Explora
Docentenhandleiding Explore-it Science & Zoo (zowel vmbo als havo/vwo) Benodigde voorkennis: Inhoudelijk sluit deze Explore-it goed aan bij: • Explora Nectar biologie Hoofdstuk 4 Gedrag; 10 Dieren en planten • Explora biologie-nask Hoofdstuk 6 Dierentuinen • Explora biologie-verzorging Hoofdstuk 4 Dieren verzorgen; 9 Dieren en planten • Explora Pulsar nask Hoofdstuk 3 Water • Explora nask-techniek Hoofdstuk 11 Water en milieu U kunt er voor kiezen om deze Explore-it vóór, tijdens of na het betreffende hoofdstuk in te zetten. Afhankelijk van deze keuze kunt u de Explore-it Science & Zoo dan respectievelijk als inleiding, verbreding of verdieping inzetten. De Explore-it Science & Zoo is met name geschikt om aan het einde van een schooljaar in te zetten. Ten eerste omdat er veel aspecten van allerlei Mens- en natuurvakken aan de orde komen, ten tweede door de voor de hand liggende excursie naar een dierentuin. Uiteraard kunt u deze Explore-it ook op een geheel ander tijdstip inzetten, onafhankelijk van andere leerstof. Hoe later u de Explore-it inzet, des te meer u een beroep kunt doen op vaardigheden die de leerlingen tijdens de uitvoering van Do-it’s en practica reeds verworven hebben. U kunt dan zelf accenten leggen op reeds behandelde leerstof, of juist vooruitlopen op onderwerpen die nog aan bod gaan komen. In ieder geval is het aan te raden om, voordat u aan Science & Zoo begint, hoofdstuk 1 van één van de Explora-combidelen van Wolters Noordhoff reeds behandeld te hebben (of hoofdstuk 1 van Pulsar 2e editie, Nectar 3e editie of Radar). Kiest u voor een uitvoering aan het begin van het eerste leerjaar, dan zult u rekening moeten houden met mogelijk extra toelichting en de daarbij benodigde extra voorbereiding als docent, of de (naslag)vaardigheden van leerlingen. De benodigde bronnen daarvoor zijn ruimschoots aanwezig in de hierboven genoemde uitgaven van Wolters-Noordhoff. Uiteraard kunt u de Explore-it Science & Zoo, evenals de overige Explore-it’s, ook inzetten naast een andere methode, of onafhankelijk van enige methode. Maar ook dan zal een extra voorbereiding of intensievere begeleiding van de docent bij sommige onderdelen nodig zijn. Onderdelen van deze docentenhandleiding 1) Suggesties om deze Explore-it te starten 2) Tips en aanwijzingen per Do-it 3) Suggesties om deze Explore-it te verdiepen of aan te passen aan het niveau 4) Suggesties voor de afsluiting van het project 5) Aanvullend materiaal (zoals knipbladen)
© Wolters-Noordhoff bv
1
Explora 1) Suggesties om de Explore-it Science & Zoo te starten Neem uitgebreid de tijd om de beginpagina ‘Project en planning’ met uw leerlingen door te nemen. Daarbij is het nuttig om samen met uw leerlingen de afzonderlijke Do-it’s en de eindopdracht door te lezen. Zo kunt u gedurende de gehele tijd dat de klas aan het project werkt, doelgericht naar een concrete afronding toewerken. De meeste Do-it’s zijn geschreven voor een groepje van vier leerlingen, maar uiteraard kunt u dat aantal zelf aanpassen. U kunt kiezen tussen de volgende varianten: 1) Alle groepjes doen alle Do-it’s gelijktijdig. 2) Alle groepjes doen alle Do-it’s in ‘caroussel-vorm’ (roulerend). 3) Ieder groepje doet 2 of 3 Do-it’s naar keuze, en presenteren de resultaten aan elkaar. Bij deze Explore-it, Science & Zoo, is het, in geval u voor optie 3) kiest, aan te raden om voor de eindopdracht de groepen opnieuw in te delen, op zo’n manier dat in iedere groep alle Do-it’s door alle groepsleden ‘gedekt’ worden. Voor het groepswerk kunt u, indien u dat zo gewend bent, uitstekend gebruik maken van een taakverdeling binnen een groep. Tip, speciaal bij deze Explore-it: Als aanvulling op de planmatige aspecten van de Explore-it Science & Zoo, kunt u als startactiviteit denken aan: • Een bezoek aan een dierentuin. Om deze activiteit optimaal te benutten in combinatie met deze Explore-it, is het dan aan te raden om de diverse onderdelen van het project eerst met de leerlingen door te nemen, en ze te stimuleren om ‘gericht’ foto’s van deze excursie te maken. • Een klassengesprek over dierentuinbezoek. Tijdens dit klassengesprek kunt u bijvoorbeeld: - inventariseren welke dierentuinen bekend zijn bij leerlingen, - wat hun favoriete dierentuin is, en waarom, - leerlingen laten bedenken welke kennis van nask, biologie, verzorging en techniek komen kijken bij het inrichten en in stand houden van een dierentuin.
