Vruchtbaarheidsonderzoek
Patiënteninformatie Vruchtbaarheidsonderzoek
Inhoudsopgave: 1 Inleiding 2 Algemene informatie 2.1 Verminderde vruchtbaarheid 2.2 Het ontstaan van een zwangerschap 2.3 De vruchtbare periode 3 Onderzoeken 3.1 Eerste afspraak 3.2 Het onderzoek van de man 3.3 Bloedafname 3.4 Baarmoederfoto (HSG) 3.5 Kijkoperatie (laparoscopie) 4 Resultaten 5 Behandeling 6 Tenslotte 7 Telefoonnummers
1 Inleiding Omdat het tot nu toe niet gelukt is om zwanger te worden bent u samen met uw partner voor nader onderzoek verwezen naar de MC Groep. In deze folder wordt een en ander op een rijtje gezet. 2 Algemene informatie 2.1 Verminderde vruchtbaarheid De definitie van verminderde vruchtbaarheid is dat een koppel met een regelmatige menstruatiecyclus na 1 jaar onbeschermd vrijen nog niet zwanger is. Ongeveer 1 op de 6 paren krijgt te maken met verminderde vruchtbaarheid. 2.2 Het ontstaan van een zwangerschap Een zwangerschap ontstaat doordat een zaadcel van de man (sperma) de eicel van een vrouw bevrucht. Ongeveer 14 dagen voor de menstruatie komt een eicel vrij uit de eierstok. Dit heet eisprong of ovulatie. De eicel wordt opgevangen door de eileider en beweegt verder naar de baarmoeder. In de eileider kan een eicel bevrucht worden en zich daarna innestelen in de baarmoeder. Hierdoor begint een
zwangerschap . Als de eicel niet wordt bevrucht of wanneer het embryo niet innestelt wordt het baarmoederslijmvlies afgestoten en begint de menstruatie. 2.3 De vruchtbare periode Veertien dagen voor het begin van de te verwachten menstruatie vindt de eisprong plaats en is de vrouw vruchtbaar . Een eicel leeft ongeveer 8 uur, spermacellen leven ongeveer 48 uur. Dit betekent dat de vruchtbare periode per cyclus beperkt is. Als u meer inzicht wilt krijgen in uw cyclus en het moment van uw eisprong kunt u een basale temperatuur curve (BTC) bijhouden. Na de eisprong gaat namelijk uw temperatuur enkele tienden van een graad omhoog, bij de menstruatie daalt de temperatuur weer. Start met bijhouden van de curve op de eerste dag van uw menstruatie. Gebruik een digitale thermometer en leg deze klaar op uw nachtkastje. Direct na het ontwaken, en nog voor het opstaan, meet u uw temperatuur rectaal en noteert deze met een kruisje in de curve. U kunt een temperatuurcurve
downloaden van: http://www.freya.nl/web_me disch/btc.php 3 Onderzoeken 3.1 Eerste afspraak Tijdens het eerste consult zal de gynaecoloog veel vragen stellen aan u en aan uw partner. Dit zal gaan over uw kinderwens, uw algemene gezondheid en uw voorgeschiedenis. Daarna zal een gynaecologisch onderzoek inclusief een echo worden gedaan. Meestal wordt dan ook een kweek van de baarmoedermond afgenomen om te onderzoeken op de aanwezigheid van chlamydia. Aan het eind van de afspraak zal de gynaecoloog de vervolgonderzoeken met u doornemen. Daarna zal de fertiliteitsverpleegkundige een en ander inplannen en nog verdere uitleg geven. Zij zal gedurende uw gehele traject uw eerste aanspreekpunt zijn. 3.2 Het onderzoek van de man Ten behoeve van spermaonderzoek ontvangt u van de fertiliteitverpleegkundige of de polikliniekassistente een potje en een formulier. U
kunt het potje sperma op afspraak afgeven bij het laboratorium. Hier wordt het sperma nagekeken op aantal, beweeglijkheid en eventuele antistoffen tegen sperma-cellen. De uitslag van het onderzoek hoort u bij uw volgende bezoek aan de gynaecoloog. 3.3 Bloedafname Uw bloed wordt nagekeken op de aanwezigheid van antistoffen die aangeven dat u in het verleden een chlamydia infectie heeft doorgemaakt. Deze infectie verloopt meestal onopgemerkt (in 90% van de gevallen) maar kan wel ernstige schade geven aan de eileiders. Indien uw cyclus onregelmatig is (dat wil zeggen dat uw cyclus langer is dan 35 dagen) zal er uitgebreider bloedonderzoek ingezet worden. Er zal dan naar diverse hormoonwaarden gekeken worden om een eventuele oorzaak van uw cyclusstoornis aan te tonen. Dit hormoononderzoek wordt bij voorkeur ingezet op de tweede, derde of vierde dag van uw cyclus. 3.4 Baarmoederfoto (HSG) Een baarmoederfoto wordt
gemaakt om te controleren of de baarmoederholte normaal van vorm is en of de eileiders doorgankelijk zijn. Om zeker te weten dat u op het moment van de foto niet zwanger bent, krijgt u een afspraak vóór het moment van de eisprong. Het onderzoek zelf vindt plaats op de röntgenafdeling en duurt ongeveer 15 minuten. De gynaecoloog brengt een eendenbek (speculum) in en bevestigt een soort cupje op de baarmoedermond. Via dit cupje wordt jodiumhoudende contrastvloeistof in de baarmoeder gespoten. Als u allergisch bent voor jodium is het belangrijk dit vooraf te melden. De contrastvloeistof komt door de eileiders in de vrije buikholte. Dit kan geen kwaad; uw lichaam neemt de vloeistof vanzelf op. Terwijl de radioloog de foto’s maakt, kunt u zelf meekijken op een monitor. U kunt het onderzoek als vervelend ervaren, doordat de baarmoeder gaat krampen (zoals bij een hevige menstruatie). Daarom krijgt u vooraf van de fertiliteitverpleegkundige of de polikliniekassistente een pijnstiller mee (Naproxen). Neem de pijnstiller 1 uur voor het onderzoek in.
