Explora
Docentenhandleiding Explore-it Het Forensisch lab (zowel vmbo als havo/vwo) Hoewel ook deze Explore-it onafhankelijk van een methode of hoofdstuk ingezet kan worden, is het handig om bij deze Explore-it hoofdstuk 1 van een de Explora-combidelen van Wolters Noordhoff te gebruiken. Een andere optie is om hoofdstuk 1 van Pulsar 2e editie, Nectar 3e editie of Radar te gebruiken voordat u aan Het Forensisch lab begint. U kunt dan hoofdstuk 1 als naslag, of als bron van practica benutten. Ook Explora Module 1, Onderzoeken en ontdekken, sluit uitstekend aan bij Het Forensisch lab. Uiteraard kunt u als naslagbron ook andere methodes of het internet inzetten. U moet dan wel zelf op zoek naar een gelijkwaardig alternatief. Onderdelen van deze docentenhandleiding 1) Suggesties om deze explore-it te starten 2) Tips en aanwijzingen per Do-it 3) Suggesties om deze Explore-it te verdiepen of aan te passen aan het niveau 4) Suggesties voor de afsluiting van het project 5) Aanvullend materiaal (zoals knipbladen)
© Wolters-Noordhoff bv
1
Explora 1) Suggesties om deze Explore-it te starten Neem uitgebreid de tijd om de beginpagina ‘Project en planning’ met de leerlingen door te nemen. Daarbij is het nuttig om samen met uw leerlingen de afzonderlijke do-it’s en de eindopdracht door te lezen. Zo kunt u gedurende de gehele tijd dat de klas aan het project werkt, doelgericht naar een concrete afronding toewerken. De meeste do-it’s zijn geschreven voor een groepje van vier leerlingen, maar uiteraard kunt u dat aantal zelf aanpassen. U kunt kiezen tussen de volgende varianten: 1) Alle groepjes doen alle do-it’s gelijktijdig. 2) Alle groepjes doen alle do-it’s in ‘caroussel-vorm’ (roulerend). 3) Ieder groepje doet 2 of 3 do-it’s naar keuze, en presenteren de resultaten aan elkaar. Het is handig om voor deze presentaties ook daadwerkelijk lestijd in het planschema op te nemen. Voor het groepswerk kunt u, indien u dat zo gewend bent, uitstekend gebruik maken van een taakverdeling binnen een groep. Als aanvulling hierop, kunt u als startactiviteit denken aan: • Een (fragment van) een uitzending van ‘Crime Scene Investigations’ (CSI), ‘Opsporing verzocht’ of een soortgelijk tv-programma vertonen en nabespreken. • Naspelen van een ‘case’ op uw school. Een enthousiaste stagiaire beleefde op haar school een wel heel ‘levensechte’ inleiding op dit project: bij binnenkomst in school was een gedeelte van de gang afgezet met rood-wit markeringslint. Er werd een video van 20 minuten vertoond van leerlingen en leraren die de school in- en uitgingen. (Nagespeeld of echte beelden indien u een videobewakingssysteem op school heeft.) Leerlingen deze video laten bekijken met de opdracht om goed op te letten of ze iets bijzonders zien. Vervolgens de Explore-it beginnen. Het werkt extra spannend als de mogelijke ‘dader’ een medewerker van school is! • Het artikel in ‘Natuurwetenschap en techniek’ (december 2006) over de dagelijkse praktijk van de technische recherche laten lezen. (i.v.m. moeilijkheidsgraad en taalgebruik is de doelgroep van dit artikel alleen vwo, of een klein groepje daarvan.)
