Vruchtbaarheidsonderzoek en -behandeling
2
Als u graag een kind wilt, maar het niet lukt om zwanger te worden, dan is deze informatie voor u bestemd. Er wordt niet uitvoerig ingegaan op alle medische achtergronden van verminderde vruchtbaarheid. Wel geeft de brochure een antwoord op de meest voorkomende praktische vragen over onderzoek en behandeling in ons ziekenhuis. Voor geïnteresseerden zijn er aanvullende folders beschikbaar met meer gedetailleerde informatie over de verschillende vormen van vruchtbaarheidsstoornissen en behandelingen. Deze kunt u vinden in het folderrek op de gang van de polikliniek gynaecologie. Uiteraard kunt u ook met uw vragen terecht bij het fertiliteitssteam op de polikliniek. Verminderde vruchtbaarheid Het zal u opvallen dat het woord "onvruchtbaarheid" (medische term infertiliteit) niet wordt gebruikt in deze brochure. Volledige (100%) onvruchtbaarheid komt in de dagelijkse praktijk namelijk weinig voor. Meestal is er sprake van verminderde vruchtbaarheid (vaak subfertiliteit genoemd). Zelfs als een echtpaar volledig normaal vruchtbaar is, bedraagt de zwangerschapskans per maand slechts 20 tot 25%. Dit betekent dat per maand ongeveer één op de vijf vrouwen zwanger wordt. Het is dus goed mogelijk dat een zwangerschap een (flink) aantal maanden op zich laat wachten terwijl er eigenlijk niet veel aan de hand is. Omgekeerd kan iemand met sterk verminderde kansen geluk hebben en toch snel zwanger worden.Vaak wordt zwanger worden vergeleken met een loterij: iedere maand is er een "trekking" met zwangerschap als "hoofdprijs". Helaas is de verdeling van de loten in deze "zwangerschapsloterij" erg oneerlijk geregeld: de één doet van nature mee met een grote kans, een ander met weinig. Evenmin als de uitkomst van een loterij voorspeld of begrepen kan worden, kan dat bij het zwanger worden ook niet. Dit kan soms behoorlijk frustrerend zijn! Veel paren komen met de terechte en logische vraag "of zij gewoon zwanger kunnen worden". Uit het “loterijkarakter” van het zwanger worden volgt echter dat het nooit met zekerheid kan worden aangetoond dat een paar vruchtbaar is (m.a.w. met zekerheid zwanger zal worden). Hooguit kunnen wij voor u een situatie van vermoedelijke verminderde vruchtbaarheid onderzoeken nadat zwangerschap al een tijd uitblijft. In de praktijk betekent dit dat een vruchtbaarheidsonderzoek in de regel pas zinvol wordt als zwangerschap minstens één jaar uitblijft.Het “loterijkarakter” van vruchtbaarheidsproblemen heeft ook gevolgen voor het begrijpen van de oorzaken van uitblijvende zwangerschap. 3
Veel paren komen met de verwachting dat het altijd mogelijk moet zijn een eenduidige oorzaak te vinden voor uitblijven van zwangerschap. In werkelijkheid lukt dat lang niet altijd en vaak zal verminderde vruchtbaarheid blijken te berusten op een samenspel van factoren. Om er achter te komen welke vruchtbaarheidsverminderende factoren in uw geval een rol spelen, wordt op de polikliniek een systematisch onderzoek verricht. Voor een zinvol vruchtbaarheidsonderzoek is medewerking van zowel de man als de vrouw noodzakelijk. Welke tests noodzakelijk zijn, wordt verderop in de brochure beschreven. Aan de hand van de resultaten van het onderzoek wordt gekeken of er bij u een duidelijke oorzaak voor de verminderde vruchtbaarheid aanwijsbaar is. Ook als er geen eenduidige oorzaak aan te wijzen is, proberen wij u inzicht te geven in wat uw kansen zijn op een spontane zwangerschap in de huidige omstandigheden. Als blijkt dat deze kans gunstig is, adviseert de arts u vaak om "de natuur nog wat extra kans te geven". Een vruchtbaarheidsbevorderende behandeling adviseert de arts alleen als daarmee uw zwangerschapskans duidelijk verbeterd wordt. Op deze manier hopen wij te bereiken dat uw kansen op een zwangerschap zo groot mogelijk worden, terwijl aan de andere kant nutteloze en voor u belastende behandelingen worden voorkomen. Over de mogelijke behandelingsvormen treft u verderop beknopte informatie aan.
