WMO-ADVIESRAAD GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM Datum :23 april Secretariaat:Gruttohof 24, 2371 NR Roelofarendsveen Nr. 83 Tel..06-83114156, email:wmoraadkaag-braassem@yahoo.
2015
Nieuwsbrief Beste Wmo-adviesraadleden en overige geïnteresseerden, Op deze dag, waarop een vrolijk zonnetje schijnt maar het nog wel wat fris is, maak ik deze nieuwsbrief af. Nog net voor alle feestelijkheden die er aan zitten te komen: Koningsspelen, Koningsdag, bloemencorso Bollenstreek, enz. enz. Ik ben er klaar voor. Wellicht heeft u tussen alle bezigheden door nog tijd voor de nieuwtjes in deze aflevering. Ik hoop het en anders daarna wel! Want er is weer het e.e.a. gepubliceerd waarvan het nuttig is dat u er kennis van neemt om uw mening bij te stellen, te vormen. Veel plezier de komende dagen met, hoop ik een lekker oranjezonnetje. Met vriendelijke groet, Fried Elstgeest, voorzitter
Blz. Onderwerp: 2. 2. 3. 3. 4. 5. 6.
Toegenomen aantal meldingen van ouderenmishandeling De positie van de allerzwaksten van de arbeidsmarkt VNG: volgens Rijksoverheid in 2015 270 miljoen extra bezuinigen op Wmo en Jeugdzorg Plan van aanpak om de kwaliteit van de verstandelijkgehandicaptenzorg Bij het ministerie van VWS 'is op geen enkel terrein' sprake van bezuinigingsplannen Huishoudelijke dienst inhuren voor 9,50 euro per uur Cliëntenadviesraad en Inwonersadviesraad in Alphen a/d Rijn in plaats van Wmoadviesraad 6. Herkennen van dementie 7. Politiek en de ambtenarij zijn zo betrouwbaar als de atoomklok in Parijs 7. Vernieuwing in de sociale werkbedrijven 8. Overgang van lichte zorg en ondersteuning van Rijk naar gemeenten beheerst verlopen 9. Ontslagaanvragen zorg 10.Mantelzorg staat onder druk 11.Doorstroom vanuit praktijkonderwijs naar baanafspraken stagneert 12.Staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA) is het contact met de realiteit kwijt 13.Knelpunten ten aanzien van migranten uit Midden-, Oost- en Zuid-Europa 13.Kinderombudsman: ‘Jeugdhulp is één grote proeftuin geworden.’ 14.Dagbesteding draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde van mensen met dementie 15.Oudere voetgangers vallen door gebrekkige voetgangersvoorzieningen 16.Duizenden hulpbehoevenden in problemen door het nieuwe persoonsgebonden budget 16.Betere beantwoording per telefoon dan per email 17.Jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb) 18+ 17.Hoe gaat collectieve ziektekostenverzekering er volgend jaar uitzien? 18.Geheimhoudingsplicht jeugdhulpverlener
Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 1
Toegenomen aantal meldingen van ouderenmishandeling
Schulinck Nieuwsbrief 9 april 2015
Van Rijn: ouderen niet vaker mishandeld Het toegenomen aantal meldingen van ouderenmishandeling betekent niet dat er nu steeds meer ouderen worden mishandeld. De stijging van de afgelopen jaren komt vooral omdat het onderwerp bespreekbaar is geworden, onder meer dankzij een actieplan en een publiekscampagne. Dat heeft staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) vrijdag aan de Tweede Kamer geschreven. De PVV maakt zich zorgen over de toename en denkt dat dit komt door de sluiting van verzorgingshuizen en bezuinigingen op de dagbesteding en mantelzorgers. Ouderen worden daardoor kwetsbaarder. Burgers zijn bewuster en alerter Maar volgens Van Rijn heeft dat er niets mee te maken. Hij wijst erop dat mensen bewuster en alerter zijn geworden en sneller dan voorheen vermoedens of signalen van ouderenmishandeling doorgeven aan de steunpunten. Dat is volgens hem juist het beoogde gevolg van het beleid. Onjuiste gegevens meegenomen in telling Bovendien spreekt hij tegen dat het om een stijging van 43 procent in de grote steden gaat. In de telling zijn volgens hem onjuiste gegevens meegenomen. Bron: ANP
De positie van de allerzwaksten van de arbeidsmarkt
Nieuwsbrief Mijn Vakbond.nl 9 april 2015
Fatsoenlijk werk voor arbeidsbeperkten Komende tien jaar moeten er bij de overheid 25.000 extra banen komen voor mensen met een arbeidsbeperking of handicap. Het gaat om banen bij het rijk, gemeenten, provincies en waterschappen, maar ook bij defensie, de politie en in het onderwijs. Dit volgt uit de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten die de Eerste Kamer vorige week aannam. Als blijkt dat het afgesproken aantal banen voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten achterblijft bij de afspraken die daarover zijn gemaakt, dan kan de staatssecretaris van Sociale Zaken een wettelijk quotum in werking stellen. Maar zover mag het natuurlijk niet komen. Nu de wet is aangenomen, is het zaak om vaart te maken met de 25.000 extra banen – met het bedrijfsleven moeten er in totaal 125.000 banen worden gecreëerd. De extra banen zijn bedoeld voor mensen die vanwege hun beperking niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen. Wajongers en mensen die op de wachtlijst staan voor de sociale werkvoorziening komen als eerste voor deze extra banen in aanmerking. Als vakbond hebben we in het sociaal akkoord ingestemd met deze afspraak. Nu zijn we voortdurend betrokken bij de uitwerking. Zo worden de 35 regionale Werkbedrijven, waarin het CNV is vertegenwoordigd, de nieuwe lokale schakel tussen werkgevers en arbeidsgehandicapten. Door de komst van de Participatiewet is er vanaf 2015 geen nieuwe instroom meer in de Sociale Werkvoorziening (SW). Maar voor 30.0000 mensen, de zwaarst arbeidsbeperkten, moet er wel beschut werk blijven. Gemeenten moeten dan ook beschut werk aanbieden, maar doen dit helaas nog niet allemaal. Dat moet veranderen. En mensen die vanaf 2015 beschut werk gaan doen, hebben recht op een fatsoenlijk salaris. Helaas zitten de onderhandelingen voor de Sociale Werkvoorziening al enige tijd muurvast. Daarom hebben we vorige week in een brief alle Nederlandse gemeenten opgeroepen bij de werkgever, de Vereniging van Nederlands Gemeenten, aan te dringen op een nieuwe CAO SW. Met een rechtvaardige loonontwikkeling. De medewerkers in de Sociale Werkvoorziening zijn geen grootverdieners en hebben ook recht op bestaanszekerheid. Zo komen we als vakbond voortdurend op voor de positie van de allerzwaksten van de arbeidsmarkt. Want voor mensen die niet in staat zijn om hun eigen geld te verdienen, een beperkte
Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 2
verdiencapaciteit zouden managers zeggen, moeten we als maatschappij goede omstandigheden regelen. Iedereen moet kunnen meedoen aan de maatschappij en de arbeidsmarkt. Patrick Fey Voorzitter CNV Overheid & Publieke Diensten
VNG: volgens Rijksoverheid in 2015 270 miljoen extra bezuinigen op Wmo en Jeugdzorg
Google Alert Wmo: Omroep Gelderland 10 april 2015
VNG woedend over nieuwe kortingen op Wmo en Jeugdzorg ARNHEM - De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) is woedend op de Rijksoverheid. Gemeenten zouden dit jaar nog 270 miljoen euro extra moeten bezuinigen op Jeugdzorg en de Wmo. VNG schrijft aan haar leden dat dit nodig is, omdat mensen minder lang thuis blijven wonen dan gedacht en dat hierdoor een groot tekort zou ontstaan op de rijksbegroting van de Wet Langdurige Zorg. Volgens VNG wordt dit probleem nu op het bordje van gemeenten gegooid. 'Deze korting kunnen we niet met schokdempers opvangen. Wij moeten zorgcontinuïteit bieden, maar op deze manier is dat voor ons niet mogelijk', stelt woordvoerder Asha Khoenkhoen van VNG. Ook Gelderse gemeenten worstelen met de budgetten die ze bij de overheveling van de zorg hebben gekregen. Tegelijk met de veranderingen moet er bezuinigd worden en dit leidt tot nu toe vooral tot problemen in de Achterhoek. Huishoudelijke hulp Montferland en Lochem willen de huishoudelijke hulp alleen nog in uitzonderlijke gevallen vergoeden, maar deze gemeenten werden afgelopen weken hiervoor door de rechter op de vingers getikt. De huishoudelijke hulp valt onder de Wmo en gemeenten hadden dit jaar al de opdracht om hier 40% op te bezuinigen. Nu zou daar nog een extra korting bijkomen. Veel gemeenten bezuinigen als eerste op de huishoudelijke hulp. Maar het is volgens de rechter niet toegestaan om zomaar deze hulp te schrappen. Er moet eerst zorgvuldig individueel worden onderzocht of de hulp wel gestopt kan worden. Spanningsveld VNG is er niet blij mee dat bejaarden voor hun zorg naar de rechter moeten. 'De mensen die niet financieel zelf de huishoudelijke hulp kunnen regelen of via hun eigen netwerk, moeten we als gemeente helpen. Maar er is een spanningsveld waar je als gemeente mee te maken hebt. Gemeenten moeten nu eenmaal bezuinigen. Sommige gemeenten vangen de bezuinigingen op met eigen geld, maar er zijn ook gemeentes die geen extra potjes geld hebben. Die kunnen niet anders dan ingrijpende maatregelen nemen', aldus Khoenkhoen. VNG geeft geen gehoor aan oproep ANBO Woensdag deed seniorenbond ANBO een beroep op VNG om in actie komen om gemeenten duidelijk te maken dat mensen recht hebben op een onderzoek bij het toewijzen van huishoudelijke hulp. Er zijn nog steeds gemeenten die stoppen met huishoudelijke hulp zonder dat individueel wordt bekeken of iemand deze hulp wel of niet nodig heeft. ANBO wil dat VNG helder maakt waar zo'n onderzoek aan moet voldoen. VNG zegt hier niet aan te kunnen voldoen. 'Wij zijn geen rechter. De wet is juist bedoeld om alle gemeenten vrijheid te geven om het beleid zelf te bepalen. Want de situatie is in elke gemeente anders. Wij delen als gemeenten wel onze ervaringen en nemen de uitspraken van de rechter hierin mee.' Plan van aanpak om de kwaliteit van de verstandelijkgehandicaptenzorg
Zorgvisie 10 april 2015
Van Rijn: ‘Meldingen snijden door je ziel’ De meldingen in het zwartboek voor de gehandicaptenzorg ‘snijden door je ziel’, vindt staatssecretaris Martin van Rijn van VWS. Hij gaat daarom, net zoals voor de verpleeghuizen, Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 3
