Explora
Docentenhandleiding Explore-it 1 De Traumaheli (zowel vmbo als havo/vwo) Benodigde voorkennis: De nummering ‘1’ van deze Explore-it slaat, evenmin als de andere nummeringen van de Explore-its, op de volgorde van uitvoering. U kunt alle Explore-it’s namelijk inzetten op een moment dat u schikt. Gezien de variatie en moeilijkheidsgraad, is uitvoering van deze Explore-it iets verderop in het leerjaar te prefereren boven een uitvoering direct aan de start van het leergebied Mens en Natuur. U kunt bij een latere uitvoering namelijk een groter beroep doen op de vaardigheden die de leerlingen tijdens de uitvoering van Do-it’s en practica bij de diverse monovakken, combivakken of modules reeds verworven hebben. In ieder geval is het aan te raden om bij deze Explore-it De Traumaheli hoofdstuk 1 van één van de Explora-combidelen van Wolters Noordhoff reeds behandeld te hebben (of hoofdstuk 1 van Pulsar 2e editie, Nectar 3e editie of Radar) voordat u aan De Traumaheli begint. Ook Explora Module 1, Onderzoeken en ontdekken, is - evenals hoofdstuk 1 van de hierboven genoemde titels - een handige voorbereiding voor deze Explore-it. In deze eerste hoofdstukken worden namelijk voor alle vakken de belangrijkste basisvaardigheden wat betreft het doen van onderzoek behandeld. Met name voor het vmbo is het aan te raden om ook andere hoofdstukken van het betreffende leerjaar behandeld te hebben alvorens u deze Explore-it inzet. (Een Explore-it die voor alle niveaus bij uitstek geschikt is voor het begin van een leerjaar is Explore-it 2: Het Forensisch lab.) Kiest u toch voor een uitvoering aan het begin van het schooljaar, dan zult u rekening moeten houden met mogelijk extra toelichting en de daarbij benodigde extra voorbereiding als docent, of de (naslag)vaardigheden van leerlingen. De benodigde bronnen daarvoor zijn ruimschoots aanwezig in de hierboven genoemde uitgaven van Wolters-Noordhoff. Uiteraard kunt u de Explore-it De Traumaheli, evenals de overige Explore-it’s, ook inzetten naast een andere methode, of onafhankelijk van enige methode. Maar ook dan zal een extra voorbereiding of intensievere begeleiding van de docent bij sommige onderdelen nodig zijn. Onderdelen van deze docentenhandleiding 1) Suggesties om deze Explore-it te starten 2) Tips en aanwijzingen per Do-it 3) Suggesties om deze Explore-it te verdiepen of aan te passen aan het niveau 4) Suggesties voor de afsluiting van het project 5) Aanvullend materiaal (zoals knipbladen)
© Wolters-Noordhoff bv
1
Explora 1) Suggesties om de Explore-it De Traumaheli te starten Neem uitgebreid de tijd om de beginpagina ‘Project en planning’ met de leerlingen door te nemen. Daarbij is het nuttig om samen met uw leerlingen de afzonderlijke do-it’s en de eindopdracht door te lezen. Zo kunt u gedurende de gehele tijd dat de klas aan het project werkt, doelgericht naar een concrete afronding toewerken. De meeste do-it’s zijn geschreven voor een groepje van vier leerlingen, maar uiteraard kunt u dat aantal zelf aanpassen. U kunt kiezen tussen de volgende varianten: 1) Alle groepjes doen alle do-it’s gelijktijdig. 2) Alle groepjes doen alle do-it’s in ‘caroussel-vorm’ (roulerend). 