vrijdag
03.06.2016 20.00 Kamermuziekzaal 19.15 Inleiding door Albert Edelman en Ruud Priem
Transports Publics Heksentoeren
Biografieën Transports Publics (BE) is het barokensemble rond Thomas Baeté. De kern van de projecten is nu eens een historisch figuur, dan weer een filosofisch idee of een oud manuscript, maar altijd wordt oude muziek op een nieuwe manier relevant gemaakt in onze hedendaagse maatschappij. Zo creëerde de groep voor het Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival een productie rond de 17e-eeuwse zanger John Gostling. In 2015 verscheen bij het label Musica Ficta een eerste cd met de onontgonnen muziek van Anthony Poole. Thomas Baeté (BE) begon als koorknaap en violist in zijn thuisstad Oostende. Later nam hij zelf de viola da gamba op, om vervolgens in Brussel en Barcelona te studeren bij Wieland Kuijken, Jordi Savall en Sophie Watillon. Al snel werd hij lid van middeleeuwen-ensembles als Mala Punica en graindelavoix, terwijl hij in 2010 zijn eigen ClubMediéval oprichtte, een groep internationale jonge specialisten. Dat ensemble had in 2013 een belangrijke rol in het Gruuthuse-weekend van Concertgebouw Brugge.
Uitvoerders en programma Deborah Cachet (BE) studeerde in Leuven en Amsterdam. Ze won recent de eerste prijs in het barokconcours van Froville en zong in 2015 de rol van Cherubino in Mozarts Nozze di Figaro onder leiding van René Jacobs en cantates van Bach bij Pygmalion onder leiding van Raphaël Pichon. Ze zong verschillende rollen bij Dutch National Opera Academy en Muziektheater Transparant en is vaste solist bij Scherzi Musicali, het ensemble van Nicolas Achten. Begin dit jaar verscheen hun cd La Maddalena bij Ricercar. Reinoud Van Mechelen (BE) steeg na zijn studies in Brussel als een komeet naar de toppen van het oude-muziekfirmament, zeker door zijn deelname in 2007 aan de Académie Baroque Européenne in Ambronay en in 2011 aan Le Jardin des Voix, het jong-talentproject van Les Arts Florissants. Hij zong inmiddels tal van rollen in (Franse) barokopera’s en concerten bij dat laatste ensemble en bij Le Concert Spirituel, Pygmalion en B’Rock. Door zijn zeldzame haute contre-stem is hij veelgevraagd in Frankrijk en daarbuiten.
Deborah Cachet: sopraan (Armide) Reinoud Van Mechelen: tenor (Reinout/Renaud) Transports Publics: Annelies Decock: dessus de violon Manuela Bucher: haute-contre de violon Benjamin Lescoat: taille de violon Thomas Baeté: viola da gamba & artistieke leiding Edouard Catalan: basse de violon Jan Van Outryve: teorbe Korneel Bernolet: klavecimbel
Met teksten uit Pieter Dubbels (1625-1671), Toneelspel zonder toneelspel, Vijfde deel, Armide en Reinout, Blij-eindig treurspel vol kunst- en vliegwerken (1671) naar Philippe Quinault
— Jean-Baptiste Lully (1632-1687) Selectie uit Armide, LWV71 (1686) - Proloog: Entrée – Menuet – Rondeau - Akte I.1: Les enfers ont prédit (Armide) - Akte I.2: Contre mes ennemis à mon gré je déchaîne (Armide) - Akte I.3: Entrée - Akte II.3: Plus j’observe ces lieux (Renaud) - Akte II.4: ‘t Lieft al wat leeft (= Au temps heureux, Une Nymphe) - Akte II.4: Air de la Bergère - Akte II.5: Enfin il est en ma puissance (Armide) - Akte III.1: Sarabande - Akte III.2: Il m’aime ! Quel amour ! (Armide) - Akte III.3: Venez, venez, haine implacable (Armide) - Akte V.1: Armide, vous m’allez quitter ! (Renaud & Armide) - Akte V.1: Passacaille (Armide & Renaud) Concertgebouw Brugge maakt deel uit van REMA, Réseau Européen de Musique Ancienne in samenwerking met Musea Brugge, in het kader van de tentoonstelling De heksen van van Bruegel Met Nederlandse boventiteling KAMER MUZIEK
VOCAAL
Uw applaus krijgt kleur dankzij de bloemen van Bloemblad.
