onG\..
TU VRIJE BELEIDSRUIMTE-ONDERZOEK 'ZELFWERKZAAMHEID IN DE WONINGBOUW' working paper 2
VROEGE EXPERIMENTEN MET ZELFWERKZAAMHEID IN DE VOLKSHUISVESTING ir J.H.M. van Bokhoven ir P. Groetelaers
ot6
Onderzoeksinstituut voor Technische Bestuurskunde (OTB) Technische Universiteit Delft 1987
Delftse Universitaire Pers Stevinweg 1 2628 eN Delft tel. 015-783254
Bibliotheek TU Delft
1111111111111
C
1691349
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG ISBN 90-6275-303-5 Copyright 1987 by J.A.M. van Bokhoven and P. Groetelaers. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher: Delft University Press, Delft, The Netherlands.
INHOUD
VOORWOORD 1.
INLEIDING ......................................................... 1
2. 2.1. 2.2.
DE PERIODE VAN DE WEDEROPBOUW •••••••••••••••••••••••••••••••• 5 ZeJfbouwprojekt Philips, 1948-1950 •••••••••••••••••••••••••••••••••••• 5 Plan Culemborg: bouw van woningen als vrije-tijds-besteding, 1951 ••••••••••••••.•.•.••••.••••••••••••••••••.••••••••••••.•••••• 20
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.3.1. 3.3.2. 3.3.3. 3.3.4. 3.4. 3.5.
KASKO-BOUW IN DE JAREN ZEVENTIG ••••••••••.••••••••.•••••••••• 33 Inleiding .......•••.•••.••••••••.•••..•••••••..•••••••••.•••••••••• 33 De houding van de Rijksoverheid m.b.t. kasko- en zeJfbouw •••••••••••••• 33 Een aantal gerealiseerde projekten ••••••••••••••••••••••••••••••••••• 37 Tilburg 37 woningen (1972) ••••••••••.•••••••••••.••••••••••••••••••• 37 Boxtel 38 woningen (I972) en vervolgprojekt •••.••••••••••••••••••••••• 43 Leusden 12 woningen (1972) •••••.•••••••••••••••••••••••••••••••••••• 55 Apeldoorn 42 woningen (I 974-1975) •••.••.••••••••••••••••••.••••••••• 61 Projekten met afbouwwoningen van architekt Van Klooster •••••••••••••• 65 De Vereniging IIKasko" •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 78
4.
SAMENVATTING EN KONKLUSIES ••••••••••••••••••••••••••••••••••• 81
5.
LITERATUURLIJST ................................................ 85
VOORWOORD
De stijgende omzetten in de doe-het-zelf branche getuigen van een toenemende belangstelling voor zelfwerkzaamheid. Bewoners geven om uiteenlopende redenen steeds vaker de voorkeur aan het zelf onderhouden, verruimen of verfraaien van de woning. De stap naar het zelf (af)bouwen van een komplete woning is voor velen te groot; echter niet onoverkomelijk. In de loop van jaren hebben tal van woningzoekenden zelf de handen uit de mouwen gestoken bij de bouw van hun woning. Uit onderzoek (Weide en Stolk 1981 en Groetelaers 1982) blijkt dat het vooral gaat om projekten met een omvang van 1 à 2 woningen. Tegenover deze stroom van voornamelijk traditioneel gebouwde woningen staat een beperkt aantal experimenten. Daarbij gaat het in een aantal gevallen om een voor ons land ongebruikelijke bouwmethode. Daarnaast zijn er vooral pogingen om in één groot plan een aantal woningzoekenden in staat te stellen zelf een woning (af) te bouwen. Initiatiefnemers en zelfbouwers zijn dan - in tegenstelling tot hetgeen in de bovengenoemde kleine projekten regel is - bijna nooit dezelfde personen. In dit working paper komen enkele initiatieven aan bod die na 1945 zijn genomen door gemeenten, architekten, aannemers, bewoners en in één bijzonder geval door een bedrijf dat op korte termijn huisvesting voor haar werknemers wilde realiseren. Naast een beschrijv ing van de experimenten zal worden bezien in hoeverre de projekten navolging hebben gevonden. De bedoeling is hiermee een aantal ervaringen te registreren en lering te trekken uit die ervaringen.
1. INLEIDING
In een artikel 'Een toekomst voor zeggenschap van bewoners bij cascobouw' in BOUW van 9-9-1981 hebben Groetelaers en Priemus getracht de term kasko te definiëren en te plaatsen temidden van andere termen die in de woningbouw gebezigd worden. Voorts is daarin de mogelijke rol, die bewoners bij de ontwikkeling van kaskoprojekten kunnen hebben, beschreven. Zij beschouwen als kaskowoningen: het resultaat van alle pogingen om delen van het bouwproces vóór de normale oplevering van de woning achterwege te laten, met de bedoeling bewoners in staat te stellen het bouwproces na de vervroegde oplevering te kontinueren. In genoemd artikel werd ook opgemerkt dat er in Nederland vrij veel kaskowoningen gebouwd zijn. In de literatuur werden zeker twintig projekten met in totaal 800 woningen gemeld, maar het vermoeden bestond dat er veel meer projekten gebouwd moesten zijn, die de pers niet gehaald hebben. Na 1981 zijn er veel meer projekten in de literatuur beschreven. Het vinden van dergelijke projekten heeft nogal wat moeite gekost. Bij het Rijk is niet bekend of een bepaalde woning al dan niet een kaskowoning is. Immers, het Rijk registreert niets over de procedure die gevolgd is bij het tot stand komen van de woning en ook wordt, afgezien van de opdrachtgever, niets vastgelegd m.b.t. de participanten in het totstandkomingsproces. Het is dus bij het ministerie van VROM niet bekend of bewoners een bepaalde rol hebben gehad bij het realiseren van een komplex woningen. Kaskowoningen zijn voor het Rijk niet anders dan 'gewone' woningwet-, premieof vrije-sektorwoningen. Ook de inspektietaak van de HID's in de provincies bleek niet zover te gaan dat zij gegevens konden verstrekken over de aard en omvang van het verschijnsel 'kasko'. Uit gesprekken met ambtenaren van Bouw- en Woningtoezicht werd duidelijk dat men op gemeentelijk nivo waarschijnlijk het meest aan de weet zou kunnen komen was over kaskoprojekten. In een onderzoek is aan de direkteuren van Bouw- en Woningtoezicht in alle gemeenten van Nederland gevraagd of zij een opgave konden doen van de binnen hun gemeenten gerealiseerde kaskoprojekten of projekten die als zodanig beschouwd konden worden, en waarvoor een bouwvergunning is verleend in 1978 of later. De respons was uitzonderlijk hoog. In totaal stuurden 727 van de 774 gemeenten, die Nederland toen telde, de vragenlijsten ingevuld terug (93,9 pct.). Van die 727 gemeenten meldden ~r 93 02,8 pct.) als kasko aan te merken projekten: 634 (87,2 pct.) gemeenten berichtten dat er in 1978 of later geen van dergelijke projekten gerealiseerd zijn; 12 daarvan maakten nog wel melding van oudere projecten. - I -
•
I
,, f
I
, I
I
I
I ! ".. ......_J
l~
"_....'\, I ,../
.,J
,
"'.....-
•
o
projectgrootte 12 en meer woningen projectgrootte 6-7 en 8 woningen
Afb. 1. Spreiding van grotere kaskoprojekten in Nederland 0978-medio 1982) Een paar gemeenten schreven dat ook zij niet registreerden of een bepaald projekt als kaskoprojekt is te beschouwen. Men zou daarvoor óf de verleende vergunningen moeten nalopen óf een aanslag moeten doen op het geheugen van de toezichthoudende medewerkers. Het is in incidentele gevallen heel goed mogelijk dat een opdrachtgever afspraken maakt met een aannemer of onderaannemer m.b.t. zelfwerkzaamheid, maar dergelijke arrangementen zijn bij de dienst veelal niet bekend. In het algemeen kregen wij de indruk dat de gemeenten, zowel v ia formele als informele kanalen, redelijk goed op de hoogte zijn van de aard en de omvang van kaskobouw in het eigen territorium. Deze kennis lijkt m.b.t. nieuwbouwprojekten aanzienlijk betrouwbaarder dan m.b.t. woningverbeteringspro jekten. In een artikel naar aanleiding van dit onderzoek 'In één op de acht gemeenten is cascobouw gerealiseerd' in BOUW, nr. 24, 27-11-1982, doen Groetelaers en Priemus verder verslag van dit onderzoek. Enkele resultaten geven wij hieronder weer: Bijna een derde van alle gemelde kaskowoningen is gebouwd als afzonderlijke woning. Meer dan de helft is gebouwd in projekten van 12 of meer wo- 2-
.
,I i
..
..
, !
..
I
I
I I
f
I
,}
,..-..... -.1
"'- ' ~"\
..
.. .,J
\ I
(
,../
, "'-ü'......-
Afb. 2. Spreiding van gemeenten waarin méér dan één kaskoprojekt met een projektgrootte = 1 is gerealiseerd (I978-medio 1982) ningenj de projektgrootte varieert hier van 12 tot 86 woningen. Alle grotere komplexen zijn gerealiseerd in de premiekoopsektor • De vrijstaande woningen en de woningen in de kleinere projekten zijn nagenoeg uitsluitend vrijesektorwoningen. Bijna alle grotere projekten zijn gebouwd in de Randstad (afb. 1). In afbeelding 2 zijn de plaatsen aangegeven waar meer dan één maal de projektgrootte = 1 voorkomt. De meeste van die plaatsen zijn klein en vallen buiten de Randstad. De sterren in afbeelding 2 geven alleen de ligging aan van de plaatsen waar afzonderlijke kaskowoningen worden gebouwd en niet de omvang ervan. De omvang van de vrijstaande woningen kan variëren van 2 tot 118 woningen. Evenals het geval was bij het hier genoemde onderzoek waarbij voor het vinden van kaskoprojekten een aanslag moest worden gedaan op het goede geheugen van ambtenaren (vaak uit de buitendienst) van Bouw- en Woningtoezicht, hebben wij voor de beschrijving van de volgende projekten die ge-
- 3-
bouwd zijn tussen 1945 en ca. 1980, het moeten hebben van gemeentelijke gegevens en grondig zoeken in de literatuur. Bij de beschrijving van de projekten hebben we getracht de volgende aspekten vooral aandacht te geven: - wie heeft vanuit welke achtergrond (motieven) het initiatief genomen; - hoe is dit initiatief verder ontwikkeld, bijvoorbeeld werving van bewoners; - beschrijving van het projekt: omvang, lokatie, woonvormen, enz.; - wat is er bekend van de zelfbouwers: leeftijden, beroepen, handigheid, motieven, inkomensgroep; - hoe is de planontwikkeling verlopen; - wat is de rol geweest van gemeente, architekt, aannemer, bewoners; - wat zijn de belangrijkste knelpunten in het proces geweest; - hoe is het projekt uitgevoerd: zelfbouw- of afbouwwoningen; - is er individueel of in groepen gebouwd; - tijdsbesteding, professionele ondersteuning; - heeft de zelfwerkzaamheid geleid tot besparing op de woonlasten; - wat doen/willen bewoners anders dan de normale bouwers; - is er gebruik gemaakt van bijzondere bouwtechnieken en wat waren daarvan de gevolgen; - de rol van de overheid: zijn er bij de realisatie bijzondere eisen gesteld dan wel uitzonderingen op bestaande regels verleend; - het resultaat: kan iets gezegd worden over de tevredenheid van de bewoners, is het experiment geslaagd in de opzet; - heeft het experiment navolging gevonden?
- 4-
2.
DE PERIODE VAN DE WEDEROPBOUW
2.1.
Zelfbouwprojekt Philips, 1948-1950
Door het nijpend woningtekort na de tweede wereldoorlog, ontstaan door gebrek aan arbeidskrachten en grote schaarste aan materialen, wordt door Philips in 1948 het initiatief genomen tot het zelf bouwen van woningen door de bewoners. Op 17 januari 1948 staat in de Philips Koerier een oproep aan het personeel om de handen uit de mouwen te steken. "Bouw uw eigen woning" heet het. In een notitie over de bouwwijze staat het volgende te lezen: "Voor het uitvoeren van deze woningen bestaan 2 mogelijkheden: a. bouw volgens een normaal systeem, b. geprefabriceerde bouw. In het eerste geval zal getracht moeten worden de bouwvakarbeiders, die thans onder het bedrijfspersoneel schuilen, te laten helpen bij de bouw door leken, het is niet mogelijk een normale bouw geheel met leken uit te voeren, er zal dus een beroep gedaan moeten worden op deze bouwvakarbeiders, hun kameraden te helpen. De geprefabriceerde bouw is het meest aantrekkelijke hiervoor bijv., we moeten onderscheid maken in arbeid bij de prefabricage door geschoolden en ongeschoolden, evenals bij het werk ter plaatse, waar ook voor ongeschoolden een belangrijk aandeel is weggelegd. Ik stel mij voor, dat de prefabricage met toestemming van de Directie van het Bedrijf, na de arbeidstijd wordt uitgevoerd, terwijl de arbeiders daarvoor gebruik mogen maken van machines etc. Niet echter alleen bij Phl1ips doch ook bij andere bedrijven b.v. bij Picus zouden onderdelen kunnen worden vervaardigd. Ik noem voor de geschoolden b.v. kasten, deuren, stijlen, kapconstructies, kortom alle houtwaren. Door Philips zouden gemaakt kunnen worden: panelen, raam- en deuromlijstingen (b.v. van aluminium en philite), mallen voor betononderdelen enz. Voor de ongeschoolden is weggelegd het minder moeilijke werk zoals het storten van beton, het maken van vloerplaten enz. Op de bouwplaats moet stelwerk, timmerwerk, enz. worden uitgevoerd door geschoolde krachten. Het werk voor ongeschoolden bepaalt zich tot het verlenen van handlangersdiensten, tenzij zij zo handig zijn, dat zij ook het geschoolde werk kunnen doen. Het spreekt vanzelf, dat het systeem dan zo moet zijn, dat alles goed in elkaar sluit en bij wijze van spreken als mechanospeelgoed in elkaar kan worden gezet. - 5-
Voorts lijkt het mij wenselijk allerlei materiaal zodanig te kiezen, dat de materiaalpositie in het algemeen niet nadelig wordt beïnvloed. Ik denk b.v. aan de dakbedekking, die uit houten 'leipannen' zou kunnen bestaan en gemakkelijk zijn aan te brengen. Dit zou in vrije tijd kunnen worden gemaakt. Het zal bovendien wenselijk zijn, dat de ongeschoolden enkele lessen krijgen, waarin uiteen wordt gezet hoe de gang van zaken moet zijn." Er blijkt bij het personeel een groot enthousiasme te bestaan voor het idee, want na een week zijn er al 750 positieve reakties en een maand later zijn het er al meer dan 1000, waarvan 40% alleen al geheel belangeloos wil meewerken zonder aanspraak te maken op een woning. In maart 1948 ziet het lijstje van gegadigden er als volgt uit: geen of geen passende woning delen een woning/noodhuisvesting belangeloze medewerkers totaal
601 36 438
personen personen personen
1.075
personen
Van deze 1.075 bleek een groot aantal bouwvakker te zijn. tekenaars/opzichters elektriciëns timmerlieden bankwerkers schilders loodgieters metselaars opper lieden/grondwerkers
148 49 39 16 36 12 84
personen personen personen personen personen personen personen personen
totaal
416
personen
32
De bedoeling van de zelfbouw was dat de prestatie van de zelfbouwers tot uiting zou komen in een lage huur of koopsom. Omdat de eigenbouw niet onder de woningwet viel, zou Philips het projekt zelf moeten financieren. In 1948 werd met een proefbouwplan van 75 woningen gestart. Men was van plan tegelijk voorbereidingen te treffen voor een veel groter aantal (er waren inmiddels 1500 gegadigden). Al vrij snel kwam men tot de ontdekking dat aan de financiering van de eigenbouw, als men uitgaat van de bouw door werknemers tegen betaling van vooraf gekalkuleerde aantallen manuren, vele nadelen kleefden. Men besliste uitsluitend verder te gaan met eigen woningen waarbij Philips de uitgaven voor de materialen financierde in de vorm van een hypotheek.
- 6-
Afb. 3.
Hier moest het gebeuren
Afb. 4.
Het grondwerk
Afb. 5.
Het werken met het systeem "Klijn" - 7-
Er werden 64 woningen in Eindhoven gebouwd aan de Melkweg en de Koestraat en Kalverstraat en nog eens 10 woningen in Aalst ten oosten van de Prins Mauritsweg. Zoals eerder al gemeld, wilde men uitgaan van een bouwsysteem om de bouw vlotter en met minder vakkennis te kunnen laten verlopen. Het probleem was echter dat de bouwsystemen nog maar net in opkomst kwamen en dat er dus nauwelijks ervaring mee was opgedaan. In Eindhoven werd gestart met het bouwsysteem 'Klijn', dat wordt gekenmerkt door een verloren bekisting opgebouwd uit betontegels van 39x50 cm en dik 4 cm(1). In Aalst zou worden gebouwd met verdiepingshoge prefabbetonelementen. De aannemer die de elementen moest produceren ging echter failliet. Ook omdat het systeem zelf nog niet geheel produktierijp was, werd tenslotte gekozen voor een alternatief: stapelbouw met mergelblokken. In december 1948 werden de stichtingskosten van de woningen geraamd op f 14.800,-- (Eindhoven) en f 11.500,-- (Aalst). Het verschil in kosten heeft te maken met een groot verschil in grondkosten (f 2.800,-- in Eindhoven tegen f 500,-- in Aalst) en het feit dat de woningen in Eindhoven meer materiaalkosten vergden. In beide gevallen werd als arbeidsloon 1800 uur à f 0,90 = f 1.620,-- aangegeven. Later zou blijken dat er toch onderdelen van de werkzaamheden moesten worden uitbesteed. De kosten hiervan worden in mindering gebracht op de arbeidslonen die na het beëindigen van de bouwperiode aan de rechthebbenden werden uitbetaald. Er werden bouwploegen samengesteld. Een bouwploeg bestond uit belanghebbenden en vrijwilligers. De belanghebbenden kregen, voor zover zij geen zelfbouwwoning ontvangen, een prioriteit op een andere (huur-)woning (voor 31 december 1949). Zij werden in de stukken "de prioriteitsmannen" genoemd. In Aalst had de helft van het aantal belanghebbenden recht op een zelfbouwwoning aldaar, de andere helft een prioriteit op een woning in Eindhoven. Het ging om een proefbouw; bouwploegen bestonden tenminste uit 4 personen en de belanghebbende, die de zelfbouwwoning betrekt, trad op als ploegleider. Bij de samenstelling van de bouwploeg werd rekening gehouden met urgentie, onderlinge harmonie in een bouwploeg en zoveel mogelijk vakman-vrijwilligers in een ploeg. Later op de bouwplaats werden de ploegen opnieuw ingedeeld. De mate waarin iemand geschikt is voor een karwei (arbeidsdeling), was dan plaatsbepalend. Deze wijze van samenstellen van bouwploegen zou al snel tot problemen gaan leiden.
(1)
Zie tijdschrift 'Bouw' 27 juni 1947 voor een beschrijving van het systeem.
-8-
Afb. 6.
Betonstorten: vele handen maar toch zwaar werk
Afb. 7.
Het frame en de stapeling van de blokken - 9 -
Maar het eerste probleem was al dat er in juli 1948 (een half jaar na het eerste initiatief) nog steeds geen bouwvergunning en rijksgoedkeuring was. Teneinde de zaak te forceren besloot men op 26 juli met de bouw te beginnen, met als gevolg, dat de Direktie Gemeentewerken op 10 augustus het werk dreigde te zullen stilleggen. Op 16 augustus verleende de gemeenteraad de gewenste goedkeuringen. Veertien dagen later deden zich al problemen voor met de bouwploegen. Twee bouwploegen hadden een prestatielijst over de eerste twee weken bijgehouden; 70 uur per bouwploeg per week; ploegleiders 32 uur tegenover 8 uur per week door de prioriteitsmannen en gemiddeld 6 uur per week door de vrijwilligers. De houding van de prioriteitsmannen wekte wrevel, bovendien waren zij verantwoordelijk voor nogal wat diskontinuïteit in de samenstelling van de bouwploegen (ze stapten eruit, onder meer omdat ze tussentijds een woning toegewezen kregen). Er moeten orde-maatregelen genomen worden. Uit een mededeling aan de ploegleiders halen wij de volgende zes punten: Ie. Het is ons allen opgevallen, dat zich gedurende de laatste avonden te veel mensen op het bouwterrein bevinden, die met de bouw als zodanig niets te maken hebben en ons in de weg lopen. Ik heb persoonlijk gekonstateerd, dat zich hieronder niet uitsluitend belangstellenden en nieuwsgierigen bevinden, maar ook mensen, die met minder goede bedoelingen over het terrein rondlopen. Teneinde hieraan paal en perk te stellen, zullen allen, die rechtstreeks bij de bouw betrokken zijn, zo spoedig mogelijk voorzien worden van een "Bewijs van Toegang", dat zij bij het betreden van het bouwterrein zullen moeten tonen. Het werk zal alleen kunnen worden betreden en verlaten door de hoofdtoegang aan de Melkweg; de ingang aan de Groendwarsstraat wordt gesloten. Voorts zal ook de tuinzijde van de woningen aan de Melkweg worden afgesloten. De zelfbouwers kunnen er zelf in hoge mate toe bijdragen, dat er orde en rust op het bouwterrein blijft heersen, door op werkdagen geen vrouwen en kinderen mede te nemen. Teneinde huisgenoten in de gelegenheid te stellen zich van de vorderingen te overtuigen, zullen zij des zondagsmiddags tussen 2 en 5 uur, aanvangende zondag 29 aug. a.s., het bouwterrein kunnen bezoeken onder geleide van de zelfbouwer en op vertoon van diens bewijs van toegang. 2e. Hoewel wij het aan zelfbouwers hebben overgelaten het uur te bepalen, waarop zij met hunne werkzaamheden aanvangen, moeten wij er toch op wijzen, dat het noodzakelijk is, dat mensen van dezelfde ploeg of mensen, die bij dezelfde werkzaamheden betrokken zijn (b.v. betonstorten, enz.) gelijktijdig op het werk komen. 3e. Zelfbouwers, die niet over werkschoenen beschikken, kunnen zolang de voorraad strekt en voor zover een voor hen passende maat aanwezig is, zich op werkdagen tussen 5 en 6 uur vervoegen aan het Magazijn Personeelszorg, Statumse Dijk 29A tegenover het Sportfondsenbad. Zij moeten daartoe in het bezit zijn van een door hm ploegleider getekend briefje, waaruit blijkt, dat zij zelfbouwer zijn. - 10 -
!
{;.;-r: t
6(l : t./;W
~;'Hi
WI ,, ~.:.t~H
t:
'i,. • • • ~l~"'1:f
"1 <'{ ~
Ilt-
l'''~
~ It''!:j!j:.
t- ~",·~~t
:iI.,:Ut$
"n,.
(,.ttV?U"'t ~~~S ,
Ü""''' f
;
"'4\.{ JIt .. t,
:;
.· ~aBH1 "..,~,
.,:t.t
Afb. 8.
De ontwerptekening van de huizen in Eindhoven
Afb. 9.
Het hoogste punt is bereikt - 11 -
Jt(~'"
1}.8, ~
".Xl,
Afb. 10.
Afb. 11.
