze zijn een fantastische prooi voor de commercie. Er waren voorheen bijvoorbeeld alleen maar roze muisjes, maar omdat deze kleur niet maneigen is zijn er ook blauwe bijgekomen. Het brengt bovendien meer geld in het laatje voor de slimme producent. Een ander typisch voorbeeld is de ladyfoon, een mobieltje speciaal voor ijdele vrouwen met een spiegelfunctie. Er zijn crèmepjes en douchegels speciaal voor mannen omdat ze een grovere huidstructuur hebben en voor de vrouw een speciaal soort scheermesje, omdat ze rondere vormen heeft. Het gezicht van een man is toch ook niet echt vierkant. Zo vindt de fabrikant elke keer weer iets nieuws om zijn product mee te differentiëren en een grotere omzet te maken. Zelfs de promotie ervan benadrukt het reeds bestaande beeld.
BKTRENDS juni 2005
Dat reclames worden gedifferentieerd voor mannen en vrouwen als afzonderlijke doelgroepen is alang niets nieuws meer. Grappig is dat de verschillen in reclame herkenbaar zijn in twee vormen. Gelijkslachtige reclame en ongelijkslachtige reclame. In de eerste vorm wordt getracht de aanschouwer zich te laten identificeren met de acteurs in de reclame. Bijvoorbeeld in reclames over
14
wasmiddel en maandverband voor vrouwen en scheermesjes voor mannen. In deze reclames worden over het algemeen ‘gewone’ mannen en vrouwen neergezet. Bij ongelijkslachtige reclame is het juist andersom. Daar staan atletische mannen vrouwelijke aandacht te trekken of proberen slanke vrouwen mannen te verleiden tot aankoop van hun product.
De laatste variant komt overigens veel vaker voor, omdat mannen –sorry dames, maar het is de waarheid- over het algemeen meer te besteden hebben. Daarnaast zijn mannen sneller seksueel geprikkeld. Voor de producent zijn ze dus een relatief interessantere doelgroep. Bij vrouwen sorteert de andere aanpak meer resultaat, doordat ze sneller de neiging hebben zich te identificeren met de persoon in de reclame. Vrouwen en mannen worden in de reclame vaak als stereotypen neergezet. Dit heeft als doel reclames snel en duidelijk opgepikt te laten worden door de aanschouwer. Zo staan vrouwen voor zorgzaamheid, aandacht, liefde en
schoonheid, mannen voor succes, carrière, zakelijkheid en rationaliteit. Vaak beelden deze stereotypen iets positiefs uit, wat wel zo praktisch is als het om reclame gaat. Toch zijn er ook tegengeluiden. Organisaties van (nagenoeg alleen maar) vrouwen keren zich tegen het traditionele beeld en dringen aan op rolomkering en gelijkwaardigheid. Meestal wordt die rolomkering ridiculiserend of schertsend gebruikt, een middel om op te vallen. Het is zeker niet serieus bedoeld. Typische voorbeelden hiervan zijn mannen die ineens de was gaan doen als de vrouw van huis is of vrouwen die in het zakenleven applaus krijgen. Maar dan wel om hun schitterende lange haren, dankzij shampoo X. Zitten de verschillen tussen mannen- en vrouwenproducten dieper dan het etiket? Bij cosmetica wordt op de eerste plaats vooral aan vrouwen gedacht, maar de laatste jaren is er een trend gekomen waarbij mannen ook meer op hun uiterlijk zijn gaan letten. Daarom wordt er gezócht naar steeds meer verschillen, zoals de samenstelling, de structuur of de zuurgraad van de huid. Ook al zijn deze niet zo groot, de fabrikanten maken er gretig gebruik van. Ze maken alleen aparte mannen- en vrouwenproducten om extra potjes en tubetjes te verkopen. Zelfs een van de drogisterijen brengt in hun huidige reclamecampagne advies uit om aparte mannen- en vrouwenproducten aan te schaffen.
De cosmeticaverschillen zijn grotendeels verzonnen, maar qua kleding vallen er zeker wel verschillen aan te wijzen. Het meest opmerkelijke en tegelijkertijd onopvallende is de broeksluiting van jeans. Deze is bij mannen en vrouwen precies andersom. Sowieso zijn de meeste mannen toch echt niet van plan rond te gaan lopen in damesjeans, laat staan in een rok (uitzonderingen daargelaten). Ook hebben mannen bepaalde dingen nu eenmaal niet nodig, zoals bh’s of positiekleding. Vergeet bovendien niet de velerlei accessoires, die speciaal voor elke sekse ontworpen worden; sieraden, portemonnees en natuurlijk schoenen. Het onderscheid wordt vooral gemaakt in het uiterlijk van de producten. Deze productdifferentiatie zorgt in de eerste plaats alleen voor hogere opbrengsten voor de fabrikanten. Functioneel zijn de producten vaak aan elkaar gelijk, maar men heeft blijkbaar de behoefte aan steeds een ander kleurtje, geurtje en vormpje.
zouden voor zowel de man als de vrouw hetzelfde kunnen zijn, want in de regel is het verschil in samenstelling minimaal. Meestal is het grootste verschil het geurtje dat wordt toegevoegd. De meeste verschillen worden ons opgelegd door de fabrikanten en de media, maar echt erg vinden we het niet. Anders zou iedereen op de hele wereld op elkaar lijken en dat is iets wat veel mensen niet willen. Pas als er herenschoenen in de winkels liggen, waar een naaldhak onder zit weten we dat het gedaan is met de productdifferentiatie en krijgen we één grote eenheidsworst.
Gelijkwaardigheid zie je al wel een serieuze plaats krijgen in de reclamewereld. Niet alleen gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen, maar ook tussen generaties, geaardheden en rassen. Verzekeraars nemen hierbij het initiatief. Zij lopen voorop als het gaat om alle verschillende doelgroepen gelijkwaardig proberen aan te spreken. Het is echter nog lang niet zo ver dat deze gelijkheid bij andere producten zoals schoenen wordt doorgevoerd. Daar zullen de fabrikanten blij mee zijn, de enigen die echt voordeel hebben bij de vele - misschien onnodige - verschillen.