een plan van aanpak maken om de kwaliteit van de verstandelijkgehandicaptenzorg te verbeteren. Die toezegging deed Van Rijn in een zogeheten dertigledendebat met de Tweede Kamer op 8 april. Aanleiding voor het debat was een zwartboek van de Stichting Klokkenluiders Verstandelijke Gehandicapten, dat de stichting in december 2014 aan de Kamerleden overhandigde. Dat schetst een beeld van misstanden over slechte zorg, tekortschietende controle en toezicht, zorgaanbieders die niet luisteren naar cliënten of hun vertegenwoordigers en fraude. In enkele instellingen zou sprake zijn van een gesloten cultuur waarin fouten onder het tapijt worden geveegd. Van Rijn: kwaliteit niet overal slecht 'Deze meldingen snijden door je ziel, want deze mensen ervaren dat de zorg voor hun kinderen niet goed is. Daar moeten wij iets aan doen', zei Van Rijn. Tegelijkertijd merkte de staatssecretaris op dat de kwaliteit van zorg niet overal slecht is en dat er initiatieven zijn om de kwaliteit te verbeteren. Zo is het volgens Van Rijn al gebruikelijker geworden om hulp van buiten in te roepen als zorgsituaties dreigen vast te lopen. In zulke gevallen kan een beroep worden gedaan op een regionaal Centrum voor Consultatie en Expertise. Verder wijst de staatssecretaris erop dat er volgens de Inspectie voor de Gezondheidszorg een begin is gemaakt met een cultuuromslag. Zorg ontspoort Bij twee groepen cliënten schiet de zorg echter soms tekort, zegt Van Rijn. Bij de groep cliënten met een lichte verstandelijke beperking leidt de wens tot eigen regie soms tot ontsporingen. Door gebrekkige begeleiding belanden cliënten in een circuit van drugsgebruik en prostitutie. Daarnaast noemt de staatssecretaris de groep cliënten met ernstige gedragsproblematiek, waarbij sprake is van 'handelingsverlegenheid'. De twijfel bij de professional over wat te doen kan leiden tot heftige confrontaties tussen de cliënt, de zorgverlener en de mantelzorger. Meeliften met verpleeghuizen Van Rijn wil daarom, net zoals voor de verpleeghuizen, een plan van aanpak maken om de kwaliteit van de gehandicaptenzorg te verbeteren. Hij wil graag dat de instellingen meer van elkaar leren en goede voorbeelden overnemen. 'Waar de gehandicaptensector kan meevaren met het plan van aanpak voor de verpleeghuizen met betrekking tot toezicht, bestuurlijk leiderschap en transparantie, kunnen we dat op dezelfde manier doen.' Communicatie Maar de gehandicaptenzorg vraagt om een aparte benadering als het gaat om de relatie tussen cliënt, zorgverlener en mantelzorger. Ook de communicatie cliënten en mantelzorgers met de zorginstellingen vraagt volgens Van Rijn om een eigen invulling. Hij wil het plan maken met de mensen die in de sector werken. Ook de klokkenluiders, met wie hij eerder overleg had, wil hij daar graag bij betrekken. Het plan moet uiterlijk in november klaar zijn. door Bart Kiers 10 apr 2015 Bij het ministerie van VWS 'is op geen enkel terrein' sprake van bezuinigingsplannen
Google Alert Wmo: Omroep Gelderland 11 april 2015
Ministerie: bericht VNG over kortingen Wmo en Jeugdzorg 'onzin' ARNHEM - Bij het ministerie van VWS 'is op geen enkel terrein' sprake van bezuinigingsplannen. Berichten van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) dat de gemeenten nieuwe kortingen kunnen verwachten op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) en de Jeugdzorg zijn 'onzin.' Dat zegt een woordvoerder van staatssecretaris Van Rijn in reactie op een brandbrief van de VNG en berichtgeving daarover door Omroep Gelderland. Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 4
Volgens de VNG dreigen tekorten op de rijksbegroting van de Wet Langdurige Zorg (Wlz) omdat minder mensen zelfstandig blijven wonen dan gedacht. Tegelijkertijd zou in 21014 minder geld zijn uitgegeven aan doelgroepen die volgens de nieuwe wet onder verantwoordelijkheid van de gemeenten vallen, de Wmo en de Jeugdzorg. 'Nieuwe kortingen op Wmo en Jeugdzorg' 'Op de Wlz heeft het kabinet dan ook een budgettair probleem. Het kabinet lijkt dit probleem te willen oplossen door de gemeentelijke macrobudgetten voor Jeugd en Wmo te korten met 125 miljoen euro voor Jeugd en 145 miljoen euro voor Wmo in 2015. Deze bedragen lopen op tot 135 miljoen euro voor Jeugd en 300 miljoen euro voor Wmo in 2018', aldus de VNG in de brief aan de leden. Volgens de VNG kan er niet met budgetten worden geschoven, vanwege eerder gemaakte afspraken. Volgens de woordvoerder van staatssecretaris Van Rijn kan op dit moment nog helemaal niet worden aangegeven 'of we in 2015 ergens tekorten hebben' en is de VNG veel te snel met haar conclusies. 'Al drie keer overleg gehad met ministerie' Woordvoerder Asha Khoenkhoen van de VNG reageert met verbazing op de uitlating van het ministerie. 'Als het inderdaad onzin is, waarom hebben we dan al tot drie keer toe overleg gehad over deze kwestie, zowel met het ministerie van Binnenlandse Zaken, van Financiën en met staatssecretaris Van Rijn zelf?' Volgens de VNG is uitgebreid gesproken over de financiële problemen en hoe die in de visie van het Rijk zouden moeten worden aangepakt. In aanvulling op de brief aan de gemeenten gaat er nu ook een brief naar het kabinet om aandacht te vragen voor de onwenselijkheid van nieuwe bezuinigingen, zegt Khoenkhoen. Huishoudelijke dienst inhuren voor 9,50 euro per uur
Google Alert Wmo: 14 april 2015 Leidsch Dagblad:
Trainingsprogramma voor goedkopere hulp Door Marieke den Boer - 13-4-2015, 10:02 (Update 13-4-2015, 10:02) KAAG EN BRAASSEM - Kaag en Braassem wil mensen met een uitkering of verstandelijke beperking sneller aan een baan helpen via een trainingsprogramma voor huishoudelijke hulpen. Inwoners van die gemeente profiteren daar ook van. Zij kunnen via een goedkoop tarief deze thuishulpen in opleiding inhuren. De trainees worden tijdens hun werk steeds begeleid door een ervaren kracht. De gemeente kiest ervoor om het extra geld dat het Rijk geeft voor behoud van banen in thuiszorg, te gebruiken voor het trainingsprogramma Huishoudelijke Hulp Toeslag. Mensen met een verstandelijke beperking of uitkering leren tijdens hun opleiding alles over het schoonmaakvak. Zo kunnen zij hun zelfredzaamheid en kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Samen De mensen die aan het programma meedoen worden begeleid door ervaren hulpen in de huishouding, die daarvoor een speciale training hebben gehad. Deze getrainde thuishulp is in loondienst bij één van de thuiszorginstellingen en leidt tijdens de werkzaamheden dus tegelijkertijd iemand op. Samen pakken zij het werk in huis op. Inwoners van Kaag en Braassem kunnen voor maximaal drie uur per week deze huishoudelijke dienst inhuren voor 9,50 euro per uur. Gewone huishoudelijke hulp kost bijna het dubbele. De dienst is bedoeld voor mensen die niet in aanmerking komen voor huishoudelijke ondersteuning via de Wmo, of de eigen bijdrage voor de Wmo te hoog vinden. Ook mantelzorgers die extra ondersteuning nodig hebben, kunnen zich opgeven bij Activite, WIJdezorg, TOM in de buurt, De Driemaster of het Wmo-loket van de gemeente. Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 5
Cliëntenadviesraad en Inwonersadviesraad in Alphen a/d Rijn in plaats van Wmo-adviesraad
Google Meldingen 15 april 2015: Alphens.nl
Leden nieuwe adviesraden benoemd en geïnstalleerd 15 april 2015 - 16:28 • Gemeente Alphen a/d Rijn • Op donderdag 9 april 2015 zijn de Inwoners- en Cliëntenadviesraad van de gemeente Alphen aan den Rijn tijdens een feestelijke bijeenkomst geïnstalleerd. Wethouders Han de Jager en Willem Jan Stegeman hebben de raden welkom geheten. Ze hebben de wens uitgesproken veel gevraagd en ongevraagd advies te ontvangen over beleidsontwikkeling op het sociale domein. Bij de Cliëntenadviesraad ligt de focus op de gebruikers van de voorzieningen. Bij de Inwonersadviesraad op het algemeen belang. Het instellen van deze raden is het gevolg van de veranderingen in het sociale domein. Door de invoering van de nieuwe Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet heeft de gemeente een andere, bredere verantwoordelijkheid gekregen voor de ondersteuning van inwoners. De Cliëntenadviesraad en de Inwonersadviesraad komen in de plaats van de Wmo-adviesraad, de Wsw en de Wwb. De Cliëntenadviesraad is als volgt samengesteld: Kees Slingerland, voorzitter Cecilia van Sappen, vice voorzitter Margreet den Dulk , lid Saskia Heemskerk, lid Marijke van Huizen, lid Marjanne Meijerink, lid Marjolein den Uijl, lid Johan Kemker, lid De Inwonersadviesraad is als volgt samengesteld: Sam Domna, voorzitter Tonnie Bonner, vice voorzitter Marielle Engelhart, lid Roos Havekes, lid Piet de Kooter, lid Jan Buitelaar, lid Els van Iersel, lid Lyda de Jong, lid Lieke Salome, lid
Herkennen van dementie
Facebook Rettie Bentvelsen 15 april 2015
Uitnodiging voor evenement: Alzheimer Informatieavond “Nou ben ik alweer vergeten waar ik mijn sleutels gelegd heb. Het lijkt wel of ik dement word.” Een veel gehoorde opmerking van mensen die gewoon iets kwijt zijn. Vaak wordt vergeetachtigheid verward met verschijnselen van dementie. Dat komt door de vaak beperkte kennis van dementlogo alzheimer nederlandie. Mensen met dementie vinden het vaak moeilijk om te erkennen dat zij deze ziekte hebben. Ook bestaat er een taboe om met mensen met dementie over hun ziekte te praten. Hierdoor worden signalen soms lange tijd genegeerd. Mensen met dementie en hun mantelzorgers hebben behoefte aan goede informatie over dementie en aan het delen van ervaringen. Daarom organiseren de gemeenten Kaag en Braassem en Nieuwkoop samen met Alzheimer Nederland informatieavonden. Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 6
28 april Herkennen van dementie, locatie De Sprengzaal, Oude Wetering. 26 mei Herkennen van dementie, locatie Kaleidoskoop, Nieuwkoop 22 september Gedragsverandering, locatie Schoolhuis, Rijnsaterwoude 27 oktober Gedragsverandering, locatie Kaleidoskoop, Nieuwkoop Aanmelden is niet nodig, de toegang is vrij!