© Wolters-Noordhoff bv
2
Explora
2) Tips en aanwijzingen per Do-it DO-IT 1 Hoe maak je water van nijlpaarden schoon? Een praktische opdracht, waar verschillende scheidingsmethoden aan de orde komen. De opdracht is op ieder niveau en op ieder moment uit te voeren. U kunt, afhankelijk van het niveau van de leerlingen en hun voorkennis, zelf bepalen hoe breed en hoe diep u de diverse scheidingsmethoden of waterzuiveringsmethoden theoretisch toelicht. Het hoofdstuk ‘Water’ (hoofdstuk 3 van Pulsar nask) kan dan uitstekend dienen om op terug te komen en zonodig te herhalen als het hoofdstuk al behandeld is. Als het hoofdstuk nog niet behandeld is, kunt u de leerlingen naar dit hoofdstuk verwijzen als naslagbron. Deze Do-it komt, in iets andere vorm ook voor in H6 Dierentuinen van de combi biologienask. U kunt refereren aan de bijbehorende paragraaf; hetzij als ‘opfrissing’, hetzij als naslagbron/theoretische achtergrond. Mochten uw leerlingen van dit hoofdstuk de Do-it reeds uitgevoerd hebben, dan kunt u ofwel: - de leerling de opdrachten in laten vullen met de kennis die ze daarbij al opgedaan hebben, - de leerling stimuleren/uitdagen tot een vervolgonderzoek of verdieping; bijvoorbeeld door een waterzuiveringsinstallatie te laten ontwerpen voor een ‘echt’ nijlpaardenbassin. DO-IT 2 Waarom plast een tapir achteruit? Een relatief eenvoudige opdracht over territoriumgedrag van dieren, en hoe men daar rekening mee houdt bij de inrichting van dierentuinen. Stimuleer uw leerlingen om hun kennis over territoriumgedrag in combinatie met hun creativiteit en inlevingsvermogen in zowel het dier, als de dierentuinbezoeker, in te zetten tot het ontwerpen van een informatief bord. Afhankelijk van het niveau van de leerlingen kunt u de theoretische achtergrond over territoriumgedrag zelf aanpassen, en eisen stellen hoe diep de leerlingen daarop in gaan. H4 Gedrag van Nectar kan indien nodig dienen als bron. (Met name voor havo/vwo-leerlingen kunt u als opstapje voor de bovenbouw biologie denken aan het laten maken van een ethogram/protocol.) Ook is het aardig om, via een klassengesprek of het laten schrijven van een opstel, leerlingen te laten nadenken of, en op welke manieren zij zelf territoriumgedrag vertonen. DO-IT 3 Loopt het ijsberenverblijf onder water? Een opdracht waarbij u op ieder niveau uitstekend algemene onderzoeksvaardigheden kunt trainen: het stellen van een hypothese, nauwkeurig meten, weergeven van de meetresultaten in tabellen en grafieken en/of het schrijven van een onderzoeksverslag. Met name voor vmbo-leerlingen kunt u de resultaten van de proef laten gebruiken voor de praktische inrichting voor een ijsberenverblijf met echte ijsbergen. Met name voor havo/vwo-leerlingen kunt dit u onderzoek aanzet laten zijn voor: - het denken over een aspect van de opwarming van de aarde: Wat voor gevolgen heeft het smelten van landijs en ijs van gletsjers en het smelten van ijsbergen op het al of niet stijgen van de zeespiegel? - dichtheid in verband met zinken, zweven, drijven, - de wet van Archimedes, - molecuultheorie, - de ‘anomaliteit van water’(om dit laatste niet tot een té academisch niveau te verheffen kunt u de leerlingen zich wellicht laten verwonderen door een variant van de proef uit te laten voeren met smeltend vast frituurvet in plaats van ijs.)