Bron • Zorra.be geraadpleegd op 3005-2005 • "Waarom mannen liegen en vrouwen altijd schoenen kopen", Pease, A., Het Spectrum 2003
Maar: de meeste verschillen tussen deze producten zijn niet echt, of eigenlijk ècht niet nodig. Zelfs cosmeticaproducten
BKTRENDS juni 2005 15
idinm s n e n in tam ten ocente mens. n a d a v de en en ent kijk n mog van t leem, a n b n e laat tent kijke t pro at… t te t-assis et na an he n. je d e t h s h v n e r julWi ove Stude n met rzaak genom om n t h m o ? e e e klac elost help ste o , weg ord yste e…de is opg weer groot enten er s nlijk w p uitg l e b c e j g s o i i l l o d o x h o e d k t v d fle aarsc ver bij ord ver en het door w rkdruk n e ien? W e vrije a a r r t rz rdt d Hie me we ete ord voo r m b nu kt w nnen en wo o r t eno e s s gew ngd ie i epa e ku ang ormat ante ard eken t s verle a h s r f i …e an bo riode ite e in elev e v ebs n? All erlei r w lie estelp e s l s b k al oldo Stre de d! zijn de nnen v en, oo i n BT yse e a B d u v n k br t i i r e He te ev tuu cult esbet a ruc ensen diger t die! f t s i L de ice …de jouw w envou uw stu oor nde is k Serv icole v e o 5 u aan ler en over j nN t va 200 jfsk l van Bedri ere he nde wo Beide n sne rmatie e t e nd fsku jz ocen HRM n all aan ij er a spri info wij este d e ond Bedr ent & ten va ijs die r e nd De b eerd ische agem ocen ijspr eo c … d reikt? Zij do Techn tieman este d nderw e r o b . g onuit orden t. Voo Innova et de le UT- reikt. gew n a e k t m e w r g f a t e t m et v i g van hee cen zich nu age h all nders gekob Man a van engen n in de worde r e l bus og inze Pow Tork nten m idinge aar za en r alle uit de rtiel n e e e j l c k e do re op n het de kwa rdin kige ond e a Mee artiel geluk an dit n win and eind v e k e n kw en als ver d n in Nie het de nte et der atting all: le ttinge artiel! e d env werb enva e kw -stu in h …BK Ze is en sam o’n Po of sam vierd ? t nen amens j ook z amens oor he i t ten . Wil j le tent rball v e men enke Pow
BKTRENDS juni 2005
t s n e w s d n e r BKt n fijne je ee tie! vakan
16
Wat heeft logistiek met vlaai te maken? Voor beide moet je in Limburg zijn. Om dat aan den lijve te ondervinden daalden we op 2 juli in drie uur af naar Limburg. Onze eerst stop was het hoofdkantoor van Océ in Venlo. Daar werden we gastvrij ontvangen met koffie en echte Limburgse vlaai. Tijdens de koffie werd al het nodige verteld over Océ. Daarna gingen we naar de afdeling Logistics Service Parts. Hier kregen we een korte presentatie waarna we in twee groepen werden rondgeleid op de afdeling waarbij natuurlijk de nodige uitleg werd gegeven. Het bezoek werd afgesloten in het hoofdkantoor met een uitgebreide lunch die eenieder zich goed liet smaken. Vervolgens stapten we weer in de touringcar voor de trip naar Sabic EuroPetrochemicals in Geleen. Hier werden we wederom met vlaai en koffie ontvangen op het hoofdkantoor. Daarna gingen we op weg naar het 1500 voetbalvelden grote bedrijfsterrein dat gedeeld wordt met DSM. Na een korte routinecheck reden we met de bus over het bedrijfsterrein dat doorsneden wordt door de A 76. Tijdens deze bustour kregen we veel te horen over de logistieke processen die bij Sabic spelen. De dag werd afgesloten met een gezellige borrel en de nodige hapjes.
De kick van vaardigheden Voor het eerst in de geschiedenis van Stress werd er in plaats van een congres een trainingendag georganiseerd. Met het thema “Thrill your Skills” konden studenten hun vaardigheden verbeteren en aanscherpen. Maanden van voorbereiding gingen vooraf aan dit evenement. Op 19 mei konden de deelnemers, na een geweldige opening van spreker Antoon Vugts, genieten van een kop koffie met een speciaal op deze dag gerichte traktatie. Hierna hebben de deelnemers hun vaardigheden verfijnd met trainingen van vijf topbedrijven en zich zo in de kijker gespeeld bij ondernemend Nederland. De trainingen werden door alle aanwezigen zeer gewaardeerd en de deelnemers kunnen terugkijken op een leuke en leerzame dag. De impressies van deze dag zijn te vinden zijn op www.trainingendag.nl Terugkijkend kunnen we met recht zeggen dat deze dag erg geslaagd was! Op naar de Stress Trainingendag 2006! BKTRENDS juni 2005 17
Alumni
Laveren tussen droom en Door Heleen Herbert -
[email protected]
Heleen Herbert is de naam. Van 1990 tot 1995 studeerde ik Technische Bedrijfskunde in Twente. Nu ben ik verantwoordelijk voor het rijden van treinen. Ik werk als productiemanager bij NS Reizigers. Nee, dat was niet waar ik over droomde toen ik mijn bul haalde. Toch doe ik mijn werk nu met hart en ziel. Het kan verkeren. De vraag om een bijdrage te leveren aan deze rubriek is een mooie aanleiding om eens achteruit en vooruit te filmen. Waarom gaat een mens bij de NS werken, waarom blijft ‘ie er vervolgens tien jaar zitten en heeft dat alles nog iets te maken met de studie Technische Bedrijfskunde?
Schokkend eigenlijk, dat het alweer vijftien jaar geleden is dat ik naar Enschede vertrok om te starten met mijn studie Technische Bedrijfskunde. Ik herinner me dat mijn studiekeuze – het is paradoxaal - met name voortkwam uit het feit dat ik niet kon kiezen. In mijn beleving bood TBK me een passende uitvlucht: in het vakkenpakket kwam ik van alles en nog wat tegen. Ik hoefde me niet meteen te beperken, dit was een studie opgezet voor generalisten. Het is saillant dat ik juist dat kenmerk aan het eind van mijn studie als een grote handicap voelde. “Had ik maar een vak geleerd”, dacht ik toen ik me moest gaan presenteren op de arbeidsmarkt. Achteraf gezien allemaal onzin, koudwatervrees. Maar laat ik, voordat ik daar verder op in ga, eerst nog even terugblikken op de keuzemomenten tijdens het verloop van mijn studie.
BKTRENDS juni 2005
Wroeging Al in het eerste jaar kregen we de opdracht om wat focus aan te brengen door middel van een
18
technische specialisatie. Ik koos voor Civiele Techniek, puur op gevoel. Het voelde als iets wat ik ‘erbij’ deed. Mijn grootste interesse lag bij de mensgerichte, bedrijfskundige vakken. Geheel in lijn daarmee koos ik mijn keuzevakken binnen de vakgroep Human Resource Management. Ondertussen had ik mezelf een beeld gevormd van mijn gedroomde toekomstige werkomgeving. Ik wilde de kant op van de Public Relations en Voorlichting. Ik pakte daarom een deel mee van de studie Toegepaste Communicatie Wetenschappen en ik vond een prachtige afstudeeropdracht op de luchthaven Schiphol. Deze ging over de aanleg van de vijfde baan en de wijze waarop Schiphol daarover communiceerde met haar omgeving. Ik kreeg de kans om mee te beleven hoe Schiphol bij haar omwonenden acceptatie probeerde te bewerkstelligen voor haar uitbreidingsplannen. En steeds meer kwam ik erachter: “… dit is niets voor mij!”. Ondanks mijn
rol aan de zijlijn had ik oprecht last van wroeging. Ik voelde zo weinig ruimte. Dat is overigens geen oordeel over de werkwijze van Schiphol; ik vind het absoluut te rechtvaardigen dat bedrijven hun belangen proberen te behartigen. Veel meer is het een inzicht in mijn eigen persoonskenmerken. Ik kwam erachter dat het voor mij ontzettend belangrijk is om te kunnen nuanceren. Ik wil voors en tegens naast elkaar kunnen zetten. Ik wil inzicht hebben in tegenstrijdige belangen en uiteindelijk wil ik ook mijn eigen mening kunnen vormen. Dat alles zag ik op dat moment niet als een perfect match met het vakgebied van de externe communicatie. Ik moet ergens persoonlijk in geloven voordat ik het kan, ‘verkopen’.