Politiek en de ambtenarij zijn zo betrouwbaar als de atoomklok in Parijs
Nieuwsbrief SamenWMO, april 7e editie 15 april 2014 Blog Frank Schröer, 14 april 2015
Vertrouwen in de politiek Toen ik vorig jaar werd gevraagd om maandelijks een blog over de WMO te schrijven, heb ik geen moment geaarzeld. Wat een uitgelezen kans om de verrichtingen van de invoering van de WMO van de zijlijn mogen te becommentariëren! Vol trots meldde ik mijn omgeving dan ik blogger was geworden bij samenWMO.nl. Mijn omgeving deelde mijn enthousiasme niet altijd. Met fronsende wenkbrauwen keek men mij soms aan en vroeg mij verontrust: ‘maar waar ga je dan over schrijven?, na één januari is de WMO toch ingevoerd en een paar maandjes later hoor je er niets meer over?’ De schrik sloeg mij om het hart. Zouden ze gelijk krijgen, zou ik in februari of maart al opdrogen? Wat als de invoering van de WMO van Rijk naar Gemeente één groot succes zou blijken? Dan zit je daar met je inktpotje vol vitriool om zure stukjes te schrijven. Wat heet, mijn hele kelderkast staat vol met vitriool, ik kan nog jaren vooruit, mits er genoeg onderwerpen zouden zijn. Het klamme zweet brak mij uit in november. Gaat dit goed komen? Is de politiek en ambtenaren mans genoeg om deze operatie te verprutsen? Om op zijn minst de invoering wat haperend te laten verlopen? Ik had natuurlijk meer vertrouwen moeten hebben. Als ik één ding geleerd heb, is dat de politiek en de ambtenarij zo betrouwbaar zijn als de atoomklok in Parijs. Natuurlijk verloopt de invoering van de WMO niet soepel. Mijn oogst van de afgelopen periode: ‘de uitbetaling van de PGB moet voor de zomer op orde zijn!’, ‘Veel mensen krijgen geen geld meer voor hun huishoudelijk hulp, de politiek grijpt in en stelt 5 euro per uur ter beschikking om er voor te zorgen dat hulpbehoevenden toch een schoon huis kunnen betalen’. ‘Niet alle beloofde keukentafelgesprekken zin al gevoerd.’ Emile Roemer roept staatssecretaris naar de kamer omdat het –naar zijn zeggen- een puinhoop is in de zorg. En dat is maar een kleine greep. Kortom mijn leven als blogger is voorlopig gered. Heel mooi! Maar stiekem, heel stiekem had ik gehoopt dat de invoering van de WMO meteen een groot succes was gebleken. Liever geen stof tot schrijven dan mensen die verstoken blijven van geld of hulp. Vernieuwing in de sociale werkbedrijven
Binnenlands Bestuur 16 april 2015
60 miljoen voor nieuwe ideeën sociale werkbedrijven Innovatieve ideeën en hervormende plannen binnen de sw-bedrijven leveren geld op. Het rijk heeft 30 miljoen beschikbaar gesteld en gemeenten en fondsen hetzelfde bedrag. Esther Walstra 15 apr 2015 Het rijk maakt 30 miljoen vrij voor vernieuwing in de sociale werkbedrijven. Omdat er is afgesproken dat hiervoor eenzelfde bedrag aan cofinanciering bij komt, bijvoorbeeld van gemeenten of uit fondsen, komt er in totaal 60 miljoen euro vrij. Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 7
Plannen indienen De werkbedrijven kunnen op verschillende manier aanspraak maken op de extra financiën. Zo kunnen ze, al dan niet vanuit de arbeidsmarktregio, plannen indienen om wsw’ers en mensen uit de Participatiewet aan het werk te helpen. Ontwikkeling begeleiders Ook valt er geld te verdienen voor plannen waarbij stafmedewerkers en begeleiders zich verder kunnen ontwikkelen. Ideeën om de infrastructuur van de sw-bedrijven te verbeteren zijn eveneens geld waard. Want het plaatsen van kandidaten op de goede werkplek en het creëren van banen voor de doelgroep werkt het beste als in de arbeidsmarkregio goed wordt samengewerkt tussen werkgevers, bemiddelaars en werknemers. Hervormingen Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: 'De expertise die bij sw-bedrijven is opgebouwd in de begeleiding van mensen met een arbeidsbeperking op de werkvloer is van onschatbare waarde. Met het geld dat nu beschikbaar komt, kunnen hervormingen en innovaties worden doorgevoerd. Hierdoor kunnen gemeenten bij de uitvoering van de Participatiewet gebruik blijven maken van de expertise van sw-bedrijven. Nu, en in de toekomst”. Kans Job Cohen, voorzitter van Cedris is optimistisch over de extra middelen: ‘De kansen zijn er, maar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt komen niet zomáár aan de slag’, aldus Cohen. ‘Sociale werkbedrijven kunnen mensen begeleiden. Samen met werkgevers creëren ze geschikte werkplekken. Deze 60 miljoen is een kans om de expertise en dienstverlening van de branche zodanig verder te ontwikkelen dat meer mensen een werkplek krijgen waar ze tot hun recht komen.’
Overgang van lichte zorg en ondersteuning van Rijk naar gemeenten beheerst verlopen
Binnenlands Bestuur 16 april 2015
Van Rijn: ‘Continuïteit van zorg nergens in het geding’ Eric de Kluis 15 apr 2015 De overgang van lichte zorg en ondersteuning van het Rijk naar de gemeenten is beheerst verlopen. Dat schrijft staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) aan de Tweede Kamer. Ook de transitie van de jeugdzorg heeft niet tot ‘De continuïteit van zorg is nergens in het geding geweest.’ Eerste evaluaties Van Rijn stuurde 14 april een reeks evaluaties naar de Tweede Kamer. De evaluaties geven een beeld van hoe de transities in het sociaal domein zijn verlopen. Sinds 1 januari zijn de gemeenten verantwoordelijk voor ondersteuning bij zelfredzaamheid en participatie, beschermd wonen en opvang en cliëntondersteuning. Ook kregen zij meer taken op het gebied van huishoudelijke ondersteuning, een uitbreiding van het pakket van taken waar de gemeenten al sinds 2007 verantwoordelijk voor waren. Daarnaast ging ook de jeugdzorg over naar de gemeenten. Zorgvuldig onderzoek doen In de Voortgangsrapportage Hervorming Langdurige Zorg constateert staatssecretaris Van Rijn dat mensen die voor 1 januari 2015 zorg kregen, dat ook na 1 januari kregen. Wel roept de staatssecretaris alle wethouders op zorgvuldig onderzoek te doen naar de behoefte aan ondersteuning van hun burgers. Ook noemt van Rijn de stijgende administratieve lasten als een punt van zorg, evenals het feit dat niet alle cliënten tijdig geïnformeerd worden over het aflopen van rechten die zij onder het overgangsrecht kregen. Zij moeten tijdig op de hoogte worden gesteld van de mogelijkheden die de Wmo biedt. Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 8
Niet achterover leunen Het feit dat de overgang beheerst is verlopen betekent volgens de staatssecretaris niet de ‘we nu rustig achterover kunnen leunen.’ ´Want het gaat er mij niet om hoe een wet op papier staat, maar hoe een wet uitpakt voor mensen in de praktijk. Die moeten altijd hun weg naar goede zorg kunnen vinden en weten wat hun mogelijkheden zijn. Samen met gemeenten blijf ik daarom vol inzetten op zorg op maat, dichtbij mensen,´ aldus Van Rijn. Niet tussen wal en schip Ook de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten is netjes gegaan. Dat schrijft de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) in haar eerste jaarrapportage. ‘Wij hebben geen signalen gekregen dat kinderen tussen wal en schip zijn gevallen. Maar de verdere uitwerking van de transformatie blijft nog een enorme klus,’ zegt Marjanne Sint, voorzitter van de commissie Transitie Autoriteit Jeugd. Gemeentelijke zorgplicht Op 1 december 2014 was de contractering voor jeugdhulp voor 99 procent rond. Volgens de TAJ was daarmee ook de continuïteit van de jeugdzorg in individuele gevallen gegarandeerd. De zogeheten ‘continuïteitsgarantie’ heeft ervoor gezorgd dat de jeugdzorg zonder al te veel drempels voor cliënten en instellingen naar de gemeenten is overgegaan. Volgend jaar wordt echter pas echt duidelijk hoe het staat met de continuïteit van de jeugdzorg. Dan vervalt de wettelijke continuïteitsgarantie. De gemeenten houden wel een zorgplicht. De TAJ roept gemeenten dan ook op om transparant te zijn en duidelijk te maken hoe zij vanaf 2016 hun zorgplicht en de continuïteit van zorg vorm gaan geven. De Tweede Kamer debatteert later deze maand over de voortgang van de decentralisaties.
