Dockinga College, Havo/Vwo o.b., DOKKUM Inleiding [1]
Voor de invoering van Passend Onderwijs zijn de scholen verplicht om de mogelijkheden binnen hun leerlingenzorg te beschrijven in een zgn. ondersteuningsprofiel. Hiervoor hebben de coördinatoren van het Samenwerkingsverband 3.02 het Instrument Zorgprofiel Passend Onderwijs Friesland ontwikkeld. Dit wordt gebruikt op alle scholen van het SWV 3.02 in Friesland. Inmiddels wordt het instrument ook door andere scholen in de provincie gebruikt. Het is de bedoeling dat de ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen naast elkaar worden gelegd om te beoordelen of er sprake is van passend onderwijs in de regio. Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de scholen is onderstaand format ontwikkeld om het ondersteuningsprofiel te beschrijven. Op elke school zijn in verschillende sessies de bouwstenen, omschrijvingen van het ondersteuningsprofiel per locatie vastgesteld. Naast deze grofmazige bouwstenen zijn er ook nuanceringen geformuleerd. De matrix op de volgende pagina’s, d.w.z. het ondersteuningsprofiel voor de locatie Havo/VWO onderbouw van het Dockinga College, biedt het overzicht van de haalbaar geachte zorg en begeleiding in een reguliere onderwijssetting door docenten en schoolleiding, eventueel met ondersteuning van specifieke hulpverleners. In bepaalde zorgvragende situaties zijn steeds indicatoren voor toelating alsmede contra-indicatoren vermeld. In enkele gevallen zijn er ontwikkelpunten geformuleerd. In het schooljaar 2011/2012 worden die verder uitgewerkt. Het zorgplan van de school hoort als bijlage bij dit ondersteuningsprofiel. Dit ondersteuningsprofiel is een werkdocument en wordt in zorg- en kernteam geëvalueerd na 1 jaar.
Dokkum, juni 2012.
[2]
0. De doelgroep van onze school/locatie Gegevens school
Dockinga Collega, havo / vwo onderbouw ‘de Finne’
Onderwijsaanbod
Havo, vwo en gymnasium
1. Organisatie onderwijsondersteuning Ondersteuningsplan1 en visie
Het Dockinga College beschikt over een zorgplan dat elk jaar wordt herzien. In dit zorgplan wordt de leerlingenzorg nader toegelicht en dit plan dient als basis voor de leerlingenbegeleiding. Teamleiders hebben regelmatig overleg met mentoren en eens in de twee weken zorgoverleg met de onderwijsdirecteur, JGZmedewerker, leerlingbegeleider, orthopedagoog, ambulant begeleider van Renn4 en schoolmaatschappelijk werker.
Leerlingvolgsysteem
De teamleiders houden op overzichtelijke wijze voor hun jaarlaag de meest belangrijkste zaken bij in de leerlingendossiers. De teamleiders en mentoren houden tevens de nodige informatie bij in het leerlingvolgsysteem in Magister.
Verzuim
Docenten houden de aanwezigheid van de leerlingen per les bij in Magister. De teamleiders en het oop controleren of de docenten dit doen en houden de afwezigheid van leerlingen via Magister in de gaten. Ouders hebben de mogelijkheid om in te loggen in Magister en zo de aanwezigheid van hun kind bij te houden. Indien een leerling te vaak afwezig is wordt contact opgenomen met zowel de ouders en de leerplichtambtenaar.
Interne overlegstructuren
In het jaarrooster zijn de vergadermomenten vastgelegd naar aanleiding van de rapportmomenten. Eens in de twee weken is er zorgoverleg met de onderwijsdirecteur, JGZmedewerker, leerlingbegeleider, orthopedagoog, ambulant begeleider van Renn4 en schoolmaatschappelijk werker. Leerlingen met problemen die ingebracht zijn worden besproken en bijvoorbeeld doorverwezen, via de ouders, naar bijvoorbeeld een huisarts of psycholoog.