daad Dansen op tafel Dus daar stond ik dan, met mijn studie bijna afgerond en een helder profiel. Maar wat moest ik nou gaan worden? Ik kon eigenlijk alleen maar aangeven wat ik niet wilde! Toen kwam ook het moment van twijfel. Wat kan ik nou helemaal? Ik weet van veel dingen een heel klein beetje. Misschien genoeg om een beetje leuk mee te praten, maar voor mijn gevoel volstrekt onvoldoende om ooit serieus genomen te worden binnen een arbeidsorganisatie. Gelukkig waren dat allemaal gedachten die ontkracht werden toen ik ging solliciteren. Want toen merkte ik dat de studie Technische Bedrijfskunde een prima binnenkomer is, en dat het er verder vooral op aankomt of je in een nadere kennismaking kunt laten zien dat je beschikt over een dosis gezond verstand én goede interpersoonlijke vaardigheden. Overigens vond ik het in het begin wel lastig om te bedenken op wat voor soort functies ik moest solliciteren. Eigenlijk kon ik me er helemaal geen voorstelling bij maken. Wat doe je nou de hele dag als je werkt? En wat past dan bij mij? Ik ben daar heel erg in geholpen door een geweldige ervaring bij een klein adviesbureau. Ik solliciteerde daar voor een functie waarin je veel aan het werk zou gaan in het MKB. Na allerlei stappen in de sollicitatieprocedure doorlopen te hebben, hadden mijn gesprekspartners inmiddels uitgesproken dat ze me
goed vonden. Dat was heerlijk om te horen! Totdat ze daarna vertelden dat ze toch besloten hadden om me niet in dienst te nemen. “Jij bent iemand die op de tafels gaat staan dansen en dat past niet echt bij onze klantengroep. Wij hebben veel te maken met familiebedrijven, waar mannen van middelbare leeftijd in krijtstreep achter een bureau zitten. Die schrikken zich rot als jij binnenkomt”. En los van de vraag of hun typering klopte, drong het op dat moment voor het eerst tot me door dat ik die baan helemaal niet moest willen hebben. Het werd een schrikbeeld voor me om alleen te moeten werken en in en uit te vliegen in allerlei bedrijfjes. Ik wil ergens bijhoren. Vooroordelen Deze ervaring gaf ineens meer richting aan het zoeken naar een baan. De bemiddeling door KPMG/ Ebbinge (Campus Recruitment) hielp me verder. Ik sprak daar met een man die me verschillende bedrijven en functies voorspiegelde, maar uiteindelijk concludeerde dat NS op mijn lijf geschreven was. En… ik voelde me echt beledigd. Ik had namelijk allerlei vooroordelen over de Spoorwegen: een log bedrijf, bureaucratisch en verre van sexy. Toch was ik nieuwsgierig genoeg om kennis te gaan maken bij de NS en daar werd ik op slag verliefd. Het is heerlijk om allemaal mensen te ontmoeten die weten dat het beter
kan en moet en die intussen wel met beide benen op de grond blijven staan. Daarnaast vond ik het prettig dat het bedrijf zo’n duidelijke maatschappelijke functie heeft. Twee dagen na mijn afstuderen ging ik dan ook in Utrecht aan de slag. Ik startte bij de afdeling Intern Organisatieadvies. Geweldig om via allerlei projecten veel over de organisatie te leren. Na een jaar stapte ik over naar de afdeling Klantenservice om daar als projectleider een callcenter op te zetten. Al snel bleek dat die verandering het werk op de hele afdeling raakte en daarom leek het logisch om mij hoofd van de afdeling te maken. Ik vond het spannend en een beetje eng: vierentwintig jaar en dan leiding geven aan zestig mensen in een veranderproces. Eerlijk gezegd voelde het alsof anderen meer vertrouwen in mij hadden dan ik in mezelf. Maar ik dacht: “Als zij denken dat ik het kan, ga ik het gewoon doen”. Inmiddels weet ik dat het vaak vrouwen zijn die zo redeneren. Mannen zeggen eerder: “Ik kan dit, laat mij het maar doen”. Vrouwen hebben het vaker nodig dat anderen de kwaliteit van hun werk zien en zeggen bij een nieuwe klus eerder: “ik wil het graag doen, ik ga het proberen”. Overigens is het in beide gevallen de kunst om er doorheen te kijken, want de éne houding geeft niet meer garantie dat het goed komt dan de ander!
BKTRENDS juni 2005 19
BKTRENDS juni 2005
Betrokkenheid Na mijn tijd bij Klantenservice ben ik heel bewust aan de slag gegaan binnen een groot veranderprogramma genaamd “Bestemming: klant”. Ik wilde ontzettend graag meewerken aan die beweging naar de toekomst. Ik werd verantwoordelijk voor de ontwikkeling en invoering van een nieuwe sturingscirkel. “Bestemming: klant” bestond uit zo’n tachtig projecten, maar werd berucht door één van die plannen. Dat was het plan om het rijdend personeel niet meer in heel Nederland, maar op een beperkt aantal lijnen in te zetten. In de volksmond werd dat ‘het rondje om de kerk’. Ik heb de commotie die intern én extern ontstond van heel dichtbij meegemaakt en het raakte me persoonlijk. Het is raar om met hoofd en hart te werken aan zaken waar je in gelooft en tegelijkertijd te zien dat er om één deeltje een ‘oorlog’ uitbreekt. Na het management, verloren ook de vakbonden de band met het rijdende personeel. Er ontstonden medewerkerscollectieven, de performance van het bedrijf kelderde omlaag, de druk vanuit de politiek nam steeds meer toe en uiteindelijk stapte de Raad van Bestuur én de Raad van Commissarissen op. Ik heb tranen met tuiten gehuild bij het afscheid. Het klinkt misschien raar, maar het zegt alles over mijn enorme betrokkenheid bij NS in het algemeen en bij dat hele veranderproces in het bijzon-
20
der. Voor mij is dat ook precies de reden waarom ik er niet over pieker om bij een ander bedrijf te gaan werken. Ik wil dat het goed gaat met NS, ik heb daar allerlei ideeen over, ik heb tegen wil en dank ervaring en kennis opgebouwd over dit bedrijf en ik ken ontzettend veel mensen. Zonde om mijn energie in een ander bedrijf te stoppen. Trouwens, het bedrijf stopt ook veel energie in mij. Ik krijg vertrouwen, geweldige kansen om mezelf te ontwikkelen en uit een assessment is mijn geschiktheid voor de hoogste functies gebleken. Nu moet ik alleen zelf nog bedenken wat ik wil! Net als voor en na mijn studie weet ik het eigenlijk niet zo goed. Proof of the pudding Inmiddels ben ik alweer een tijdje productiemanager in Alkmaar. In die hoedanigheid ben ik verantwoordelijk voor één van de dertien regio’s van NS Reizigers. Ik geef direct leiding aan een managementteam van twintig personen en ben op die manier – zoals medewerkers zeggen - ‘de hoogste baas’ van 600 machinisten, hoofdconducteurs en aanverwante artikelen. Ik heb er bewust voor gekozen om de productie in te gaan, omdat ik zelf wilde bijdragen aan de uitvoering van alle toekomstplannen waar ik hiervoor aan heb gewerkt. Ik had ook behoefte aan de ‘proof of the pudding’. Het werk is verrijkend, maar niet alleen leuk. Ik zat drie weken in Alkmaar toen ik m’n eerste stakingsdreiging aan de broek kreeg en nu we anderhalf jaar verder zijn heb ik inmiddels drie keer een vertrouwenscrisis vanuit het personeel beleefd. Het is jammer genoeg tekenend voor de ver-
houdingen binnen mijn gebied en dat vréét energie. Toch geloof ik dat het anders kan. Ik werk daaraan door te investeren in de persoonlijke ontwikkeling van mensen. Voor mij is dat de basis van organisatieontwikkeling. En gelukkig zie ik ook dat mijn investering beweging oplevert. Dat gééft energie. Kleine stapjes, dan vallen we niet! Idealen Misschien is het voor sommigen moeilijk te snappen waarom ik zo verknocht ben aan de Nederlandse Spoorwegen. Een collega van me zei eens: “als je bij NS bereid bent om te bukken, kun je overal goud rapen”. Ik ben het daar roerend mee eens en het betekent voor mij bovendien dat ik elke dag weer kan voelen dat ik verschil maak. Ik vind dat wezenlijk voor mijn eigen werkplezier. Maar los van alles wat beter kan, ben ik ook oprecht trots op de prestatie die we elke dag weer leveren. Want het is geen sinecure, elke dag vijfduizend treinen en een miljoen reizigers. Ik denk regelmatig: 'Bedrijfje, zeg'. Mijn persoonlijke motto blijft onder alle omstandigheden dat ik wil laveren tussen droom en daad. In wezen ben ik een enorme idealist, maar ik heb er ook behoefte aan om in het hier en nu aan de slag te gaan en resultaten te boeken. Door te blijven dromen over de toekomst geef ik richting aan mijn daden van vandaag. Nu doe ik dat binnen NS, maar ik heb altijd gezegd dat ik na mijn veertigste iets ‘voor het land wil betekenen’. Ik dacht dan aan de politiek, want ook daar zou ik graag van alles aan willen veranderen. Maar misschien loopt het anders. Ik ben niet zo’n planner. Ik heb gemerkt dat een heleboel dingen vanzelf op je pad komen. Dat is geen toeval. Ongemerkt stuur je het zelf. Want het valt mensen op als jij dingen doet die je de moeite waard vindt en waar je in gelooft. Dus dat is wat ik wil blijven doen!