© Wolters-Noordhoff bv
3
Explora
Als naslag of herhaling van kennis kunt u bij deze Do-it gebruik maken van H3 Water van Pulsar nask. DO-IT 4 vmbo: Hoe heten mannetjes, vrouwtjes, en jonge dieren? Een speelse puzzelopdracht over de namen van mannetjes, vrouwtjes en jonge dieren. Met name voor ‘stadskinderen’ is dit soms echt een ‘eye-opener’. Het zelf maken van een woordzoeker blijkt uit ervaring een echte succesbeleving; stimuleer vooral leerlingen die eerst aarzelen: ‘Dat kan ik niet!’ De praktijk wijst uit dat juist deze leerlingen, als ze eenmaal over de drempel zijn geholpen, heel trots zijn met hun zelf behaalde resultaat. Een mooie aanleiding ook om de leerlingen als docent te helpen, en de leerlingen elkaar te laten helpen, door ze te wijzen op het enorme aantal diersoorten dat bestaat. Niet alleen boerderijdieren en huisdieren, maar als ze elkaar, eventueel met uw hulp, eenmaal op het idee brengen van soorten insecten, reptielen, vissen, ..... Een mooie stimulans is ook, als u de leerlingen, nadat hun ‘eigen vondsten zijn uitgeput’ wijst op de mogelijkheid om door hun biologieboek bladeren. Het oplossen van elkaars woordzoekers is eveneens leerzaam, en een extra externe beloning. Ook kunt u de beste woordzoeker gebruiken voor een bonus-opdracht bij een proefwerk; dat werkt ook erg stimulerend. Ook kunt u de vondsten van de leerlingen later gebruiken bij een dierentuinbezoek, of bij het onderwerp ‘ordening’. DO-IT 4 havo/wvo: Waarom heet een leeuw in elk land Leo? Een puzzelopdracht die, samen met de inleiding, een opstapje vormt naar het bovenbouw biologie-onderdeel Wetenschappelijke (Latijnse) naamgeving van dieren en planten. Ook voor leerlingen die geen NG/NT-profiel gaan kiezen is dit een leerzame opdracht. Stimuleer de leerlingen vooral, zoals in de Do-it beschreven wordt, om niet meteen te gaan ‘googelen’, maar eerst zoveel mogelijk zelf in te gaan vullen. De ‘aha-erlebnis’ is groot, met name als de leerlingen de oplossing voor de meer cryptische of speelse omschrijvingen hebben gevonden. De praktijk wijst uit dat de leerlingen met deze puzzel wel een blokuur bezig zijn; zeker inclusief de ‘internet-zoekopdrachten’ van de Latijnse namen. Als extra externe stimulans kunt u een leerling of groepje leerlingen dat als eerste de puzzel foutloos opgelost heeft – en een klein foutje in één van de omschrijvingen! - nog extra belonen. DO-IT 5 vmbo Wat doet een dierenverzorger in een dierentuin? Een internetopdracht die tot doel heeft informatie te zoeken over een opleiding tot dierenverzorger. Deze opleiding sluit goed aan op het vmbo. Lukt het de leerlingen niet om zelf met zoekwoorden de geschikte site(s) te vinden, probeert u het dan via www.schoolbieb.nl >vmbo 3 en 4> sector groen> opleiding en beroep> dieren Dit is sowieso een informatieve site als u iets aan beroepenvoorlichting in uw sector wilt doen. Andere sites: http://www.leren.nl/rubriek/loopbaan/beroepen/dierenartsassistent_dierenverzorger/ http://www.werksite.nl/branche/beroepskeuze/19/werkervaringen/246
