VRIJHEID EN VRIJE TIJD Martin Roos, maart 1998 Jaren lang hebben arbeidersbewegingen over de gehele wereld geijverd voor redelijkheid in de arbeidsverdeling en beloning. Het is nog niet zo lang geleden dat arbeiders meer dan 50 uur per week moesten werken en ik herinner mijzelf dat ik 's zaterdags moest werken. Pas later werd het een halve zaterdag en nog weer later werd de zaterdag als werkdag afgeschaft. ledereen was gelukkig, want we zijn uiteindelijk niet op de wereld gekomen om te werken. Er is niets op tegen, men verdient daarmee de kosten om in het onderhoud van zichzelf en eventueel van z'n familie te voorzien. Bovendien is werken een goed middel tegen verveling en als men in z'n werk suksesvol is dan geeft dit voldoening, maar meer ook niet. We stellen prijs op onze vrijheid. Waarom is een vrije dag of vakantie anders zo begeerd? Dit moeten we leren waarderen. Werken is niet het hoogste goed. Maar onze vrijheid en vrijetijdsbesteding. Waarom verlegt in het bijzonder de Arbeiderspartij niet het accent op dit punt. Laten zij zich inspannen de beschikbare arbeid beter te verdelen, zodat meer mensen van hun vrijheid (vrije-tijd kunnen genieten). VRIJ-BEROEPER Niemand in de politiek, van geen enkele partij, maakt zich sterk om het imago van de arbeidsloze te verbeteren. Waarom heet het niet dat hij "vrij-beroep-lijk"is. Dat is hij toch in feite ook. Hij is vrij om een nieuwe baan aan te pakken en hij zal het ook zeker doen als die zich biedt. Waarom wordt hij niet automatisch geregistreerd als hij z'n baan verliest en ontvangt hij niet automatisch een vrijberoepssalaris (VBS). Waarom zijn er geen van overheidswege georganiseerde sociteiten waar deze "reservisten" elkaar kunnen ontmoeten, waar een soort banenbank geopend is en uitgelegd wordt hoe men, als men dat zou willen, een eigen bedrijf kan opzetten Daarbij moet natuurlijk eerst een grondig onderzocht worden of er überhaupt kans op siagen is. De praktijk zal leren dat die kans uiterst gering is. Dit is niet negatief bedoeld maar hoogst realistisch. Men zal voor de vrij-beroepers meer inspanningen moeten doen opdat deze hun vrije-tijd zo optimaal kunnen benutten. Sport en spel zijn gezond. Daarom zullen sportverenigingen, ja ook tennisclubs en golfclubs, toegankelijk moeten worden voor deze groepering en zonodig van staatswege daartoe ndersteund moeten worden. Ditzelfde moet gelden voor cursussen, opleidingen, musea en theaterbezoek, enz. Een verdere mogelijk is bijvoorbeeld projekten te starten, waar vrij-beroepers uit verschillende sektoren gezamenlijk met professionele handwerkers de bouw van een eigen huis kunnen realiseren. Zo slaat men twee vliegen in 66n klap. De bouwindustrie wordt gestimuleerd en het eigen huizen-bezit neemt toe. Maar ook aan verenigingsgebouwen, sporthallen e.d. zijn projekten waaraan in dit kader te denken valt. EEN STELLING DIE NIET IEDEREEN ZAL BEGRIJPEN (ACCEPTEREN) Arbeidsloos zijn is dus niet erg. In tegendeel. Het heeft veel voordelen zoals al aangegeven. Het nadeel is het geld. Je bent aangewezen op arbeidslozengeld/- hulp. Dat komt van de Staat en de Staat heeft geen geld, zeggen ze. Daaarom doen ze zo moeilijk over al die werklozen. Daarbij zien ze een ding over het hoofd. Ze menen dat de economische situatie al die werklozen veroorzaakt, maar dat is maar voor een heel klein gedeelte waar. Hoor maar . Bij Apparatenfabriek X worden door interne organisatie 500 man ontslagen. Er is de laatste jaren door investering in betere produktiemiddelen en door efficiencyverbeteringen een overschot aan personeel ontstaan. Eigenlijk wisten die 500 man dat al want ze hadden steeds minder te doen gehad, terwijI het bedrijf goed draaide. Na ontslag van die 500 man draait apparatenfabriek X nog beter. De aandeelhouders krijgen aan het eind van het jaar meer dividend en ook de staat krijgt z'n deel. Bierbrouwerij Y verdubbelt