Door Jurriaan van Hengel en Coen Titulaer
Regelmatig komt hij in het nieuws als hij heeft onderzocht hoe de Nederlanders denken over de actualiteit. BKtrends heeft de rollen omgedraaid door Maurice de Hond aan een kruisverhoor te onderwerpen. Over hoe hij Newconomy ervaren heeft, wijdt hij het minst uit: “Met een grote up en een grote down, denk ik.” De Hond vertelt het meest uitgebreid over het falen van leidinggevend Nederland.
De fameuze peilingen De bekendste website van Maurice de Hond is te vinden onder www. peil.nl. Deze website produceert bijna dagelijks statistieken, gebaseerd op de actualiteit. Het concept van de website luidt in De Honds woorden: “Vinger aan de pols van de Nederlandse samenleving en dat op een zo transparant mogelijke manier. De truc is het snel verzamelen van actuele informatie die representatief is voor de samenleving en dat ook weer teruggeven omdat het maatschappelijke relevantie heeft.” De overgang van de telefonische vragenlijst naar de internetenquête vindt De Hond vergelijkbaar met de overgang die daarvoor plaatsvond; van de huis-aanhuisenquête naar de telefonische enquête. “Langzaamaan konden we in een situatie komen waarin vormen van representativiteit benaderd konden worden.” In de zomer van 2002 dacht De Hond: “Nu is de tijd rijp om het
Maurice de Hond
Nederland heeft de boot gemist bereid zijn om hun mening te geven.” Wat voor strategie hanteert u bij de keuze van uw enquêtes? “Doorgaans volg ik de actualiteit en het merendeel van wat ik doe is volgend aan wat zich op dat moment afspeelt. Als iets gisteren of vanmorgen speelde, dan kan ik vanavond al resultaten hebben.”
te doen” en zette hij de website op, daarbij maximaal proberend om zijn knowhow te combineren met de technologie. “Wat ik vroeger met driehonderd man deed, doe ik nu met anderhalf.” Een extern bedrijf verzorgt de infrastructuur voor De Hond waarin hij kan opereren. “Waar ik zelf ben, maakt dan eigenlijk niet uit. Als ik maar een connectie heb met het internet, dan kan ik onderzoek doen en het dus ook beschikbaar stellen.“ Was het concept van peil.nl destijds écht nieuw? “Jazeker, met name vanwege de landelijke representativiteit die bereikt kan worden en de snelheid waarmee de resultaten op tafel komen te liggen.” “Zoals Barend en Van Dorp het nog steeds doen, daar komen aardige uitslagen uit, maar dat zegt me echt helemaal niets. Het is een leuk spelletje, maar het geeft de mening van kijkers die
Hoeveel waarde denkt u dat de Nederlandse samenleving hecht aan de uitslagen? “Vrij fors denk ik, want ze komen ook met een grote regelmaat in het NOS Journaal terecht. Toen ik aan het begin van de verkiezingscampagne van 2003 had gezegd dat Bos zo snel omhoog was gegaan en de traditionele bureaus dat nog niet hadden, omdat ze in feite te traag meten, toen kwam er meteen de beschuldiging dat dat gebeurde doordat ik dat met internet deed. Pas twee weken later hadden ze vergelijkbare uitslagen. Er was wel wat kritiek in het begin, maar dat is langzamerhand weggeëbd. Dezelfden die kritiek hadden dat ik mijn peilingen via internet deed, doen het nu zelf ook via internet.“ U was al vroeg betrokken bij de informatietechnologie. Hoe bent u er ingerold? “In 1965 leerde ik programmeren tijdens de kerstvakantie. Daardoor heb ik altijd veel met automatisering te maken gehad in een wereld waar dat niet gewoon
BKTRENDS juni 2005 21
was.” Bij de opkomst van internet begin jaren negentig had De Hond al een visie van de toekomst. “Ik had het gevoel dat internet de beloftes gemaakt door automatisering, maar die nog niet waren ingelost, ging waarmaken.” In 1995 schreef Maurice de Hond een boek over zijn visie met de
titel ‘Dankzij de snelheid van het licht’. Hierin betoogt hij hoe bedrijven en overheden zouden moeten omgaan met nieuwe informatietechnologie. “Een typisch voorbeeld is de miljardeninvestering in de Betuwelijn, een technologie uitgevonden in 1839. Als dit kapitaal was geïnvesteerd in een
Curriculum Vitae Maurice de Hond 1947 Geboren te Amsterdam 1971 Doctoraal Sociale Geografie aan de Universiteit van Amsterdam 1991 Directeur ‘Marketing, Business Information & Development’ bij ITT Gouden Gids 1995 Directeur ‘Informatie Technologie & Nieuwe media’ bij Wegener 1998 CEO en co-founder van Newconomy 2002 Via eigen BV View/Ture opiniepeilingen via internet en andere advieswerkzaamheden
glasvezelnetwerk naar ieder kantoor en huis in Nederland, dan zouden we tien jaar later voorop lopen met de kenniseconomie. Dit is een doel dat de Nederlandse overheid nu nog wanhopig probeert te bereiken.”
U zegt dat Nederland de boot gemist heeft. Waar komt dat door? “In 1998 was het nog steeds zo dat leidinggevenden trots, écht trots waren als zij niet met computers om konden gaan. Dat betekent dat je geen leiding kan geven, omdat een groot deel van de veranderingsprocessen die bedrijven moeten doormaken, samenhangen met de gevolgen van ICT zowel voor het bedrijf zelf als de omgeving waarin het opereert. Langzamerhand is het nu zover dat je als topman wel een dombo bent als je niet met
Dilemma Levensgenieter of harde werker? “Ik geniet van mijn werk. Ik heb altijd kunnen doen wat ik leuk vond. ’s Avonds naar bed gaan met het gevoel dat ik ’s ochtends weer wat leuks kon gaan doen.”
BKTRENDS juni 2005
Windows of Linux? “Ik word altijd meteen geïrriteerd als ik dit soort discussies hoor omdat het zulke religieuze discussie lijken. En de die hards zijn net zo fundamentalistisch. In de komende tien jaar gaat er meer veranderen dan in de afgelopen tien jaar is veranderd. Over een tijdje praat je niet meer over Windows of Linux, dan is het er gewoon.”