© Wolters-Noordhoff bv
4
Explora DO-IT 5 havo/vwo Ziet een vis wat jij ziet? Een onderzoeksopdracht die bewust heel open is gehouden. Laat de leerlingen zich maar verwonderen over de verschijnselen van spiegeling en breking! Tijdens een dierentuinbezoek is in de diverse aquaria hierover ook een keur aan verschijnselen waar te nemen! Al naar gelang de voorkennis van de leerlingen, kunt u desgewenst de theoretische achtergrond geven over breking en totale terugkaatsing. Maar u kunt de opdracht ook richten op puur de ontwikkeling van wetenschappelijke nieuwsgierigheid, de formulering van onderzoeksvragen, en het zelf bedenken van een onderzoeksplan. Laat de creatieve leerling zijn gang maar gaan met het maken van mooie foto’s. U kunt dan tevens ingaan op de vraag waarom aquariumfoto’s niet altijd vanzelf scherp worden, en de leerling oplossingen laten bedenken om wel scherpe foto’s te maken. Tenslotte, en wellicht een open deur: er zijn veel digitale camera’s met onderwatermogelijkheden, maar laat de leerling dit vooral even checken!!! Tips voor verdieping van deze proef (met name voor havo/vwo): • overeenkomsten en verschillen tussen verbranding in je lichaam en verbranden van brandstoffen, • verschil in voedingswaarde tussen verschillende voedingsstoffen. DO-IT 6 Hoe zorgt de zon voor sneeuw voor de pinguïns? Een informatie-opdracht over het gebruik van zonne-energie in een dierentuin. Mocht u bij uw dierentuinbezoek kiezen voor Diergaarde Blijdorp, Rotterdam, bezoek dan zeker het Oceanium. Hier, en in de rest van de dierentuin, wordt veel voorlichting gegeven over de ‘wetenschap achter de dierentuin’. Bij de havo/vwo-versie is de opdracht uitgebreider: daar moeten de leerlingen ook nog uitzoeken hoe energie gebruikt wordt om te koelen (principe van een warmtewisselaar).
© Wolters-Noordhoff bv
5
Explora 3) Suggesties om deze Explore-it te verdiepen of aan te passen aan het niveau Bij deze Explore-it is zowel bij de onderwerpkeuze als bij de verdieping van de opdrachten al rekening gehouden met verschil tussen vmbo en havo/vwo. Zie ook de opmerkingen bij de afzonderlijke Do-it’s. Indien u lesgeeft in havo/vmbo-klassen, kunt u zelf kiezen welke Explore-it u inzet.
4) Suggesties voor de afsluiting van het project Zeer voor de hand liggend is uiteraard het dierentuinbezoek. Diergaarde Blijdorp in Rotterdam besteedt expliciet erg veel aandacht aan voorlichting over wetenschap, ook natuurkunde en techniek, maar uiteraard is daar ook in andere dierenparken, zelfs de kleinere, aandacht voor. Indien een echte excursie er qua organisatie of budget niet in zit, of, ter voorbereiding op een bezoek: Er zijn op internet erg veel websites te vinden over de dierentuin. Zo kunt u thuis op internet dierentuinen en dierenparken bekijken, en zelfs online tickets hiervoor bestellen. Op http://dierenparken.startpunt.com/ vindt u een overzicht van dierentuinen, met bijbehorende links. 5) Aanvullend materiaal geen
© Wolters-Noordhoff bv
6