z'n z'n capaciteit zonder een man extra aan te stellen. Alleen door toepassing van nieuwe technologie wordt de omzetverdubbeling bereikt. De winst neemt met 40% toe. De aandeelhouders zitten goed en ook de Staat incasseert. Daarmee kan de Staat heel gemakkelijk die 500 arbeidslozen van Apparatenfabriek X betalen, maar de Staat is weet niet goed met z'n middelen om te gaan. Zij doet verkeerde investeringen, betaalt hoge pensioenen aan hoge beamten die er eigenlijk geen recht op hebben. De Minister van Defensie heeft nieuwe jachtbommewerpers nodig en de Staat schenkt 300 miljoen aan de Serviers die in hun onafhankelijkheidsstrijd zo veel verloren hebben. En dan is men de Joodse gemeenschap nog een beetje Wiedergutmachung (na bijna 60 jaar) schuldig. Dan schenkt de Staat aan de nieuwe bewoners van de villa's aan de "goudkust" van Bad Schönhausen nog eens enkele miljoenen aan bouwsubsidie en kinderbouwgeld. Nee de Staat is een siechte penningmeester. Bij elke sportvereniging zou zo'n penningmeester er al lang uitgetrapt zijn. De Staat ziet gewoon niet in dat bij een gelijkblijvend of stijgend nationaal inkomen, er genoeg geld is voor arbeidslozenuitkeringen (pardon voor VBS). Ze moeten daartoe niet alleen in het potje kijken dat gevuld wordt door
arbeidslozenpremies, want dat wordt steeds minder. Logisch niet waar. Het zou ook beter zijn die arbeidsloosheidspremie af te schaffen. De betalingen van de VBS zou gewoon uit de belasting pot moeten gebeuren uit het budget van de Minister voor Arbeid (beter Minister voor Vrijheid en vrije tijd), HOE HET VROEGER WAS Als ik in gedachten terugga naar min kinderjaren, dan zie ik mensen, werkende mensen, die er vandaag de dag niet meer zijn. Ze zijn weggerationaliseerd. Voorbeelden?. De verkeersagent die met handgebaren het verkeer regelde. Hij is vervangen door de verkeerslichten. De melkman, de bakker, de groenteman. Zij trokken met hun kar langs de huizen en brachten de huisvrouwen hun waren tot bij de voordeur. De supermarkt kwam voor hen in de plaats. De vuilnisman kwam elke week de vuilniston legen. Nu staan er drie tonnen voor de deur die zo af en toe geledigd worden. De straat werd regelmatig geveegd door een man van de reiniging. Nu moet je dat zelf maar doen. Op de tram of de bus kwam een conducteur langs die je een kaartje verkocht. Nu is er een automaat voor hem in de plaats gekomen. In de wijk waar ik woonde was er de wijkagent, die met z'n handen op de rug door de wijk wandelde. Nu racen de groen-wit geschilderde Ford's met loeiende sirene en meestal met mannetje en vrouwtje op de voorstoelen naar de plaats van het onheil. De postbode ging met een zware leren tas met z'n brieven nog 3 trappen hoog. Nu brengt een nietgeuniformde Ze menen dat de economische situatie al die werklozen veroorzaakt, maar dat is maar voor een heel klein gedeelte waar. Nu brengt een niet-geuniformde jonge vrouw de brieven met een karretje rond. En zo kan ik nog wel even doorgaan. In de bedrijven is het net zo gegaan. Toen ik na m'n schooltijd met werken begon moest ik nog alles uit met hoofd of met een stuk papier en potlood berekenen. Na een paar jaren kreeg ik een rekenmachine. Een stuk mechaniek met druktoetsen en een slinger. Het was een hele verbetering. Pas jaren later kwam de computer en nog weer later de PC Hoeveel eenvoudiger en sneller ging alles. Nieuwe technologien deden in de industriele wereld hun intrede. Alles was er op gericht sneller, beter en efficienter te kunnen werken. Neem maar de spuitgietmachines voor lichtmetaal en kunststof. Honderden onderdelen per uur, waar vroeger dagen en weken voor nodig waren. In de autoindustrie deden montagerobotten hun intrede. In de drukkerijwereld draaien enorme drukautomaten gigantische oplages om te voorzien in de vraag. Volautomatische papierinvoer, drukinktverdeling, precisiecontrole, vouwen, snijden en bundelen. Een machine