22
internet om kunt gaan. Maar dat is iets heel anders dan leidinggeven in een veranderingstraject. Dan moet je niet alleen een soort gebruiker zijn, maar gewoon vooruitlopen en een visie hebben op waar we naar toe gaan. En ik moet zeggen dat ik dat op veel plekken niet merk.” Dat is al jaren geleden. Dat komt nu niet meer voor, toch? “De KNVB heeft al jaren een website waarmee je alle ranglijsten en het programma van volgende week kan volgen, tot en met de jeugd. Geen soepel lopende toepassing, maar hij was er. Eind april zijn ze opengegaan met een vernieuwde website. Er is wat veranderd in de vormgeving waardoor het inderdaad moderner lijkt en toegankelijker is. Een toepassing die ik zelf gebruik is om te kijken
waar ik naartoe moet; een routeplanner. Dan kijk ik op de KNVBwebsite naar de postcode van het veld, en dan ga ik naar de ANWBwebsite om daar mijn postcode in te slaan en vervolgens de routebeschrijving te zien. Ik vind het verbijsterend dat je anno 2005 met een nieuwe website komt en de functionaliteit identiek is aan 2000. Dat je dan nog geen routeplanner ingebouwd hebt die, als ik eenmaal ingelogd ben en ze mijn locatie weten, een routebeschrijving toont voor mij naar dat veld.” Tien jaar na de echte opkomst van het internet heeft Maurice de Hond nog altijd dezelfde visie als voorheen. Kort gezegd ontbreekt het bij veel leidinggevenden van veranderingsprocessen aan een visie op nieuwe technologie. De
Hond heeft de daad bij het woord gevoegd en gebruikt internet voor zijn dagelijkse onderzoeken. Hetzelfde onderzoek, maar dan met een snellere technologie.
Bron • Telefonisch interview met Maurice de Hond gehouden op 11 mei 2005 • 'Dankzij de snelheid van het licht' door Maurice de Hond (1995) • www.mauricedehond.nl, geraadpleegd op 6 mei 2005 • www.peil.nl, geraadpleegd op 6 mei 2005
Advertentie
De HiTecMasterclass. Aan het begin van je carrière al de kans krijgen om multidisciplinair te opereren. Op het snijvlak van theorie en praktijk. TNO en Defensie bieden twintig talentvolle (bijna) afgestudeerden in technische richtingen 8 weken de kans - betaald kennis te maken met deze twee hightech organisaties. Academici van negen universiteiten hebben met groot enthousiasme
aan dit programma deelgenomen. Vorig jaar hebben 13 deelnemers er na afloop een baan gevonden. Van 12 september tot en met 4 november 2005 vindt de vijfde editie plaats. Meer weten? Kijk op www.hitecmasterclass.nl
De Verdieping
Op weg naar een betere Implementatie van een bedrijfsbreed informatiesysteem Door dr. P.M. Wognum
In veel bedrijven worden pogingen ondernomen om bedrijfsfuncties te integreren via pakketsoftware als ERP, CRM, SCM, PDM en Knowledge Management. Projecten die voor dit doel worden opgetuigd verlopen echter lang niet altijd naar wens. Vaak kosten deze projecten meer tijd en geld dan begroot, maar brengen ze lang niet op wat men ervan verwachtte. De vraag is waarom problemen zich herhalen ondanks dat er veel kennis aanwezig is over mogelijke valkuilen en succesfactoren. Is deze kennis dan tóch niet aanwezig? Onderschat men de complexiteit? Is elke situatie zo verschillend dat er geen algemene richtlijnen te geven zijn? In het Europese project BEST (Better Enterprise sySTem implementation) zijn case studies uitgevoerd om meer te weten te komen over de problemen die zijn opgetreden in implementatieprojecten. De resultaten laten zien dat veel problemen zich inderdaad in alle situaties kunnen voordoen. Er zijn echter ook verschillen geconstateerd tussen bijvoorbeeld culturele regio’s of tussen typen organisaties. De kennis die in de case studies is opgedaan is verwerkt in een programma waarmee men de situatie bij de start van een implementatieproject kan beoordelen. Tevens kan men hiermee mogelijke valkuilen identificeren, leren van problemen die zich elders hebben voorgedaan en leren van de problemen die in de cases zijn geïdentificeerd.
BKTRENDS juni 2005
Implementeren van bedrijfsbrede informatiesystemen, wat is het probleem? Bedrijfsbrede informatiesystemen zijn softwarepakketten die een geïntegreerde oplossing bieden voor de informatiebehoeften in een bedrijf. Functies als pro-
24
ductontwerp, productie, inkoop, voorraadmanagement, verkoop en distributie, financiën en beheer en human resource management worden door dit soort pakketten ondersteund. Deze ondersteuning biedt een integratie van processen door het delen en uitwisselen van informatie. Op dit moment bieden bedrijfsbrede informatiesystemen ook ondersteuning voor het beheer van de toeleverketen, voor verkoopactiviteiten en voor het verlenen van diensten aan klanten. Als voorbeelden van bedrijfsbrede systemen kunnen genoemd worden: Enterprise Resource Planning (ERP), Product Data Management- en Product Lifecycle Managementsystemen (PDM/PLM), Customer Relationship Managementsystemen (CRM), Supply Chain Managementsystemen (SCM) en diverse geavanceerde tools die samenwerken tussen verschillende partijen ondersteunen door middel van een virtuele gezamenlijke werkomgeving. Deze lijst is zeker niet volledig. Er bestaan nog meer geïntegreerde pakketten, mogelijk onder andere namen. Alle pak-
ketten bieden integratie van verschillende bedrijfsfuncties en hebben betrekking op verschillende gebruikersgroepen en afdelingen zowel in één bedrijf als in meerdere bedrijven. Bovendien is het implementeren van dergelijke systemen in een bedrijf een complexe aangelegenheid met veel valkuilen. Meer dan de helft van de implementatieprojecten leidt niet tot het beoogde doel. Er worden veel problemen gerapporteerd in de literatuur en in de vakbladen. Slechts tien procent van de problemen blijkt van technische aard te zijn. Het overgrote deel van de problemen is van organisatorische aard of heeft betrekking op de mensen die beïnvloed worden door de implementatie of zelf op het implementatieproject betrokken zijn. Omdat veel problemen zich lijken te herhalen is de vraag waarom er niet geleerd wordt van eerdere projecten, of waarom de kennis uit de literatuur en vakbladen niet of niet goed wordt gebruikt. Huidige projectmanagementmethoden zijn tamelijk generiek en dienen specifiek te worden gemaakt voor een actuele situatie. Dit is lastig, in het bijzonder voor projecten die niet zo vaak voorkomen in organisaties. Kennis die opgedaan is in een eerder project is vaak niet meer aanwezig of is niet meer actueel. Bovendien bieden dergelijke methoden geen of onvoldoende richtlijnen voor het omgaan met de dynamiek van
projectstart complexe projecten als een implementatieproject. Wanneer veel partijen met verschillende achtergronden en belangen met elkaar samenwerken, wat vaak gebeurt in een implementatieproject, en het traject is lastig voorspelbaar, kunnen zich allerlei verstoringen en verrassingen voordoen die bijstelling van het project of andere ingrepen vereisen. Kennis van mogelijke verstoringen en problemen kan helpen om voorbereid te zijn op wat zich in zo’n project allemaal kan voordoen. In het BEST-project1 is veel kennis vergaard over specifieke gebeurtenissen die ingrijpen nodig hebben gemaakt. Hieronder zal worden beschreven hoe de samenwerking in het BEST-project verliep en wat het resultaat van het project is. Samenwerken in een Europees project, het BEST-project Dit Europees project wordt uitgevoerd door verschillende partijen die afkomstig zijn van verschillende instellingen of bedrijven in diverse landen van de Europese gemeenschap. In het BEST-project namen partijen deel uit Engeland, Noorwegen, Denemarken, Nederland, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië, Zwitserland en Israël. In het project namen vijf kennisinstituten deel, vijf consultancybureaus en één eindgebrui-
ker, een bedrijf dat de resultaten van BEST zou kunnen gebruiken. Samenwerking tussen zoveel verschillende partijen is een uitdaging vanwege de verschillende achtergronden en vakgebieden die de partners met zich meebrengen. De onderzoeksbenadering in het
BEST-project was een socio-technische benadering, waarin organisatorische en technische aspecten in onderlinge samenhang werden bekeken. Niet alle partners waren even goed thuis in deze benadering. Dit betekende dat er uitgebreid moest worden gediscussieerd en begrippen en termen op elkaar moesten worden afgestemd. Dit vergde veel tijd en inspanning omdat de neuzen één kant op moesten staan voordat er met de case studies kon worden begonnen. Het begrip ‘formeel’ bijvoorbeeld werd nogal verschillend uitgelegd in de verschillen-
de onderzoekswerelden die in het project bijeen kwamen. Het duurde dus even voordat men elkaar begreep. Om met zoveel partijen case studies uit te kunnen voeren was een uitgebreid protocol nodig. Elke stap in een case study moest worden gespecificeerd om tot uitwisselbare en vergelijkbare resultaten te kunnen komen. Elke partner heeft volgens dit protocol diverse case studies uitgevoerd in de eigen regio, zodat een totaal van 24 cases is bestudeerd, een mooi resultaat. De informatie die vergaard is in de case studies bestond uit: • Een vragenlijst waarin gegevens over de projectcontext zijn vastgelegd, zoals bedrijfstype (product, service) en –omvang (SME, mediumsized of large), het geïmplementeerde bedrijfsbrede systeem, de omvang van het project, betrokken partijen, de culturele regio (anglo, nordic, latin, german), etc. • Een beschrijving van de inrichting en verloop van het implementatieproject. • Gebeurtenissen die de projectvoortgang hebben verstoord, de oorzaken, de acties die zijn uitgevoerd om een mogelijk negatieve impact te voorkomen en de uitkomsten van die acties. Elke gebeurtenis met bijbehorende
BKTRENDS juni 2005
1 BEST (Better Enterprise SysTem implementation) is een project binnen het Information Systems (IST)-domein van het 5th Kader-Programma van de Europese Commissie. Het project was gestart in juni 2002 en beëindigd in November 2004 (www.best-project.com).