Ontslagaanvragen zorg
Zorgvisie 16 april 2015
Sterke stijging collectieve ontslagen zorg Werkgevers in de gezondheidszorg hebben tussen juli 2014 en februari 2015 10631 collectieve ontslagen aangevraagd. Dit zijn aanvragen voor minstens twintig mensen. Hiervan zijn 3328 goedgekeurd. Dat blijkt uit de ‘Monitor van de sectorplannen de zorg Maart 2015’ van het ministerie van VWS. Los van de collectieve ontslagaanvragen zijn ook veel individuele ontslagaanvragen wegens bedrijfseconomische redenen gedaan de laatste maanden. In de ggz, gehandicaptenzorg en VVT gaat het om 4984 individuele ontslagaanvragen, waarvan er 2007 zijn goedgekeurd. Voor de ziekenhuiszorg, jeugdzorg en overige deelsectoren ging het om 2845 individuele aanvragen, waarvan 1321 zijn goedgekeurd. Het aantal collectieve aanvragen was in de ggz, ghz en vvt veruit het grootst. Dat gaat om 8363 aanvragen ten opzichte van 2269 in de curatieve zorg. De VVT spant als individuele sector de kroon met de grootste hoeveelheid collectieve ontslagaanvragen. Sectorplannen De informatie staat in een rapportage van Kiwa over de sectorplannen in de zorg. De sectorplannen zijn in het leven geroepen om banen te redden in de zorg. Op 1 maart lopen er in totaal 754 arbeidstrajecten bij 46 instellingen met 671 deelnemers. Ook bij het aantal sectorplannen is het aandeel van VVT-organisaties veruit het grootst. 601 van het totale aantal van 754 trajecten loopt in de VVT. Overheveling Het Kiwa-rapport valt samen met de algemene stand van zaken van VWS die VWS deze week geeft over de transitie van zorg. Staatssecretaris Martin van Rijn constateert dat er sprake is van een gecontroleerde overgang. Zo is de continuïteit van zorg niet in het geding Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 9
geweest en zijn is de samenwerking tussen gemeenten en verzekeraars op gang gekomen. Als risico noemt Van Rijn dat de stijgende administratieve lasten per definitie onwenselijk zijn.
Mantelzorg staat onder druk
Zorgvisie 16 april 2015
Mantelzorg: de achilleshiel van langdurige zorg Mantelzorg staat niet alleen demografisch, maar ook bestuurlijk onder druk. Zelfs driemaal. Guus Schrijvers: Mantelzorg staat onder druk. Van 2001 tot 2008 daalde het aantal mantelzorgers met 5,4 procent. Het aantal dat langdurig meer dan acht uur per week zorgt voor naasten nam over die periode met 46,7 procent toe, zo berichtte het Sociaal en Cultureel Planbureau in 2013. Ook bestuurlijk staat mantelzorg onder druk: ja zelfs driemaal. Wet langdurige zorg Ten eerste speelt bij de toegang tot de Wet Langdurige Zorg (Wlz) mantelzorg geen rol. Bij de AWBZ was dat nog wel het geval. Bij de Wlz komen alleen de vragen aan bod: Is permanent toezicht nodig? Is 24 uur per dag geplande en ongeplande zorg nodig? Of partners en kinderen nog een deel van dat toezicht of die 24-uurszorg kunnen bieden, is niet aan de orde. Het wordt hierdoor aantrekkelijk voor wijkverpleegkundigen en mantelzorgers om niet meer te zoeken naar oplossingen voor verlenging van de volhoudtijd van mantelzorgers. Daardoor gaan de kosten voor de Wlz weer groeien. En komt er niets terecht van het zo lang mogelijk thuis verzorgen van mensen met beperkingen. Weinig respijtzorg of dagbesteding Ten tweede verkorten gemeenten, onbewust en door grote drukte overmand, de volhoudtijd van mantelzorgers. Immers, voor 2015 kochten zij geen respijtzorg in bij zorgaanbieders om de werkbelasting van mantelzorgers te verlichten, zo berichtte Zorgvisie. Gemeenten suggereren in voorkomende gevallen om een persoonsgebonden budget aan te vragen. Dat duurt enkele weken en is daarom geen oplossing. Want respijtzorg is meestal dringend nodig, bijvoorbeeld als de mantelzorger plotseling uitvalt. Daarvoor moet een 24-uursvoorziening direct beschikbaar zijn. Ten derde speelt bestuurlijk het volgende. Dagbesteding is een middel om de volhoudtijd van mantelzorgers te verlengen: die heeft dan overdag even tijd voor zichzelf. De Alzheimer Stichting heeft evenwel gesignaleerd dat gemeenten nauwelijks dagbesteding inkopen. Lege bedden vullen Demografisch en bestuurlijk staat mantelzorg onder druk. Maar wetenschappelijk is wel een lichtpunt te melden uit het recente proefschrift van Kraijo (zie bijlage). Hij volgde drie jaar lang ruim 200 mantelzorgers van personen met dementie. Meestal vindt opname van laatstgenoemden in een verpleeghuis onder druk plaats. Want de verpleeghuisleiding wil om financiële redenen zo snel mogelijk het leeggekomen bed bezetten. Maar mantelzorgers hadden het gemiddeld nog wel zes maanden kunnen volhouden, als de opname niet had plaatsgevonden en hun meer tijd was gegund voor het nemen van de opnamebeslissing, aldus Kraijo in zijn prachtig geschreven proefschrift. Ja, mantelzorg is de achillespees van de langdurige zorg. Kom op gemeenten, parlement, regering en verpleeghuisdirecties: Verander de Wet langdurige zorg. Koop respijtzorg en dagbesteding in. En zet de mantelzorger niet onder druk om snel, snel, snel te beslissen over verpleeghuisopname van hun partner of ouder. Guus Schrijvers is gezondheidseconoom
Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 10
Doorstroom vanuit praktijkonderwijs naar baanafspraken stagneert
LCR@ttentie 17 april 2015
Beoordeling doelgroep banenafspraak Landelijke Cliëntenraad, postbus 95966, 2509 CZ Den Haag Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid t.a.v. de staatssecretaris mevrouw J. Klijnsma Postbus 90801 2509 LV Den Haag Den Haag, 16 april 2015 Betreft: Beoordeling doelgroep banenafspraak Referentie: LCR/15-0042/GvdM/BH Geachte mevrouw Klijnsma, De Landelijke Cliëntenraad (LCR) maakt zich zorgen over de beoordeling van de doelgroep voor de banenafspraak. Mede naar aanleiding van uw verzoek om signalen over zaken die niet goed gaan aan u door te geven, brengen we u graag op de hoogte. Onze zorgen betreffen de beoordeling. Wij willen vooralsnog wegblijven van de discussie of gemeenten voldoende mensen aanmelden. Uit kringen van het praktijkonderwijs krijgen wij signalen dat hun leerlingen niet worden toegelaten tot de doelgroep van de baanafspraken (niet worden opgenomen in het baanregister). Het betreft hier leerlingen waarvan de school aangaf dat zij dit type leerling vorig jaar nog met succes voor de Wajong aanmeldden. Dit levert veel onrust op bij de (potentiële) doelgroep. Ook krijgen wij signalen dat de groep die voorheen werd toegelaten tot de werkregeling van de Wajong en de groep die een Wsw-indicatie kreeg, wordt afgewezen bij beoordeling voor de baangarantie. De LCR vraagt zich af of dit bedoeling van de wetgever is? De LCR is niet de enige die dit soort signalen krijgt. Uit een nieuwsbericht van de VNG (23 maart ‘Gemeente, investeer in werkproces doelgroep baanafspraak’) blijkt dat met en door diverse partijen over deze signalen wordt gesproken. Naar aanleiding daarvan heeft u al aangegeven dat, mochten zich in de praktijk reële problemen voordoen, u samen met gemeenten en UWV naar een oplossing wilt zoeken. Daarmee lijkt het erop dat het probleem wordt gezien als een uitvoeringsprobleem. De vraag is nu wie vaststelt of er reële problemen zijn. En zo ja, welke problemen het betreft. De LCR heeft van uw ministerie vernomen dat een werkgroep van de werkkamer zich over het probleem buigt. De LCR vindt dit onvoldoende om een betrouwbaar inzicht in de problemen te krijgen. De LCR pleit voor een onafhankelijk onderzoek. Een onafhankelijk team bestaande in ieder geval uit verzekeringsarts(en) en arbeidsdeskundige(n) die de afgeronde beoordelingen gaat bekijken. Dit team dient vast te stellen waar de schoen wringt: - Is het beoordelingskader om te bepalen of iemand het wettelijk minimumloon kan verdienen adequaat? Iemand die met begeleiding en of aanpassingen een drempelfunctie kan vervullen wordt geacht het WML te kunnen verdienen. Wat betekent dat hij niet tot de doelgroep van de banenafspraak behoort. De LCR vraagt zich af of de mate van begeleidingsbehoefte een wegingsfactor is. Oftewel, wordt iemand geacht het WML te kunnen verdienen als hij structureel een aanzienlijk deel van zijn werktijd begeleiding nodig heeft om drempelfunctie te vervullen? - Zijn de afwijzingen te wijten aan de aanmelder die de juiste doelgroep niet voor ogen heeft? - Is de wijze van beoordelen passend bij de wet en regelgeving (is de wijze van beoordeling te streng)? Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 11