doet het werk van 20 man. Met al deze voorbeelden heb ik niet de bedoeling een "goeie ouwe tijd" te schilderen, maar om aan te geven waar de verschillen met vroeger liggen. Dat de materiele wensen en behoeften van de mens van heden op een hoger peil liggen dan die van kort na de oorlog is eveneens duidelijk. WINST MAKEN, GELD VERDIENEN, NIETS OP TEGEN Dat handel en industrie inspeelt op de behoeften van de mens is duidelijk. Ditt geldt vanaf de bakker op de hoek tot de multinational. Dat men vanwege concurrentie niet naar believen de verkoopprijzen kan verhogen, maakt het noodzakelijk zo efficient mogelijk te werken en dit is ook begrijpelijk. Er moet winst gemaakt worden. De aandeelhouders rekenen erop. Dat men tot meer winst kan komen als de produktiekosten zo laag mogelijk zijn is geen nieuws. Tot de produktiekosten behoren arbeidskosten. Arbeidskosten (Lonen) zijn relatief hoog, bovendien steekt in een arbeidskracht risiko's, die verzekerd moeten worden.en wat ook geld kost. Hij kan ziek worden of een ongeval krijgen, hij kan minder gemotiveerd zijn, hij wil met vakantie en maximaal een xaantal uren per week werken Daarom is het logisch en nimmer te verwijten dat een onderneming, groot of klein, naar alternatieven zoekt. Het is een kwestie van goed-management. Die alternatieven zijn:
nieuwe technologien, machines, cuomputers, robotten . Een machine wordt niet ziek, mekkert niet dat hij een dag extra vakantie wilt. Werkt ononderbroken dag en nacht. Behoeft zelfs geen warmte of licht op z'n werkplek.
goedkopere arbeidskrachten in de vorm van vrouwenarbeid. (hierover later meer) goedkopere arbeidskrachten importeren uit landen, waar de behoeften op een lager plan liggen als hier te lande.(een handwerker uit bijv. Turkije doet zijn werk voor minder loon )
arbeid exporteren naar landen, waar de Ionen (behoeften) lager liggen als hier te lande.
DIENSTVERLENING NIET MEER WAT HET WAS Ook in de dienstverlenende sektor probeert men zo veel mogelijk winst te maken, resp de kosten zo laag mogelijk te houden. Dit is eigenlijk niet terecht, want de dienstverlening moet een service zijn van de Staat tegenover de burger. Het maken van een rit met de bus of met de trein, het ontvangen en verzenden van een brief. de bescherming door een goed politieapparaat, het ophalen van het huisvuil, de aanleg en het onderhoud van wegen, het zijn allemaal zaken waar we als burger recht op hebben. We betalen er niet alleen belasting voor, maar dragen ook verder ons steentje bij bij de exploitatie van de verschillende installingen. Denk aan de bus- en treinkaartjes, aan de postzegels, aan de reinigingsbelasting, aan de wegenbelasting, enz. In principe is daar niets op tegen. In deloop der jaren echter heeft echter een verkeerde veronderstelling bij de Staat stelling genomen. De genoemde service aan de burger mag niets kosten, nee, moet zo mogelijk winstgevend zijn. Als de Staat hier dan geen kans toe zag, werd een dienstverlenende tak gewoon gepriviticeerd. Gingen de prijzen voor een treinkaartje dan weer eens omhoog, dan kon men er in elk geval niet de regering de schuld voor geven. Om de kosten te beperken resp. te trachten winst te maken, werden in de achter ons liggende jaren vele andere maatregelen genomen:
minder personeel (geen conducteurs, maar kaartjesautomaten, geen stratenvegers, maar aan de bevolking het werk overlaten) * vervangen van mannelijk (duur) door vrouwelijk(goedkoper) personeel
minder onderhoud aan gebouwen, stations en perrons kleinere steden laten wegvallen van z.g. onrendabele trajekten laten wegvallen van z.g. onrendabele ophaaldagen, daardoor stinkend Bioafval in de zomer laten wegvallen van z.g. onrendabele postkantoren verhogen van tarieven het opzetten van particuliere instanties, die gedeeltelijk het werk van overheidsinstanties over hebben genomen. Bijv. de beveiligingsdiensten naast de politie.