3) Ieder groepje doet 2 of 3 do-it’s naar keuze, en presenteren de resultaten aan elkaar. Bij deze Explore-it, De Traumaheli, hoeft u voor de presentaties geen afzonderlijke lestijden te plannen. De presentaties vinden namelijk plaats tijdens de eindopdracht: de tentoonstelling. Wel is het handig af en toe met de leerlingen te overleggen hoe ze hun onderdeel zullen gaan presenteren. Omdat ieder groepje slechts een klein aantal do-it’s doet, kan per do-it ook meer dan één lesblok worden uitgetrokken. Tip, speciaal bij deze Explore-it: Gezien de gevarieerdheid van de diverse do-it’s (van technisch, tot medisch/verzorgend) is de volgende verdeling een optie: Alle groepen doen do-it 1. Zo krijgen alle leerlingen een goed beeld van wat er allemaal komt kijken bij een traumahelikopter. Vervolgens kunt ‘specialistengroepen’ vormen, naar interesse van de leerlingen. Bijvoorbeeld: - een aantal groepen ‘technici’ doet do-it 2, 5 en 6. - een aantal groepen ‘artsen en verzorgers’ doet do-it 3 en do-it 4 (uitgebreid). Voor het groepswerk kunt u, indien u dat zo gewend bent, uitstekend gebruik maken van een taakverdeling binnen een groep. Als aanvulling op de planmatige aspecten van de Explore-it De Traumaheli, kunt u als startactiviteit denken aan: • Klassikaal do-it 1.1 uitvoeren. Dit kan uitstekend in een computerlokaal. Zie voor verdere aanwijzingen de opmerkingen bij do-it 1.1. • Een klassengesprek naar aanleiding van een ‘case’, bijvoorbeeld: Tijdens een schoolreis/sportactiviteit komt één van de leerlingen ongelukkig ten val, en kan zich absoluut niet meer bewegen. Het ongeval vindt plaats in een afgelegen gebied waar weinig of geen wegen zijn. Wat moet er dan allemaal gebeuren? Als ‘case’ kan ook een relevant krantenartikel uitgedeeld worden. • Het vertonen van een DVD of film(fragment) waarin de traumahelikopter, of juist het ontbreken van een traumahelikopter een rol speelt. • Een bezoek aan een ziekenhuis/standplaats van een traumaheli met een presentatie door één van de echte beroepsbeoefenaars of voorlichters. Uiteraard vergt deze startactiviteit een voorbereiding die geruime tijd vooraf plaats moet vinden.
© Wolters-Noordhoff bv
2
Explora
2)Tips en aanwijzingen per Do-it DO-IT 1.1 Wie werken er in en samen met de traumaheli? Een algemene, verkennende opdracht. Leerlingen krijgen een beeld van wat er zoal komt kijken bij de traumaheli. • Gezien het algemene en inleidende karakter van deze do-it, is het aan te raden om hem door alle groepen, ofwel klassikaal uit te voeren aan het begin van deze Explore-it. Dit kan uitstekend in het computerlokaal plaatsvinden. Als alternatief voor de traditionele ‘knip- en plakposter’ kunt u de leerlingen de resultaten dan ook vorm laten geven in een computerdocument in word of als één of meer dia’s van een powerpoint-presentatie. • Ook is het mogelijk om de leerlingen als huiswerk het computergedeelte uit te laten voeren, en dan tijdens een les in een gewoon lokaal de leerlingen aan de poster te laten werken. • U kunt ook aan een taakverdeling binnen groepen denken: bijvoorbeeld twee leerlingen zoeken informatie op internet, en twee andere leerlingen maken van deze informatie een poster. DO-IT 1.2 Stort een helikopter neer als de motor uitvalt? Een opdracht waarbij u uitstekend algemene onderzoeksvaardigheden kunt trainen: het variëren van één variabele waarbij de overige omstandigheden gelijk blijven, nauwkeurig meten, weergeven van de meetresultaten in tabellen en grafieken, het schrijven van een onderzoeksverslag. Afhankelijk van het niveau van de klas en uw eigen doelstellingen kunt u een keuze maken het accent te leggen op één of meer aspecten van de onderzoeksvaardigheden. • U kunt het ‘lanceergedeelte’ ook als demo uitvoeren. De leerlingen leveren dan hun helikopter aan, en het recept