© Wolters-Noordhoff bv
2
Explora
2)Tips en aanwijzingen per Do-it DO-IT 2.1 Wat zit er in die potjes? In dit gedeelte van de rechercheurs ‘case’ leren leerlingen spelenderwijs omgaan met laboratoriumbenodigdheden, en ze leren goed waarnemen. Niet alleen kijken, maar ook horen en voelen. De potjes en reageerbuizen kunnen natuurlijk met 1001 dingen gevuld worden. In enthousiaste klassen kunt u hier ook leerlingen bij betrekken! Enkele tips en suggesties: Vullingen voor de ondoorzichtige potjes: • een magneet (in dat geval ook in één van de reageerbuizen wat ijzerpoeder, of een mengsel van ijzerpoeder en bijvoorbeeld zand) • gel (potje niet helemaal vullen; bij schudden moet het blubberig klinken) • zaagsel • stuk ijzer of nikkel of voorwerp dat aangetrokken wordt door magneet • water met iets drijvends, bijvoorbeeld klein blokje hout • een elastiek van deksel naar bodem met in het midden een zwaar voorwerp zodat je een soort elastiekmotor krijgt • een stalen veer met een knikker erop • een kattebelletje • stroop; busje niet helemaal vullen en deksel hermetisch sluiten! • van die kleine snoepjes die in je mond knallen, en aan de andere kant van het busje (op z’n kant leggen) een klein beetje water Vullingen voor de reageerbuizen: • een mengsel van enkele poeders, bijvoorbeeld poedersuiker, zand en ijzerpoeder • een verzadigde suikeroplossing • laagjes gekleurde vloeistoffen die niet mengen, bijvoorbeeld limonadesiroop, zonnebloemolie, spiritus • een buis met lucht, afgesloten door een kurk met een klein beetje parfum aan de onderkant • een buis met rook, afgesloten door een kurk • een buis met een stripje papier waar met citroensap een ‘geheime’ boodschap op is geschreven. Bij verhitting boven een vlam wordt deze zichtbaar. • een buis met een zwart stukje papier waar met fluoriserende stift iets op is geschreven; bij uv licht wordt deze boodschap leesbaar Verdere tips bij uitvoering: • De verschillende onderdelen van deze do-it kunnen ook verdeeld worden. Bijvoorbeeld een groepje onderzoekt wat in de potjes zit, een andere groep onderzoekt op vingerafdrukken, een andere groep verhit de buis met suikeroplossing en geheimschrift boven de brander. Zeker als u de do-it in combinatie met de twee practica uitvoert, is verdeling in groepen, al of niet roulerend, aan te raden. • Laat de leerlingen bij het opruimen de potjes en buisjes weer vullen voor de volgende klas. Het scheelt u werk, en de leerlingen vinden het leuk. Ze kunnen ook met verrassende ideeën voor vullingen komen. (Wel toezicht op houden.....) DO-IT 2.2 Is het een bolletjesslikker? Een speelse manier om de namen van de organen te leren kennen. • Als ‘bolletjes’ kunt u van alles gebruiken: kralen, ‘verrassingseieren’ (het binnenste plastic bolletje van een ‘kindersurprise’) paaseitjes, etc.... • Leerlingen zullen voor de speuropdracht waarschijnlijk ook bolletjes gaan verstoppen in het hart, baarmoeder, tussen de organen in... Voor het verstopen zoekwerk is het leuker om dit maar te laten begaan. Sommige leerlingen komen zelf op het idee dat de bolletjes daar niet kunnen zitten. U kunt ook als
© Wolters-Noordhoff bv
3
Explora
• •
• •
docent dit later bespreken. Aan de hand van een torso kan gedemonstreerd worden welke weg de bolletjes in het lichaam afleggen. U kunt natuurlijk ook wijzen op het gevaar van deze smokkelmethode. Het opnemen van de tijd voor het in elkaar zetten van de torso kan een extra uitdagend element toevoegen. Let wel op: leerlingen gaan hier soms zo fanatiek mee aan de slag dat ze de organen ook wel eens ‘geforceerd’ op de goede plek proberen te krijgen.... Laat een leerling een korte videofilm maken van het onderzoeken en in elkaar zetten van de torso. Leuk als vertoning achteraf voor de klas zelf. Ook kunnen goed geslaagde filmpjes in andere klassen vertoond worden. Maak een fotoserie van de handelingen van het in- en uit elkaar zetten van de torso. Zet de foto’s in random-volgorde in een map op de computer. Laat leerlingen als computeropdracht de foto’s op volgorde in een document plakken, met bijschriften waarin de namen van de organen voorkomen.
DO-IT 2.3 Hoe herken je vals geld? Een goede oefening in nauwkeurig waarnemen. • Voor aanvullende opdrachten als huiswerk of in het computerlokaal: zoek achtergrondinformatie met de zoekwoorden echtheidskenmerken eurobiljet • Een eigen biljet ontwerpen geeft verbluffend mooie en echte resultaten als je met een fotobewerkingsprogramma, bv paint of fotoshop kopieën van echt geld bewerkt. Wijs uw leerlingen er uiteraard wel op dat geld namaken strafbaar is! De biljetten moeten dus wel duidelijk van de oorspronkelijke biljetten verschillen. Een bankbiljet met een eigen foto van de leerling is natuurlijk ook leuk en origineel. Laat de leerlingen extra aandacht besteden aan echtheidskenmerken die niet met een computer zijn te maken. Glittertjes, vezels, relief, etc. DO-IT 2.4 Wat herken je onder de microscoop? Kleine ‘sporen’ bekijken. Hoe doe je dat met de microscoop? • Gebruikt u Wolters Noordhoff uitgaven deel 1 van de Explora-reeks of Nectar 3e editie, dan is het handig om daaruit de Checklist Microscoop te gebruiken. • Afhankelijk van de beschikbare tijd en het vaardigheidsniveau van leerlingen kunt u kiezen tussen a) de leerlingen zelf een preparaat laten maken of b) de leerlingen van te voren klaargemaakte preparaten laten bekijken. • In beide gevallen kunt u kiezen uit de volgende preparaten: - een haar - een plukje textielvezel - zandkorrels - aarde - kleine stukjes van een plant - een gemengd preparaat met: haren, textielvezels, zand, .... •
Laat leerlingen van minimaal één preparaat een tekening maken. Foto’s maken gaat ook uitstekend! Laat mobiele telefoons een keer toe in de klas. Het toestel simpelweg voor het oculair houden: prachtige resultaten! Stimuleer de leerlingen om hun foto’s uit te printen voor het ‘dossier’.