Foto van de woningen in 1950
Foto van de woningen in 1987
- 12 -
4e. Ten behoeve van alle zelfbouwers, waarvan de contactman een opgave heeft verstrekt, is werkkleding uitgereikt of kan deze worden gehaald. Van enkele onderdelen ontving ik nog geen opga ven. 5e. Aangezien het verregaand onbillijk zou zijn, tegenover hen die van de aanvang af hebben medegebouwd, indien telkens nieuwe belanghebbenden bij de bouw worden ingedeeld, wordt bepaald, dat belanghebbenden, die zich na 31 aug. terugtrekken, niet meer kunnen worden vervangen. 6e. Mij bereikte gedurende de laatste dagen klachten, dat sommige zelfbouwers en zelfs belanghebbenden werkuren zouden laten opschrijven, terwijl zij niet op het werk aanwezig zijn geweest. Indien deze klachten niet op verdachtmakingen en onderling wantrouwen, doch op waarheid berusten en wij dus moeten aannemen, dat zich in ons midden mensen bevinden, die trachten hun ploegmaats te bestelen, zijn wij genoodzaakt een tikklok op het werk te doen plaatsen. Zelfbouwers, van wie vast komt te staan, dat zij zich aan het vorenstaande schuldig hebben gemaakt of schuldig maken, zullen van de verdere bouwen de daarmede samenhangende faciliteiten worden uitgesloten. Wij verzoeken HH. contactmannen deze zaak met de ploegleiders te bespreken en ons ter zake van advies te dienen en op hun juistheid getoetste klachten onverwijld aan ons door te geven. Hoewel in kranten en radiopraatjes in die tijd nogal positief gesproken wordt over de 'zwoegers in overall die werken dat het een lieve lust is', blijken er toch wel degelijk problemen te zijn bij het organiseren van het werk. Er is tijdelijk ook nog een tekort geweest aan materiaal en de opkomst van de zelfbouwers is slecht (nov. 1948). De bouw sukkelt voort. Philips denkt nog aan een tweede projekt. Een aantal uitgaven is gedaan op basis van een vervolgprojekt en men wil geen grote teleurstelling veroorzaken onder de belanghebbenden. Tenslotte oppert men ook nog de gedachte dat zelfbouw als 'buffer' voor werknemers die tijdelijk overkom pleet zijn, kan dienen. Hoe dichter het eind van de bouw nadert, des te meer problemen ontstaan er met de aanwezigheid van de bouwers. "29 september 1949: Aan de heren kontakt mannen. Opkomst is de laatste twee maanden matig, een en ander is het gevolg van het feit dat de afbouw meer tijd kost dan was voorzien en de zelfbouwers nu bepaaldelijk hinder ondervinden van de lange arbeid. Ook echter omdat belanghebbenden in de steek worden gelaten door hen die tussentijds een woning kregen. De meeste prioriteitsgevallen hebben zo'n woning ook ontvangen. Een gedeelte verschijnt gedurende de plichtmatige 15 uur, maar doet niets. Velen zijn zogenaamd ziek."
- 13 -
Het kwam zover dat Philips een aanta l werkzaamheden laat uitbesteden om 't werk op tijd gereed te krijgen. De kosten hiervan kwamen ten laste van het uit te betalen loon aan de belanghebbenden. Op verzoek van enkele zelfbouwers in Aalst heeft er op 2 januari 1949 een gesprek plaatsgevonden met de organisatoren van de zelfbouw. De zelfbouwers waren nogal gedesillusioneerd over de gang van zaken, getuige het volgende citaat uit het verslag van dat gesprek: "Twee punten kwamen speciaal naar voren, n.l.: 1. Het feit, dat in het vooruitzicht was gesteld, dat de huizen 31 december 1949 klaar zouden zijn, terwijl het zich thans laat aanzien, dat het nu nog minstens 2 maanden zal duren. 2. Het feit, dat nu achteraf blijkt, dat men 28 cent per uur heeft verdiend. Vooral het tweede punt z at de mensen zeer hoog. Als oorzaken van dit lage uurloon zien zij: 1. Het gecalculeerde totale loonbedrag is te laag gesteld. Hierbij brengen zij naar voren: a. De zelfbouw Aalst is echte bouw, in tegenstelling tot de zelfbouw ,' v\elkweg, waar het montage-bouw betreft. De zelfbouw Aalst eist veel meer vakmanschap dan de zelfbouw Melkweg. b. In een laat stadium gedane uitbestedingen van werk hebben een groot gedeelte van de loonsom opgeslokt, zodat er ter verdeling maar weinig is overgebleven. c. Genoemde aanbestedingen z ijn beperkt rnoeten worden, omdat anders het totale beschikbare loonbedrag opgesoupeerd zou zijn. Waar deze aanbestedingen maar een deel van het werk betreffen, moet hieruit wel volgen, dat de oorspronkelijk gecalculeerde loonsom veel te laag is geweest. 2. Door allerlei omstandigheden is het aantal gewerkte uren veel te hoog opgelopen. Overwegend is dit te wijten aan gebrek aan organisatie, waarbij als voorbeelden werden aangehaald: a. 2000 uren gewerkt om rioleringen te leggen, welke later moesten worden afgebroken. b. Het terrein te diep uitgegraven, zonder dat de rooilijn was vastgesteld. c. Het terrein te diep uitgegraven en weer moeten aanv ullen. d. Geen enkele ervaren kracht voor het stellen van ramen. De man, die er wel verstand van had, moest aan de betonmolen blijven staan. (Dezelfde man heeft overigens 3 maanden op Philips kosten als timmerman op het werk in Aalst gestaan). e. Het te weinig op tijd z ijn van de benodigde materialen. Genoemd werden o.a. een lier, spijkers, hout voor aftimmering, etc. Kort samengevat is dus de opvatting van de zelfbouwers: De loonsom is te laag gesteld, het aantal uren is buiten de schuld van de betrokkenen veel te hoog opgelopen, want er is naar de mening van de zelfbouwers in doorsnee zeer behoorlijk en door sommige groepen zelfs buitengewoon goed gewerkt. - 14 -
1180
Afb. 12.
Plattegronden van de woningen in Aalst
Afb. 13.
Zelfbouwers in de bouwput
- 15 -
Afb. 14.
De woningen in Aalst vlak na de oplevering (1950)
Afb. 15.
De woningen in Aalst zoals ze er uitzien in 1987
Afb. 16.
De woningen in Aalst zoals ze er uitzien in 1987
- 16 -
Men vraagt nu het uit te keren bedrag te herzien, waarbij nog speciaal naar voren wordt gebracht, dat de gang van zaken voor de vrijwilligers in het bijzonder teleurstellend is. Deze krijgen tenslotte geen huis en zijn ook geen prioriteitsgeval, maar hebben uit collegialiteit meegewerkt, daarbij rekenend op een enigermate redelijke beloning. Hoewel niet definitief toegezegd is toch herhaaldelijk door de heer Paters medegedeeld, dat men kon rekenen op een bedrag tussen 45 en 50 cent per uur."
De konklusie in het verslag luidde als volgt: "Het verhaal van deze zelfbouwers zal uiteraard wel enigszins gekleurd zijn. De betrokkenen lijken echter reële, nuchtere kerels. Ook al is 1/3 tot de 1/2 waar omtrent hetgeen zij van het werk mededeelden dan is er o.i. aanleiding te bezien of wij het uurloon niet wat hoger moeten stellen dan 28 cent. Wanneer dit op hetzelfde niveau zou worden gebracht als dat van de Melkweg, 35 cent, dan zou dit f 1750,-- kosten. Naar onze mening is een dergelijke uitgave verantwoord."
Afb. 17.
De woningen in Aalst (foto 198])
Konklusies Voor de N.V. Philips was er maar een konklusie mogelijk: "Het experiment is niet voor herhaling vatbaar". Overwegingen, in april 1951, om de zelfbouwdraad weer op te pakken (voor 1949 was een serie van 105 woningen - 17 -
gepland) worden in de kiem gesmoord. "Laten we hieraan toch niet weer beginnen. De vorige keer heeft het schatten gekost en veel onaangenaamheden!" aldus het hoofd van Philips woningbouwbureau. Wie de gehele bouwperiode overziet, wordt ongetwijfeld overmand door de gedachte 'zelfbouw = ellende'. Maar is er in dit geval wel sprake van zelfbouw? Het initiatief en de planvorming (grondverwerving, financiering maar ook ontwerp van de woningen) was volledig een zaak van de N.V. Zelfs het beheer is in de eerste opzet een Philipszaak (huurwoningen). Alleen de uitvoering zelf stond in het kader van zelfbouw. De manier waarop dit gebeurde riep opnieuw vraagtekens op. De mensen bouwden niet in een klein ploegje aan de eigen woning, maar werden ingedeeld bij een bepaalde aktiviteit. Een deeltaak in de bouw van 64 woningen. In een gedwongen sfeer (prikklok, sankties bij wegblijven) werkte een kwart van de aanwezigen dan aan de eigen woningen. De overigen waren be z ig met verlenging van de arbeidsdag tegen een zeer laag uurloon. De zelfbouw was hier &ereduceerd tot bouwen met niet-bouwvakkers in de vrije tijd. Anderhalf a twee jaar lang. Dat geeft ellende, zoals we hebben kunnen zien. Waarom heeft het bedrijf de initiatieven tot die bijzondere en ook (dat moet duidelijk zijn geweest) riskante bouwwijze genomen? Aan de ene kant was er een snel groeiend bedrijf, een grote vraag naar personeel en aan de andere kant het enorme gebrek aan woningen. Stagnatie in de groei van het bedrijf dreigde, want inwoning kan tot spanningen en ziekteverzuim leiden. Er werd veel gebouwd in Eindhoven, maar niet genoeg. In het kader van de wederopbouw zijn alle bouwvolumina aan contingenten gebonden, dus meer zat er niet in. Iedere aktie nu om die situatie te doorbreken werd toegejuicht. ZeJfbouw was zo'n doorbraak, omdat het de mogelijkheid biedt buiten de gegeven contingenten om te bouwen. Snel een aantal woningen extra was dan het doel. Maar daarmee wordt slechts één kant van de zaak belicht, aan de andere kant leek zelfbouw een doorbraak in de sfeer van onvrede en onmacht te zijn. In een roes van gezamenlijk aanpakken (de wereldoorlog nog vers in het geheugen) vond de woningzoekende in de zelfbouwaktiviteit een uitlaatklep voor zijn ellende. Niet mopperen maar jezelf uit de problemen werken, 't kan! Later, als voor velen die krisis heeft opgehouden te bestaan, omdat ze inmiddels een woning kregen, vervalt die behoefte aan aktie. Het gezamenlijk aanpakken brokkelde met het vertrek van de vrijwilligers en prioriteitsmannen af. Oe aktiviteiten werden een bron van ergernis: van de regen in de drup. Dit leek de voornaamste reden voor Philips om van verdere zelfbouwplannen af te zien. En de kosten? Het argument zelfbouw als goedkope bouw heeft nooit gegolden. Voor de N.V. waren de loonkosten geen besparing, want ze werden aan de bouwers uitbetaald. Oat de bouw uiteindelijk duurder is geworden dan gepland, had allerlei oorzaken. Te denken valt aan het faillissement van een aannemer, het feit dat de investeringen (hulpgereedschap 'Klijn' en ook handgereedschap zelfbouwers) op die ene serie afgeschreven moesten worden, maar ook aan het gebrek aan ervaring bij de zelfbouwers, waardoor veel materiaal, materieel en tijd verloren ging. Dat die hoge kosten er, ondanks gratis gebruik van tal van Philips faciliteiten, uitrolden, heeft natuurlijk ook bijgedragen aan de beslissing het bij de proefbouw van 1948 te laten.
- 18 -
Tot slot nog enkele opmerkingen over de uitvoering zelf. Wat kunnen we leren uit de zelfbouwervaringen van toen. Systeembouw
Juni 1949. Na 50 weken bouwen, wordt voor de totale bouw gerekend op: systeem "Klijn"
stapelbouw Aalst
man-uren per woning
3100 tot 3300
2100
gemiddelde woninggrootte
322 m 3
325 m 3
Als we de getallen bekijken, komt het systeem "Klijn" er niet bijzonder gunstig uit. In de inleiding al hebben wij erop gewezen dat de 'schijnbare' eenvoud van systemen uitnodigde tot zelfbouw. Maar zoals zo vaak, schijn bedriegt. Het systeem was niet speciaal ten behoeve van de zelfbouw opgezet. Zo ook het ontwerp. De twee-verdiepingen-woning gaf veel meer problemen dan het oorspronkelijk geschetste bungalowtype. Het systeem bleek weliswaar door leken uitvoerbaar, maar ten koste van zeer veel extra arbeid. "Je moet een hoop doen voor je een muur kunt bouwen", aldus een van de uitvoerders in die dagen. Het systeem was in wezen een systeem van verloren bekisting (nauwelijks prefab, veel arbeid op de bouwplaats), waarbij een komplexe ondersteuningskonstruktie moest worden opgezet, gesteld en later weer afgebroken. Voor de leek was het aantrekkelijk dat dit maatvoeren en stellen een kwestie van droge montage was, maar voor het overige was het zeker niet op de zelfbouwer afgestemd. Zo waren met name de T-balken voor de v loer door hun gewicht en lengte voor de zelfbouwer nagenoeg onhanteerbaar. Het systeem was een ruwbouwsysteem; de afbouw was vergelijkbaar met de traditionele bouwen de zelfbouwers ervaren die fase als "klungelwerk, niks gepresteerd". Zelf doen - uitbesteden Zelfbouw is natuurlijk vervuld van de gedachte, "ik kan het beter zelf doen". Dat dit maar tot op zekere hoogte waar is, heeft men in 1948 ondervonden. Diverse proeven om met een apparaat het stucwerk zelf uit te voeren bleken te mislukken. Omdat ook het uithoudingsvermogen van de zelfbouwer zijn grenzen had, moest men op het eind met (dure) uitbesteding de tol betalen voor het onbekommerd graven en zwoegen aan het begin.
Grootschalig - kleinschalig De vele voordelen die normaal aan grootschalig bouwen zijn verbonden (serie-effekten, kortingen enz.), zinken voor de zelfbouwer in het niet bij de door hem zoveel sterker gevoelde nadelen. Eenmaal op de bouwplaats is de zelfbouwer gedoemd tot arbeid (prikklok), ca. 15 uur per week, naast zijn normale dagtaak. Op een bouwplaats, waar zo'n 200 man rondloopt is de motivatie, als het niet duidelijk om de eigen woning (of die van een goede relatie) gaat, al snel zoek. Het geheel was zo groot dat men bij tegenslagen, i.p.v. er de schouders onder te zetten zich juist ging afzetten tegen de bouwen de organisatie. Bij een geringe stagnatie in de materiaaltoevoer gaan velen naar huis. Omdat het gezicht van de eigen woning vooral in de afbouwfase wordt bepaald (o.a. slordige of nauwkeurig afgewerkt), begon-
- 19 -
nen velen in de laatste fase ongevraagd aan de eigen woning. En de organisatie zag zich genoodzaakt de woningen af te sluiten. Konkluderend mogen we vaststellen dat het Philips-projekt een leerzame mislukking is geworden. Door leken in te schakelen in een bouwproces dat in het geheel niet was afgestemd op zelfwerkzaamheid, wist men de nadelen van het traditionele bouwen en de zelfwerkzaamheid feilloos te kombineren. Als men breekt met het uitgangspunt dat de doe-het-zelver (eventueel door vrienden geholpen) voor zichzelf bouwt en op belangrijke punten ook zelf beslissingen kan nemen, resteert alleen georganiseerde beunhazerij, waaraan men weinig plezier beleeft. 2.2
Plan Culemborg: bouw van woningen als
vrije-tijds~esteding,
1951
In de gemeente Culemborg aan de Otto van Reesweg staat een rijtje woningen dat in 1951 in de sfeer van vrije-tijds-besteding is gebouwd. De aanleiding tot het bouwen van woningen op deze wijze was de bouwstop, waarmee iedere gemeente in die tijd te kampen had, en de gelijktijdig optredende financieringsmoeilijkheden, waardoor de woningbouw ernstig stagneerde. Speciaal de laatstgenoemde moeilijkheden waren voor het gemeentebestuur van Culemborg aanleiding om een andere tot dan toe ongebruikelijke oplossing voor het woningprobleem te zoeken. De oplossing was de faktor arbeid om te zetten van kostend element in sparend element. Dit kon alleen door toekomstige eigenaars hun woning zelf te laten bouwen. De gemeente zou dus niet als woningeigenaar optreden. Er moesten dus personen gezocht en bereid gevonden worden om in hun vrije tijd hun arbeidskracht beschikbaar te stellen om woningen te bouwen, welke na gereedkomen aan hen in eigendom overgedragen zouden kunnen worden, al naar gelang de financiële draagkracht van die personen, belast met een hypotheek ter grootte van de kosten van het bouwen van die woningen exklusief de post arbeidsloon. Ten einde de belangstelling voor dit plan te peilen werd een oproep geplaatst, waarna zich al spoedig ca. 70 gegadigden aanmeldden. Er bleek dus voldoende belangstelling voor dit plan, zodat het aanvankelijk slechts schematisch opgezette ontwerp verder uitgewerkt kon worden. Als eerste deed zich toen de vraag voor of een dergelijk plan uitgewerkt zou kunnen worden door de Dienst Gemeentewerken of dat een partikulier architekt de voorkeur verdiende. In eerste instantie werd gedacht om de Dienst Gemeentewerken hiermee te belasten, omdat dan desgewenst alleen de werkelijk gemaakte kosten voor het uitwerken van het plan en het toezicht tijdens de bouw in rekening gebracht zouden behoeven te worden, hetgeen voor de zelfbouwers enige zij het geringe - besparing op de kosten met zich mee zou brengen. Bij nader inzien bleek een dergelijke gang van zaken echter ook zijn schaduwzijde te hebben, want, wanneer de Dienst Gemeentewerken het toezicht bij een dergelijke bouw zou nemen, zou in de eerste plaats een ambtenaar van de dienst bereid gevonden moeten worden om op zijn vrije avonden en zaterdagmiddagen, wanneer er aan die woningen wordt gewerkt, toezicht uit te oefenen. Het belangrijkste bezwaar was echter, dat een ambtenaar van de Dienst Gemeentewerken in zijn hoedanigheid van opzichter bij de bouw van wonin-
- 20 -
situatie
"
~)
~
(
)
1
1
1;
begane grond
,
'
' I) ') \
J
'1
11", jl
I ~ ~ "I
~'
11 11
I:
1L . "
verdieping
'\
zolder
n
cr ,:) '/
../0/
, /"
,..
,.,
, "
'
'.'
,~--+-
:
/
:'
"
,"",
r
:1
doorsnede
Afb. 18.
de eerste stenen
Plan Culemborg - 21 -
gen als 'vrije-tijds-besteding', door omstandigheden wel eens genoodzaakt zou kunnen zijn om beslissingen ten aanzien van de die bouw te nemen, welke strijden met de instrukties van de ambtenaar van Bouw- en Woningtoezicht. Hierdoor zouden niet alleen intern moeilijkheden voortv loeien, maar ook zou zo naar buiten het prestige van de ambtenaar van Bouwen Woningtoezicht worden geschaad. Het bleek dan ook ongewenst een ambtenaar van de Dienst van Gemeentewerken met het toezicht te belasten, waarna besloten werd om zowel het uitwerken van het plan als het toezicht op de bouw op te dragen aan een partikuliere architekt. Voor de uitvoering van dit werk werd een der plaatselijke architekten A.Th. Aussems bereid gevonden. Deze architekt heeft voor dit doel een komplex van 20 (2 blokken van 10) in normale stenen, sober uitgevoerde woningen ontworpen. Elke woning bestaat uit; beneden: een woonkamer groot 17,5 m2, een zitkamer groot 10 m2, een keuken groot 5,25 m2, gang, trap en WC, boven: een overloop, 3 slaapkamers groot resp. 12 m2, 10,5 m2 en 10 m2, en een douche-cel. Daar boven een zolder. Voor de woning een tuintje van 32 m2 en achter de woning een tuintje van 63 m2, waarin een stenen schuurtje van 5,5 m2. Na bestudering van de bij Philips te Eindhoven met een dergelijk systeem bereikte resultaten werd de bouwtijd der woningen geraamd op ca. 18 maanden. Voor deze bouw werd voorts een normaal bestek gemaakt, met dien verstande, dat daarin werd omschreven, dat de aannemer verplicht was de bouw van 20 woningen uit te voeren met 20 van gemeentewege aan te wijzen personen en dat de werkzaamheden uitgevoerd zouden worden in de avonduren en op de vrije zaterdagmiddagen. De aannemer moest de nodige materialen en hulpmaterialen leveren en moest een uitvoerder-timmerman beschikbaar stellen voor het in overleg met de direktie regelen van de uitvoering van het werk, kontrole, verzorging van hulpkonstrukties en hulp bij het stellen van profielen en kozijnen. Enkele materialen werden buiten het bestek gehouden. Deze werden later door de direktie (de gemeente) in overleg met de architekt aangekocht. Dit betrof voor het merendeel materialen, die eerst tegen de tijd dat de woningen gereed waren nodig waren en die aan grote prijsschommelingen onderhevig waren. Op deze wijze werd het risiko van de aannemer verlaagd, waardoor het werk voor een aannemer enigszins aantrekkelijker werd gemaakt. De kosten van de buiten het bestek gehouden en door de direktie te leveren materialen werden geraamd op rond f 29.000,--. Voor de uitvoering van dit werk werd een plaatselijk aannemer bereid gevonden. Deze nam het werk aan voor rond f 117.000,-- en maakte op 1 september 1951 een aanvang met de bouw van deze 20 woningen. De werkploeg waarmee deze aannemer de 20 woningen in de avonduren (3 uur per dag) en op de vrije zaterdagmiddagen (4 uur), in totaal derhalve 19 uur per week, moest bouwen, bestond uit: 4 metselaars, 3 hulp-metselaars, 4 timmerlieden, 2 hulp-timmerlieden, 2 opperlieden, 2 schilders, 2 sjouwerlieden en 1 loodgieter-elektricien. De beschikbare arbeidskrachten werden al naar gelang hun aanleg en handigheid voorzover zij tijdens de bouw in hun vak niet werkzaam konden zijn, aan andere bouwonderdelen tewerkgesteld.
- 22 -
Afb. 19.
· ';
~
De woningen in aanbouw Afb. 20. Voorgevel vlak na de oplevering
.. I
' l
Afb. 21.
Voorgevel anno 1987
Afb. 22. - 23 -
Achtergevel anno 1987
Richtlijnen voor de vrije-tijd woningbouw Culemborg
12. De Gemeente behoudt zich het recht voor alleen die
1.
De zelfbouwer gaat er rnede accoord, dat de woningen gebouwd worden volgen s overgelegde tekening. 2. De aan de zelfbouwer toegewezen woning zal , zolang deze door zijn gezin wordt bewoond, niet door de gemeente in aanmerking worden gebracht voor dubbele bewoning. 1. De zellbouwer verplicht zich tot het tijdstip waarop de woningen als opgeleverd kunnen worden beschouwd, t e blijven bouwen en regelmatig de gestelde werkuren -per week te leveren. 4. Per dag zal niet langer gewerkt mogen worden dan 3 uren behalve des Zaterdags 4 uren. In deze werkuren is niet begrepen het halen of het brengen van gereedschappen en dergelijke. 5. Alle zeHbouwers, zonder onderscheid, zijn gehouden zich te onderwerpen aan de door de Directie t e geven aanwijzingen en een zuinig gebruik van de hun ter verwerking gegeven materialen te bevorderen . 6. De zelfbouwer die lijdelijk verzet of sabo tage pleegt, ontvangt een waarschuwing. Sorteert een herhaalde waarschuwing geen effect, dan wordt hij zonder enig r echt op wat ook, als zod'lIlig afgevoerd en niet meer op het werk toegelaten. 7. Voor klachten, geschillen, wensen enz. moeten de zei fbouwers zich wenden tot de door hen zei f gekozen vertegenwoordiger in de Commissie van Toezicht. 8. Indien een zelfbouwer, onverschillig om wat voor reden ook, niet meer aan de werkzaamheden deelneeint, of om niet door de Commissie van Toezicht geaccepteerde redenen, korte of lange tijd verzuimt, kan hij geen rechten, hoe ook genaaind, meer doen gelden voor de geleverde arbeidspresta ti es. 9. Ten einde de ze lfbouwers zoveel mogelijk te vrijwaren voor de gevolgen van blijvend letsel, wordt door de gemeente een afzonderlijke verzekering gesloten, waarvan de kosten komen op de bouwkosten. 10. De ze lfbouwer kan, indien hij daarvoor een geldige r eden heeft, dit ter beoordeling van de Directie, ~ich door een acceptabele persoon doen vervangen, die daarvoor geen enkele aanspraak, hoe ook genaalnd, kan doen gelden. 11. Bezoek op het werk wordt niet toegestaan anders dan alleen op nader vast te stellen dagen en uren.
13.
14.
15.
16.
17.
L8.
19.