Voor de kostensparende maatregelen in de handel of industrie kan en moet men begrip hebben. In de dienstverlenende sektor is dit niet het geval. Het is van de regering van een land onjuist om de dienstverlening waarop een burger recht heeft, eenvoudig te verminderen, af te schaffen of daarvoor (soms langs de omweg van het middel van privaticering) onevenredig hoge prijzen te verlangen. Als je autoradio gestolen wordt doet de politie niets (te weinig personeel). Als je verkeerd parkeert mag je als burger DM 35,-- betalen aan een geprivaticeerde handlangerbedrijf van de politie. GELIJKBERECHTGING In het plaatje dat ik schilderde van hoe er vroeger ging, hoorde heel duidelijk de vrouw nog thuis. Pa ging werken. Moeder deed de was, kookte de pot, hield het huis schoon, enz. Als je uit school kwam dronk je met moeder thee en ik had de indruk dat de meeste moeders daar mee tevreden waren. lk heb een goed inkomen, dus mijn vrouw hoeft niet werken, was een veel gehoorde uitspraak. Natuurlijk waren er werkende vrouwen. Jonge meisjes en -vrouwen die (nog) geen man gevonden hadden en vrouwen die liever alleen of met een vriendin samenwoonden werkten veelal wel. In de verpleging, detailhandel en het onderwijs bijvoorbeeld. Een enkele vrouw kwam je tegen als arts of predikant. Op een gegeven ogenblik echter lieten vrouwen van zich horen. Gelijkberechtiging heette het . Vrouwen wilden ook een baan. Scholen waar normalerwijze alleen jongens heengingen, openden hun deuren ook voor meisjes. Ze werden postbode, conducteur, politieagente, hoofd van de school, enz, enz. Kortom, ze kwamen op stoelen te zitten, die jarenlang alleen maar door mannen bezet waren. (In reklamebedrijven, op verkoopkantoren, in de makelaardij, in de uitgeverswereld, bij banken). Ja vrouwen werden zeifs soldaat, onderofficier en officier in het leger en bij de marine. Vrouwen gingen ook voetballen en wielrennen. Het was voor vrouwen ook niet moeilijk om een baan te vinden. Stimme ondernemers hadden allang uitgevonden dat vrouwen inderdaad heel goed mannenwerk konden doen, dat ze gewilliger waren en, dat ze goedkoper waren.... Soms denk ik dat de gelijkberechtiging een uitvinding van ondernemers kan zijn geweest.
Vandaag de dag staat In elke advertentie waarin een baan wordt aangeboden naast de baanbeschrijving zonder mankeren ook "mannelijk/vrouwelijk" . Ontbreekt dit dan kan een vrouw zich niet aangesproken voelen en menen voor de bedoelde baan niet in aanmerking te komen. In de politiek is het de gewoonte geworden voor bepaalde "raden" of "kringen voor te schrijven dat er minstens x vrouwen daarvan lid moeten zijn.. Hoewel ik geen cijfers heb voorliggen, kan ik me goed voorstellen dat in 1990 zeker 50 % meer vrouwen aan het arbeidsproces deelnamen als in 1950. Het is nu zo dat in een familie het salaris van zowel man en vrouw absolute noodzaak zijn om in het levensonderhoud te voorzien. Doorsnee-verdieners kunnen zich alleen door samen te werden de koop van een eigen huis veroorloven. Dat deze ontwikkeling mede oorzaak is van een hoge arbeidsloosheid wordt maar zelden genoemd. Hij die dit zou wagen riskeert dat hem discriminatie van de vrouw in de schoenen geschoven zou kunnen worden..