DO-IT 2.5 Was de dader echt groot en blond? • Als ‘dader’ kunt u zowel gebruik maken door een echte in scene gezette actie van een verklede collega (succes verzekerd!), leerling, of een videofragment. • Bij het maken van de ‘compositietekening’ is het leuk om waarnemingen over haarkeur, ogen, vorm van het gezicht etc. te laten combineren. Laat daartoe tekeningen van leerlingen in stukjes knippen en weer plakken volgens het voorbeeld bij de Do-it. Dat kan zowel met een computer, als met vertrouwd papieren knip- en plakwerk.
© Wolters-Noordhoff bv
4
Explora •
Vertonen van fragmenten van programma’s als ‘Opsporing verzocht’ kan hierbij een nuttige aanvulling zijn. • Op de computer is het programma ‘Flash face’ leuk en leerzaam en sluit uitstekend aan bij deze do-it. Leerlingen kunnen daar met de computer compositiefoto’s maken. Laat ze eens op die manier een zo goed mogelijk gelijkend zelfportret maken, of een compositiefoto van een docent op aanwijzingen van medeleerling. Genoeg stof voor een lesuur! http://flashface.ctapt.de/ Als deze link niet meer werkt, kunt u zoeken met zoekwoorden compositiefoto of flash face. DO-IT 2.6 Hoe herken je nepgoud? Voor hv: Op zich omvat deze Do-it de standaard praktische vaardigheden van dichtheid bepalen met de onderdompelingsmethode. Toch kan het zowel inhoudelijk als op niveau uitdagend gebracht worden: • Bied een aantal ‘geheimzinnige’, onbekende materialen aan. Kun jij van al die materialen bepalen wat het is? Een of meer sieraden van (nep)goud doen het natuurlijk ook goed! • De leerlingen moeten hier zelf uitpuzzelen hoe ze gaan meten en wat ze daarvoor nodig hebben. Daarvoor is het echt noodzakelijk dat ze de paragraaf goed bestuderen. Het betreft de paragraaf 5 ‘Meten en rekenen’ van hoofdstuk 1 in Pulsar hv 1-2 of Explora-combi’s nask/techniek hv en bio/nask hv. Als alternatief: een stuk uit een boek van een andere methode waar dichtheid bepalen met de onderdompelingsmethode aan bod komt. Bij uitkomsten die net iets anders zijn dan in de tabel, kunt u de meet(on)nauwkeurigheid bespreken. Voor vmbo: De do-it is zo beschreven, dat het expliciete begrip dichtheid vermeden wordt.
© Wolters-Noordhoff bv
5
Explora 3) Suggesties om deze Explore-it te verdiepen of aan te passen aan het niveau Met name voor havo/vwo zou u kunnen denken aan wat meer open opdrachten, als aanvulling op of ter vervanging van één of twee do-its. Voorbeelden: - Zoek informatie over het biometrische paspoort en maak je eigen biometrische paspoort. - Maak met behulp van 4 webcams een camerabewakingssysteem voor jouw lokaal. Een ander groepje probeert onopgemerkt door de camera’s iets weg te nemen. Lukt dat? Pas dan je bewakingssysteem aan.
4) Suggesties voor de afsluiting van het project Als afsluiting van het project kunt u als alternatief voor danwel als aanvulling op de voorgestelde afsluiting denken aan: • Het schrijven van een krantenartikel. • Een korte videoopname laten maken met een nieuwsbericht over deze zaak. • Een bezoek aan een politiebureau of een interview met een bewaker in een supermarkt (door een klein groepje leerlingen dat daar dan later verslag over uitbrengt).
5) Aanvullend materiaal Bij do-it 2.1 Practicum 1 (Werken met de Brander), Practicum 2 (Water verhitten in een vlam), en de Checklist 01 Hoe werk je met een brander? Bij do-it 2.4 de Checlist Microscoop
© Wolters-Noordhoff bv
6