20.
werkzaamheden te doen verrichten, die zij in verband met de bouw of bevordering der werkzaamheden nodig acht . De woningen zullen eerst dan worden toegewezen als de groep van 20 woningen volkomen ter bewoning gereed is. Welke woning de zelfbouwer krijgt zal door loting worden uitgemaakt. Van de beslissingen van de Directie of welke andere beslissingen ook, kan de zelfbouwer via de gekozen vertegenwoordiger, in beroep kOlnen bij de Cornmis ie van Toezicht. Gedurende het beroep is men verplicht de gegeven aanwijzigingen of wat ook, uit te voeren. De zelfbouwer is verplicht voor de niet geldige verzuilJ1tijden een boete te betalen van / 0,25 per kwartier o f gedeelte daarvan. Indien de zelfbouwer per maand een niet geldig ver zuim heeft van fneer dan 45 minuten, ontvangt hij naast de onder 15 vermelde boete een ernstige waarschuwing van de Commissie van Toezicht. Bij herhaling van een niet geldig verzuiln van meer dan 45 minuten per maand, zal de Commissie van Toezicht een beslissing nemen aln de overtreder als zei fbouwer uit . te sluiten, zonder dat deze enig recht kan doen ge lden op enige vergoeding of aanspraak hoe ook genaamd, voor de gernaakte arbeidstijden. Van deze beslissing staat beroep open op 13urgerneester en Wethouders en hoger beroep op de Gelneenteraad. A1wezigheid wegens ziekte of ongeval geldt alleen wannee r de z iekte door de ver zekering bij de werkgever wordt erkend en vergoed overeenkomstig de normale bepalingen van de ziek tewet of de ongevallenwet . Voor ziekte of ongeval langer dan 14 dagen wordt de rekening van de zelfbouwer na deze 14 dagen belast Inet een uurloon van / 1,--t tenzij de Commissie van Toezicht anders beslist of door hein een vervanger is gesteld. Bij het einde van de bouw wordt de op deze wijze verkregen sOln verdeeld over de zelfbouwers van de desbetreffende groep naar rato van de gemaakte uren. In al1e gevallen waarin niet is voorzien beslist de Commissie van Toezicht, welke beslissing voor de zelfbou wer bindend is, behoudens recht van beroep.
Afb. 23.
Richtlijnen voor de vrije-tijd woningbouw Culemborg
Afb. 24.
Een interietrfoto - 24 -
Ter vrijwaring van deze personen voor de gevolgen van hun eventueel tijdens de bouw overkomen ongevallen, was door de gemeente een aanvullende ongevallenverzekering afgesloten. De premie (ca. f 800,--) van deze verzekering kwam ten laste van de bouwkosten. Voor ziekte bleef de zelfbouwer vallen onder de ziekteverzekering van zijn werkgever. Naast de leiding stond een commissie van toezicht, bestaande uit vertegenwoordigers van de plaatselijke besturen der twee grote vakorganisaties K.A.B. en C.B.B., een lid van de woningadviescommissie, de directeur van het gewestelijk arbeidsbureau, een raadslid, de directeur van gemeentewerken, een vertegenwoordiger van de werkgevers en een vertegenwoordiger door en uit het werkteam gekozen. Bij deze commissie van toezicht werden alle kwesties betreffende de bouwen de uitvoering aanhangig gemaakt en door haar behandeld. Indien de zelfbouwer per maand een niet geldig verzuim had van meer dan 45 minuten, ontving hij naast de boete een ernstige waarschuwing van de commissie van toezicht. Bij herhaling van een verzuim van meer dan 45 minuten per maand, nam de commissie van toezicht een beslissing om deze arbeidskracht als zelfbouwer uit te sluiten, zonder dat deze enig recht kon doen gelden op enige vergoeding, ook niet voor de gemaakte arbeidstijden. Van deze zeer ernstige beslissing stond beroep open op het college van Burgemeester en Wethouders en hoger beroep op de gemeenteraad, enerzijds ter ontlasting van de verantwoordelijkheid van de commissie, anderzijds voor bevordering van de rechtszekerheid van de zelfbouwer. De bouwkosten van deze 20 woningen werden inklusief grondkosten, kosten grondoverdracht en hypotheekvestiging, alsmede het renteverlies tijdens de bouw, geraamd op f 181.025,86. Door de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting werd een premie op grond van de Premieregeling Woningbouw '50 verleend van f 86.000,--, zodat de stichtingskosten, verminderd met de premie, f 95.025,86 bedroegen; inklusief onvoorziene kleine uitgaven werd dit afgerond op f 96.400,--. Voor de hoekwoningen werden de kosten per woning inklusief grond en hypotheekvestiging berekend op f 5.300,--, en voor de tussenwoningen op f 4.700,--, hetgeen voor een hoekwoning neerkwam op een last van f 371,50 per jaar en voor de tussenwoningen op f 332,50 per woning per jaar. Tengevolge van de aflossing der hypotheek verminderden deze bedragen jaarlijks met resp. f 4,77 en f 4,23. Na beeindiging van de bouw werden de woningen, zoals boven reeds gemeld, in volle eigendom overgedragen aan de zelfbouwers. De financiering tijdens de bouw kon daardoor plaatsvinden door middel van een kasgeldlening, die de gemeente gesloten had bij een verzekeringsmaatschappij. Die maatschappij werd ook bereid gevonden na voltooiing van de bouw aan de zelfbouwers hypotheek te verstrekken tegen een rente van 4 t %. De woningen moesten in team-work gebouwd worden. Om dit team-work niet te verstoren werd niet van te voren bepaald welke woning aan iedere zelfbouwer zou worden toegewezen. Na gereedkomen van de woningen werden deze verloot. Hierdoor werd onder meer voorkomen dat sommige zelfbouwers te snel zouden bouwen. Van groot belang voor de zelfbouwers was voorts nog, dat het bedrag, dat zij bespaarden op de stichtingskosten van hun woning door zelf aan de bouw daarvan mee te werken, geen bestanddeel uitmaakt van hun inkomen. (Hiervoor werd verwezen naar de beslissing van de Rechtbank te Maastricht d.d. - 25 -
23 december 1927, de resolutie van de Minister van Financiën d.d. 16 maart 1928 en de konklusie van de Hoge Raad d.d. 8 juni 194-9}. Het plan in Culemborg was vooral het idee van de toenmalige burgemeester van die stad: de heer H.A.J.M. van Koningsbruggen. In het tijdschrift Bouw (1951) heeft de burgemeester de voors en tegen van zo'n plan uiteengezet. Uit dit artikel een aantal citaten: "Bezwaren onder het oog gezien Tegenover deze gunstige facetten zijn uiteraard ook bezwaren in te brengen; bezwaren, welke vrijwel tevoren reeds door het gemeentebestuur onder het oog waren gezien. Het was van het begin af duidelijk, dat wanneer het normale jaarlijkse bouwvolume op deze wijze zou worden gerealiseerd, men uit aannemerskringen terecht bezwaren zou ontmoeten, omdat het gemeentebestuur zich dan aan oneerlijke concurrentie zou schuldig maken. Daarom is terstond de noodzakelijke voorwaarde gesteld, dat deze woningen zouden vallen buiten het normale bouwvolume. Weliswaar zal uiteindelijk het woningtekort met het kwantum vrijetijdwoningen eerder zijn opgelost, doch dit is slechts toe te juichen en kan - en wordt heden - niet meer als bezwaar aangevoerd. Ernstiger is de moeilijkheid van de lange bouwperiode. In de begroting hiervan lopen de meningen van deskundigen zeer uiteen. De schattingen hieromtrent variëren tussen anderhalf en drie jaren. De practijk van Philips staat aan de zijde van het gemeentebestuur, dat de duur van de bouw taxeert op 16 à 18 maanden. Dezerzijds wordt gespeculeerd op de in de gemeente Culemborg zo ruim aanwezige gemeenschapszin, zomede op de vrijwillige assistentie van familieleden der aspirant bouwers. Bovendien zal hieronder blijken, dat er nog een aantal indirect belanghebbenden zijn, die ongetwijfeld hun medewerking zullen willen verlenen. Onmiddellijk wordt in verband met dit bezwaar van de bouwperiode de vraag gesteld: 'Is dit nog wel de vrije-tijdsbesteding? En - hetgeen meer principieel klinkt - wordt hier geen aanval gedaan op de zo moeizaam verworven 4-8-urige arbeidsweek?' Dit raakt direct het sociale aspect van het vraagstuk. Voorop gezet zij, dat het gehele plan volkomen is gebaseerd op vrijwilligheid. Men kán zich aanmelden om een eigen woning te bouwen en besluit daarmede geheel en al vrijwillig zijn vrije tijd gedurende de gehele bouwperiode {de aspirant-bouwer bekend} daarvoor beschikbaar te stellen. Maar, wordt gevraagd, is het nog wel 'vrije-tijdsbesteding' wanneer men blijft arbeiden in zijn eigen vak? Ten eerste geldt deze vraag slechts voor de ex professo bouwvakarbeider en vervolgens meent het gemeentebestuur, dat iedereen volkomen vrij moet worden gelaten voor zichzelf een antwoord hierop te geven. Bovendien is de arbeidsduur per dag dusdanig, dat nog altijd enige uren voor andere verpozing overblijven. Ook ten aanzien van een vermeende aanval op de 4-8-urige arbeidsweek meent het gemeentebestuur er niet genoeg de nadruk op te kunnen leg- 26 -
gen, dat hier slechts sprake is van een in vrijwilligheid gekozen vrijetijdsbesteding met als doel het verkrijgen van een eigen woning. En het kan bij ons ook niet anders worden opgevat, dan dat men argumenten en bezwaren zocht om deze rustige en alleszins natuurlijke doelstelling in een minder gunstig daglicht te stellen. Dat met het verwerven van een eigen woning tevens een niet genoeg te waarderen bijdrage wordt verkregen in de leniging van de nationale nood 'het woningtekort' is een gevolg, dat een ieder weldenkend Nederlander gaarne zal aanvaarden, althans welk gevolg het gemeentebestuur van Culemborg voor zijn stad bewust en met overtuiging aanvaardt. Er is ook de opmerking gemaakt, dat de uitvoering van dit plan op grote schaal - dus ook in vele andere gemeenten in Nederland - werkloosheid in het bouwvak zal veroorzaken of bespoedigen.
Geen bevordering van werkloosheid Aangezien het woningtekort jaarlijks nog steeds toeneemt, kan hier niet worden bedoeld dat de methode van woningbouw in de vrije tijd perse de werkloosheid veroorzaakt. Immers zij zal dit eerst doen op het moment, dat men het tekort heeft weggewerkt. Men schijnt dus te doelen op de algemeen verwachte en thans zich reeds aftekenende werkloosheid in het bouwvak. Doch het is noodzakelijk hier een scherp onderscheid te maken. Wanneer de dreigende werkloosheid een gevolg zou zijn van een structurele crisis, zou het uit een oogpunt van algemeen belang onoirbaar zijn wanneer men plaatselijk een - zij het zelfs maar een geringe - bijdrage ging leveren, welke deze werkloosheid zou mede veroorzaken of bespoedigen. Doch het is toch wel voor een ieder duidelijk, dat aan de toekomstige werkloosheid in het bouwvak een monetaire oorzaak ten grondslag ligt". In het zelfde nummer van het tijdschrift Bouw komt ook een felle tegenstander van het plan Culemborg aan het woord. De secretaris van de Algemene Nederlandse Bouwarbeidersbond: C. Brandsma. Hij blaast nogal van de toren, reden waarom wij hier zijn hele relaas citeren: Weliswaar heeft hij waardering voor de goede bedoelingen van het initiatief maar Brandsma vraag zich af: " ••• of het Culemborgs initiatief werkelijk als een bijdrage ter leniging van de woningnood mag worden beschouwd. Wij menen van niet en wel op grond van het voor ons vaststaande feit, dat de wijze waarop Culemborgs gemeentebestuur zich de uitvoering van zijn plan denkt, niet voor verwezenlijking vatbaar is. Het bouwen van woningen is beroepsarbeid in de volle betekenis van het woord. Slechts vaklieden zijn in staat een degelijk huis te bouwen, zodat de medewerking van outsiders - hoe spontaan verleend en hoe goed bedoeld ook - bij voorbaat moet worden afgewezen. Bij de uitvoering van zijn plan is het Culemborgse gemeentebestuur dus aangewezen op de medewerking van de bouwarbeiders, waarbij bovendien nog rekening moet worden gehouden met een juiste verhouding tussen de beno -- 27 -
Afb. 25.
In de loop der jaren zijn er nog veel veranderingen aangebracht aan de woningen, zoals andere raam indelingen en ••••
Afb. 26.
•••••• uitbouwen aan de achterzijde - 28 -
digde soorten van vaklieden. Nemen wij evenwel aan dat dit geen bezwaren oplevert en dat men er in slaagt de nodige medewerking in de juiste onderlinge verhoudingen te verkrijgen, dan zullen deze bouwarbeiders in hun vrije tijd de woningen moeten bouwen. Wat betekent dit nu precies? Dit, dat elke arbeider gedurende tenminste 2 à 3 jaar elke week 19 uren moet overwerken om zijn aandeel in de woning te verdienen. Men ga er nu eens rustig bij zitten om te overdenken wat dit voor consequenties met zich brengt. Dat de bouw 2 à 3 jaar zal vorderen, kan elk op zijn vingers narekenen. Immers, de post lonen en sociale lasten bedraagt 1/3 deel van f 12.000,-- of wel f 4.000,--. Het Culemborgse loon + 25% oververdienste + sociale lasten bedraagt ca. f 1,75 per uur. In een woning zitten dus circa 2300 arbeidsuren. Dat zijn 121 werkweken van 19 uur. Aangezien 20 arbeiders 20 woningen zullen bouwen, moet elke arbeider dus 1 woning voor zijn rekening nemen, zodat ten minste 2,4 jaren met de bouw zijn gemoeid. In dit tijdsbestek vallen minstens 2 winterperioden, d.w.z. slecht weer, onwerkbaar weer (vorst). Hierdoor zal de bouwtijd niet onaanzienlijk worden verlengd. Daar komt bij, dat de bouw in vrije tijd zal geschieden, hetgeen betekent dat de arbeidsprestatie beneden normaal zal komen te liggen. Al deze omstandigheden bijeen genomen mag men dus zonder enige overdrijving vaststellen, dat de bouw van deze woningen een drietal jaren in beslag zal nemen en dat de betreffende arbeiders gedurende die periode al hun vrije tijd hieraan zullen moeten besteden. Tot deze prestatie is geen mens in staat. Voor ons staat dan ook vast, dat het gemeentebestuur van Culemborg van zijn initiatief alleen maar narigheden zal ondervinden, omdat de uitvoering van het plan gebaseerd is op ••• utopieën. De taak van gemeentebesturen Naast dit algemene bezwaar tegen de opzet van het Culemborgse plan, hebben de arbeiders en hun organisaties ook nog wel enkele andere bedenkingen tegen de voornemens van Culemborgs burgemeester. Dat de spaarzin en het private eigendom worden bevorderd vinden wij prachtig. Wij menen dit oprecht. Maar dat het Culemborgs gemeentebestuur 'bewust en volgaarne' deze gelegenheid aangrijpt om als 'zelfbouwer' terug te treden, heeft nu direct niet onze volle instemming. Zulks temeer niet, waar dit terugtreden mede - zo niet uitsluitend - de weg moet banen naar 'Utopia', waar in uitzicht wordt gesteld geen gemeentelijke investeringen, geen exploitatie-tekorten, geen onderhoud, minder kosten voor administratie voor huurinning, minder uitbreiding technische dient. Niet elke arbeider zal hierover gelijk denken, maar dat de gemeentebesturen op het terrein van de volkshuisvesting geen hogere taak zouden hebben dan 'het particuliere initiatief' stimuleren, neen, dat wil er bij ons niet in. Dit
- 29 -
imme rs zou beteke nen, dat men de arbeid erskla sse terugw ijst naar de arbeid ersbuu rten en -slopp en van een halve eeuw geleden. Vrije- tijdsb estedi ng of overw erk? Een ander belang wekke nd punt is de idee der vrije- tijdsb estedin g, waarv an het plan uitgaa t. Is het bouwe n van woningen door bouwa rbeide rs in vrije tijd nog vrije-t ijdsbe stedin g. Ja, zegt het gemee ntebes tuur, want het plan is 'gebas eerd op vrijwillig heid' en boven dien 'blijve n er nog altijd enige uren voor andere verpoz ing over'.
Over die 'vrijwi llighei d' kan men versch illend denke n, maar zou er één bouwa rbeide r zijn, die niet doodv erlege n zit om een huis en die toch zijn vrije tijd aan het bouwe n van een woning zou willen geven ? En die 'enige uren voor ander e verpos ing', waar moete n die vanda an komen ? Een bouwa rbeide r werkt tot 5 uur, soms half 6. Na volbra chte dagtaa k zal hij minste ns I uur nodig hebbe n om thuis wat te eten en zich even op de 'vrije- tijdsb estedin g' voor te bereid en. Om 6 uur, half 7, vangt hij dus met zijn overw erk aan, dat hij om 9 uur, half 10 beëind igt. 's Zaterdags zal hij om 6 uur zijn taak kunne n beëind igen. Mijne ntweg e mag men dit het 'zoeke n' van bezwa ren en argum enten vinden , maar 'uren voor ander e verpo zing' schiet en er m.i. beslis t niet bij over. En dat 3 jaren lang! Neen, een dergel ijke werkw ijze 'vrije- tijdsb estedi ng' noeme n is alleen maar het beestj e een foutie ve naam geven . Het is overwerk in de meest doodg ewone zin van het woord . Het is het invoeren - gedur ende 3 jaren! - van de 67-ure nweek . Alle 'vrijw illighei d' doet daaraa n niets toe of af. In feite voert het Culem borgse gemee ntebes tuur het pleit voor ter zijde stellen van de Arbei dswet , voor de totstan dkomi ng waarv an de georg anisee rde arbeid ers jarenl ang hebbe n gestre den. Wij gaan nu maar voorbij aan tal van ander e bezwa ren, welke van arbeid erszijd e tegen het Culem borgse plan zijn aan te voeren. Wel willen wij even aansla an op het argum ent, dat dit plan een bijdra ge wil levere n ter lenigin g van de woningnood. In dit opzich t is niet het plan, maar wel het initiat ief, ons buiten gewoon sympa thiek. De woningnood is een ziekte , een kanke r zo men wil, welke aan ons volksb estaan knaag t. Elk reëel midde l, dat deze kanke r kan bestri jden, dient te worde n aange wend. Ook als dit offers vraag t van de bevolk ing, met inbegr ip van de arbeid ers. De aanwe nding van deze midde len en de bested ing van de te breng en offers moete n evenw el econo misch èn sociaa l veran twoord zijn. Laat men het bouwv olume opvoe ren tot de uiters te grens van wat het bedrij fsleve n kan preste ren, laat men de bouwa rbeide rs een beloni ng geven die in overee nstem ming is met hun presta ties, dan zal er arbeid svreug de zijn en zullen niet - 30 -
alleen de Culemborgse, maar ook de overige bouw arbeiders in Nederland een werklust en een doorzettingsvermogen te zien geven, waar de Nederlandse bevolking bewondering voor kan hebben. Men late de bouw arbeider evenwel zijn vrije tijd en slepe hem vooral niet mee in experimenten, die - hoe goed bedoeld overigens ook - geen ander uitzicht bieden dan teleurstelling en verspilling van energie, materiaal en geld." De sekretaris van de Algemene Nederlandse Bouwarbeidersbond zat er in ieder geval naast als het gaat om de voorspelling van de bouwtijd. De woningen werden verloot onder de twintig bouwers en op 19 september 1953 vond de officiële overdracht van de woningen door het gemeentebestuur aan de zelfbouwers plaats. Twee jaar heeft het werk dus geduurd. In Culemborg is het bij deze 20 woningen gebleven (hoewel men er aanvankelijk 60 wilde bouwen). Het was moeilijk toch nog mensen te vinden die en handig genoeg waren en voldoende tijd erin konden steken. In een gesprek dat wij onlangs hadden met enkele zelfbouwers, die er nog wonen, vertelde men dat de bouwtijd een gezellige tijd was en dat de vooraf vastgestelde boeteclausule nooit is uitgevoerd. Het enige wat uiteindelijk nog uitbesteed was, was het voegwerk. De zelfbouwers varieerden in leeftijd van 26 tot 46 jaar. De gemiddelde leeftijd was 33 jaar. De oudste deelnemer bouwde de woning voor zijn dochter. Hij is er op een zeker moment mee gestopt. Zijn woning is afgebouwd door de 19 overgeblevenen. Deze woning hebben zij later verkocht en de inkomsten in mindering gebracht op hun eigen uitgaven. Dat de woningen van goede kwaliteit zijn, blijkt uit het feit dat er rond 1980 verkoopprijzen voor werden gevraagd van f 175.000,-tot f 185.000,--. Overigens woont drie kwart van de zelfbouwers er nog steeds. Het plan heeft zeer snel aandacht gekregen van de pers. De direkteur van Gemeentewerken werd overspoeld met vragen van andere gemeenten waar ook zelfbouwers aan de slag wilden. Bij de feestelijke uitreiking van de sleutels in Culemborg waren er veel genodigden, waaronder de burgemeester van Roermond. In Roermond was met de ervaringen uit Culemborg ook een vrije-tijds-projekt gestart; blijkens een artikel in Bouw van 1951 is het bij dat ene projekt niet gebleven. "Een verblijdend brokje stedelijke vriendschap tussen Roermond en Culemborg is dezer dagen op treffende wijze aan de dag getreden. Zoals men zich wel zal herinneren, was de burgervader van de stad aan de Lekstroom enige jaren geleden een pionier voor de gedachte om de woningnood onder meer te bestrijden door de direct-belanghebbenden in hun vrije avond- en Zaterdagmiddaguren, zelf de hand aan de troffel te laten slaan. En zo kwamen in die stad van de Gispen-meubelen, de sigaren en de fruitvei- 31 -
lingen een aantal zgn. vrije-tijdswoningen tot stand; als waardevolle beloning voor een niet te onderschatten volharding en offerbereidheid van deze kloeke bouwers van het eigen nest. Die aanpak lacht ook een groepje van twintig ondernemende Roermonders wel toe. Ze namen eens contact op met hun Culemborgse voorgangers en kort hierna ging daar aan de Limburgse Maas de eerste spade al in de grond. Ruim twee jaar hebben ze er met hun twintigen aan twintig woningen gewerkt, waarbij ieder gemiddeld zo'n twee duizend werkuren als vrije- tijdsbesteding opbracht. Men denke daarover niet te gering: twee jaar lang àlle dagen gemiddeld drie uur extra aan onwennig en dus moeilijk werk. Maar het kwam klaar en dezer dagen kon, na een eerlijke verloting, de blijde intocht in het werkelijk eigen huis beginnen. De vrolijke Roermonders waren echter niet vergeten wat ze bij dit alles, aan goede raad en voorlichting, aan hun Culemborgse vrienden te danken hadden, zodat een invitatie om het feest bij te wonen dan ook niet uitbleef. Een deputatie van deze Betuwse 'eigenbouwers', met burgemeester H. van Koningsbruggen aan het hoofd, is er toen op uitgetrokken en als we de krantenverslagen mogen geloven is het daar in de bisschopstad een plaisant festijn geworden, met heel veel vriendelijke woorden wederzijdse en heel veel broederlijke blijdschap. En zo iets wil men toch ook nog wel graag eens lezen temidden van dat teveel aan mineurklanken". Konkluderend m.b.t. het plan in Culemborg mogen we vaststellen dat het werk hier beter georganiseerd was dan bij het projekt in Eindhoven. Wel heeft de bouw hier ook weer lang geduurd, hoewel hier zelfs echte bouwvakkers aan het werk waren. Misschien werd het projekt mede daarom niet voor herhaling vatbaar geacht; gewone doe-het-zelvers zouden het werk zeker niet klaren in die tijd.
- 32 -
3. KASKO-BOUW IN DE JAREN ZEVENTIG
3.1. Inleiding Na de projekten van Philips in Eindhoven en Aalst, en de zelfbouwprojekten in de gemeenten Culemborg en Roermond blijft het een hele tijd stil op het front van het zelf bouwen. In de literatuur wordt een heel enkel eenmansprojekt je genoemd. Het duurt tot het begin van de jaren zeventig voordat weer zelfbouwprojekten van enige omvang de literatuur halen. Aanleiding voor die projekten is dan niet zozeer de schaarste aan woningen, maar veeleer de enorme stijging van de bouwkosten en de welvaart in Nederland. Men wilde meer inspraak en zeggenschap en zag een mogelijkheid in zelfbouw om eigen ideeën beter te kunnen verwezenlijken.
3.2. De houding van de Rijksoverheid m.b.t. kasko- en zelfbouw Bij de Centrale Directie van de Volkshuisvesting en de Bouwnijverheid verschijnen op onregelmatige tijden interne mededelingsbrieven. Deze brieven zijn/waren bedoeld als een soort vooruitblik op mogelijke ontwikkelingen in de volkshuisvestingswereld, waarmee het beleid in de toekomst te maken kon krijgen. In 1972 ging een van die interne mededelingsbrieven over kaskowoningen en zelfbouw. De brief werd geschreven door de Afdeling Bouwontwerp van de Direktie Bouwnijverheid. De inhoud van deze brief geeft heel goed weer waarom weer in toenemende mate aan zelfbouw gedaan wordt. Hier volgt de inhoud van die brief.