Personeel en leerling-ondersteuning
Docenten kunnen in Fricolore verband bijscholing volgen op het gebied van bijvoorbeeld het mentoraat. In het jaarrooster zijn studiemomenten opgenomen voor het personeel. In het scholingsplan is duidelijk omschreven wat de taken zijn van mentor, teamleider en zorgmentor.
Toelating
Op basis van advies van de basisschool, en het leerlingvolgsysteem van groep 6 t/m 8 (de zogenaamde Friese Plaatsingswijzer) wordt bepaald waar een leerling wordt geplaatst. Het geheel wordt besproken in de toelatingscommissie.
Mentoraat
In alle jaarlagen heeft het Dockinga College mentoren. In leerjaar één en twee heeft elke klas een mentoruur met daarnaast accent verschillen tussen havo en vwo. In de derde klas is er alleen een facultatief mentoruur.
School en ouders
Door middel van tienminutengesprekken, ouderavonden, mentoren hebben telefonisch overleg met ouders naar aanleiding van de rapporten. De locatie kent ook een actieve Ouderraad.Verder worden ouders intensief betrokken bij schools activiteiten.
Praktijk Onderwijs (PrO)
N.V.T.
Leerwegondersteuning (LWOO)
N.V.T.
1
Zie: het ondersteuningsplan van de school
[3]
Ontwikkelpunten
Magister (lvs)kan nog doeltreffender worden ingezet op het gebied van leerlingbegeleiding. In het kader contact ouders / school voor de toekomst inloopspreekuren organiseren en uitvoeren. Mentoren meer bewust maken van hun ‘sleutelpositie’.
2.Interne ondersteuning Begeleiding bij het leren
Begeleiding bij gedrag/motivatie
Speciale schoolinterne opvangvoor-
Voor leerlingen is er mogelijkheid tot vak begeleiding voor de vakken Engels, Nederlands en wiskunde. Er is huiswerkbegeleiding voor alle jaarlagen gegeven door vakkundige docenten, daarnaast is er een huiswerkklas waar leerlingen na schooltijd huiswerk kunnen maken. Leerlingen stellen met behulp van hun mentor gedurende het hele jaar een plan van aanpak op over hun studievaardigheden. Dit plan van aanpak wordt tijdens het jaar regelmatig weer herzien. Op het Dockinga College is een dyslexie begeleider aanwezig die de leerlingen elke week ziet en begeleidt met onder andere behulp van ICT. Daarnaast wordt bekeken hoe ernstig de problemen zijn en krijgt de leerling dispensatie en / of extra mogelijkheden. Een en ander is verwoord in het dyslexieprotocol van de school. Voor hoogbegaafde leerlingen is er de gymnasium talent klas en het WON-project. Teamleiders hebben regelmatig overleg met mentoren en eens in de twee weken zorgoverleg met de onderwijsdirecteur, JGZ-medewerker, leerlingbegeleider, orthopedagoog, ambulant begeleider van Renn4 en schoolmaatschappelijk werker. Daarnaast beschikt Dockinga College over een aantal docenten die gespecialiseerd zijn op het gebied van leerlingbegeleiding. Het Dockinga College biedt begeleiding op het gebied van faalangst, weerbaarheid en sova. In magister worden verzuim, cijfers en logboek bijgehouden door betrokken partijen en alles is inzichtelijk voor ouders. Leerlingen stellen met behulp van hun mentor gedurende het hele jaar een plan van aanpak op over hun studievaardigheden. Dit plan van aanpak wordt tijdens het jaar regelmatig weer herzien. Leerlingen met motivatieproblemen krijgen extra begeleiding tijdens mentorlessen en huiswerkbegeleiding. Ll. met te grote sociaal- emotionele problemen, kunnen tijdelijk worden begeleid bij bureau BAB. Ll. met te grote sociaal- emotionele problemen, kunnen tijdelijk worden begeleid bij bureau BAB, waar docenten met specifieke vaardigheden op het gebied van sociaal- emotionele problemen begeleiding bieden.
zieningen
Ontwikkelpunten
Meer mogelijkheden creëren voor het volgen van bijlessen. Docenten moeten zich meer bewust worden van hun opvoedende taak, lesgevende taak, motiverende en inspirerende taak. Ook het aspect differentiëren en ICT is nog winst te behalen.