25
oorzaak, actie(s) en uitkomst(en) is vastgelegd in een CEAO-keten (cause-event-action-outcome); elke keten representeert een manifestatie van dynamiek in het implementatieproject, zoals die door betrokkenen wordt ervaren. Er is ook gevraagd naar positieve gebeurtenissen, waarvan er enkele zijn genoemd, maar negatieve gebeurtenissen blijven kennelijk langer hangen. • Voor elke CEAO-keten is vastgelegd van wie de informatie afkomstig was, of de gebeurtenis verwacht was of onverwacht en chronisch of incidenteel. In totaal zijn 264 ketens verzameld. Om de CEAO-ketens te kunnen analyseren en vergelijken was een codering nodig. Een van de doelen van het BEST-project was om te achterhalen of de geconstateerde problemen organisatorisch of technisch van aard waren. Indien organisatorisch van aard, dan is het belangrijk om te weten welk aspect van de organisatie in het probleem betrokken was. Voor dit doel is een raamwerk opgesteld dat is gebaseerd op een systeembenadering om organisatorische processen te beschrijven. Dit raamwerk is te vinden in de tabel.
de gezichtspunten te onderscheiden. Het belangrijkste uitgangspunt voor het samenstellen van het raamwerk is dat de drie ‘primaire’ processen hun eigen organisatie vergen, maar wel onderling afgestemd dienen te zijn. Een belangrijk probleem dat bijvoorbeeld vaak wordt genoemd is dat de processen die in het bedrijfsbrede informatiesysteem zijn ingebed, niet goed zijn afgestemd op de betreffende processen in het bedrijf, of andersom. Aan de andere kant is de kennis die nodig is om een implementatieproject uit te voeren een andere dan die nodig is voor het uitvoeren van bedrijfsprocessen. Dit wordt lang niet altijd onderkend. In een eerste analyseronde is er voor gekozen om alleen de oorzaken van de ketens te coderen aan de hand van het raamwerk. De verdeling van de oorzaken over de cellen van het raamwerk laat interessante verschillen zien. Deze resultaten zijn te vinden in de tabel. Zoals ook vaak in de literatuur wordt genoemd, is een aantal problemen terug te voeren op het management in het bedrijf, dat onvoldoende betrokken is bij de implementatie. Ook
De kolommen van het raamwerk representeren elk een ‘primair’ proces: het bedrijfsproces dat door de implementatie wordt beïnvloed, het implementatieproces en het ontwerp- en afstemmingsproces voor het bedrijfsbrede informatiesysteem. De rijen representeren aspecten van het organisatorische systeem dat nodig is om de ‘primaire’ processen te realiseren. Zowel structurele als gedragsmatige aspecten zijn in dit systeem meegenomen. De drie organisatorische systemen bestaan naast elkaar, maar zijn tevens met elkaar verbonden. Het raamwerk biedt dan ook vooral een analytische blik op een implementatietraject door verschillen-
Dimension Aspect
Business
Enterprise System
Project Management
Total
Knowledge & Skills
24
4
11
39
Management
40
4
12
56
22
19
41
Process Social Dynamics
32
7
17
56
Strategy & Goals
20
2
3
25
Structure
16
27
4
47
Total
132
66
66
264
BKTRENDS juni 2005
De resultaten van de eerste analyseronde van de informatie die in de BEST-case studies is vergaard
26
de bereidheid van eindgebruikers om mee te werken aan een succesvolle implementatie laat nogal eens te wensen over. De informatie die in de ketens is gerepresenteerd laat zien dat dit vaak te wijten is aan het te laat betrekken van gebruikers bij de implementatie. Het bedrijfsproces zelf werd niet als probleem genoemd, maar wel de structuur van het informatiesysteem en het proces om het systeem af te stemmen op de organisatie. De verdeling van de ketens over de cellen van het referentieraamwerk bleek verschillend voor grote en kleine organisaties. De grootte van de organisatie brengt haar eigen problemen met zich mee: in kleine organisaties blijken de kennis en vaardigheden problemen op te leveren, grote organisaties daarentegen kampen meer met de sociale dynamiek. Door middel van statistische analyse van de ketens voor verschillende factoren zijn meer interessante verschillen geïdentificeerd. Het voert te ver om ze nu te noemen. De verschillen kunnen nu alleen nog maar geïnterpreteerd worden als een indicatie dat de context waarin een systeem wordt geïmplementeerd, er toe doet. Voorbeelden van verschillen kunnen mensen die betrokken zijn in een implementatieproces, helpen bij het begrijpen van verstoringen en bij het nemen van gepaste maatregelen. Op basis van de inhoud van de oorzaken van de ketens, zijn vragen en antwoordcategorieen gemaakt. Dit ten behoeve van een tool waarmee de situatie bij de start van een implementatieproces kan worden beoordeeld op mogelijk te verwachten pro-
Spider diagram die mogelijke risicogebieden aangeeft
blemen. De tool wordt hieronder besproken. Een assessmenttool Bij de start van een implementatieproject zou men uiteraard graag alle problemen die kunnen of zullen opduiken, willen voorzien. Dit is helaas niet mogelijk. Het uitgangspunt van het BESTproject is de vergroting van de bewustwording van wat zich tijdens een implementatieproject kan voordoen. Door het halen van deze doelstelling krijgt men een overzichtelijker beeld van het implementatieproject. Hierbij kunnen ervaringen met eerdere projecten helpen. In het BEST-project is een tool gemaakt waarin via vragen en antwoorden een beoordeling kan worden gemaakt van de situatie bij een projectstart. De vragen en antwoorden dienen om de mate van afstemming te beoordelen tussen een bedrijf, het beoogde implementatieproject en het geselecteerde bedrijfsbrede informatiesysteem. Deze afstemming wordt bepaald voor de verschillende aspecten die in het referentieraamwerk worden onderscheiden. Het resultaat van de beoor-
deling wordt gepresenteerd in een diagram waarin de verschillen met een maximaal te behalen score op de verschillende aspecten te zien zijn. Hoe groter de verschillen, hoe groter de mogelijk te verwachten problemen. In de figuur is een voorbeeld te vinden van zo’n diagram. Voor elk van de risicogebieden kunnen vervolgens de CEAOketens worden gepresenteerd die laten zien wat er zich elders op deze gebieden heeft voorgedaan. Hierdoor groeit mogelijk de bewustwording om deze risico’s te voorkomen, dan wel adequate acties te ondernemen wanneer zich werkelijk problemen op deze gebieden voordoen. In de handen van een consultant is de tool een krachtig instrument om bedrijven te helpen bij een goede projectstart. Consultants kunnen hun eigen kennis en ervaring inzetten bij het interpreteren van de uitkomsten van dit hulpmiddel. Vervolgens kunnen zij de CEAO-ketens selecteren die zij op de situatie van toepassing achten. Als laatste kunnen zij hun kennis inzetten voor het verbeteren van de situatie. De BEST-tool geeft hiervoor ook een aanzet door een scala aan mogelijke verbetertools te bieden, die toepasbaar zijn op de geïdentificeerde tekortkomingen. De kennis die in het BEST-project is vergaard biedt nog veel meer mogelijkheden voor analyse en toepassingen. Via nieuwe onderzoeksprojecten hopen we, dat we de database met CEAO-ketens kunnen onderhouden, uitbreiden en uitgebreidere analyses kunnen uitvoeren.