voor de hoeveelheid water en bruistablet. De leerlingen komen één voor één hun lancering onder toezicht van docent en/of toa uitvoeren, of de docent of toa voert de demo uit. Laat leerlingen dan goed observeren hoe hoog de heli komt. Een goed hulpmiddel bij deze observatie is het maken van korte videofragmentjes. DO-IT 1.3 Wat weet jij van botbreuken? Een vrij traditionele activiteit met als doel de namen van de onderdelen van het skelet te leren kennen. Leerlingen knippen de onderdelen van het skelet van het knipblad uit, en zetten het skelet in elkaar. De extra uitdaging van de activiteit is het maken van een levensgroot skelet, voor de tentoonstelling. In deze do-it wordt verwezen naar een knipblad. Dat knipblad ‘skelet’ staat op de docentensite: www.nectar.wolters.nl; via het tabblad 'docentenhandleiding', kies deel '1 vmbo kgt', hoofdstuk 2, op het scherm staat dan onder het kopje 'aanvullend materiaal' het knipblad 'Skelet'. Bij deze docentenhandleiding is ook een pdf-bestand van dit knipblad bijgevoegd. Hebben de leerlingen bij biologie de opdracht van het skelet met dit knipblad reeds gedaan, dan kunt u dit onderdeel hier overslaan, en u meer richten op het levensgrote skelet, en de röntgenfoto-opdracht. Zie daarvoor ook de tips hieronder. Tips ter vereenvoudiging (voor basis-klassen): • Voor het levensgrote skelet kunt u het knipblad ook een aantal keren vergroot kopiëren, totdat de botten ‘levensgroot’ zijn. • In plaats van leerlingen de namen van de botten zelf op te laten zoeken, kunt u ze ook geven, met de opdracht om ze bij het juiste bot te schrijven. Tips om de opdracht moeilijker te maken (voor hv-leerlingen, maar ook voor goede, enthousiaste kgt-leerlingen!): • Gebruik in plaats van het knipblad op de site een moeilijker puzzel. Het is bijvoorbeeld erg leuk om de botten van het menselijk skelet te ‘husselen’ met
© Wolters-Noordhoff bv
3
Explora
•
•
• •
botten van een skelet van bijvoorbeeld een vleermuis, een walvis, etc. Aan de leerlingen is dan de taak om eerst een menselijk skelet van de juiste botten te maken, de rest van de botten in elkaar te zetten en raden van welk dier dat is. Een nog groter beroep op de creatieve vaardigheden van de leerlingen (en die hebben ze!) is, om leerlingen als huiswerk zelf skeletpuzzels te laten maken. Laat leerlingen daartoe met het zoekwoord ‘skelet’ een afbeelding zoeken, kopiëren en plakken in een tekenprogramma, bijvoorbeeld ‘paint’ . Met knippen en plakken van de diverse onderdelen kunnen ze dan een puzzel maken. Ook kunnen ze uiteraard het skelet printen, in stukjes knippen en weer kopiëren. De volgende les kunnen leerlingen elkaars puzzels weer in elkaar zetten. Veel leerlingen vinden het leuk als u vertelt dat ze bij medische opleidingen de namen van de botten in het Latijn moeten kennen. Laat ze die opzoeken en samen met de Nederlandse namen (of Engelse, Duitse, Turkse...) bij de onderdelen schrijven. Laat sommige leerlingen ook uitzoeken hoe de botten van de schedel heten, en dan een levensgrote schedel maken. Laat leerlingen een op internet gezochte en uitgeprinte röntgenfoto uitvergroten tot ‘levensgroot’. Laat ze die gezamenlijk op een groot vel dat in de klas hangt, plakken tot een zo compleet mogelijk ‘röntgenskelet’ ontstaat. Het is juist leuk als dit enkele weken duurt; leerlingen zien gedurende enkele weken de ‘röntgenfoto’ groeien, en worden zo uitgedaagd de ontbrekende delen aan te vullen! Voor een extra mooi resultaat op de tentoonstelling!