[4]
3. Hulpvragen en niveaus van zorg. Toelichting op het ondersteuningsprofiel t.a.v. leerlingen met een specifieke hulpvraag . Uitgangspunten m.b.t. de toelating van een leerling met een hulpvraag: de school is in principe bereid om leerlingen met een specifieke hulpvraag toe te laten bij de toelating van een leerling met een specifieke hulpvraag zal steeds een individuele afweging gemaakt worden, d.w.z. dat de school zich in dezen niet uitlaat in termen met een meer algemene toepasbaarheid centraal in de afweging zal steeds de vraag staan of de school, naar verwachting, in staat zal kunnen zijn om de voorwaarden te kunnen scheppen om de leerling op een verantwoorde wijze op te kunnen vangen en de gewenste zorg te bieden De school heeft, per cluster, indicatoren en contra-indicatoren geformuleerd met behulp waarvan genoemde individuele afweging gemaakt kan worden.
Leerlingen met een visuele beperking
De school is bereid om leerlingen met een visuele beperking passend onderwijs te bieden (cl.1), mits voldaan wordt aan bepaalde indicatoren. Binnen de breedtezorg: functioneert voldoende passend, met of zonder hulpmiddelen functioneert zelfstandig binnen groepsverband is voldoende weerbaar is voldoende leerbaar, d.w.z. het niveau van capaciteiten en leervorderingen maakt plaatsing binnen het gewenste niveau mogelijk er is deskundige begeleiding vanuit het SWV beschikbaar Verwijzing naar de dieptezorg (speciale voorziening) er is sprake van een mate van kwetsbaarheid die het functioneren in groepsverband eigenlijk niet mogelijk maakt er is sprake van een continue begeleidingsbehoefte het omgaan met wisseling van docent, vak en ruimte is problematisch er is sprake van combinatie met een andere lichamelijke handicap dan wel met een psychiatrische handicap, waardoor strijdigheid ontstaat met de hierboven genoemde indicaties
Leerlingen met een auditieve beperking/ernstige spraaktaalproblematiek
De school is bereid om leerlingen met een auditieve beperking/ernstige spraak-taalproblematiek passend onderwijs te bieden (cl.2), mits voldaan wordt aan bepaalde indicatoren. Binnen de breedtezorg: functioneert voldoende passend, met of zonder hulpmiddelen functioneert zelfstandig binnen groepsverband is voldoende weerbaar is voldoende leerbaar, d.w.z. het niveau van capaciteiten en leervorderingen maakt plaatsing binnen het gewenste niveau mogelijk
[5]
er is deskundige begeleiding vanuit het SWV beschikbaar Verwijzing naar de dieptezorg (speciale voorziening) er is sprake van een mate van kwetsbaarheid die het functioneren in groepsverband eigenlijk niet mogelijk maakt er is sprake van een continue begeleidingsbehoefte het omgaan met wisseling van docent, vak en ruimte is problematisch er is sprake van combinatie met een andere lichamelijke handicap dan wel met een psychiatrische handicap, waardoor strijdigheid ontstaat met de hierboven genoemde indicaties
Zeer moeilijk lerende kinderen (ZML)
De school is niet in staat en bereid om ZML-leerlingen2 passend onderwijs te bieden (cluster 3).
Langdurig zieke kinderen (LZK)
De school is bereid om LZK-leerlingen passend onderwijs te bieden (cl.3) ), mits voldaan wordt aan bepaalde indicatoren. Binnen de breedtezorg: functioneert voldoende passend, met of zonder hulpmiddelen functioneert zelfstandig binnen groepsverband is voldoende weerbaar is voldoende leerbaar, d.w.z. het niveau van capaciteiten en leervorderingen maakt plaatsing binnen het gewenste niveau mogelijk. er is deskundige begeleiding vanuit het SWV beschikbaar Verwijzing naar de dieptezorg (speciale voorziening) er is sprake van een mate van kwetsbaarheid die het functioneren in groepsverband eigenlijk niet mogelijk maakt er is sprake van een continue begeleidingsbehoefte het omgaan met wisseling van docent, vak en ruimte is problematisch er is sprake van combinatie met een andere lichamelijke handicap dan wel met een psychiatrische handicap, waardoor strijdigheid ontstaat met de hierboven genoemde indicaties het voorzieningenniveau van de betreffend locatie is ontoereikend in relatie tot de bij de leerling aanwezige problematiek
2
ZML = Zeer Moeilijk Lerende kinderen; dit onderwijsniveau bevindt zich onder het Praktijkonderwijs.