BKTRENDS juni 2005 27
Uitgelicht
Wegens succes herhaald Zoals elke ouderejaarsstudent zich nog wel kan herinneren gaf Stress vroeger elk jaar een almanak uit. Elk jaar stond er veel dezelfde informatie en non-informatie in, maar eigenlijk werd alleen het smoelenboek het hele jaar door gebruikt. De overige artikelen, hoe interessant ook, verdwenen na een keer lezen in de kast. Sinds het smoelenboek online beschikbaar is gekomen is het draagvlak voor de almanak grotendeels weggevallen. Als alternatief jaarlijks medium is de Stressagenda in het leven geroepen. Vorig jaar is de eerste editie van dit nieuwe concept verschenen, boordevol informatie toegespitst op jou, de BBT-student.
BKTRENDS juni 2005
Toen de vorige editie uitkwam in het begin van dit collegejaar, werden er in korte tijd een kleine duizend exemplaren gratis afgehaald. Een daverend succes, en voor Stress reden temeer om voor het komende jaar dit kunststukje te herhalen. Sinds februari zijn wij als commissie bezig om de volgende Stressagenda te realiseren. Nicole Teerink is de voorzitter, Linda Scholtus is er voor het binnenhalen van de sponsoring, Marcel Haarman verzorgt het grafische deel en Jesse de Wit beheert de financiën. Een agenda bestaat uit een aantal onderdelen. Om te beginnen moet je er natuurlijk je afspraken, roosters en cijfers in kwijt kunnen, en het liefst een beetje overzichtelijk zodat je ze nog terug kunt vinden. De opmaak van de agenda hiervoor is erg belangrijk. Met frisse kleuren en een spetterend ontwerp heeft de nieuwe agenda een geheel nieuwe uitstraling. De inhoud van de agenda geeft een
28
duidelijk overzicht van bijvoorbeeld de tentamen- en vakantiedata. Een goede agenda bevat ook veel informatie. Helaas bestaat dat deel bij veel agenda’s uit heel veel reclame. Iets waar je dus absoluut niet op zit te wachten, en we er dus ook zo min mogelijk in zullen zetten. Wij hoeven geen winst te genereren en zodra we quitte draaien hoeft er ook geen advertentie meer in te komen. Handige informatie hebben we natuurlijk wel, en ook veel ervan. Om te beginnen de handige telefoonnummers die je altijd net even vergeten bent of niet vinden kunt zonder online te zoeken. Ook het vermelden van de openingstijden van verschillende campusfaciliteiten, gelegenheden en de vertrektijden van de bussen en treinen zijn handig. Bovendien bevat deze agenda ook de plattegronden van de campus en het centrum van Enschede en informatie over de verschillende masteropleidingen en nuttige sollicitatietips. Kortom, we proberen de agenda te vullen met dingen die handig zijn voor de (T)BK-student aan de UT. Koop dus geen nieuwe agenda voor volgend collegejaar. Kom naar de boekenverkoop en haal de Stressagenda gratis af! Of kom hem even ophalen in de stresskamer. Juist omdat zij speciaal gemaakt is voor en door TBK- en BK-studenten en alleen de écht nuttige informatie bevat is dit een unieke agenda geworden. En dat voor het luttele bedrag van, met de woorden van Roel Pieper, nul komma niks! Welke Hollander kan een geweldige, gratis agenda nu laten liggen?
Als ik op een drukke zaterdagmiddag door de stad loop, kan ik ze moeilijk ontwijken. Een groep mensen met een doel en mening die zich bovendien hiervoor durven in te zetten. Dat is het idee achter een actiegroep, althans het oorspronkelijke idee dan. De volgende situatie komt iedereen bekend voor. Je volgt de mensenstroom door de winkelstraten en je ziet het al van verre: een groep activisten. Herkenbaar aan hun tenue. Je kunt er duidelijk niet aan ontkomen, dus probeer je gewoon de andere kant op te kijken. Maar, dat lukt niet. Als een stel opgehitste pubers bij een popconcert staan ze om je handtekening te leuren. En waarvoor? Ik noem bijvoorbeeld een groot, gemeen bedrijf dat het milieu en de arme beestjes schaadt. Of, veel erger nog, de bewoners van het gebied. Het zijn vaak arme, hulpeloze boeren met hartverscheurende verhalen. ‘Zielig’, denk je en je bent opeens blij dat er mensen zijn zoals zij die initiatief tonen; mensen die ons op alle ellende in de wereld wijzen. Omdat je nog veel te doen hebt deze zaterdag en je geen zin hebt om naar meer geouwehoer te luisteren, zet je je handtekening dus maar. ‘Prima’, dacht ik tot voor kort. Totdat ik zelf kennis maakte met de actiegroep van dorpje Nergenshuizen. Sindsdien loop ik met een extra groot boogje om dit soort actievelingen heen. Wat de meeste mensen namelijk bij het mooie bloemetjes-en-beestjes-verhaal niet beseffen is dat het daadwerkelijke verhaal heel anders is. Het grote, gemene bedrijf blijkt in werkelijkheid een bedrijf te zijn dat simpelweg zijn productie wil vergroten. Het heeft hier ook alle vergunningen voor verkregen en staat in de startblokken om met het nieuwe project te beginnen. Tot dorpje Nergenshuizen, inclusief alle ‘onwetende’ inwoners, daar een stokje voor gaat steken. Het begint heel onschuldig. Henk, inwoner en trotse boer, ziet alleen de negatieve gevolgen die de industriële ontwikkeling met zich meebrengt. Misschien loopt er wel een van de nieuwe leidingen over zijn grond, wat zijn uitzicht belemmert. Of misschien wordt het drinkwater van de koeien door de afvalstoffen van het bedrijf vervuild, waarbij hij voor
het gemak zijn eigen mestvervuiling even vergeet. Met de trots van het dorp en hun 'mening' stapt Henk met zijn dorpsgenoten naar de regionale krant. Die ziet er een mooie sensatie in: “Hulpeloze boeren delven onderspit tegen de grootmacht van de industrie”. Het is net een nieuwe oorlogsfilm uit Hollywood. De dorpsbewoners krijgen wat ze willen: media-aandacht. Dit leidt er uiteindelijk toe dat het uitbreidingsproces wordt stopgezet. Meer onderzoek moet plaatsvinden en dit kan wel wat maandjes duren! Ondertussen kan het bedrijf niet uitbreiden en moet het de kosten voor de uitgebleven productie zelf dekken. De met moeite verkregen vergunning blijkt niets meer waard te zijn. Ook voormalige contracten en overeenkomsten tussen bedrijf en boeren worden opeens verzwegen. Henk lacht.