Een dergelijke onafhankelijke analyse kan de onrust bij de potentiële doelgroep en onduidelijkheid bij verwijzers wegnemen. De LCR ziet een spoedige reactie op ons voorstel met belangstelling tegemoet. Met vriendelijke groet, Gerrit van der Meer Voorzitter C.c.: - Tweede Kamer - VNG - Divosa - Werkkamer - UWV Samenstelling Landelijke Cliëntenraad • Landelijke cliëntenorganisaties: Vakcentrale voor Professionals / Christelijk Nationaal Vakverbond (VCP/CNV), Ieder(in) (vertegenwoordiger mensen met lichamelijke beperkingen), Ieder(in) (vertegenwoordiger mensen met verstandelijke beperkingen), Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO), Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, publieke sector), Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, private sector), Vertegenwoordiger organisaties van Minderheden (SMN, IOT), Landelijk Platform GGz/LOC, • Vertegenwoordigers van cliëntenraden: cliëntenraden SVB en UWV. • Vertegenwoordigers van de gemeentelijke cliëntenparticipatie: Mobility, cliëntenraden G4, vertegenwoordiger Dak- en thuislozen. Staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA) is het contact met de realiteit kwijt
Google melding Wmo 17 april 2015: Binnenlands Bestuur
‘Van Rijn leeft in een andere wereld’ Kemal Rijken 17 apr 2015 Staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA) is het contact met de realiteit kwijt. Dat vinden verschillende organisaties en partijen die de "slachtoffers" van zijn decentralisatiebeleid vertegenwoordigen. Te gemakkelijke conclusie ‘De staatssecretaris komt te gemakkelijk tot de conclusie dat zijn decentralisatiebeleid is opgelost. Hij leeft wat dat betreft in een andere wereld’, zegt Tweede Kamerlid Mona Keijzer (CDA). Zij ging woensdag in debat met Van Rijn over de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De bewindsman stuurde op 14 april een aantal evaluaties naar de Tweede Kamer. Hij stelde dat de overgang van lichte zorg en ondersteuning van het rijk naar de gemeenten naar behoren is verlopen. Regie kwijt Keijzer ziet dit anders. ‘Hij gaat te simpel voorbij aan de problemen. Kijk naar het persoonsgebonden budget, de dagopvang voor dementerenden, de keukentafelgesprekken, ga zo maar door. Overal stapelen de problemen zich op’. Volgens het CDA is er sprake van misleiding. ‘Van Rijn heeft belang bij een goednieuwsverhaal. Ik krijg juist signalen van de mensen in het land over slecht nieuws. De staatssecretaris is de regie kwijt’. Allemaal voorspeld Het CDA vindt de vakbond FNV aan haar zijde. ‘Van Rijn moet nu stoppen met die houding en snel bijdraaien’, zegt bestuurder Gijs van Dijk. ‘Wij waarschuwen hem al een jaar lang voor de gevolgen van deze nieuwe wet. Je kunt deze maat van bezuinigingen niet in dit snelle tempo doorvoeren. Het verdwijnen van banen en de zorgcliënten die tussen wal en schip vallen, we hebben het allemaal al voorspeld’. FNV dreigt met actie Van Dijk wordt door leden en lokale bestuurders op de hoogte gehouden over de kwalijke gevolgen van de nieuwe Wmo. ‘We krijgen berichten die gaan over allerlei ontslagen en over gemeenten die afzonderlijk compleet andere keuzes maken. We vinden het ook niet handig van Van Rijn dat hij het budget van de Wmo niet heeft geoormerkt.’ Zorg dicht bij huis is prima, maar dan wel goede zorg. Van Dijk: ‘We hebben een brandbrief gestuurd met oplossingen. Als Van Rijn niet voor 1 mei in actie komt, dan komen wij van de FNV nog meer in actie.’ ANBO: hoofdpijn Ook ouderenbond ANBO krijgt hoofdpijn van de nieuwe Wmo. ‘De staatssecretaris vindt dat de overheveling naar de gemeenten technisch gezien goed is verlopen', vertelt ANBO-bestuurslid Liane den Haan. 'Hij heeft ook toegelicht, dat het nu van papier in praktijk moet worden gebracht, daar zitten de knelpunten.' Begrijpelijk, volgens Den Haan: 'Als je alles in een keer bij de gemeenten uitzet, dan weet je dat niet alles in een keer goed zal verlopen.’ De gemeenten hadden deze Wmo niet zo op hun bordje moeten krijgen. ‘Ze huren nu peperdure consultants in terwijl ze moeten bezuinigen op de zorg. Doodzonde’. Als het aan de ANBO ligt, moet de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 12
maatregelen nemen. Den Haan: ‘De VNG moet kaders stellen waarbinnen gemeenten moeten werken zodat de verschillen afnemen. Verder willen we dat de VNG kijkt naar de best practises en die deelt onder de gemeenten’. Knelpunten ten aanzien van migranten uit Midden-, Oost- en Zuid-Europa
Binnenlands Bestuur 17 april 2015
Gemeenten hebben geen beleid voor EU-migranten Eric de Kluis 16 apr 2015 Zeventig procent van de Nederlandse gemeenten waar migranten uit Midden-, Oost- en Zuid-Europa wonen, ervaart knelpunten ten aanzien van deze doelgroep. Toch heeft 61 procent geen gericht beleid voor deze groep nieuwe migranten. Als gemeenten al gericht beleid voeren, dan is dat gericht op huiksvesting en registratie, maar niet op bijvoorbeeld inburgering. Geen inburgeringsbeleid Dit blijkt uit de landelijke enquête Gemeenten & EU-migranten van het Kennisplatform Integratie & Samenleving. Dit platform, opgericht door Movisie en het Verwey-Jonkerinstituut, is sinds 1 januari dit jaar actief als opvolger van het multicultureel instituut Forum. Aan het onderzoek namen 161 gemeenten deel. Slechts een op de vijf gemeenten heeft beleid ontwikkeld rondom inburgering, kinderen van migranten en arbeidsmarktproblematieken. Gemeenten geven aan lastig te kunnen inschatten of inburgering aan de orde is, omdat het niet altijd even duidelijk is of migranten zich tijdelijk of permanent in Nederland willen vestigen. Tegelijkertijd is inburgering van EU-migranten niet verplicht. Dezelfde fouten ‘Gemeenten worstelen met de komst van migranten uit Midden-, Oost- en Zuid-Europa’, zegt onderzoeker Marjan de Gruijter, ‘enerzijds hebben ze de angst om dezelfde fouten te maken als decennia geleden bij de eerste generatie arbeidsmigranten uit voornamelijk Turkije en Marokko: te weinig van de migranten eisen, maar ook te weinig aanbieden. Ze nemen nu nog te weinig actie. Dit komt omdat gemeenten niet goed weten hoe ze deze migranten kunnen bereiken en ondersteunen.’ Weinig kennis De meeste gemeenten hebben weinig kennis over deze nieuwe groep migranten. Zo heeft 70 procent bijvoorbeeld geen zicht op de arbeidssituatie van de migranten en geeft 54 procent aan weinig kennis te hebben over huisvesting. Deels ligt dat aan de gemeenten zelf. 76 procent zegt niet actief kennis te vergaren over hun situatie. De Gruijter zou het een goede ontwikkeling vinden als gemeenten meer in contact komen met de doelgroep. ‘Dan kan je elkaar leren kennen en grip krijgen op de knelpunten. Nu is er alleen contact bij de registratie, daarna is een migrant voor de gemeente meestal weer buiten beeld.’ Kinderombudsman: ‘Jeugdhulp is één grote proeftuin geworden.’