Van magisch spektakel tot intens drama Armide, de laatste opera van componist Jean-Baptiste Lully en librettist Philippe Quinault, beloofde een grandioos spektakel te worden. Een meeslepend drama over de hartstochtelijke, maar onmogelijke liefde van de tovenares Armide voor de ridder Renaud, Europa’s beste zangers en dansers, decors van de exotische paleizen uit Damascus, en een slotcataclysme waarin Armides paleis ineenstort. Bij de première op 15 februari 1686 toonde het publiek echter weinig enthousiasme. De oorzaak hiervoor lag waarschijnlijk bij de afwezigheid van Lodewijk XIV, die sinds enkele jaren de ‘immorele’ luxueuze theaters van Parijs meed omwille van zijn hernieuwd katholiek geloof. Ondanks de koninklijke afkeuring, geraakte het Parijse publiek toch in de ban van het overweldigende spektakel en het intense drama en groeide Armide uit tot een groot succes. Tot op vandaag wordt het werk gezien als het hoogtepunt van de Franse barokopera. Met Armide waren Lully en Quinault niet aan hun proefstuk toe. Sinds de oprichting van de Opéra in Parijs in 1669, hadden ze al elf opera’s gecreëerd en zo de basis gelegd voor een nieuw Frans operagenre, de tragédie lyrique. Armide was echter buitengewoon omdat het plot focust op de psychologie van het titelpersonage. De Saraceense tovenares schippert tussen haar hartstochtelijke liefde voor de moedige Renaud en haar fanatieke haat, omdat zijn heldhaftig optreden haar verhinderde alle kruisvaarders om te brengen. De bekende monoloog Enfin il est en ma puissance geeft subtiel deze innerlijke strijd weer. Eerst verkondigt Armide triomfantelijk dat ze Renaud, nu hij in haar macht is, uit de weg kan ruimen. Maar al snel verandert haar toon en wordt de begeleiding dissonanter: ze twijfelt. Met hoge noten roept ze vervolgens opnieuw om wraak, klaar om zijn hart met
een dolk te doorboren, om dan plots weer in het zachtere middenregister te beven uit afschuw voor zo’n gruwelijke daad en uit vurige passie voor de slapende ridder. Zo ontwikkelt dit meesterlijke recitatief zich in een schizofrene dialoog tussen haar twee onverzoenlijke kanten totdat deze uiteindelijk uitmonden in een lyrische aria waarin de liefde wint van de haat. Een gelukkig samenzijn met Renaud is haar echter niet lang gegund. Twee kruisvaarders brengen de ridder zijn schild en een magische diamant die hem aan zijn glorierijke overwinningen herinneren. De betovering is verbroken en hij verlaat haar om nieuwe heldendaden na te jagen. Uit razernij vernietigt ze haar eigen paleis en vliegt ze weg in een strijdwagen. Bewerkingen van de Armida-episode uit Torquato Tasso’s Jerusalem bevrijd waren zeer populair in de 17e eeuw. Het verhaal draaide niet enkel om een complex en fascinerend personage, maar de tovenarij liet ook toe toeschouwers te lokken met ongeziene speciale effecten. Het theater kon aankondigen dat machines personages zouden laten vliegen of in de aarde doen zinken, of dat met de nieuwste pyrotechnische effecten het decor in vlammen zou opgaan. Dat deze mechanische effecten een belangrijk onderdeel vormden van stukken over magische figuren is duidelijk uit een vroeger, gesproken toneelstuk van Quinault. Het vijfde deel van zijn Comédie sans comédie uit 1655 is ook gebaseerd op de Armida-episode maar eindigt met een gelukkig huwelijk. Quinault noemde dit deel een tragikomedie met machines. Het bevatte inderdaad verschillende machine-effecten. In de openingsscène alleen al vliegt Armide, verandert het decor van een woestijn in een idyllisch eiland, en verschijnt er een geest. De Nederlandse vertaling van dit stuk, Pieter Dubbels’ Toneelspel zonder toneelspel,
Nicolas Poussin (1594-1665), Rinaldo & Armida, 1629
benadrukte ook de machine-effecten in de benaming blij-eindig treurspel vol kunst- en vliegwerk. In dit stuk dat in 1671 in première ging in de Amsterdamse schouwburg, hoopte de auteur waarschijnlijk gebruik te maken van de nieuwe vliegmachine waarmee het theater sinds de renovaties van 1665 uitgerust was. Dubbels’ Toneelspel was maar een van de vele Franse theaterstukken die hun weg naar Amsterdam vonden. Werken van Pierre Corneille, Jean Racine, en Molière waren populair in de Noordelijke Nederlanden en creëerden een voedingsbodem voor interesse in Franse opera.