HOE NU VERDER? Maar intussen zitten we met een probleem. Het arbeidslozenprobleem voor zowel mannen als vrouwen. Politici hebben, zoals in de aanvang al gezegd, er hun mond vol van. Arbeidsplaatsen schaffen, een verbond voor arbeid. Het zijn allemaal kreten, die kant nog wal raken. Het is net zo stom om te zeggen dat je als regering een afzetsmarkt wilt vergroten, en in feite gaat het daarom. De afzetsmarkt vergroten kan alleen de ondernemer. Alleen in de dienstverlenende sektoren, zoals hiervoor genoemd, kan men als regering er voor zorgen dat er meer mensen aan de slag kunnen. Belastingverlaging voor ondernemers brengt niets. Voor het voordeel dat een ondernemer daarvan ondervind koopt hij in het gunstigste geval nieuwe technologie in. Het is naief om te denken dat een ondernemer daardoor ook maar een man of vrouw meer zal aanstellen. Nou goed, een of twee misschien, maar een oplossing is het niet, integendeel. Het huidige machinepark is verouderd. Men heeft becijferd dat als men het Duitse machinepark op de nieuwste stand de r techniek zou brengen er nogmaals 2 miljoen werklozen bij zouden komen. Met de dreiging van een grote schuldenpot op de achtergrond, moet de belastingverlaging voor ondernemers gecompenseerd worden. Dat zal dan wel moeten via belastingverhoging van arbeidnemers. Omdat dat niet al te drastisch mag gebeuren zullen ook gepensioneerden moeten meebetalen. Een katastrofale ontwikkeling. En dan denkt men eraan ook de Mehrwertsteuer te verhogen. Allemaal maatregelen waardoor de klein-verdiener het meest getroffen wordt. WAT MOET ER GEBEUREN? Er zijn een aantal dingen die moeten gebeuren en die eigenlijk in het bovenstaande al duidelijk zijn omschreven:
Men zal het arbeidsoverschot (de vrij-beroepers) niet alleen moeten accepteren, maar er van uit gaan dat hun aantal nog fors zal stijgen. Men zal de vrij-beroepers een "menselijke" status moeten geven.
Er zullen societeiten geopend moeten worden, waar vrij-beroepers elkaar kunnen treffen en waar ze voorgelicht
kunnen worden over diverse onderwerpen, waar een banenbank is ingericht die kan bemiddelen bij het zoeken naar (deeltijd)werk. Er zullen verschillende projekten, zoals woningbouw, bouw van sporthallen, verenigingsgebouwen enz. enz, moeten worden gestart, waarbij vrij-beroepers samenwerken met professionele handwerkers De toegang tot sportverenigingen moet voor vrij-beroepers vergemakkelijkt worden door overheidssteun aan die verenigingen De toegang tot cursussen (denk aan muziek, tekenen, schilderen, tuinieren enz. moet voor vrij-beroepers vergemakkelijkt worden door overheidssteun aan de instellingen die deze cursussen organiseren. De vrij-beroepers dient een vast inkomen verschaft te worden afhankelijk van hun staat van dienst en familiesamenstelling.
Winsten van ondernemingen dienen kwa omzet en kwa aantal arbeidnemers belast te worden. Dienstverlenende overheidsinstellingen moeten verplicht worden hun diensten te verbeteren door personeel aan te stellen.(via vrij-beroeperssocieteit), en hun tarieven op acceptabel niveau te brengen. Een beter, eenvoudiger en eerlijker belastingstelsel dient ingevoerd te worden, waarbij het inkomen van samenwonende twee-verdieners (gehuwd of niet) samen geteld wordt, waarbij kinderbijslag en kinderbouwgeld wordt afgeschaft. Kinderrijke families zullen begunstigd worden via een belastingvrije som, zodat (zeer) veelverdieners niet dezelfde begunstiging ontvangen als weinig-verdieners. Natuurlijk zijn nog vele maatregelen denkbaar en wenselijk om aan de heersende misstanden een einde te maken. RIJK EN ARM IN EUROPA Elk land in Europa heeft zo z'n eigen filosofie over democratisch, sociaal gerecht, rationeel, weloverwogen, eerlijk, enz. Het communistische systeem heeft bewezen niet te functioneren. Dit mag echter niet leiden tot de overtuiging dat het kapitalisme zaligmakend is en de politiek daarop gericht gaat worden. Het gaat er helaas in een aantal landen steeds meer op lijken. De rijken worden rijker en de armen steeds armer. Er zijn nu al enkele duizenden z.g. miljoenverdieners in Duitsland. Mensen die een jaarinkomen hebben van meer dan een miljoen. Men kan nog zo veel kwaliteiten hebben en nog zo veel verantwoording dragen, dit zou niet moeten kunnen. Het zijn echter situaties die zijn ontstaan en die niet eenvoudig ongedaan gemaakt kunnen worden. In plaats dat deze zeer veelverdieners ook zeer veel belasting betalen, zien deze echter kans op slinkse wijze de belasting te ontduiken. Bovendien is in Duitsland, maar waarschijnlijk ook in andere Europese landen) de belastingwetgeving zodanig dat de kansen daartoe verschaft worden. Het is verder zo dat deze rijken in onze samenleving soms meeprofiteren van voordeeltjes die eigenlijk voor de minder-vermogenden bedoeld zijn. Verder is het zo dat het soms zeer aantrekkelijk kan zijn, naar het buitenland te verhuizen om daar van gunstiger belastingfaciliteiten te profiteren. Hoeveel bemiddelde Nederlanders zijn naar Belgie vertrokken? Hoeveel Belgen hebben niet een bankrekening in Nederland en omgekeerd. Verschalen belastingstelsels en systemen zijn daarvoor de grootste oorzaak. MAATREGELEN NEMEN Daarom zijn een aantal maatregelen zonder meer noodzakelijk om tot realistischer en eerlijker verhoudingen te kunnen komen.