"
In enige plaatsen in ons land wordt thans door de toekomstige eigenaren-bewoners van een woning een eigen inbreng van werk en materialen in diverse vormen geleverd, terwijl in toenemende mate mensen met deze gedachten rondlopen. Als motieven voor de zelf-afbouw kunnen worden genoemd: 1. aanpassing van de indeling van de woning aan eigen wensen; de mensen willen zich identificeren waarbij de indeling een belangrijk element is; de woning die voor de markt wordt gebouwd kan veelal slechts in één uitvoering worden geleverd omdat de bouwer zich op het standpunt stelt dat afwijkingen verstoringen van het arbeidsproces betekenen en met kostenverhoging gepaard gaan; niet alle kopers zijn met deze gang van zaken tevreden; de meeste van hen bouwen slechts eenmaal in hun leven een eigen woning;
- 33 -
2. het inbouwen van de mogelijkheid om de woning op eenvoudige wijze anders in te delen, niet alleen in verband met het zich steeds wijzigende woonpatroon maar ook in verband met de gezinsfase, met de financiële mogelijkheden en dergelijke; 3. de keuze ten aanzien van het niveau van de outillage en de afwerking; vele tijdschriften en andere publikaties houden zich bezig met het interieur van de woning, waardoor men steeds meer bewust wordt van de keuzemogelijkheden; aan diverse elementen van woning - keuken, kasten, sanitair e.d. - en aan de afwerking - wanden, vloeren, plafonds e.d. - kent men een hoge prioriteit toe; 4. de mogelijkheid tot creatieve aktiviteit; men beschikt over meer vrije tijd dan vroeger; er zijn gereedschappen in de handel waarmee men met een beetje vernuft snel en accuraat kan werken; voorts worden de materialen in toenemende mate aangepast aan de verwerking door niet vaklieden zoals bijvoorbeeld de van kleefstof voorziene behangsels en de twee-componentenlijm voor het plakken van tegels; 5. kostenbesparing; vanzelfsprekend beschouwt de zelf-afbouwer het loon van de werkzaamheden die hij zelf verricht als een verlaging van de stichtingskosten; het is niet ondenkbaar dat de consument kritisch staat tegenover het prijsniveau; op dit kritisch kostenbesef spelen de warenhuisconcerns in, hetgeen tot prijsdoorbraken in diverse branches heeft geleid; het gevolg is dan ook dat gedecentraliseerde materiaalaankopen niet in alle gevallen tot kostenverhoging behoeven te leiden; voorts hebben talrijke bouwmaterialenhandelaren hun poorten voor de kleine afnemer open gezet. Diverse elementen en materialen zoals keukens, kasten, deuren, trappen, ventilatiekanalen, diverse soorten board e.d. zijn tegen redelijke prijzen verkrijgbaar, terwijl volledige inbouwpakketten binnen afzienbare tijd in de handel zullen worden gebracht. De zelf-afbouw van een woning kan op diverse werkzaamheden betrekking hebben; zij varieert van het verrichten van schilder- en behangwerk tot het volledig afbouwen van een kasko. Het kasko zal in het algemeen bestaan uit de omsluitende wanden van de woning, het dak en de aansluitingen op de riolering en de distributienetten van de onderscheidene openbare nutsbedrijven. Uit welstandsoverwegingen dient het exterieur van de woning geheel door de bouwer te worden verzorgd. Alle andere werkzaamheden zijn door of in opdracht van de eigenaar-bewoner te verrichten. Daartoe behoren onder meer: 1. het verplaatsen van de kasten, de trap(pen) en de binnenwanden; - 34 -
2. het aanbrengen van de gas-, water-, elektrische en e.v.-installaties; 3. het aanbrengen van de ventilatiekanalen; 4. het plaatsen van de sanitaire toestellen; 5. het afwerken van de wanden, de vloeren en de plafonds; 6. het verrichten van het binnenschilderwerk. Het aanbrengen van de gas-, water- en elektrische installaties, zal uiteraard door erkende installateurs moeten geschieden. Voor de e.v.-installatie ligt het enigszins anders; er zijn reeds e.v.-inbouwpakketten in de handel, terwijl de ketel wordt afgesteld door of in opdracht van de leverancier. De betrokken openbare nutsbedrijven zullen uiteraard medewerking moeten verlenen dat een kaskowoning eventueel in fasen wordt voltooid. Een afbouw woning kan eerst worden bewoond indien in het kasko enige basisvoorzieningen zijn aangebracht. Daartoe behoren: een w.c., een badgelegenheid, de kookgelegenheid, de trap(pen) bij woningen in meer dan één woonlaag en een gedeelte der installaties. De gemeentelijke bouwverordeningen bevatten een bepaling die, of conform artikel 29 van de Model-Bouwverordening is, of dezelfde strekking heeft en die inhoudt dat het verboden is een nieuw of geheel vernieuwd gebouw in gebruik te geven of te nemen, voordat door of namens burgemeester en wethouders een verklaring is afgegeven dat daartegen geen bezwaar bestaat. Het betrekken van een kaskowoning waarin de basisvoorzieningen aanwezig zijn, kan slechts geschieden indien het gemeentebestuur medewerking wil verlenen tot het afgeven van een voorlopige verklaring van geen bezwaar tegen in gebruikgeving of in gebruikneming. Het is welhaast vanzelfsprekend dat voor zover de gemeenten aan zelf-afbouw medewerking willen verlenen de diensten van bouwen woningtoezicht bijzondere aandacht moeten schenken aan diverse aspekten, o.a. aan die betreffende de gezondheid. Een goede begeleiding door genoemde diensten is dus onontbeerlijk te achten; indien een dienst dit niet kan opbrengen moet men geen zelf-afbouw toestaan. In verband met de geluidhinder die de werkzaamheden kunnen veroorzaken en de verontreiniging van de omgeving door de aanvoer van materialen en de afvoer van afval, die met zelf-afbouw gepaard gaan, komen uitsluitend eengezinshuizen voor zelf-afbouw in aanmerking. De hypotheekgevers zullen waarschijnlijk met enige reserve tegenover de zelf-afbouw staan. Zij zullen geneigd zijn de hypotheek - 35 -
te baseren op de executiewaarde van de grond en van het kasko en zullen veelal eerst na voltooiing bereid zijn de hypotheek te verhogen. In dit verband is ook de houding van de garantie verlenende gemeente van belang. Het is voorts denkbaar dat de zelfbouwer de kosten van de afbouwwerkzaamheden - indien deze althans over enige tijd zijn verdeeld - uit eigen middelen kan bekostigen. Gelet op de van verschillende zijden naar voren gekomen wens tot zelf-afbouw is het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening bereid om voor afbouwwoningen steun te ver lenen onder vigeur van de Regeling Geldelijke steun eigen woningen 1968 en wel onder de volgende voorwaarden: • geldelijke steun wordt uitsluitend verleend voor eengezinshui- . zen; • door de gemeentelijke technische diensten en door de openbare nutsbedrijven dient begeleiding van de uitvoering der werkzaamheden plaats te vinden; • uit de tekeningen die bij de aanvrage worden gevoegd moet blijken dat de woning voldoet aan de 'Voorschriften en Wenken voor het ontwerpen van woningen (1965)'. Indien men uit bepaalde overwegingen tijdens de afbouw besluit de woning anders in te delen, is dit toegestaan mits de woning dan aan evengenoemde voorschriften voldoet. De wijziging behoeft uiteraard de goedkeuring van burgemeester en wethouders; • ter bepaling van de hoogte van de stichtingskosten, nodig voor de vaststelling van de subsidie, wordt de tijd die door vaklieden voor de voltooiing zouden zijn gewerkt met f 5,- per uur gewaardeerd; de materialen worden volledig berekend; • de woning wordt geacht gereed te zijn op het tijdstip dat de voorlopige verklaring van geen bezwaar tegen in gebruikneming door burgemeester en wethouders is afgegeven. Het komt voor dat de inbreng van toekomstige eigenaren-bewoners verder strekt dan het geheel of gedeeltelijk afbouwen van een kasko. Voor de vaststelling van de stichtingskosten nodig ter bepaling van de subsidie, dienen voor die gevallen dezelfde regels te worden gehanteerd als hierboven voor kaskowoningen zijn aangegeven." Tot zover deze interne mededelingenbrief van het Ministerie. Uit de notitie spreekt een vrij positieve houding van het Ministerie t.a.v. zelfwerkzaamheid. Opmerkelijk is het dat men de technische diensten en de nutsbedrijven een begeleidende tol toebedeelt. Dat er bij het Ministerie ook een voorbehoud bestaat blijkt uit de opmerkingen die in november 1972 de - 36 -
toenmalige Minister van Volkshuisvesting, B.J. Udink, maakte bij de opening van een doe-het-zeJf beurs in Utrecht: "Gaarne wil ik hier ook even aandacht wijden aan een voor het doehet-zelf wezen belangrijk onderwerp, namelijk de casco-bouw. Daaronder wordt soms verstaan de ruwbouw van het woonomhulsel, dus het dak, de buitenmuren en de vloeren. Er wordt wel eens gevraagd, een deel van het woningbouwprogramma te verwezenlijken in de vorm van dergelijke lege hulzen, die dan door de bewoners naar eigen inzicht kunnen worden ingedeeld en afgebouwd. Dat zou deze bewoners de grootst mogelijke vrijheid geven en bovendien handenvol geld besparen. Welnu, tegenover de casco-formule in deze primitieve vorm sta ik niet zonder meer positief. Er kunnen hier gevaren voor het ontstaan van onbruikbare, onveilige, kwalitatief onvolwaardige woningen opduiken, terwijl het gehele volkshuisvestingsbeleid van deze eeuw er juist op gericht is dit te voorkómen. Naast het ontbreken van voldoende waarborgen voor kwaliteit komt dan nog de ervaring, dat een dergelijke uitvoerige afbouw veel méér tijd en geld kost dan de meesten tevoren gerekend hebben en dat menig onderdeel van een dergelijke afbouw in doe-het-zelf duurder uitkomt dan in serie verricht vakwerk. Dat kan dan leiden tot slechts gedeeltelijke of kwalitatief onvoldoende afbouw wegens gebrek aan middelen. Uit een oogpunt van volkshuisvesting is dit onaanvaardbaar".
3.3.
Een aantal gerealiseerde projekten
3.3.1.
Tilburg 37 woningen (1972)
In mei 1972 werd in Tilburg begonnen met de bouw van 37 kaskowoningen in de premiesektor (12 woningen aan de Beethovenlaan, 5 aan de Strausslaan en 20 aan de Mahlerlaan). Er waren 628 belangstellenden waaruit 37 kopers geselekteerd werden die in staat geacht werden een kaskowoning te kopen en zelf af te bouwen. Het architectenbureau Calon en Ghering maakte het ontwerp, dat in opdracht van N. V. Bouwbureau 'De Schakel' te Eindhoven werd uitgevoerd door het aannemingsbedrijf Gebroeders van de Ven N. V. te Tilburg (de V.C.S.-groep). Het projectontwikkelingsbedrijf Sigma Bouw N. V. zou de kopers bij de afbouw van hun woning begeleiden. De prijs van de kasko's lag rond de f 50.000,-. Aan eigen geld diende de koper f 5.500,- in te brengen. Door de medewerking van vier toeleveringsbedrijven konden de toekomstige eigenaars verschillende materialen voor de voltooiing van hun huis met korting aanschaffen. Een noodzakelijk maatregel, wanneer men bedenkt dat voor het afbouwpakket slechts een bedrag van f 3.200,- was uitgetrokken. De keukenuitrusting was hierbij inbegrepen.
- 37 -
;",:,,
I';
).
1.":.11
,j
J",!
'[lJIiT . ".:",;t'r; ., l J
J
•.
J
J:.
1
:J~j
I ~ i~, J
J
..J I I
,
fj
J
J . IJ Til ' '_
J J
"t , ~ .
i---.--'i:.i
-:
,~ )
Va riant 200
Va riant 300
~
"'. I 1
_!
I
I,
r:11:J [J
,
IJ J
, LJ ) J J J, I;
' -'
,..-t~-;,
--1-
J J j
J
J JJ J. J J
':'.l'~!I,1'. ",Jr"'m' J
"
lI JI.'
1i'.'c~'1 ; ~.~
.,="""( - ...-
Variant 400
Variant 500
Variant 600
..•
j
"",
~~ k . _~
,
"
'
Verdieping
Variant 700
Variant 800
slaapkamer 1 3.38 x 3.«; slaapkamer 2 3.40 x 3.90 2.03 x 2.38 badkamer k . ka st , l.k . legkast . h.k . hangkast , 3 wasmachine
woonkemer 3.90 en 3.43 x 8.90 (vIriant 100, 200) 3.90 en 3.25 x 6.90 (variant »l. 400) 3.90 x 4.37 (variant 500, «X), 700, SXI) keuken 2.50 x 2,«:1 (vlr'ant 100. 3)0) 2.68 x 2.040 (variant 300, 4(0)
toilet
keuken/ eet (2.40 x 6.06 variant 500, 600, 700, 800) 0.92 x 1.27 (alle varianten)
m.k . meterkut, w .k. werkk..t , l.k. legka.t. b.k . bovenkastJe. ' " koelk ..t , 2 v•• twllmachlne , 3 w.. m.ch lna
Afb. 27.
Tilburg: Varianten beganegrond en de indeling op de verdieping, schaal 1 : 200 - 38 -
I,
J,
(
I
.
(
__ 1[J Afb. 28.
Voorgevel
( !
(.
(
?
\\
V"
I,
:'
,
.,;
t
,:1: " i,l ,
!
I,
/
r
Afb. 29.
Achtergevel
Afb. 30.
Er is wel lef voor nodig.
- 39 -
O·
De aanleg van gas, water en elektriciteit werd door erkende installateurs verzorgd; de huizen werden opgeleverd met een compleet afgewerkte gasgestookte c.v. installatie. De financiering van een van de panden ad f 47.400,- kwam er zó uit te zien:
f 47.400 f 3.200 f 50.600
Koopsom . plus afbouwpakket hypotheekkosten en kosten gemeentegarantie ongeveer
f
1.400
f 52.000 eigen betaling hypotheek bij een minimum aan eigen geld
f 5.500 f 46.500
bij een hypotheek op basis van annuïteit zijn de lasten aan rente en aflossing het eerste jaar is de bijdrage
f f
4.427 2.649
blijft het eerste jaar
f
1.778
De konstruktie is zodanig dat de binnenmuren niet dragend zijn, zodat deze op elke willekeurige plaats kunnen worden aangebracht of zelfs geheel kunnen vervallen. Mede in verband met de MBV, de V&W en de subsidieregeling werd besloten dat de aannemer de binnenwanden op de slaaplaag moest plaatsen. De bouwtijd in Tilburg was geraamd op een half jaar; daarna kreeg de koper een jaar om zijn huis af te bouwen. De bewoners moesten zelf het gehele afbouwpakket kopen. De bewoners hadden dus de verplichting de afbouwmaterialen bij een viertal toeleveringsbedrijven te kopen. Deze bedrijven leverden de toekomstige bewoners deze materialen met korting. Over het materiaal dat men volgens deze afspraak niet afnam, was de bewoner 5% kosten verschuldigd! De aktiviteiten die de bewoners zelf moesten verrichten zijn; - aanbrengen van sanitair; - afwerken van de wanden en plafonds; - schilderwerk; - afhangen van de deuren; - tegelwerk; - situeren en aanbrengen keukenuitrusting; - vensterbanken; - erfafscheiding. Over de begeleiding door de projektontwikkelaar was men in het algemeen niet zo best te spreken. De kasko-eigenaars die op een gegeven moment letterlijk het bijltje er bij neer wilden gooien, waren voornamelijk door de adviezen en daadwerkelijke hulp van hun kollega's weer op het rechte spoor gezet. Van de begeleiding kregen ze te weinig of te laat inlichtingen en instrukties. De bewoners hadden geen draaiboek waarin stond was ze moesten doen en in welke volgorde ze moesten werken. In feite bestond de begeleiding uit - 40 -
3 maanden (van de twaalf die het afbouwen duurde) begeleiding vanuit de ontwerpgroep en een paar praktijkinstrukties door de bouwmaterialenleveranciers. De bewoners hebben ook veel meer uitgegeven voor het afbouwpakket dan de ontwerpers gedacht hadden. Bij de samenstelling van het afbouwpakket waren de ontwerpers uitgegaan van simpele materialen, zoals witte tegels in de keuken en badkamer, houtwol-cementplaten voor de plafonds en een bijzonder eenvoudige keuken. De meeste bewoners hadden echter hogere eisen aan de aankleding van het eigen huis gesteld. Men koos gedessineerde, - dus duurdere - tegels voor wanden en vloeren. Houten strips voor de plafonds bleken meer in trek dan de houtwol-cementplaten van het ontwerp. Wat de keukens betrof, was er niet één keuken van het oorspronkelijk bedoelde type: stuk voor stuk zijn · het luxe uitvoeringen geworden.
Afb. 31. 'Een sloop-schoorsteen', glunderde de bewoonster. 'Een neef van mijn man wist dat ding ergens te staan. Op z'n kant gezet was het 't een prachtig scheidingsmuurtje tussen eethoek en keuken en met een dik blad van donker hout erop werd 't een fijne bar••• '
Het idee was dat, dankzij de kasko-opzet, de toekomstige bewoner wat meer keuzevrijheid t.a.v. de woningindeling zou krijgen en dat de bewoner op de kosten kon besparen door e.e.a. zelf te doen. Die vrije keuze bleef echter in de praktijk beperkt tot zo'n 12 indelingsvarianten; allemaal volgens V en W om de maximale subsidie van f 15.000,niet te verspelen. In alle gevallen was er eenzelfde gevel, terwijl ook de plaats van de trap, de sanitaire ruimten en de scheidingswanden op de eerste verdieping gelijk bleven. Op de stichtingskosten, f 51.850,- kon f 4.800,- bespaard worden door zelfwerkzaamheid. Van de f 4.800,- moest wel minstens f 3.200,- aan mater ia-
- 41 -
len worden uitgegeven, zodat de besparing door eigen arbeid op f 1.600,neerkwam. Enkele maanden na de oplevering werd door de VCS-groep een enquête gehouden waaruit de volgende gegevens gepubliceerd werden in Cobouw-magazine van 25 januari 1974. "De kopers/bewoners van de kasko-woningen zijn in hoofdzaak jeugdige mensen. Hun leeftijden variëren van 21 tot 47 jaar en de gemiddelde leeftijd is 29 jaar. De gemiddelde gezinsgrootte is 3 personen. Bijna een kwart van de bewoners is werkzaam als vakman in de bouwnijverheid, namelijk 24%. Evenveel werken als vakman in de electrotechnische- en metaalindustrie. Van 7% kan worden gezegd, dat zij echt bouwkundig zijn geschoold. De rest van de kopers, dus 45% is werkzaam in een beroep, dat met de bouwnijverheid absoluut niets heeft te maken. Op de vraag, wat men het meest aantrekkelijke van deze kasko-bouw had gevonden, antwoordde 32% dat de vrijheid van indeling van de begane grond voor hen de doorslag gaf, 34% had het meeste plezier gehad in de vrije keuze van afwerkingsmaterialen en de uitrusting, 17% had de zelfwerkzaamheid als het meest aantrekkelijke ervaren en nog eens 17% de kostenbesparing tengevolge van de zelfwerkzaamheid. De mogelijkheid tot inspraak blijkt dus belangrijker dan zelfwerkzaamheid en kostenbespar ing. Op de vraag welk onderdeel de meeste aandacht had gehad, antwoordde 30% de keuken, 26% het sanitair, 23% de wandafwerking, 14% de vloerafwerking en 7% de deuren. Het hoge aantal van 67% bleek tevreden over hetgeen ze zelf hadden gedaan en gekozen, 30% wil in de toekomst nog iets veranderen en slechts 3% is niet tevreden over de bereikte resultaten en heeft het plan om nog veel te veranderen. Van de ondervraagden vond 90% het totale pakket van afbouw-werkzaamheden meer dan voldoende en 10% had desnoods nog wel wat meer zelf willen doen. Met de f 3.200,- voor het afbouwpakket, een bedrag dat werd vastgesteld circa 1 jaar voordat de onderdelen werkelijk werden gekocht, was 20% van de bewoners inderdaad uitgekomen, de rest was duurder uit geweest. Op de vraag of de bewoners misschien bewust luxere afbouwmaterialen hadden gekozen, antwoordde 97% met ja. Vraag 7 van de enquête luidde: "Denkt u dat u elders tegen dezelfde totale kosten een soortgelijke woning (reeds afgebouwd) had kunnen kopen?" Slechts 7% meent, dat dit mogelijk is, maar of dit wellicht de 7% werkelijk bouwkundig geschoolden zijn vermeldt de enquête niet. Op de vraag, welk onderdeel bij de afbouw de meeste problemen heeft gegeven, heeft 24% geantwoord in het geheel geen problemen te hebben gehad. Dit zou wel eens dat deel kunnen zijn, dat als vakman werkzaam is in de bouw, maar of dit vermoeden juist is blijkt niet uit de gegevens. De plafondafwerking bleek voor 21 % nog al wat moeilijkheden te hebben opgeleverd, het tegelwerk voor 18%, het sanitair voor 14%, het electra voor 10%, de wandafwerking voor 7%, het schilderwerk voor 3% en het werk aan de keuken was eveneens voor 3% niet zo eenvoudig geweest. Meer dan de helft van de bewoners, - 42 -
53%, had assistentie van vrienden, familie of kennissen gekregen. Heel weinig assistentie was verleend aan 30% van de kopers en 17% had het zelfs zonder enige hulp moeten stellen. Omdat een dergelijke kasko-bouw het met zich brengt, dat de buren al in een vroeg stadium met elkander in kontakt komen, lag het voor de hand, dat gevraagd zou worden hoe men daar tegenover staat. Door 93% van de bewoners was dit kontakt interessant gevonden en maar 70% stond er onverschillig tegenover. De hamvraag was tot het laatste bewaard. Deze luidde: "Zoudt U na de opgedane ervaringen nogmaals een kasko-woning kopen? Van de 93%, die hierop met ja antwoordde, maakte een aantal nog opmerkingen als: "Al was het vandaag" "Alleen al voor de gezelligheid" "Maar dan ruimer van opzet" "Met daadwerkelijke technische en organisatorische begeleiding en assistentie" • Verder was er een aantal varianten op deze antwoorden, waaruit in ieder geval blijkt dat voor een grote categorie mensen de kaskobouw onder bepaalde voorwaarden een aantrekkelijke mogelijkheid is om een goede betaalbare woning te verwerven. Hoewel bij de start van het projekt rekening was gehouden met een gemiddelde afbouwtijd van ongeveer 26 weken, bleek deze achteraf slechts gemiddeld 10 weken te bedragen. Dit toont aan, dat in de eerste plaats de gemiddelde bewoner verre van onhandig is en in de tweede plaats dat de afbouwtaak bij dit projekt beslist niet overdreven zwaar was geweest. Bovendien en dat is misschien toch wel de belangrijkste konklusie, die voorlopig als lering uit het experiment Tilburg kan worden getrokken, blijkt dat VCS-groep de hoofdzaken van de kaskobouw-problematiek op de juiste wijze heeft benaderd." Over de begeleiding van de zelfbouwers waren kennelijk geen vragen opgenomen. Wat wij hierover reeds schreven, haalden wij uit diverse andere li tera tuurbronnen. De firma Sigmabouw heeft na het projekt in Tilburg nog een aantal andere kaskoprojekten opgezet. Van deze projekten weten we niet meer dan de omvang en/of de lokatie. In Tilburg worden nog 6 projekten genoemd (8 + 8 + 8 + 20 + 25 + 11 woningen). In Hoogvliet een projekt van 15 woningen en verder worden nog Leiden en Leek (Groningen) genoemd. 3.3.2.