DO-IT 1.4 Wie redden dieren? Een vrij open, en vakoverstijgende opdracht. Juist om de leerlingen daarbij niet ‘het bos in te sturen’ zijn in deze do-it vrij nauw omschreven deelopdrachten geformuleerd. Met name voor vmbo is het raadzaam om de leerlingen ook aan deze concrete deelopdracht te houden. Uiteraard kunt u de creatieve ideeën van leerlingen om wat anders te doen ook stimuleren. Met name hv-leerlingen kunt u dit wel toevertrouwen. Als uitstapje voorafgaand, tijdens, of na deze do-it is het leuk om bijvoorbeeld een dierenasiel of kinderboerderij te bezoeken. DO-IT 1.5 Hoe snel kan een rotor draaien? Een nogal technische opdracht, die bovendien nogal wat onderzoeksvaardigheden vergt. Gezien de benodigde materialen en om te voorkomen dat de leerlingen ‘maar wat aan gaan klooien’ de volgende tips: • Laat deze do-it door één, hooguit twee groepjes tegelijk uitvoeren, liefst onder toezicht van docent en/of toa. • Een taakverdeling binnen een groep is hier zinvol en ‘regulerend’. Bijvoorbeeld een ‘teamchef’ die er op toeziet dat een goed resultaat wordt behaald, een ‘materiaalman/-vrouw’ , een ‘uitvoerder’ en een ‘schrijver’ en/ of een ‘verslaggever’. Of de verdeling zoals u die gewend bent. • Beperk het bouwen van de rotor echt tot een zeer eenvoudige rotor! Naast de leuke ervaringen van deze opdracht, zijn er in de uitprobeerfase ook minder geslaagde ervaringen geconstateerd. Leerlingen die een prachtige grote constructie bouwen die dan meteen uit elkaar valt bij het testen... Bouw het op van klein en simpel naar steeds iets groter. • Het bepalen van de draaisnelheid kan op dit stadium nog niet van de leerlingen verwacht worden. In dit stadium zijn aanduidingen als ‘langzaam’, twee keer zo snel’ etc. voldoende. Geïnteresseerde leerlingen kunt u natuurlijk wel mee laten denken met ideeën of suggesties van u en de toa. Bijvoorbeeld met behulp van de stroboscoop, met video-opnamen etc. Verwacht dit echter nog niet van uw leerlingen, maar stimuleer het initiatief wanneer dat aanwezig is.
© Wolters-Noordhoff bv
4
Explora •
Een demonstratie van een stroboscoop om daarmee draaibewegingen te vertragen, stil te zetten, en zelfs om te draaien is altijd leuk. Ook op de tentoonstelling!
DO-IT 2.6 hv: ‘Is een traumaheli altijd sneller dan een ambulance? vmbo: ‘Een valhelm voor een ei?’ Voor deze do-it is bewust gekozen voor een verschillende invulling voor hv en vmbo. Voor hv is het een activiteit waarbij veel denk- en rekenvaardigheden van de leerlingen verwacht worden. Voor vmbo is gekozen voor een concrete ‘doe-opdracht’. (Voor het geval dat u met t/h klassen werkt, kunt u kiezen voor de hv-Do-it of de vmboDo-it.) Vmbo: ‘Een valhelm voor een ei?’ • Laat de leerlingen eerst van een (hardgekookt!!) ei een echt poppetje maken, met een gezichtje, eventueel ook een lijfje, armen, benen. Dit werkt beter voor het inleven in het belang om een echt goede valhelm te maken. Leerlingen gaan op deze manier ook zorgvuldiger met hun ‘proefpersoon’ om! Bovendien kunt u op deze manier eisen dat de valhelm een beetje in de juiste schaal wordt uitgevoerd, en bijvoorbeeld ogen, neus en mond vrij laat. • Verwacht geen spectaculaire hoogtes, maar begin echt met ‘centimeterwerk’ en laat de afstanden dan geleidelijk opvoeren. • Natuurlijk is het ook leuk om naast de veiligheidseisen van de valhelm aandacht te besteden aan vormgeving, materiaal, kosten, enz. • Een klassengesprekje over het nut van het verplichten van de valhelm, ook in samenhang met het overstijgende onderwerp ‘de traumaheli’ kan heel goed voorafgaand of als afsluiting van deze do-it. • Leerlingen die filmpjes van hun proef willen maken? Sta het toe, en stimuleer ze om zulke goede filmpjes te maken dat ze geschikt zijn voor de tentoonstelling. Een filmpje als reclamespotje voor ‘hun’ helm, of een voorlichtingsspotje voor veilig verkeer is ook een aardige vorm. (t)hv: ‘Is een traumaheli altijd sneller dan een ambulance? Rekenen, (be)redeneren, en puzzelen vormen een belangrijk aspect in een toekomstig NG- of NT-profiel. Hier oefenen leerlingen dat. Neem ze in het begin vooral niet teveel aan het handje, maar daag ze uit om het probleem zelf op te lossen! • ICT-applicaties zoals een routeplanner, of google-earth zijn hier ook een uitstekende (aanvullende) optie. • Koppel de bezigheden van de leerlingen terug naar do-it 1: ook planners en rekenaars zijn bij de traumaheli van groot belang.