Deze interesse werd verder aangewakkerd door de stroom hugenoten die uit Frankrijk waren gevlucht nadat Lodewijk XIV in 1685 de rechten terug had ingetrokken die Franse protestanten genoten sinds 1598. Onder deze vluchtelingen bevonden zich niet enkel liefhebbers van tragédies lyriques, maar ook muzikanten, zangers, impresario’s en anderen die hun brood probeerden te verdienen door opera’s op te voeren. Het Nederlandse publiek kwam zo in Den Haag voor het eerst in aanraking met Lully’s en Quinaults Armide in 1701. Al sinds 1682 had zich daar een Frans operagezelschap gevestigd.
museabrugge.be
Vanaf 1683 werd hen zelfs de vergunning voor een permanent verblijf gegeven door stadhouder Willem van Oranje, die maar al te graag zijn aartsvijand Frankrijk tegen de haren in streek door de hugenoten hartelijk te verwelkomen. In Dubbels’ Amsterdam kwam de Franse opera van de grond in het jaar 1687 toen de vluchtelingenstroom vanuit Frankrijk zijn hoogtepunt bereikte. Op dat moment opende ook de schouwburg, waar voordien enkel Nederlandstalig toneel werd opgevoerd, haar deuren voor tragédie lyrique. Gedurende bijna twee jaar werden er met groot succes enkel werken van Lully en Quinault gespeeld. Deze opvoeringen waren in het Frans, maar de Amsterdamse dichter Thomas Arendsz werkte al sinds enkele jaren aan vertalingen van deze opera’s en ijverde voor exclusief Nederlandstalige uitvoeringen in de schouwburg. Tegelijkertijd experimenteerden enkele Nederlandse componisten, zoals Hendrik Anders, met zangspelen, operaachtige composities waarin gesproken teksten afgewisseld werden met aria’s. De uitvoeringen van Lully’s en Quinaults tragédies lyriques in de Noordelijke Nederlanden konden echter niet hetzelfde spektakel bieden als deze in Parijs. Rondreizende gezelschappen moesten de voorstellingen aanpassen aan de artiesten die voorhanden waren, de theaters die hen ter beschikking werden gesteld en de regels opgelegd door de steden waarin ze verbleven. De voorstellingen vielen dus vaak kleinschaliger uit en met een grotere focus op het muzikale drama en de interpretaties van de zangers. Sommige toeschouwers waren dan ook ontgoocheld over de afwezigheid van elegante balletten, prachtige decors, machines en dergelijke. Zoals een criticus van Dubbels’ Toneelspel echter duidelijk maakt, verdween de nieuwigheidsfactor van speciale effecten snel
en een stuk dat enkel daarvan leefde, was geen lang leven op het toneel beschoren. Werken zoals Armide bevatten naast de spectaculaire effecten echter zo’n boeiend psychologisch drama dat zij vele bewerkingen konden doorstaan, taalbarrières overwinnen, en politieke situaties omzeilen, zodat hun intense drama doorheen de jaren steeds opnieuw tot de verbeelding heeft gesproken.
MUSEA
BRUGGE
Annelies Andries (Yale University)
© Mauro Coen
DE HEKSEN VAN BRUEGEL | EXPO I TOT 26.06.2016 | SINT-JANSHOSPITAAL De heks zoals je die nu kent, met pruttelende kookpot, bezem en zwarte kat, werd 450 jaar geleden bedacht door Pieter Bruegel de Oude. Ontdek die allereerste prenten en kom meer te weten over hoe de heksenvervolging verliep, over de vermeende krach-
ten van heksen en allerlei gebruiken over toverij in Brugge en de Nederlanden... Alle locaties van Musea Brugge = GRATIS voor inwoners van Brugge! INFO www.museabrugge.be
In de kijker
Collegium 1704 © Petra Hasjká
Ensemble Correspondances © Molina Visuals
do 22.09.16 / 20.00 / Concertzaal Collegium 1704 / Biber & Monteverdi. Kathedralen van klank 54 stemmen galmden in 1682 door de kathedraal van Salzburg. Bibers Missa Salisburgensis was een ongezien spektakel, overweldigend theatraal. De inspiratie kwam uit de meerkorige werken van Monteverdi. Het vermaarde Tsjechische ensemble Collegium 1704 combineert beide componisten in een concert waarbij geen uithoek van de Concertzaal onbenut blijft.
za 22.10.16 / 20.00 / Concertzaal Sterke vrouwen: Judith, Caecilia & Magdalena / Ensemble Correspondances Drie heiligen, drie symbolen, drie vrijgevochten vrouwen. De jonge operaregisseur Vincent Huguet smeedt hun levens tot een dramatisch geheel, Charpentier levert met zijn histoires sacrées de theatrale soundtrack. Ensemble Correspondances geldt inmiddels als dé Charpentier-specialist en gaat voor het eerst op scenisch avontuur.
SEIZOEN 2016-2017 Rusland, tussen utopie en revolutie www.concertgebouw.be © Elena Chernyshova
BESTEL UW TICKETS NU OP
Gezellig tafelen voor of na een voorstelling met een verrassing op vertoon van het concertticket. www.concertgebouw.be/servies.
Coverbeeld: Transports Publics © Koen Broos / V.U. Katrien Van Eeckhoutte, ’t Zand 34, 8000 Brugge
Praat na de voorstelling gezellig na in het Concertgebouwcafé of vertel ons wat u ervan vond (@concertgebouwbr). of Twitter op Facebook