Boxtel, 38 woningen (1972) en vervolgprojekt
In een gesprek dat wij hadden met de architekt C.P. van Alphen van dit projekt kwam in het kort de geschiedenis van dit projekt naar voren. De burgemeester van Boxtel zocht een mogelijkheid meer woningen te bouwen in de gemeente. Het idee kasko gaf de mogelijkheid om goedkoper te bouwen. Het plan voor de kaskowoningen kwam in feite tot stand in een overleg tussen "Bouwbedrijf N. V. Fick" uit Roermond, makelaar "Transimex N. V." te 's-Hertogenbosch en de ontwerper. Gewone premiewoningen zou- 43 -
den niet haalbaar zijn. De aannemer had de grond van de gemeente gekocht. Het plan werd als proef beschouwd; ook door de toenmalige burgemeester. Achteraf heeft het plan-Boxtel veel extra werk gekost voor alle betrokkenen, dat (mede door het enthousiasme waarmee gestart werd) niet voorzien was. "In Boxtel hebben we veel te veel door de bewoners zelf laten doen", aldus de architekt. "Er was zelfs geen afbouwpakket. De bewoners moesten zelf ook alle afbouwmaterialen kopen in de normale bouwmaterialenhandel. In het kasko moesten door de aannemer geplaatst zijn: de trappen, het keukenblok, wc en douchecel inklusief betegeling. De bewoners moesten zelf bijvoorbeeld een cementen dekvloer aanbrengen. Dit heeft veel narigheid veroorzaakt. Zoiets vergt veel vakmanschap". De gemeente Boxtel vroeg voor iedere woning apart plattegronden. Deze werden gemaakt door het architektenbureau aan de hand van schetsen die bewoners aan de architekt leverden. Ook moest de bewoner opgeven welke materialen hij zou verwerken. Het verschil in gebruikte materialen is enorm. De premie die de bewoner kreeg werd bepaald door het aantal VE's die de bewoner realiseerde en door de kosten die hij maakte voor zijn 'inbouwpakket'. "In de woningen zijn verschillende aantallen VE's gerealiseerd. De bewoners wisten wat de spelregels waren. Daar ga ik als architekt niet aan tornen. Een andere indeling maken kon dus tot gevolg hebben dat de subsidie lager werd. Zo is de wet", aldus architekt Van Alphen. Wat de bewoners na de definitieve oplevering intern nog aan de woningen hebben gedaan, is niet bekend. Er zijn kaskowoningen zo luxe ingebouwd, dat de betrokken bewoner uiteindelijk geen subsidie meer heeft gekregen. De woningen in Boxtel aan de Nieuwe Nieuwstraat en de dr. de Brouwerlaan hebben voor de bewoners veel problemen opgeleverd. Het gaat hier om prefab woningen waarvoor alleen de funderingen door de aannemer gestort moesten worden; muren, vloeren en daken worden op de bouwplaats aangevoerd en met een kraan op de plaats gebracht. De bouwmuren staan 6,20 m hart op hart en de overspanning is vrij. Er zijn dus geen dragende tussenwanden nodig. De gehele voorpui met deur en beglazing is in een keer geplaatst. Ook het bovendeel van de pui is uit de fabriek aangevoerd en met een kraan aan de gevel gehangen. Hetzelfde geldt uiteraard ook voor de achterpui. Dakspanten en beschot kwamen ook in elementen van de fabriek aan en behoefden in het werk slechts gesteld te worden. Het dak werd afgedekt met sneldekpannen. De kopgevels van de blokjes (er zijn er zeven van verschillende lengten) werden afgemetseld. Entree met toilet, het trapgat en het keukenaanrecht zijn langs een wand ontworpen. Hierdoor waren de af- en toevoerleidingen dus geconcentreerd in een wand. Dit geldt ook voor de boven de entree gelegen douchecel. De elektriciteitsleidingen zijn in een wand en de plafonds aangebracht op de fabriek. Een probleem vormde de bediening van de lampen. Het laten doorlopen van leidingen van de plafondelementen in die van de wand betekende een ernstige aantasting van het werkritme in de fabriek. Dit probleem is tenslotte opgelost door in de plafondelementen een groot aantal leidingen aan te brengen die aan de buitenzijde zijn afgezet met trekschakelaars. In de wanden zitten dus geen schakelaars; wel stopkontakten uiteraard. - 44 -
I
wc.
1 Meterkast J Aanrecht t. Badcel ZOLDE R
EERSTE VERDIEPING
Plattegronden van de woningen in Boxtel bij oplevering, schaal I : 200.
Afb. 32.
3.
f--
I
I 3
2
,
..
3.
!
f-J
Gerealiseerde indelingsvarianten beganegrond
Afb. 33.
r::-.~ =-_ ==:::1/'
'=-.:..:. _'-:' J [ -N,ft,Jwt
_."
c,~~_ ·
~ •....... , ,~-,, ~, ,
• J , •••
;
i
;bloIlE
,
L
Afb. 34.
.. r'
,
,
~/ol<
-I W
I
r-I J
__
lJ :r- --lL
1 •
, .:
'I
-
-
--
Nituwslroal
g: ill:'~ ,I
}r
_ ,
t")
_:
-
r
_-_
.~ ..
-, -':. .
Situatietekening - 45 -
j
,8 I
~
I • I 11 I ~ - -: ~
~ , 'IIII~ r- C~ , blok A
~
•
r
-
--~
, I
~
I '
a-
'"
l
Aan elke bewoner werd een rijkspremie toegekend op basis van 4,5 verblijfseenheden. Na 3 jaar werd bekeken of deze inderdaad gerealiseerd is. Was dit niet het geval, dan moest de bewoner bij een geringer aantal verblijfseenheden een gedeelte van de premie terugbetalen. Bij een groter aantal verblijfseenheden werd de premie verhoogd. De hypotheek die aan de bewoners toegekend kon worden, ging uit van de totale kosten, dat wil zeggen de som van grondprijs, prijs van het kale kasko en prijs van het inbouwpakket. Kasko en grond kostten tezamen 39.000 gulden. Het inbouwpakket was geraamd op 10.000 gulden. Bij elkaar opgeteld leverde dit een totaal van 49.000 gulden. De hypotheek was gelijk aan 90% van de totale kosten, dat wil dus zeggen dat men een hypotheek zou kunnen krijgen van maximaal 44.100 gulden. Omdat er aan het bouwbedrijf maar 39.000 gulden betaald behoefde te worden, houdt men, indien men de maximale hypotheek opnam, nog een bedrag van 5.000 gulden over voor de afbouw. Uit een onderzoek gehouden door het instituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek van de Katholieke Hogeschool te Tilburg waarbij 31 van de 38 woningen onderzocht werden, namen wij de uiteindelijk gebouwde indelingen over. Hierbij tekenden de onderzoekers terecht aan dat de bewoners vaak een indeling gezocht hebben, die de 4 verblijfseenheid zo optimaal mogelijk benaderde i.v.m. de subsidie. De gestippelde lijn in deze plattegronden betekent een open keuken. In het onderzoek van de Katholieke Hogeschool in Tilburg (Eijkeren, van, 1973) waren ook de bewoners ondervraagd. Nagegaan werd wie zij waren en hoe het kasko-afbouwen hun vergaan was. Hier volgen enkele citaten uit het rapport: "Op het moment van onderzoek waren er 32 kasko's verkocht. Alle 32 kopers hebben we voor een interview benaderd. Op de 31 adressen die we bezochten, troffen we over het algemeen jonge gezinnen aan: de mannen en vrouwen zijn gemiddeld ongeveer 25 jaar en daar waar men al kinderen had zijn deze doorgaans niet ouder dan vijf jaar. De hoofden van huishoudens hebben vaak een technische opleiding gehad en oefenen ook vaak een beroep uit in de technische sfeer. Echter, slechts 6 van de bewoners bleken bouwvakker te zijn. Het gezinsinkomen ligt bij de meeste respondenten tussen de 1000 en 1500 gulden netto per maand. Degenen die al eerder een zelfstandige woning hadden (13) waren voor het merendeel flatbewoners. Bij zeker de helft van deze groep, hangen de redenen om te verhuizen direkt samen met dit flatbewoner zijn. Wat waren de voornaamste redenen voor de huidige bewoners om nu juist een kaskowoning te kiezen? Negentien respondenten noemen het goedkoper zijn dan andere koopwoningen als voornaamste reden (men behoefde geen eigen geld in te brengen). Ze voegen er echter over het algemeen wel aan toe, dat ook de indelingsvrijheid voor hen vrij belangrijk was. Twaalf respondenten noemen deze indelingsvrijheid als voornaamste reden voor hun keuze. (••• ) De grootste variaties treffen we aan op de begane grond. Letten we daarbij op het type keuken dat men verkoos, dan valt het op dat ruim tweederde de voorkeur gaf aan een open keuken. De volgorde waarin men de werkzaamheden verricht, is voor de mees- 46 -
Afb. 35.
Voorgevel
Afb. 36.
Achtergevel
Afb. 37.
Zo werd het kasko opgeleverd
- 47 -
Afb. 38.
Het begin, zand cement en stenen••••
Afb. 39.
Keuken in aanbouw
Afb. 40.
Kijkje in een keuken
Afb. 41.
Een open keuken
Afb. 42.
Keuken met eetbar
Afb. 43.
De voorzijde van de woningen
- 48 -
" '1"
te respondenten in grote lijnen dezelfde: men verricht eerst een aantal werkzaamheden van konstruktieve aard, vervolgens gaat men zich bezighouden met de technische outiUage van de woning en tenslotte met de afwerking. Het belangrijkste verschil in de wijze van afbouwen betreft het moment waarop men tot de aanleg van een centrale verwarming overgaat. Voor bijna a11e mensen behoort het bouwen van een berging tot een van de laatste aktiviteiten. De helft van het totaal aantal respondenten heeft zijn woning pas betrokken, nadat deze zo goed als klaar was. Slechts een zeer klein aantal betrok zijn woning al meteen na de oplevering. De rest verhuisde op een moment dat de bovenverdieping al min of meer voor bewoning geschikt was. Geen van de respondenten heeft zijn woning geheel zelfstandig afgebouwd. Bijna iedereen heeft hulp gehad van buren of familie, of heeft werk uitbesteed. Dit uitbesteden lijkt overigens niet samen te hangen met het beroep dat men uitoefent. Het hangt waarschijnlijk wel samen met het inkomen waarover men kan beschikken. De meest uitbestede werkzaamheden zijn het stucadoren en het bouwen van een berging. De konklusie dat het hier waarschijnlijk om de moeilijkste werkzaamheden gaat, lijkt niet geheel ongerechtvaardigd. Naast de samenwerking met buren bij de afbouw hebben sommige respondenten ook bij de inkoop van materialen met buren samengewerkt. De totale afbouwkosten blijken over het algemeen het voor het inbouwpakket geraamde bedrag van 10.000 gulden niet te boven te gaan. Voor het grootste deel der bewoners liggen de maandelijkse lasten op dit moment (februari 1973) tussen de 350 en 400 gulden per maand. Wat betreft de uitrusting van de woning, waren de meeste bewoners van mening dat het tegelwerk en de grondverf wel achterwege had kunnen blijven, maar dat men al wel een cementen dekvloer had mogen leggen en een berging had mogen bouwen. (.•• ) De afbouwwerkzaamheden en de kosten zijn over het algemeen meegeva11en. De meeste mensen zeggen, dat als ze opnieuw zouden kunnen kiezen tussen een kaskowining en een woning die kant en klaar is, ze opnieuw een kaskowoning zouden kiezen. Over de voorlichting is men voor wat betreft de architekt doorgaans wel tevreden, dat wil zeggen, men wist over het algemeen voldoende op tijd wat men wel en niet mocht doen. Over de samenwerking met hem is men daarentegen wat minder tevreden. Met name omdat het hier om een experimentele situatie ging, had men wat meer begeleiding van hem verwacht. Aan deskundige begeleiding blijkt overigens een grote behoefte te bestaan, vooral bij de niet-handarbeiders. Men denkt hierbij aan twee soorten begeleiding, ofwel een die voorafgaat aan het eigenlijke afbouwproces, bijvoorbeeld in de vorm van een brochure, ofwel een die plaatsvindt tijdens het afbouwproces in de vorm van een technisch adviseur. De deskundige begeleiding zou dan in beide geva11en van tweeërlei aard moeten zijn: 1. Ze zou moeten bestaan uit het verstrekken van een aantal praktische adviezen met betrekking tot materiaalgebruik, metselen, stucadoren etc. en - 49 -
2. ze zou er op gericht moeten zijn, de bewoners een inzicht te verschaffen in de prijzen van verschillende materialen en hen de plaatsen aan te wijzen, waar men deze het beste kan kopen. Over de door de makelaar gegeven voorlichting is men wat minder tevreden, onder andere omdat men van hem een specifikatie van materiaalprijzen verwacht had. De totale informatie overziende, krijgt men de indruk, dat de kaskowoning in Boxtel goed aan haar bedoelingen voldaan heeft, niet tegenstaande de kwalitatief slechte ruwbouw. Van de kansen om aan de woning een persoonlijk stempel te geven (herkenbaarheid), is, gegeven de mogelijkheden, vrij ruim gebruik gemaakt, dit bleek met name uit de keuze van uiteenlopende kleuren van de keukendeuren - alhoewel dit eigenlijk niet mocht - en de vervanging van de voordeur en/of haar beglazing door materiaal naar eigen keuze. Verder bleek in zeer veel gevallen, de oorspronkelijke betegeling vervangen te zijn door tegels van andere kleur en vorm. Ook de afwerking van wanden en plafonds vertoont een grote variatie {houten schrootjes, schoon metselwerk, structuurverf, geschuurd stucadoorwerk, behang." De gemeentelijke Dienst Bouw- en Woningtoezicht had ook nogal bezwaren over de wijze waarop de aannemer te werk was gegaan. Er bestond sterk de indruk dat hij er zich wat al te gemakkelijk van af heeft willen maken. Bij een kontrole van de woningen door Bouw- en Woningtoezicht kwamen onder andere de volgende gebreken naar voren: 1. Omdat de puien gedurende de bouw van de kasko's vrij lang buiten hadden gelegen, waren deze in vele gevallen ernstig beschadigd. Met name het isolatie-materiaal had nogal wat te lijden gehad. Toen de woningen werden opgeleverd was dit niet gerepareerd. Men had het zoveel mogelijk trachten weg te moffelen. 2. De puien sloten vaak bijzonder slecht aan op het kasko. Spelingen van 5 cm. waren geen uitzondering. Dit was vooral een gevolg van onzorgvuldig betonstorten. 3. Door het achterwege laten van isolatie-strippen bestonden er op vele plaatsen geluidslekken tussen de woningen. 4. De verankering van de kozijnen was niet overal in orde. 5. De loodslabben tussen onderdorpels van het kozijn en de begane grond ontbraken. 6. De stormverankering van het dakvlak deugde niet. Een goede voorlichting ten aanzien van de mogelijkheden van het kasko werd uitermate belangrijk geacht. Sprekend over de uitrusting van het kale kasko kwamen van de kant van de gemeente de volgende zaken naar voren: "1. Het was achteraf gezien misschien beter geweest het hele keukenblok achterwege te laten. 2. De badcel is misschien wat aan de grote kant. Betegeling zowel hier als in de keuken kan beter achterwege blijven. 3. De meterkast had beter tegen een van de wanden van de wonin- 50 -
4. 5. 6.
7.
8.
9.
gen geplaatst kunnen worden. De bocht van de afvoer van de wastafel, welke zich op de badkamer bevindt, is in de woonkamer zichtbaar als je voor een indeling kiest waarbij de trap tot de woonkamer behoort. Er is geen mogelijkheid om een schoorsteen te bouwen. Tijdens de afbouw heeft de bewoner behoefte aan gas en m.n. aan elektriciteit. Wil men echter een aansluiting krijgen op het gemeentelijk net, dan moeten de leidingen in de woningen helemaal afgewerkt zijn. Je bent min of meer gebonden aan deze leidingen en bovendien heeft het in de woningen in Boxtel geleid tot het verschijnen van een aantal trekschakelaars aan de plafonds op vaak weinig praktische plaatsen. Op de kozijnen was bij oplevering een menie aangebracht. Op de kopersbijeenkomst bleek dat men deze grondverf beter niet had kunnen aanbrengen, omdat bijna alle bewoners gebruik wilden maken van Sadoline. Vele bewoners hebben tijdens de afbouw deze menie dan ook verwijderd. Erger is evenwel, dat andere bewoners de Sadoline over de menielaag heen hebben aangebracht. De aanwezigheid van een berging bij oplevering van het kasko leek de gemeente bijzonder belangrijk en wel om de volgende redenen: Men kan er zijn materialen opbergen. Zeker als het waardevolle dingen betreft kan men, bij aanwezigheid van een berging waar deze achter slot en grendel opgeborgen kunnen worden, voorkomen dat ze gestolen worden. Het blijkt meerdere malen gebeurd te zijn, dat kaskobewoners bij de politie aangifte kwamen doen van diefstal. Kant en klare bergingen op het moment van oplevering geeft de gemeente de mogelijkheid al snel met de bestrating van de brandgangen te kunnen beginnen. In Boxtel heeft men nog bijna nergens kunnen bestraten, omdat het nogal wat tijd vergt voordat ieder zijn berging gereed heeft. Vanuit het oogpunt van geluidsisolatie, is het misschien wenselijker gebruik te maken van traditioneel metselwerk. Dit heeft echter als nadeel dat de zelfafbouwer een stucadoor moet inschakelen om deze muren af te werken en voorts is het waarschijnlijk duurder dan het systeem van elementenbouw. Het probleem van de geluidsisolatie verdient echter wel de aandacht."
Het is duidelijk dat het Boxtelse kaskoprojekt nogal te lijden heeft gehad van 'kinderziektes'. De aannemer heeft er zich met een 'Jantje van Leiden' vanaf gemaakt en de voorlichting aan de bewoners was slecht. Vervolgprojekten
De architekt van het Boxtelse plan heeft daarna (I974) nog een plan ontworpen voor 60 kaskowoningen in Harderwijk aan de Zandlaan en de Van Heemskerklaan. De opdrachtgever en bouwer van de kasko's was hier Bouwbedrijf o. Zijlstra-Ermelo b.v. In Harderwijk heeft de aannemer voor het afbouwpakket gezorgd. Voor dit plan werd een aantal voorbeelden gemaakt van indelingen waaruit de bewoners in principe konden kiezen. De bewoners konden in deze principe-indeling nog wijzigingen aanbrengen. Veranderingen in het afbouw- 51 -
pakket waren ook mogelijk. In verband met de premietoekenning werd alles schriftelijk vastgelegd. De technische begeleiding werd in Harderwijk verzorgd door een all-round vakman (een soort uitvoerder), óók zaterdags. Deze man is gebleven totdat de laatste opgeleverde woning door de koper nagenoeg geheel ingebouwd was. Hoe lang de afbouw precies heeft geduurd, is niet bekend. Uitbouwen als erkers, bergingen e.d. waren niet mogelijk. De enige variatie in de vlakke gevels zijn de uitstekende luifeltjes. De voorlichting aan de bewoners is hoofdzakelijk door de aannemer geregeld. Er zijn ook een paar 'kontakt'-avonden geweest. Op deze avonden heeft de architekt een drietal voorbeeld-indelingen opgehangen. De voorlichting m.b.t. het (technische) afbouwen werd door de aannemer verzorgd. De woningen in Harderwijk zijn 510 h.o.h. breed en ongeveer 9.50 diep. Het verschil in de plattegronden is voornamelijk te vinden op de verdieping en de zolder. De wanden op de verdieping zijn wanden van spaanplaat (35 mm dik) met een afwerking van triplex. De bewoners moesten bijv. deze wanden zelf plaatsen. De begane grond bestaat uit een entree met meterkast en w.c. Van daaruit komt men in een open ruimte met een open trap naar boven en diagonaal tegenover de entreepartij een aanrecht. In de voorbeelden kwam ook nog een gesloten keuken voor maar die is uiteindelijk nergens gerealiseerd. De architekt had (gegeven de maat van 5.10) een aantal gevelindelingen getekend. Deze zijn ook op de kontaktavond met de bewoners getoond. De aannemer heeft uiteindelijk een keuze gemaakt uit de geveltekeningen. De bewoners hebben later waarschijnlijk wel aan de voorbeeldindelingen veranderd, maar de preciese veranderingen zijn niet bekend. De gemeente heeft de bouwvergunning afgegeven op de bestektekening. Alleen voor de premie-aanvrage moest bij de gereedmeldingsformulieren aangegeven worden welke van de drie indelingen de bewoner uiteindelijk gerealiseerd had per verdieping. Uit een paar gesprekken met enkele bewoners kwam naar voren dat zij bij het afbouwen zeer veel steun hadden gehad van de 'uitvoerder' van de aannemer die zeer bereidwillig hen met raad en daad bijstond. In een interview dat wij hadden met deze technische begeleider kwamen we nog het volgende te weten over het projekt in Harderwijk. Deze begeleider had, om zijn werk zo goed mogelijk te kunnen doen, daarvoor zijn werktijden zodanig aangepast, dat hij in ieder geval 's avonds van ca. 6 tot ca. 10 uur en zaterdag 's morgens van ca. 7 tot ca. 12 uur op het werk was. Verder zorgde hij ervoor, dat op de momenten dat de bewoners materialen wilden hebben, hij of een kollega er was om die uit te geven. De daguren gebruikte hij verder voor het voorbereiden van werk. Er was in Harderwijk een soort proefwoning waar de bewoners konden kijken hoe een en ander in elkaar zat. De bewoners hebben daar niet erg veel gebruik van gemaakt. Ze wilden liever weten hoe een en ander in elkaar kwam. Hiervoor zorgde de begeleider dan. Bijv. als er een aantal bewoners aan de c.v. - aanleg begon, werd er - 52 -
IJ 0c_~
C=' -
I '-1------,10
0
"M'·"· ' ' :.
I
LOl<
,
,J
"; <'J'. , r J
LJ
~
I
. ~~
,
.~.
. I
.
"'~V"oJ"""""'"
Afb. 44.
Situatietekening kasko-projekt Harderwijk
•
•
J
•
•
L 11'
Afb. 45.
Plattegronden kasko-projekt Harderwijk
- 53 -
een kleine samenscholing geregeld in een van de huizen. De voornaamste problemen werden besproken en een aantal bewerkingen werd voorgedaan. De aannemer had met betrekking tot het afbouwpakket een soort bestellijst gemaakt voor de bewoners. De bewoners waren vrij of ze alle onderdelen daaruit namen of maar enkele. De begeleider wist zo ook precies wat de bewoners gekocht hadden bij de aannemer. Er zijn veel bewoners, die in de normale bouwhandel of doe-hetzelfhandel eigen materialen hebben gekocht. De aannemer had ook wat zwaar gereedschap ter beschikking gesteld van de bewoners (zware elektrische boren en zagen). Deze gereedschappen zijn op het projekt afgeschreven. Het kasko bestond uit: - bouwmuren; - gevels van buiten geheel afgewerkt; - afgewerkte vloeren; - kompleet geplaatste en betegelde douchecel; - entreeportaal met daarin een kompleet geplaatste en betegelde wc; - geplaatste trap; - geplaatst keukenblok inklusief de tegels erachter; - gas, water en licht (trekschakelaars in het plafond) waren aangesloten. De bewoners hadden de kleur van het tegelwerk van te voren kunnen kiezen. Het afbouwen bestond uit: - het afwerken van wanden en plafonds. Het materiaal dat hiervoor geleverd werd, was moeilijk te verwerken voor de bewoners; - het plaatsen en aansluiten van cv-radiatoren. (De ketel was geplaatst en aangesloten); - de trap aflakken; - het eventueel plaatsen van een wastafel in een van de slaapkamers; - het plaatsen van de Sopaland systeemwanden (zie tekening) en de daarbij passende polynormkozijnen. Dit vergde de nodige instruktie. De systeemwand bestond uit een plastic gootprofiel, dat met dubbelzijdig plakband op de vloer bevestigd werd en een houten lat, die tegen het plafond bevestigd moest worden. De uitvoerder lijnde overdag de vloeren uit en wilde ook de bovenlatten vastschieten. Dit bleek niet mogelijk, omdat de latten hierbij barstten. Ze moesten toen geschroefd worden; - het betegelen van de stoep en het straatje naar de weg. Voor het geheel was gerekend op 250 manuren afbouwen per woning. De afbouwpakketten lagen centraal opgeslagen in eerder gebouwde garages. Voor het vervoer van het materiaal had de aannemer lage karretjes ter beschikking van de bewoners gesteld. Volgens de technisch begeleider was 60% van de bewoners absoluut niet werkzaam in iets wat met de bouwvak te maken had. Van ca. 40% zou je kunnen zeggen dat ze iets met de bouw te maken hadden. Verder waren het overwegend jonge mensen. De gemiddelde leeftijd lag zeker onder de 30 jaar. Er werd veel meegeholpen door familie. De architekt heeft zich met de afbouw niet bemoeid. De aannemer Zijlstra was een zogenaamde eigenbouwer • Hij had de grond en heeft als het ware - 54 -
het plan gekocht van de architekt. Zijlstra was dus ook de man achter het idee kasko in Harderwijk. "Ik heb het fijn gevonden dat ik het gedaan heb. Het was wel een hele toer zo zaterdags en 's avonds. Ik vind met mensen omgaan leuk. Ik heb nog veel kontakt met de mensen daar. Er zijn mensen, die hun huis mooier hebben gemaakt dan een aannemer minimaal zal doen". Aldus de technisch begeleider.