[6]
Lichamelijk gehandicapte kinderen (LG)
De school is bereid om LG-leerlingen passend onderwijs te bieden (cl.3), mits voldaan wordt aan bepaalde indicatoren. Binnen de breedtezorg: functioneert voldoende passend, met of zonder hulpmiddelen functioneert zelfstandig binnen groepsverband is voldoende weerbaar is voldoende leerbaar, d.w.z. het niveau van capaciteiten en leervorderingen maakt plaatsing binnen het gewenste niveau mogelijk. er is deskundige begeleiding vanuit het SWV beschikbaar Verwijzing naar de dieptezorg (speciale voorziening) er is sprake van een mate van kwetsbaarheid die het functioneren in groepsverband eigenlijk niet mogelijk maakt er is sprake van een continue begeleidingsbehoefte het omgaan met wisseling van docent, vak en ruimte is problematisch er is sprake van combinatie met een andere lichamelijke handicap dan wel met een psychiatrische handicap, waardoor strijdigheid ontstaat met de hierboven genoemde indicaties het voorzieningenniveau van de betreffende locatie is ontoereikend in relatie tot de bij de leerling aanwezige problematiek
Leerlingen met structureel psychosomatische klachten
De school is bereid om LG-leerlingen passend onderwijs te bieden (cl.3), mits voldaan wordt aan bepaalde indicatoren. Binnen de breedtezorg: functioneert voldoende passend, met of zonder hulpmiddelen functioneert zelfstandig binnen groepsverband is voldoende weerbaar is voldoende leerbaar, d.w.z. het niveau van capaciteiten en leervorderingen maakt plaatsing binnen het gewenste niveau mogelijk. er is deskundige begeleiding vanuit het SWV beschikbaar Verwijzing naar de dieptezorg (speciale voorziening): er is sprake van een mate van kwetsbaarheid die het functioneren in groepsverband eigenlijk niet mogelijk maakt er is sprake van een continue begeleidingsbehoefte het omgaan met wisseling van docent, vak en ruimte is problematisch er is sprake van combinatie met een andere lichamelijke handicap dan wel met een psychiatrische handicap, waardoor strijdigheid ontstaat met de hierboven genoemde indicaties
[7]
het voorzieningenniveau van de betreffende locatie is ontoereikend in relatie tot de bij de leerling aanwezige problematiek
Leerlingen met internaliserende problematiek
De school is bereid om leerlingen met internaliserende problematiek passend onderwijs te bieden), mits voldaan wordt aan bepaalde indicatoren. Binnen de breedtezorg: functioneert adequaat binnen groepsverband kan zich in voldoende mate houden aan regels en afspraken is in voldoende mate toegankelijk voor gedragsbeïnvloeding is voldoende weerbaar is voldoende leerbaar, d.w.z. het niveau van capaciteiten en leervorderingen maakt plaatsing binnen het gewenste niveau mogelijk kan voldoende functioneren binnen de praktische vakken, dusdanig dat de veiligheid van de leerling zelf noch van zijn omgeving hierbij in het geding is de leerling is in staat om op een passende wijze om te gaan met het personeel van de school de ouders/verzorgers zijn voldoende coöperatief er is deskundige begeleiding vanuit het SWV beschikbaar. Verwijzing naar de dieptezorg (speciale voorziening) er is sprake van een mate van internaliserende of externaliserende problematiek, die het functioneren in groepsverband eigenlijk niet mogelijk maakt er is sprake van een dermate ernstige vorm van concentratieproblematiek, dat de omgeving van de leerling daar te zeer onder lijdt er is sprake van een continue begeleidingsbehoefte het omgaan met wisseling van docent, vak en ruimte is problematisch er is sprake van combinatie met een lichamelijke handicap, waardoor strijdigheid ontstaat met de hierboven genoemde indicaties
Leerlingen met externaliserende problematiek
De school is bereid om leerlingen met externaliserende problematiek3 passend onderwijs te bieden. mits voldaan wordt aan bepaalde indicatoren. Binnen de breedtezorg: functioneert adequaat binnen groepsverband kan zich in voldoende mate houden aan regels en afspraken
3
Externaliserende problematiek is meer naar buiten gericht en dus meer zichtbaar. Hierbij kan gedacht worden aan opstandig gedrag, agressieve uitingen, hyperactiviteit, impulsiviteit, stelen en spijbelen. Deze problemen worden eerder herkend, omdat de omgeving er meer last van heeft.