Belangrijk advies! Het is voor iedere vrouw die zwanger wil worden is het sterk aan te bevelen om dagelijks foliumzuur te gebruiken. Weten schappelijk onderzoek heeft aangetoond dat hier mee in een groot aantal gevallen een open ruggetje bij de baby voorkomen kan worden. Foliumzuur is zonder recept verkrijgbaar bij de drogist of apotheek. De afspraken op de polikliniek gynaecologie Tijdens het eerste gesprek op de polikliniek gynaecologie geeft de gynaecoloog vooral informatie en verwijst u naar het fertiliteitsspreekuur. Er wordt eerst een afspraak bij één van de fertiliteitsverpleegkundigen gemaakt. In een uitvoerig gesprek krijgt u van haar alle uitleg over de gang van zaken tijdens een vruchtbaarheidsonderzoek. Zij maakt ook een aantal afspraken voor onderzoeken, waaronder bloed- en cyclusonderzoek, zaadonderzoek en een samenlevingstest. Deze worden op bepaalde dagen in de cyclus uitgevoerd. Al deze onderzoeken worden in een schema (cyclusevaluatie) uitgezet, zodat voor u duidelijk is wanneer welke onderzoeken zullen plaatsvinden. 4
De afspraak daarbij is dat de eerste dag van uw laatste menstruatie telt als dag 1. Uitgaande hiervan zal de menstruatie dus meestal eindigen op dag 5 en zal de eisprong meestal optreden rond dag 14. Na het bezoek aan de fertiliteitverpleegkundige wordt voor u een bezoek aan de verpleegkundig specialist gepland. Tijdens dit bezoek worden de gegevens verzameld die nodig zijn om inzicht te krijgen in uw situatie. De verpleegkundig specialist voert vervolgens echo-onderzoek(en) uit en regelt voor u de zogenaamde samenlevingstest. Tevens wordt een onderzoek geregeld naar de doorgankelijkheid van de eileiders. Het gehele onderzoek neemt meestal 2 maanden in beslag. Hoewel nieuwsgierigheid naar de uitslagen van alle verschillende tests zeer begrijpelijk is, heeft het weinig zin om alle losse uitslagen dan al te bespreken. Beter is het om na afronding van het hele onderzoek alle testuitslagen in samenhang te bekijken. Daarom worden na voltooiing van alle onderzoeken uw gegevens op een wekelijks overleg van het fertiliteitsteam bekeken en van een advies voorzien. U hoeft hier zelf niet bij aanwezig te zijn. Voor u wordt een afspraak gemaakt in de week na het fertiliteitsoverleg voor het bespreken van de resultaten en de verdere aanpak. Hoewel de aanwezigheid van zowel de man als de vrouw niet voor alle bezoeken noodzakelijk is, bent u altijd samen van harte welkom. In ieder geval is het raadzaam dat u bij het eerste bezoek aan de verpleegkundig specialist en het eindgesprek bij de arts samen aanwezig bent. Het basis vruchtbaarheidsonderzoek Zaadonderzoek bij de man Na afloop van het eerste gesprek bij de fertiliteitverpleegkundige krijgt u, ten behoeve van het zaadonderzoek, een formulier mee en speciaal opvangpotje. Tevens ontvangt u schriftelijke instructie. Het zaad moet verkregen worden door middel van masturbatie. Dit kan thuis gebeuren mits u het zaadmonster binnen 1 uur bij het laboratorium (nr. 80) kan afleveren (maandag t/m vrijdag, tussen 8.00 uur en 12.00 uur). Het zaad moet direct in het opvangpotje terechtkomen (en niet eerst in bijvoorbeeld een condoom!). Het zaadmonster wordt in het laboratorium bekeken op o.a. het aantal en de beweeglijkheid van de zaadcellen. Afhankelijk van de uitslag van het zaadonderzoek kan het nodig zijn om het te herhalen. Bij verminderde zaadkwaliteit kan een advies volgen voor aanvullend lichamelijk onderzoek van de man en/of bloedonderzoek. In bepaalde gevallen zal de hulp van de uroloog ingeroepen worden.