3.3.3. Leusden 12 woningen
U972)
In opdracht van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten is in Leusden bij Amersfoort in het uitbreidingsplan 'De Wetering' een projekt van 12 kaskowoningen gerealiseerd. Het ontwerp is afkomstig van de eigen technische dienst, met dien verstande dat het architektenburo Hopman te Delft met een nadere uitwerking belast is geweest. De uitvoering is van aannemingsbedrijf Van Bekkum te Hooglanderveen. Voor de goedkoopste woning heeft het Bouwfonds op grond van een basisindeling een kostenopzet van f 86.450 becijferd. In dit bedrag zat ongeveer twaalf mille voor afbouw-materialen, benevens ongeveer elfduizend gulden voor loonkosten die de afbouw er in zijn zak kon houden door de afbouwmaterialen zelf te verwerken. Van het bedrag van f 86.450 kon de toekomstige bewoner van het Bouwfonds een hypotheek krijgen van maximaal 90 procent zijnde f 77.805. Ervan uitgaande van het feit dat de doe-het-zelver inderdaad f 11.000 aan loonkosten bespaart, krijgt hij van het Bouwfonds meer aan hypotheek in handen dan hij aan bouwkosten voor het kasko plus de kosten van de afbouwmaterialen zou moeten uitgeven. Met andere woorden: de gegadigde hoefde niet noodzakelijkerwijs eigen geld in te brengen. De stichtingskosten overschreden wel de grens waaronder men nog op een premie kon rekenen. Deze huizen zijn eerder terechtgekomen bij de kategorie gegadigden die zich verheugden over het feit dat ze door zelfbouw de indeling van hun woning naar eigen smaak zouden kunnen bepalen, dan bij de kategorie die was geporteerd voor een zo laag mogelijke prijs. Deze woningen bestaan uit een L-vormige begane-grondlaag plus een kleine verdiepingslaag, van waaruit men via een vide in de begane-grondlaag kan kijken. In de folder van het Bouwfonds lazen wij wat de bewoner in dit kasko zelf mocht doen of laten doen: - muren en plafonds afwerken; - wanden plaatsen; - binnenkozijnen, -deuren, hang- en sluitwerk aanbrengen; - tegels leggen en zetten; - keukenmeubilair en sanitair aanbrengen; - de centrale verwarming installeren; - grond- en straatwerk verrichten; - de elektrische installatie aanleggen; - verven en/of beitsen. Het was niet noodzakelijk dat iedere koper alles zelf deed. Hij kon voor bepaalde onderdelen vaklieden inschakelen of zelfs alle werkzaamheden in eigen beheer door vakmensen laten verrichten. Desgewenst kon de woning, - 55 -
naar aanwijzingen van de koper, kant-en-klaar worden opgeleverd. Hier gold op alle punten: vrijheid-blijheid! Van dit projekt werd door een speciale werkgroep van het Bouwfonds een evaluatie gemaakt die wij hier nagenoeg integraal laten volgen. "Start verkoop 1 april 1972. Eind verkoop 24 november 1972. (Laatste woning verkocht). Verkoop:
Het uitgangspunt was uitstekend; verkoop van kaskowoningen met volledige vrijheid in afbouwen indeling. Alleen de praktijk wees uit, dat dit veel problemen met zich bracht. De eerste 5 woningen werden vlot verkocht, waarna wij advertenties plaatsten waarop veel reakties kwamen. De geïnteresseerden hebben wij dokumentatie gezonden, waarna telefonisch met deze mensen kontakt werd opgenomen. Het merendeel van deze mensen konden wij helaas niet helpen, omdat het inkomen te laag was. De laatste 3 woningen werden pas verkocht omstreeks de opleveringsdatum. Het is gebleken, dat veel mensen zich niet goed konden voorstellen hoe dit speciale huis er in werkelijkheid uit zou zien, vandaar wellicht een te lage verkoopsnelheid. Ook de prijs was voor veel mensen een bezwaar, omdat er een groot bedrag voor de afbouw gereserveerd diende te worden. De verkoop kwam uitsluitend tot stand na uitgebreide technische voorlichting (individueel) voorafgegaan door een financiële uiteenzetting; hetgeen niet alleen veel tijd vergde, maar ook een vertragende invloed op de verkoopsnelheid met zich bracht. Technische begeleiding: De technische begeleiding werd gedaan door 1 man van het Distrikt Midden-Nederland en 1 man van het Hoofdkantoor. Dit projekt was een proefobjekt en het is gebleken, dat de begeleiding een proef is gebleken. Er waren mensen die èn door de distriktstechnikus èn door de hoofdkantoor-technikus waren voorgelicht, hetgeen voor een klant niet zo prettig aandoet. De mogelijkheid was, dat dit objekt een distriktszaak en tegelijk een hoofdkantoor-zaak was en dat beide technici een bepaalde eigen mening hadden ten aanzien van de benadering. Uit het voorafgaande blijkt duidelijk, dat wij de mogelijkheden nu, in tegenstelling tot Leusden, meer moeten vastleggen, maar de vrijheid van indeling en keuze in wezen niet beperken. In het algemeen kan gesteld worden, dat de voorbereiding van een kasko-ontwerp langer is dan normaal. Enerzijds is er een intensiever overleg met de gemeente noodzakelijk, omdat niet aan de eisen van de bouwverordening op het moment van oplevering kan worden voldaan, anderzijds kunnen de normale eisen van de nutsbedrijven niet doorgevoerd worden. Hoewel dit bij deze woningen niet het geval was, kon de 'beschikkinghouder', als de woningen in de premie-sektor wor-
- 56 -
den gerealiseerd, aansprakelijk gesteld worden voor de afbouw. Ook hieraan dient een intensief overleg vooraf te gaan. Voorts heeft een kaskowoning specifieke (dus duurdere) konstrukties om bijvoorbeeld een vrije indeling beneden en boven mogelijk te maken. Een speciale moeilijkheid was nog, dat onze gebruikelijke Algemene Bepalingen, Cformulieren en voorwaarden Bewijs van Waarborg niet geheel van toepassing konden zijn. Een aparte vermelding verdienen de nutsbedrijven. Ondanks het feit, dat er voor de bouw uitvoerig overleg gevoerd was, kwamen er toch problemen. De eerstgevoerde besprekingen hadden betrekking op de basis-indeling. Sommige deelnemers gingen de indeling wijzigen waardoor bijvoorbeeld het gasbedrijf nieuwe eisen ging stellen. De normale gang van zaken is, dat er pas stroom, gas en water wordt gegeven als de binnenleidingen gereed en goedgekeurd zijn. Hier moesten de deelnemers wel gas, water en stroom hebben zonder dat de leidingen aanwezig en gekeurd waren. De elektriciën en loodgieter wilden geen verklaring afgeven voor leidingen die zij niet gemaakt hadden. Dit alles vereiste een langdurig overleg met belangstellenden. Uiteindelijk is dit wel goedgekomen. Omdat diverse deelnemers in een laat stadium kochten, konden de ontluchtingen niet tijdig op de daarvoor bestemde plaatsen worden aangebracht. Gezien het verloop van de verkoop is de woning toch, qua prijs, niet zo goed aangeslagen.
Administratieve afwikkeling: Ook hier rezen moeilijkheden, met name op het tijdstip dat de woningen afgeleverd moesten worden, waren de laatste woningen nog in de 'voor lichtingsfase'. De zaken konden toen nog niet geheel afgewikkeld worden, omdat de mensen het aangepaste C-formulier nog niet ondertekend hadden. In de werkgroep, die regelmatig bijeenkomt, zijn al deze problemen besproken en zijn maatregelen getroffen om narigheden te voorkomen. Ons aller mening is wel, dat wij van deze 12 kaskowoningen geleerd hebben hoe het wel en hoe het niet moet. Wij hopen dan ook, dat wij de opgedane ervaringen met Leusden, zeer goed kunnen toepassen bij het projekt Hoevelaken.
Bevindingen van bouwonderneming Van Bekkum B.V. Van de 12 woningen werden er 10 praktisch geheel afgebouwd door de deelnemers, waarvan de meesten een gedeelte van de afbouw, zoals cementvloeren en binnenwanden door ons lieten verzorgen. De materialen voor de resterende afbouwwerkzaamheden werden geleverd door de Amersfoortse bouwmaterialenhandelaren. Hieruit volgt naar onze mening, dat bij de bouw van een nieuw projekt woningen, men ervan uit moet gaan, dat een kaskowoning geheel door de deelnemers moet worden afgebouwd, maar dat een aannemer bereid moet zijn enige ruwbouwwerkzaamheden te verrichten, zoals ce- 57 -
B
I
I I B~ 21!8
27
I!
ZA!
I
,2l
." 63'
UO
A ~7
I}
211
€!
Afb. 46.
Beganegrond projekt Leusden
Afb. 47.
Doorsnede
- 58 -
ut
' 03
Afb. 48.
11
693
'03
.."
'03
Verdieping projekt Leusden
\\J
~~ ~~=::::::::.:-::.~ ::-::-
V'
\ lJJ
Afb. 49.
Situatie
- 59 -
'~
Afb. 50.
Kasko Leusden vóór inbouw Afb. 51.
Afb. 52.
Kasko Leusden na inbouw
Afb. 53.
Afb. 54.
Achtergevel
Afb. 55.
- 60-
Achtergevel
Kasko Leusden na inbouw
Voorgevel
mentafwerkvloeren, binnenwanden en binnenmuren. Bij de uitvoering van de woningen in Leusden waren de individuele wensen van de deelnemers te laat bekend, zodat het naar onze mening aanbeveling zou verdienen, bij een nieuw projekt vroegtijdig met de verkoop te starten. Bij de aanvang van de werkzaamheden zou dan beslist moeten worden, hoeveel en welke woningen in kasko opgeleverd worden en welke woningen afgebouwd verkocht worden.
Mening deelnemers: Aan 2 deelnemers werd gevraagd hoe de ervaringen waren wat betreft de zelfafbouw, nadat zij het kasko hadden gekocht. Op het moment van ondervraging woonde 1 van de deelnemers reeds in het huis en moest nog diverse dingen afwerken, terwijl de andere deelnemers nog druk bezig waren om het huis voor bewoning 'klaar' te maken. De meningen waren: De vrijheid van indeling en toepassing van materialen werden zéér positief ervaren. De aansluitingen verzorgd door de nutsbedrijven, te weten gas, water en elektra, werden te laat gerealiseerd. Van de begeleiding na oplevering, dus bij zelfafbouw, hadden de deelnemers zich meer voorgesteld. Ook bleek, dat praktisch alle deelnemers de afwerking op een later tijdstip gingen uitvoeren en dus eerst het huis voor bewoning gereed maakten.
Indikatie soort deelnemers:
3.3.4.
Leeftijd
Beroep
Zelfwerkzaamheid
25 48 26 29 36 30 24 35 26 36 42 27
C.v.-technikus Rijksambtenaar Bouwkundige Technikus Ingenieur Bouwkundige Analist Bouwk. tekenaar Bouwkundige Verkoopadviseur Rijksambtenaar Marketing analist
weinig zelf geheel zelfafbouw geheel zelfafbouw weinig zelf bijna geheel zelf bijna geheel zelf gedeelte zelf geheel zelf gedeelte zelf geheel zelf geheel zelf
jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
Apeldoorn 42 woningen (1974-1975)
Bij deze kaskowoningen van het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten, ontworpen door het architectenburo Groosman Partners bv en gebouwd door Nijhuis Bouwbedrijf, bestond het kasko uit bouwmuren en vloeren waarvan de begane-grondvloer onafgewerkt was. De verdiepingsvloeren waren afgewerkt met een cementdekvloer. In de vloeren waren gasbetonblokken aan-
- 61 -
gebracht voor het doorboren t.b.v. leidingen. In de woningen werden verder twee vurenhouten trappen geplaatst. De gevels werden opgetrokken uit baksteen en de puien konden voor een groot deel door de bewoners zelf worden ingevuld met dichte of open delen (al dan niet draaibaar). Water en elektra werden dan gebracht tot aan de meterkast en de gasleiding werd aangelegd tot aan de c.v. ketel en tot de plaats van het gasfornuis (in de standaardwoning). Er was een kleurenschema vastgesteld voor het buitenschilderwerk, hier mocht niet van afgeweken worden.
SCHEMA VOOR DE BOUW VAN 42 KASKO WONINGEN TE APELDOORN FASE A
Ruwbouwkasko volgens bestek door de aannemer uit te voeren, plus dekvloer en op le en 2e verdieping, trappen leveren en stellen, puien aftimmeren en gasinstallaties aanbrengen.
FASE B 6 maanden
1. 2.
3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10.
11. 12. 13. FASE C 1 maand
1. 2.
3. FASE 0
1.
2 maanden
2. 3. 4. 5. 6. 7.
Dekvloeren begane grond aanbrengen Binnenwanden plaatsen Binnendeurkozijnen plaatsen. Elektrische installatie voltooien (keuring). Waterinstallatie aanbrengen. Keuring punt 5. C. V.-installatie aanbrengen. Aanrecht stellen en aansluiten. Klosetpot begane grond plaatsen en aansluiten. Badkamer installeren (wandafwerking volgens bestek). Binnendeuren aanbrengen. Straatwerk voor de woning gereed maken. Woonvergunning. Overig straatwerk gereed maken. Terr asafscheiding aanbrengen. Buitenwerk afschilderen. Binnentim merwerk gereed maken, plinten aanbrengen. Plafondafwerkingen aanbrengen. Wandafwerking aanbrengen, tegels en vensterbanken. Schilderen. Behangen. Keuring door het Bouwfonds. Keuring door Bouwtoezicht.
- 62 -
i·
, 'I
Afb. 57.
\
Afb. 56.
Situatie kasko-plan Apeldoorn
Voorgevel
Afb. 58.
Achtergevel
r
,;:,-..: =:'':.:.. 1
"- _4
,,
r
i
~- - - - j
......... .J,!!J!!
"
I
......... ...,-',.
I
(,.
l . ~
--"ii·'- -'t :MtNnd ~
,,.-'
.... "'Iepln;
~
,I""
t==-~
Afb. 59.
.,
-- 1
Plattegronden van het kasko - 63 -
.-:::j_...... .."
I
~
~~
8
Afb. 60.
Een aantal door bewoners aangegeven beganegrond
- 64 -
indelingen van de
De afbouwer moest de woning afbouwen volgens een streng bestek (zelfs de maat van de tegels in de tuin en de maximaal toegestane prijs voor het behang werd aangegeven) en bestektekeningen. Hij moest zich op de hoogte stellen van de bepalingen van de gemeentelijke bouwverordening. En indien hij een andere indeling van de woning wenste te maken, moest hij daarvan een tekening op A4 formaat in drievoud ter goedkeuring aan het Bouwfonds en de gemeente Apeldoorn aanbieden alvorens met de werkzaamheden een aanvang te nemen; ook het gebruik van andere bouwmaterialen als in het afbouwbestek genoemd moest goedgekeurd worden. Oe afbouwer verplichte zich de woning af te bouwen binnen de vastgestelde termijnen, te weten: fase B: zes kalendermaanden, fase C: anderhalve kalendermaand. Indien het Bouwfonds en een ambtenaar der gemeente Apeldoorn gezamenlijk zouden vaststellen dat de deelnemer niet aan zijn verplichtingen, voortv loeiende uit deze overeenkomst, voldeed, dan werd hij schriftelijk gesommeerd om binnen de dan gestelde termijn aan z ijn verplichtingen te voldoen. Bleef de afbouwer na de sommatie in gebreke, dan was het 110uwfonds gemachtigd de werkzaamheden die nodig waren tot het maken van een bewoonbare woning, te laten uitvoeren door een derde en wel voor rekening van de afbouwer. In een schema werd aangegeven hoe de bouwen de afbouw gepland waren. Hoe het afbouwen uiteindelijk is verlopen weten we niet. Wij hebben geen publikaties hierover kunnen achterhalen.
3.4. Projekten met afbouwwoningen van architekt Van Klooster Oeze paragraaf is gewijd aan kaskoprojekten die gebouwd zijn door Architektenbureau Van Klooster l3 V te Utrecht. Het architektenbureau Van Klooster heeft sinds 1970 (kasko)woningbouwprojekten begeleid. Oe architekt spreekt liever over woningbouwprojekten met inspraakprocedures of over afbouwwoningen dan over kaskowoningen. Kaskobouw heeft een beetje een slechte naam gekregen, onder meer door de ervaringen in Boxtel (Van Eijkeren, 1973), waar de bewoners zelf vloeren moesten afwerken en wanden moesten metselen.
De aanleiding tot het bouwen van kaskowoningen Het eerste projekt bestond uit 20 woningen in Harmelen. Toen het plan (toen nog kasko genoemd) ontworpen was en aan de toekomstige bewoners werd voorgelegd zeiden de bewoners: 'I) it kunnen wij niet'. Het kasko bestond hier uit drager en gevels. !)e binnenwanden en de afwerking zouden de bewoners zelf moeten doen. Er is de toekomstige bewoners toen gevraagd wat ze dachten wél zelf te kunnen doen en wat de aannemer zou moeten doen.
- 65 -
Een van de ervaringen van andere gerealiseerde projekten was dat alleen al de tijd, die door de bewoners gereserveerd moet worden om de woning 'af' te bouwen, niet te lang mag zijn. Ook moet de bewoner snel zijn woning kunnen betrekken. Denk bijvoorbeeld aan de praktische problemen die ontstaan doordat de bewoner nog niet in zijn woning kan wonen (reistijden, huur- of renteverlies e.d.). Zelf-afbouw woningen stellen eisen aan de bewoners. Daarom moet die bewoner weten waaraan hij begint. Dat betekent, dat informatie aan en begeleiding van de toekomstige bewoners, in een vroeg stadium moet beginnen en tijdens de bouwen de afbouw moet worden voortgezet. Deze informatie en begeleiding wordt door architektenbureau Van Klooster BV verzorgd. Het ontstaan van elk projekt is verschillend geweest. Er zijn projekten waar het eerste initiatief bij bewoners lag. Bij andere projekten lag het initiatief bij de gemeente en ook is het architektenbureau wel eens 'aktiegroeperig' bezig geweest. Verhouding opdrachtgever - architekt - aamemer
Door de participatie van de toekomstige bewoners is het ook mogelijk om de normale verhouding opdrachtgever - architekt - aannemer te hanteren. Toekomstige bewoner geeft opdracht aan de architekt volgens regeling BNA. Planafwikkeling volgt dan. Aannemer(s) wordt(en) verzocht volgens bestek en bestektekeningen prijsopgave te doen. Prijsonderhandeling volgt. Dan wordt door de toekomstige bewoner een aannemingskontrakt met de aannemer gesloten. De grond wordt door de gemeente individueel aan de toekomstige bewoner verkocht. De architekt voert tijdens de bouw de direktie en houdt met de opzichter toezicht tijdens de bouwen begeleidt de bewoner tijdens de afbouwperiode. "Onze ervaring is dat dan ook bij een klein aantal woningen scherpe bouwprijzen haalbaar zijn"; aldus Van Klooster. Verkaveling en woningtype
In overleg met de stedebouwkundige, gemeentelijke diensten en de toekomstige bewoners wordt het stedebouwkundig plan vastgesteld, waarbij de wensen van de bewoners t.a.v. de woonomgeving, zoals bijvoorbeeld wonen aan woonstraten, speelplekken, parkeren en groenvoorzieningen, worden opgenomen. Ook wensen t.a.v. hoek- en tussenwoning, parkeren op eigen terrein, garages e.d. worden d.m.v. vragenlijsten aan de bewoners voorgelegd, evenals wensen t.a.v. de verschijningsvorm van de woningen, zoals wel of geen houtrijke gevel, woningbreedte, plaats berging e.d. Aan de hand van voorbeelden van woningtypen, woningbreedten e.d. wordt door de bewoners het basis woningtype vastgelegd. . In de eerste plannen had de bewoner alleen binnen de woning enkele keuzemogelijkheden. De bestemmingsplannen boden geen ruimte om uitwendig keuzemogelijkheden voor de bewoner te kreeëren. De keuzes bestonden toen uit open keuken - gesloten keuken, open trap gesloten trap. De laatste jaren is in bestemmingsplannen de mogelijkheid - 66 -
om ook uitwendig nog wat aan woningen te (ver)bouwen, vaker aanwezig. Afbouwwoningen
Afbouwwoningen kunnen door de toekomstige bewoners in de doe-het-zelf sfeer worden afgebouwd. Hierbij is het mogelijk, dat de bewoners van verschillende indelingsmogelijkheden gebruik kunnen maken en vele wensen kunnen vervullen t.a.v. de diverse afwerkingen. De afbouw woning geeft dus veel mogelijkheden in te spelen op de woonwensen. Tevens kan, waar het bestemmingsplan dat toestaat, door de toekomstige bewoners een keuze gemaakt worden uit een aantal uitbouwmogelijkheden aan de voor- en achterzijde van de woning (zoals aangekapte berging, carport, serre en aangebouwde entree). Hierdoor kan een zeer wisselend straatbeeld ontstaan. De traditioneel gebouwde afbouwwoningen worden glas- en waterdicht opgeleverd. Elektriciteit, gas en water zijn aangelegd. Ook de riolering is aangebracht en aangesloten op het gemeenteriool. De vloeren en de vloerafwerkingen en ook de scheidingswanden op de begane grond en Ie verdieping (afhankelijk van de gekozen indelingen) zijn aangebracht en afgewerkt. De zolderverdieping kan door de bewoner zelf worden ingedeeld. Ook de cv-installatie wordt stookklaar opgeleverd. De woning moet afgewerkt kunnen worden door een doe-het-zelver. Je mag hem geen 'bouwvak'werk laten doen. Het afbouwpakket wordt hierop afgestemd. Bij de tweede oplevering wordt nagegaan of een en ander goed is gedaan. Ook financieel moet een en ander binnen de perken blijven. De totaalprijs van het huis plus het afbouwpakket (dat in het huis wordt neergelegd) is bekend. Deze aanpak is er duidelijk op gericht om de afbouw van de woning overzichtelijk te houden wat het afbouwen en de financiën betreft. In de praktijk blijkt, dat de meeste kopers twee tot drie maanden (vrije avonden en weekeinden) nodig hebben voor de afbouw. Indien nodig kunnen de bewoners vrijwel direkt in de woning 'bivakkeren'. Stichtingskosten en keuzemogelijkheden betreffende de woning
Aan de hand van het basis woningtype wordt door het architektenbureau het definitieve ontwerp gemaakt, de bouwkosten van het basistype berekend en tevens de extra kosten van de verschillende uitbreidingsmogelijkheden aan de bewoners opgegeven. Aan de hand van dit kostenoverzicht kunnen de toekomstige bewoners, naar financiële draagkracht, de opbouw van hun woning samenstellen. Tevens zijn in de woning een groot aantal keuzemogelijkheden in de afwerking, zoals wandafwerkingen, sanitair, keukeninrichting en plaats van de keuken. Ook op kleiner niveau is dit mogelijk, zoals buitenlichtpunt, plaats van wasmachine, buitenkraan, verschillende houtsoorten voor de open trap, schoonmetselwerk e.d. Ook voor deze onderdelen worden de kostenkonsekwenties aan de bewoners voorgelegd.
- 67 -
310
310
sene
Cl ."
keuken
8 r I JIJ lIJ
I"."":,, :rrr ··1 . " .", 1
1"·'1.""·'1"""1
1.. ·, .,111'·'1'011(1
Afb. 61.
,
Principe~ntwerp
van een kaskoplan met uitbreidingsmogelijk-
heden Keuze voorbeeld toegepast in de gemeente Kockengen (1980) Woningtype 540111 (bouwkosten inkl. afbouw89.500 inkl. pakket, cv-installatie) 4.500 inkl. Serre Carport 3.500 inkl. Garage 9.500 inkl. Dakopbouw 4.500 inkt. Dakkapel 3.500 inkl.
18% BTW 18% 18% 18% 18% 18%
BTW BTW BTW BTW BTW
Bovendien is het mogelijk om voor een aantal onderdelen alleen de bouwkundige voorzieningen te treffen, zoals heiwerk- en funderingsbalken voor serre, carport, garage e.d.
Voorlichting aan de bewoners en het verdere ontwerp Nadat bekend is wie de toekomstige gegadigden zijn wordt er een informatie-avond georganiseerd, waarop de architekt m.b.v. dia's laat zien wat afbouwen is. Ze weten dan precies wat hun te wachten staat. (Het gaat er niet alleen om dat afbouwen goedkoop is). Met de aannemer wordt nog even gewacht. Eerst komt nu de stedebouwkundige aan bod. Soms ligt er veel vast, maar - 68 -
IJSSELSTEIN Premie Koopwoningen (KASKO) In hel butemming.pl.n "1J ... I,,.'d" zullen tu..en de Rulmt ...... rtb .. n en het Hltte.child .en 78-1.1 premie -koopwoningen. zgn. k.. ko-wonlno-n, worden gereall .ee rd Deze woningen zullen zod.n ig worden opgeleverd det door de koper "If nog werkzaamheden ",.rricht zullen moeten worden. 0. kalten van "'el hiervoor benodigde Inbouwpakket zijn in d, koop.om b,· greptln. Indeling v.n de woning :
beneden:
grOl. h.I , woonkern.r . keuken . aangebouwd. berging;
,. verdiepi", :
2 royale slaapkamers. 1 klemere slaapkamer. Nlme douch. met wllt.,.1 en 2e tonet ;
2, verdieping : vule tr.p, grote .Iaapkamer • .50 x 2.70 meter , dlkt,rr••. Centrale vlrwlnning In ;ehele hul. en berging.