Zorg+welzijn 20 april 2015 ‘Jeugdzorg hapert in de wijkteams’ ‘Jeugdhulp is één grote proeftuin geworden.’ Dat zegt de Kinderombudsman in zijn eerste rapport over de transitie van de jeugdzorg. ‘De wijkteams zijn nog zoekend. Dat kan ertoe leiden dat kinderen die hulp nodig hebben, niet tijdig in beeld komen.’ Kinderombudsman Marc Dullaert heeft vooral zorgen over kinderen die na 1 januari 2015 hulp nodig hebben. In het eerste rapport over de transitie van de jeugdzorg constateert de Kinderombudsman dat de toegang tot jeugdhulp op dit moment nog niet goed is georganiseerd. Er wordt te veel gefocust op de "eigen kracht" van de gezinnen. Wat ertoe kan leiden dat jeugdprofessionals 'te lang het pad van Eigen Kracht bewandelen en dat er te laat wordt ingegrepen als de situatie voor een kind onveilig wordt.' Wachtlijsten Dit is het eerste van de drie rapporten, die de Kinderombudsman dit jaar schrijft over de effecten van de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten. Dullaert vindt het 'zorgelijk dat de eerste wachtlijsten bij de wijkteams al ontstaan'. Wijkteams zijn nog niet overal goed
Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 13
georganiseerd en dat heeft effect op de jeugdhulp die in de wijkteams is ondergebracht: 'Er is in wijkteams nog te veel onduidelijkheid over taken, bevoegdheden en aanpak.' Deskundigheid Ook hebben de wijkteams niet overal de noodzakelijke deskundigheid in huis, vindt Dullaert: 'Zoals de expertise voor het zorgvuldig schrijven van een verzoek tot onderzoek voor de Raad voor de Kinderbescherming. Of het herkennen van signalen van kindermishandeling.' Volgens Dullaert wordt er hard gewerkt om de kennis en kunde van de wijkteams op orde te brengen: 'Ze zijn aan het verbouwen, maar de winkel is al open.' Kwaliteit jeugdhulp Veel zorg aan kinderen gaat wel goed, benadrukt de Kinderombudsman. Kinderen en jongeren die al vóór 2015 zorg kregen, geven het rapportcijfer 7,4 voor de jeugdhulp die ze ontvangen. 73 procent van de hulpvragers geeft aan dat ze evenveel of meer hulp hebben gekregen na 1 januari. De kwaliteit van de hulp is nagenoeg gelijk gebleven, volgens het onderzoek. Dullaert: 'Voor de ruime meerderheid van de cliënten is de continuïteit gewaarborgd. Ik vind dit vooral een compliment voor de hulpverleners, door wie kinderen en ouders zich gehoord en gezien voelen.' Organisatie wijkteam De Kinderombudsman adviseert gemeenten om 'onmiddellijk in beeld te brengen welke kinderen en jongeren hulp ontvangen. Als de gemeenten dat niet op het netvlies hebben, kunnen ze ook niet inspelen op de behoeften van deze kinderen.' Ook wil Dullaert dat gemeenten beter informatie geven waar kinderen en ouders terecht kunnen voor hulp. En moeten de gemeenten vaart maken met de verbetering van de organisatie van de wijkteams. door Carolien Stam 17 apr 2015 laatste update:20 apr 2015
Dagbesteding draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde van mensen met dementie
Zorg+welzijn 20 aprtil 2015
‘Niet iedereen vindt reguliere dagbesteding leuk’ Dagbesteding draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde van mensen met dementie. Maar zij voelen soms weerstand tegen zo’n voorziening. De zorgboerderij blijkt dan een goede optie. Simone de Bruin, zorgonderzoeker bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzocht samen met drie collega's hoe dementie de maatschappelijke participatie beïnvloedt. Zo verminderen sociale contacten, blijkt uit de resultaten. De beperkingen die dementie met zich meebrengt zorgen er bijvoorbeeld voor dat je niet makkelijk een gesprek aan kunt gaan of dat vrijwilligerswerk niet meer lukt. Ook kun je met dementie niet altijd meer meedoen met het verenigingsleven. Weerstand Dagbesteding is een van de belangrijkste vormen van ondersteuning. Toch maakt slechts 7 procent van de circa 260.000 mensen met dementie in Nederland gebruik van een voorziening voor dagbesteding en ontmoeting. 'Dat dit er niet meer zijn komt onder andere doordat mensen met dementie weerstand voelen tegen zo'n voorziening', zegt De Bruin in AS (Maandblad voor de activiteitensector). Handwerken Uit het onderzoek blijkt dat voorzieningen voor reguliere dagbesteding (bijvoorbeeld dagbesteding in een verzorgingshuis of woon-zorgcentrum) niet altijd aansluiten bij de wensen en behoeften van de mensen met dementie. 'Op de reguliere dagbesteding staan vaak activiteiten op het programma als muziek luisteren, samen de krant lezen, tekenen, handwerken, gymnastiek, geheugentraining en spelletjes doen. De meeste activiteiten worden aan grote groepen tegelijkertijd aangeboden en vinden binnen plaats, in een grote ruimte. Niet iedereen vindt dat leuk', zegt de onderzoeker. Zorgboerderij En dan beslissen sommige mensen met dementie en hun mantelzorgers om af te zien van dagbesteding. Of ze gaan zelf op zoek naar alternatieven. En dat alternatief is volgens De Bruin de zorgboerderij. 'Het activiteitenaanbod daar ziet er echt anders uit', vertelt de onderzoeker die beide vormen van dagbesteding (in een reguliere instelling of op een zorgboerderij) in het onderzoek vergeleek. 'Op de zorgboerderij hebben mensen veel ruimte en keuze.'
Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 14
Participatie Uit het onderzoek blijkt dat zowel de reguliere dagbesteding als dagbesteding op een zorgboerderij de participatie van mensen met dementie stimuleert. 'De deelnemers krijgen meer sociale contacten en hebben het gevoel weer ergens bij te horen', vat De Bruin samen. 'Zorgboerderijen kunnen er aanvullend voor zorgen dat mensen met dementie het gevoel hebben dat ze weer een zinvolle bijdrage leveren aan de maatschappij. Sommigen denken zelfs dat zij vrijwilligerswerk of betaald werk uitvoeren.' Eten Een ander positief effect, dat al in eerder onderzoek werd gevonden bij deelnemers aan de activiteiten op zorgboerderijen, is dat zij beter eten. 'Ze hebben een hogere energie- en vochtinname dan deelnemers aan de reguliere dagbesteding. Dat is een belangrijke bevinding, omdat ondervoeding en uitdroging veelvuldig bij mensen met dementie voorkomen', zegt De Bruin. Verder zijn de mensen op een zorgboerderij meer buiten en bewegen ze meer. Voorbeeld De reguliere dagbesteding zou volgens de onderzoeker voorbeeld kunnen nemen aan het activiteitenaanbod op de zorgboerderij. 'Leg bijvoorbeeld een moestuin aan of laat bewoners helpen met het groenonderhoud. Laat mensen zoveel mogelijk zinvolle taken uitvoeren zoals een maaltijd bereiden en samen eten. Spreek mensen aan op wat ze nog wel kunnen en neem ze niet te veel uit handen', adviseert ze. 'Het onderzoek laat zien dat mensen, afhankelijk van hun leeftijd, geslacht en achtergrond, verschillende behoeften hebben. Verscheidenheid in het aanbod is daarom zeker belangrijk.' door Femke van den Berg 20 apr 2015 laatste update:22 apr 2015
Oudere voetgangers vallen door gebrekkige voetgangersvoorzieningen.
Google Meldingen Wmo: Verkeersnet.nl: 20 april 2015
Besparen op Wmo door betere voetgangersvoorzieningen Gemeenten kunnen besparen op Wmo-uitgaven door te voorkomen dat oudere voetgangers vallen door gebrekkige voetgangersvoorzieningen. Dat stelt CROW in een nieuwe folder die gemeenten wijst op nut en noodzaak van goed beheer en onderhoud van de openbare ruimte. In Nederland belanden jaarlijks ongeveer 100.000 65-plussers op een afdeling spoedeisende hulp van een ziekenhuis als gevolg van een valongeval. Daarvan vallen er jaarlijks ongeveer 12.000 als voetganger op straat. Het is volgens CROW het topje van de ijsberg: jaarlijks vallen er veel meer 65 plussers op straat, maar het merendeel van hen bezeert zich niet zodanig dat hij of zij naar het ziekenhuis moet. Wanneer ouderen vallen, is het letsel dat zij oplopen vaak relatief ernstig. Veelvoorkomend zijn heupen polsfracturen. Maar liefst 39% van de ouderen die op een SEH afdeling terecht komen, belandt in het ziekenhuis. Meer dan 2.500 van hen overlijden zelfs als gevolg van hun val. Door de vergrijzing wordt voor het jaar 2030 een verdubbeling tot een verdrievoudiging van het aantal dodelijke valslachtoffers verwacht. De gemiddelde directe medische kosten van een SEH-behandeling of ziekenhuisopname van een oudere als gevolg van een valongeval, bedragen ongeveer € 8.700. Jaarlijks gaat het in heel Nederland om een bedrag van € 890 miljoen. Ongeveer € 48 miljoen daarvan zijn kosten voor huishoudelijke hulp die via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) direct voor rekening van gemeenten komen. Ongeveer € 455 miljoen valt onder de zorgverzekeringswet (Zvw) en 390 miljoen euro onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Daar komen dan ook nog vaak de kosten voor vervoer, woningaanpassing, e.d. bij. Vanuit de Wet publieke gezondheid (Wpg) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) spelen gemeenten een belangrijke rol bij de preventieve zorg aan ouderen. Deze rol wordt belangrijker nu zorg aan thuiswonenden, zoals begeleiding, dagbesteding of kortdurend verblijf, per 1 januari 2015 uit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz) naar de Wmo wordt overgeheveld. Door deze
Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 15
overheveling verdienen investeringen van gemeenten in valpreventie zich deels terug door besparingen op de Wmo-uitgaven, zo stelt CROW. Uitgangspunt moet zijn dat het ontwerpeis van openbare ruimte moeten zijn afgesteld op de meest kwetsbare verkeersdeelnemers. Als het ontwerp uitgaat van mensen met een functiebeperking, is het resultaat geschikt voor iedereen en profiteert iedereen ervan. Maar ook goed beheer en onderhoud van de voetgangersvoorzieningen is belangrijk. Daarbij gaat het onder meer om handhaving op fout geplaatste auto’s of hinderlijk geplaatste reclameborden, containers, fietsen, e.d., werkzaamheden aan de weg en bij evenementen, gladheidsbestrijding op looproutes naar belangrijke bestemmingen en repareren van oneffenheden als gevolg van verzakkingen, boomwortels e.d. VeiligheidNL biedt een rekenmodule aan waarmee is uit te rekenen welke besparing valpreventie op kan leveren voor de Wet langdurige zorg. Duizenden hulpbehoevenden in problemen door het nieuwe persoonsgebonden budget
Binnenlands Bestuur 20 april 2015
'Van Rijn negeerde waarschuwing over pgb's' 18 apr 2015 Duizenden hulpbehoevenden zijn in problemen gekomen door het nieuwe persoonsgebonden budget (pgb) maar waarschuwingen dat dit zou gebeuren, heeft staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) in de wind geslagen. Dat meldt het AD zaterdag op basis van eigen onderzoek. Risico De belangrijkste uitvoerder, de Sociale Verzekeringsbank (SVB), waarschuwde Van Rijn vlak voor de invoering van het nieuwe stelsel dat 'de haalbaarheid risicovol was geworden'. Volgens hem kon het systeem toch per 1 januari worden ingevoerd omdat is voorzien in zogenoemde terugvalscenario's, waarbij zorgovereenkomsten voorlopig worden goedgekeurd. Zorggelden worden dan zonder controle aan cliënten overgemaakt met toetsing achteraf. 'Op verzoek van de Tweede Kamer zal een onafhankelijke probleemanalyse worden uitgevoerd', aldus Van Rijn in de krant. Naar de extra kosten die zijn ontstaan door de chaos wordt volgens hem op dit moment gekeken. Regeling wordt niet begrepen Vorige week bleek uit onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dat de helft van de mensen die een persoonsgebonden budget ontvangen, de regeling niet begrijpt. Daardoor maken ze fouten in hun administratie. Van de mensen met een pgb die in 2013 en de eerste helft van 2014 zijn gecontroleerd, gebruikte de helft het zorggeld onjuist. Bij de SVB zou het verloop onder het personeel groot zijn omdat boze en gefrustreerde zorgbehoevenden hun woede koelen op medewerkers en hen soms zelfs met de dood bedreigen. (ANP) Betere beantwoording per telefoon dan per email
Gemeente.nu 21 april 2015
Gemeente beantwoordt zorgvragen telefonisch beter dan per e-mail Het klantcontactkanaal e-mail is niet 'on top of mind' binnen Nederlandse gemeenten, leert actueel onderzoek van televisieprogramma Kassa en Store Support. In samenwerking met BNN-VARA Kassa heeft Store Support in maart 2015 met behulp van mystery calls en mystery e-mails onderzocht hoe gemeentes omgaan met hun nieuwe zorgverantwoordelijkheden. Van elke provincie werd een grote, middelgrote en kleine gemeente per telefoon en e-mail benaderd met een vijftal zorgvragen. De cases betroffen vragen over een aanpassing in huis, de aanvraag van een rollator, de aanvraag van een (elektrische) rolstoel, hulp in het huishouden en taxivervoer. Voor de eindscores is meegewogen of de geboden oplossing de juiste was, hoe hoog het kennisniveau van de medewerker was, of deze proactief was en empathie toonde, en of de vraag snel en met correcte taal werd beantwoord. Nagenoeg de helft van de mensen die een zorgvraag per e-mail stelden, ontving een nutteloos antwoord. Sommige gemeenten reageerden helemaal niet, terwijl anderen zich beperkten tot een standaardreactie. In totaal zijn 36 gemeenten benaderd door mysterymailers en –bellers. Iedere gemeente werd zowel per telefoon als e-mail vijf keer gemeten. Tijdens die contacten werden vragen gesteld over een
Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 16
aanpassing in het huis, het aanvragen van een rollator en een rolstoel, hulp in de huishouding en taxivervoer. Terwijl gemeenten het af laten weten qua mailafhandeling, lieten zij zich van hun betere kant zien wat betreft de telefonische beantwoording van vragen. In 85% van de gevallen werden burgers goed geholpen. 'De kennis van de medewerkers is voldoende en er wordt vaak ook uitleg gegeven over de loop en duur van het proces. Bij vragen op de e-mail gebeurt dit juist nog te weinig', concludeert Arjen van Hijum, directeur Store Support, op basis van de resultaten. door redactie 11 apr 2015 laatste update:13 apr 2015 Jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb) 18+
Binnenlands Bestuur 21 april 2015
18+ met licht verstandelijke beperking verdient beter perspectief Hans Schirmbeck 20 apr 2015 Het blijft één van de meest serieuze knelpunten in transitietijd: continuering van zorg wanneer jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb) de leeftijd van 18 jaar bereiken. Tot ongeveer hun 23e zijn ze immers nog volop in ontwikkeling. Ze krijgen in die levensfase zelf óók te maken met verschillende ‘transities’. Het is de periode waarin ze de stap van school naar werk maken en naar zo zelfstandig mogelijk wonen. Het is van het grootste belang dat begeleiding en/ of behandeling dan wordt gecontinueerd. Zodat ze zo goed mogelijk voorbereid de maatschappij binnen stappen. De Jeugdwet kent echter een leeftijdsgrens van 18. In de eerste maanden na de transitie zien we dat de aansluiting tussen 18- en 18+ nog niet altijd goed loopt. Voor jongeren met lvb is er nog niet altijd een goede inhoudelijke samenhang tussen de Jeugdwet, de Wmo en de Wlz. De VGN pleit er voor om dit, met voorrang, nader te onderzoeken. Vanaf 1 januari van dit jaar valt de ondersteuning voor 18+ jongeren met een (licht) verstandelijke beperking meestal onder de Wmo. Daarbij zijn er jongeren met lvb die vanwege (ernstige) gedragsproblematiek aangewezen zijn op behandeling. Behandeling met verblijf, die vanaf 18 jaar onder de Wlz valt, en extramurale behandeling, die mogelijk vanaf 18 wordt ondergebracht in de Zorgverzekeringswet. Het Zorginstituut Nederland brengt hierover nog een advies uit. Tot die tijd blijft deze behandeling in een subsidieregeling, met als wettelijk kader de Wet langdurige zorg (Wlz). Het is voor jongeren met een licht verstandelijke beperking erg belangrijk dat de nieuwe stelsels goed op elkaar aansluiten. En dat er dus een goede inhoudelijke samenhang is tussen de nieuwe Jeugdwet, de Wmo en de Wlz. Overigens ook tussen de Jeugdwet, de Participatiewet en het Passend onderwijs. De VGN ziet dat er van deze samenhang nog onvoldoende sprake is en dat er nog geen goede aansluiting is tussen bijvoorbeeld de specialistische behandeling met verblijf en vervolgtrajecten. Zoals intensieve begeleiding thuis. Hierdoor dreigt een groep waarbij behandeling van gedragsproblematiek noodzakelijk is tussen de wal en schip te vallen. Dat is niet nodig. Als de Wmo te licht blijkt te zijn en de Wlz te zwaar, is het zaak om even een pas op de plaats te maken. Geef jongeren met een lvb – in de periode waarin ze vaak te kampen hebben met ontwikkelings- en gedragsproblemen - alle ruimte om zich in hun eigen tempo te ontwikkelen en zorg voor maatwerk op individueel niveau. Er is nog zó veel mogelijk. We mogen geen kans onbenut laten. De Jeugdwet houdt op bij 18. Maar sommige jongeren gun je een beter alternatief dan de huidige Wmo of Wlz. Beide wetten lijken niet goed aan te sluiten bij de (hulp)vragen die deze jongeren werkelijk hebben. Wellicht is een soort Wmo+ een oplossing. Maar voordat ik mij daarover uitspreek, graag eerst nader onderzoek. Laten we collectief voorkomen dat jongeren met een licht verstandelijke beperking te vroeg uitvliegen… Hans Schirmbeck Ieder(in) Hoe gaat collectieve ziektekostenverzekering er volgend jaar uitzien?