5
Eenvoudig cyclusonderzoek bij de vrouw Tijdens het cyclusonderzoek wordt bij de vrouw nagegaan of de maandelijkse cyclus een normaal verloop heeft. O.a. wordt onderzocht of er sprake is van een goede eisprong. Soms hebben paren tevoren al een temperatuurcurve (BTC) bijgehouden. Dit is voor het verdere onderzoek niet meer noodzakelijk en mag gestaakt worden. Het cyclusonderzoek bestaat uit bloed- en echo-onderzoek. Met behulp van het bloedonderzoek wordt op de 3e, 4e of 5e dag van de cyclus onderzocht of de eierstokken gemakkelijk follikels kunnen laten groeien. Follikels zijn eiblaasjes met daarin een eicel. Dit gebeurt door de waarde van het hormoon FSH te bepalen (follikel stimulerend hormoon). Tot slot wordt eveneens door middel van een bloedonderzoek (Progesteronbepaling) bekeken of er een eisprong is geweest. Deze Progesteron-bepaling moet ongeveer één week na de eisprong plaatsvinden (dus rond de 21 e dag van de cyclus). De verpleegkundig specialist bepaalt voor u het tijdstip van dit onderzoek. De groei van de follikel wordt gecontroleerd door middel van een inwendig echo-onderzoek. Tijdens dit onderzoek wordt een kunststof staafje met een doorsnede van ongeveer 1 centimeter dat verbonden is aan een echo-apparaat in de schede gebracht. Hiermee kunnen de groeiende follikels gemeten worden. Echo-onderzoeken worden door de verpleegkundig specialist verricht. Samenlevingstest Enkele dagen voor de eisprong (meestal tussen de 11e en de 15e dag van de menstruatiecyclus) wordt het slijm in de baarmoederhals helder en dun om zaadcellen te kunnen ontvangen en doorlaten. Voor de samenlevingstest wordt met echo-onderzoek het tijdstip van de eisprong vastgesteld. Na vaststelling van het geschikte moment wordt u gevraagd de avond voorafgaande aan de test gemeenschap te hebben. Tijdens het polikliniekbezoek de volgende ochtend neemt de verpleegkundig specialist tijdens een inwendig onderzoek wat slijm af. Onder een microscoop wordt vervolgens bekeken of en hoe de zaadcellen in dit slijm bewegen. Dit wordt de samenlevingstest (ook wel aangeduid als Sims-Húhner of postcoítumtest). Het onderzoek is pijnloos en u krijgt meteen de uitslag te horen. Chlamydia-test Er wordt met bloedonderzoek nagegaan of u in het verleden een Chlamydiainfectie heeft doorgemaakt. Chlamydia is een seksueel overdraagbare aandoening die een sterk verhoogd risico geeft op verstopte of beschadigde eileiders. Door het aantonen van een ooit doorgemaakte Chlamydia-infectie (het gaat dus niet om een infectie op dit moment) kan op een indirecte ma6
nier een inschatting gemaakt worden van het risico op verstopte of beschadigde eileiders. Als de Chlamydia-test wijst in de richting van een doorgemaakte infectie, dan wordt door middel van een laparoscopie bekeken of de eileiders daadwerkelijk verstopt zijn (zie verderop). Baarmoederfoto (hysterosalpingogram of HSG genaamd) Met behulp van een röntgenfoto van de baarmoeder beoordeelt de arts de toestand van de baarmoeder en de eileiders. Dit onderzoek wordt verricht op de röntgenafdeling en wordt gepland in de eerste helft van de menstruatiecyclus, maar niet tijdens de menstruatie (dus tussen de 6e en 13e cyclusdag). Omdat op een normale röntgenfoto baarmoeder en eileiders niet zichtbaar zijn, is het nodig contrastvloeistof in de baarmoeder te spuiten die de baarmoeder en eileiders doet oplichten