Er zouden maatregelen moeten worden getroffen die "kapitaalvlucht" niet langer mogelijk maakt. In het algemeen dienen de inkomsten (salarissen, Ionen en belastingen binnen Europa op eenzelfde peil gebracht te worden. (Hoe kan er anders sprake zijn van een Euro)
Het stelsel van verzekeringen, Ziektekostenverzekeringen, Pensioenverzekeringen, maar ook Huis- en Huisraadverzekeringen zullen binnen Europa genormaliseerd moeten worden. Hier ligt een zinvolle taak voor het Europees parlement en pas dan is de invoering van een Euro denkbaar.
Het hele stelsel van belastingen, belastingbegunstigingen, kinderbijslagregelingen enz zal binnen Europa genormaliseerd moeten worden. Ook hier ligt een dankbare taak voor het Europees parlament VOORBEELDEN VASN ENKELE VERSCHILLEN In Nederland hoeft men niet pers6 getrouwd te zijn om het belastingtarief voor twee-verdieners te betalen. Twee samenwonenden in Duitsland betalen elk over hun inkomen bijv.25%. Zouden zij gehuwd zijn dan zou dit over het gemeenschappelijke inkomen 30% zijn. In Nederland betaalt men dit ook als men samenwoont! Als men in Nederland een eigen huis koopt, en een lening moet afsluiten, dan is de rente van het (gemeenschappelijke) inkomen aftrekbaar. Rente bijv. per jaar 15000,--, dan jaarlijks zo'n 4500,-- voordeel en dat gedurende de gehele Iooptijd van de lening, wat dus kan oplopen tot totaal 90000,--. In Duitsland
krijgt men DM 2500,-- of 5000,-- afhankelijk oud- of nieuwbouw en dat gedurende 8 jaar. Het is dus niet afhankelijk van een lening. D.w.z. degenen die geen lening nodig hebben of met andere woorden genoeg geld hebben krijgen dit voordeel ook. In Duitsland kent men echter ook kinderbouwgeld, wat men in Nederland niet kent. Ook kinderbouwgeld wordt verschonken aan iedereen die een huis koopt, lening of niet. Het Nederlandse systeem is verreweg eerlijker en socialer. In Duitsland betaalt men Kerk-belasting. In Nederland meent men dat de Kerk en de Staat gescheiden zijn. Elke Nederlander komt vrijwillig en naar draagkracht zijn verplichtingen jegens zijn kerk na, via de jaarlijkse Kerkbelans en de collecties tijdens de kerkdiensten. In Nederland is een auto, vanwege een z.g. verbruiksbelasting op de koopprijs, aanzienlijk duurder dan in Duitsland, waar men deze belasting niet kent. Ogenschijnlijk onbelangrijk, maar juist daarom waarom niet geregeld en genormaliseerd? In Nederland kennen we o.a. een bankbiljet van 25,-- en van 50,--, en een munt van 0,25 en van 2,50. Waarom werd de cent al heel lang geleden afgeschaft? Waarom heeft men in Duitsland o.a. DM 20,-bankbiljetten en is de eenpfennig en het tweepfennig stuk nog altijd een normaal betaalmiddel? Zo zijn tussen Nederland en Duitsland nog wel enkele kenmerkende systeemverschillen te vermelden. lk ken de verschillen in systemen tussen de andere landen binnen Europa niet, maar dat ze er zijn staat buiten twijfel. Waarom worden de onderlinge verschillen niet uitvoerig geanalyseerd. De beste systemen zouden voor alle landen doorgevoerd moeten worden. Eerst als we zover zijn, dan kunnen we praten over een Euro. Martin Roos, maart 1998