Nieuwsbrief Lokaal - Nr 2 - April 2015
Collectieve ziektekostenverzekering? Hier moet u op letten Veel gemeenten bieden sinds dit jaar een collectieve ziektekostenverzekering aan als alternatief voor het verdwijnen van de financiële compensatieregelingen Wtcg en CER. Zo rond de zomer
Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 17
gaan veel gemeenten bespreken hoe deze verzekering voor chronisch zieken en gehandicapten er het volgende jaar uit gaat zien. In dit artikel schetsen we waar u als belangenbehartiger in het gesprek met de gemeente op moet letten. Ieder(in) heeft onlangs een bijeenkomst georganiseerd over de ervaringen van mensen met een beperking en plaatselijke belangenbehartigers met de gemeentelijke zorgverzekering. Deze zorgverzekering kan zeker voor mensen met een laag inkomen een passende voorziening zijn, mits ze goed op de doelgroep is toegesneden en de gemeente ook bijdraagt in de hoogte van de premie. De deelnemers aan de bijeenkomst kwamen met nog enkele belangrijke verbeterpunten. Als u met uw gemeente in gesprek gaat over de gemeentepolis 2016 is het goed om deze punten mee te nemen. Maatwerk blijft nodig Het is belangrijk dat er naast de verzekering ook nog maatwerk mogelijk blijft. Bijvoorbeeld via de bijzondere bijstand. Want niet voor iedereen is de collectieve verzekering passend. Denk aan mensen in instellingen. Of denk aan mensen die vanwege de hoogte van het inkomen niet voor de verzekering in aanmerking komen. Maak de regeling bekend De bekendheid van de gemeentelijke ziektekostenverzekering is vaak laag. Bij het keukentafelgesprek en door de wijkteams wordt deze voorziening nog weinig onder de aandacht gebracht. Soms weten zelfs de lokale gehandicaptenraad of Wmo-raad nauwelijks van het bestaan van de regeling. Dus het is zaak dat een gemeente tijdig op de regeling wijst, via meerdere kanalen. Zodat mensen in december – wanneer ze moeten overstappen – weloverwogen een keuze kunnen maken. Zorg voor goede dekking De aanspraken moeten echt gericht zijn op mensen met een beperking. Daarbij hoort een dekking voor het eigen risico en de eigen bijdragen in de Wmo en Wlz. Verder is het van belang dat er voldoende keuzevrijheid is tussen verschillende pakketten en zo nodig ook tussen meerdere zorgverzekeraars. Ook moet bijvoorbeeld de vrije toegang tot artsen en medicatie zijn gewaarborgd. Maak overstappen makkelijk Voor sommige mensen is het lastig om over te stappen. Bijvoorbeeld als men met de eigen verzekering specifieke afspraken heeft gemaakt over medicatie of hulpmiddelen. Gemeenten kunnen dit ondervangen door met de verzekeraar een coulancebeleid af te spreken, waarbij oude afspraken worden overgenomen. Zorg voor goede toegang Sommige gemeenten bieden de zorgverzekering alleen aan voor mensen op bijstandsniveau. Dit is veel te beperkt. Dring er bij uw gemeente op aan dat de verzekering minimaal openstaat voor mensen met een inkomen tot 120% van het wettelijk minimumloon en liefst nog hoger. Juist mensen boven het minimum hebben vaak met een stapeling van kosten te maken. Geheimhoudingsplicht jeugdhulpverlener
Schulinck nieuws 23 april 2015
Onduidelijkheid over doorbreken geheimhoudingsplicht Aanstaande wijziging Jeugdwet
mr. Roel Meertens , Redacteur
Ik ben Roel Meertens. Sinds februari 2014 werk ik als senior juridisch vakredacteur bij Schulinck. In deze functie zorg ik voor de inhoud en actualiteit van Grip op Jeugd. Ik vind het leuk om gemeenten goed te ondersteunen bij de uitvoering van de Jeugdwet. Hierbij staan twee zaken voor mij voorop: inhoudelijk juiste informatie geven en moeilijke onderwerpen uitleggen in begrijpelijke taal.
De Jeugdwet geldt nu bijna 4 maanden, maar de eerste aanpassingen komen er al aan. In het onlangs ingediende wetsvoorstel Veegwet VWS 2015 worden 15 artikelen gewijzigd. Eén daarvan wil ik hier nader bespreken en gaat over de doorbreking van de geheimhoudingsplicht door jeugdhulpverleners. Volgens het College bescherming persoonsgegevens (CBP) is de doorbreking van de geheimhoudingsplicht niet goed geregeld in de Jeugdwet. De wetgever vindt van wel. De aanstaande wijziging in de Jeugdwet moet dit verder verduidelijken. Geheimhoudingsplicht jeugdhulpverlener Cliënten hebben recht op privacy. Hun persoonsgegevens moeten veilig zijn bij de hulpverleners die hen helpen of ondersteunen. De hulpverleners hebben dan ook een geheimhoudingsplicht. Zij mogen
Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 18
de persoonsgegevens van hun cliënten niet aan anderen geven. Behalve als in de wet expliciet is opgenomen dat zij dit wel mogen doen. Als jeugdhulpverleners persoonsgegevens van hun cliënten willen verstrekken aan de gemeente, dan moet wettelijk vastgelegd zijn dat zij dat mogen doen. Volgens het CBP is dat niet het geval. Het CBP heeft de bewindspersonen dan ook gevraagd om een specifieke bepaling in de Jeugdwet op te nemen die doorbreking van de geheimhoudingsplicht mogelijk maakt. Zorgen CBP Het CBP heeft vragen gekregen over de verstrekking van persoonsgegevens over jeugdige ggzcliënten aan gemeenten. Jeugdhulpverleners vermelden deze gegevens op hun facturen aan gemeenten. De gemeenten hebben deze gegevens nodig voor de financiële afwikkeling van de jeugdhulp en de controle daarop. Het CBP is bezorgd over de rechtmatigheid van deze gegevensverstrekking. En dat geldt niet alleen voor jeugdige ggz-cliënten, maar voor alle cliënten die jeugdhulp krijgen. Volgens het CBP mogen de jeugdhulpverleners deze gegevens niet aan gemeenten geven. In de Jeugdwet staat namelijk niet dat jeugdhulpverleners in deze situatie hun geheimhoudingsplicht mogen doorbreken. Een uitzondering hierop is als zij een rechtsgeldige toestemming hiervoor hebben gekregen van hun cliënt. Maar ook deze toestemming ontbreekt vaak in de praktijk. Bovendien mogen gemeenten deze gegevens niet verwerken als er geen wettelijke grondslag is. De wetgever is het niet eens met het CBP en verwijst naar artikel 7.4.1 Jeugdwet. In dat artikel zou de doorbreking van de geheimhoudingsplicht vastgelegd zijn. Wijziging Jeugdwet Volgens de wetgever is de grondslag voor doorbreking van de geheimhoudingsplicht door jeugdhulpverleners vastgelegd in lid 2 van artikel 7.4.1 Jeugdwet. De zinsnede waaruit dit afgeleid kan worden zit enigszins verstopt na de zesde komma aan het einde van een zin van 37 woorden. Om meer duidelijkheid te verschaffen gaat de wetgever nu dus dit artikel aanpassen. In het wetsvoorstel Veegwet VWS 2015 wordt de zinsnede in lid 2 van artikel 7.4.1 verwijderd en er wordt een nieuw lid 3 toegevoegd. De bepaling luidt als volgt: "Het college verwerkt gegevens ten behoeve van de toeleiding naar, advisering over, bepaling van en het inzetten van een voorziening op het gebied van jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering alsmede de bekostiging daarvan." Verwerking persoonsgegevens De grondslag mag nu duidelijk zijn. Maar is nu ook duidelijk hoe de noodzakelijke persoonsgegevens op facturen aan de gemeente gebruikt mogen worden? De gemeenten en jeugdhulpaanbieders moeten daarvoor zelf de criteria vaststellen. Als dit in de praktijk niet gebeurt, dan kan de wetgever alsnog regels hiervoor opstellen. Daarom wijzigt de Veegwet VWS 2015 ook artikel 7.4.4 Jeugdwet door toevoeging van de mogelijkheid om de criteria uit te werken in een ministeriële regeling. Het wetsvoorstel Veegwet VWS 2015 is vorige week ingediend bij de Tweede Kamer. Zodra de Veegwet in werking treedt zullen de genoemde artikelen met terugwerkende kracht gelden vanaf 1 januari 2015. Rechtmatige gegevensverstrekking In de praktijk komt het dus al voor dat persoonsgegevens van jeugdigen door jeugdhulpverleners verstrekt worden aan gemeenten. Naar het oordeel van het CBP is deze gegevensverstrekking onrechtmatig. De uitleg van de wetgever zegt het tegenovergestelde. Wie er ook gelijk heeft, na inwerkingtreding van de Veegwet heeft deze gegevensverstrekking in ieder geval een wettelijke grondslag vanaf 1 januari 2015.
Facbook Hans v.d.Knijff 25 april 2015
Column: Pgb-waanzin Geplaatst op 25 april, 2015 Annemarie Haverkamp We moeten formulieren downloaden van de website, zegt medewerker één. Die formulieren bestaan helemaal niet, stelt medewerker twee. Het is ten strengste verboden die niet-bestaande formulieren als cliënt zelf in te vullen, waarschuwt medewerker drie. Welkom bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Sinds februari belt de vader van Job vrijwel dagelijks met deze wonderlijk georganiseerde club mensen. Reden: de pgb (persoonsgebonden budget)-chaos. Waar we tot 2014 zelf Jobs begeleidsters mochten uitbetalen, moet de SVB dat nu voor
Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 19
ons doen. Het geld komt niet meer van het rijk, maar van de gemeente. Gevolg: onze zorgverleners krijgen al maanden geen of een uit de lucht gegrepen salaris. ‘Het budget van uw zoon is nooit door de gemeente bij ons gestort’, zegt medewerker vier. ‘Het geld komt eraan, we hebben gebeld met de gemeente’, bezweert medewerker vijf. ‘Wij mogen nooit bellen met de gemeente’, garandeert medewerker zes. Omdat pgb-begeleiders mensen met een baan zijn die gewoon elke maand geld nodig hebben om brood te kopen en hun huur te betalen, hebben we een deel van de salarissen inmiddels zelf voorgeschoten. Wij als ouders kunnen dat, ja. In tegenstelling tot gehandicapten die juist een pgb hebben omdat ze volledig afhankelijk zijn van de staat en recht hebben op hulp. Die hebben zelf geen inkomen en kunnen dus helemaal niemand ook maar iets voorschieten. De ramp is niet te overzien. We willen de voorschotten aan Jobs begeleidsters wel graag terugvorderen, dus belt de vader van Job voor de 26ste keer met de SVB. ‘U mag ons helemaal niet bellen. U bent niet de wettelijk vertegenwoordiger van uw zoon’, vindt medewerker zeven. ‘Ik zie dat het budget van Job bij ons niet onder ‘wmo-begeleiding’ is gestort, maar onder ‘jeugdwet’’, probeert medewerker acht. Mijn man komt er zelf achter dat het bedrag, dat absoluut niet overeenkomt met het bedrag dat de gemeente Job heeft toegezegd, op beide posten is gestort. ‘We doen een spoedbetaling’, belooft medewerker negen. In de krant lees ik dat SVB-medewerkers bedreigd zijn door boze cliënten (mijn man heeft een alibi). Nee, dat mag nooit. Maar jongens, los dit op. Jullie drijven ons tot waanzin!
Nieuwsbrief 83 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Pagina 20