op de foto. De contrastvloeistof wordt tijdens een inwendig onderzoek toegediend met behulp van een spuitje of slangetje dat aan de baarmoedermond wordt bevestigd. Tijdens het inspuiten van de contrastvloeistof en het doordringen ervan in de buikholte kunnen pijnlijke krampen optreden. U krijgt pijnstilling voorgeschreven. Het is raadzaam om iemand mee te nemen die u na het onderzoek kan begeleiden. Laparoscopie (kijkbuisoperatie): Dit is een onderzoek waarbij, onder volledige narcose, met behulp van een kijkbuis (laparoscoop) via de navel in de buikholte wordt gekeken. De arts kan zo de inwendige geslachtsorganen onderzoeken. Tevens kan bij dit onderzoek de doorgankelijkheid van de eileiders getest worden. Worden er problemen aangetroffen die eenvoudig te verhelpen zijn, gebeurt dat direct. In andere gevallen wordt dat altijd eerst met u besproken. Omdat dit onderzoek onder algehele narcose plaatsvindt, is een dagopname nodig. In de loop van de middag kunt u meestal weer naar huis, bij voorkeur onder begeleiding. Op de polikliniek is een uitgebreide folder over de laparoscopie beschikbaar. De verpleegkundig specialist bespreekt met u voor welk onderzoek wordt gekozen. Aanvullend vruchtbaarheidsonderzoek Semenoverlevingstest (SOT) Indien een afwijking van de zaadkwaliteit is gevonden, kan het soms nodig zijn om dit nader te onderzoeken met een zogenaamde SOT. Dit is een uitgebreid zaadonderzoek dat inzicht geeft in de bevruchtingsmogelijkheden van de zaadcellen. Het onderzoek geeft vaak de richting van de behandeling aan.
7
Vruchtbaarheid en leeftijd zijn bij de vrouw onlosmakelijk met elkaar verbonden. Anders dan bij de man zijn bij de vrouw de geslachtscellen (eicellen) al bij de geboorte aangelegd en worden niet meer bijgemaakt. Dit betekent dat met stijgen van de leeftijd het aantal overblijvende eicellen steeds kleiner wordt en dat die resterende eicellen ouder en daardoor vaker ongeschikt voor bevruchting zijn. Dit effect is al na het 30e levensjaar merkbaar, maar wordt meer uitgesproken na het 35e om na het 40e levensjaar een fors probleem te worden. Vaak wordt geadviseerd bij stijgende leeftijd met behandeling te beginnen "om geen tijd te verliezen". Helaas zal een behandeling echter niets kunnen doen aan het onderliggende probleem (de verminderde hoeveelheid en kwaliteit van de eicellen) en zijn ook de resultaten van behandeling op oudere leeftijd veel slechter. De meest voorkomende behandelmethoden Vermindering van overgewicht Stoornissen bij de eisprong kunnen het gevolg zijn van overgewicht. Bij patiënten met overgewicht die afvallen treedt vaak weer spontaan herstel op van de eisprong. Ook als dat niet lukt wordt behandelen een stuk eenvoudiger na gewichtsverlies. Bij ernstig overgewicht kan, in verband met mogelijke risico‟s geen behandeling plaatsvinden. De arts kan u hierover verder adviseren. Hormoonbehandeling Bij vrouwen met een haperende eisprong kan de arts middelen voorschrijven om de follikel te laten rijpen en de eisprong op te wekken. Dit kan op verschillende manieren:
Clomifeentabletten: van de 3e tot en met de 7e dag van de cyclus 1 tot 3 ta-
bletten per dag is in veel gevallen voldoende om een haperende eisprong op gang te brengen. Deze methode heeft als groot voordeel dat de belasting voor de vrouw gering is en er weinig risico bestaat op meerlingzwangerschappen.