Column
Laat de groep maar zitten
Zelf denk ik dan: democratie prima, actiegroepen als het moet, maar waarom worden mensen steeds onredelijker? Elk kleinigheidje wordt opgeblazen. Natuurlijk hebben deze mensen wel een punt, daar bestaat geen twijfel over. Ze kijken alleen niet verder dan hun neus lang is. Dat als gevolg van hun actie het bedrijf miljoenen verliest en dat honderden mensen worden ontslagen kan hen niet schelen. Hun motivatie: een sterk dorpsgevoel en de tijdelijke overwinning op de dreigende industrie. Daarmee is het niet genoeg, want deze actiegroepen krijgen niet alleen aandacht van de sensatiezoekende media maar ook de politiek is gedwongen -lang leve de democratie- de minderheid gehoor te schenken. Oude vergunningen worden dan zomaar over het hoofd gezien en alles moet opnieuw onderzocht worden. Er zijn steeds meer wetten in ons land die alleen maar een belemmering vormen voor de economische groei. Dit is dan ook de conclusie die ik uit mijn ergernis trek. Het gaat slecht met de Nederlandse economie. Dat is ook geen wonder, want als we naar elk boertje gaan luisteren, elk grashalmpje en vogeltje gaan beschermen, houden we uiteindelijk geen industrie meer over.
Frans S. Heel
BKTRENDS juni 2005 29
De Eindstreep
Alles in één Door Elwin Visser
Door de bachelor-master structuur is er een eindstreep bijgekomen: de bachelor. Momenteel zijn de eerste studenten bezig met een bacheloropdracht als afronding van hun bachelor, en ik ben één van hen.
BKTRENDS juni 2005
Solliciteren Pas in januari wist ik dat ik een bacheloropdracht moest doen. De eerste voorlichtingsbijeenkomst verbeterde niet veel aan de situatie, het bleef onduidelijk wat er precies moest gebeuren. Wel was duidelijk dat er intern niet voldoende opdrachten waren en dus werd aangeraden om zelf te gaan zoeken. Mijn voorkeur ging al uit naar een externe opdracht, omdat ik wel eens wilde ervaren hoe het er bij een 'echt' bedrijf aan toe zou gaan. Het liefst wilde ik een financiële opdracht. Aan de hand van de beperkte informatie van de faculteit heb ik enkele bedrijven een sollicitatiebrief gestuurd. Het bleek niet eenvoudig om een opdracht te vinden, mede doordat de bacheloropdracht iets totaal nieuws was voor de bedrijven. Een van de bedrijven die wel geïnteresseerd was, bleek Koninklijke Wegener. Zij bleken helaas geen financiële opdracht te hebben, maar een opdracht over een informatiesysteem was wel beschikbaar. Toch heb ik besloten om deze opdracht te gaan doen, omdat het mij een mooie kans leek om op hoog niveau mee te kijken bij een groot, beursgenoteerd bedrijf. Koninklijke Wegener is een erg com-
30
plex bedrijf met veel werkmaatschappijen. Op dat gebied ligt ook mijn opdracht. Het bedrijf wil namelijk alle gegevens van deze werkmaatschappijen in één database vastleggen.
Wegener Koninklijke Wegener is de grootste uitgever van regionale dagbladen en huis-aan-huiskranten in Nederland. In Enschede is Wegener onder andere uitgever van Tubantia, Huis aan Huis Enschede en de Weekendkrant Twente. Al deze activiteiten zijn ondergebracht in aparte B.V.’s waarvan Koninklijke Wegener aandeelhouder is. Onder Koninklijke Wegener vallen momenteel ruim veertig actieve werkmaatschappijen. Om het overzicht te houden op de werkmaatschappijen wil Wegener alle gegevens die juridisch van belang kunnen zijn centraal in één database opslaan. Al anderhalf jaar
geleden werd hiervoor het databasemanagementsysteem Corporate Control van BWise aangeschaft. De Raad van Bestuur zag dit als een ideaal pakket om het overzicht in het totale bedrijf te behouden. Er is echter weinig onderzoek gedaan naar de wensen van de uiteindelijke gebruikers op het hoofdkantoor en bij de werkmaatschappijen. Het gevolg hiervan is dat Corporate Control momenteel niet goed aansluit op de behoeften van de gebruikers en dat men niet weet hoe het gebruikt moet worden. Mijn taak is om deze afstemming te verbeteren, zodat Corporate Control binnenkort succesvol kan worden ingevoerd. Een eindstreep Het leuke aan deze opdracht voor mij is dat ik kennis maak met het hele bedrijf. De opdracht voer ik uit op het hoofdkantoor in Apeldoorn bij de afdeling Controlling, maar daarnaast heb ik ook contact met de andere stafafdelingen en de werkmaatschappijen, omdat zij uiteindelijk met het systeem gaan werken. Hoewel de eindstreep toch snel dichterbij komt, voelt dat niet echt zo. Het is natuurlijk ook niet dé eindstreep, maar gewoon een eindstreep. Volgend jaar studeer ik gewoon verder en wil ik de master Financial Engineering & Management gaan doen, dus toch maar wel de financiële kant op!
Winnen
gaat nooit vervelen
Dat maakt het werk van een market maker zo boeiend!
staat ook veel tegenover: Optiver biedt je de kans om
Iedere dag weer krijg je de kans opnieuw te scoren met handel in opties en aandelen. Hoe je dat doet? Dat leer je tijdens de interne opleiding van 4 tot 5 weken. Daarnaast moet je een aantal eigenschappen hebben die niet aan te leren zijn: een competitieve geest, een resultaatgerichte instelling en een heel goed analytisch inzicht. Wij zoeken market makers; jonge, initiatiefrijke academici - liefst zonder (relevante) werkervaring - met een excellent cijfermatig inzicht.We verwachten een grote zelfwerkzaamheid want je blijft leren gedurende je loopbaan binnen Optiver. Je moet hier zelf veel tijd en energie in steken maar er
jezelf te ontplooien binnen een professionele, internationale handelsorganisatie. Heb jij een sterke drive om te winnen en ben je niet bang om verantwoordelijkheid te dragen? Stuur dan een motivatie met curriculum vitae naar:
[email protected] Optiver handelt in derivaten, aandelen en obligaties vanuit het Amsterdamse hoofdkantoor en vanuit de filialen in Antwerpen, Londen, Chicago en Sydney. Kijk voor meer informatie op www.optiver.com
Optiver, afdeling Human Resources. De Ruyterkade 112, 1011 AB Amsterdam,T 020 - 5319000
Optiver zoekt market makers
WE’VE PROVIDED THE MEANS TO PLAN AND WELCOME HIM
HOW IS YOUR PLANNING? We provide people with various products to make their own decisions on family planning. A good example of how healthcare developments can help to make the world a happier place. Our Organon
business is a world leader in contraceptives and fertility treatments. | Healthcare is just one of the many activities of Akzo Nobel, an international and multicultural company with leading positions in
pharma | coatings | chemicals
healthcare, coatings and chemicals. | Want to know more? www.akzonobel.nl Akzo Nobel ||Creating the difference