© Wolters-Noordhoff bv
5
Explora 3) Suggesties om deze Explore-it te verdiepen of aan te passen aan het niveau Zie de opmerkingen bij de afzonderlijke do-it’s. Naast de suggesties die bij de afzonderlijke do-it’s gegeven zijn, kunt u met name voor havo/vwo denken aan wat meer open opdrachten, als aanvulling op of ter vervanging van één of twee do-it’s. Voorbeelden: - Bereid samen met een groepje leerlingen een bezoek (met rondleiding) voor aan een ziekenhuis, liefst een van de ziekenhuizen waar een traumaheli gestationeerd is. Deze activiteit zou u na do-it 1 kunnen doen. U kunt de voorbereiding op zich al als opdracht laten gelden. Laat leerlingen daartoe vijf vragen formuleren die ze tijdens dat bezoek willen stellen. Laat ze, al dan niet met een routeplanner een reis uitstippelen. Of de daadwerkelijke uitvoering van het bezoek kan plaatsvinden hangt uiteraard af van de geografische ligging en de excursiemogelijkheden op uw school. - Misschien zijn er leerlingen die een korte spreekbeurt willen houden over een eigen ervaring over een landing van een traumaheli in hun buurt waarvan ze getuige waren. (Pas op met al te ‘traumatische’ ervaringen ....) - Laat leerlingen krantenartikelen verzamelen waarin de inzet van een traumaheli beschreven wordt. Dat kan zowel via actuele, ‘echte’ kranten, of met behulp van internet. - Laat een groepje leerlingen een quiz maken over de traumaheli, met tien vragen en A,B,C-antwoorden. Deze quiz kan dan uitgereikt worden in de klas, of aan het publiek van de tentoonstelling.
4) Suggesties voor de afsluiting van het project Als afsluiting van het project kunt u als alternatief voor dan wel als aanvulling op de voorgestelde afsluiting denken aan: • Een bezoek aan een ziekenhuis/ standplaats van een traumaheli met een presentatie door één van de echte beroepsbeoefenaars of voorlichters. Uiteraard vergt deze activiteit een voorbereiding die ver vooraf plaats moet vinden. • Het vertonen van filmopnames die gemaakt zijn van een tentoonstelling van een andere klas. Deze optie kan handig zijn op een grote school, waar geen tijd en-of organisatiemogelijkheden zijn voor het veelvuldig inrichten van een tentoonstelling. • Een ‘muurkrant’ of tentoonstelling die alleen uit posters bestaat. • Een powerpoint-presentatie die is samengesteld uit diverse bijdragen van de verschillende groepen. • Stimuleer in enthousiaste groepen vooral eigen ideeën van leerlingen. Gebruik de creatieve invalshoeken van uw leerlingen ook in volgende uitvoeringen.
5) Aanvullend materiaal Bij do-it 1.3 knipblad Skelet (een pdf-bestand vindt u bij deze docentenhandleiding.) Het knipblad ‘Skelet’ staat ook op de docentensite: www.nectar.wolters.nl; via het tabblad 'docentenhandleiding', kies deel '1 vmbo kgt', hoofdstuk 2, op het scherm staat dan onder het kopje 'aanvullend materiaal' het knipblad 'Skelet'.
© Wolters-Noordhoff bv
6