Hormooninjecties: kunnen de groei van follikels zeer sterk bevorderen. Een
behandeling met deze hormonen is specialistisch werk en gaat gepaard met veelvuldige echo-onderzoeken en eventueel hormoonbepalingen in het bloed. De kans op een meerlingzwangerschap is bij dit soort behandelingen verhoogd. Op de polikliniek gynaecologie is een uitgebreide folder over deze behandeling beschikbaar. Hormoonpompje: voor een klein groepje vrouwen met een geheel afwezige eisprong (minder dan 5% van alle vrouwen met eisprongproblemen) kan een hormoonpompje uitkomst bieden. 8
Intra Uteriene Inseminatie (IUI) Inseminatie is het kunstmatig inbrengen van zaad van de man bij de vrouw. Intra uterien wil zeggen dat het zaad (na een speciale voorbereiding) met een dun slangetje bij de vrouw via de baarmoedermond in de baarmoeder (= uterus) wordt gespoten. Met name bij de echtparen waarbij de samenlevingstest negatief was (dit wil zeggen dat er geen levende zaadcellen in het baarmoederslijm zijn gevonden) kan deze behandeling uitkomst bieden. Ook bij echtparen waarbij geen duidelijke oorzaken voor de verminderde vruchtbaarheid zijn gevonden, kan IUI soms gecombineerd worden met hormooninjecties bij de vrouw om op die manier de kansen op zwangerschap zo groot mogelijk te maken. Op de polikliniek gynaecologie is een uitgebreide folder over deze behandeling beschikbaar. Behandeling van de man bij verminderde zaadkwaliteit Veel paren stellen de logische vraag of spermakwaliteit verbeterd kan worden met naleven van leefregels of gebruik van medicijnen. Helaas blijkt dit maar in beperkte mate mogelijk. Het is uiteraard aan te bevelen om gezond te leven. Stoppen met roken (overigens ook voor de vrouw) is daarbij een zwaarwegend advies. Er is geen bewezen werkzaam medicijn dat spermakwaliteit kan verbeteren. Wel is het raadzaam om te letten op "oververhitting" van de teelballen. De teelballen zitten in de balzak buiten het lichaam en zaadproductie in de teelbal vindt het best plaats bij een temperatuur die enkele graden onder de lichaamstemperatuur ligt. Er zijn aanwijzingen dat gewoontes die de temperatuur van de teelballen opjagen (hete baden, frequente sauna, strak ondergoed e.d.) de kwaliteit van het zaad kunnen beïnvloeden. Het is raadzaam om hierop te letten. Vaak wordt bij mannen met verminderde zaadkwaliteit gekeken naar spataders in de balzak. Met name als deze ook andere klachten geven, wordt soms een operatie geadviseerd. Na de operatie wordt afgewacht of de kwaliteit van het zaad verbetert. Of de behandeling een positief effect heeft op de vruchtbaarheidsstoornis is niet met zekerheid te zeggen. Nadelig lijkt het in ieder geval niet. Mocht dit probleem bij u spelen, dan zal de uroloog in consult worden gevraagd. Microchirurgie In bepaalde gevallen kunnen afwijkingen aan de eileiders en eierstokken door middel van een laparoscopische of microscopische operatie behandeld worden.