[8]
is in voldoende mate toegankelijk voor gedragsbeïnvloeding is voldoende weerbaar is voldoende leerbaar, d.w.z. het niveau van capaciteiten en leervorderingen maakt plaatsing binnen het gewenste niveau mogelijk kan voldoende functioneren binnen de praktische vakken, dusdanig dat de veiligheid van de leerling zelf noch van zijn omgeving hierbij in het geding is de leerling is in staat om op een passende wijze om te gaan met het personeel van de school de ouders/verzorgers zijn voldoende coöperatief er is deskundige begeleiding vanuit het SWV beschikbaar. Verwijzing naar de dieptezorg (speciale voorziening) er is sprake van een mate van internaliserende of externaliserende problematiek, die het functioneren in groepsverband eigenlijk niet mogelijk maakt er is sprake van een dermate ernstige vorm van concentratieproblematiek, dat de omgeving van de leerling daar te zeer onder lijdt er is sprake van een continue begeleidingsbehoefte het omgaan met wisseling van docent, vak en ruimte is problematisch er is sprake van combinatie met een lichamelijke handicap, waardoor strijdigheid ontstaat met de hierboven genoemde indicaties
Leerlingen met verslavingsproblematiek
De school is niet bereid om leerlingen met verslavingsproblematiek4 passend onderwijs te bieden.
Ontwikkelpunten
4
Bij verslavingsproblematiek kan gedacht worden aan een middelenverslaving (bijv. alcohol, drugs) of aan een gewoonteverslaving (bijv. internetverslaving, gameverslaving).
[9]
4. Externe ondersteuning5 Samenwerkingsverband PCL
Het Samenwerkingsverband beschikt over een PCL 6 waar ook casuïstiekbespreking plaats vindt. De PCL speelt een belangrijke rol bij de indicering van leerlingen voor Pro en Lwoo. De PCL speelt een adviserende rol bij de indicering van leerlingen in het kader van de LGF7, bv. bij toelating of aanvraag. De PCL speelt een bepalende rol bij de toeleiding van leerlingen naar RMC8 en Rebound.
ZAT (SWV)
Het Samenwerkingsverband beschikt over een ZAT, waarin externe instanties structureel vertegenwoordigd zijn.
Expertisecentrum
Het Samenwerkingsverband beschikt over eigen gedragsdeskundigen/een expertisecentrum.
Rebound
Het Samenwerkingsverband heeft de beschikking over een Reboundvoorziening.
Deskundigheidsbevordering
Het Samenwerkingsverband organiseert deskundigheidsbevordering met het oog op de verdere versterking van de leerlingenzorg op schoolniveau.
5
Deze beschrijving is van toepassing op de situatie voorafgaand aan het SWV Passend Onderwijs
6
PCL = Permanente Commissie Leerlingenzorg.
7
LGF = Leerling Gebonden Financiering (‘rugzak’).
8
RMC = Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten; het RMC heeft de wettelijke verplichting om jongeren zonder startkwalificatie te volgen totdat ze 23 jaar zijn. In Friesland maakt het Consultatieteam van het RMC gebruik van observatietrajecten, die worden uitgevoerd door de Sluisgroep.
[10]