3.5 Kijkoperatie (laparoscopie) Indien er een verhoogde kans is op verklevingen van de eileiders (bijvoorbeeld bij een doorgemaakte chlamydia infectie of geperforeerde blinde darm ontsteking in het verleden) zal de gynaecoloog een kijkoperatie willen doen om de doorgankelijkheid van de eileiders te beoordelen. Dit omdat er hierbij ook gekeken kan worden of er verklevingen in de buik, en met name rond de eileiders, aanwezig zijn. De laparoscopie vindt plaats op de operatiekamer onder algehele narcose. Er zullen twee of drie gaatjes in uw buik worden gemaakt van een halve tot 1 cm, één in uw navel, één een paar centimeter boven uw schaambot en één links een paar centimeter naast uw bekkenbot. Als er vliezige verklevingen worden gezien kunnen deze meteen doorgenomen worden. Wanneer er ernstige verklevingen zichtbaar zijn zal dit niet geopereerd worden. De arts zal dan eerst de voor- en nadelen van een dergelijke operatie met goede voorlichting over de risico’s met u willen doornemen, toegespitst op
wat er te zien was tijdens de operatie. 4 Resultaten De gynaecoloog bespreekt met u de resultaten van de onderzoeken. Indien de kans op een spontane zwangerschap in het aankomende jaar goed is (dat wil zeggen meer dan 30%) is het verstandig om nog een bepaalde tijd te wachten. Dit is voor de patiënt vaak lastig te begrijpen en moeilijk te aanvaarden. Realiseer u dan echter dat behandelingen deze kans niet kunnen verbeteren, en soms zelfs zullen verslechteren. 5 Behandeling Eventuele behandeling bestaat uit ovulatie inductie, inseminatie (IUI) of reageerbuisbevruchting (IVF/ICSI). Uw arts bespreekt met u wat voor u het meest geschikt is. IUI kan niet in Emmeloord uitgevoerd worden. Ovulatie inductie kan zowel in Emmeloord als Lelystad uitgevoerd worden. Voor IVF of ICSI wordt u verwezen naar een centrum elders. De kans van slagen op zwangerschap wordt met u besproken.
6 Tenslotte Deze informatie is algemeen en doet niet altijd recht aan uw individuele situatie. De folder is dan ook bedoeld als aanvulling op het gesprek met uw arts en maakt het mogelijk om thuis alles nog eens rustig na te lezen. Wanneer u nog vragen heeft, stel ze dan gerust bij de polikliniek gynaecologie of aan de fertiliteitverpleegkundige. Verdere informatie vindt u ook op de volgende websites: www.freya.nl www.nvog.nl www.obgyn.nl 7 Telefoonnummers Polikliniek Gynaecologie MC Emmeloord 0527-63 72 73 MC Zuiderzee 0320-27 13 01
Ruimte voor vragen
MC Zuiderzee Ziekenhuisweg 100
8233 AA Lelystad (0320) 271 911 www.mczuiderzee.com
MC Emmeloord Urkerweg 1 8303 BX Emmeloord (0527) 63 76 37 www.mcemmeloord.com
MC Dronten Het Zwarte Water 77
8253 PD Dronten (0320) 271 911 www.mcdronten.com
Polikliniek Urk Gezondheidscentrum Het Dok Vlechttuinen 1 8322 BA Urk