De totale kosten zullen voor een hoekwonlnc plm. f 59.750,- en voor een mlddenwonlnc plm. f 58.000,- bedracen (Inclusief B.T.W.). Hypoth•• k tot 90 % .... n de tota le .hCl'ltlngskosten (met gemeente -g.,.nt le) mogelijk.
Ie Jaarlijkse blJdrace (één Jaar na bewonlnc of cereeclkomen van de wonlnc) plm. f 3.450,-, JaarliJks afnemend met 10 %. Over de cehele periode van 10 Jaar derhalve plm. f 19.000,-. Inwoners .... an en economi.ch gebondenen .. n
lJu~r.te l n gen i~ten
... oorkeur.
Inlichtingen: MaandII; 21 februar i a.I. d., avonda 8.00 uur In gebouw "Ot S lOf .. n de
Touwl.an te IJlSer'tem.
Afb. 62.
Advertentie
met een soort basiswoning kan een aantal zaken m.b.t. de woonomgeving besproken en vastgelegd worden. Ook het uitwendige van de woning (veel hout, weinig hout, uitbouwen, aanbouwen e.d.) wordt vastgelegd. Ook wordt hierbij al een prijs gevormd. (Speciale eindoplossingen bij kopgevels en hoekoplossingen worden door het hele projekt gedragen. Dus de kosten daarvan worden over alle woningen uitgesmeerd). De bewoner weet wat een basiswoning gaat kosten en wat hij extra op tafel moet leggen voor uitbouwen, aanbouwen e.d. Met deze gegevens wordt naar welstandstoezicht gegaan voor een voorlopige goedkeuring. Als alle bewoners definitief gekozen hebben komt er een definitieve goedkeuring. Bewoners bepalen hierna de wijze van aanbesteden. Aannemers maken een prijs. De wijzigingen in prijs die dit ook nog kan opleveren worden weer doorgespeeld naar de bewoners, die naar aanleiding daarvan hun keuzen nogmaals bij kunnen stellen. Hierna start de bouw.
- 69 -
Afb. 63.
Projekt: 49 afbouwwoningen te Kockengen
Afb. 64.
Projekt: 49 afbouwwoningen te Koekengen
- 70 -
Uit de groep bewoners wordt een werkgroep (ca. 5 man) geformeerd, die regelmatig met architekt en aannemer kontakt heeft. Er zijn nog wel enkele tijdstippen tijdens de bouw waarop alle bewoners kontakt hebben met architekt en aannemer. Omdat de normale verhouding opdrachtgever - architekt - aannemer gehandhaafd wordt kost het wel meer tijd en werk voor zowel architekt en aannemer bij kaskoprojekten t.o.v. normale woningbouw. Van Klooster raadt de gemeenten ook altijd aan de grond voor de bouw van de woningen aan de bewoners zelf te verkopen. Elke bewoner zijn eigen perceel. Dit kost de gemeente wel wat meer moeite dan wanneer ze de grond aan een projektontwikkelaar kan verkopen, maar het voordeel is dat op het moment van de start van de bouw de grond eigendom is van de bewoner en dus buiten het kader van de aannemer valt. Ook zijn de registratiekosten lager. Bestek en bestektekeningen vormen in de aannemersovereenkomst een wezenlijk onderdeel (en zijn openbaar). "Het proces is zo duidelijk; als architekt en als aannemer zit je zo op de plek waar je thuis hoort. Een deel van de bouwkostenstijging van de laatste tijd is veroorzaakt door de projektontwikkelingen; dat is een slechte zaak voor de woningbouw", aldus de architekt. De werkgroep is bij de bouwvergadering. De notulen worden meestal door de werkgroep verwerkt in een 'kasko'-krantje. Elke bewoner blijft zo op de hoogte. Hierin worden ook b.v. aanbiedingen met betrekking tot materialen opgenomen. Afbouw mogelijkheden Het realiseren van variatie d.m.v. aan- en uitbouwen aan de woning wordt i.v.m. de gestegen bouwkosten steeds moeilijker. Door de bewoners een gedeelte van de woning te laten afbouwen van f 8.000,- tot f 10.000,- worden bespaard. Met deze besparing, (met de daaraan verbonden lagere maandelijkse lasten), kan de bewoner ook makkelijker uit- en/of aanbouw mogelijkheden aan zijn woning realiseren. Samenstelling afbouwpakket Dit bevat standaard de volgende onderdelen: af timmerhout, hardhouten leuningen, leuninghouders en traphekken - opdekdeuren I keukeninstallatie met rvs blad, keukenblok en kastjes wit gespoten - montage fabriekskasten schilderpakket voor afwerking binnen- en buitenhoutwerk, behangwerk en het benodigde binnenglas - hang- en sluitwerk en tochtweringsprofielen sanitair inkl. kranen en bevestigingsmateriaal - benodigde wand- en vloertegels - betontegels voor paden en terras. De samenstelling van het afbouwpakket is afhankelijk van de gekozen indeling op de begane-grond, verdieping en van het type woning. Afwijkingen van het (standaard)afbouwpakket zijn mogelijk. De bewoner kan de standaard witte (V & W) keuken teruggeven voor de in de begroting opgenomen prijs en zelf voor een ander keukenblok zorgen. De architekt wijst de bewoners dan wel op de problemen die dan kunnen ontstaan met de premie. Op het gereedmeldingsformulier moet de prijs van de ge installeerde keuken genoemd worden. Een dure keuken kan dus een verlaging van premie veroorzaken, maar als de bewoner een andere keuken
- 71 -
Afb. 65.
Projekt: 32 afbouwwoningen Huizen (NH)
Afb. 66.
Projekt: 32 afbouwwoningen Huizen (NH)
- 72-
Afb. 67.
Projekt: 30 afbouw woningen te Baarn
Grote belangstelling ~ -'-. " ~ijs~se~'s~te;ï;in;;k~rÏj:;;·gt;----:~___ C voor "asco-wonlngen n.~"!!. ,~~sCO-woningen .'! .. er..I . groep neemt conlael op meI !emeenlebesr, .... "AA>' " " ." ••" .....,'''.•
~
~:
"",,, .• e
C~S
"'ordE ..... : 4.""
___
------
CO n\\0 l~ ft' .. ~
\ \\M\\~SD~L '1 ~~ ~ EE~
sr
~l
ing el1
l
Eerste cas cowon . ebruik
Eerste casco-bewoners . S In oeste~ Overhees
OO,....E"~'.E....
""N...'
AG
"
Ar
.
NITlAT1EF IN SOEST PARTICULIER I
d· den Al 200 gega 19
in de belangstelling VOor
Afb. 68.
I
"'".A."U VAH UTU'AG ' .... "71
BURGDIEESTEH GAF SLEUTELS
enorm .
~
"
u...
lJsselveta in g Caseo-~'ol1il1gen
-.. ,...o.,. ~.~., :---. ". .r (;()Ol.
;K.rt
.
Krantekoppen - 73-
kasko-plan
voor een lage prijs kan krijgen dan is er niets aan de hand. Als de bewoners dat willen, wordt een deel van het inbouwpakket niet geleverd. . Een voorbeeld is dat de buitenbestrating van 30 x 30 betontegels de laatste tijd nergens meer in het inbouwpakket voorkomt. De meeste bewoners willen liever een andere soort bestrating (baksteentjes, grindbetontegels etc. etc.). Verder verdwijnt ook vaak het witte tegelwerk, wit sanitair en de keuken. De bewoner moet dan zelf (dus bij de handel) iets anders kopen. Als de aannemer een heel assortiment zou moeten aanbieden vergt dat veel te veel organisatie. De bewoner weet precies tot hoever hij kan gaan, wil hij binnen de premiegrens blijven. Latere uitbouwen, aanbouwen e.d. blijven mogelijk.
Voorlichting m.b.t. de afbouw Ook m.b.t. de afbouw is voorlichting noodzakelijk. Tot nu toe worden de kopers in groepjes van ca. 20 uitgenodigd in een woning. Er wordt dan precies uitgelegd wat er allemaal in het afbouw pakket zit en hoe een en ander gemonteerd moet worden. Dit werkt veel beter dan handboekjes of gebruiksaanwijzingen op papier. Tijdens de bouw (van het kasko) is er regelmatig een opzichter op het werk. Er is dus geen kompleet toezicht. Ook hiervoor heb je iemand nodig die het probleem onderkent. Er is een vooroplevering en een eerste oplevering waarbij alles, dus ook het inbouwpakket, wordt gekontroleerd. Voor de le oplevering worden de toekomstige bewoners op een zaterdagmorgen uitgenodigd voor een demonstratie van het aanbrengen of verwerken van alle onderdelen van het afbouwpakket. Dan gaat de bewoner dus aan de gang. Hij kan nog hulp krijgen van de aannemer en architekt gedurende de gehele afbouwperiode. Dit zit gewoon in de kosten opgenomen. de perfektie van het afwerken is enorm. De 2e oplevering volgt meestal na 3 maanden dan met het huis klaar zijn. Een belangrijk neveneffekt is dat de bewoners elkaar leren kennen. De bewoners kunnen tot de 2e oplevering altijd terugvallen op architekt en aannemer. Bij kleine projekten blijft de aannemer meestal niet op het werk, maar hij blij ft bereikbaar. Bij het afbouwen moet ook nog gesteld worden dat niet alle afbouw besparingen oplevert. Bijvoorbeeld het zelf plaatsen van een cv-installatie levert zeer weinig op (f 400,- à f 500,- per woning), maar vraagt daarentegen zeer veel begeleiding. Dit is dan ook een rede om dit niet aan bewoners over te laten. "De ervaring heeft ons zo een aantal dingen geleerd", zegt Van Klooster. Omgekeerd weet de bewoner ook bij latere problemen (bouwfouten e.d.) waar hij naartoe moet. Hij kent de architekt en de bouwer.
Enkele slotopmerkingen In veel gemeenten wil men 'politiek' niet dat er kaskoprojekten gebouwd - 74 -
worden hoewel zeker is dat veel mensen dat willen. Kaskoprojekten of afbouwprojekten maken kost veel tijd. "Ik", zegt Van Klooster "heb een klein bureautje en misschien een maffe instelling, waardoor het mij wel lukt en ik verdien er mijn geld ook nog. De aannemers beginnen het ook leuker te vinden dan vroeger. Het komt nu zelfs voor dat in gewone premie A-projekten, als de bewoners er zelf om vragen om zelf het een en ander af te mogen bouwen, de aannemer dat dan toestaat volgens de normale afbouwformule die wij tot nu toe hanteren. Het enige wat je wel moet doen als ontwerper is dat je duidelijk grenzen moet stellen. Dat levert wel beperkingen voor de toekomstige bewoners, maar als je dat niet doet loopt het uit de hand. De perfektie in de afwerking door bewoners is tot nu toe zeer hoog". "Wel hebben we problemen gehad in een gemeente waar er een woningkorporatie aan te pas moest komen om de supervisie op zich te nemen. De bewoners kregen echter zulke beperkingen opgelegd van die woningkorporatie dat ze zeer ontevreden waren. De woningkorporatie vond het nodig te oordelen over de portemonnaie van de bewoners. Zo'n apparaat is veel te log om zoiets te regelen. Ook de nutsbedrijven leggen veel beperkingen op. Ook de Rijksvoorschriften. Moet je nu kasten bijleveren of niet? Veel bewoners verkopen ze of zetten ze zelfs bij het grof vuil. Ze hebben veel liever kasten die bij hun ameublement passen. Wat doe je met open haarden? Er wordt steeds vaker om gevraagd. Wij zorgen voorlopig op enkele plekken voor 'zachte' delen in de vloer. Bewoners doen toch gewoon wat ze zelf willen. Ze plaatsen andere keukeninstallaties. Ze breken later wandjes weg tussen slaapkamers en ze gebruiken aangebouwde garages en bergingen als woonruimte of kantoortje. Beunhazerij en zwart werken komt ook wel eens voor, maar moet je daar een projekt op veroordelen?" Dat architekt Van Klooster een goede manier van aanpak heeft blijkt wel uit de volgende lijst van projekten die tot op heden onder zijn leiding zijn gerealiseerd. Uit deze projekten blijkt overduidelijk dat vooral de organisatie van het plan, zowel met betrekking tot de procedures van het tot stand komen ervan als met betrekking tot het bouwen en zelfbouwen het belangrijkste zijn.
- 75 -
AFBOUWWONINGEN VAN ARCHITEKTENBUREAU VAN KLOOSTER BV Aantal woningen
plaats/wijk/adres
bouwjaar
opdrachtgever
bijzonderheden
20
Harmelen, Mauritshof
1972
individuele kopers
premie-koopwoning
78
IJsselstein, IJsselveld, Gagarinhof
1973
indiv iduele kopers
premie-koopwoning
10
Kamerink, Overzicht
1974
individuele kopers
premie-koopwoning
45
Soest, Overhees, Tromslagerspad
1974
Stichting "kasko
premie-koopwoning
woningen"
30
Baarn, Eemdal, Dovenetelhof
1975
indiv iduele kopers
premie-koopwoning
28
's Heerenberg, Verl. Lisbloemstraat
1975
individuele kopers
premie-koopwoning
58
Woerden, Molenv liet, Amsteloord
1976
individuele kopers
premie-koopwoning
36
Kockengen, Welgelegen I, Watersnip
1976
indiv iduele kopers
premie-koopwoning
27
's Heerenberg, Loveringbos, De Kamp
1977
Interboco BV
premie-koopwoning
32
Huizen, Huizermaat, Lama
1977
Woningbouwver .
premie-koopwoning
"Huizenll
13
Zevenhuizen, Weth. Kreftlaan
1977
indiv id uele kopers
premie-koopwoning
31
Kamerik, Waterstoep
1978
indiv iduele kopers
premie-koopwoning
19
Alphen aid Rijn, Doornenburg
1978
indiv iduele kopers
premie-koopwoning
20
Woerden, Molenvliet, De Jeker
1978
indiv iduele kopers
premie-koopwoning
13
Zevenhuizen, Het Hogeland
1979
indiv iduele kopers
premie-koopwoning
49
Kockengen, Welgelegen 11, Roerdomp/ Purperreiger
1981
indiv iduele kopers
premie-koopwoning en uitbreidingen
13
Kockengen, Welgelegen 11, Roerdomp
1982
individuele kopers
premie-koopwoning en uitbreidingen
6
Kockengen, Welgelegen 11, Fuut
1984
individuele kopers
premie-koopwoning en uitbreidingen
9
Kockengen, Welgelegen 11, Roerdomp
1984
indiv iduele kopers
premie-koopwoning en uitbreidingen
21
Waverveen, Selijnsweg
1985
Stichting eigen woningbezit Waverveen
premie-koopwoning en uitbreidingen
44
Leidschendam, 't Lien, Hooikamp/ Pelikaanhof
1985
Stichting Afbouwwoningen Leidschendam
premie-koopwoning en uitbreidingen
11
Baarn, Thorbeckelaan
1986
individuele kopers
vrije sektor en uitbreidingen
28
IJsselstein, Achterveld, Heemradenlaan
1987
indiv iduele kopers
vrije sektor en uitbreidingen
12
Mijdrecht, Hofland-Noord-Noord, Diamant
1987
individuele kopers
vrije sektor en ui tbreidingen
18
Kudelstaart, Proosdij, Haya van Somerenstraat
1987
indiv iduele kopers
premie-koopwoning en uitbreidingen
- 76 -
Afb. 69.
Projekt: 44 afbouw woningen in Leidschendam Cl 985) - 77 -
3.5. De vereniging "Kasko"
De vereniging Kasko dateert uit 1970. Een grote groep partikulieren was gezamenlijk van mening dat het woningbouwbeleid en het gedrag van enkele woningbouwverenigingen niet meer pasten in het denkpatroon van volwassen mensen. Zij richtten in 1970 een werkgroep op, genaamd Kasko, teneinde te onderzoeken of partikulier initiatief hierin verbetering kon brengen. Omdat de wil er was maar niet de kennis, was de formule die men destijds hanteerde, zwart-wit gesteld als volgt te definiëren: - via de gemeente nemen wij een goedkoop stukje grond in optie; - de architekt betalen wij aan het eind een laag honorarium; - de aannemer kleden wij uit zodat hij geen woekerwinsten meer kan maken; - afbouw doen wij zelf want dat levert een besparing op van 40 à 50% (daarom de naam kasko); - geld halen wij uit het buitenland vanwege de zeer lage rente van 4%. Zeven jaar later werden de doelstellingen als volgt geformuleerd: - de Landelijke Bouwvereniging Kasko stelt zich op basis van zelfwerkzaamheid van haar leden ten doel het bouwen van koopwoningen; - zij streeft ernaar koopwoningen te doen bouwen die afgestemd zijn op de individuele verlangens en financiële mogelijkheden van de koper en toekomstige bewoner; - dit tracht zij te bereiken binnen het kader van de wettelijke mogelijkheden en met inachtneming van de door de gemeente ontwikkelde normen met betrekking tot het volkshuisvestingsbeleid. De vereniging "Kasko" wil dus optreden als opdrachtgever. Zij wenst daarbij gebruik te maken van specifieke deskundigheid van een aantal leden die in werkgroepen geplaatst worden. De werkgroepen die Kasko noodzakelijk acht zijn: - technische werkgroepen zoals; bouw methoden, elektra, sanitair, metselen, timmeren en interieur; - financiële en fiskale werkgroepen; - dokumentatie, drukkersgroep, redaktie, juridische zaken, administratie en algemene werkgroepen. Met de verzamelde en overgedragen kennis kan de volgende werkwijze uitgevoerd worden door verenigingsleden, zonder betaalde krachten. vereniging a. grondverwerving; b. inventarisatie leden; c. verzamelen en overbrengen van relevante gegevens van bouwen in de meest ruime zin van het woord; d. oprichting projektafdelingen. projekt afdeling e. inventarisatie woonwensen; f. vorming bouwteam; g. ontwerpfase; h. besluitvorming totale projekt (inklusief verkoop woningen); i. bouwrealisatie. - 78 -
De vereniging kent een aantal afdelingen in diverse gemeenten. De leden van de bouwvereniging zijn woningzoekenden die via deze opzet proberen aan een woning te komen. Het aantal leden in een projektgroep is gelijk aan het aantal te bouwen woningen. Een van de taken van de projektgroep is het samenstellen van een bouwteam. De projektgroep bepaalt wie de architekt en aannemer zullen zijn (niet de toeleveranciers of onderaannemers!!). Het bouwteam wordt voorgezeten door een lid van de Bouwvereniging. De voorzitter laat zich begeleiden door de ekonomische alsmede de technische vertegenwoordiger van de bewonersgroep. Gestreefd wordt om de voorzitter van het bouwteam niet uit de projektgroep te halen, om de doodeenvoudige reden dat de besprekingen niet altijd geruisloos verlopen en de voorzitter derhalve de taak heeft te bemiddelen tussen de professionele partners en de projektgroep. Deze bemiddelende rol kan hem later, wanneer de woningen bewoond zijn, worden kwalijk genomen. Als het projekt gereed is wordt de projektgroep opgeheven. Er is een aantal projekten gerealiseerd volgens de hiervoor beschreven formule van de vereniging "kasko", maar in veel gevallen wel met de nodige problemen. Onlangs gaf de oud-direkteur van de vereniging in een lezing nog aan dat men er niet echt goed in geslaagd is de doelstellingen te bereiken. "Van de gefaalde, vaak zeer goed voorbereide en begeleide projekten, mag men in zijn algemeenheid stellen dat de redenen van het mislukken vaak de volgende zijn: - de organisatie was zwak of niet aanwezig; - de beheersstroom was idealistisch of niet aanwezig; - de financiering was zwak of onvoldoende; - de uitgangspunten waren te politiek zodat de bevoegdheden, kennis en verantwoordelijkheden niet goed afgebakend waren; - en als hoofdreden van het falen moet genoemd worden het buitenspel zetten van de konsument. Daarnaast nog een tweetal duidelijk in het oog springende oorzaken, namelijk: - de bewonersgroepen gingen op de stoel zitten van de architekt of aannemer en trachtten daarmee als het ware het wiel opnieuw uit te vinden, of - overheden zagen het middel van zelf(af)bouw als mogelijke oplossing voor het financieringsprobleem bij de lagere inkomens. Het zal duidelijk zijn dat de konsument als eenmalige opdrachtgever nooit die kennis zal verwerven die de architekt en aannemer in de loop der jaren hebben vergaard. Tevens is het zeer duidelijk dat, wanneer het inkomen te laag is voor de al dan niet gesubsidieerde volledig afgebouwde woning, dit inkomen absoluut te laag is voor een niet volledig afgebouwde woning." Een ander nadeel van de konstruktie van de vereniging is dat ervaringen van een projektgroep niet of nauwelijks over kwamen bij andere projektgroepen. Iedereen begon weer (zoals reeds genoemd) met het uitv inden van het wiel.
- 79-
De veremgmg "kasko" bestaat nog wel, maar er komt niet veel meer uit, omdat het personeel uitsluitend in vrije tijd (dus avonduren) de nodige werkzaamheden moet verzetten.