9
In Vitro Fertilisatie (IVF) In Vitro Fertilisatie betekent letterlijk „bevruchting in glas‟. De bevruchting vindt plaats buiten het lichaam van de vrouw. De behandeling wordt gestart met hormooninjecties bij de vrouw. Als er voldoende rijpe eicellen gegroeid zijn worden deze aangeprikt. Zaadcellen en eicellen worden vervolgens in een laboratorium bij elkaar gebracht, waarna bevruchting kan plaatsvinden. De bevruchte eicel wordt een aantal dagen later in de baarmoeder teruggeplaatst, waarna hopelijk zwangerschap optreedt. In plaats van IVF spreekt men ook wel van reageerbuisbevruchting. Op de polikliniek gynaecologie is een uitgebreide folder over deze behandeling aanwezig. IVF-behandelingen kunnen een grote belasting voor het paar met zich meebrengen. Daarom wordt als dat mogelijk is eerst getracht om met minder belastende behandelingen een zwangerschap tot stand te brengen. Mocht dit niet lukken, dan kan een IVF-behandeling worden geadviseerd. Het IVF-team Tilburg verzorgt de IVF-behandeling. Binnen het IVF-team werkt het TweeSteden ziekenhuis samen met het St. Elisabeth ziekenhuis te Tilburg. De IVF-behandeling vindt plaats in het St. Elisabeth Ziekenhuis. Intra Cytoplasmatische Sperma-injectie (ICSI) Deze speciale vorm van IVF is met name geschikt voor paren waarbij de man een ernstige zaadafwijking heeft. De ICSI behandeling verloopt, tot het moment van de bevruchting in het laboratorium, gelijk aan de IVF behandeling. Bij ICSI worden zaadcellen en eicellen niet samengevoegd in een schaaltje, maar wordt de zaadcel met een scherp naaldje in de eicel gebracht. De zaadcel behoeft dus niet meer op eigen kracht de eicel te bevruchten. ICSI is derhalve geen behandeling die los staat van IVF en is ook geen behandeling om uit te proberen als de IVF behandeling niet gelukt is. Als er bij IVF wel bevruchting optreedt, maar de behandeling daarna helaas niet aanslaat, voegt ICSI daar niets aan toe. LEO-behandeling Bij ongeveer 1/3 van de vrouwen die behandeld worden voor een uitblijvende eisprong met clomifeentabletten, zal de behandeling niet succesvol blijken. Een LEO-behandeling kan dan uitkomst bieden. LEO staat voor laparoscopische electrocoagulatie van de ovaria. Bij deze behandeling wordt een laparoscopie (kijkbuisoperatie, zie aldaar) verricht. Tijdens de laparoscopie wordt met een naald een aantal brandplekjes (coagulatie) aangebracht aan de binnenkant van de eierstokken. Op deze manier kan 10
het hormoonevenwicht in de eierstok verbeterd worden hetgeen kan leiden tot een spontaan herstel van de eisprong of verbeterde gevoeligheid voor de eenvoudige medicijnen in tabletvorm. De methode is even effectief als de behandeling met hormooninjecties die in deze situatie ook overwogen kan worden. Voordelen van deze methode ten opzichte van de hormooninjectiebehandeling is het lagere risico op meerlingzwangerschappen en het feit dat het een eenmalige behandeling is die daarna hopelijk langdurig resultaat heeft. Adviezen om zelf de kans op zwangerschap te vergroten Er wordt vaak gedacht dat het belangrijk is om precies te weten wanneer de eisprong gaat optreden vanuit de veronderstelling dat gericht vrijen op dat tijdstip dan betere kansen op zwangerschap geeft. Dit is echter lang niet zo zeker als veel mensen denken. Uit onderzoek is bekend dat een aantal keren gemeenschap hebben rondom het vruchtbare moment meer effect heeft dan opsparen en alles "op één kaart zetten". Wellicht heeft uw huisarts u in dit verband geadviseerd om een basale temperatuurcurve (BTC) bij te houden. Als u al aan het temperaturen bent geldt nog deze waarschuwing. Sommige paren gebruiken de BTC om het "vruchtbaarste" moment te bepalen. Dit kan echter averechts uitwerken, omdat na het moment van de eisprong de temperatuurstijging soms wel 3 dagen op zich laat wachten. Wacht u in dat geval met vrijen tot na de temperatuurstijging, dan kunt u net te laat zijn.
Meerlingzwangerschappen Alhoewel het natuurlijk geweldig is om een gezonde tweeling te krijgen, vormen meerlingzwangerschappen toch een groot probleem. De kans op een ernstige zwangerschapscomplicatie (met name vroeggeboorte) is bij meerlingzwangerschappen sterk verhoogd. Eenlingzwangerschappen geven de beste vooruitzichten op én een gezonde moeder én een gezond kind. Bij vruchtbaarheidsbehandelingen wordt dan ook zoveel mogelijk geprobeerd om een goede kans op zwangerschap te combineren met het voorkomen van meerlingzwangerschappen.
11
Praktische zaken
Indien u een afspraak heeft bij de fertiliteitsverpleegkundige, brengt u dan uw beider ponsplaatjes mee. De fertiliteitsverpleegkundige heeft van u beiden gegevens nodig om de onderzoeken te kunnen plannen. polikliniek gynaecologie/fertiliteit nr.15 Na de hoofdingang gaat u, na de balie van de portier, rechtsaf de wenteltrap op. Bovenaan deze trap vindt u links de receptie van de polikliniek gynaecologie. bloedafname nr. 25 Na de hoofdingang gaat u links, langs het afspraakbureau. Vervolgens gaat u aan het einde van de gang links, waarna u via de wachtruimte (eerst naar rechts dan naar links) bij het afnamelaboratorium komt. Zaadonderzoek en zaad voor IUI (chemisch laboratorium, nr. 80) Het zaadmonster voor IUI levert u in bij het klinisch chemisch laboratorium. Dit laboratorium is te vinden door vanuit de hoofdingang nr. 80 te volgen (in de kelder). IVF laboratorium Elisabeth Ziekenhuis Via de hoofdingang van het St. Elisabeth ziekenhuis rechtdoor de lange gang uitlopen.Helemaal aan het einde van de gang bevindt zich aan de linkerkant het IVF laboratorium. röntgenafdeling voor baarmoederfoto (HSG), nr. 77 Na de hoofdingang gaat u linksaf langs het afspraakbureau. Aan het einde van de gang gaat u rechts. Dan komt u in de liftenhal en gaat u rechtsaf door de klapdeuren.Deze gang volgt u. Dan gaat u naar links, naar de röntgenafdeling. U meldt zich bij de balie. Organisatie van het fertiliteitsteam Het fertiliteitsteam bestaat uit een gynaecoloog, een verpleegkundig specialist en drie fertiliteitverpleegkundigen. De gynaecoloog superviseert de vruchtbaarheidspolikliniek. De verpleegkundig specialist voert onderzoeken uit, bespreekt de resultaten en voert de hormoon- en IUI-behandelingen uit. De fertiliteitverpleegkundigen hebben een verpleegkundig spreekuur voor gesprekken en uitleg over onderzoeken.
12
Wachttijden De polikliniekassistente probeert de afspraken zo goed mogelijk op tijd te plannen. Helaas lukt dit niet altijd. Wellicht weet u uit ervaring dat een gesprek met uw behandelend specialist af en toe kan uitlopen. Er zijn veel vragen en er is vaak behoefte om wat langer te praten dan gepland was. Ander probleem is dat veel onderzoeken aan een bepaalde tijd in de cyclus gebonden zijn. Hierdoor kan het aantal patiënten per dag sterk wisselen. Wachttijden kunnen hiervan het gevolg zijn. Getracht wordt dit zoveel mogelijk te voorkomen. Wij willen u dan ook met nadruk vragen om, ondanks eventuele wachttijden, toch vooral op tijd te komen en afspraken af te zeggen als u niet kunt komen. Zij hebben tevens een telefonisch spreekuur voor o.a. het maken van afspraken en plannen van onderzoeken. Klachten Wij doen ons best om onderzoek, behandeling en begeleiding zo goed mogelijk te laten verlopen. Er kan echter altijd iets mis gaan. U kunt uw arts hierover te allen tijde aanspreken. Ook is het mogelijk uw klacht of suggesties voor verbetering op schrift te stellen. Wij zullen trachten het probleem te verhelpen. Telefonisch spreekuur: Voor vragen en afspraken: Fertiliteitverpleegkundige:
013-4655847 Dagelijks tussen 11.00 en 12.00 uur.
Zie onze website voor meer informatie: www.tweestedenziekenhuis.nl/gynaecologieverloskunde. Internetadressen FREYA, patientenvereniging voor http://www.freya.nl/ Vruchtbaarheidsproblematiek 024-6451088 Organon, geneesmiddelenfabrikant van o.a. vruchtbaarheidshormonen (spuitinstructie)
http://www.puregon.nl/ 0412-666922
NVOG, algemene informatie Gynaecologie
http://www.nvog.nl/
FIOM, emotionele begeleiding bij vruchtbaarheidsproblemen
http://www.fiom.nl/ 13