- 80 -
4. SAMENVATTING EN KONKLUSIES
In dit working paper is getracht een aantal initiatieven te bespreken waarbij bewoners zelf hun huizen hebben (af)gebouwd. Het betreft vooral de grotere projekten, die in de periode 1945-1975 zijn gerealiseerd. Achtereenvolgens passeerden de rev ue - zelfbouwprojekt Philips Eindhoven 1948-1950; - woningen als vrije-tijds-besteding Culemborg 1951; - 37 woningen in Tilburg + vervolgprojekten 1972; - 38 woningen te Boxtel (1972) + vervolgprojekt; - 12 woningen te Leusen (1972); - 42 woningen te Apeldoorn (1974 - 1975); - een aantal projekten van architekt Van Klooster; - de aanpak van de Bouwvereniging Kasko. Bij deze projekten is vanuit verschillende achtergronden het initiatief genomen. Vlak na de oorlog waren vooral de woningnood, het gebrek aan arbeidskrachten en schaarste aan materialen de redenen om tot het zelf bouwen door bewoners te komen (Philips-projekt en Culemborg). In het begin van de jaren zeventig is de aanleiding voor dit soort projekten veeleer de enorme stijging van de bouwkosten en de welvaart in Nederland. Men wilde meer inspraak en zeggenschap en zag mogelijkheden om via zelfbouw eigen ideeën beter te verwezenlijken. In de loop van de jaren zeventig en tachtig komt daar nog bij dat men steeds meer vrije tijd heeft en ook dat het doe-het-zelven gemakkelijker werd door het verkrijgbaar zijn van betere gereedschappen en op de doehet-zelver afgestemde bouwmaterialen. In nagenoeg alle gevallen is de werving van bewoners via de pers verlopen. In Eindhoven via het eigen personeelskrantje van Philips. In Culemborg via plaatselijke bladen. Het plan in Tilburg werd door de projektontwikkelaar in de plaatselijke kranten en ook in vakbladen aangekondigd. lets dergelijks gebeurde ook m.b.t. het plan in Boxtel. Voor het plan in Leusden en Apeldoorn werd door het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten geadverteerd. Bij de plannen van architekt Van Klooster kwam het initiatief van verschillende kanten. Soms van de gemeente, soms van bewoners(groepen) en de architekt is zelf zoals hij zegt wel "aktiegroeperig" bezig geweest. Door publikaties over zelfwerkzaamheidsprojekten vragen steeds meer groepjes bewoners om informatie/voorlichting. Er worden kursussen gevolgd, beurzen bezocht en boeken over het doe-het-zelven gelezen. Zelf bouwen en verbouwen is langzamerhand gewoon geworden. Alle projekten die zijn beschreven, zijn gerealiseerd in de koopsektor • De - 81 -
huursektor leverde kennelijk zoveel problemen op dat men daar in het verleden niet aan hoefde te beginnen. Pas onlangs zijn ook in de huursektor de eerste schreden gezet op het pad van de zelfwerkzaamheid van bewoners bij de nieuwbouw. Alle projekten zijn gebouwd als rijtjes eengezinshuizen. Bij de eerste projekten (Philips en Culemborg) lag het ontwerp vast. De bewoners bouwden wat de architekt ontworpen had. Bij de plannen in de jaren zeventig en later was het konstruktief mogelijk bewoners meer keuzevrijheid te geven m.b.t. de indeling van plattegrond van hun woning. Vanaf die tijd was men immers in staat vrije overspanningen van bouwmuur naar bouwmuur te maken. Dat er uiteindelijk niet veel verschillende plattegronden gerealiseerd zijn, komt vooral door de regelgev ing m.b.t. de kooppremies. Een bouwmethode waarvan men zou verwachten dat die zeer geschikt was voor zelfwerkzaamheid, houtskeletbouw, is in Nederland pas laat in grotere projekten toegepast. In het buitenland is deze konstruktiemethode zeer veel gebruikt in zelfbouwplannen. Eerst recent (Rotterdam Zevenkamp) heeft men het in Nederland aangedurfd met deze methode zelfbouwprojekten op te zetten. Vooral de eisen m.b.t. de brandveiligheid hebben het bouwen in hout in het verleden tegengehouden. De zelfbouwers waren bij de beginprojekten vaak niet-vaklieden, die met vaklieden samenwerkten of onder leiding van vaklieden een bepaalde klus aanpakten. Het heeft heel lang geduurd voordat men ging onderzoeken wat zelfbouwers nu wel en niet zouden kunnen doen bij de (af)bouw van een woning. Wel werd achteraf soms gevraagd hoe de bouwers het zelf bouwen hadden gevonden, maar daar werd aanvankelijk weinig lering uit getrokken. Van de beschreven projekten is voorzover ons bekend alleen architekt Van Klooster bezig geweest met enquêtes onder aanstaande bewoners over wat ze wilden en wat ze konden. Van Klooster kon zo bij zijn (vervolg)plannen steeds beter bepalen waar de grens tussen kasko en afbouw gelegd moest worden, zodat de zelfbouwers geen problemen zouden hebben. Overigens is dat niet het enige waardoor een projekt kan slagen. Het welslagen van een projekt staat of valt met de wijze waarop het georganiseerd wordt. In de alleroudste projekten was wel een organisatie op touw gezet, maar de kontrole daarop liep niet goed. Het gevolg was: veel irritaties en steeds minder animo bij de zelfbouwers. In Boxtel had de architekt zich strikt gehouden aan zijn architektentaak (hij tekende voor elke bewoner tegen betaling een plattegrond). Van verdere begeleiding van bewoners is nauwelijks iets terecht gekomen. Ook de aannemer heeft zich daar niet met de bewoners ingelaten. Hij heeft even zijn kaskootje neergezet en was toen snel verdwenen. Het vervolg op dit projekt in Harderwijk is iets beter verlopen omdat daar de aannemer over een uitvoerder beschikte die goed met de bewoners overweg kon en die er ook plezier in had de bewoners buiten zijn eigenlijke werkuren te adv iseren. Bij de plannen van het Bouwfonds in Leusden en Apeldoorn werden de bewoners in een zodanig keurslijf gedwongen dat er voor hen niet veel lol aan het zelfbouwen over bleef. Ze mochten hun woning afbouwen volgens een streng tot in details uitgewerkt bestek. Afwijkingen leverden problemen op. En omdat de twee begeleiders van het projekt Leusden elkaar ook nog tegenspraken, wisten de bewoners helemaal niet meer hoe ze 't hadden. De projekten (voor zover door ons beschreven) die het beste liepen zijn de projekten waarbij alle fasen van ontwerp en - 82 -
bouw duidelijk georganiseerd en gepland waren, zoals de projekten van architekt Van Klooster. Van Klooster houdt de organisatie van zijn projekten zelf in de hand. Hij schakelt aannemers in die de formule kasko-bouw volledig onderschrijven. De aannemer weet dat hij maatvast werk moet leveren opdat de zelfbouwer zonder problemen zijn werk moet kunnen verrichten. Verder moet de aannemer een uitvoerder of begeleider inzetten die aan niet-vaklieden kan overbrengen wat het bouwen betekent. Hij moet over didaktische kwaliteiten beschikken en beschikbaar zijn op de momenten dat de bewoners (af)bouwen. De bewoners moeten bij alle beslissingspunten betrokken worden bijvoorbeeld via een vertegenwoordiging in het bouwteam. De bewoners moeten goed geïnformeerd worden. Vooraf v ia lezingen; tijdens de bouw v ia een krantje o.i.d. Er moeten duidelijke data afgesproken worden waarop cruciale beslissingen genomen moeten zijn. De oplevering moet gesplitst worden in een oplevering van het kasko (waarvoor de aannemer verantwoordelijk is) en een oplevering van de afbouw (waarvoor de afbouwer verantwoordelijk is). Er is inmiddels ook al veel onderzoek gedaan naar wat bewoners wel en niet kunnen. Ook weten we op welke momenten van de dag bewoners kunnen werken aan de afbouw. Bekend is dat een afbouw bij voorkeur niet langer dan 3 maanden moet duren, anders raakt de motivatie weg. Verder is bekend waarover bewoners zelf wensen te beslissen. En dat botst soms wel eens met de voorschriften, waarmee we aangeland zijn bij de rol die gemeentelijke en Rijksoverheid (zou moeten) spelen bij de realisatie van kasko-projekten. Gemeenten die positief staan t.o.v. zelfwerkzaamheid zullen hun best doen om alle ontsnappingsclausules uit de kast te halen als een bepaalde regel problemen oproept bij zelfwerkzaamheid. Gemeenten die tegen zelfwerkzaamheid zijn zullen zich formeel opstellen (regel is regel) en daarmee zelfwerkzaamheid onmogelijk maken. Een van de lessen die uit de tot nu toe gerealiseerde zelfwerkzaamheidsprojekten getrokken kan worden, is dat de overheid z ich zou moeten koncentreren op de handhaving van regels die echt betrekking hebben op veiligheid, gezondheid en energiezuinigheid. Daarbij hoort bijvoorbeeld niet of een aanrecht x dan wel y cm lang moet zijn en of er in een ruimte al dan niet een kast moet staan. De meeste zelf(af)bouwers beschouwen zelfwerkzaamheid als een middel om te realiseren wat ze wensen en niet als een middel tot besparing van woonlasten. Door de bewoner wordt de afbouw veel meer gezien als een onderdeel van de inrichting. Hij zal bijvoorbeeld materialen en kleuren zo kiezen dat ze bij zijn inrichting passen. Een aannemer kiest zijn materialen zo dat ze bij zijn ruwbouw resp. zijn uitvoeringsmethoden passen. De meest geslaagde zelfbouwexperimenten zijn die projekten waarbij de bewoners niet alleen zelf delen van de uitvoering verzorgden, maar ook (binnen bepaalde kaders) zeggenschap hadden over woningindeling en materiaaltoepassing. Kruciaal blijkt de wijze te zijn waarop de projekten worden voorbereid, begeleid en georganiseerd. Aan de professionele betrokkenen stelt de planning van kosten en tijd hoge eisen. Tot slot zij nog vermeld dat, voorzover dat onderzocht is, het overgrote deel van de bewoners die hun woning zelf hebben (af)gebouwd, zeer tevreden zijn over hun werk. Ook de bewoners die tegenslagen moesten overwinnen en slecht begeleid werden, zijn vol lof over wat ze gepresteerd hebben. - 83 -
- 84 -
LITERATUUR
- Bouwwereld, 1975, Casco's: fiasco of succes?, 71, nr. 3, p. 14-19 - Centrale Directie van de Volkshuisvesting en de Bouwnijverheid, 1972, 1. Cascowoningen, 2. Zelfbouwwoningen. Interne Mededelingsbrief d.d. 25 oktober. - Cobouw-Magazine, 1974, Grote meerderheid bewoners ervaart casco-huis positief, nr. 2, p. 39-41. - Eykeren, R. van, 1973, Kaskoproject Boxtel, de ervaringen van de bewoners, Tilburg (Iv A). - Groetelaers, P., 1982, In één op de acht gemeenten is cascobouw gerealiseerd, Bouw, 37, nr. 24,27 november, p. 21-24. - Groetelaers, P. en H. Priemus, 1981, Een toekomst voor zeggenschap van bewoners bij cascobouw, Bouw, 36, nr. 19, 19 september, p. 35-39. - Groetelaers, P., C.G. Jense en H. Prlemus, 1983, Dokumentatie konfrontatiekollege Volkshuisvesting ''DOE HET ZELP', Delft (THD). - Koningsbruggen, H.A.J.M., 1951, Woningbouw in vrije tijd te Culemborg, Bouw, 6, p. 846-847-852. - Maassen, Ellis, 1972, Cascoperikelen, Bouw, 27, nr. 13, p. 440-445. - Rietzschel, K.J.G., 1978, Kasko, de toekomstige opdrachtgever voor eigendomswoning? Futura, 13, januari, p. 20-24. - RIW -Instituut voor Volkshuisvestingsonderzoek, 1975, Dynamiek van de woningbouw markt, processen en symptomen, dokumentatie konfrontatiekollege volkshuisvesting 22-23 mei 1975, deel 3: Inleidingen en diskussies, Delft. - Weide, W. en A. Stolk, 1981, Zelfbouwers in Nederland, enquêteverslag, Eindhoven (stencil).
- 85 -
PUBLlKATIES VAN HET ONDERZOEKSINSTITUUT VOOR TECHNISCHE BESTUURSKUNDE
uitgegeven door Delftse Universitaire Pers Stevinweg 1 2628 CN Delft tel. (015) - 783254
Volkshuisvesting in theorie en praktijk x
H. Priemus, 'Volkshuisvesting in de vuurlinie' 1983/X + 126 blz./ISBN 90-6275-1 20-21J 30,55/gratis bij intekening op de serie
I.
H. Priemus, 'Volkshuisvestingssysteem en woningmarkt' 1983/VIII + 1112 blz./ISBN 90-6275-121-0// 30,55
2.
H. Priemus, 'Huurprijsbeheersing: omstreden instrument van volkshuisvestingsbeleid' 1983/VI + 114 blz./ISBN 90-6275-122-9//30,55
3/11
H. Priemus, 'Verhuistheorieën en de verdeling van de woningvoorraad' 1984/VIII + 336 blz./ISBN 90-6275-123-7// 70,50
5.
H. Priemus, 'Bouwproces en woningbouwmarkt' J 984/VIII + 1110 blz./ISBN 90-6275-125-3/ f 40,25
6
H. Priemus, 'Nederlandse woontheorieën' 1984/VI + 92 blz./ISBN 90-6275-126-1 /t 40,25
7.
J. van der Schaar, 'Groei en bloei van het Nederlandse volkshuisvestingsbeleid' 1986/circa 500 blz./ISBN 90-6275-1 27-X/circa 1 50,00 verschijnt: zomer 1987
8.
J. van der Schaar, 'De huisvestingssituatie in Nederland 1900-1982. Lange termijnontwikke!ing in de hoogte en in de verdeling van woonlasten'. 1986/X + 1118 blz./ISBN 90-6275-128-8/1 40,25
9.
L.G. Gerrichhausen en M. van Giessen, 'Naar nieuwe lokale bestuurlijke verhoudingen. Het partnermodel'. 1986/VIII + 68 blz./ISBN 90-6275-129-6//25,115
10.
J. van der Schaar, 'Oe non-profit huursektor: woningbeheer en -exploitatie' 1986/XII + 100 blz./ISBN 90-6275-248-9/1 33,10
11.
K. Baartmans, F. Meyer en A.A. van Schaik, 'Woningonderhoud en informele sektor. Een verkennend onderzoek naar de ontwikkeling van de verhouding tussen het formele en informele woningonderhoud' 1986/VI + 1110 blz./ISBN 90-6275-2112-X/I 40,25
12.
H. Westra, 'Non-profit woningexploitatie' 1986/VI + 103 blz./ISBN 90-6275-277-2/1 30,55
13.
A.A. van Schaik 'Huurbepaling van nieuwbouw en huuraanpassing in de voorraad' 1986/VI + 116 blz./ISBN 90-6275-257-8/1 33, I 0
14.
K. Baartmans, F.Meijer, A.A. van Schaik, 'Zelfwerkzaamheid, woningonderhoud en bouwwerkgelegenheid' 1987/VI + 164 blz./ISBN 90-6275-306-X/I 42,40
15.
H.M.H. van der Heyden (met medewerking van H.F. Kaan en A.A. van Schaik), 'Onderhoudsorganisatie en- beleid in de kommerciële huursektor' 1987/IV + 104 blz./ISBN 90-6275-0211-9 circa 1 33,00 verschijnt: augustus 1987
16.
G. Vijverberg, 'Onderhoudsplanning van non-profit huurwoningen in perspectief; een inventarisatie van zes onderhoudsplanningssystemen. verschijnt: najaar 1987. serie wordt voortgezet
o
Woonlasten en woonlastenbeleid
1.
H. van Fulpen, 'Het kostprijsvraagstuk in de volkshuisvesting' 1983/60 blz./ISBN 90-6275-201-1/1 17,80
2.
P. Groetelaers en H. Priemus, 'Woonuitgaven, woonkwaliteit en woningproduktie: inventarisatie van Nederlandse statistieken' 1983/164 blz./ISBN 90-6275-202-0/1 28,00
3.
H. Priemus, 'Woonlasten en doelstellingen van volkshuisvestingsbeleid' 1983/32 blz./ISBN 90-6275-203-9/1 10,20
4.
C.A. Adriaansens, 'De begrippen inkomen en woonlasten in de regelgeving' 1983/36 blz./ISBN 90-6275-204-7/1 12,70
5.
H. van Fulpen, 'Woonlasten- en inkomensbegrippen in onderzoek en statistiek' 1984/II1 + 50 blz./ISBN 90-6275-205-5/1 15,30
6.
J. van der Schaar, 'Woningcorporaties en non-profit verhuur' 1983/60 blz./ISBN 90-6275-206-3/1 15,30
7.
J. van der Schaar, 'Trends in woonlasten' 1984/III + 84 blz./ISBN 90-6275-207-11f 20,15
8.
H. van Fulpen en H. Priemus, 'Relaties tussen woonlasten en woning-, resp. bewonerskenmerken' 1984/IV + 44 blz./ISBN 90-6275-208-XIf 15,30
9.
J. van der Schaar, 'Woonsubsidies en overheidsbudget' 1984/III + 32 blz./ISBN 90-6275-209-8/1 12,70
10.
P. Groetelaers, 'De ontwikkeling van de nieuwbouwkwaliteit van woningen, 1977-1981; analyse op basis van de kwalitatieve woningbouwdocumentatie' 1984/VI + 72 blz./ISBN 90-6275-210-1// 1.5,30
11.
H. Priemus, 'Financiële stromen bij woningbouw en woningvoorraadbeheer' 1984/III + 24 blz./ISBN 90-6275-2I1-X/I 10,10
12.
C.A. Adriaansens, 'Subsidiëring van de volkshuisvesting' 1984/III + 60 blz./ISBN 90-6275-214-41f 17,80
13.
H. van Fulpen, 'Een internationale vergelijking van woonuitgaven' 1984/111 + 49 blz./ISBN 90-627.5-213-6/1 15,30
14.
H.A. Caron, H. Priemus, 'Lokale woonlastenonderzoekingen als maatschappelijk signaal' 1985/IV + 382 blz./ISBN 90-6275-212-8/1 50,35
15.
H. Priem us, 'Nieuwbouw van gesubsidieerde huurwoningen; de ontwikkeling van objektsubsidies en aanvangshuren 1970-1982' 1984/111 + 80 blz./ISBN 90-6275-215-2// 17,80
16.
H. Priemus, 'Toepassing van de BGSH 1975 bij woningwetwoningen (1982 - medio 1983); kwantitatieve analyse van het gebruik van de huurtabel' 1984/III + 44 blz./ISBN 90-6275-216-0/1 15,30
17.
H. Priem us, 'HuurvaststeJling van gesubsidieerde nieuwbouw: de ontwikkelingen van het beleid in de periode 1974-1984' 1984/IV + 67 blz./ISBN 90-6275-217-9//17,80
18.
H. Priemus, 'Plaatsbepaling van het beleidsinstrument "Objektsubsidiëring'" 1984/I1I + 74 blz./ISBN 90-6275-219-5// 20,40
19.
H. Westra, 'Exploitatie van woningwetwoningen, fondsen en reserves' 1984/IV + 82 blz./ISBN 90-6275-218-7/1 20,40
20.
J.B.S. Conijn, P.H.F. van Deutekom en I.L. Ooms, 'De verdeling van de individuele woonuitgaven, 1982-1994, de koopsektor'. verschijnt: najaar 1987
21.
H. Westra, 'Exploitatie van woningwetwoningen: analyse per complex' 1985/VI + 94 blz./ISBN 90-6275-181-4// 17,80
22.
J. van der Schaar, 'Verdelingsbeleid en subsidietechniek: subjektsubsidies en -heffingen' 1985/VIII + 62 blz./ISBN 90-6275-174-1/1 17,80
23.
J.B.S. Conijn, P.F.H. van Deudekom en I.L. Ooms, 'De hoogte en de verdeling van de individuele woonuitgaven 1981-2000; De huursektor' 1987/II1 + 152 blz./ISBN 90-6275-290-X/I 18,55
24.
A.M. Vervaet, 'Individuele huursubsidie tussen volkshuisvestings- en inkomensbeleid' 1986/circa 100 blz./ISBN 90-6275-259-4/1 28,00
25.
H.M.H. van der Heijden en H. Westra, 'Aankopen van particuliere woningen door toegelaten instellingen en gemeenten' 1986/circa 100 blz./ISBN 90-6275-258-6/circa I 20,00 verschijnt: najaar 1987
26.
A.M. Vervaet, 'Huren en inkomens in en buiten stadsvernieuwingsgebieden; een verkenning' 1987/VI + 60 blz./ISBN 90-6275-253-5//18,55
27.
H. Priemus, Balans van het onderzoeksprojekt 'Woonlasten en woonlastenbeleid'. verschijnt: najaar 1987 Einde van de serie.
m
Zelfwerkzaamheid en volkshuisvesting waarin ook opgenomen rapporten "TH Beleidsruimteonderzoek Zelfwerkzaamheid in de woningbouw"
1.
H. Priemus, 'Zelfwerkzaamheid in de volkshuisvesting. Inleidende analyse' 1985//11 + 188 blz./IS8N 90-6275-222-5/1 28,00
2.
J.H.M. van Bokhoven en P. Groetelaers, 'Vroege experimenten met zelfwerkzaamheid in Nederland' 1987/circa 120 blz./ISBN 90-6275-303-5/circa I 23,00 verschijnt: najaar 1987
3.
P. Groetelaers, 'Evaluatie van het projekt van 49 casco-koopwoningen te Kockengen' 1984/IV + 140 blz./ISBN 90-6275-221-7// 22,90
4.
A.L.M. Hoenderdos, A.W.C. Metselaar, 'Huurderszelfwerkzaamheid in een ERA-flat, Zoetermeer' 1985/IV + 192 blz./ISBN 90-6275-223-3/1 28,00
5.
J.H.M. van Bokhoven en P. Groetelaers, 'Zelfbouw in houtskeletbouw; 64 patiobungalows in Rotterdam' 1987/circa 100 blz./ISBN 90-6275-249-7 /circa I 20,00 verschijnt: najaar 1987
6.
J.H.M. van Bokhoven, A. W.e. Metselaar, 'Evaluatie van Bouw-T-Zelf huizen in Amsterdam' 1986/circa 60 blz./ISBN 90-6275-250-0/circa I 15,00 verschijnt: najaar 1987
7.
C.A. Adriaansens, 'Juridische aspecten van zelfwerkzaamheid in huurwoningen' 1986/II1 + 140 blz./ISBN 90-6275-197-0// 22,90
8.
A.L.M. Hoenderdos en A.W.e. Metselaar, 'Beleid en ervaringen van non-profit verhuurders bij huurderszelfwerkzaamheid' 1986/I/l + 40 blz./ISBN 90-6275-233-0/1 15,30
9.
A. W.C. Metselaar, 'Cascowoningen: exploitatie en woonuitgaven' 1986/circa 60 blz./ISBN 90-6275-302-7 /circa I 15,00 verschijnt: najaar 1987
10.
F. Meijer, 'Zelfwerkzaamheid en renovatie. Vergoedingen voor zelf aangebrachte voorzieningen en zelfwerkzaamheid bij renovatie van aangekocht particulier bezit in de gemeente Den Haag' 1987/IV + 121 blz./ISBN 90-6275-302-7/1 22,90
11.
A. Graafland, 'Zelfwerkzaamheid in de woonomgeving; de omvang in Nederland, de houding van gemeenten en bewoners' 1986/354 blz./ISBN 90-6275-296-9/1 50,35
12.
A.L.M. Hoenderdos en A. W.C. Metselaar, 'Evaluatie van de planprocedure van 93 huurcascowoningen in Huizen' 1986/circa 100 blz./ISBN 90-6275-251-9/circa 1 20,00 verschijnt: najaar 1987
13.
A. Graafland, 'Evaluatie experimenteel drager-inbouw projekt in Dronten: Ex 82/06 Naar flexibel wonen' 1986/IV + 126 b1z./ISBN 90-6275-297-7/1 22,90
IV
Exp1oitatieproblemen van naoorlogse woningen waarin ook opgenomen rapporten van het onderzoek: 'Dreigende sloop van naoorlogse woningen: oorzaken, lessen en preventie'
1.
A.L.M. Hoenderdos, N.L. Prak, H. Priemus, 'Verval van naoorlogse woningen: een probleemschets' 1986/IV + 44 blz./ISBN 90-6275-269-1/f 15,30
2.
P. Groetelaers, 'Betonschade, oorzaken, herstel en financiële konsekwenties' 1985/IV + 82 blz./ISBN 90-6275-169-5/117,80
3.
N.L. Prak, 'De Linnaeusstraat e.o. Gebouwd in 1947, gesloopt in 1977' 1985/IV + 70 blz./ISBN 90-6275-180-6/1 17,80
4.
H. Priemus, 'The Spirit of St. Louis': de neergang van Pruitt-Igoe' 1986/IV + 88 blz./100 blz./ISBN 90-6275-254-3/f 20,40
5.
A.L.M. Hoenderdos en A.W.C. Metselaar, 'Beleid en ervaringen van non-profit verhuurders met exploitatieproblemen en leegstand van naoorlogse woningen' 1986/circa 200 blz./ISBN 90-6275-255-I/circa 1 40,00 verschijnt: najaar 1987
6.
A.L.M. Hoenderdos, (voorlopige titel) 'De Bijlmermeer Amsterdam' 1987/circa 120 blz./ISBN 90-6275-304-3/circa 1 23,00 verschijnt: najaar 1987
7.
H.P. Heeger, A.LoM. Hoenderdos, A.W.C. Metselaar en J. Vermeeren, (voorlopige titel) 'Het Grevelingencomplex te Den Helder' 1987/circa 120 blz./ISBN 90-6275-305-1 /circa 1 23,00 verschijnt: najaar 1987
8.
M.F. Coenen, 'Potentiële probleemkomplexen in Nederland. Een eerste inventarisatie' 1986/IV + 38 blz./ISBN 90-6275-289-6/1 10,20
V
Leegstand en huurderving
1.
H.M.H. van der Heijden, 'Leegstand: begrippen en statistische gegevens' 1986/111 + 68 blz./ISBN 90-6275-270-5/1 17,80
2.
F. van der Zon, 'Huurderving in de korporatiesektor en verhuurproblemen in naoorlogse korporatiekomplexen' 1986/111 + 65 blz./ISBN 90-6275-268-3/1 17,80
VI
Bouwinformatica
1.
H.L. Swets, 'Woningbouw: netwerk van deelprocessen' 1987/X + 84 blz./I SBN 90-627 5-011-7/f 26,50
2.
H.L. Swets, 'Informatieverwerking tijdens de besteksfase' 1987/X + 42 blz./ISBN 90-6275-013-3/1 18,55
3.
W.J. Stam, P. Groetelaers, W.A.H. Thissen, 'Informatiestructurering in de bouw; eerste verkenning en evaluatie van initiatieven' 1987/X + 44 blz./ISBN 90-6275-016-8// 18,55
VU
Engelstalige uitgaven
1.
H. Priemus , 'Who will pay the Housing Bill in the Eighties ?' 1983/VI + 128 pp./ISBN 90-6275 -119-9/1 40,25 Joint edition with internat ional Federati on tor Housing and Planning
2.
H. Priemus , 'Housing Allowan ces in the Netherla nds: product of a conserva tive or progressive ideology ?' 1984/VI + 126 pp./ISBN 90-6275 -146-6/1 40,25
3.
N.L. Prak en H. Priemus , 'Post-wa r Public Housing in trouble' 1985/VI + 200 pp./ISBN 90-6275 -167-9/1 40,25
vm
Diversen
I.
H. W.M. Toneman , 'Sociale alarmeri ngssyste men. Advies aan Patrimo niums Wonings tichting Ridderk erk' 1986/IV + 67 blz./ISB N 90-6275 -294-2/1 12,70
kan ongefrankeerd worden verzonden
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Antwoordnummer 10150 2600 VB Delft
Onderzoeksinstituut voor Technische Bestuurskunde (OTB) Thijsseweg 11 2629 JA Delft
Reaktie naar aanleiding van working paper nr•••••_
Afzender: